Tag Archief van: landscape

Muziek / Album

De essentie van rock-’n-roll is om te dansen

recensie: The Bravery - The Bravery

Tussen alle Strokes-achtige bands en bands met jaren 80-invloeden die de afgelopen twee jaar een eerste cd uitbrachten, valt het New Yorkse The Bravery zeker op. Het geluid van de band is namelijk nog een stuk dansbaarder dan dat van de meeste vergelijkbare bands, zoals The Killers en Interpol, waarbij vaak al de voetjes van de vloer gaan.

~

Het dansbare van The Bravery zit meteen al in opener An Honest Mistake, dat er voor zorgt dat je gaat swingen. De dansbaarheid komt vooral voort uit het samenspel van de bassist en de drummer. De swingende, maar rammelende basloopjes ondersteunen het vrij technische en bijna elektronisch klinkende drumspel. Het zou me niet verbazen als er voor de opnames van deze cd zo nu en dan gebruik is gemaakt van een elektrisch drumstel. De hippe muziekstroming electroclash is voor deze band een grote invloed geweest. Zanger Sam Endicott stelde in het Engelse blad Q dat mensen laten dansen op muziek de essentie van rock-‘n-roll is en dat The Bravery dat als belangrijkste inspiratie gebruikt.

Orgels zijn de baas

De band is dus niet zo zeer een gitaarband, zoals The Strokes of Hot Hot Heat. In de meeste nummers zijn het orgeltjes die de melodielijn aangeven. Deze synthesizers en orgels weten het 80’s-geluid verder te perfectioneren. De gitaarriffs die zo nu en dan wel duidelijker aanwezig zijn, zijn een beetje fout. Ze zitten qua geluid en snelheid namelijk tegen de hardrock aan. Toch staat de gitaar voornamelijk in dienst van de andere instrumenten en de zang en dat is vrij bijzonder, want vaak hebben gitaristen een flink ego en dringen ze zich naar voren op. Swollen Summer bewijst echter dat gitaren niet helemaal vergeten zijn.

Grote jongens

De zang van Endicott houdt het midden tussen die van Julian Casablancas van The Strokes (kennelijk hebben ze beiden een typisch New Yorks accent) en Robert Smith van The Cure. Mede door dit typische stemgeluid, dat in het heel Cure-achtige Give In goed te horen is, heeft The Bravery een duidelijk new wave-geluid. De daarbij behorende look is natuurlijk door de band aangemeten, waarbij vooral Endicott de kroon spant door er uit te zien als een eclectische versie van een jonge Elvis uit de 80’s met zo’n uiterst hip Strokes-jasje aan. Dit imago is goed te zien in de sterk door de videokunstenaars Fischli en Weiss beïnvloedde videoclip van An Honest Mistake. Deze video zit bij de cd, net als die van het nummer Unconditional. Dat nummer lijkt heel erg veel op de oudere U2. Het lukt maar weinig bands om die superband op een goede wijze in hun eigen muziek te stoppen, maar het lukt The Bravery zeer overtuigend. Het gerucht gaat dan ook dat U2-zanger Bono een fan is van de band. Of The Bravery zelf ooit zo’n superact wordt, is moeilijk te zeggen, maar Bono heeft een uitstekende smaak. Dit debuut is zonder twijfel een van de leukste platen tot nog toe dit jaar.

Muziek / Album

De essentie van rock-’n-roll is om te dansen

recensie: The Bravery - The Bravery

Tussen alle Strokes-achtige bands en bands met jaren 80-invloeden die de afgelopen twee jaar een eerste cd uitbrachten, valt het New Yorkse The Bravery zeker op. Het geluid van de band is namelijk nog een stuk dansbaarder dan dat van de meeste vergelijkbare bands, zoals The Killers en Interpol, waarbij vaak al de voetjes van de vloer gaan.

~

Het dansbare van The Bravery zit meteen al in opener An Honest Mistake, dat er voor zorgt dat je gaat swingen. De dansbaarheid komt vooral voort uit het samenspel van de bassist en de drummer. De swingende, maar rammelende basloopjes ondersteunen het vrij technische en bijna elektronisch klinkende drumspel. Het zou me niet verbazen als er voor de opnames van deze cd zo nu en dan gebruik is gemaakt van een elektrisch drumstel. De hippe muziekstroming electroclash is voor deze band een grote invloed geweest. Zanger Sam Endicott stelde in het Engelse blad Q dat mensen laten dansen op muziek de essentie van rock-‘n-roll is en dat The Bravery dat als belangrijkste inspiratie gebruikt.

Orgels zijn de baas

De band is dus niet zo zeer een gitaarband, zoals The Strokes of Hot Hot Heat. In de meeste nummers zijn het orgeltjes die de melodielijn aangeven. Deze synthesizers en orgels weten het 80’s-geluid verder te perfectioneren. De gitaarriffs die zo nu en dan wel duidelijker aanwezig zijn, zijn een beetje fout. Ze zitten qua geluid en snelheid namelijk tegen de hardrock aan. Toch staat de gitaar voornamelijk in dienst van de andere instrumenten en de zang en dat is vrij bijzonder, want vaak hebben gitaristen een flink ego en dringen ze zich naar voren op. Swollen Summer bewijst echter dat gitaren niet helemaal vergeten zijn.

