Tag Archief van: landscape

Boeken / Strip

Een deel dader, een deel slachtoffer

recensie: Will Eisner - Fagin de jood

.

Will Eisner, een van de onbetwiste grootmeesters van de beeldroman, brak al in de jaren veertig door met The Spirit. Op gegeven moment kreeg hij kritiek op de ondergeschikte rol die het zwarte hulpje van de hoofdpersoon speelde. Eisner kwam tot de slotsom dat bij het gebruik van stereotypen de intentie van de schepper uiteindelijk allesbepalend is. De kritiek wakkerde bij hem de vraag aan in hoeverre vooroordelen doorsijpelen in literaire werken. Via een bijzonder lange aanloop leidde dat in 2005, vlak voor zijn dood, tot zijn visie op Fagin de jood.

~

Geboren verliezer
In het uitgebreide nawoord schetst Eisner de achtergrond van de Engelse joodse gemeenschap in de negentiende eeuw. Enerzijds waren er de Sefardim, ontwikkelde joden die uit Spanje en Portugal vluchtten en een goede maatschappelijke positie verwierven. Anderzijds waren er de Asjkenazim uit Midden-Europa, ongeschoolde arbeiders die in de marge hun bestaan moesten opbouwen. Eisner portretteert Fagin als een van die Asjkenazim, met middeneuropese trekken, waarschijnlijk veel dichter bij de realiteit dan bijvoorbeeld de donkere, scherpe karikaturen uit de beruchte propagandafilm Der ewige Jude.

Het resultaat is een bijzonder boeiend boek, waarin Fagin overtuigend tot leven komt. Vanaf de eerste pagina’s groeit het gevoel dat de goedbedoelende en getalenteerde Fagin gewoon niet mag slagen in het leven. Zijn vader wordt in een kroeg doodgeslagen en kort daarop sterft ook zijn moeder: de jonge Fagin staat er alleen voor. Hij wordt opgevangen door een rechtschapen man die hem een goede opvoeding geeft, maar door misverstanden, pech en kwade vooroordelen wordt hij langdurig verbannen.

~

Kwalijke stereotypes
Als hij terugkomt, is hij lichamelijk gebroken en belandt hij onvermijdelijk in een neerwaartse spiraal. Hij leidt een bende straatjongens op om te stelen en te roven. Vanaf dat moment vervlecht Eisner zijn verhaal naadloos met dat van Dickens, met het verschil dat je nu heel anders naar Fagin kijkt. Ja, hij is een schurk, maar één die veroordeeld is tot die rol.

Het verhaal verloopt vloeiend door de virtuoze tekeningen, terwijl de sepiatinten de sfeer van een oud Londen ademen. De plot zit uitstekend in elkaar en toont Eisners gepassioneerde vakwerk; deze beeldroman is geschreven door iemand met een missie. Aan het einde geeft hij Fagin de ruimte voor een groots pleidooi. Als zijn geestelijk vader Dickens hem in de gevangenis komt opzoeken, leest hij hem genadeloos de les voor het bevestigen van kwalijke stereotypes:

Ik ben Fagin, lid van een verstrooid maar edel ras! Joden die vaak door de omstandigheden gedwongen dienen te overleven in de smerige krotten en de erbarmelijke ellende van het middernachtelijke Londen zijn geen dieven uit vrije wil! (…) Kunstenaars en schrijvers hebben ons altijd voorgehouden wie wij vrezen en wie wij vertrouwen! U en uw soort zijn derhalve verantwoordelijk voor het bestendigen van vooroordelen…in dit geval tegen de Joden!

Eigenlijk heeft het verhaal die expliciete aanklacht niet nodig en de epiloog waarin de inmiddels volwassen Oliver Twist Fagin rehabiliteert voegt weinig meer toe dan een moraliserend happy end. Vanuit het perspectief dat Eisner wilde schetsen is dat evenwel te vergeven. Want voor alles heeft Eisner Fagin een echt leven gegeven.

 

Boeken / Strip

Een deel dader, een deel slachtoffer

recensie: Will Eisner - Fagin de jood

.

Will Eisner, een van de onbetwiste grootmeesters van de beeldroman, brak al in de jaren veertig door met The Spirit. Op gegeven moment kreeg hij kritiek op de ondergeschikte rol die het zwarte hulpje van de hoofdpersoon speelde. Eisner kwam tot de slotsom dat bij het gebruik van stereotypen de intentie van de schepper uiteindelijk allesbepalend is. De kritiek wakkerde bij hem de vraag aan in hoeverre vooroordelen doorsijpelen in literaire werken. Via een bijzonder lange aanloop leidde dat in 2005, vlak voor zijn dood, tot zijn visie op Fagin de jood.

~

Geboren verliezer
In het uitgebreide nawoord schetst Eisner de achtergrond van de Engelse joodse gemeenschap in de negentiende eeuw. Enerzijds waren er de Sefardim, ontwikkelde joden die uit Spanje en Portugal vluchtten en een goede maatschappelijke positie verwierven. Anderzijds waren er de Asjkenazim uit Midden-Europa, ongeschoolde arbeiders die in de marge hun bestaan moesten opbouwen. Eisner portretteert Fagin als een van die Asjkenazim, met middeneuropese trekken, waarschijnlijk veel dichter bij de realiteit dan bijvoorbeeld de donkere, scherpe karikaturen uit de beruchte propagandafilm Der ewige Jude.

