Tag Archief van: landscape

8weekly_wereldmuziekupdate_vol1
Muziek / Album

Wereldmuziek update – volume 1: Melingo, Leyla McCalla & Paolo Fresu

recensie: Uiteenlopende stijlen verenigd
8weekly_wereldmuziekupdate_vol1

De tijd is rijp om ook over wereldmuziek een serie artikelen te gaan schrijven. In dit eerste deel aandacht voor drie uiteenlopende stijlen. Zo komt het nieuwe tango-album van Melingo langs om vervolgens een celliste aan het werk te horen, terwijl we ook stilstaan bij het album van Fresu met piano en trompet.

Eigenlijk is de term ‘wereldmuziek’ een vreemd verschijnsel: het is een verzamelnaam van muziek die niet echt in een hokje past. Muziek die nu onder de wereldmuziek geschaard wordt, kan over een paar jaar behoren tot de reguliere muziek als de aandacht van de consument verschuift. Een reeks onder deze titel starten is daarom gewaagd. Er zal in ieder geval muziek besproken worden die uit alle windstreken kan komen en die de wereld in beweging zet.

Een diaspora

Mede omdat ik Melingo ooit live aan het werk zag keek ik reikhalzend uit naar zijn nieuwe aangekondigde album. Gelukkig is Anda opnieuw het wachten meer dan waard. Wie zich verdiept in de oorsprong van dit nieuwe werk, moet concluderen dat Melingo bij sommige liedjes heel ver terug in de tijd gaat. Het oudste stuk is van Erik Satie en dateert uit 1892. Slechts drie composities zijn van de hand van Melingo zelf en hebben een oorsprong die zodoende een stuk dichterbij ligt.

Melingo heeft met dit album een diaspora in twee aktes gemaakt over de verspreiding van de tango over de hele wereld. Een verhaal dat in muziek verteld wordt en waarbij we de tango tegenkomen in Japan en in China. Die uitleg staat op de eerste pagina’s van het tekstboekje. Ook zonder de uitleg is Anda prima te luisteren. Alleen het laatste nummer valt bij elke draaibeurt in de categorie ‘onbegrijpelijk’. De kakofonie die Melingo in ‘Anda simultanceo’ laat horen, doet afbreuk aan het verder zo fijn klinkende album, waarin de meester van de tango opnieuw steeds weer andere wendingen laat horen van deze muziek. Dit zesde album in twintig jaar laat horen dat de tango nog steeds een uitdaging is voor Daniel Melingo.

 

Muziek met een boodschap

Haar eerste album leek een tussendoortje omdat haar band Carolina Chocolate Drops even in pauze stand stond. Drie jaar na dat eerste soloalbum Vari-Colored Songs komt McCalla met een opvolger die duidelijk maakt dat het misschien niet zomaar een tussendoortje was, maar dat deze celliste en zangeres ook een serieuze solocarrière ambieert naast het groepswerk. Het nieuwe album draagt de titel A Day for the Hunter, A Day for the Prey en is qua sfeer uit hetzelfde hout gesneden als haar eerste album. Deze keer is het thema de vermenging van muziek, macht en politiek in Haïti. McCalla maakt het ons niet gemakkelijk als je dat zo leest. Zeker als je dan ook nog teksten hoort in het Engels, Frans en Haïtiaans Creools, ofwel in het Putua, zoals de bijgeleverde releasesheet mij weet te vertellen.

Gelukkig spreekt de muziek zelf ook een ontspannen en boeiende taal. Wie zonder de bijgeleverde informatie luistert naar het album zal daar ook veel plezier van beleven. Wie met meer aandacht luistert ontdekt de diepere gronden die heel mooi zijn om te weten. McCalla speelt zelf cello, banjo en gitaar en laat zich begeleiden door een flinke groep muzikanten, die het muzikale pallet fraai kleuren met fi-fer, viola, bas en sousafoon. Een bijzondere samenstelling voor niet-alledaagse muziek die de luisteraar uitdaagt om een stapje verder, dieper en opener te luisteren naar wat McCalla ten gehore brengt. Wie die moeite doet, zal een prachtige luisterervaring beleven.

 

Onherkenbare covers

Het album Eros van Paolo Fresu & Omar Sosa is uit een heel fijn hout gesneden. Het wereldse karakter van dit album blijkt al uit het feit dat de muzikanten uit vele windstreken komen. Fresu is een uit Italië afkomstige trompettist en hij speelt samen met de Cubaanse pianist Sosa. Bovendien worden de artiesten ook nog bijgestaan door de Marokkaans-Belgische zangeres Natacha Atlas en de Braziliaanse cellist Jaques Morelenbaum. Een strijkkwartet maakt de bezetting compleet.

We horen bijzondere bewerkingen van soms bekende composities. Het album heeft hierdoor behoorlijk wat draaibeurten nodig om de schoonheid van de bewerkingen tot leven te laten komen. Zo opent het album met ‘Teardrops’ dat origineel van Massive Attack is, maar wat in de Arabische bewerking nog nauwelijks herkenbaar is. Ook een compositie van Peter Gabriel, ‘What Lies Ahead’, krijgt een bewerking die de track niet als een Gabriel-nummer doet herkennen. Het album kent verder over het algemeen een heel rustige sfeer waardoor het prima past bij een hete zomerdag of bij een late avond in de schemering. Of zou dat ook komen door de titel van het album: Eros?

 

8weekly_wereldmuziekupdate_vol1
Muziek / Album

Wereldmuziek update – volume 1: Melingo, Leyla McCalla & Paolo Fresu

recensie: Uiteenlopende stijlen verenigd
8weekly_wereldmuziekupdate_vol1

De tijd is rijp om ook over wereldmuziek een serie artikelen te gaan schrijven. In dit eerste deel aandacht voor drie uiteenlopende stijlen. Zo komt het nieuwe tango-album van Melingo langs om vervolgens een celliste aan het werk te horen, terwijl we ook stilstaan bij het album van Fresu met piano en trompet.

Eigenlijk is de term ‘wereldmuziek’ een vreemd verschijnsel: het is een verzamelnaam van muziek die niet echt in een hokje past. Muziek die nu onder de wereldmuziek geschaard wordt, kan over een paar jaar behoren tot de reguliere muziek als de aandacht van de consument verschuift. Een reeks onder deze titel starten is daarom gewaagd. Er zal in ieder geval muziek besproken worden die uit alle windstreken kan komen en die de wereld in beweging zet.

Een diaspora

Mede omdat ik Melingo ooit live aan het werk zag keek ik reikhalzend uit naar zijn nieuwe aangekondigde album. Gelukkig is Anda opnieuw het wachten meer dan waard. Wie zich verdiept in de oorsprong van dit nieuwe werk, moet concluderen dat Melingo bij sommige liedjes heel ver terug in de tijd gaat. Het oudste stuk is van Erik Satie en dateert uit 1892. Slechts drie composities zijn van de hand van Melingo zelf en hebben een oorsprong die zodoende een stuk dichterbij ligt.

