Tag Archief van: recensie

Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)
Muziek / Album

Zangeres met een missie

recensie: Sophie Straat – Smartlap is niet dood
Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)

Het is een spannende week voor Sophie Straat, 3 maart komt haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood uit en 6 maart worden de Edisons uitgereikt, waarvoor ze in de categorie ‘Hollands’ een nominatie binnen wist te slepen. Met het nieuwste album bewijst Sophie dat ze die nominatie én het wachten op dit album meer dan waard is.

Langverwacht debuutalbum

Sophie Straat (artiestennaam van Sophie Schwartz) is een Amsterdamse protestzangeres en kunstenares, die samen met haar partner Wieger Hoogendorp allerlei maatschappelijke misstanden aan het licht wil brengen door middel van haar muziek. Al voor het uitkomen van haar debuutalbum heeft ze een stevig muzikaal cv opgebouwd. Haar debuut-EP ’T Is niet mijn Schuld leverde haar een Edison op in de categorie ‘Hollands’, ze stond op het podium met artiesten als Willeke Alberti en The Opposites, en scoorde in 2021 samen met Goldband een flinke zomerhit met ‘Tweede Kamer’. Dat we dan ook vol smart wachtten op de release van haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood is een understatement.

Levenslied met een moderne twist

De protestzangeres weet op haar debuutalbum licht te werpen op belangrijke thema’s, waaronder machtsmisbruik, politiegeweld, seksisme (met fenomenen als mansplaining en het patriarchaat), grensoverschrijdend gedrag op studentenverenigingen en racisme. Elk lied draagt een duidelijke boodschap met zich mee, die ondubbelzinnig in de teksten wordt benoemd. Voor wie die boodschap nog onduidelijk is, wordt er in het bijgeleverde boekje per nummer extra uitleg geboden.

Zoals Sophie in het eerste nummer `Smartlap is niet dood´ bezingt, had de Zangeres Zonder Naam een missie met het levenslied en Sophie wil deze missie voortzetten. Ze wil verhalen die we te weinig horen een stem geven en de mensen die het niet met haar eens zijn, ook hard mee laten zingen. En met een lading pakkende teksten én aanstekelijke melodieën, is dat haar zeker gelukt.

Wie denkt dat met dit album de smartlap op de hak wordt genomen of dat het album alleen maar clichématige smartlappen bevat, heeft het mis. Sophie en Wieger zijn diep in de geschiedenis van het genre gedoken en hebben zich duidelijk ingelezen in de thema’s die ze willen bezingen. Zo wordt elk nummer in een uniek jasje gestoken. Het lied dat het meeste lijkt op die typische, oer-Hollandse smartlap, is het nummer ‘Mannen’. Waar dit lied over gaat is duidelijk: mannen. Specifieker gaat het over mansplaining, een fenomeen waar veel vrouwen mee te maken krijgen. De oproep aan mannen om toch eens bewuster te worden, wordt begeleid met een flinke lading draaiorgels, accordeons én een mannenkoor. Een nummer dat heerlijk is om mee te zingen in de kroeg, maar allicht minder snel bij mensen in hun playlist gaat belanden.

Je krijgt het niet meer uit je kop

Ook voor wie niks heeft met die oer-Hollandse sound, is er genoeg te vinden op dit nieuwe album. De aanstekelijke banger ‘Tweede Kamer’ (in samenwerking met Goldband) heeft een pakkend skageluid en doet bij vlagen denken aan Doe Maar. Zo wordt feminisme weer funky en wordt de luisteraar opgeroepen om op een vrouw te stemmen tijdens de verkiezingen. Enthousiast meezingen en dansen is ook goed mogelijk met de bonustrack ‘De stad is van ons’, van dewelke het stevige elektronische geluid niet zal misstaan in menig uitgaansgelegenheid.

Een persoonlijke favoriet is het nummer ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, waarin een prachtige droomwereld wordt bezongen waarin van alles mogelijk is. In die droomwereld kan je als man met een andere man zoenen tijdens een voetbalwedstrijd en kan je in Texas gewoon naar de abortuskliniek, zelfs mét een buddy aan je zij. In het refrein komen we er helaas achter dat het inderdaad écht een droom was en dat onze huidige wereld misschien meer op de achttiende eeuw lijkt dan we willen toegeven. Een nummer met een belangrijke boodschap en een pakkende melodie, een aanrader voor iedereen die door de ietwat bizarre videoclip heen kan kijken.

Een akoestische traktatie

Dat Sophie ook straalt in de kleinere, eenvoudigere liedjes bewijst ze met het nummer ‘Mooier als je lacht’. Een nummer waarin het fenomeen van straatintimidatie, iets waar 94 % van de vrouwen mee te maken krijgt, wordt bezongen. Dit lied is een van de hoogtepunten van het album, maar haast nog beter is de akoestische versie die kortgeleden op YouTube verscheen:

Het levenslied is weer cool

Nadat haar debuut-EP met een Edison werd bekroond, wachtten we met smart (pun intended) op haar debuutalbum. Smartlap is niet dood is het wachten meer dan waard geweest. Sophie Straat bewijst dat ze in meerdere genres kan stralen én weet het levenslied weer hip te maken. De smartlap is zeker nog niet dood!

Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)
Muziek / Album

Zangeres met een missie

recensie: Sophie Straat – Smartlap is niet dood
Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)

Het is een spannende week voor Sophie Straat, 3 maart komt haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood uit en 6 maart worden de Edisons uitgereikt, waarvoor ze in de categorie ‘Hollands’ een nominatie binnen wist te slepen. Met het nieuwste album bewijst Sophie dat ze die nominatie én het wachten op dit album meer dan waard is.

Langverwacht debuutalbum

Sophie Straat (artiestennaam van Sophie Schwartz) is een Amsterdamse protestzangeres en kunstenares, die samen met haar partner Wieger Hoogendorp allerlei maatschappelijke misstanden aan het licht wil brengen door middel van haar muziek. Al voor het uitkomen van haar debuutalbum heeft ze een stevig muzikaal cv opgebouwd. Haar debuut-EP ’T Is niet mijn Schuld leverde haar een Edison op in de categorie ‘Hollands’, ze stond op het podium met artiesten als Willeke Alberti en The Opposites, en scoorde in 2021 samen met Goldband een flinke zomerhit met ‘Tweede Kamer’. Dat we dan ook vol smart wachtten op de release van haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood is een understatement.

Levenslied met een moderne twist

De protestzangeres weet op haar debuutalbum licht te werpen op belangrijke thema’s, waaronder machtsmisbruik, politiegeweld, seksisme (met fenomenen als mansplaining en het patriarchaat), grensoverschrijdend gedrag op studentenverenigingen en racisme. Elk lied draagt een duidelijke boodschap met zich mee, die ondubbelzinnig in de teksten wordt benoemd. Voor wie die boodschap nog onduidelijk is, wordt er in het bijgeleverde boekje per nummer extra uitleg geboden.

Zoals Sophie in het eerste nummer `Smartlap is niet dood´ bezingt, had de Zangeres Zonder Naam een missie met het levenslied en Sophie wil deze missie voortzetten. Ze wil verhalen die we te weinig horen een stem geven en de mensen die het niet met haar eens zijn, ook hard mee laten zingen. En met een lading pakkende teksten én aanstekelijke melodieën, is dat haar zeker gelukt.

Wie denkt dat met dit album de smartlap op de hak wordt genomen of dat het album alleen maar clichématige smartlappen bevat, heeft het mis. Sophie en Wieger zijn diep in de geschiedenis van het genre gedoken en hebben zich duidelijk ingelezen in de thema’s die ze willen bezingen. Zo wordt elk nummer in een uniek jasje gestoken. Het lied dat het meeste lijkt op die typische, oer-Hollandse smartlap, is het nummer ‘Mannen’. Waar dit lied over gaat is duidelijk: mannen. Specifieker gaat het over mansplaining, een fenomeen waar veel vrouwen mee te maken krijgen. De oproep aan mannen om toch eens bewuster te worden, wordt begeleid met een flinke lading draaiorgels, accordeons én een mannenkoor. Een nummer dat heerlijk is om mee te zingen in de kroeg, maar allicht minder snel bij mensen in hun playlist gaat belanden.

Je krijgt het niet meer uit je kop

Ook voor wie niks heeft met die oer-Hollandse sound, is er genoeg te vinden op dit nieuwe album. De aanstekelijke banger ‘Tweede Kamer’ (in samenwerking met Goldband) heeft een pakkend skageluid en doet bij vlagen denken aan Doe Maar. Zo wordt feminisme weer funky en wordt de luisteraar opgeroepen om op een vrouw te stemmen tijdens de verkiezingen. Enthousiast meezingen en dansen is ook goed mogelijk met de bonustrack ‘De stad is van ons’, van dewelke het stevige elektronische geluid niet zal misstaan in menig uitgaansgelegenheid.

Een persoonlijke favoriet is het nummer ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, waarin een prachtige droomwereld wordt bezongen waarin van alles mogelijk is. In die droomwereld kan je als man met een andere man zoenen tijdens een voetbalwedstrijd en kan je in Texas gewoon naar de abortuskliniek, zelfs mét een buddy aan je zij. In het refrein komen we er helaas achter dat het inderdaad écht een droom was en dat onze huidige wereld misschien meer op de achttiende eeuw lijkt dan we willen toegeven. Een nummer met een belangrijke boodschap en een pakkende melodie, een aanrader voor iedereen die door de ietwat bizarre videoclip heen kan kijken.

Een akoestische traktatie

Dat Sophie ook straalt in de kleinere, eenvoudigere liedjes bewijst ze met het nummer ‘Mooier als je lacht’. Een nummer waarin het fenomeen van straatintimidatie, iets waar 94 % van de vrouwen mee te maken krijgt, wordt bezongen. Dit lied is een van de hoogtepunten van het album, maar haast nog beter is de akoestische versie die kortgeleden op YouTube verscheen:

Het levenslied is weer cool

Nadat haar debuut-EP met een Edison werd bekroond, wachtten we met smart (pun intended) op haar debuutalbum. Smartlap is niet dood is het wachten meer dan waard geweest. Sophie Straat bewijst dat ze in meerdere genres kan stralen én weet het levenslied weer hip te maken. De smartlap is zeker nog niet dood!

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Film / Films

Een film zacht als groen fris Iers glooiend gras

recensie: The Banshees of Inisherin
The Banshees of InisherinCopyright 2022 Searchlight Pictures

The Banshees of Inisherin vertelt over een vriendschap die verzandt op de kusten van een fictief Iers eiland. Twee voormalige vrienden verzeilen in een absurde strijd om vriendschap en erkenning.