Grote jongens

De zang van Endicott houdt het midden tussen die van Julian Casablancas van The Strokes (kennelijk hebben ze beiden een typisch New Yorks accent) en Robert Smith van The Cure. Mede door dit typische stemgeluid, dat in het heel Cure-achtige Give In goed te horen is, heeft The Bravery een duidelijk new wave-geluid. De daarbij behorende look is natuurlijk door de band aangemeten, waarbij vooral Endicott de kroon spant door er uit te zien als een eclectische versie van een jonge Elvis uit de 80’s met zo’n uiterst hip Strokes-jasje aan. Dit imago is goed te zien in de sterk door de videokunstenaars Fischli en Weiss beïnvloedde videoclip van An Honest Mistake. Deze video zit bij de cd, net als die van het nummer Unconditional. Dat nummer lijkt heel erg veel op de oudere U2. Het lukt maar weinig bands om die superband op een goede wijze in hun eigen muziek te stoppen, maar het lukt The Bravery zeer overtuigend. Het gerucht gaat dan ook dat U2-zanger Bono een fan is van de band. Of The Bravery zelf ooit zo’n superact wordt, is moeilijk te zeggen, maar Bono heeft een uitstekende smaak. Dit debuut is zonder twijfel een van de leukste platen tot nog toe dit jaar.

Kunst / Expo binnenland

Onsamenhangend en onduidelijk

recensie: Antoni Gaudí

Het werk van architect Antoni Gaudí (1852-1926) wordt momenteel getoond in de Kunsthal in Rotterdam. Aan de hand van maquettes, schilderijen, originele bouwelementen, tekeningen en foto’s ontstaat een beeld van de beroemde architect die de invloed van Jugendstil verwerkte tot een geheel eigen stijl. Zijn beroemdste bouwwerken, Casa Milà, Park Güell en de Sagrada Familia (waar tot op de dag van vandaag aan wordt gewerkt) bepalen nog altijd het aanzien van Barcelona. Mozaïeken, meubels en andere voorwerpen tonen bovendien het belang van Gaudí als vormgever, die het gehele gebouw, inclusief interieur ontwierp.

~

Antoni Gaudí wordt op 25 juni 1852 geboren in Reus, als vijfde en jongste zoon van een koperslager. Hij wordt al vroeg aangetrokken door de vormen, kleuren en geometrie van de natuur. In 1868 besluit Gaudí om architectuur te gaan studeren in Barcelona. Zijn vader vergezelt hem en sluit daarvoor zijn werkplaats in Reus. Gaudí bezoekt ook colleges filosofie, geschiedenis, economie en esthetiek, omdat volgens hem de diverse architectonische stijlen net zozeer met ideeën over schoonheid dan wel met de sociale en politieke atmosfeer verbonden waren.

Belangrijkste projecten

~

Op 15 maart 1878 studeert Gaudí af als architect. Naast het ontwerpen, restaureren of ombouwen van diverse huizen (oa. Casa Calvet, Bellesguard, Casa Batllo en Casa Mila) ontwerpt hij vaak ook het meubilair. Het belangrijkste project uit deze periode is toch wel Parc Güell. Dit park ligt op de Pelada-berg op een oppervlakte van 15 hectares. Gaudí weigert het landschap aan te passen. In plaats daarvan implementeert hij de kunst in de bestaande natuur. Vanaf 1906 ging hij met zijn vader en nicht in het park wonen. Kort daarop overlijdt zijn vader. Momenteel zijn er in het park twee sprookjesachtige woningen te zien, maar oorspronkelijk was het de bedoeling dat er 60 zouden worden gebouwd. Om financiële redenen is het er niet van gekomen.

Aanrijding

Barcelona was in de tweede helft van de negentiende eeuw een stad in opkomst. Een ideale broedplaats en werkplek voor een architect. Gaudí schiep er bijna al zijn werken. De laatste twaalf jaar van zijn leven wijdde Gaudí zich volledig aan de bouw van de Sagrada Familia. Op 7 juni 1926 wordt Gaudí door een tram aangereden en vijf dagen later overlijdt hij. Bij zijn overlijden was de hele stad in rouw.

Gemiste kans

~

De tentoonstelling in de Kunsthal is erg klein. Na een half uur heb je het wel gezien. In het begin van de tentoonstelling wordt de wandelstok van Gaudí getoond, naar mijn mening toch niet één van de meest interessante aspecten van de beroemde architect. Er worden een aantal zaken geexposeerd waarvan het verband met Gaudí onduidelijk blijft. Zo zijn er bijvoorbeeld decorontwerpen te zien met als enige raakvlak met Gaudi dat ze ook uit Barcelona komen. Ook worden er een hoop losse gebouwelementen getoond. Bijvoorbeeld het paneel met een stuk of twintig deurknoppen. Zonder oorspronkelijke context blijken die elementen ineens een stuk minder interessant. 