Het resultaat is een bijzonder boeiend boek, waarin Fagin overtuigend tot leven komt. Vanaf de eerste pagina’s groeit het gevoel dat de goedbedoelende en getalenteerde Fagin gewoon niet mag slagen in het leven. Zijn vader wordt in een kroeg doodgeslagen en kort daarop sterft ook zijn moeder: de jonge Fagin staat er alleen voor. Hij wordt opgevangen door een rechtschapen man die hem een goede opvoeding geeft, maar door misverstanden, pech en kwade vooroordelen wordt hij langdurig verbannen.

~

Kwalijke stereotypes
Als hij terugkomt, is hij lichamelijk gebroken en belandt hij onvermijdelijk in een neerwaartse spiraal. Hij leidt een bende straatjongens op om te stelen en te roven. Vanaf dat moment vervlecht Eisner zijn verhaal naadloos met dat van Dickens, met het verschil dat je nu heel anders naar Fagin kijkt. Ja, hij is een schurk, maar één die veroordeeld is tot die rol.

Het verhaal verloopt vloeiend door de virtuoze tekeningen, terwijl de sepiatinten de sfeer van een oud Londen ademen. De plot zit uitstekend in elkaar en toont Eisners gepassioneerde vakwerk; deze beeldroman is geschreven door iemand met een missie. Aan het einde geeft hij Fagin de ruimte voor een groots pleidooi. Als zijn geestelijk vader Dickens hem in de gevangenis komt opzoeken, leest hij hem genadeloos de les voor het bevestigen van kwalijke stereotypes:

Ik ben Fagin, lid van een verstrooid maar edel ras! Joden die vaak door de omstandigheden gedwongen dienen te overleven in de smerige krotten en de erbarmelijke ellende van het middernachtelijke Londen zijn geen dieven uit vrije wil! (…) Kunstenaars en schrijvers hebben ons altijd voorgehouden wie wij vrezen en wie wij vertrouwen! U en uw soort zijn derhalve verantwoordelijk voor het bestendigen van vooroordelen…in dit geval tegen de Joden!

Eigenlijk heeft het verhaal die expliciete aanklacht niet nodig en de epiloog waarin de inmiddels volwassen Oliver Twist Fagin rehabiliteert voegt weinig meer toe dan een moraliserend happy end. Vanuit het perspectief dat Eisner wilde schetsen is dat evenwel te vergeven. Want voor alles heeft Eisner Fagin een echt leven gegeven.

 

Muziek / Album

Band zou baat hebben bij stijlbreuk

recensie: The Coral - Butterfly House

.

The Coral is zo’n band die rustig van een kwaliteitskeurmerk voorzien mag worden. Ook op het vijfde album, Butterfly House, klinkt de muziek erg verzorgd en zijn de liedjes stuk voor stuk van een hoog niveau. Daarentegen leunt de band zo langzamerhand wel heel erg op het jaren zestiggeluid ten tijde van de Britse invasie op het Amerikaanse vasteland.

De vijf leden van The Coral hebben hun domicilie in het Engelse Hoylake, gelegen in het vermaarde graafschap Merseyside. Alleen daarom al mag het geen verwondering oproepen dat de mannen tijdens hun jonge jaren de Merseybeat met de paplepel ingegoten hebben gekregen.

Deze illustere muziekstijl binnen de rockmuziek kende in de jaren zestig haar hoogtijdagen. De mix van Amerikaanse rock-‘n-roll, R&B en Britse skiffle werd vertegenwoordigd door klinkende namen als The Hollies, Gerry & The Pacemakers en The Searchers.

Mearsybeat als fundament

~

De laatste jaren zijn sporen van het genre terug te vinden in de muziek van nieuwlichters als Fleet Foxes en The Last Shadow Puppets. The Coral is zelfs zo ver gegaan om de Merseybeat als fundament voor haar sound te gebruiken. De band weet sinds jaar en dag die basis op te leuken met psychedelica en folk die doet denken aan The Byrds, wonderschone harmonische samenzang in de stijl van Crosby, Stills, Nash and Young en hedendaagse indierock. Ook op de nieuwe plaat lukt het de Britten om een verzameling vrolijke liedjes voor te schotelen die omlijst worden met een dun, rafelig en sentimenteel randje.

Fris, zomers en optimistisch

Het gros van de pennenvruchten op Butterfly House heeft een fris, zomers en optimistisch karakter. Van extra invloed daarop is de spaarzame, maar geraffineerde toepassing van instrumenten als tamboerijn, keyboards, xylofoon en mellotron.

Zanger James Skelly toont zich in zijn voordracht weer eens een ware crooner en dat geeft de up-temposongs extra distinctie. Rustpunten zijn er ook. Zo lijkt ‘Walking in the Winter’ daadwerkelijk tijdens het koudste jaargetijde aan het brein ontsproten te zijn. Sleutelwoorden bij het beluisteren van dit nummer zijn: knusse winteravond, coltrui en open haard.

‘Falling all Around You’ is een ontroerend pareltje waarin The Coral een perfecte balans heeft weten te vinden tussen ingetogen zang, akoestische gitaar en een passend slotakkoord op de piano.

Gevoelige bombastische muziek

Met ‘1000 Years’ grijpt de band terug naar het geluid van Moody Blues in zijn vroege periode. Ofwel: weelderige, lyrische en bombastische muziek, die de gevoelige snaar regelmatig raakt.

Zowat alle songs vertellen een verhaal over zee, verlangen en romantiek. Ze klokken gemiddeld zo’n drie minuten, met uitzondering van ‘North Parade’, dat als waardige afsluiter wat meer van leer trekt.

Door de hoge kwaliteit en de onweerstaanbare aantrekkingskracht van de liedjes, valt er in eerste instantie weinig op Butterfly House aan te merken.

