Tag Archief van: landscape

Muziek / Album

Sarah Bettens blijft dicht bij K’s Choice

recensie: Sarah Bettens - Go

Ooit begon Sarah Bettens met haar broer Gert de groep K’s Choice. Hits als Not An Addict en Cocoon Crash hebben deze Belgische band groot gemaakt. De afgelopen jaren was de rek er echter een beetje uit, wat te horen is aan de wat saaie studioplaat Almost Happy. Na tien jaar veel succes te hebben gehad zijn Gert en Sarah nu (tijdelijk) met de band gestopt om, zoals dat zo mooi heet, hun muzikale horizon te verbreden. Voorlopig zet Sarah met het minialbum Go een mooie plaat neer, maar van verbreding is geen sprake.

~

Go laat een aantal afwisselende, herkenbare nummers horen. Sterke songs zijn de ballad Grey en het stevige nummer Fine. De vijf nummers klinken stuk voor stuk lekker, als was het de nieuwe plaat van K’s Choice. Go sluit naadloos aan op Almost Happy.

Iel

Toch mist er duidelijk iets op deze opwarmer voor het komende festivalseizoen. (Bettens stond onder meer al op The Music In My Head). Het geluid is minder zwaar dan vroeger en regelmatig mis je de typische tweede stem van Gert Bettens om meer steun te geven aan de vocalen van Sarah. Haar stem staat nu wel erg alleen en is te iel om echt interessant te worden. Ze weet mij nog niet te overtuigen door gebrek aan vernieuwing, lef of overtuiging.

Dat is het dan

Op de cd staat nog wel een leuke bonus in de vorm van twee versies van de video Fine. Dit zijn wel aardige video’s en deze beelden zorgen er wel voor dat de muziek meer begint te leven, maar dit maakt het nog geen spetterend album. Volgens mij kun je dan beter wat live-nummers op de plaat zetten, of desnoods wat demo’s. Deze video’s kijk je een keer en dat is het dan.

Bescheiden

Helaas klinkt Go dus nog wat bescheiden. Ik ben benieuwd of Bettens in de komende maanden inspiratie op kan doen voor nummers die meer vernieuwend zijn dan wat op Go te horen is. Dit najaar verschijnt haar eerste volwaardige solo-album. Ik hoop dat zij daarop krachtiger uit de hoek komt als op dit tussendoortje, zodat ze daadwerkelijk die horizon kan verbreden.

Muziek / Album

Sarah Bettens blijft dicht bij K’s Choice

recensie: Sarah Bettens - Go

Ooit begon Sarah Bettens met haar broer Gert de groep K’s Choice. Hits als Not An Addict en Cocoon Crash hebben deze Belgische band groot gemaakt. De afgelopen jaren was de rek er echter een beetje uit, wat te horen is aan de wat saaie studioplaat Almost Happy. Na tien jaar veel succes te hebben gehad zijn Gert en Sarah nu (tijdelijk) met de band gestopt om, zoals dat zo mooi heet, hun muzikale horizon te verbreden. Voorlopig zet Sarah met het minialbum Go een mooie plaat neer, maar van verbreding is geen sprake.

~

Go laat een aantal afwisselende, herkenbare nummers horen. Sterke songs zijn de ballad Grey en het stevige nummer Fine. De vijf nummers klinken stuk voor stuk lekker, als was het de nieuwe plaat van K’s Choice. Go sluit naadloos aan op Almost Happy.

Iel

Toch mist er duidelijk iets op deze opwarmer voor het komende festivalseizoen. (Bettens stond onder meer al op The Music In My Head). Het geluid is minder zwaar dan vroeger en regelmatig mis je de typische tweede stem van Gert Bettens om meer steun te geven aan de vocalen van Sarah. Haar stem staat nu wel erg alleen en is te iel om echt interessant te worden. Ze weet mij nog niet te overtuigen door gebrek aan vernieuwing, lef of overtuiging.

Dat is het dan

Op de cd staat nog wel een leuke bonus in de vorm van twee versies van de video Fine. Dit zijn wel aardige video’s en deze beelden zorgen er wel voor dat de muziek meer begint te leven, maar dit maakt het nog geen spetterend album. Volgens mij kun je dan beter wat live-nummers op de plaat zetten, of desnoods wat demo’s. Deze video’s kijk je een keer en dat is het dan.

Bescheiden

Helaas klinkt Go dus nog wat bescheiden. Ik ben benieuwd of Bettens in de komende maanden inspiratie op kan doen voor nummers die meer vernieuwend zijn dan wat op Go te horen is. Dit najaar verschijnt haar eerste volwaardige solo-album. Ik hoop dat zij daarop krachtiger uit de hoek komt als op dit tussendoortje, zodat ze daadwerkelijk die horizon kan verbreden.