Colin Farrell en Brendan Gleeson spelen weer een interessant duo zoals in de debuutfilm In Bruges (2008) van regisseur Martin McDonagh. Regisseur McDonagh biedt de kijker met The Banshees of Inisherin een Oscarwaardige film.

Wachten op het onvermijdelijke

Colm – ook wel ColmSunnyLarry genoemd – voelt de tijd voorbijdrijven. Hij wil enkel nog muziek componeren met zijn viool en hij wil geen tijd meer besteden aan saaie gesprekken met zijn vriend Pádraic. Terwijl hij een einde maakt aan de vriendschap met de simpele ziel, speelt hij vol passie elke avond muziek in de enige pub op het eiland.

In de verte hoor je kanonschoten weerklinken vanaf het vaste land: de Ierse Burgeroorlog is volop aan de gang. Het eiland lijkt wel afgesloten te zijn: omgeven door een stolp waarin de buitenwereld nauwelijks kan binnentreden. In deze idylle wordt de eenvoud doorbroken door een vriendschap die op de klippen loopt. Beide vrienden durven niet meer toe te geven dat ze ondanks hun verschillen toch niet zonder elkaar kunnen.

Even melancholisch als een Ierse stout

De impasse tussen een simpele man die vooral met zijn dieren bezig is en een melancholische zolderkamerfilosoof die alleen maar componeren wil, mondt uit in absurde situaties. En net in het absurde schuilt realisme.

Het zijn juist de knotsgekke gebeurtenissen die leiden tot reflectie. Een dronken gesprek tussen twee voormalige vrienden verandert in poëzie. Iedereen op het eiland lijkt zich te vervelen. En wanneer het kookpunt bereikt is, wanneer een impasse de gemeenschap doet opschudden, ontstaat er iets moois. Juist dan, ontstaat poëzie. Net als bij een gedicht, vul je zelf de betekenis aan en interpreteer je. Net als bij een gedicht, weet je dat je naar poëzie kijkt, al kan je niet benoemen waarom.

‘God geeft niet om kleine ezels’

Regisseur Martin McDonagh laat de situatie meer en meer ontsporen. Net zoals in zijn vorige film Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (2017) vertrekt de film met een simpel hoofdplot en escaleert de beginsituatie. Het dispuut tussen twee vrienden zorgt voor zoveel vraagstellingen, maar ook humoristische situaties.

Naast de schitterende dialogen, is ook het acteerwerk van hoog niveau. De zus van Pádraic, gespeeld door Kerry Condon, en de dwaze Dominic, vertolkt door Barry Keoghan, vullen de twee protagonisten perfect aan en geven kleur aan het tragikomische verhaal.

Kortom: The Banshees of Inisherin verdient alleen maar applaus. Na de release verschenen er terecht vele positieve recensies. De hoge verwachtingen werden niet alleen ingelost, maar zelfs overtroffen. De film toont wat een film moet zijn: meeslepend en doorspekt met inhoud en symboliek die je als kijker zelf moet invullen.

 

Gezien in: Cinema Zed Vesalius, Leuven

Nog te zien tot: 28 februari 2023

FEHD-CD-Pack-Shot
Muziek / Album

Mac DeMarco brengt album met instrumentale nummers uit

recensie: Five Easy Hotdogs
FEHD-CD-Pack-Shot

Het is altijd de moeite waard als Mac DeMarco met een nieuw werk komt. De laatste keer dat er iets nieuws van hem online kwam was twee jaar geleden en toen week hij flink af van zijn oeuvre. In 2020 releasede hij ‘Enter the Sandman’, een cover van Metallica. Het was echter geen originele interpretatie, maar eerder een vervalsing, die in menig kroeg over de speakers kan dreunen zonder dat iemand het verschil door heeft.

Koning van de Indie

Voor zijn nieuwste album Five Easy Hotdogs lijkt de koning van de indie weer op de gebaande paden te komen. Letterlijk paden, want het hele album is on the road geschreven in de USA en Canada. Alle nummers zijn vernoemd naar de plaatsen waar ze zijn opgenomen. Op een enkele song na, komt er geen vocaal aan te pas. We moeten het louter doen met gitaren, drums, percussie en synths.

Unheimische muzak

Al vanaf het eerste nummer is duidelijk dat de kenmerkende sound van DeMarco weer de boventoon voert. Er zijn de welbekende jangly gitaren, die voelen alsof je in een bedje in de wolken wiegt, de synths die nooit groots en meeslepend worden maar charmant blijven door hun zorgvuldige plaatsing en bijna komische sound, en de warme broeierige sfeer die alles opwekt.

Het dreigt nu en dan te verzanden in een bevreemdende soort muzak. Alsof het een koortsdroom betreft in een wachtkamer ontworpen door David Lynch. Niet gek als je je bedenkt dat touren vooral bestaat uit wachten. Charlie Watts zei eens over zijn samenwerking met de Rolling Stones: ‘worked five years and spent 20 years hanging around’. De uitzichtloosheid van het wachten wordt versterkt door de vele repetitieve frases die de nummers herbergen. Na acht keer hetzelfde thema te horen snak je naar ontwikkeling. Maar die komt niet. En als die komt lijkt het eerder een poging tot een halfslachtige variatie dan een thematische ontwikkeling. Alles lijkt kalmte, controle en orde uit te willen stralen. Toch voelt het eerder unheimisch en desolaat.