Melingo heeft met dit album een diaspora in twee aktes gemaakt over de verspreiding van de tango over de hele wereld. Een verhaal dat in muziek verteld wordt en waarbij we de tango tegenkomen in Japan en in China. Die uitleg staat op de eerste pagina’s van het tekstboekje. Ook zonder de uitleg is Anda prima te luisteren. Alleen het laatste nummer valt bij elke draaibeurt in de categorie ‘onbegrijpelijk’. De kakofonie die Melingo in ‘Anda simultanceo’ laat horen, doet afbreuk aan het verder zo fijn klinkende album, waarin de meester van de tango opnieuw steeds weer andere wendingen laat horen van deze muziek. Dit zesde album in twintig jaar laat horen dat de tango nog steeds een uitdaging is voor Daniel Melingo.

 

Muziek met een boodschap

Haar eerste album leek een tussendoortje omdat haar band Carolina Chocolate Drops even in pauze stand stond. Drie jaar na dat eerste soloalbum Vari-Colored Songs komt McCalla met een opvolger die duidelijk maakt dat het misschien niet zomaar een tussendoortje was, maar dat deze celliste en zangeres ook een serieuze solocarrière ambieert naast het groepswerk. Het nieuwe album draagt de titel A Day for the Hunter, A Day for the Prey en is qua sfeer uit hetzelfde hout gesneden als haar eerste album. Deze keer is het thema de vermenging van muziek, macht en politiek in Haïti. McCalla maakt het ons niet gemakkelijk als je dat zo leest. Zeker als je dan ook nog teksten hoort in het Engels, Frans en Haïtiaans Creools, ofwel in het Putua, zoals de bijgeleverde releasesheet mij weet te vertellen.

Gelukkig spreekt de muziek zelf ook een ontspannen en boeiende taal. Wie zonder de bijgeleverde informatie luistert naar het album zal daar ook veel plezier van beleven. Wie met meer aandacht luistert ontdekt de diepere gronden die heel mooi zijn om te weten. McCalla speelt zelf cello, banjo en gitaar en laat zich begeleiden door een flinke groep muzikanten, die het muzikale pallet fraai kleuren met fi-fer, viola, bas en sousafoon. Een bijzondere samenstelling voor niet-alledaagse muziek die de luisteraar uitdaagt om een stapje verder, dieper en opener te luisteren naar wat McCalla ten gehore brengt. Wie die moeite doet, zal een prachtige luisterervaring beleven.

 

Onherkenbare covers

Het album Eros van Paolo Fresu & Omar Sosa is uit een heel fijn hout gesneden. Het wereldse karakter van dit album blijkt al uit het feit dat de muzikanten uit vele windstreken komen. Fresu is een uit Italië afkomstige trompettist en hij speelt samen met de Cubaanse pianist Sosa. Bovendien worden de artiesten ook nog bijgestaan door de Marokkaans-Belgische zangeres Natacha Atlas en de Braziliaanse cellist Jaques Morelenbaum. Een strijkkwartet maakt de bezetting compleet.

We horen bijzondere bewerkingen van soms bekende composities. Het album heeft hierdoor behoorlijk wat draaibeurten nodig om de schoonheid van de bewerkingen tot leven te laten komen. Zo opent het album met ‘Teardrops’ dat origineel van Massive Attack is, maar wat in de Arabische bewerking nog nauwelijks herkenbaar is. Ook een compositie van Peter Gabriel, ‘What Lies Ahead’, krijgt een bewerking die de track niet als een Gabriel-nummer doet herkennen. Het album kent verder over het algemeen een heel rustige sfeer waardoor het prima past bij een hete zomerdag of bij een late avond in de schemering. Of zou dat ook komen door de titel van het album: Eros?

 

Nooteboom - Monniksoog - uitgelichte afbeelding van waddeneiland
Boeken / Poezie

Het poëtische oog van Cees Nooteboom

recensie: Cees Nooteboom - Monniksoog
Nooteboom - Monniksoog - uitgelichte afbeelding van waddeneiland

Er verschenen dit jaar niet één, maar twee boeken van Cees Nooteboom. Naast de roman 533. Een dagenboek publiceerde hij ook de poëziebundel Monniksoog. Hier zien we Nooteboom op z’n best.

Monniksoog valt te lezen als 33 losse, maar samenhangende gedichten, of als één langere meditatie. Zoals alles in deze bundel, of eigenlijk zoals alles in het werk van Cees Nooteboom, lijkt een simpel gegeven als het aantal gedichten in een bundel vol betekenis. 33 gedichten, één meditatie, het ‘monnik’ in de titel: de christelijke symboliek is overduidelijk. Moeten we hier aan Jezus denken?

De stilte van het strand

Monniksoog is geschreven op of in ieder geval over het eiland Schiermonnikoog. Over de stilte van het strand, over wind en water, de herinnering aan vroeger en zij die nu overleden zijn: onderwerpen waar Cees Nooteboom vertrouwd mee is, waarvan zijn oeuvre doordesemd is en waar hij met schijnbaar simpel gemak de diepste wijsheden uit weet te putten. Hij tovert archetypen tevoorschijn, brengt situaties en gebeurtenissen terug tot een compacte kern, om die kern vervolgens open te trekken.

Dit is een hecht gecomponeerde bundel. Elk gedicht, behalve het laatste, bestaat uit dezelfde structuur: drie kwatrijnen, afgesloten door een halve regel. Van een specifiek rijm is niet echt sprake, zinnen lijken her en der ook redelijk willekeurig afgebroken. Daarmee lijkt het op het proza in 533, dat ook het midden uit tussen roman, prozagedicht en autobiografie.

Orion

Alleen het laatste gedicht, nummer 33, wijkt af. Het begint met een sfeerschets, ‘Nacht aan zee. Maan op de vlucht, / een geliefde in flarden.’ Een je wordt aangesproken, uit wiens jeugd twee vrouwen aangelopen komen, ‘ze horen bij je geheim’. Nooteboom spreekt zijn vroegere ik toe, misschien. Orion, het naar de mythische Griekse jager vernoemde sterrenbeeld, komt langs: hij is ‘je vriend in dit enige / bestaan’. Met drie keer de regel ‘Het geruis van de zee’ sluit dit gedicht af, en daarmee Monniksoog.

Wat gebeurt er in dit gedicht? Het idee van een verbeeld verleden dringt zich op: jeugd, geheimen, alsof de geschiedenis van de spreker op het strand tot leven komt en aan zijn geestesoog voorbijtrekt. Pijnlijk. Wat overblijft, of misschien is het juist de achtergrond bij dit soort mijmeringen, is de zee. De zee omringt het eiland, elk eiland, en het eeuwige komen en gaan van eb en vloed is een prachtig contrast met menselijk navelstaren. Een melancholisch einde voor een prachtige bundel.