Boeken / Fictie

Storm in een glas water

recensie: De opdrachtgeefster

De opdrachtgeefster van Greta Seghers verhaalt over de schrijfster Stella Wispelwey, die door de beroemde uitgeefster Aline Bourgois gevraagd wordt diens biografie te schrijven. Tot zover geen vuiltje aan de lucht. Gelukkig raken de schrijfster en de uitgeefster gebrouilleerd en wordt deze laatste ook nog eens vermoord. En zo zouden we dan genoeg ingrediënten moeten hebben voor een op z’n minst boeiend boek. En misschien wel een heel spannend en meeslepend boek.

Helaas, niets is minder waar. Hoewel er een moord gepleegd is in dit boek, is er eigenlijk maar één echte misdaad gepleegd, en die vond plaats op het moment dat men je dit boek verkocht. Maar laat ik dat iets nuanceren. Want het boek is niet hélemaal slecht. Want als je je door de eerste honderd tot honderdtwintig bladzijden heen geworsteld hebt kom je in rustiger vaarwater. Tot het eind van het verhaal kabbelt het dan rustig verder, zonder dat je verder lastig gevallen wordt door de storm die in het eerste deel van het boek gewoed heeft.

In dat eerste deel geeft de schrijfster ongewild een perfecte beschrijving van haar eigen talenten. Zo schrijft biografe Stella Wispelwey namelijk over haar onderwerp Aline:

Aline Bourgouis was het tegendeel van een begenadigd verteller. En als ze al iets zei sprong ze, zoals vogels in haar tuin, van de hak op de tak: haar grootmoeder, haar vader, de oorlog et cetera.

Dit is de meest geslaagde passage uit het boek. Het typeert namelijk exact de schrijfstijl van Greta Seghers zelf: wispelturig, van de hak op de tak, onsamenhangend. Ze voert in groot tempo diverse personen op, die verhaaltechnisch niets aan het boek toevoegen. Maar die daarnaast wel op willekeurige wijze worden uitgediept en vervolgens aan diverse andere oude én nieuwe personages worden gekoppeld. Zo voorziet ze de eerste helft van het boek van een onontwarbare kluwen personages, die uiteindelijk niets tot weinig aan het verhaal toevoegen.

Verwijzingen

Deze personages zijn allemaal afkomstig uit de Vlaamse en Nederlandse schrijverswereld. Weliswaar fictief -volgens de schrijfster – maar de ingewijden zullen hier en daar toch wel wat verwijzingen naar bestaande schrijvers oppikken. Het hele verhaal is toch wat minder fictief dan Greta wil doen vermoeden,
en voor de kenner is het dan misschien een troost dat hij de dubbele bodems en onderhuidse steken naar andere schrijvers oppakt. Maar dan moet je ook niet veel beters te doen hebben, denk ik. Want het blijft gewoon slecht geschreven.

Luwte

Als de woordenstorm van het eerste deel dan eindelijk gaat liggen komen we in een luwte terecht die zich terstond uitstrekt tot aan het einde van het boek. Er komt geen zuchtje wind meer opzetten. De schrijfster lijkt totaal uitgeblust te zijn van haar verwoede heen en weer springen in de eerste helft van het boek.
In deze rust, in dit stille vaarwater, kun je dan eindelijk het boek rustig uitlezen. De opluchting, dat je het eerste, stormachtige deel hebt doorstaan, geeft je bijna het idee dat het nu toch nog een goed verhaal wordt. Maar laat je niet in de luren leggen door dit makkelijke vaarwater, want als je goed kijkt zie je dat je er ondertussen ook zou kunnen staan, zo diep is het. Het verhaal is allang gestrand, alleen de schrijfster weet het nog niet.

Moord

Zij gaat namelijk nog even door met het achterhalen van de toedracht van de moord. Maar ook dat mag niet meer baten. Uiteindelijk blijkt ook dat verhaallijntje een brak, muf watertje te vormen. Een oersaaie variant op het bekende: de butler heeft het gedaan. Joepie. Nee, De opdrachtgeefster van Greta Seghers kon mij niet bepaald bekoren, maar ik geloof dat dat ondertussen wel duidelijk is.

Film / Films

Pubergroepjes

recensie: Mean Girls

Tienersterretjes heb je de laatste jaren meer dan genoeg. Aan het rijtje Hilary Duff, Jessica Alba, Amanda Bynes en Mandy Moore kunnen we moeiteloos ook Lindsay Lohan toevoegen. Een ‘cute’ tienermeisje die net als haar genregenoten enkele films om zich heen geschreven krijgt met de diepgang van een plas water. Toch deden de Amerikaanse media (en Dr. Phil) het voorkomen alsof Mean Girls meer was dan zomaar een tienerkomedie. Daarom begaf ik mij in het hol van de leeuw en probeerde de film temidden van een zaal rumoerige pubers op een donderdagmiddag te bekijken.