Wat mist is een heldere lijn, iets waar ik mij als luisteraar aan vast kan klampen. Er is zelden sprake van een lead die mij meeneemt op deze vreemde roadtrip zonder begin of eind. Zelfs na meerdere luistersessies is er weinig dat blijft hangen in de vorm van een melodie. Zijn het keuzes uit pure verveling, gemakzucht of berusting?

Meta werk

Als luisteraar ben ik op mijn hoede, en tracht ik – wellicht vergeefs – te zoeken naar een diepere betekenis. Het is net geen achtergrondmuziek, maar ook niet iets dat je volledige aandacht vraagt. Makkelijk te eten, maar niet bevredigend, zoals hotdogs bijvoorbeeld. Het lijkt eerder een metawerk waarin de maker ons een spiegel voorhoudt, en ons zodanig bevraagt op wat onze verwachtingen van zijn muziek zijn, en wat hij zelf nog toe te voegen heeft als zijn publiek toch wel weet hoe zijn werk moet klinken.

Het is lastig om dit album op een lijn te zetten met zijn eerdere albums, zoals zijn kopie van ‘Enter the Sandman’. Het lijkt alsof Mac DeMarco een lome parodie heeft geschreven, ditmaal niet op een andere act, maar op zichzelf. DeMarco is zich bewust van de kracht, en tegelijkertijd ook zwakte van zijn oeuvre. Zijn nummers kunnen als easy listening weggezet worden, ook al zingt hij over zware thema’s als de moeilijke relatie met zijn vader, of over zijn drang tot vernietiging in ‘Freaking out the Neighborhood’. Gek genoeg doet het album me wat  dat betreft alleen maar meer verlangen naar het volgende, want DeMarco moet vroeg of laat kleur bekennen en dat kan alleen maar interessanter worden. En hopelijk meer verzadigend.

Expo binnenland

Gedenkwaardige botsingen tussen mens en dier

recensie: Dode dieren met een verhaal
Het Natuurhistorisch

Het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam heeft een verrassende verzameling dieren in haar collectie. Naast uitgestorven diersoorten en de keurige exemplaren ter documentatie van de biodiversiteit, bevinden er zich dieren die beroemd zijn geworden om hun noodlottige einde. In de kleine tentoonstelling ‘Dode dieren met een verhaal’ vertelt een handjevol opgezette dieren onder wat voor omstandigheden zij stierven.

In eerste instantie is het een grappig gezicht: een musje naast een rij dominostenen, of een egel met zijn kop in een McFlurry beker. De welbekende gele ‘M’ met de spreuk I’m lovin’ it duidelijk zichtbaar op de verpakking. De kennismaking van schuwe bosbewoners met de bewoonde wereld is bijna cartoonesk, totdat je beseft hoe gruwelijk deze ontmoeting voor de dieren afliep. Zo blijkt het musje de beruchte Dominomus te zijn, die in 2005 een evenementenhal in Leeuwarden binnenvloog. Hij fladderde 23.000 dominostenen omver, die er voor het televisieprogramma Domino Day geplaatst waren en werd doodgeschoten om verdere ‘sabotage van de recordpoging’ te voorkomen.

Onschuldige uitvindingen met fatale gevolgen

Mensen hebben de wereld zo ingericht dat ze voor ons zo praktisch en veilig mogelijk is. Er zijn kooktoestellen en waterkranen,  maar ook glazen ruiten en elektriciteitsleidingen. We houden er niet altijd rekening mee dat bepaalde uitvindingen het dodental opdrijven onder andere aardbewoners. De dieren in deze tentoonstelling drukken je met de neus op de feiten.

Zo kwam de McFlurry-egel om het leven omdat hij, net zoals veel mensen, een zwak had voor de ijsjes van de McDonalds. Met zijn hoofd paste hij precies door de smalle opening aan de bovenkant van de beker. Toen hij was uitgegeten bleef hij, net zoals veel van zijn soortgenoten, achter de plastic kraag hangen en verhongerde. Behalve de egel liggen er nog andere dieren wiens contact met plastic afval fataal afliep. Opeens wordt je bewust van de keren dat je zelf achteloos iets hebt weggegooid. Jezelf toen wijsmakend dat het voor deze ene keer geen kwaad kon.

Enthousiaste verzamelaars

Wat opvalt is de trots waarmee het Natuurhistorisch Museum de dieren presenteert. Het museum moet er flink voor lobbyen en soms concurreren met souvenirjagers die dieren opsporen voor hun persoonlijke collectie. Veel dieren zijn grootscheeps in het nieuws geweest waardoor ze op de radar van enthousiaste verzamelaars verschijnen.

De dertienjarige Christoph van Ingen bijvoorbeeld, ontdekte in 2018 een ingevroren ijsvogel in het ijs van een sloot in Oostzaan. Hij was waarschijnlijk op zoek naar vissen, die door de vorst onbereikbaar waren, en is door de honger overleden. Nadat de jongen zijn vondst op sociale media had gedeeld, kwamen er al snel andere mensen op af. Uiteindelijk zaagde hij de vogel uit het ijs om te voorkomen dat hij door iemand werd meegenomen. Hij borg hem op in zijn vriezer. Uit dit, en andere verhalen in de tentoonstelling, blijkt de brede belangstelling voor het lot van dieren in de moderne samenleving.