Vooral een dichter

Is Monniksoog een christelijke bundel? Het is Cees Nootebooms gave dat hij zo goed schrijft dat dat gegeven er tegelijkertijd wel en niet toedoet. Nooteboom is vooral bekend als schrijver van romans en reisverhalen, maar is misschien bovenal een dichter. Zijn poëtisch oog is nergens beter zichtbaar dan in Monniksoog.

Martijn en Tokmetzis - Je hebt wel iets te verbergen - uitgelichte afbeelding met toetsenbord
Boeken / Non-fictie

Wij hebben veel te beschermen

recensie: Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis – Je hebt wél iets te verbergen
Martijn en Tokmetzis - Je hebt wel iets te verbergen - uitgelichte afbeelding met toetsenbord

In Je hebt wél iets te verbergen onderzoeken journalisten Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis hoe het gesteld is met onze privacy. Hun bevindingen zijn zorgwekkend. Overal waar we online zijn worden we door onzichtbare partijen gevolgd.

Sinds de onthulling van Edward Snowden dat de Amerikaanse geheime dienst NSA wereldwijd burgers bespioneert is het debat over privacy aangewakkerd. De NSA luistert grootscheeps nietsvermoedende en willekeurige burgers af, óók in Nederland. Met de opkomst van het grootschalige gebruik van internet, computers, tablets en smartphones rijst de vraag: wie kijkt en luistert er mee als wij surfen, appen, mailen en bellen? En wat gebeurt er met deze informatie?

Een kijkje onder de motorkap

Martijn en Tokmetzis beginnen hun zoektocht bij die apparaten die wij allemaal en vaak dagelijks gebruiken: de smartphone en de laptop. ‘Als we surfen en browsen zijn we geneigd ons alleen en onbespied te wanen.’ Dit blijkt onterecht. Alleen al het openen van een app op je smartphone of het bezoeken van een website zet tientallen radertjes in werking. Eén klik en er wordt contact gelegd met servers van bedrijven over de hele wereld. Jouw informatie wordt binnen enkele seconden door al deze bedrijven geanalyseerd. Informatie over waar je bent, welk apparaat je gebruikt en welke websites je eerder hebt bezocht. In de milliseconden die daarop volgen bieden deze bedrijven op jou, dit heet ‘realtime bidding’. De winnaar van de veiling mag een advertentie plaatsen in jouw browser of in de app die je geopend hebt. Zo worden we online continu gevolgd door voor ons onbekende bedrijven die van alles over ons te weten komen.

Zij zien ons, wij zien hen niet. De smartphone blijkt een glimmend surveillanceapparaat waar je toevallig óók mee kunt bellen en appen.

De eenvoud van het hacken

Martijn en Tokmetzis laten zien hoe onveilig het gebruiken van een openbaar wifinetwerk is. Beide schrijvers zijn geen ICT-expert, maar toch hebben zij binnen een dag geleerd hoe je andermans laptop en smartphone kunt binnendringen. Van alle klanten in de koffiezaak waar ze hun experiment uitvoeren zien ze welke website ze bezoeken, welke apps ze gebruiken en komen ze achter uitgebreide persoonlijke informatie van deze mensen. Deze ontdekking is verontrustend; als Martijn en Tokmetzis het kunnen, kan iedereen het.

Ook lukt het de schrijvers om binnen korte tijd beveiligingscamera’s, printers en externe harde schijven te hacken. Ze kijken mee bij mensen thuis, kunnen via draadloze printers andermans netwerk binnendringen en op harde schijven kunnen ze bij zeer persoonlijke gegevens zoals scans van diploma’s, paspoorten en vakantiefoto’s. Als lezer houd je je adem in en kun je niet anders dan een beklemmend gevoel krijgen wanneer je even je smartphone pakt om iets op te zoeken, een appje te sturen of Facebook te checken. Martijn en Tokmetzis laten zien dat dit geen ver-van-mijn-bed-show is. Het gaat om ons, zonder dat wij ons daarvan bewust zijn. Precies dáárdoor is het boek razend interessant, maar bezorgt het je tegelijkertijd de rillingen.

De privacyparadox

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel mensen zich zorgen maken om hun privacy. Toch gaan we allemaal door met het blootgeven van onze gegevens via de apparaten die we gebruiken. Dit is wat experts de privacyparadox noemen: privacy belangrijk vinden maar er niet of nauwelijks naar handelen. Wanneer een bedrijf als Facebook – met miljoenen gebruikers wereldwijd – zijn voorwaarden verandert, ontstaat grote bezorgdheid. Vervolgens gebeurt daar niets mee en blijven we met zijn allen liken en klikken op Facebook.

Dit heeft volgens Martijn en Tokmetzis twee oorzaken. De eerste verklaring voor de privacyparadox is berusting: we accepteren iets wat we eigenlijk niet willen, maar wat onvermijdelijk is. We weten dat onze privacy geschonden wordt, maar zien geen manier om hieraan te ontkomen. We leggen ons er simpelweg bij neer. De tweede verklaring is een gebrek aan informatie. Het is als gebruiker in de meeste gevallen onmogelijk om te achterhalen wat er precies met jouw gegevens gebeurt. Als burger heb je volgens de wet het recht te weten wat er met jouw informatie wordt gedaan, maar bedrijven geven die informatie niet wanneer je ernaar vraagt. Bovendien weten bedrijven zelf vaak ook niet eens exact wat er verzameld wordt en welke partijen hier iets mee doen.

Het belang van privacy

Niet alleen bedrijven, maar ook overheidsinstanties verzamelen informatie die we over onszelf prijsgeven. Informatie die we vinden via Google is op onze persoonlijkheid afgestemd, en dus niet objectief. ‘We hebben de neiging om de voorgeschotelde informatie van platforms als Google en Facebook als neutraal te beschouwen.’ Dat dit niet zo is, baart zorgen. Het beeld dat wij ons vormen van de werkelijkheid wordt mede gevormd door wat bedrijven en overheden doen met onze gegevens. Des te meer wordt de waarde van onze privacy duidelijk.

Martijn en Tokmetzis stellen dat privacy gezien moet worden als een voorwaarde voor andere waarden. Pas wanneer we privacy genieten kunnen we als autonoom subject zélf keuzes maken en ons een onbevooroordeeld beeld van de wereld vormen. Dit is onontbeerlijk voor een democratische samenleving. Wanneer we niet langer vrij kunnen oordelen zijn we geen autonome subjecten meer, en wordt de democratie uitgehold. ‘Privacy is essentieel voor een gezond democratisch debat.’ Vandaar ook dat het van groot belang is dat mensen hun privacy op waarde schatten. Het lezen van dit boek is een goede eerste stap om meer inzicht te verkrijgen in de betekenis van privacy en in de manieren waarop die momenteel geschonden wordt.