~

Mean Girls gaat voor een groot deel over de hokjesgeest in Amerikaanse high schools. Je hebt de nerds, sportfanaten, modepoppetjes, hiphoppers en hangjongeren die het leven op school tot een ware jungle maken. Cady (Lohan) komt werkelijk uit de jungle. Na jaren met haar ouders in Afrika te hebben geleefd, gaat ze nu voor het eerste naar een Amerikaanse school. Daar ontmoet ze al snel twee vrienden die tot het altogroepje behoren. Als de ‘Plastics’ (modepoppetjes met een hoog Paris Hilton-gehalte) Cady ook willen opnemen in hun groep sporen Cady’s vrienden haar aan deze uitnodiging aan te nemen. Met Cady als spion kunnen de alto’s eindelijk bevestigd zien hoe suf en stereotiep de Plastics zijn. Dat is althans het plan, maar Cady raakt al snel in de ban van de leidster van de Plastics, Regina. Als Cady dan ook nog eens verliefd wordt op Regina’s ex is de boot aan.

Groepjes in de zaal

~

Het zitten in een zaal vol irritante pubertjes geeft een aardige connectie naar de film. Iedereen die denkt dat de situatie in Mean Girls typisch Amerikaans is heeft het goed mis. Alleen al in de bioscoopzaal kon je diverse groepjes onderscheiden. De stoere jongensgroep, de giebelmeiden, de jongens die maar geen date kunnen krijgen (zitten vaak vooraan omdat de stoere jongens de plekken in het midden van de zaal hebben) en de Plastics van de bioscoop, barbie-meisjes die door totale desinteresse te veinzen de aandacht hebben getrokken van de stoere jongens. Popcorn vliegt door de zaal, er wordt geschopt tegen de rug van mijn stoel, één jochie probeert ondanks zijn 15 jaar een biertje te kopen. Ik merk dat ik op afstand de oudste in de zaal ben, en voel me een gezonde ouwe lul. De connectie tussen het publiek en de film zal mijn bioscoopgenoten totaal ontgaan, elk groepje is geheel met zichzelf bezig. Net als in Mean Girls.

Obligate eindspeech

Mean Girls heeft een aardig gegeven en probeert ook nog iets extra’s te geven door gedoseerde bizarre humor. Met name de directeur van de school doet nogal eens een rare of onaangepaste uitspraak. Zo probeert hij een lerares gewoon voor de klas te versieren, en kijkt hij ook nog even heel casual naar de inhoud van haar (per ongeluk) nat geworden t-shirtje. Deze bizarre humor is op zich een benijdenswaardige poging, maar het gros van de grappen en de grote verhaallijn grijpen toch terug naar de clichés van het genre. Het gegeven van de film is op zich best interessant, maar echt diep gaat de film nooit. Het levenslesje van de film wordt er dik op gesmeerd; kijk uit dat je onbewust niet wordt waar je eigenlijk een hekel aan hebt. Zelfs een obligate eindspeech aan het einde van de film, waarin Cady alle misverstanden en kreukels glad kan strijken, ontbreekt niet.

Lindsay Lohan

De cast is behoorlijk adequaat, maar niemand is echt opvallend. Lindsay Lohan kennen we eigenlijk vooral van Freaky Friday, en verder zegt ze me helemaal niks. Tijdens de voorfilmpjes zag ik echter al dat er alweer een tienerkomedie met haar aan zit te komen, dus ze is in elk geval een bezige bij. In deze film is ze verder prima gecast. Ze beschikt over het juiste ‘Girl-next-door’-gehalte, maar later in de film gaat haar rol als één van de plastics haar ook prima af. Een tienerkomedie dragen lukt haar prima, maar of dat met latere films ook gaat lukken?

Conclusie

Mean Girls is gewoon een leuke tienerkomedie geworden die zelfs voor een wat ouder publiek ook nog te verteren valt. Dat laatste is op zichzelf al een flink compliment, want voor de meeste genregenoten gaat dat niet op. Het gegeven van de film is leuk, maar niet nieuw. Eigenlijk drong de vergelijking met Clueless zich behoorlijk op. Die film was net even wat beter en origineler wat mij betreft. Dit neemt niet weg dat Mean Girls een prima film is waarbij hordes tieners in de zaal elkaar kunnen toeschreeuwen, bekogelen met popcorn, tegen stoelleuningen trappen, stiekem bier drinken en ook nog het grootste gedeelte van de film meekrijgen.