Prettige afwisseling

De onconventioneel opgezette dieren in ‘Dode dieren met een verhaal’ vormen een prettige afwisseling met de andere dieren uit de vaste collectie. Ze zijn opgezet zoals ze zijn gevonden en niet op een manier waarop ze weer levend lijken. Het is jammer dat het een toch betrekkelijk kleine tentoonstelling is, die zich direct achter de ingang in de hal van het museum bevindt. Het is er al snel druk en krap omdat iedereen via die route moet om de rest van het museum te kunnen bekijken. Dit nodigt er niet toe uit om lang te blijven kijken.

Desondanks is de tentoonstelling in combinatie met de rest van het museum een bezoek waard. In de vaste opstelling zijn de skeletten van een mammoet en een sauriër te bewonderen, en fossielen van schelpen, zee-egels en haaientanden. Daarnaast staat er in de torenkamer het skelet van de in 1998 overleden olifant Ramon uit Diergaarde Blijdorp.

Tot en met 12 maart 2023 zijn er dan ook nog de röntgenfoto’s te zien die medisch specialist Arie van ‘t Riet maakte om de geheimen van de dierlijke anatomie bloot te leggen. Alles bij elkaar kun je in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heerlijk een aantal uur genieten van wat de natuur allemaal te bieden heeft.

McFlurry egel – Het Natuurhistorisch

Dode dieren met een verhaal
Natuurhistorisch Museum Rotterdam
Onderdeel van de vaste collectie (altijd te zien)

IFFR header 1
Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam
IFFR header 1

Thuiskomen in Rotterdam: IFFR 2023

Na drie jaar wachten was het eindelijk weer zover: een ‘echte’ editie van het International Film Festival Rotterdam!

Na een pandemie en enkele interne strubbelingen de afgelopen jaren (met massaontslag, een reorganisatie en de presentatie van een compleet nieuw team) was het weer tijd voor een ‘ouderwets’, offline International Film Festival Rotterdam. Dit was inmiddels de 52e editie van IFFR, waarbij veel als vanouds aanvoelde: de gigantische hoeveelheid films uit alle hoeken van de wereld, de mensenmassa’s, de vertrouwde bioscopen, de festival hotspots, en dezelfde vormgeving – inclusief vertrouwde dashboards met allerhande info op de bioscoopschermen. Het voelde als thuiskomen! Helaas was er ook even de terugkeer van haperende computersystemen; iets wat in vroegere tijden bij het reserveren van tickets bijna standaard was, maar al jarenlang geen probleem meer had gevormd.

Munch

Henrik M. Dahlsbakken • Noorwegen, 2023
Sterren: 3/5

Het festival werd geopend met de Noorse film Munch. De meeste mensen zullen de kunstenaar Edvard Munch (1863–1944) vooral kennen van zijn meesterwerk De Schreeuw, maar de productieve kunstenaar had bij zijn dood bijna 1200 schilderijen vervaardigd, die hij naliet aan de stad Oslo. In deze biopic staan vier periodes uit zijn leven centraal. Ze zijn prachtig gefilmd in verschillende beeldverhoudingen, kleuren en, zo lijkt het, beelddragers. Hierbij is de geestestoestand van Munch leidend voor de toegepaste kleur en beeldverhouding. Zo is de fase waarin Munch na een mentale instorting in een hospitaal was opgenomen, gefilmd in zwart-wit en een ‘nauwe’ beeldverhouding (4:3). De scènes met de jonge kunstenaar zijn daarentegen juist heel kleurrijk.

De film springt in de tijd, waardoor het een gefragmenteerd karakter heeft. Munch heeft enkele klassieke ingrediënten van een portret van een getroebleerde kunstenaar: afwijzingen (zowel in de liefde als artistiek), twijfels over het eigen kunnen, drankmisbruik en hoogdravende discussies met collega-kunstenaars over Het Leven en Het Kunstenaarschap. Regisseur Dahlsbakken heeft daarnaast enkele verrassende elementen toegevoegd. Zo vertolken vrouwen enkele mannelijke personages (waaronder de bejaarde Munch!) en spelen de scènes in Berlijn zich niet af eind 19e eeuw, maar in de huidige tijd. Het is bevreemdend om Munch opeens met een mobieltje in de weer te zien. Hier speelt echter wel een van de fraaiste scènes van de film zich af: Munch die met vrienden over het voormalige vliegveld Tempelhof fietst, onder een hemel die gevuld is met door Munch geschilderde luchten. Het proeft naar meer van het werk van de kunstenaar, maar dat zien we eigenlijk pas aan het eind van de film. Wellicht had dit beter als opening kunnen dienen.

Filmscene Munch

Cairo Conspiracy

Tarik Saleh • Zweden, 2022
Sterren: 4/5

Het leuke aan thrillers is dat zowel de kijker als de personages regelmatig op het verkeerde been gezet worden. Wie trekt er nou echt aan de touwtjes? Wie is te vertrouwen? En wie is zelf – vaak zonder dat ze dat in de gaten hebben – een speelbal van hogere machten? In de religieus-politieke thriller Cairo Conspiracy (ook bekend onder de titel Boy from Heaven) staat de invloedrijke Al-Azhar Universiteit in Caïro centraal. De dood van de groot-imam, de naderende verkiezing van diens opvolger, en de bemoeienis van de staatsveiligheidsdienst, zorgt voor de nodige onrust. Visserszoon Adam (een sterke rol van Tawfeek Barhom) is net aan de universiteit gaan studeren en raakt verstrikt in dit web van intriges. Bij dit soort ingewikkelde constructies in films, is de kans groot dat de kijker de draad kwijtraakt. De Zweedse regisseur en scenarist Tarik Saleh slaagt er echter in het verhaal overzichtelijk te vertellen en zo verwarring te voorkomen.