Theater / Voorstelling

De hel van het huwelijk

recensie: Theater Utrecht - La Musica 2

Hoewel de toneeltekst soms erg onverwachts overschakelt naar filosofische vraagstukken en daardoor de kwetsbaarheid van de personages belemmert, is La Musica 2 een intrigerend stuk over een stukgelopen liefde.

la-musica-2_theater-utrecht_foto-roel-van-berckelaer-1409-grDe spanning zit er vanaf het begin goed in, zelfs als je al weet dat La Musica 2 over een recent gescheiden koppel gaat. We zien een man (Peter Blok) aan de telefoon met zijn vriendin (de stem van Karina Smulders). Hij zegt dat ‘het’ voorbij is en dat hij niet weet waar ‘ze’ verblijft. Hij ergert zich steeds meer aan de intieme vragen die zijn vriendin stelt en hangt vervolgens op. Dan komt ‘ze’ binnen: zijn ex (Ariane Schluter), en weet je dat de vork heel anders in de steel zit dan de man zojuist tegen zijn vriendin heeft beweerd.

De hotellobby als louteringsberg

Liegen en verzwijgen – daar gaat het in La Musica 2 vaak over. Het stuk van Marguerite Duras speelt zich af in de lobby van het hotel waar het ex-koppel ooit maanden heeft gewoond, toen het nog goed ging tussen hen en ze niet in het huis woonden waarin uiteindelijk ‘de hel’ losbarstte. la-musica-2_theater-utrecht_foto-roel-van-berckelaer-1902-grNu, jaren later, op de dag van de scheiding, zien ze elkaar weer om zich te zuiveren van alle fouten uit hun verleden. Die lobby is overigens niet de gezellige lobby zoals je zou verwachten. We zien enkel het karkas: een grote kale ruimte met een kroonluchter, een blikjesautomaat en het hokje van de receptie, waarin het Rosa Ensemble voor de muzikale begeleiding zorgt.

Aanvankelijk houden de personages zich groot tegenover elkaar. Elke keer wanneer het een van hen te confronterend wordt, vlucht diegene naar het einde van de ruimte om de afstand tot de ander te bewaken. Hierdoor komt de onderlinge spanning sterk naar voren. Die spanning wordt door het Rosa Ensemble des te intenser, niet alleen vanwege de filmische muziek met hier en daar een onheilspellende ondertoon, maar ook omdat de muzikanten het erg gezellig hebben in hun hokje. Zij zitten veilig en lachen met elkaar, terwijl het oud-koppel daarbuiten de laatste strijd van het huwelijk voert.

Kwetsbaarheid versus filosofische one-liner

la-musica-2_theater-utrecht_foto-roel-van-berckelaer-1363-grGaandeweg komen de man en de vrouw steeds meer tot elkaar en biechten ze alle verdriet en frustraties uit het verleden op. Een mooi moment is wanneer de man bekent dat hij zijn ex ooit een week lang elke dag heeft gevolgd. Zonder hem iets te zeggen ging ze naar de film, het casino, de bar, en ga maar door. Ze bevonden zich toen fysiek in dezelfde ruimte, maar waren emotioneel mijlenver van elkaar verwijderd. Dit heeft Duras subtiel aan hun huidige situatie van het tweetal gekoppeld.

Op zulke intieme momenten is het stuk op z’n best. Dat komt ook door het gevarieerde en natuurlijke acteerwerk van Blok en Schluter. Ze durven kwetsbaar te zijn, zoeken naar woorden, verliezen soms hun beheersing, maar tonen in alles dat ze altijd, hetzij tegen wil en dank, van elkaar zullen houden. De enige valkuil is dat Duras deze intieme momenten regelmatig erg onverwacht afwisselt met filosofische, bijna existentialistische vraagstukken. Dit resulteert eerder in expliciete one-liners over de liefde en doet de geloofwaardigheid en kwetsbaarheid van de personages meer onrecht aan, dan dat het de tragiek intensiveert. Gelukkig lukt het Blok en Schluter om met hun natuurlijke acteerspel deze schade enigszins te beperken. Zodoende weet La Musica 2 je alsnog te intrigeren.

Boeken / Fictie

Het graf van de duivel

recensie: Vrouwkje Tuinman - Afscheidstournee

Als de jonge Achille zijn overleden vader, de wereldberoemde violist Nicolò Paganini, wil begraven, blijkt de duistere reputatie van de musicus dit onmogelijk te maken. Vrouwkje Tuinman weet met Afscheidstournee de geschiedenis van een verstoorde familie in een roman te vatten.

Het blijft een fenomeen in de muziekgeschiedenis: de magistrale violist en componist Nicolò Paganini (1782-1840). Zijn muziek, zijn vioolspel en zijn voorkomen maakten hem populair tot ver over de Italiaanse grenzen. Met een goed gevoel voor marketing en niet vies van enig effectbejag wist hij zijn imago als ‘duivelskunstenaar’ tot in detail uit te venten. Dat heeft hem tijdens zijn leven geen windeieren gelegd, maar zorgde na zijn dood voor veel tegenwerking.

Duivelsgebroed

Met dat gegeven gaat Vrouwkje Tuinman aan de slag. Ze maakt de puberzoon van Nicolò tot hoofdpersoon en laat deze Achille vertellen over zijn worsteling om zijn vader een passende begrafenis te geven. De instanties – lees De Kerk – staan dit niet toe. Paganini was geen praktiserend katholiek, heeft de laatste sacramenten aan zijn sterfbed geweigerd en staat alom bekend als verbeelding van de duivel. Het gesleep met de doodskist van zijn vader, met de erfenis van zijn vader, is letterlijk en figuurlijk de ballast die Achille met zich mee zal moeten dragen.

Tuinman weet een pakkend verhaal op te starten. Ze verbindt de feiten die bekend zijn uit de Paganini-geschiedenis met een flinke dosis fantasie en komt zo tot een nieuwe, geheel eigen compositie. Na jaren van omzwervingen, waarbij de kist op veel geheime plekken wordt gestald, strijkt Achille met zijn jonge vrouw Paolina neer op het door de componist nagelaten landgoed Gaione in de buurt van Parma. Hier wordt de kwestie om een eervolle begrafenis met een gepast monument te kunnen verzorgen, na nog wat geharrewar met de plaatselijke clerus, min of meer naar de achtergrond geschoven.

Bijenhouderij

Wat volgt is een vrij prozaïsch relaas over de wederwaardigheden van de familie dat door de schrijfster wordt uitgesmeerd over komende generaties. Achille en Paolina krijgen een reeks kinderen die allen op hun eigen manier met de erfenis van de grote violist te maken hebben. De een groeit op als bevlogen musicus, de ander beheert de muzikale nalatenschap van grootvader en een derde ontpopt zich als zakenman die op slimme wijze munt uit de situatie weet te slaan. De kern van het verhaal blijft echter Achille, de zoon die nooit zal loskomen van zijn vader en zijn eigen identiteit altijd heeft gevormd naar diens overweldigende aanwezigheid.