Muziek / Album

Doseren is ook een kunst

recensie: Holywater – Sides

Weer wat moois uit het zonnige zuiden. Sinds de muziek van het Spaanse label Astro Discos ook in Nederland enthousiast gedistribueerd wordt, valt er regelmatig een prachtig plaatje uit Spanje in de bus van 8WEEKLY’s muziekredactie. Eerder dit jaar verscheen That Creepy Hope On Love van Lansbury en eind vorig jaar het prachtige Photo-Finish van het eveneens Spaanse Camping. Astro doet ook aan ruil want het Nederlandse At The Close Of Everyday ging inmiddels naar Spanje evenals de heren van Mist die onlangs de mooie EP Dangerous Words uitbrachten. Zo, dat is weer een hoop reclame voor het land dat zich altijd zo zonnig voordoet, maar blijkbaar toch behoefte heeft aan donkere wolken. Zie de band Holywater, die een tweede langspeler uitbracht getiteld Sides. Een intens zomerplaatje noemt Astro-promotor Rick Treffers het. Klopt, maar wel met de kanttekening dat ook de zomer zijn gitzwarte momenten kent.

~

Weergaloos

Sides begint waar Radiohead’s magnum opus OK Computer eindigde. De bloedstollende opener Vomit Sea, die klinkt als een donkerder versie van The Tourist, de afsluiter op die plaat van Thom Yorke en de zijnen die zo belangrijk is geweest voor de rest van de jaren negentig en het begin van de eenentwintigste eeuw. Vervolgens haalt Holywater alles van stal om een grootse luistertrip neer te zetten . De band rond zanger Ricardo Rodriguez lijkt daar in eerste instantie zeer goed in te slagen. Met weergaloze emocore in Six-String Throat, perfect gevoel voor drama en emotie in Your Breakable Hands, bijna klassiek singer/songwritersvakmanschap á la Jeff Buckley met een twist in Cloudy Sky en de capaciteit om de luisteraar op te jagen in Electric Shock (4 A Dead Body). Naast Radiohead en Buckley hoor ik absoluut Muse terug: ziehier het canon waaruit de laatste jaren veelvuldig inspiratie wordt geput door ontelbare bands. Holywater doet dat met respect.

Zeventig minuten pure intensiteit

Zou Sides dan nog kunnen tegen vallen na al die loftuitingen hierboven? Het antwoord daarop is moeilijk te geven omdat ik oprecht vind dat deze plaat bij vlagen geniaal is. Het grote probleem zit hem in de lengte. Denken die jongens nou echt dat ze het de luisteraar makkelijk maken door meer dan zeventig minuten pure intensiteit af te vuren? De tweede helft van het album kent zijn mindere momenten, maar is vooral niet zo interessant omdat de spanning op den duur gewoon teveel wordt. Misschien noemde men de plaat wel Sides omdat je de twee helften niet tegelijk moet horen maar apart, zodat je geen overkill krijgt. Holywater laat gedeeltelijk een verpletterende indruk achter, maar van mij had het allemaal een stuk korter gemogen. Doseren is ook een kunst.

Muziek / DVD

Ars Longa, Vita Brevis

recensie: Hakkûhbar - Vet heftig

In 1996 was Nederland in de ban van een fenomeen: de jonge Gabbertje (artiestennaam van Ruben van der Meer) scoorde met het nummer Gabbertje een hit van wat heb ik jou daar. Dit ongelooflijke talent veroverde door zijn magistrale beheersing van het hardcore-instrumentarium de harten van vele bakvissen. We herinneren ons allemaal nog wel de extatische taferelen op de TMF-awards waar Gabbertje voor zorgde met de followup-hits Supergabber en Gabbosaurus; en hoe hij, bijgestaan door zijn trouwe makker Boom Boom Bart en geïnspireerd door zijn muze Brenda, het publiek kraker na stampende kraker voor bleef schotelen. – Maar zoals met zoveel van de beste artiesten het geval is, had Onze Lieve Heer zulk een artiest het liefst zo snel mogelijk weer onder Zijn liefhebbende vleugels: Hij nam Gabbertje van ons weg, en gaf hem een plaats hierboven, naast de groten der historie.

Op de DVD Vet Heftig kunnen de fans nu eindelijk het hele verhaal nog één keer zien: hoe de jonge en beïnvloedbare Ruben ontdekt wordt door manager Bob (Fosko), hoe de band bijna ten onder gaat aan de onmenselijke spanningen en moeilijkheden die onlosmakelijk verbonden zijn met Het Grote Succes; tot aan dat verschrikkelijke nieuwsbericht toe (dat, uit respect voor de nabestaanden misschien beter niet op de DVD gestaan had). Weet u nog waar u was toen Gabbertje stierf, aan de gevolgen van een toxicologische vergiftiging?

Meer talent dan Marco

Nu de hardcore-scene, na bijna tien jaar, het leed dan eindelijk verwerkt lijkt te hebben, en onder haar donkere, vochtige steen vandaan komt, is het goed dat de nieuwe fans zelf zien kunnen, dat de hardcore al een geschiedenis heeft in dit land, en dat die geschiedenis alles behalve rooskleurig is. Want naast alle clips staan er ook diepgravende interviews en tekenende dieptepunten, hilarische backstage-situaties en prachtige momentopnamen op de DVD, die een ontroerend en liefdevol beeld schetsen van een onderschat musicaal talent; hardcore, accordeon, arrenbie, mondorgel, Gabbertje beheerste alle terreinen. Een genie, die in zijn pink meer experimenteerzin en creativiteit had dan Marco Borsato en de familie Oosterhuis en alle andere Nederlandse artiesten te samen.