Tarik Saleh maakte eerder indruk met The Nile Hilton Incident (2017). Ook in die film speelt de Zweeds-Libanese acteur Fares Fares een hoofdrol en is Egypte de setting. De film is echter in Marokko gefilmd. Cairo Conspiracy is evenmin in Egypte opgenomen, maar in Turkije. Het is een film met een erg kritische blik op de religieuze en politieke machthebbers, wat het waarschijnlijk lastig maakte om te filmen in Caïro. Dat de beeltenis van de oppermachtige Egyptische generaal al-Sisi in de loop van de film steeds vaker opduikt op de achtergrond is veelzeggend.

Boy from Heaven

La Tour

Guillaume Nicloux • Frankrijk, 2022
Sterren: 3/5

Een Franse film over een torenflat in een banlieue waar de bewoners opgesloten raken omdat het buiten niet meer veilig is? Het doet denken aan La Horde (Yannick Dahan en Benjamin Rocher, 2009), waarin zombies Parijs hebben overgenomen en politieagenten en criminelen gedwongen worden samen te werken om hun verblijf in een torenflat te overleven. La Tour (‘De toren’) gooit het over een andere boeg. Hier geen zombies, maar een pikzwart ‘niets’ dat op een dag plotseling de toren omringt. Alles wat buiten deuren en ramen wordt gestoken verdwijnt, ook ledematen…

Scenarist en regisseur Guillaume Nicloux besteedt weinig tijd aan een introductie van de personages. Vrijwel direct worden ze opgezadeld met hun penibele situatie en is het tijd voor een potje groepsproces, waarbij een escalatie onvermijdelijk is. Opvallend (maar misschien ook weer niet?) is dat de grenzen raciaal van aard zijn. Genoeg ingrediënten voor een naar werkje. De toenemende barbaarsheid wordt nog extra geïllustreerd door enkele sprongen in de tijd. Het publiek in de zaal reageerde hier duidelijk geschokt op. Hoe hebben de bewoners het ooit zo lang vol kunnen houden? Nicloux reikt wat aanwijzingen aan, maar kiest er vooral voor het tempo erin te houden en niet te veel aan karakterontwikkeling te doen of praktische vragen te beantwoorden. Waar hij wel in slaagt is een naargeestige, nihilistische wereld te schetsen, waar je moeilijk van weg kan kijken.

La tour

Where the Wind Blows

Philip Yung • Hongkong, 2022
Sterren: 2/5

Het Hong Kong van de 20e eeuw biedt meer dan genoeg aanknopingspunten voor een episch verhaal. De stad was immers een westerse kolonie, die onder andere te maken kreeg met een Japanse bezetting en het buurland China dat communistisch werd. Ook de relatie met de Britse overheerser en de strijd tegen corruptie binnen de politie biedt genoeg inspiratie. Het is tegen deze achtergrond dat we in Where the Wind Blows twee politiemensen decennialang volgen. Helaas lijkt deze film pompeuze bombast te verwarren met episch drama.

Wat ongetwijfeld bedoeld was als een wervelend staaltje cinema, is hier in feite een kakofonie van indrukken. Zeker in het begin hopen de scènes zich op in een grote brei van onduidelijkheid. Zo is er na de Japanse verovering van de stad een korte scène van een voetbalwedstrijd die bij nader inzicht wel tussen de lokale politie en de Japanse bezetter moet zijn. Tijd om het in ons op te nemen is er echter niet, want opeens zitten we middenin een scène in de jungle waar een vuurgevecht losbarst. Tussen wie was mij niet duidelijk, want aan uitleg maakt regisseur Yung het liefst niet te veel tijd en beelden vuil. Het is alsof je naar een terugblik van een serie kijkt in plaats van een speelfilm. De voet wordt halverwege de film enigszins van het gaspedaal gehaald, maar het verhaal is warrig en bovendien wordt de film volledig dichtgesmeerd met muziek. Er is werkelijk geen enkel rustpunt in zowel plot, beeld als muziek. Dan voelt de op zich al lange speeltijd van 144 minuten aan als nog véél langer.

Where the Wind Blows

Muziek / Album

Een amalgaam aan artiesten

recensie: Americana-update volume 16
IMG_20230205_105115_upgradeJoost Festen

We tellen door naar de zestiende editie van de Americana-update om wederom een amalgaam aan verschillende artiesten te kunnen bespreken. De dame met de meeste ervaring is Angela Strehli die na vele jaren weer eens van haar laat horen. Sem Jansen kennen we als zanger van Leif de Leeuw band, maar zijn debuut is anders. Hilde Vos vervolgt haar carrière met een thuiskomend album.

Grasduinen in alles wat het americanagenre te bieden heeft, brengt ons met regelmaat bij albums die ons verrassen door onverwachte kwaliteit of door een opleving na een lange stilte in de carrière. Steeds kunnen we constateren dat de kwaliteit heel hoog is.

