Boeken / Non-fictie

Geestdriftig protestants existentialisme

recensie: Søren Kierkegaard - Opbouwende toespraken in verschillende geest

In vlammende en ernstige geestdrift neemt Kierkegaard je mee in zijn opbouwende toespraken over datgene waarover eigenlijk niet te spreken valt. Desondanks vinde de zoekende mens zijn vervulling in het ware; God.

Het werk van de Deense filosoof Søren Kierkegaard valt in twee fases (schrijverschappen) onder te brengen. Zijn eerste schrijverschap, waarin hij vooral filosofische werken schreef, zoals Het begrip angst, Of/Of en Filosofische kruimels en zijn tweede schrijverschap waarin religieuze en vooral christelijke thematiek de boventoon voeren. In retrospectief staat Kierkegaard aan de basis van wat later de existentiële filosofie is gaan heten. Dit maakt zijn werk nog altijd actueel. De thema’s die hij aanstipt en de manier waarop hij schrijft over hoe te leven zijn aan de orde van de dag. Zoals het geluk waarover hij zegt: ‘De deur van het geluk gaat naar binnen toe open. Men kan ze niet openduwen door er tegenaan te stormen.’

Geestdriftig

Uitgeverij Damon brengt sinds 2006 elk jaar een nieuwe vertaling van een boek van Kierkegaard uit. Opbouwende toespraken is hun twaalfde uitgave. In Opbouwende toespraken staat het theologische centraal. De drie hoofdstukken vormen een uitgebreide uiteenzetting rondom een thema. Zo richt Een gelegenheidstoespraak zich vooral naar de christelijke lezer om slechts ‘dat ene’ te willen. Dat ene is voldoende om een vervuld leven te hebben, dat ene is het geloof in de (enige) waarheid: God.

De stijl die in deze toespraak gehanteerd wordt duurt het verdere boek en de andere twee toespraken voort. Een stijl die niet zo van deze tijd is en regelmatig een manisch karakter kent. Onvermoeibaar herhaalt Kierkegaard zich en cirkelt hij zin voor zin, alinea voor alinea naar de kern van zijn boodschap. Waarna hij even lijkt te pauzeren, op adem komt en opnieuw begint. Soms dichter naar zijn kern bewegend, soms afdwalend en al schrijvende en denkende zijn draad terugvindt. Hierin is duidelijk dat God voor Kierkegaard als een vuurtoren is, die in donkere nachten van dwaling uiteindelijk weer richting geeft.

Existentialistisch

Niet alleen manisch, soms ook tegenstrijdig en haast gespleten spreekt Kierkegaard over God. Er ontwikkelt zich een worsteling tussen Kierkegaard de existentialist (of filosoof) en Kierkegaard de theoloog. Bij de theoloog spreekt hij over God als zijnde een antropomorfe entiteit. Als filosoof krijgt God een meer mystieke invulling. In de mystiek is God veeleer een alomvattend weten, een onkenbaar, onuitspreekbaar ‘iets’ dat ons bezield. Deze meer mystieke benadering van God komt in de tweede toespraak naar voren, waarin hij zich het helderst uitdrukt.

In Wat wij leren van de lelies in het veld en de vogels in de lucht put Kierkegaard uit Mattheus 6:24, die een nuchtere, aardse, eenvoudige en universele boodschap vertelt. De lezer heeft dan inmiddels opgemerkt dat Kierkegaard een zeer ontwikkeld gevoel heeft voor beeldtaal en zijn hoogtepunt valt in deze tweede toespraak te lezen. De boodschap cirkelt rond het menselijk tekort dat zich uit in het nooit genoeg hebben. Hij die zich weet te laven aan het goddelijke en dit inziet in de eenvoud van de lelies of de vogels weet zich dus waarlijk rijk.

Protestants

Kierkegaard besluit zijn toespraken met Het evangelie van het lijden – christelijke toespraken. Hierin pleit hij voor een levenshouding die het lijden (de last die je tijdens je leven hebt te dragen) licht te maakt. Wederom is zijn antwoord op het dragen van een zware last, de beaming van God tot je toe te laten.

De Opbouwende toespraken zijn geen gemakkelijke kost, zeker niet voor de niet in Kierkegaard ingewijde lezer. Vaak is hij onnavolgbaar, lijkt te blijven hangen in z’n boodschap om vervolgens met ware pareltjes de lezer even te belonen voor diens voortploeterende leeswerk. Hierin speelt de knappe vertaling, die heel hedendaags aandoet, een aangename rol. Toch lijkt dit boek vooral voor de Kierkegaard liefhebber geschreven of voor de christen die twijfelt aan zijn geloof. In Kierkegaards kritische blik op de kerk zal het eigen zoeken en geloven mogelijk versterkt worden. De gemiddelde lezer is mogelijk al na dertig pagina’s afgehaakt.