De fans kunnen het dus nog éénmaal herbeleven, maar dan is het ook uit met de pret, want Vet Heftig heeft wel een erg lage replay-waarde: vaker dan één of twee keer wil je deze zestig minuten durende docu-film niet zien, al is hij bij vlagen hilarisch. Ook jammer is de constante teringherrie op de achtergrond, waardoor de teksten in het begin af en toe wat lastig te volgen zijn. Het script lijkt qua stijl erg op wat Bob Fosko eerder al deed aan sketches op de cd’s van de Raggende Manne, zoals de stukjes Wielklem I & II, waarin een huisvader een ambtenaar van het leven berooft, omdat deze onvoldoende haast maakt met het verwijderen van zijn wielklem.

Meer dan naar de film in zijn geheel of naar afzonderlijke hoofdstukken en video’s kijken biedt de DVD niet. Het kijken van de afzonderlijke clips, uit nostalgische overwegingen, heeft nog wel enige charme, en die is vooral te danken aan de achterlijke koppen die voorbij komen. Het ziet er allemaal uit alsof het een knoop en een balletje touw gekost heeft. Maar voor liefhebbers van dit soort ongein is de DVD zeker de moeite waard. Het is als met het leven van die arme Gabbertje zelf: kort, maar wel erg strak.

Film / Films

Enthousiaste Bijbelthriller met Franse slag

recensie: Les Rivières Pourpres 2: Les Anges De l'Apocalypse (Crimson Rivers 2)

Duitsers doen het altijd goed in actiefilms: gewillig lieten ze zich reeds op hun geblondeerde koppen slaan in Die Hard en daarna in Die Hard: With a Vengeance, hele Teutoonse volksstammen stierven onder de handen van Indiana Jones, en zelfs Darth Vaders helm lijkt een oorlogsverleden te hebben.

~

Les rivières pourpres 2: Les anges de l’apocalypse van de Fransman Olivier Dahan (in Nederland uitgebracht onder de titel Crimson Rivers 2) maakt handig gebruik van zowel deze als van diverse andere filmconventies. Want naast oeroude complotten, geheimzinnige kloosters en apocalyptische profetieën zijn ook ‘zie Germans’ weer van de partij. Nu eens in de figuur van Christopher Lee die als ‘Duits minister van culturele en religieuze zaken’ [sic!] een zogeheten ‘Heilig Boek’ veilig tracht te stellen, opdat hij het voor eigen motieven kan aanwenden. Motieven overigens, die in de hele film niet één keer uitgelegd worden. Ik zal in het midden laten of dat het verhaal ten goede komt.

Huiswerk

~

Duidelijk is wel dat de Duitser gedwarsboomd dient te worden. Want als een Duitser iets van plan is, kun je op je vingers natellen dat er niet veel goeds van zal komen. Gelukkig is daar Jean Reno, in de rol van monsieur Niemans, voorzien van stoppelbaard en leren jack, dus, noodzakelijkerwijs, politiecommissaris. Niemans wordt bijgestaan door inspecteur Reda (een rol van Benoît Magimel), die in menig flitsend geschoten vuistgevecht verzeild raakt. Het is hierbij duidelijk dat Dahan zijn huiswerk heeft gemaakt: er is goed gekeken naar hoe de Amerikanen en, in mindere mate, de Aziaten, dit doen. Opmerkelijk genoeg blijft de nu reeds 55-jarige Reno telkens buiten schot. Hoe zou dat komen? De vraag stellen is hem beantwoorden, dunkt mij.

Lachwekkend voorspelbaar

Maar goed: veel Duitsers dus, en flitsende vechtscènes en slecht verlichte bibliotheken waar apocriefe boeken op eigenzinnige wijze door docentes theologie geïntegreerd worden in het verhaal. En zo zijn er meer filmconventies en genre-tradities waar Olivier Dahan en schrijver Luc Besson op terug gegrepen hebben, waarschijnlijk met de intentie mee te kunnen spelen met de grote jongens van de actiefilm. Jammer dat ze het daarbij ook nodig achtten de kwaliteitseisen integraal over te hevelen: de teksten zijn lachwekkend voorspelbaar of onnodig gespierd, actiescènes te lang en verbanden die voor kijkers glashelder zijn, gaan aan personages totaal voorbij, of vice versa.

Ongeschoren dierenkop

Toch zijn er voldoende redenen om naar deze film te gaan, waarvan de eerste de fijne cast is. Wat dat aangaat mag Dahan in zijn handjes knijpen: Jean Reno en Christopher Lee samen in één film is op zichzelf genoeg reden om een kaartje te kopen voor welke film dan ook. Reno alleen al is eigenlijk voldoende motivatie, voor mij althans, om naar de bioscoop te gaan; al vertrekt hij in deze film slechts eenmaal zijn ongeschoren dierenkop tot de suffende hangsmoel die we zo van hem waarderen.