Ingewikkeld

Een aantal tekeningen afkomstig van de TU Delft laat de Sagrada Familia zien. Erg leuk voor insiders, maar niet boeiend voor degenen die komen kennismaken met het werk van deze meesterarchitect. Er is in de Kunsthal ook geprobeerd iets van de zeer ingewikkelde constructies weer te geven die Gaudí in zijn ontwerpen gebruikt. Echt veel wijzer wordt men er helaas niet van.

De tentoonstelling komt erg goedkoop over, het lijkt alsof er snel allerlei fragmenten bij elkaar zijn gesprokkeld om de zalen te vullen. Het verhaal blijft onduidelijk. Als introductie op het oeuvre van Gaudi is de tentoonstelling misschien aardig, maar de diepgang ontbreekt.

Film / Films

Het einde van een sage

recensie: Star Wars Episode III: Revenge of the Sith

Aan alle sagen komt een einde, zo ook aan die van Star Wars. Met Episode III: Revenge of the Sith komt er een definitief antwoord op de grote vraag waar al bijna dertig jaar op werd gewacht: wat maakte Anakin Skywalker tot Darth Vader? Nu pas blijkt dat de eerste twee delen van de nieuwste trilogie, The Phantom Menace en Attack of the Clones, niets meer waren dan prologen om het verhaal van deze derde en afsluitende film te kunnen vertellen.

~

De Clone Wars, begonnen in de tweede episode, zijn nog steeds bezig, maar lopen ten einde. Senator Palpatine (Ian McDiarmid) is ontvoerd door de robot-alien General Grievous. Het is aan de Jedi’s Obi-Wan Kenobi (Ewan McGregor) en Anakin Skywalker (Hayden Christensen) om hem, en daarmee ook de Senaat en de Republiek, te redden. Palpatine heeft echter zijn eigen plannen en probeert Skywalker voor zichzelf en voor de Dark Side te winnen, om zo de eerste galactische Republiek op te kunnen richten en alle Jedi’s uit te moorden.

Subliem

Het achterliggende verhaal van Revenge of the Sith mag geen verrassing meer zijn. Het publiek weet al wie er dood gaan, wie er blijven leven en dat Anakin Skywalker inderdaad het pad naar de Dark Side op gaat. Nu pas echter weet het publiek waarom dit alles gebeurt. De eerste trilogie stond niet alleen bekend om zijn (voor die tijd zeker) spectaculaire gevechten, maar ook om het vaak verbijsterende plot. Revenge weet dat bijna te evenaren. De gevechten zijn als altijd weer subliem en, na twee tegenvallende delen op dat aspect, de verhaallijn is op zijn minst gezegd bijzonder.

Complexiteit

Anakin Skywalker was nog nooit zo complex en in tweestrijd als in dit laatste deel. Aan de ene kant is er zijn vriendschap voor Palpatine en zijn verboden liefde voor Padme Amidala (Natalie Portman). Aan de andere kant is er echter zijn trouw aan de Jedi Order en zijn broederliefde voor Meester Kenobi. Hayden Christensen weet deze complexiteit goed uit te voeren en is zichtbaar, en behoorlijk ook, in zijn rol gegroeid. Vooral als eenmaal de stap naar de Dark Side is genomen, krijg je gewoon de kriebels van hem. Zo intens slecht had niemand hem in de eerste twee films verwacht. Niemand had hem echter ook zo vol met liefde verwacht. Het moment waarop Anakin officieel tot Darth Vader wordt benoemd gaat zeker de geschiedenisboeken in. Memorabel is ook het opzetten van ‘dat’ masker.

Ontknoping

~

Ian McDiarmid steelt de show als Palpatine/de Keizer/Darth Sidious. Zijn transformatie van semi-goedaardige Senator naar de meest duistere Sith Lord is spectaculair en McDiarmid speelt het met erg veel plezier. Ook Ewan McGregor doet het weer erg goed als Obi-Wan Kenobi. Hij brengt vrijwel alle humor in de film. Helaas stellen vrijwel alle scènes met Natalie Portman er in een beetje teleur, het is net of ze minder zin had in dit deel dan in de andere films. Toch speelt haar karakter een erg grote rol in de ontknoping van de trilogie.

Allerbeste

Revenge is veel duisterder dan zijn twee voorgangers, veel volwassener ook. Het was de eerste Star Wars-film die een 13 jaar en ouder filmkeuring kreeg in Amerika, want er vallen doden. Heel veel doden, en niet allemaal op een lieve manier. Over veel sterfscènes gaat zeker nog lang nagepraat worden. Ook de actie in Revenge mag er weer zijn. Meer gevechten in de ruimte en een groot aantal lightsaber-gevechten. Het ultieme gevecht tussen Obi-Wan en Anakin is daarbij zonder twijfel de allerbeste en van grote klasse.