Monster van voorspelbaarheid


Toch moet er ook een kritische kanttekening geplaatst worden. The Coral melkt op de nieuwe plaat wel heel erg haar muzikale roots uit. In voorgaande jaren wisten de mannen de jaren zestiginvloeden wat gedoseerder voor het voetlicht te brengen, maar nu baseren ze er een heel album op. De pedalen die zorgen voor een ruigere benadering en daardoor voor een welkome afwisseling, worden amper ingetrapt of zelfs compleet genegeerd.

Ondanks dat de liefhebber zich zeker geen buil zal vallen aan het aanschaffen van deze plaat, is het voor The Coral wellicht raadzaam om de volgende keer eens voor een verrassende stijlbreuk te kiezen. Puur en alleen om op tijd te ontsnappen aan het monster van voorspelbaarheid. De band zou niet de eerste in de geschiedenis zijn die daar baat bij heeft.

Boeken / Fictie

Genezende literatur

recensie: Don DeLillo - Het punt omega

De beroemde Amerikaanse schrijver Don DeLillo behandelt in al zijn romans verschijnselen van de moderne samenleving die de menselijke conditie beïnvloeden. In zijn korte, maar verbluffende roman Het punt omega doet hij niet anders. Hier ontvouwt DeLillo gedachten over tijd en ruimte, en door de eigengereide en suggestieve manier waarop creëert hij literatuur van de allerhoogste orde.

Het boek begint met een passage waarin een anonieme man kijkt naar een tot 24 uur uitgerekte versie van de film Psycho. De beschrijving van zijn waarneming van deze ultiem trage film suggereert – zoals dit boek zoveel spannende, niet te beschrijven suggesties doet – een nauwe samenhang met het punt omega. Het idee daarvoor ontleent DeLillo aan de Franse twintigste-eeuwse jezuïet Teilhard de Chardin. Deze stelde dat het universum zich continu ontwikkelt naar een toenemende complexiteit en bewustzijn, met als eindstadium het punt omega. DeLillo legt De Chardins punt omega uit als ‘een sprong uit de biologie’, een implosie van het zelfbewustzijn. In de woorden van een van de personages uit DeLillo’s boek:

We zijn uitgespeeld. De materie wil van het zelfbewustzijn af. Wij zijn het denken en voelen waartoe de materie zich ontwikkeld heeft, en het wordt hoog tijd om dat allemaal weer op te doeken. Dat is wat ons nu beweegt.

Woestijn
Aan het woord is Elster, een oud-academicus en voormalig adviseur van het Amerikaanse leger, die zich tijdelijk heeft afgezonderd in een huisje aan de rand van de woestijn. Daar wordt hij bezocht door de naamloze hoofdpersoon van het boek – niet te verwarren met de man die naar Psycho keek –, die weken bij Elster doorbrengt. In eerste instantie doet hij dat met de bedoeling hem over te halen een documentaire over hem en zijn ervaringen met het Amerikaanse leger in Irak te mogen maken. De twee mannen praten, drinken en zweten. Gaandeweg wordt duidelijk dat hun bewustzijn van de tijd en de (lege) ruimte in de woestijn verandert. De komst van Elsters volwassen dochter Jessie benadrukt dit; zij bezit van nature een dergelijk bewustzijn.

Elster is dan ook dol op haar. Hij verfoeit het tijdsbewustzijn van de mens in de moderne samenleving, dat hij tegenover zijn metgezel benoemt als ‘inferieure tijd’. Volgens hem doet die uiteindelijk de natuur van de mens geweld aan:   

Steden zijn gebouwd om de tijd meetbaar te maken, de tijd uit de natuur te halen. Er is een eindeloos aftellen, zei hij. Als je alle bedekking weghaalt en naar binnen kijkt, is angst dat wat resteert. Dit is wat literatuur geacht wordt te genezen. Het epische gedicht, het verhaaltje voor het slapengaan.

Intrigerende spanning

Deze drie mensen, die leven in het vacuüm van de woestijn, worden tegenover de samenleving gesteld. In tegenstelling tot de oppervlakkige jachtigheid van de moderne samenleving zoeken ze alle drie instinctief naar het wezen van de dingen. Elster met onder andere zijn zoekende gemijmer, de naamloze hoofdpersoon die een onconventionele documentaire wil maken en Jessie, die als kind altijd de bewegende lippen van haar vader bestudeerde en imiteerde, om als het ware dat te vinden wat zich áchter de woorden begeeft.

De tegenstelling en het benoemde naderen van het punt omega verlenen aan de roman een wonderlijke en intrigerende spanning, die tegen het einde van het verhaal op een totaal onverwachte wijze tot ontbranding komt. Het is ongelooflijk dat DeLillo al dit en nog veel meer in amper honderd relatief kleine bladzijden weet te omvatten. Hij schrijft met een prachtige, wat ingedikte stijl en weet bovendien aan zijn zinnen en alinea’s een schitterend ritme te geven. De stijl gecombineerd met de eigenzinnige opbouw en inhoud maken dit tot een prachtboek. Terugkomend op Elsters geciteerde uitspraak, doet Het punt omega dat wat de beste literatuur kan doen: het geneest.

Boeken / Non-fictie

Petite histoire van de Nederlandse blogosfeer

recensie: Frank Meeuwsen - Bloghelden

‘We vonden het wat gortig worden, met een stuk of zeventig weblogs in Nederland’, aldus een van de pioniers van het Nederlandse bloggen, die in 2000 stopte met zijn weblog. Frank Meeuwsen tekende de uitspraak op in Bloghelden, zijn petite histoire van het bloggen. De beginfase van internet, en dus ook van bloggen, ligt niet ver achter ons, maar lijkt nu al een ander tijdperk.