Te fantastisch

Een andere reden om Crimson Rivers 2 te gaan zien is de muziek, die gedurende de hele film van uitmuntende kwaliteit is: een opzwepend pulserende toon begeleidt de actiescènes en ook op andere momenten draagt de muziek aanzienlijk bij aan de totale ervaring. Colin Towns, die ook de muziek maakte voor de Britse politieserie Dalziel & Pascoe, haalt hier mooie dingen mee uit. De makers stunten verfrissend met de cinematografie en houden zo het tempo hoog, zelfs op momenten dat er eigenlijk niks gebeurt. Aan de locaties en enscenering is duidelijk veel tijd en aandacht besteed, al doen ze af en toe wat al te fantastisch aan. Dat fantastische element wordt, op positievere wijze, nog benadrukt door de bij tijd en wijle grandioze en schier surrealistische belichting.

Enthousiasme

Met de technische kant zit het dus wel goed, en wat mij betreft mag je dan best een paar steken laten vallen. Want hoewel ook van het verhaal geprobeerd is iets interessants te maken, moet Crimson Rivers 2 het daar duidelijk niet van hebben. Al met al een fijne, doch niet erg overtuigende actiefilm, die zijn charme grotendeels ontleent aan het schooljongensachtige enthousiasme waarmee gepoogd is de grote jongens van het genre te kloppen.

Muziek / Album

Generation Heavy

recensie: Killswitch Engage - The End of Heartache

De metalband Killswitch Engage is bekend in de VS door optredens op MTV’s Headbangers Ball en Ozzfest. Behalve bij enkele metalfans is de band echter nog relatief onbekend aan onze kant van de oceaan. De reacties op de band zijn echter over het algemeen enthousiast en het lijkt daarom tijd om deze band eens onder de loep te nemen.

~

Ondanks dat de groep pas twee jaar geleden is ontstaan, levert Killswitch Engage met The End Of Heartache al haar derde plaat af. Na een titelloos debuut en de plaat Alive Or Just Breathing heeft de vorige zanger Jesse Leach resoluut afscheid genomen van de band: Leach gaf stoer aan dat hij bang is zijn stem te verpesten als hij met de band door zou gaan.

Professioneel schreeuwen

The End Of Heartache klinkt erg gevarieerd en toegankelijk. De muziek is typische nu metal, of zoals de band het zelf trots noemt: generation Heavy. De groep gooit aan het begin van de plaat het tempo er direct goed in met het nummer A Bid Farewell. Zonder echter te vervallen in voorspelbare ballads weet de band toch vaak rust in haar nummers te brengen. Sterke voorbeelden hiervan zijn de nummers Breathe Life en When Darkness Falls. De nieuwe zanger Howard Jones doet zijn werk professioneel door in de zwaardere delen ritmisch te schreeuwen en ook stukken melodie goed aan te zetten.

Niet warm of koud

De muziek op The End of Heartache is degelijk, maar laat op hetzelfde moment mijn hart geen moment echt harder kloppen. De nummers glijden aan mijn gehoor voorbij, maar laten me geen moment opspringen van bewondering of afschuw. Ik kan me goed voorstellen dat deze opzwepende muziek het erg goed doet bij tieners in de VS, maar ik denk dat de band echt te weinig toevoegt om in Europa een groot succes te worden.

Muziek / DVD

Pinkpop Classics is pil van Drion voor festival

recensie: Pinkpop: The Vintage Years

Pinkpop bestond dit jaar 35 jaar, en die mijlpaal moest gevierd. Er zijn twee dvd’s met beelden van de eerste tien jaar uitgebracht en een vernieuwde programmering moest de tegenvallende kaartverkoop van vorig jaar goedmaken. Mooie initiatieven, maar terugkijkend valt het allemaal toch wel een beetje tegen. Muzikaal stellen de dvd’s niks voor en hoewel de programmering dit jaar anders was, spraken maar weinigen van een verbetering. Pinkstermaandag waren slechts 35.000 van de 50.000 beschikbare kaarten verkocht; daarmee kwam de organisatie niet eens uit de gemaakte kosten.

~

Nu de puberende dance-liefhebbers niet massaal voor Tiësto kwamen en de ‘TMF-jongeren’ niet meteen op de Sugababes afgestormden zoals een horde intellectuelen op een Spinvis optreden afkomt, verlaten Jan Smeets en vrienden meteen weer het niet eens zo’n gekke idee van een verjongde programmering. Neerlands oudste festival is duidelijk op zoek naar een eigen plekje binnen het steeds verder uitbreidende festivallandschap, maar gunt zichzelf niet de tijd een nieuwe doelgroep aan zich te binden.