Waardige afsluiter

Het toch wat zoetsappige einde zal voor sommigen een domper zijn op een verder spectaculaire film, maar eigenlijk past het einde perfect bij het einde van één trilogie en het begin van de ander. Revenge haalt het niet bij het niveau van de eerste drie films, maar dat had ook niemand verwacht. Het maakt echter verschrikkelijk veel goed ten opzichte van delen 1 en 2. Een waardige afsluiter van een trilogie en ook een waardige afsluiter van een hele saga. Het zal even wennen worden, een universum zonder Star Wars.

Theater / Voorstelling

Ode aan de overgave

recensie: Het temmen van de feeks (Toneelgroep Amsterdam)

.

~

Katharina’s vader, de welgestelde Batista (Hugo Koolschijn), huwt zijn twee dochters uit aan de hoogst biedende. De jongste dochter, Bianca (Karina Smulders), heeft een goede marktwaarde, maar eerst moet de oudste, de dwarse Katharina (Halina Reijn), aan de man komen. Petruchio (Hans Kesting) meldt zich tot ieders verbazing als huwelijkskandidaat voor Katharina en weet haar op wonderlijke wijze te temmen.

Vaart

~

Er is flink gesnoeid in de oorspronkelijke tekst, toegankelijk vertaald door Hafid Bouazza. Sommige scènes spelen zich geluidloos af in het glazen huis dat midden op het podium staat, of zelfs nog daarachter. Omdat je zo soms drie verschillende scènes tegelijkertijd ziet krijgt het stuk veel vaart en ontstaan er mooie verbanden. Als bijvoorbeeld Batista de rijkste huwelijkskandidaat voor zijn dochter Bianca uitzoekt, zie je ondertussen Katharina haar zusje in zwart tape wikkelen. Bianca wordt zo twee keer monddood gemaakt, en je kunt je afvragen wat het ergste is.

Verzet

In de maatschappij die Shakespeare schetst, draait alles om macht en bezit, al zetten feesten en verkleedpartijen soms voor even de rigide sociale orde op zijn kop. Er wordt getrouwd uit berekening en vrouwen zijn er handelswaar. Met een kluitje zuipende, jonge mannen die losgaan in oranje-boven tenues en schunnige liedjes zingen maakt Van Hove dat beeld weer heel eigentijds. Katharina’s getier is temidden van alle machtsspelletjes bijna kinderspel en lijkt eerder voort te komen uit wanhopig verzet dan uit raffinement of kwaadaardigheid.

Intens

Het huwelijk van Bianca en Lucentio (Jeroen Spitzenberger) zie je volgens de heersende normen ontstaan. Het begint met geil geflikflooi en verwordt al snel tot een onverschillige schijnvertoning. Het huwelijk van Katharina en Petruchio lijkt zo mogelijk nog hopelozer, maar neemt een andere wending. Hans Kesting met zijn prachtige stem is sterk en charmant als Petruchio, en ondanks het geweld dat hij gebruikt om Katharina voor zich te winnen lijkt hij haar eerder te willen verleiden tot echte onconventionaliteit dan tot lusteloze onderwerping. De confrontatie tussen de twee vurige karakters van Katharina en Petruchio wordt intens neergezet door de beide acteurs en de liefde die tussen hen ontstaat is hoewel ongewoon toch heel spannend en geloofwaardig.

Verrassend

Verrassende regie-ingrepen zorgen voor een onverwachte lading. De gewilde Bianca geniet krols en wijdbeens bovenop haar piano van haar muziekonderricht; de brute Petruchio slaat zijn jasje om Katharina’s schouders en likt het vocht op dat uit angst langs haar benen druipt. Het glazen huis dat eerst een statige, zwarte vleugel herbergt, wordt langzaam maar zeker een afgetakeld hol met een soap op de buis. Ondanks de grappen en grollen kijk je niet naar een luchtige komedie.

Wonderlijk

Als Katharina de beroemde, laatste slotmonoloog zegt waarin ze de deugden van een goede echtgenote opsomt, lijkt alles om haar heen niet meer van belang. Ze richt zich enkel tot haar man als ze spreekt van zachtheid, kwetsbaarheid en dienstbaarheid. Raadselachtig en opwindend is het, deze ode aan de overgave in een wereld vol bedrog, berekening en geweld. Het mag – met Shakespeares woorden – terecht een wonder heten.

Het temmen van de feeks is nog te zien tot en met 15 december 2005.

Muziek / Album

Familievriendelijke pianopop

recensie: Ben Folds - Songs for Silverman

.

