Kunst / Expo binnenland

Van Bade geen genade

recensie: David Bade - Catch of the day

Twee imposante beelden houden de wacht voor de deuren naar de tentoonstelling. Betreden op eigen risico. Het GEM presenteert het retrospectief Catch of the day van David Bade (Curaçao, 1970), waarin hij zijn vangst na 17 jaar werken laat zien. Een vloedgolf van beelden is het resultaat.

Bon Bini (Welkom), olieverf op doek, 150x100 cm

Bon Bini (Welkom), olieverf op doek, 150×100 cm

‘In de huis!’ juicht een persoon met vuisten in de lucht, terwijl hij een discotheek betreedt vol zwaaiende mensen op een ingelijste tekening in zwart en wit. David Bade is in da house en dat belooft spektakel. De eerste zaal is nog in brave museumsetting, maar ademt de sfeer van stilte voor de storm. Een kleurig schilderij toont een donkere man, één wenkbrauw argwanend opgetrokken. Het werk is gespiegeld als een speelkaart en draait plagerige rondjes om zijn as. ‘Bon bini’ heet het: Welkom. U bevindt zich nu in het tijdelijke domein van Bade. Verwacht van hem geen ranke ballerina à la Dégas, maar een grof gekleide paaldanseres. De Denker wordt hier ‘Pupu’, nog altijd peinzend, maar dan ongegeneerd poepend op een emmer.

Bombarie
Voor de eerste keer is het hele GEM aan één kunstenaar gewijd. Bade heeft dan ook flink huisgehouden in het museum. Zo onstuimig als zijn werk aandoet, zo verliep ook zijn carrière tot nu toe. Met veel bombarie marcheerde hij in de jaren negentig de Nederlandse kunstwereld binnen. In 1993 rondde hij De Ateliers af, tegelijk met onder andere Erik van Lieshout, en won prompt de Prix de Rome. Hij exposeerde al in het Stedelijk Museum en op de Biënnale van Venetië. Maar Bade is een kwajongen en schopt liever tegen de kunstwereld aan dan dat hij er deel van uitmaakt. Het liefst presenteert hij zijn kunst dan ook niet alleen in high-brow instituten.

Kritiek

Pupu, 1997, gemengde techniek

Pupu, 1997, gemengde techniek

Deze kritische component speelt een grote rol in Bade’s werk. De tekstjes die hij her en der neerkrabbelt illustreren zijn visie op kunst, maatschappij, religie en politiek. Een lege pan op een blok piepschuim vertegenwoordigt gebakken lucht. De potloodtekening ‘It’s about…’ toont bekende figuren uit de kunstwereld als Rudi Fuchs en Saskia Bos. Eronder teksten als ”Kom je ook op mijn feestje” en”Grote roem, kleine daad” Als je wint, heb je vrienden, schampert Bade. Tegenover deze tekening staat een grote preekstoel, die eerder op de Amsterdamse kunstmanifestatie Niet Normaal te zien was. Erboven het patatzakmannetje dat vele snackbars siert, op zijn kop gehangen. Hemelse stralen van gele frieten voor degene die erop plaatsneemt – want dat mag. Net als Andy Warhol integreert hij elementen uit de populaire cultuur. Onderaan de installatie plakt een blaadje met de tien geboden van Bade: scheiden en ijdel zijn is oké, beter niet doden. Bade speelt hier met door religie gedicteerde normen, maar ook met die van de zogenaamde patatgeneratie waarvan hij deel uitmaakt.

De propvolle grote zaal oogt als een slagveld.  De day after een grandioos feest. Schilderijen, assemblages, tekeningen en installaties tot waar het zicht reikt. Er staat een enorm gevaarte met allerlei stoelen erop, een felblauwe autowasserette-borstel bewaart het evenwicht. Het is de ‘Charity Boat’ die Bade maakte in Liverpool, met behulp van studenten en bewoners. Sommige van hen zijn vereeuwigd op grote doeken aan weerszijden van de zaal. Verderop een parasol vol stropdassen die in menig studentenhuis niet zou misstaan. Ze zijn afkomstig van Job Cohen en andere prominenten, die tijdens een opening van Bade iets van zichzelf moesten doneren in ruil voor een drankje. De kermis wordt compleet met een tot kleermakerszit verlaagd marktkraampje. ”David Bade tekent u onder de tafel,” verkondigt een papier. Komt dat zien, komt dat zien! Op gezette tijden gaat de kunstenaar op deze plek gesprekken aan met bezoekers, om ‘mentale portretten’ van hen te maken.