Bloghelden beschrijft de Nederlandse bloggeschiedenis van 1995 tot 2005. Meeuwsen speelde daarin zelf een rol en geldt nog steeds als expert op het gebied van digitale communicatie en online ontwikkelingen. Hij vertelt hoe het bloggen ontstond op de kantoren van internetbedrijven, uit interne doorstuurmails met links naar opmerkelijke websites. Al snel was bloggen niet meer voorbehouden aan internetdeskundigen, maar kon iedereen, van thuisblijfmoeder tot politicus, deelnemen aan het uitdijende ‘ecosysteem van de blogosfeer’.

Persoonlijk
Wat is een blog? Een eenduidige definitie is niet te geven, want blogs zijn even veranderlijk als het internet. Hoe dan ook zijn de met enige regelmaat gepubliceerde, korte stukjes ‘persoonlijk van inhoud en stijl’. In het begin ging het om het in kaart brengen (letterlijk loggen) van het internet, wat toen ook nog min of meer mogelijk was. ‘Persoonlijk’ slaat dan op de selectie van en het commentaar op de verzamelde links. Tegenwoordig is de eerste associatie die met persoonlijke anekdotes en gedachten, met als schrikbeeld de huisvrouw die haar schoonmaaktips en kattenverhalen wereldkundig maakt.

Tussen de ‘linkloggers’ en de ‘lifeloggers’ ligt een heel terrein, dat in dit boek niet echt aan bod komt. Vooral de incrowd die er vanaf het begin bij was komt aan het woord, net als journalisten die hielpen het bloggen groot te maken. Alledaagse bloggers plukken nu de vruchten van hun werk. Wat die onbekende (en ongelezen) schrijvers drijft, komen we niet te weten, terwijl zij inmiddels de bulk van de blogosfeer uitmaken.

Drang naar vernieuwing
De interviews met de pioniers bieden een vermakelijk inkijkje in de bloggeschiedenis. Zij werkten bij internetbedrijven als Planet en konden de hele dag online zitten, iets wat in de jaren negentig uitzonderlijk was. Weet u nog, hoe je in moest bellen op een telefoonlijn om op internet te komen? Uit de interviews spreekt de naïviteit en branie van toen. Ook mooi is de verbazing over hoe groot het allemaal is gegroeid. De groei kwam vooral door de ontwikkeling van blogsoftware. Kennis van html was niet meer nodig voor het bouwen van een website. Meeuwsen legt het helder uit; kennis van html is zeker ook niet nodig bij het lezen van dit boek.

De pioniers van toen spreken ook hun verwachtingen uit over de toekomst. Ze geven aan in de huidige blogosfeer een drang naar vernieuwing te missen. Bloggers zijn niet meer vooruitstrevend. Commerciële blogs nemen het over en niemand ageert daartegen. Toch zijn er ook positieve geluiden. Van de enorme hoeveelheid blogs zet slechts een kleine groep door, maar die is op een (vak)inhoudelijk niveau waardevol. Na de ‘loggers van het web’, de ‘shockloggers’ en de ‘lifeloggers’ liggen de kansen voor de blogosfeer nu bij de kennisbloggers. 

Gratis
Bij het uitermate kleurrijke Bloghelden hoort natuurlijk een website. Daar vind je niet alleen voetnoten bij de tekst, maar ook een gratis tekstversie. Hopelijk is daarin de slordige redactie, die de auteur in zijn inleiding nota bene uitbundig met naam en toenaam prijst, gecorrigeerd. Bloghelden is leuk om te lezen en te bewaren, maar doet je ook beseffen hoe handig internet is. 2005 ligt alweer vijf jaar achter ons. Ik zie nu al uit naar de Bloghelden-editie van 2020.

Boeken / Non-fictie

Zowel de Jantjes als de smalle mensch

recensie: Helleke van den Braber en Jan Gielkens (red.) - In 1934

Het jaar 1934 werd door onzekerheid gekenmerkt: de economische crisis woedde en in Duitsland was Hitler net aan de macht gekomen. Hoe gingen de Nederlandse intellectuelen, kunstenaars en schrijvers om met de internationale politieke en culturele situatie? In In 1934 wordt aan de hand van 42 episodes beschreven hoe de Nederlandse cultuur zich verhield tot het internationale klimaat.

Er is in deze ambitieuze bundel voor het jaar 1934 gekozen omdat het een relatief ‘neutraal jaar’ was. Het werd niet bepaald door bijvoorbeeld de ineenstorting van Wall Street of de machtsovername van Adolf Hitler, maar wel door de daaruit voortvloeiende spanningen. Tientallen cultuuronderzoekers schreven artikelen voor In 1934. Nederlandse cultuur in internationale context. Onder redactie van Helleke van den Braber en Jan Gielkens werden die, grofweg, onderverdeeld in artikelen die gaan over de internationale relaties van zowel culturele bemiddelingsinstanties als kunstenaars, en de invloed en receptie in Nederland van internationale ideeën en werken. Over de invloed van Nederlandse cultuur in het buitenland zijn de redacteuren kort: Nederland was toch vooral een cultureel importland.