~

Het uiteindelijke resultaat van Songs for Silverman is heel anders dan Folds twee jaar geleden voor ogen had. In eerste instantie zou het een echte soloplaat worden, Ben op piano en voor de rest niets. Halverwege het schrijfproces werd het hem duideljk dat hij dit niet wilde, mikte het overgrote deel van de nummers de prullenbak in en positioneerde twee kennissen op drum en bas. Resultaat: een prachtige, vol klinkende cd. Op Songs for Silverman gaat Folds door op de muzikale weg die hij jaren geleden heeft ingeslagen: hij maakt nog steeds prachtige, vrolijke pianopop, schrijft nog steeds droogkomische en cynische teksten en zijn stem klinkt nog even oprecht als in zijn begindagen. Het klinkt als een kruising tussen Keane en Randy Newman: heerlijke up-tempo luistermuziek met prachtige pianopartijen en teksten die zo kinderlijk eenvoudig maar treffend zijn dat je wenste dat je ze zelf bedacht had.

Volwassen

Wat opvalt aan de teksten, behalve de gebuikelijke humor, is de vaderlijke toon. Op volwassen manier spreekt Folds in de opener Bastard de jeugd aan en vraagt zich af waarom ze zich voordoet als volwassen wereldkenners die op hun twintigste al nergens meer voor openstaan. Dat de man zijn humor nog niet heeft verloren, is te horen in de prachtige ode aan zijn dochter, Gracie (een van de twee nummers die Folds niet de prullenbak in heeft gedeponeerd). Met veel knipoogjes en glimlachjes weet hij de luisteraar’s emoties te beroeren, zonder ergens sentimenteel te worden. Ja, het familieleven doet Folds goed. Ook prachtig is Late, dat Folds’ afscheid is van Elliot Smith, de getalenteerde singer-songwriter die in 2003 overleed.

Prachtige arrangementen

Van Bastard tot aan de meeslepende afsluiter Prison Food, Songs for Silverman verveelt geen seconde. Elk nummer zit vol prachtige melodieën en prachtige arrangementen. Het klinkt heel vertrouwd en bekend maar aan de plaat zit veel originaliteit en een heel eigen karakter. Bij elke luisterbeurt wordt Songs for Silverman mooier en hoor je hoe de nummers muzikaal echt goed in elkaar zitten. Het is een plaat die zelfs bij de meest duistere zielen wel een glimlach op het gezicht kan toveren, eentje die je jongere zusje en je vader ook mooi zullen vinden. Het moge duidelijk zijn: Ben Folds is terug, en hoe!

Muziek / Album

Acht handen op één buik

recensie: Meindert Talma & the Negroes

Liefhebbers van Meindert Talma kunnen hun hart ophalen want de Fries presenteert op 8 mei zijn nieuwe cd in het Grand Theatre van Groningen. Op de kersverse titelloze cd doet hij het gelukkig weer met zijn eigen band, the Negroes. De sound is als vanouds: simplistisch, droog en heerlijk wereldvreemd. Na beluistering van Talma’s nieuwe anekdotische productie is de uitkomst duidelijk: De Fries en zijn Negroes klinken closer dan ooit tevoren.

~

Een dromerige sfeer wordt direct aan het begin van de cd neergezet in het nummer Suikerspin. Verliefd zingt Meindert over zijn vriendin Suikerspin met “rode lippen en wangen die blozen”. Meindert Talma en zijn Negroes zijn inmiddels feilloos op elkaar zijn ingespeeld; het is niet meer ‘Meindert en zijn begeleidingsband’, maar een saamhorige brij van nuchtere maar fijnzinnige melodieën die over je heen worden gestort door de vier bandleden. Wel krijg je voorgeschoteld wat je van de hem gewend bent: veel afwisseling tussen Friese en Nederlandse teksten, veelal gezongen in zijn bekende anekdotische spreektaal. De ondertoon van de cd is wat minder vrolijk en wat poëtischer dan die van zijn vorige cd Kriebelvisje. De zonnigheid die hij hier tevoorschijn wist te toveren met twee heren van Daryll-Ann is compleet verdwenen, nu Meindert met een cd op de proppen komt waarvan een aantal teksten over de dood gaan.

Dood

“Veel over de dood? Dat kan toeval zijn hoor…” reageert de nuchtere noorderling. Toch wordt er vanuit verschillende hoeken gefluisterd dat dit wel het thema van de nieuwe cd lijkt te zijn. De nummers Datst du net mear bestiest en Een smerig karwei zijn beiden nogal realistische nummers over een sterke drang tot moorden. Gelukkig valt er voor de vaste aanhangers van de Friese zanger ook weer veel te lachen, zoals in het nummer Buslijn 1, 17.35 uur:

Ik wil een lekker gezond warm prakje
Gemaakt door zo’n mooie dame in zo’n sexy mantelpakje
Met daaronder een zwart slipje
Als een draad tussen haar kuiten
Die ze zo nu een dan speciaal voor me uitdoet

Uniek

De vertellende manier van zingen die Meindert altijd opnieuw gebruikt maakt zijn muziek uniek. Om deze reden vallen de nummers niet te vergelijken met welke artiest dan ook. Het klinkt af en toe alsof hij een tekst in zijn hoofd heeft die hoe dan ook in een nummer verwerkt moet worden. Hierdoor krijgt een liedje soms een ietwat absurdistische inslag, wat de luisteraar wakker houdt. De cd is het type dat, net als de vorige vijf, erg geliefd is bij een selecte groep mensen. Geen hitgevoelige Top 40-plaat, hoewel Talma wel hoopt dat zijn nummers meer op de landelijke radiozenders gedraaid zullen worden.

