Wereldmuziek update – volume 1: Melingo, Leyla McCalla & Paolo Fresu
De tijd is rijp om ook over wereldmuziek een serie artikelen te gaan schrijven. In dit eerste deel aandacht voor drie uiteenlopende stijlen. Zo komt het nieuwe tango-album van Melingo langs om vervolgens een celliste aan het werk te horen, terwijl we ook stilstaan bij het album van Fresu met piano en trompet.
Eigenlijk is de term ‘wereldmuziek’ een vreemd verschijnsel: het is een verzamelnaam van muziek die niet echt in een hokje past. Muziek die nu onder de wereldmuziek geschaard wordt, kan over een paar jaar behoren tot de reguliere muziek als de aandacht van de consument verschuift. Een reeks onder deze titel starten is daarom gewaagd. Er zal in ieder geval muziek besproken worden die uit alle windstreken kan komen en die de wereld in beweging zet.
Een diaspora
Mede omdat ik Melingo ooit live aan het werk zag keek ik reikhalzend uit naar zijn nieuwe aangekondigde album. Gelukkig is Anda opnieuw het wachten meer dan waard. Wie zich verdiept in de oorsprong van dit nieuwe werk, moet concluderen dat Melingo bij sommige liedjes heel ver terug in de tijd gaat. Het oudste stuk is van Erik Satie en dateert uit 1892. Slechts drie composities zijn van de hand van Melingo zelf en hebben een oorsprong die zodoende een stuk dichterbij ligt.
Melingo heeft met dit album een diaspora in twee aktes gemaakt over de verspreiding van de tango over de hele wereld. Een verhaal dat in muziek verteld wordt en waarbij we de tango tegenkomen in Japan en in China. Die uitleg staat op de eerste pagina’s van het tekstboekje. Ook zonder de uitleg is Anda prima te luisteren. Alleen het laatste nummer valt bij elke draaibeurt in de categorie ‘onbegrijpelijk’. De kakofonie die Melingo in ‘Anda simultanceo’ laat horen, doet afbreuk aan het verder zo fijn klinkende album, waarin de meester van de tango opnieuw steeds weer andere wendingen laat horen van deze muziek. Dit zesde album in twintig jaar laat horen dat de tango nog steeds een uitdaging is voor Daniel Melingo.
Muziek met een boodschap
Haar eerste album leek een tussendoortje omdat haar band Carolina Chocolate Drops even in pauze stand stond. Drie jaar na dat eerste soloalbum Vari-Colored Songs komt McCalla met een opvolger die duidelijk maakt dat het misschien niet zomaar een tussendoortje was, maar dat deze celliste en zangeres ook een serieuze solocarrière ambieert naast het groepswerk. Het nieuwe album draagt de titel A Day for the Hunter, A Day for the Prey en is qua sfeer uit hetzelfde hout gesneden als haar eerste album. Deze keer is het thema de vermenging van muziek, macht en politiek in Haïti. McCalla maakt het ons niet gemakkelijk als je dat zo leest. Zeker als je dan ook nog teksten hoort in het Engels, Frans en Haïtiaans Creools, ofwel in het Putua, zoals de bijgeleverde releasesheet mij weet te vertellen.
Gelukkig spreekt de muziek zelf ook een ontspannen en boeiende taal. Wie zonder de bijgeleverde informatie luistert naar het album zal daar ook veel plezier van beleven. Wie met meer aandacht luistert ontdekt de diepere gronden die heel mooi zijn om te weten. McCalla speelt zelf cello, banjo en gitaar en laat zich begeleiden door een flinke groep muzikanten, die het muzikale pallet fraai kleuren met fi-fer, viola, bas en sousafoon. Een bijzondere samenstelling voor niet-alledaagse muziek die de luisteraar uitdaagt om een stapje verder, dieper en opener te luisteren naar wat McCalla ten gehore brengt. Wie die moeite doet, zal een prachtige luisterervaring beleven.
Onherkenbare covers
Het album Eros van Paolo Fresu & Omar Sosa is uit een heel fijn hout gesneden. Het wereldse karakter van dit album blijkt al uit het feit dat de muzikanten uit vele windstreken komen. Fresu is een uit Italië afkomstige trompettist en hij speelt samen met de Cubaanse pianist Sosa. Bovendien worden de artiesten ook nog bijgestaan door de Marokkaans-Belgische zangeres Natacha Atlas en de Braziliaanse cellist Jaques Morelenbaum. Een strijkkwartet maakt de bezetting compleet.
We horen bijzondere bewerkingen van soms bekende composities. Het album heeft hierdoor behoorlijk wat draaibeurten nodig om de schoonheid van de bewerkingen tot leven te laten komen. Zo opent het album met ‘Teardrops’ dat origineel van Massive Attack is, maar wat in de Arabische bewerking nog nauwelijks herkenbaar is. Ook een compositie van Peter Gabriel, ‘What Lies Ahead’, krijgt een bewerking die de track niet als een Gabriel-nummer doet herkennen. Het album kent verder over het algemeen een heel rustige sfeer waardoor het prima past bij een hete zomerdag of bij een late avond in de schemering. Of zou dat ook komen door de titel van het album: Eros?