Versteende hippies

De verjongingsstrategie wordt nu als niet-geslaagd terzijde geschoven. Voor volgend jaar mikt de organisatie op een ander deel van het gezin. In plaats van de hippe zoon en dochter moeten dan vader, moeder, opa en oma naar Limburg afreizen: voor versteende hippies die de oude tijden wel weer eens willen herbeleven wordt dan naar alle waarschijnlijkheid een speciale Pinkpop Classics georganiseerd. Bands die op de twee uitgebrachte dvd’s te horen zijn, mogen dan in het echt laten zien dat ze nog altijd leven: Golden Earring, Status Quo en andere oude rockers die ogenschijnlijk even vaak hun kleding als hun muziek verversen.

Deze terugkeer naar het verleden lijkt voor Pinkpop de pil van Drion te zijn: de omslag garandeert een zacht en geruisloos wegglijden uit het woeste festivalleven. Lowlands slaagt er evenwel nu al enige jaren in oeroude vertolkers van het Nederlandse lied tussen jonge en hippe acts te programmeren. Daarmee worden voorheen verguisde artiesten als Koos Alberts en Johnny Hoes tot een leuk en campy extraatje voor jongeren. Dat lijkt echter niet het uitgangspunt van Pinkpop, dat met bands die al jaren over hun houdbaarheidsdatum zijn het oude publiek wil weer lokken.

Amateurfilm

Wellicht zijn Smeets en consorten op het idee van Pinkpop Classics gekomen tijdens het samenstellen van de onlangs uitgebrachte dvd’s Pinkpop: The Vintage Years. Overmand door nostalgie en geplaagd door de slechte verkoop kunnen dergelijke ideeën worden geopperd, en zelfs positief worden ontvangen. Maar als er een of desnoods een aantal nachtjes over is geslapen, dan moet de persoon die het bedacht heeft – of op zijn minst mensen in zijn omgeving – toch inzien dat dit niet de manier is om het festival te redden.

~

Alleen al een keer objectief kijken naar de twee dvd’s moeten alle rare ideeën als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Het eerste schijfje beslaat de jaren 1970-1974 en het vervolg 1975-1979. Daarmee krijgt de kijker naast Status Quo (foto) en Golden Earring groepen als Cockney Rebel, Supersister, Nazareth en Kevin Coyne voorgeschoteld. Hoewel, de bands zelf krijgen we maar sporadisch te zien. De schijfjes zijn grotendeels gevuld met amateurfilmmateriaal waar vooral het publiek op staat. Onder die beelden zijn studio-opnames van de beloofde nummers geplakt.

Ouderwets en achterhaald

Daarmee hangen deze dvd’s tussen concertregistratie en rockumentary in. Want hoewel de beelden an sich leuk zijn, wordt er niets aan toegevoegd. Een van de hoogtepunten uit het genre, de nog voor de eerste Pinkpop geschoten film over Woodstock, weet mooie beelden goed te combineren met ondermeer interviews en de originele podiumgeluiden. Organisatoren, buurtbewoners, beveiligingsmensen en festivalbezoekers komen daarbij ruim aan bod, waarmee voor de kijker een goed beeld van het festival wordt geschetst. De enige keer dat The Vintage Years even op Woodstock lijkt, is in een apart toegevoegde documentaire van KRO’s Brandpunt uit 1976. Verder is het dus vooral studiogeluid van niet eens de meest interessante bands – die wilden hun medewerking niet aan dit project verlenen – onder beelden van een languit in het gras liggend publiek.

Vintage is tegenwoordig vooral in trek als hippe term voor bijzondere tweedehands kleding, maar hier zal met vintage years gedoeld worden op de ‘mooie jaren’ of de ‘klassieke jaren’. Een andere betekenis van vintage is echter meer van toepassing op deze dvd’s: ouderwets en achterhaald. Daarom lijkt een Pinkpop Classic ook niet de juiste manier om het festival nieuw leven in te blazen.

Later dit jaar worden ook dvd’s over de jaren 80 en 90 uitgebracht.

Muziek / Album

De Snoeptrommel

recensie: Gem - Tell Me What's New

.

~

De jongens van Gem zijn wel heel erg eerlijk tegen moeder. “Ja hoor, wij hebben gestolen uit de snoeptrommel, maar het was wel lekker!” Wat moet je dan doen als opvoeder: geef je die jongens een draai om de oren of kun je gewoon je glimlach niet onderdrukken bij het zien van die vijf ondeugende tronies? Straatschoffies dat zijn het, maar het blijven toch je kinderen. Dus komen ze er natuurlijk gewoon mee weg. Ik hoop dat ik de situatie zo voldoende geschetst het, zodat ik verder kan met het ophemelen van dit ontzettend leuke debuut van deze band uit Utrecht. Een plaat met de oh zo toepasselijke titel Tell Me What’s New.