Walsje

Een van de nummers komt hier waarschijnlijk in ieder geval voor in aanmerking; Dûnsje Wyldekat Dûnsje, tevens het winnende nummer van Liet 2004. Het is een kwestie van heel hard op je lippen bijten om niet automatisch mee te gaan neuriën met dit Friese nummer, zo aanstekelijk is het. Het lied zorgt voor de perfecte afwisseling op de cd; het is een lieflijk walsje met een deuntje dat je dagenlang niet meer uit je hoofd krijgt. Het zou niet verbazingwekkend zijn als Meinderts droom werkelijkheid wordt en dit lied binnenkort landelijk uit de radio schalt.

Theater

Guzman is zichzelf, maar dat is het dan ook

recensie: Javier Guzman - Bot

.

~

Het recept van Javier Guzman is bekend. Guzman gaat met een stel vrienden een paar dagen grappen zitten te bedenken en de charismatische Javier zet deze strak neer op het podium. Drijfkracht achter deze verhalen zijn onbegrip voor de Nederlandse samenleving en de veranderingen waar deze de laatste jaren aan onderhevig is. Guzman gooit die frustraties eruit als een jongentje die zijn zin maar niet krijgt. En dat doet hij heel erg komisch.

Vrieskist

Guzman maakt erg weinig gebruik van de mogelijkheden die een theater bieden. Hij kan eigenlijk net zo goed op een zeepkist midden op de markt staan. In Bot heeft hij enkel een leuk uitgelichte koelkast op het podium staan. Hierin zitten flesjes water, die hij tijdens het optreden leegdrinkt. Bij de TV-opnames is hier dankbaar gebruik van gemaakt door een camera in deze vrieskist te zetten. Voor de rest is het programma van Guzman visueel niet bijzonder spannend. Het is en blijft een charismatisch mannetje die zijn toehoorders staat toe te spreken.

Hoe ver?

Ook inhoudelijk groeit Guzman niet echt. Zijn grappen zijn nog steeds grappig en ik lig constant in een deuk, maar hij heeft mij geen moment verrast. Hou nou eens op met dat gehak op de Nederlandse samenleving, dat weten we zo langzamerhand wel. Af en toe laat Guzman je door zijn soms absurde grappen anders tegen zaken aankijken, maar dit is inmiddels al lang niet meer zo verrassend als voorheen. Hij wordt soms bijna voorspelbaar. Gunstige uitzondering daarop is de improvisatie die hij doet met zijn publiek, waarmee hij constant probeert zo ver mogelijk te gaan. En natuurlijk gaat hij aan het einde te ver.

Meer uit zichzelf halen

~

Als leuke extra op de DVD is het programma ook nog vanuit het publiek opgenomen, een zogenaamde ‘botleg’. Interessanter is echter de degelijke documentaire ‘Making of bot’ waar in een half uur een beeld achter de schermen wordt gegeven.

Het beste uit zichzelf halen

Resumerend zet Javier Guzman met Bot een goed programma neer. Hij is precies zoals hij altijd geweest is; een stand-upper met een stevige stapel grappen, die hij op een snel tempo op zijn publiek afvuurt. Wel vind ik het jammer dat hij zich nauwelijks lijkt te ontwikkelen. Hij draait zijn verhaal af, maar het verrast je als kijker nauwelijks meer. Daardoor is Bot een goede DVD, maar Guzman is het wel aan zijn stand verplicht om binnenkort meer uit zichzelf te gaan halen. We hebben in het televisieprogramma 100% Ab gezien dat hij tot veel meer in staat is, het zou mooi zijn als we dat weer te zijn krijgen.

Boeken / Fictie

‘Lekker is een gemaksziekte’

recensie: Ronald Giphart - Troost

Koken is een kunst, een goede kok is een kunstenaar. Kunstenaar zijn betekent hartstocht en passie bezitten en dat is altijd een goed ingrediënt voor een boek. Daar komt bij dat kunstenaars vaak diep in hun hart onzeker zijn of ondanks hun succes hunkeren naar meer, of iets anders. Zo ook Art Troost, de kok aan wie de nieuwe roman van Ronald Giphart zijn titel dankt.

Art Troost is een sterrenkok met een eigen kookshow. Dat televisieprogramma wordt opgenomen op een chateau in Normandië, in de keuken van een rivaal. Conflict nummer één. Gasten van het programma zijn deze keer een wulpse actrice en een betweterige filosoof, die al de eerste ochtend bij elkaar in bed worden aangetroffen. De filosoof eist dat zijn slippertje buiten beeld gehouden wordt. Conflict nummer twee. Troost zelf heeft een verbroken liefdesrelatie nog niet verwerkt. Conflict nummer drie en vier, want de bezoekende actrice windt elk manspersoon om haar vingers. Het vijfde conflict is een blokkade van Franse boeren waardoor het chateau zonder eten komt te zitten. Tel daar nog wat andere verwikkelingen bij op en je hebt de ingrediënten voor een ramp zoals die alleen bij Giphart voor kan komen.