Europeesche Peil
Bij lezing van alle artikelen na elkaar wordt al snel een onderlinge samenhang duidelijk. In zowel de Nederlandse theaterwereld, de filmindustrie als de literatuur was er bijvoorbeeld een debat gaande over de vraag of Nederland zich bij de eigen, regionale producten moet houden of dat het zich meer moest richten op Europese standaarden en allure. In de literaire wereld werd (net als tegenwoordig) het zogeheten provincialisme-internationalismedebat gevoerd en in de Nederlandse theaterwereld maakte men zich vooral zorgen over de banen die werden ingepikt door de vele Duitse exilschrijvers en -toneelgezelschappen. Binnen de Nederlandse filmindustrie werd er zelfs even van gedroomd dat de Nederlandse producten de internationale standaard zouden bepalen. Toen de Nederlandse film De Jantjes uitgroeide tot hét bioscoopsucces van 1934, riep Abram Tuschinksi uit dat ‘we niet langer met lede ogen naar Hollywood hoeven te kijken maar dat Hollywood naar ons moet kijken’.

Menno ter Braak
Menno ter Braak
E. du Perron
Edgar du Perron

De twee beroemde intellectuelen Edgar du Perron en Menno ter Braak uitten veelvuldig hun mening over het gebrek aan ‘Europeesche Peil’ van de Nederlandse letteren. Opvallend is dat ieder artikel in deze bundel of Du Perron, ofwel Ter Braak aan het woord laat. Het zijn de twee grote Nederlandse intellectuelen van het jaar 1934. Beiden zijn ook zeer geëngageerd en discussiëren met name over hoe het oprukkende fascisme tegen te gaan, zoals ze dat verwoord hebben in hun individualistische concepten ‘de smalle mensch’ en de ‘politicus zonder partij’. Over dat individualisme schreef Du Perron aan Ter Braak:

Ik liep mee in de communistentroep op de stakingsdag. Te lang en te vervelend om te vertellen. Eén daverend gevoel: je n’en suis pas! Het gaat niet om ‘partijkiezen’ voor mij, dat is duidelijk; maar om me te verdedigen tegen alles wat collectivistische dictatuur is.

Rijk beeld
In verschillende artikelen – over de arrestatie van de antifascistische Duitse schrijver Heinz Liepmann of over de cabaretgroep ‘Die Pfeffermühle’ van Erika Mann – wordt vermeld hoe de Nederlandse overheid alles verbood dat ‘het bevriende staatshoofd’ Hitler ook maar enigszins tegen de borst zou kunnen stuiten. Uit zulke anekdotes rijst het beeld op van Nederland als een bangig en navelstarend landje. Wel zijn er de eenlingen die de laffe middelmaat ontstijgen; naast de twee bovengenoemden ook ‘einzelgängers’ als bijvoorbeeld Slauerhoff of M.C. Escher.

Naast dat de bundel In 1934. Nederlandse cultuur in internationale context een degelijk overzicht biedt van de Nederlandse cultuur in de jaren dertig, herbergt het werk vele verrassende feiten. Bovendien bevat het rode draden (waaronder fascisme, exil, cultuurbemiddeling), waardoor de lezer de artikelen over een onderwerp die hem interesseren eenvoudig kan opzoeken. Alle debatten en kleine bekrompenheden bij elkaar genomen lijkt het Nederland van 1934 eigenlijk heel veel op dat van tegenwoordig.

Boeken / Fictie

Geestelijk levenslang

recensie: Jenna Blum (vert. Kristofer Schipper) - Het familieportret

Het familieportret, de debuutroman van de Amerikaanse schrijfster Jenna Blum, beschrijft het harde leven van Anna Schlemmer en haar dochter Trudy in de stad Weimar onder het naziregime. Na de oorlog heeft Anna altijd gezwegen over haar belevenissen tot grote frustratie van Trudy. De enige aanwijzing over haar verleden is een familieportret van Anna, Trudy en een SS-officier. Gedreven door schuldgevoel gaat Trudy op onderzoek uit. Niets kan haar echter voorbereiden op de gruwelen die zij op haar pad tegenkomt.

Weimar, 1945. Een grote groep Duitse burgers, onder wie Anna en Trudy, wordt bovenop de heuvels van Weimar door de geallieerden bijeengedreven in het concentratiekamp Buchenwald. Hier worden zij gedwongen de overgebleven doden te begraven. De Amerikaanse soldaat Jack, die al een aantal weken een oogje heeft op Anna, besluit Anna een uitweg te bieden uit haar geboortestad. Ze trouwen en kort daarna vertrekken zij, Jack en de vijfjarige Trudy naar de stad New Heidelburg in Minnesota. In de VS besluit Anna haar verleden voor altijd en eeuwig te begraven. Trudy kan dit echter niet verkroppen, zeker niet wanneer zij in een sokkenlade een familieportret met een SS-officier vindt. Als universiteitsdocent Duitse geschiedenis besluit zij mee te werken aan een onderzoek waarbij getuigenverklaringen van Duitsers uit Nazi-Duitsland worden vastgelegd. Onbewust gaat zij op zoek naar de waarheid over haar verleden. Wie is die SS-officier op het familieportret? En belangrijker nog, is Trudy een nazi-kind?

Schuldgevoel als rode draad
Met Het familieportret heeft Jenna Blum een klein meesterwerk afgeleverd. Op briljante wijze weet zij de andere kant van de oorlog, die van de Duitse slachtoffers, tot in het kleinste detail uit te diepen. De roman slingert de lezer heen en weer tussen het traumatische verleden van Anna en de schuldbewuste hedendaagse realiteit van Trudy. Opvallend is dat schuld deze twee levensverhalen onlosmakelijk verbindt, zonder dat de twee personages dit van elkaar bewust zijn. Moeder en dochter leven krampachtig langs elkaar heen, maar beiden voelen zich schuldig over hun verleden. 