Balans

Het beeld dat nog gemaakt moet worden, 2007, gemengde techniek, 420x60x240 cm

Het beeld dat nog gemaakt moet worden, 2007, gemengde techniek, 420x60x240 cm

Samenwerking is essentieel voor Bade’s kunstenaarschap. Verbeelding beschouwt hij als sociaal bindmiddel: iedereen heeft het. Dat vermogen wil hij aanwakkeren. Ook aan deze tentoonstelling is een maatschappelijk project verbonden, dat te zien is in cultureel centrum Gemak. De genoemde overblijfselen van eerdere acties ziet hij als workshopstations. De notie van auteurschap wordt op deze manier in twijfel getrokken; de kunstenaar is niet altijd de enige vervaardiger en gebruikt bovendien vaak kant en klare objecten. Daarnaast vervaagt de grens tussen werkproces en resultaat, wat ook gebeurde in de conceptuele kunst van bijvoorbeeld Joseph Beuys in de jaren zestig. Voor Bade is er weinig verschil tussen scheppen en afbouwen, koesteren en vernietigen. Het schilderij ‘More or less’ op de gang van het gebouw verbeeldt deze gedachte. Het toont een weegschaal die wiebelt op een bezem, balancerend tussen uitbundig Antilliaans en bescheiden Nederlands. Zoals Marinus Boezem ooit witte lakens uit de ramen van het Stedelijk Museum liet wapperen, haalt Bade de bezem erdoor.

In de kelder van het GEM stelt Bade het belang van zijn werkproces centraal. Zijn hele atelier is naar deze ruimte verplaatst. Dat wil zeggen, de spullen uit zijn atelier. Schetsen, piepschuim, lampen, tuinkabouters, bankstellen, een televisie; het staat ook hier tjokvol. Door een luidspreker klinkt stoere hiphop. Het ‘atelier’ mist volgens Bade wel zijn oorspronkelijke rauwheid, omdat in het museum nu eenmaal elke scheet tot kunst wordt verheven. Daarom noemt hij het liever een depot. Hij biedt de bezoeker een openhartig kijkje in de kelders van zijn geest, laat zien hoe werk ontstaat. Veel kunstenaars zouden er niet aan moeten denken hun intieme creatieproces zo openbaar te maken. Voor Bade is het juist cruciaal. Hoe meer je geeft, hoe meer je leeft.

Gecontroleerde chaos

The Winners, 2006, acrylverf op papier, 61x51 cm

The Winners, 2006, acrylverf op papier, 61×51 cm

Toch heeft Bade niet simpelweg een berg troep neergesmeten in het museum. Zeker, het is een chaos, maar van een gecontroleerde soort. Veelheid is iets anders dan anarchie. Bade streeft niet naar het ultieme kunstwerk, maar wel degelijk naar kwaliteit. Boven de ‘Charity Boat’ hangt een bescheiden aquarel waarop Bade in gele hoosjas achter het roer staat: de kapitein van het schip. Alles onder controle. Op een van zijn doeken is de term ”vrij-blijvend-heid” te lezen. Dit omschrijft Bade’s houding ten opzichte van kunst, die niet vrijblijvend is, maar blijvend vrij. Het stelt hem ertoe in staat diepgewortelde grenzen op te heffen. Verschillende kunstdisciplines lopen naadloos in elkaar over, evenals proces en resultaat, aanwezig en afwezig, privé en openbaar, opgewekt en grillig. Liever en-en dan of-of.

Blote billen
Op het genoemde werk ‘It’s about…’ staat het Hollandse gezegde ”Als apen hoger klimmen willen, ziet men vaak hun blote billen”. Bade gaat in deze tentoonstelling zelf met de billen bloot – zijn tomeloze lef laat iedereen een Pupu ruiken. Een ongebreidelde energie is voelbaar in het hele museum. De scherpe en humoristische teksten die hij overal neerkladdert zijn vaak slechts flarden van zinnen, alsof hij zijn eigen gedachten amper kan bijbenen. Hij laat de bezoeker niet alleen alle hoeken van het GEM zien, maar ook van zichzelf. Er is niets dat je niet van David Bade mag weten, en daardoor voelt hij dichtbij. Maar tegelijkertijd houdt hij afstand door de ogenschijnlijke willekeur en onverschilligheid van zijn werk. En niet iedere bezoeker weet wat hij daarmee aanmoet.

De laatste haltes in de tentoonstelling zijn de kabinetten, waarvan de wanden als prikborden zijn volgehangen met Bade’s vaak cartooneske tekeningen en losse schetsjes. Want in the end voelt hij zich nog altijd vooral tekenaar, waartoe hij oorspronkelijk werd opgeleid. Sculpturen beschouwt hij als tekeningen in de ruimte. In deze kabinetten wordt bovendien een verbinding gelegd met Gemak, waar bezoekers tekeningetjes kunnen maken die hier op de muur worden geprojecteerd. Zo ontstaat een groot gezamenlijk kunstwerk. Naast de deur naar de uitgang hangt tenslotte het laatste werk. De storm is gaan liggen. ”Op = op”, zegt een strenge tekstballon. En nu wegwezen.