Betekenisloos

~

Het voorwerk (Giphart heeft, naar verluidt, de nodige ervaring als chefkok en heeft zich laten voorlichten door Pierre Wind) is zeer gedegen, dat straalt eraf. Niet alleen door te goochelen met termen, maar ook door een subtiel soort liefde voor voedsel ten toon te spreiden, weet Giphart te overtuigen als iemand die weet hoe een keuken werkt. De stijl is vlot en de toon luchtig, de verwikkelingen spannend. En Troost is een typische Giphart: een hoofdpersoon met een grote mond en een klein hartje raakt verstrikt in een kluwen van problemen, conflicten en ruzies en uiteindelijk gaat in een dampende climax alles verkeerd, waarna de hoofdpersoon een loutering doormaakt.

Geen stilte

De personages in Troost zijn bijna allemaal bijzonder gevat en adrem. Dat geeft het boek een vlotte toon, want de spitsvondige opmerkingen en woordgrapjes vliegen je om de oren. En hoewel Troost en de mensen om hem heen goede figuren zouden zijn om een saai feestje op te leuken, word je van al die overdaad aan grappigheid en goedgeplaatste opmerkingen toch behoorlijk moe.

Net als voetbaltrainers, filmregisseurs, schrijvers, hoofdredacteuren, dirigenten, noem maar op, zijn topkoks zonder uitzondering onuitstaanbare egomegalomane lieden die de wijsheid pachten van God, over alles en vooral iedereen een vernietigende mening hebben, elkaar het licht in de ogen niet gunnen en bereid zijn te allen tijde een harde concurrentiestrijd te voeren.

Niemand hoeft ooit langer dan een seconde na te denken over een antwoord, behalve dan af en toe de hoofdpersoon. Niemand stottert en in een gesprek vallen nooit stiltes omdat iemand niet meer weet wat hij moet zeggen. Dat maakt dat de personages in Troost na verloop van tijd aanvoelen als perfect geprogrammeerde robots. Ze lijken leuk en intelligent en interessant, maar wat ze uitkramen heeft geen enkele diepte.

Troost is vooral een lekker boek: vakkundig en snel. Maar, zoals de chef het zelf zegt:

Lekker mag wat mij betreft zo snel mogelijk worden geschrapt uit de voedselencyclopedie. Lekker is een gemaksziekte. Vroeger betekende lekker ‘kieskeurig’ of ‘op goed eten gesteld’, en dat is een betekenis waarmee ik zou kunnen leven. Maar net als het woord ‘leuk’ is het hedendaagse ‘lekker’ afgekalfd en van zijn betekenis ontdaan, en het wordt voornamelijk misbruikt door fabrikanten van inspiratieloze massabagger, en obers van zoveelderangs smaakpapilverkrachters. ‘Was het lekker?’

Hoewel kok Troost meer eist dan het commentaar ‘lekker’, lijkt diens geestelijk vader met het betekenisloze predikaat wel degelijk tevreden. De combinatie van ingrediënten in Troost is goed, maar niet verrassend. De smaak van dit boek is gedegen, maar niet fris. Troost is kortom, alles wat een topkok probeert te vermijden. Een bekend gerecht, klaargemaakt volgens de gebruikelijke manier, opgediend op vertrouwde wijze. Meer dan ‘lekker’ is er niet van maken.

Film / Films

Een zotte verliefdheid

recensie: My Summer of Love

Een groot, wit paard vult driekwart van het beeld. Op zijn kop, schuin van onder gefilmd. Vanaf zijn rug buigt een meisje zich in het shot. De zon is fel en zorgt ervoor dat het een vaag beeld is, omlijnd met licht. Het geeft de eerste ontmoeting van de in de berm slapende Mona – letterlijk gezien door haar ogen – met Tamsin tegelijkertijd iets vervreemdends en iets sprookjesachtigs.

~

My Summer of Love is het verhaal van een amour fou op het Engelse platteland. Tamsin (Emily Blunt) en Mona (Natalie Press) herkennen elkaars eenzaamheid en voelen zich gevangen in de lege wereld van het dorp. Ze weten allebei dat deze vriendschap, die vrij abrupt verandert in een verhouding, eindig is. De rijke Tamsin zal na de zomer teruggaan naar kostschool en de eenvoudige Mona blijft achter in het dorp. Dat ze zich desondanks vol overgave in de affaire storten, voelt toch logisch. Er is niets te verliezen.