In feite hebben zowel moeder als dochter een geestelijke levenslange straf gekregen voor hun verleden, waardoor zij totaal verlamd zijn geraakt. Dit beklemmende gevoel weet Blum goed op de lezer over te brengen. Voor zowel Anna’s zwijgzaamheid als Trudy’s frustratie hierover, is begrip op te brengen, waardoor de lezer zich eigenlijk in een emotionele patstelling bevindt. Trudy’s zoektocht draait onbewust om de ijdele hoop op innerlijke bevrijding, want hoe gruwelijk de waarheid ook is, het is beter deze te kennen. Wanneer zij ontdekt dat Anna’s levensverhaal veel gecompliceerder is dan zij ooit heeft kunnen vermoeden, kan zij zich eindelijk oprecht identificeren met haar moeder.

Boeken / Non-fictie

De avonturiers achterna

recensie: Gerrit Jan Zwier - Nooit hier, altijd daar

.

Het is niet de eerste keer dat Zwier over zijn noordelijke reizen verhaalt. Eerder publiceerde hij boeken over zijn reizen in IJsland, Groenland, Noorwegen en ook Canada. Deze keer begint Zwier zijn reis in Alaska. Vanuit Anchorage neemt hij het vliegtuig naar Nome, een buitenpost in het westen van Alaska. De lokroep van goud doet menig gelukzoeker in de hoop een fortuin te vergaren naar dit verlaten oord trekken. De realiteit, zo beschrijft Zwier en zo weten ook de oorspronkelijke inwoners, is anders. Het leven is er hard en moeilijk. Ontredderd, en murw geslagen door de schrijnende armoede en de uitzichtloosheid, grijpen veel Eskimo’s uit wanhoop naar de fles.

Into the wild

Het zijn niet alleen de goudzoekers die hun heil zoeken in de outback van Alaska. Als een magneet trekt de ongerepte wildernis mensen aan die verlangen naar een leven in harmonie met de natuur. Geïnspireerd door boeken als The Call of the Wild van Jack London verwacht men een idylle aan te treffen. De natuur is echter meedogenloos. Ook de student Chris McCandless, briljant vertolkt door Emile Hirsch in de film Into the Wild, ondervond dit en moest zijn poging om te overleven in de wildernis met de dood bekopen. Chris is niet de enige. Vele anderen, onder wie beroemde ontdekkingsreizigers als Bering, vonden de dood in het ongerepte en onherbergzame Alaska. Zwier kent de verhalen en brengt deze opnieuw tot leven door ze in zijn eigen verhaal te verweven.

Op de twee vrijwel onbewoonbare eilandjes die hij bezoekt, St. Paul en St. George, valt net als in Alaska nauwelijks iets te beleven. Op de Aleoten, een reeks vulkaanachtige eilandjes, overheerst dezelfde troosteloosheid. De koude, de wind en vooral de allesdoordringende mist heeft vrij spel. Alleen vissers en immigranten die het vieze werk in de visafslag opknappen, hebben hier hun thuis. De rest, op een enkele achterblijver na, is weggetrokken naar het vasteland waar het leven een stuk gerieflijker is. Na de Aleoten doet Zwier ook nog Newfoundland in Canada aan, en reist hij langs de kustlijn van Québec om daarna uiteindelijk te belanden in Labrador.

Oppervlakkige toerist

Zwier weet zijn eigen indrukken op een aantrekkelijke en vermakelijke wijze op te schrijven. Het resultaat is een onderhoudend maar voorspelbaar reisverhaal, vormgegeven als een dagboek, waarin de lezer amper de ruimte krijgt om op adem te komen. In nog geen tweehonderdvijftig bladzijden weet Zwier zijn reis samen te vatten. Onverminderd reist hij steeds weer verder en doet hij verslag.

Maar hoe onderhoudend ook, het verslag blijft helaas oppervlakkig. Zwier en zijn reisgenoten, onder wie de fotograaf Blom en afwisselend zijn zoon en dochter, blijven verstrikt in hun rol van toerist. Zo maken ze, op wat vluchtige ontmoetingen na, nauwelijks contact met de inwoners en komen we slechts beperkt te weten hoe het leven in deze uithoek van de wereld er nu werkelijk uitziet.

Film / Films

Onvoorwaardelijke moederliefde

recensie: Mother (Madeo)

Mother, de vierde speelfilm van de Koreaanse regisseur Joon-ho Bong, gooide hoge ogen op het IFFR 2010. Een verstandelijk beperkte jongen wordt door de politie opgepakt als hoofdverdachte in een moordzaak. Zijn moeder is overtuigd van zijn onschuld en doet alles om hem uit de gevangenis te krijgen. Bong weet verschillende filmstijlen tot een knap geheel te smeden en bewijst opnieuw dat hij zich een van de grote regisseurs binnen de Koreaanse cinema mag noemen.

~

De openingsshot van Mother toont een vrouw die door de graanvelden dwaalt en een soort dansritueel uitvoert. Haar blik is vol van tragiek, dit is een vrouw die iets met zich meedraagt. Zij blijkt moeder te zijn van Do-joon, een verstandelijk beperkte jongeman. Ze werkt in een winkel en voert clandestien acupunctuur uit. Ondertussen houdt ze haar zoon op alle mogelijke manieren in de gaten. Hij is zwak en beïnvloedbaar en belandt telkens weer in de problemen. Wanneer een meisje vermoord is, wordt Do-joon als hoofdverdachte in de moordzaak opgepakt. Zijn moeder is, ondanks harde bewijzen, overtuigd van zijn onschuld en doet alles om hem uit de gevangenis te krijgen. Wanneer de autoriteiten tegenwerken, besluit ze zelf op onderzoek uit te gaan, met hulp van Do-joons vriend Jin-tae. Zo komt zij steeds dichter bij de waarheid en gaat ze tot het uiterste om haar zoon te beschermen.