Hilde Vos

De Brabantse Hilde Vos kennen velen mogelijk van de Johan Derksen shows rond Malford Milligan waarbij ook zij met haar partner Fokke de Jong van de partij waren. Vos had echter toen al twee soloalbums op haar naam staan. Met Home maakt ze haar eerste kwartet vol. Wederom is haar partner te horen op drum. Zeven van de elf liedjes zijn van de hand van Vos zelf die qua stem soms vaag doet denken aan Tammy Wynette.

Naast composities van Tom Paxton, Patty Griffin en Ray Griff tekenen ook twee bandleden voor een van de liedjes. Muzikaal wordt Vos in het fraaie ‘The last thing on my mind’ terzijde gestaan door Normaal voorman Bennie Joling. Helaas wordt de naam van Joling niet op de hoes vermeld noch in het boekje met teksten. In ‘Better move it on home’ horen we andermaal een mannenstem naast die van Hilde Vos. Vermoedelijk is het John Geuzinge Hazinga die voor meer dan alleen backing vocalen tekent. Hij speelt gitaar, pedal steel, dobro, mandoline, banjo en toetsen.

Home is een album dat voelt als thuiskomen in de country kant van de americana muziek. Hilde Vos weet zich als zangeres snel richting je hart te bewegen.

Sem Jansen

Het album Uncle Sem van Sem Jansen heeft er vijf jaar over gedaan om het levenslicht te zien. Zanger Sem Jansen die we kennen als de stem van Leif de Leeuw band nam een gedeelte van het album op toen hij nog door het leven ging als Britt Jansen in het jaar 2018. In de jaren die volgden onderging zij een transitie naar een man. Nu vijf jaar later zingt Sem soms duetten met zijn voormalig gender wat een bijzondere situatie is natuurlijk. De stemmentimbres verweven zich werkelijk prachtig met elkaar en zonder de voorgaande wetenschap zou je deze duetten ook live op het podium willen zien.

Het album Uncle Sem verhaalt over de tocht van Jansen in zijn transitie. De band van zijn broodheer horen we terug als de begeleiding op dit fijne album. Wie onbevangen durft te luisteren zal meegevoerd worden in een heerlijke set van americanaliedjes. Het titelnummer ging de albumrelease al vooruit in 2022. Nu het album het levenslicht zag met zijn akoestische liedjes in plaats van de stevige Southern Rock van Leif de Leeuw band, gaat Jansen op een grote tournee door ons land onder de titel ‘Who The F*ck is Britt?!’. Inmiddels is de tourkalender bekend tot en met juni 2023. Tevens is er een heus krantje rond zijn theatertournee op diverse matten gevallen.

Angela Strehli

Velen zullen de naam van Angela Strehli voor het eerst horen. Toch maakt Strehli reeds vijf decennia muziek en is Ace of Blues haar eerste werkstuk in zeventien jaar. Het album staat vol met covers. Slechts één compositie is van de hand van de zangeres zelf. ‘SRV’ draagt ze op aan Stevie Ray Vaughan die ze zelf gekend heeft en met wie ze ooit het podium deelde.

De stem van Strehli is stevig en fijn in alle bluesliedjes. Ze klinkt als een gerijpte dame, wat ze natuurlijk ook is. Ze won in haar leven vijfmaal de prijs voor de beste vrouwelijke vocalisten in The Austin Chronicle. Deze in 1945 geboren zangeres maakte in de jaren zeventig en tachtig deel uit van de groep artiesten die nachtclub Antone’s in Austin TX liet bloeien. Met dit nieuwe album laat ze het platenlabel Antone’s Records uit de as herrijzen. De bluesliedjes van Bobby Bland, Elmore James, O.V. Wright, Muddy Waters, Chuck Berry, Otis Rush, Howlin’ Wolf, Otis Clay, Jimmy Reed, Little Milton en Dorothy Love Coates zong ze in de meeste gevallen in het verleden ook samen met de schrijvers zelf. Het bijgaande boekje toont veelal de foto’s met haar en de schrijvers. Naast de foto’s hier ook verhalen over haar rijke artiestenverleden. Toch trekt Strehli alle liedjes naar haar toe en weet ze het album tot een heel fraai geheel te smeden.

Theater / Voorstelling

Verdi’s Requiem als totaalconcept met kanteldak als zegen

recensie: Requiem van Verdi
22-23 Messa da Requiem - Piano - Voorgenerale ©Michel Schnater© Michel Schnater

Ze ligt op haar rug. Haar lichaam schokt. Ze draait haar benen in de knoop en wiegt heen en weer. Hij trekt haar op en ze rennen naar de achterwand. Ze probeert er tegenaan te lopen en daarna te klimmen maar het lukt niet. Dan splijt het koor uiteen en krijgt de danser alle ruimte. Hoop is nabij. Tijdens het Requiem van Verdi door de Nationale Opera en Ballet staat de danser centraal. Het toont de lijdende mens zoekend naar houvast.

‘Ik zou graag een requiem willen componeren om volgend jaar op te voeren voor de verjaardag van zijn dood’, schreef Giuseppe Verdi aan zijn uitgever op 2 juni 1873, kort na de begrafenis van zijn idool, de romanschrijver en dichter Alessandro Manzoni. ‘De massa zal vrij grote afmetingen hebben, en bovendien zal een groot orkest nodig zijn, een groot koor en vier of vijf hoofdzangers – ik kan nog niet specifiek zijn.’ Het moest, voor Verdi de vrijdenker, een requiem worden met muziek die de ziel beroert als reactie op de zware katholieke versie.