Draaimolen

Met desoriënterende beelden brengt de Pools-Engelse regisseur Pawel Pawlikowski de waanzin van een zotte verliefdheid heel dichtbij. De meisjes dompelen zich onder in een wereld van alcohol, lome zomermiddagen, sigaretten, seks en drugs. Gezichten worden gefilmd in close-ups, soms met een voorbij flitsende achtergrond. Alsof je in een draaimolen zit, gefocust op één persoon, met een licht tintelend gevoel in je buik.

Menopauze

~

Tegelijkertijd is het contrast tussen de meisjes voortdurend aanwezig, al vanaf de eerste ontmoeting. Tamsin, op wit paard, met dure, rode, goedzittende kleding. Mona, op brommer zonder motor, met een goedkoop, roze, typisch anita-achtig topje. Het klassenverschil is geen échte issue: het is er, maar wordt met subtiele humor behandeld. Als Tamsin Mona vraagt hoe haar toekomst eruit ziet, schetst ze een beeld van een bullebak van een echtgenoot, een reeks kinderen met problemen, lange, zware dagen tijdens een baan in een abattoir en dan wachten op de menopauze, of kanker.

Schimmige roes

Als de beloftes en obsessies groeien en de wereld om hen heen steeds meer inkrimpt, krijgt de draaikolk waarin de meisjes zich laten meevoeren iets onheilspellends. Mona’s broer Phil (Paddy Considine) – een fanatieke new-born Christian – ziet in hun ‘vriendschap’ het werk van de duivel. En geleidelijk krijgt de roes iets schimmigs: hoe puur is deze zomerliefde eigenlijk? Bij gesprekken schokt de camera soms even, bijna alsof het per ongeluk is. Het dwingt je te focussen op de gezichten, op hun uitdrukkingen en op wat zij proberen te verbergen: waar eindigt de waarheid en begint de leugen? Pawlikowski zet je voortdurend op het verkeerde been.

BAFTA

Leugens en waarheid, niets te verliezen en tegelijkertijd alles, passie en verveling, angst en onbezorgdheid: dit spel met paradoxen leverde een BAFTA op voor beste Britse film. Het is een ontsporende droom, My Summer of Love. Een prettige, een enge, maar vooral een fascinerende.

Lees ook het interview dat we hadden met regisseur Pawel Pawlikowski.

Film / Films

Melodrama met een grote M

recensie: Dear Frankie

Frankies wereld speelt zich voornamelijk af in zijn hoofd. Letterlijk en figuurlijk. Door zijn handicap – hij is doofstom – hoor je alleen zijn ‘inner voice’. Hij droomt over een wereld onderwater en over de reizen die zijn vader per schip aflegt. Met vlaggetjes prikt hij de route nauwkeurig op een grote wereldkaart.

~

Dear Frankie is vooral een intieme film. Omdat Frankies moeder regelmatig verhuist, is de wereld aangenaam klein: hun kennissenkring in het kleine Schotse kustplaatsje bestaat uit een handjevol mensen. De afstanden zijn er kort: Frankie wandelt naar school en terug. Zijn moeder Lizzie reist naar een postzegelhandelaar. Daar schrijft ze in naam van Frankies vader brieven naar haar zoon, verzint ze de prachtigste avonturen en sluit ze de mooiste exotische postzegels in. Zo verbergt ze dat ze zijn echte vader halsoverkop heeft verlaten.

Nepvader

~

Een slim, charmant joch met een handicap, een moeder met een geheim, een serveerster in een fish-and-chips-zaak met een gouden hart: natuurlijk is het Melodrama met een grote M. Bovendien lijkt het alsof de scenarioschrijver Andrea Gibb met moeder Lizzie de greep op het gebeuren verliest. Als de door zijn moeder verzonnen boot Accra opeens echt bestaat, aanmeert in de stad waar Frankie woont én hij zijn vader uitnodigt voor een voetbalwedstrijd, is dat natuurlijk hét moment om met de waarheid te komen. Lizzie denkt daar anders over: zij huurt een man in die voor een dag de vader van Frankie moet spelen. Waarom? “Die brieven zijn de enige manier om zijn stem te horen.” De nepvader weet vervolgens niet van wijken en ondertussen duikt ook de echte vader van Frankie weer op. Ja ja.

Luchtje

Dat je het verhaal toch blijft geloven, ligt deels aan de prestaties van de acteurs. Jack McElhone is vertederd en ondeugend in één. Ook de andere karakters zijn overtuigend menselijk. Toch is het vooral de verdienste van regisseur Shona Auerbach. Ze neemt de kijker mee naar Schotland waar het altijd druilerig is en alles een bruin-groene zweem over zich heeft. Dat wordt versterkt door het camerawerk, dat feilloos speelt met de lijnen en de lichtval. Wie de herinneringen aan sterkere films met dezelfde sfeer (Young Adam, Wilbur Wants To Kill Himself) weet te verdringen, ziet hoe de prachtige vormgeving het absurde van het verhaal kan compenseren. Net zoals Frankie zich enthousiast voor de gek laat houden door zijn moeder: er zit een luchtje aan, maar het vóelt allemaal zo echt.