Taxman

Gem heeft het afgelopen jaar een aanzienlijke status opgebouwd als live-act, wat ik mij erg goed kan voorstellen wanneer ik deze plaat hoor. Als de tweelingbroer van opper-Stroke Julian Casablancas zingt, schreeuwt en schertst zanger Maurits Westerik zich door deze elf perfecte rocksongs heen. De liedjes zijn sterk, blijven hangen en zijn net zo aanstekelijk als de hoest van een grieppatiënt. En die knipoog naar Taxman van the Beatles in het nummer Eyes Open Wide is ook erg leuk. Het lijkt mij dat de jongens van Gem per ongeluk op hetzelfde intro kwamen als Harrison ten tijde van Revolver, maar geen zin hadden zo’n goed nummer weg te gooien. “Dan gebruiken we toch ook gewoon het woord Taxman in ons nummer.” En ja hoor, ook daar komen ze mee weg, net als met de intro van Revolution in het volgende nummer Can You Wait For It?. Of hoor ik er nou teveel in?

Hoe dan ook – en je kunt het totaal niet met me eens zijn – is Tell Me What’s New een te gek debuut, dat een soort Nederlandse Is This It? zou kunnen worden. Als vader het met moeder eens is tenminste, want hij is in dit geval veel groter en sterker en kan natuurlijk altijd nog een paar fikse klappen uitdelen. Nee, het gezinsleven kent niet alleen maar pais en vree.

Muziek / Album

Kravitz wordt niet mooi oud

recensie: Lenny Kravitz – Baptism

Lenny Kravitz is een stadionrocker pur sang geworden. Hij staat op pinkstermaandag voor de vierde keer op Pinkpop als een van de headliners en verkocht al vele kaarten voor zijn concert op 17 juni in de Amsterdam Arena. Het schijnt zelfs dat men verwacht minder kaarten te verkopen voor Pinkpop omdat Kravitz, die Pinkpops duurste act ooit is, ook in de Arena speelt. Misschien niet echt handig geboekt, zullen we maar zeggen. Degene die daar echter het minst mee zal zitten is Kravitz zelf, die zijn graantje meepikt en ongetwijfeld weer miljoenen exemplaren verkoopt van zijn nieuwste album Baptism.

~

En hoe is Baptism? Ik denk dat Kravitz op deze plaat zijn status van mainstream rockster meer dan waarmaakt. Hij gaat namelijk meer en meer als überstadionrocker Bon Jovi klinken. En dat bedoel ik niet op een positieve manier. Op dit album, dat hij overigens bijna helemaal alleen inspeelde, kun je Kravitz slechts sporadisch betrappen op een interessante bijdrage aan het muzikale landschap. Het album begint niet slecht met het wat narcistische, doch lekkere nummer Minister of Rock ’n Roll: “I can heal you, I can save your soul.” Maar dan dondert de zaak meteen in elkaar met het zouteloze I Don’t Wanna Be A Star: “Just want my Chevy and an old guitar.” Ja ja, als iemand toch altijd het stijlicoon heeft willen zijn is dat meneer Kravitz wel. Hij ziet er overigens tegenwoordig ook uit als Bon Jovi er uitzag in de tijd van Bed of Roses.

Genie van vroeger

En ja hoor, ook de veel te frequent voorkomende ballads (wederom à la BJ) zijn saai en duren veel te lang. Kravitz lijkt niet meer over de capaciteiten te beschikken om nummers interessant te houden. Met name ballads als Calling All Angels, The Other Side en What Did I Do With My Life doen deze plaat geen goed. Deze tearjerkers steunen vaak op een traag gitaar- of baslijntje en een flinterdunne, weinig geïnspireerde zanglijn. Jammer dat de oude energieke, rauwe Lenny Kravitz niet vaker om de hoek komt kijken. Slechts zelden hoor je iets terug van het genie van vroeger. Het funky Sistamamalover is een te gek swingnummer à la Prince en het poppy California is net zo lekker als de rock ’n rollsingle Where Are We Runnin’?. Verder is Storm samen met Jay-Z nog het vermelden waard, maar dan is het ook echt gebeurd met de hoogtepunten.

Op deze manier wordt Kravitz niet mooi oud. Voor iemand die in de jaren negentig toch een bijna legendarische status heeft opgebouwd met albums als Let Love Rule, Mama Said en Are You Gonna Go My Way? is dit zevende album ver onder de maat. Zijn geluid uit die tijd is nu bijna geheel verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een middelmatige rocksound. Ook het imago van dit voormalige stijlicoon is niet meer wat het geweest is. Maar het publiek blijft komen. Ik vraag me echter af of men op Pinkpop wel zit te wachten op Baptism. Elk nummer dat Lenny van deze plaat speelt gaat nou eenmaal ten koste van een oudje als Mr. Cab Driver of Are You Gonna Go My Way.