In het verloop van Afscheidstournee blijft continue het gevoel overheersen dat de achterliggende geschiedenis van de musicus Paganini vele malen interessanter is dan het geconstrueerde verhaal over zijn nazaten. Tuinman heeft veel ‘omgeving’ nodig om tot een substantieel verhaal te komen: de geest van Paganini blijft aandringen, terwijl de schrijfster zich uitentreuren bezighoudt met de ziekelijke moeder van Achille, zijn nuchtere halfzusje en het wel en wee van zijn kinderen. Dat Achille zijn tijdverdrijf in de bijenhouderij zoekt – mede om zijn vaders kist onzichtbaar te kunnen verbergen – is een aardige metafoor voor de overgang van het leven in de dood, maar blijft tegelijkertijd iets geforceerds houden.

Uiteindelijk komt het goed met het graf van Nicolò Paganini. ‘Het kleine beetje dat er nog van zijn vader over was, verdiende het in alle openheid te worden geprezen, in plaats van verketterd.’ De zoon, die zichzelf wegcijferde voor de zielenrust van zijn vader, is door Vrouwkje Tuinman op enigszins wijdlopige manier aan de vergetelheid onttrokken.

Van Hall - Ot en Sien
Kunst / Kunstboek

Het onvoltooide leven van Frits van Hall

recensie: Frits van Hall (1899 - 1945) - Beeldhouwer van de gereserveerde gratie
Van Hall - Ot en Sien

Op dit moment presenteert Museum Beelden aan Zee een kleine intieme tentoonstelling van de tamelijk onbekende beeldhouwer Frits van Hall. Deze tentoonstelling valt samen met het verschijnen van zijn eerste monografie met de titel: Frits van Hall (1899-1945) – Beeldhouwer van de gereserveerde gratie. Is deze aandacht meer dan zeventig jaar na zijn dood wel terecht?

De monografie van Van Hall is een gedegen wetenschappelijk werk. Het is opgebouwd uit een voorwoord, gevolgd door hoofdstukken over zijn beeldhouwwerk, zijn tekenwerk en leven. Verder is de monografie voorzien van vele afbeeldingen en een uitgebreid notenapparaat. De tekst leest echter niet lekker weg, maar de vraag kan worden gesteld of dat niet inherent is aan een wetenschappelijk werk.

Prix de Rome

Laatst bekende portretfoto van Frits van Hall. © Museum Beelden aan Zee

Laatst bekende portretfoto van Frits van Hall. © Museum Beelden aan Zee

Frits van Hall werd in 1899 op Java in het voormalig Nederlands Indië geboren. In 1905 keerde hij met zijn familie terug naar Nederland. Van 1918 tot 1923 studeerde hij beeldhouwkunst aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Zijn leermeester was Jan Bronner (1881-1972). Kort na zijn afstuderen won hij de gouden medaille van de Prix de Rome in de categorie beeldhouwkunst, een aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars. Hij won de eindronde met het beeld Samson in de Tempel (1923). Die aanmoedigingsprijs hield ook een geldbedrag in, waardoor de kunstenaar zich internationaal kon ontwikkelen. Dit besloeg een periode van vier jaar, waarbij de kunstenaar verplicht was om regelmatig bewijsstukken van zijn kunnen naar Nederland te sturen. Van Hall vertrok naar Rome en vervolgens naar Anticoli Corrado (provincie van Rome), waar een tijd van experimenteren voor hem aanbrak. In 1924 vertrok Van Hall naar Frankrijk, waar hij voornamelijk werkte aan opdrachten voor de Prix de Rome.

Opdrachten

Ad Windig Van Hall werkend aan het gipsmodel voor het beeld van de Rijksverzekeringsbank 1941-1942 Maria Austria Instituut Amsterdam. © Museum Beelden aan Zee

Ad Windig, Van Hall werkend aan het gipsmodel voor het beeld van de Rijksverzekeringsbank, 1941-1942, Maria Austria Instituut, Amsterdam. © Museum Beelden aan Zee

Het jaar 1927 betekende een keerpunt voor Van Hall. Teruggekeerd in Nederland, moest hij vanaf dit moment opdrachten zien te krijgen, om zijn gezin (hij was in 1924 getrouwd met kunstenares Jeanne Brandsma en had een dochtertje) te onderhouden. Zijn eerste opdracht kwam van de Rijksakademie in Amsterdam. Daarvoor maakte hij de gevelversiering; twee in koper gedreven reliëfs. Daarna volgden kleine publieke opdrachten; een granieten monumentje Ot en Sien (1930) in Den Haag voor de pedagoog Jan Ligthart, Dans (1928) en Meisje met hond, poes, vogel en bloemtuiltje (1931), in opdracht van de gemeente Amsterdam. Deze kleine publieke werken komen nogal zoet en lief over.

In de jaren dertig verwierf Van Hall – samen met architecten – ook monumentale opdrachten. Om er een paar te noemen: het bordeshek van het Enschedese raadhuis (1933), het Van Heutsz-monument (1935) in Amsterdam en het Moerdijk-monument (1937). In de monografie worden al zijn monumentale werken – ook de niet uitgevoerde – uitgebreid besproken. Niet alleen de thematiek en de stijl, maar ook de strijd rondom de werken komt aan bod.

Gereserveerde gratie

Frits van Hall

Frits van Hall werkend in zijn atelier, 1942. © Erven Frits van Hall

Van Hall wordt de ‘beeldhouwer van de gereserveerde gratie’ genoemd. Waarom? In de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd de beeldhouwkunst gedomineerd door twee stromingen: het Expressionisme en het Classicisme. Van Hall behoorde bij geen van beide. Zijn stijl vertoont een mengeling van classicisme en de verfijnde en sierlijke kunst van het Verre Oosten, het meest opvallend in het Van Heutsz-monument.

Naast grote werken vervaardigde Van Hall in de jaren dertig tal van kleine sculpturen en reliëfs uitgevoerd in klei, terracotta, hout, brons, steen, gips, gedreven koper en zilver. Hoewel veel van dit werk verloren is gegaan is het Museum Beelden aan Zee toch gelukt een kleine intieme expositie samen te stellen. Hier komt de ‘gereserveerde gratie’ duidelijk tot haar recht. Toch zegt de tentoonstelling op zich weinig over deze veelzijdige kunstenaar, mits je de monografie leest.

Helaas was Van Hall een kort leven beschoren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde hij, als communist, een actieve rol in het kunstenaarsverzet. Hij werd in 1943 gearresteerd en opgesloten in Kamp Vught, waar hij in eerste instantie nog kon werken. Vervolgens werd hij gedeporteerd naar het concentratiekamp Dachau en later naar Auschwitz. Hij werd op 18 januari 1945, na de ontruiming van Auschwitz, tijdens de dodenmars langs de weg gefusilleerd bij Gleiwitz in Polen.