Verstandelijke beperking

Mentale zwakte lijkt een terugkerend thema in Bongs films. In Memories of Murder (2003) wordt een verstandelijk beperkte jongen opgepakt als verdachte in een moordzaak (de film berust op een echte politiezaak uit de jaren tachtig). In Memories of Murder staan de rechercheurs centraal die worstelen met de moordzaak, zich erin vastbijten en hun verdachten tot het uiterste drijven: verstandelijk beperkt of niet, die bekentenis moet en zal er komen.  In The Host (2006) is er een steekje los bij de hoofdpersoon, die door zijn vader verdedigd wordt wanneer zijn zus en broer hun minachting voor hem laten blijken.

~

In Mother bekijkt hij hetzelfde gegeven vanuit een ander perspectief: de betrokkenheid en bezorgdheid van de moeder is vanaf het begin zichtbaar. Dit levert wat komische scènes op. Wanneer Do-joon opgepakt wordt voor het vernielen van een Mercedes, is zijn moeder de reddende engel. Bezorgd snelt ze het politiebureau binnen en moet opdraaien voor haar zoons misstap. Opvallend is dat de moeder het haar zoon niet kwalijk lijkt te nemen. Als troost maakt ze lekker eten voor hem. Wanneer Do-joon aan een vriend vertelt dat hij met een vrouw heeft geslapen, blijkt dat hij het over zijn moeder heeft. Hieruit blijkt dat hun band erg hecht, bijna incestueus is.

Tragiek

De tragiek begint pas wanneer Do-joon achter de tralies belandt voor de moord. Bong focust nu op de moeder en niet langer op Do-joon. De moeder wordt, net als haar zoon, als schuldige gezien en staat er alleen voor. Ze kan en wil niet accepteren dat haar zoon de dader is. Verwoed vraagt ze hem te herinneren wat er gebeurd is. De gebeurtenis uit het verleden die dit bij hem oproept, verklaart waarom zijn moeder zo bezorgd en vergevingsgezind is.

~

Bong weet knap verschillende filmstijlen tot een geheel te smeden. De film schakelt tussen drama, tragikomedie en thriller en weet steeds de juiste toon te voeren. Dit is mede te danken aan Hye-ja Kim, die de moeder overtuigend en moedig neerzet. Ze weet haar tragiek en bezorgdheid invoelbaar te maken, van begin tot het zinderende einde. Ze toont ons waartoe een mens in staat kan zijn als je datgene wat je het meest dierbaar is, lijkt te verliezen. Bong heeft met Mother dan ook vooral een indringend portret gemaakt. De film wordt vergezeld van mooie, weidse beelden en prachtige, maar spaarzaam ingezette muziek versterkt de sfeer. Qua inhoud doet de film universeel aan, net als voorgangers Memories of Murder en The Host. Er is vooral aandacht voor de kwetsbaarheid en kracht van mensen. Mother is daarmee een mooie aanvulling op Bongs toch al imposante oeuvre.

 

Boeken / Fictie

Karakterstudie in grijstinten

recensie: Elmer Schönberger - Vuursteens vleugels

.

Op een zekere dag wordt Vuursteen tijdens het fotograferen gesnapt door een meisje, Pluis. De flaptekst verklapt het al: uiteindelijk leidt dit tot Vuursteens ondergang. Het draait erom hoe het gebeurt.

Grijstinten
Zij is een intelligente filosofiestudente die schijnbaar ongegeneerd de kost bijeenschraapt in een seksclub. Hij is een schuchtere, depressieve man van middelbare leeftijd. Tussen het merkwaardige duo ontstaat een ongewone vriendschap. Terwijl Vuursteen Pluis de kneepjes van het stemmersvak bijbrengt, discussiëren ze over filosofie en klassieke muziek en proberen ze erachter te komen wat ware zuiverheid is. Langzaam maar zeker raken ze beiden in de ban van de ander, met alle gevolgen van dien.

De zwaarmoedige pianostemmer gebruikt het geschoten fotomateriaal voor een veredeld dagboek, een niet voor publicatie bestemde roman die zijn leven verslaat. De titel hiervan is ‘Vuursteens vleugels’, en in zekere zin laat de roman met dezelfde titel zich ook lezen als het werk waaraan Vuursteen gedurende het verhaal werkt. Een gemakkelijke opgave is dit niet, want het verhaal is ingekleurd met uitsluitend grijstinten Vuursteens veelvuldig voorbijkomende hersenspinsels ademen allesbehalve optimisme. Van enige intrige is geen sprake; het verhaal is ondergeschikt aan de gesprekken tussen de pianostemmer en het meisje. Het leven van de protagonist kabbelt maar een beetje voort, net als zijn dagboek.

Zere plek
De enkele keren dat het verhaal zich onttrekt aan de ontmoetingen tussen de twee zijn bij Vuursteens bezoekjes aan de maandelijkse kaartclub, de seksclub waar Pluis werkt en de terugblikken op een tot mislukken gedoemde affaire. Het geeft amper meer weer dan een mijmerende en speculerende hoofdpersoon die het de lezer onmogelijk maakt sympathie voor hem te krijgen.