Vanwege de kosten vroeg hij de burgemeester van Milaan om steun: hij betaalde de kosten voor de uitvoering in ruil voor een requiem van Verdi’s hand. Het stuk werd een groot succes, waarop er drie uitvoeringen volgden. Met een Libera Me (‘Bevrijd mij’) voor een onvoltooid requiem voor Rossini en muzikale frasen uit zijn opera Don Carlos voltooide Verdi de enorme partituur voor Missa Di Requiem in minder dan een jaar.

Choreografie, decor, licht

Voor choreograaf Christian Spuck was het een uitdaging om van dit Requiem een opera-achtig spektakel te maken met ballet. Al in 2016 stond deze productie bij Opernhaus Zürich op de planken. Nu is hij in Amsterdam met zijn vaste artistieke staf en vrijwel identiek decor en werkt hij samen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest en zangers, en dansers van het Nationale Opera en Ballet. Voor Spuck, naar analogie met Verdi’s wens, was het belangrijk een Requiem te presenteren zonder de katholieke mis met wrede en mensonvriendelijke tekst, maar met de mens in al zijn kwetsbaarheid en hulpeloosheid op zoek naar troost.

Met licht en decor (Martin Gebhart en Christian Schmidt) komen de dansers centraal te staan zowel midden op het podium als bijna over de podiumrand, boven de orkestbak. Schijnwerpers belichten dansers bedekt met modder en zand. Ze krioelen over het podium gevangen in hun eigen conflicten.

Zangers en koor

De vier zangers maken zich individueel los uit het honderdkoppig koor als een soort gemeenschap waarin het leven zich afspeelt. Als massa beweegt het op het podium. Gezamenlijk smeken ze om hulp met hun handen wijd gespreid in de lucht. De Italiaanse sopraan, Federica Lombardi, weet het voortreffelijke koor en orkest met grote koperpartij te overstemmen. Ze klinkt warm, helder en vooral luid. Ook schitterend hoe zij in duet zingt met de Russische mezzosopraan Yulia Matochkina. Voortdurend zoeken ze oogcontact op het podium om de harmonie te bewaken. Maar ook de tenor Freddie De Tommaso zingt zijn aria’s helder en zuiver evenals de bas Alexander Vinogradov.

Kanteldak als zegen

De vraag is of Spuck met zijn totaalconcept, ondanks de individuele prestaties, een geslaagde voorstelling heeft gecreëerd. Het beperkte podium in asgrijs, de dansers in de spotlight, het heen en weer rennen, het koor volledig in zwart tegen de asgrijze decorwanden en de zangers en dansers gezamenlijk op het podium, maken van de voorstelling een rommelig geheel. Als kijker kom je ogen en oren tekort in de chaos van beweging en zang. De prachtige muziek kan hierdoor niet ten volle worden ervaren en beluisterd. De zaal zoekt naar houvast; het kanteldak aan het eind van de voorstelling, is een zegen.

Film / Serie

That Nostalgia Show

recensie: That '90s Show

Het is inmiddels alweer zeventien jaar geleden dat de laatste aflevering van That ‘70s Show te zien was. Nu is er een spin-off: That ‘90s Show. Maar lukt het de makers om op hetzelfde niveau te komen als het origineel?

That ‘90s Show lijkt te draaien op nostalgie. Oude karakters komen terug, de nieuwe generatie is te zien op veel bekende, iconische locaties in Point Place en het intro is hergebruikt, zij het in een nieuw jasje. Helaas zorgt dit er alleen maar voor dat je als kijker verlangt naar het origineel.

Kitty en Red

Leia, de dochter van Donna en Eric, blijft een zomer bij haar opa en oma. Ze maakt vrienden in Point Place en treedt in de voetsporen van haar ouders. Opnieuw zijn we in het huis van de lieve Kitty Forman en chagrijnige man Red. We kennen dit iconische duo uit That ‘70s Show en ze zijn gelukkig ook terug te zien in That ‘90s Show. Verrassend genoeg lijken zij de hele serie te dragen. Zonder hen was de show een reusachtige flop geweest. Kitty en Red hebben nog dezelfde leuke humor als in That ‘70s Show en de acteurs zijn ook oprecht goed. Ze dragen de humor van de serie fantastisch. Vooral in tegenstelling tot de nieuwe acteurs, die soms ongemakkelijk en voorspelbaar zijn.

Vraagtekens

De makers van That ‘90s Show hebben oude verhaallijnen hier en daar aangepast, waardoor je als That ‘70s Show-fan met grote vraagtekens en teleurstelling blijft zitten. Jackie was toch met Fez geëindigd? En hoe zit het met de dochter van Michael? That ‘90s Show bood de perfecte kans om verder te bouwen op verhaallijnen waarmee That’s 70’s Show eindigde. Oude karakters komen langs en dat is wel leuk, maar het voelt niet compleet. Je zou graag willen weten hoe het de oude karakters in de tussentijd vergaan is. Verder is het jammer dat er weinig interactie is tussen de originele cast wanneer ze toch eens in beeld komen.

Wie van That 90’s Show een volwaardige remake van het origineel verwacht, blijft een beetje op zijn honger zitten. In dat geval is het een aanrader om gewoon alle seizoenen van That 70’s Show  terug te kijken. Dat zorgt voor minder verwarring en is een stuk grappiger. That 90’s Show slaagt er niet in het niveau van haar voorganger te evenaren.