Dat er nu hernieuwde aandacht voor deze kunstenaar is, is volkomen verdiend. De monografie laat Van Hall zien als zeer veelzijdig en veelbelovend. Als hij niet zo vroeg uit het leven was gerukt, was hij waarschijnlijk uitgegroeid tot een beter bekende beeldhouwer.

Monografie
Titel: Frits van Hall (1899-1945) – Beeldhouwer van de gereserveerde gratie
Auteurs: Frits Scholten, Didi van Suchtelen
Uitgever: Waanders uitgevers Zwolle
ISBN 9789462620957
Prijs: € 35,00.
Beoordeling: 3,5 sterren

Tentoonstelling
Frits van Hall – Gereserveerde gratie
Gezien in: Museum Beelden aan Zee, Den Haag
Nog te zien tot en met: 12 februari 2017
Beoordeling: 2,5 sterren

St. Tropez @ Mezz, Breda
Muziek / Concert

Clubtour St. Tropez, halte Mezz

recensie: Kort maar krachtige show
St. Tropez @ Mezz, Breda

Met het gelijknamige debuutalbum zijn de bandleden van St. Tropez begonnen aan een herstart in hun muzikale carrière. Het verleden is losgelaten om een compleet nieuwe weg in te slaan. Dat betekent echter niet dat zij zich daarom inhouden; de bandleden gedragen zich als een stel losgeslagen beesten op het podium.

Met een groot gapend gat voor het podium begint St. Tropez aan het optreden in de kleine zaal van Mezz in Breda. Alsof de band een enorme energiebubbel heeft gecreëerd waar het publiek bang voor lijkt te zijn. Het grootste deel van het publiek staat op een kluitje bij elkaar. Het hindert het spel van de band niet, maar het geheel is toch wat te passief wat de bandleden betreft.

Energiek interactief spel met publiek

Leadzanger en bassist Lars Kroon beklimt de bassdrum en springt daarna het publiek in om een moshpit op te stoken. Het is maar goed dat hij met een kabel nog verbonden is aan het podium, want door zijn energieke bewegingen lijkt hij bijna gedesoriënteerd te raken. Aan de gezichtsuitdrukkingen en gejoel te zien geniet het publiek van deze actie, maar zet de moshpit niet door nadat Kroon het podium weer opgeklommen is. Later onderbreekt hij ‘I Wanna Live In St. Tropez’ handig tijdens een break om het publiek aan te spreken. Er is nog steeds meer dan genoeg ruimte voor het podium om de mensen in het gedrang achterin ook meer ruimte te kunnen geven om te genieten van de show.

Op een enkeling na blijft het publiek redelijk rustig, zelfs tijdens de uptempo-nummers als ‘Las Vegas’, ‘Cut Me Loose’ en ‘I Don’t Wanna Be In Love’. Keer op keer zoeken de bandleden de interactie op terwijl de toeschouwers de zweet- en speekseldruppels over zich heen krijgen onder de rauwe uitspattingen in de zang en heftige gitaarlijnen in onder andere ‘Which Side Are You On’ en ‘Easy Jet’.

Nog niet uit gespeeld

Dat de bandleden van St. Tropez zich volledig hebben gemaakt van het verleden blijkt wel uit de relatief korte setlist, die bij elkaar nog geen uur duurt en alleen maar nieuw materiaal bevat. Dat was wel te verwachten, aangezien het enige materiaal van de band op het moment het debuutalbum is waar ook alle nummers van de eerder uitgebrachte EP op staan. Tegen het eind van de set verontschuldigt de band zich hier dan ook voor, maar besluit om het publiek toch nog een mooie toegift van twee covers te geven. Daarbij vragen ze of het voorprogramma, The Mighty Breaks, hen bijstaat. Een imposante vertoning om het hele podium in de kleine zaal van Mezz vol bandleden te zien staan terwijl de twee leadzangers duidelijk vermaakt door het publiek heen lopen.

De band speelt alleen muziek waar ze zelf helemaal achter staan. Succes is niet belangrijk, plezier des te meer, zelf als het publiek tam blijft zoals vanavond. Voor de band een geslaagd optreden, voor het publiek een mooie kennismaking met de hernieuwde stijl.

 

Live in Nederland:

30/12 Utrecht – ACU (ism EKKO)

14/01 Tilburg – Extase

20/01 Heerlen – Nieuwe Nor

27/01 Apeldoorn – Gigant

28/01 Rotterdam – V11

03/02 Gouda – So What!

04/02 Lierop – Nirwana

11/02 Nieuwendijk – Xinix

New York vanaf de Brooklyn Bridge
Boeken / Fictie

Sciencefiction of waarschuwing?

recensie: Lionel Shriver - De Mandibles
New York vanaf de Brooklyn Bridge

De Verenigde Staten, 2029. De dollar is gecrasht en de eens onaantastbare kapitalistische grootmacht reset haar volledige economie. Lionel Shriver schetst in haar nieuwste roman De Mandibles een huiveringwekkend toekomstbeeld van het moderne Amerika.

De Amerikaanse auteur en journaliste Lionel Shriver werd wereldberoemd met haar aangrijpende roman We moeten het even over Kevin hebben (2003), die een succesvolle verfilming opleverde en verhaalt over een jongen die op school een bloedbad aanricht. Shrivers nieuwste roman De Mandibles is zeker niet minder indrukwekkend dan haar debuut. Een familiekroniek tegen de achtergrond van een ineenstortende westerse samenleving.

Een welgestelde familie

Het boek verhaalt over de in New York gevestigde familie Mandible, die dankzij de stokoude pater familias Douglas over een groot fortuin beschikt. Wanneer de volledige Amerikaanse economie instort verdwijnt dit fortuin – en daarmee de zekerheid voor een toekomst in welvaren – als sneeuw voor de zon. De dollar is van de één op de andere dag niets meer waard. De Amerikanse president reset de volledige economie. Alle openstaande schulden worden per direct kwijtgescholden en al het goud in publiek bezit wordt geconfisqueerd door de staat. De familie Mandible moet zien te overleven. Om dat te bereiken blijken Douglas, zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen op elkaar aangewezen. In De Mandibles wordt deze familiegeschiedenis verteld vanuit het gezichtspunt van elk familielid, om beurten. Zo is het daadwerkelijk een familiekroniek, die alle kanten van deze heftige geschiedenis belicht.

Een mogelijke toekomst

De Franse econoom Thomas Piketty waarschuwt in zijn Kapitaal in de 21e eeuw (2013) voor een interne tegenstrijdigheid in het moderne kapitalisme, die ervoor zorgt dat het systeem vroeg of laat uit balans raakt en in crisis zal verkeren. Dat dit gebeurt – wanneer het systeem zich niet op tijd aanpast – staat volgens Piketty vast. De vragen wanneer dit zal gebeuren en hoe deze depressie eruit zal zien zijn nog onbeantwoord.