De spaarzame momenten dat het verhaal een zijweg inslaat, betekenen kortstondige oplevingen, die vervolgens weer verzanden in een verhaal dat langzaam doodbloedt. Overal blijft het mat en effen. Extra jammer is het dat het eind al lang en breed bekend is, en dat er dan alsnog een anticlimax volgt. Gedurende het gehele boek wordt het reilen en zeilen van Vuursteen blootgegeven, maar als die vooraf al beloofde ondergang zich aandient, wordt de vinger niet op de zere plek gelegd, maar zien we deze door de ogen van iemand anders.

Literair geweld
Elmer Schönberger is journalist en componist. Dat hij bekwaam is in zijn vakgebieden blijkt wel, want Vuursteens vleugels loopt over van het stilistische geweld. Vrijwel elke pagina is gevuld met prachtig geconstrueerde zinnen die niet zelden een halve bladzijde in beslag nemen. Daarnaast strooit de auteur rijkelijk met zijn kennis over de piano, muziektermen en klassieke namen en stukken. Met Vuursteens vleugels levert hij een zowel literair als muzikaal geslaagd boek af, maar inhoudelijk laat het te wensen over. De focus ligt te veel op het slaapverwekkende karakter van Vuursteen. Het boek is daarom wel geslaagd als karakterstudie, maar als roman geenszins.

Boeken / Strip

Het miserabele leven van Jimmy Corrigan

recensie: Chris Ware - Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld

Jimmy Corrigan, The Smartest Kid On Earth van Chris Ware is onlangs in een Nederlandse vertaling verschenen. En dat werd tijd. Want dit boek is al meer dan 10 jaar oud en is niets anders dan een mijlpaal, een must-have, óók voor degenen die strips normaliter ontwijken.

Chris Ware: zelfportret

Chris Ware: zelfportret

Vanaf 1993 en met onregelmatige tussenpozen verschenen in Amerika over een periode van zeven jaar de losse deeltjes van Jimmy Corrigan. En even langzaam groeide de schare bewonderaars. Want wat hier werd afgeleverd was uniek. Tussen het gestileerde geweld van de superhelden en de krasserige anarchistische independent comics, lag er plotseling een superstrak getekend verhaal in heldere kleuren.

Toen alle deeltjes in 2000 gebundeld werden tot één kloek boekwerk werd het pas goed duidelijk hoe omvangrijk Wares arbeid was geweest. Ieder detail, van de lettering tot aan de inkleuring, van de fake-advertenties tot de ellenlange ironische teksten op de schutbladen kwamen van de hand van Chris Ware zelf. Waarmee Jimmy Corrigan, de slimste jongen ter wereld, meer werd dan alleen een boek: het was niets minder dan een kunstwerk.

~

Schlemiel
Jimmy Corrigan is slechts in gedachten het slimste jochie op aarde. In werkelijkheid is het een treurige antiheld. Hij is een anonieme kantoorslaaf zonder sociaal leven, maar met een levendige fantasie. Jimmy is zelfs zo’n schlemiel dat ook zijn fantasieën regelmatig in de soep lopen. Superman kan helemaal niet vliegen en valt te pletter van het dak, bijvoorbeeld. In de grauwe werkelijkheid vermaakt hij zich door in het park de dialoog tussen twee verliefden op te nemen, om die thuis weer af te luisteren en ze vervolgens vreugdeloos uit te lachen.

De rode draad van het boek is het bezoek dat Jimmy brengt aan zijn vader die hij al jaren niet meer heeft gezien. De ongemakkelijke ontmoeting wordt in lange scènes pijnlijk nauwkeurig neergezet. Tussendoor vertelt Ware ook nog het verhaal over de kindertijd van Jimmy’s grootvader. Die gaat gebukt onder een hardhandige vader en is al net zo timide als de huidige Jimmy. Eigenlijk bestaat de hele mannelijke lijn van de Corrigans uit mislukkelingen, zoals vele flashbacks van Jimmy genadeloos laten zien.

~

Bouwplaten
Zeker, Jimmy Corrigan zit vol eenzaamheid, weltschmerz, melancholie. De humor is wrang en gitzwart. Toch valt er enorm van dit boek te genieten. Want wat dit boek meesterlijk maakt is niet wat Ware vertelt, maar wel hoe hij het vertelt. Ware bouwt ieder plaatje op uit heldere lijnen en strakke vormen, om ze vervolgens te vullen met egale kleuren. Hij maakt gebruikt van diagrammen, bouwplaten en ouderwetse logo’s. Soms gebruikt hij één groot plaatje waarin talloze details bij elkaar een eigen verhaal vertellen, een andere keer tekent hij een hele rits kleine plaatjes die als een tekenfilm slechts summier van elkaar verschillen.

Jimmy Corrigan wordt daarmee een ontdekkingstocht die op iedere bladzijde spannend blijft en nooit verveelt. Een hoogtepunt van grafisch design. Strakke vormen in een speels totaalbeeld. Het is ook niet voor niets dat het verhaal van Jimmy’s grootvader zich afspeelt tegen de achtergrond van de Chigaco’s wereldtentoonstelling van 1893. Het biedt Ware de mogelijkheid de kijker te trakteren op de grootste architectuur uit die tijd. Ondertussen bouwt hij een epos dat toch heel persoonlijk en klein blijft.

Jimmy Corrigan is geen gemakkelijk boek, maar wie die moeite neemt en bereid is om in Wares wereld onder te duiken, zal beloond worden met een ervaring die nergens mee valt te vergelijken. Jimmy Corrigan is namelijk niets minder dan de belichaming van de perfecte grafische roman.