De Mandibles kan gelezen worden als een invulling van één van de mogelijke toekomsten van het moderne kapitalisme en dus als één van de mogelijke antwoorden op beide vragen. Deze crisis begint in 2029, over dertien jaar. En hoe ze eruit ziet? Het New York dat Shriver schetst is niet mals. Op een paar bijzonder vermogende mensen na heeft niemand meer geld om eten te kopen en zijn de supermarkten trouwens ook nagenoeg leeg. Door de grote inflatie zijn de eerste levensbehoeften peperduur geworden. De gelukkige die een eigen huis bezit, zoals Florance, de kleindochter van Douglas, zal dit moeten delen met behoeftige naasten. Elk recht op eigendom wordt betwijfelbaar wanneer armoede allesoverheersend wordt.

Kapitalismekritiek

Zo is De Mandibles een roman over het falende kapitalisme en over de impact die dat heeft op het leven van het individu. Maar tegelijkertijd is het óók een filosofische zoektocht naar begrippen die voor de moderne mens zo gewoon lijken, zoals waarde, eigendom en vrijheid. Shriver laat de lezer zien dat deze begrippen verbonden lijken te zijn met het hedendaagse kapitalistische discours en bovendien hoe deze begrippen een andere betekenis krijgen in het nieuwe paradigma dat door de crisis tot stand is gekomen.

Duurzaamheid van het succes

Volgens de evolutietheorie zullen die soorten overleven die zich het best weten aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Ook succesvolle rijken en samenlevingen die niet flexibel zijn en op tijd bijsturen raken in verval, zoals eens het Romeinse Rijk. Het kapitalistische Westen is al eeuwen ongelofelijk succesvol. In zijn vooruitstrevende drang naar groei is het vandaag de dag tot een geglobaliseerd systeem verworden dat de wereld vormgeeft. Maar hoe handelt dit systeem wanneer de omstandigheden onomkeerbaar veranderen?

Willing – de achterkleinzoon van Douglas met een groot talent voor economie en een scherp analytisch vermogen – is in deze kroniek de belichaming van die vraag naar het aanpassingsvermogen van het moderne kapitalisme. Willing is de eerste in de familie die ziet dat het tijd is anders te gaan denken en handelen wanneer de veranderde omstandigheden om een andere aanpak vragen. Zo oppert hij op een zeker moment dat het verstandig zou zijn om een pistool te kopen, omdat de straten van New York inmiddels levensgevaarlijk zijn geworden.

Realistisch relaas

Shriver laat in haar buitengewoon spannende roman zien hoe het hedendaagse Westen kan worstelen met aan de ene kant zijn drang naar vooruitgang, en aan de andere kant zijn onvermogen het roer werkelijk om te gooien.

Het hele idee dat alles verloren is, dat het verval onomkeerbaar is, is de psyche van dit land volkomen wezensvreemd.

Dit alles grijpt de lezer aan, omdat de gevolgen van deze systeemcrisis getoond worden aan de hand van het leven van één familie, waardoor men zich eenvoudig in de situatie kan verplaatsen. Bovendien is deze familiegeschiedenis gemakkelijk invoelbaar, omdat de manier van leven die in gevaar is de onze is. Het is namelijk de hedendaagse Westerse samenleving zoals wij die vandaag de dag kennen die in dit verhaal ten onder is gegaan.

De Mandibles kan worden gelezen als een dystopisch verhaal of als een sciencefictionroman, maar óók als waarschuwing voor de moderne mens. Het door Shriver geschetste toekomstbeeld is niet onvoorstelbaar en zorgt juist daardoor voor een extra onbehaaglijk gevoel.

giphart-8weekly
Boeken / Fictie

Gipharts filmlexicon

recensie: Ronald Giphart - Lieve
giphart-8weekly

‘Ik wil geen woorden, ik wil ogen en ik wil het voelen’ laat Ronald Giphart in zijn nieuwe roman Lieve een van zijn personages zeggen. Die uitspraak had hij tijdens het schrijven beter ingelijst boven zijn bureau gehangen. In de wereld van Giphart worden te veel woorden geschreven.

Het oorspronkelijke plan voor deze roman is overduidelijk. Een verhaal over de filmwereld moest het worden, en een verhaal over de liefde. Allebei gelukt. In Lieve draait de succesvolle regisseur Noah Boudrin een film over zijn te jong overleden muze Lieve Vanlieve. Zij had de hoofdrol in zijn eerste, hemelbestormende filmproject en was tegelijkertijd zijn grote liefde. Totdat een boom in de nacht een einde maakte aan haar jonge leven en veelbelovende carrière.

In het hier en nu wordt het leven van Lieve, en dus dat van Noah, verfilmd met de populaire hoofdrolspelers Liv en Bison. Beiden jong, bruisend van ambitie en talent en klaar om het witte doek te bestormen. Regisseur Noah probeert het onderste uit de kan te halen wat betreft de acteerprestatie van zijn twee sterren, maar verliest gaandeweg de regie als de twee hun eigen gevoel op de eerste plaats stellen. Giphart bouwt zijn roman in twee lagen op: het heden met de acteurs Liv en Bison verrijkt met terugblikken op het verleden met de wonderbaarlijke Lieve.

Ik ook van jou

In zijn voorlaatste roman Harem (2015) leek Giphart – inmiddels wat ouder geworden – een rijpere, meer volwassen weg ingeslagen te zijn. De verhaallijn was enigszins uitgediept, zijn personages waren interessanter, kortom: het leverde een roman op die de kwaliteiten van de schrijver eindelijk naar boven haalde. Met Lieve doet Giphart weer een stap terug en brengt ons de luchtige en vluchtige tijden van Ik ook van jou (1992) in herinnering. Het gedoe op de filmset wordt beschreven als de hitsige arena uit een gemiddelde tv-soap: er wordt hard gewerkt, lang gewacht, veel geflirt en natuurlijk is er altijd ergens een party.

De vele terugblikken openbaren het verborgen leven van Lieve Vanlieve, een leven dat blijkt te hebben bestaan uit een mannenverslindend avontuur met spannende afspraakjes en vuige seks. Lieve heeft zich ooit als escort-girl (ook nog betaalde seks) in de armen van regisseur Noah geworpen en weet vervolgens iedere man in haar omgeving het hoofd op hol te brengen. De verbinding tussen beide lagen is een heen-en-weer-schakeling tussen de hoofdpersonen, met een nogal voor de hand liggend drama aan het einde.

Angle of the dangle

Wie niet thuis is in de wereld van de filmproductie heeft aan Lieve een prima handleiding voor deze wonderlijke gemeenschap: Giphart komt met de juiste termen om de vele functies en begrippen te verklaren. Er zijn runners, gaffers, clapper loaders, focus pullers, best boys, allemaal met overdreven nadruk benoemd om bij te dragen aan de sfeer maar zonder enige betekenis voor de loop van het verhaal. En wat te denken van guerilla shoot, cameo appearance en wrap party? Door de toegevoegde verklaringen weten we nu dat het in beeld brengen van een geërecteerde penis aangeduid wordt met the angle of the dangle.

Het is een terugkerende handicap van Giphart dat hij de lezer aan de hand wil meenemen. Op iedere pagina van Lieve is wel een glasharde schending van het show don’t tell-principe te vinden, met als dieptepunt het vreemdgaan van hoofdrolspeelster Liv. Als zij weer met haar ex-vriend in bed belandt, bedenkt Giphart het woord ‘oudgaan’ dat hij vervolgens meent te moeten verklaren met ‘een variant op vreemdgaan’, om dan nog eens tussen haakjes toe te voegen ‘maar dan met een voormalige geliefde’.

De vele overbodige woorden, de uitleggerige neiging en het strooien met termen maken dat deze roman even in de versnelling gaat en dan weer flink afremt. Alsof de schrijver zijn lezers niet vertrouwt en het zekere voor het onzekere wil nemen. Het dunne verhaal dat vervolgens overblijft is geen hoogtepunt in het oeuvre van Ronald Giphart.

Kunst / Expo binnenland

Een monnik met talent

recensie: Fra Bartolommeo. De goddelijke renaissance

Fra Bartolommeo (1473-1517) werd aan het begin van de 16e eeuw geroemd om zijn fenomenale schilderkunst. Hij ging niet over één nacht ijs, maar maakte uitgebreide voorstudies van zijn personages en composities. Museum Boijmans van Beuningen heeft een indrukwekkende tentoonstelling in huis.

In de periode tussen 1500 en 1520, ook wel de Hoogrenaissance genoemd, is de dominicaner monnik Fra Bartolommeo een van de kunstenaars die de Florentijnse schilderkunst tot grote hoogte doet stijgen. Zijn inmiddels beroemde tijdgenoten Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël werken aan hun topstukken in een wereld die voornamelijk wordt bepaald door de pauselijke macht in Rome. Na zijn opleiding bij de schilder Rosselli begint Bartolommeo een eigen schildersatelier in Florence.

Portret van Girolamo Savonarola (1498-1500) Florence, Museo di San Marco

Portret van Girolamo Savonarola (1498-1500) Florence, Museo di San Marco

Kathedraal

In Museum Boijmans van Beuningen is de grote Bodonzaal omgebouwd tot een lichte ruimte met een vloerplan gebaseerd op de klassieke kerkarchitectuur. Het ruime ‘middenschip’ wordt links en rechts begrensd door een serie ‘zijbeuken’ waarin telkens een groot werk van Fra Bartolommeo centraal staat. Die kunstwerken zijn niet allemaal aanwezig, wegens zeldzaamheid of fragiliteit of simpelweg omdat het een ‘muurvast’ werk betreft. De elf aanwezige hoogtepunten zijn stuk voor stuk meesterwerken en vertegenwoordigen de uitzonderlijke kwaliteit van de schilderkunst in het laatste tijdvak van de renaissance. Dat Boijmans deze werken kan laten zien – dat ze überhaupt naar Rotterdam getransporteerd zijn – is een wonder op zich en geeft blijk van de eersteklas reputatie en bruikleenpositie van het museum in de internationale kunstwereld.

Het illustere portret van de boeteprediker Girolamo Savonarola, aan het begin van de tentoonstelling, markeert het startpunt van het succes van Fra Bartolommeo. Deze Savonarola domineerde tijdelijk het leven in Florence met zijn opzwepende preken en profetieën. Bartolommeo, toen nog Baccio geheten, behoorde tot zijn grote schare volgelingen en trad na de onherroepelijke veroordeling en verbranding van Savonarola toe tot de dominicaner orde. Als kunstenaar-monnik werkt hij eerst in Prato en later in het atelier van het klooster van San Marco in Florence.

Studie voor een bijfiguur in Madonna della Misericordia (ca. 1515) Rotterdam, Museum Boijmans van Beuningen

Studie voor een bijfiguur in Madonna della Misericordia (ca. 1515) Rotterdam, Museum Boijmans van Beuningen

Vrije hand

In de ruimtes links en rechts worden de grote schilderijen en altaarstukken vergezeld van series tekeningen die allen een detail, meestal een personage, uit het grote werk vertegenwoordigen. Fra Bartolommeo lijkt eindeloos gestudeerd te hebben op de weergave van zijn onderwerp. Hij schetst vele malen een gewenste houding – volgens de overlevering ook gebruikmakend van een ledenpop – en past de meest perfecte uitkomst toe in het grote schilderij. Ook gelaatsuitdrukkingen en de plooival van tunieken en mantels zijn een dankbaar onderwerp van studie. Het is de vrije hand van de kunstenaar die goed te volgen is in de tekeningen, de zoekende lijnen die meerdere malen dezelfde vorm proberen te vangen, net zo lang totdat de juiste positie is bepaald.

De in zwart en rood krijt gemaakte tekeningen, voor het grootste deel afkomstig uit de eigen collectie van Museum Boijmans van Beuningen, geven een goed beeld van de werkwijze die Fra Bartolommeo volgde. Het voorbereidende tekenwerk is te zien als een tentoonstelling op zichzelf, met als hoogtepunt de toepassing van de schetsmatige studie in het grote schilderij dat de ruimte overheerst. De kunstwerken die niet aanwezig zijn, worden weergegeven door een monochrome reproductie, een wat ongelukkige keuze die goed uitkomt in het grote geheel, maar als referentie moeilijk te onderzoeken is.

Madonna della Misericordia (ca. 1515) Lucca, Museo Nazionale di Villa Guinigi

Madonna della Misericordia (ca. 1515) Lucca, Museo Nazionale di Villa Guinigi

Madonna

Aan het hoofd van de tentoonstelling, het ‘altaar’ in deze kerk, hangt het enorme Madonna della Misericordia (ca. 1515), een altaarstuk bestemd voor de kloosterkerk van San Romano in Lucca. In deze dynamische compositie staat Maria centraal, met boven haar een alles omarmende Christus, terwijl ze met een door engelen opgehouden blauwe mantel de bevolking van Lucca bescherming biedt. Vier meter hoog en boordevol beweging en geconstrueerde ruimtelijkheid. De houdingen, de gezichten, de lichtval en stofuitdrukking, hier komt alle klasse bijeen en wordt het uitzonderlijke talent van Fra Bartolommeo in volle glorie geëxposeerd.

Tijdens de hoofdtentoonstelling in de Bodonzaal toont het museum in het Prentenkabinet een selectie van 15e en 16e eeuwse tekeningen en prenten. In een prachtige doorloop worden hier voornamelijk Italiaanse voorlopers en tijdgenoten van Fra Bartolommeo tentoongesteld, waaronder twee portretten van Michelangelo. Samen met de uitstekend gedocumenteerde tentoonstellingscatalogus heeft Museum Boijmans van Beuningen ‘de goddelijke renaissance’ op een imposante wijze gepresenteerd.