Tag Archief van: 8WEEKLY

Theater / Voorstelling

Hemels gezang en humoristische nonnen

recensie: Sister Act de musical
0X5A7596-EditDanny Kaan

Wat is een goede onderduikplek voor een nachtclubzangeres die getuige is van een moord? Inderdaad, een klooster: de plek waar zangeres Deloris zelf liever ook niet is. De komische film Sister Act met Whoopi Goldberg was in de jaren ’90 een groot succes, maar is de nieuwe Nederlandse musicalversie net zo grappig?

In 1992 kwam deze komedie als film uit en kreeg later zelfs een deel 2. Nonnen rennend in een casino om een stel gangsters af te leiden, dit soort iconische scenes blijven grappig. Joop van den Ende en Whoopi Goldberg werkten samen aan de musicalversie van Sister Act die in 2009 op het Londense West End in première ging en later werden er over de hele wereld verschillende versies opgevoerd van Broadway tot Duitsland. De Nederlandse versie draaide in theaterseizoen 2013-2014 met Carolina Dijkhuizen en Simone Kleinsma in de hoofdrol. Nu, tien jaar later, brengen Medialane en de Theateralliantie weer een nieuwe versie van deze musicalkomedie naar het theater met April Darby als Deloris en Sanne Wallis de Vries als Moeder Overste.

Zingende nonnen

Nachtclubzangeres Deloris (April Darby) ziet haar vriend Curtis (Robert van den Bergh) iemand vermoorden en meldt zich geschrokken bij de politie. Agent Harry (Freek Bartels) overtuigt haar om te getuigen, zodat haar vriend, gangster Curtis, achter de tralies komt. In afwachting van het proces moet ze onderduiken in een klooster en dit zorgt voor veel ongemakkelijke en grappige situaties. Deloris gaat bij het vals zingende nonnenkoor en zorgt ervoor dat het koor een ware transformatie ondergaat en een ware hit wordt. Maar al die aandacht voor het koor en de kerk zorgt voor problemen, want de kans dat Deloris’ onderduikadres bekend wordt, wordt steeds groter.

De musical vertelt vrijwel hetzelfde verhaal als de film, alleen speelt het zich af in de jaren ’70 wat zorgt voor lekkere disconummers. Een goede oplossing, want de hits uit de film (bijvoorbeeld ‘I wil follow him’) mogen door een rechtenkwestie niet in de musical gebruikt worden. Gelukkig zijn nummers als ‘Ik wil genade’, ‘Fabulous Baby’ en ‘Zondagmorgenpassie’ ook heerlijk feestelijk en swingend.

Deze nieuwe musicalversie is gemoderniseerd, maar erg veel is er niet veranderd en dat lijkt ook niet echt nodig. Zo is ‘Natte Harry’ nu ‘Slome Harry’, maar voor het grootste deel is gewoon gebruik gemaakt van de vertaling van Martine Bijl.

Een echte komedie

Sister Act blinkt uit in zang én humor. April Darby zingt als Deloris moeiteloos de sterren van de hemel en ook het nonnenkoor heeft na de transformatie een aantal catchy nummers die je bijblijven. Bovendien is deze show een echte musicalkomedie en zit net als de film vol (woord)grappen en grappige situaties. Denk aan: ‘Hosti hamkaas’, ‘Het heilige beest’ en Deloris die iedereen maar ‘Gods rijke zegen’ blijft wensen. Grappen die op papier zo ontzettend flauw klinken, maar die op toneel tot leven komen en zorgen voor veel gelach.

Waar April Darby vooral indruk maakt door haar stemgeluid, doet Sanne Wallis de Vries dit met haar humor. Ze speelt een strenge, nukkige Moeder Overste die stiekem toch ook wel geniet van een goed zingend koor. Sanne weet met wat details, bijvoorbeeld een rare beweging hier en daar, de zaal aan het lachen te krijgen. Bovendien speelt ze ook goed in op de reactie van de zaal en lijkt er af en toe zelfs plaats voor wat improvisatie.

Ook een aantal bijrollen valt behoorlijk op met hun komische scenes, die ieder voor kleine hoogtepuntjes in het verhaal zorgen. Freek Bartels (alternate Harry, hij speelt deze rol afwisselend met Samir Hassan) is grappig en ontroert als slome Harry in het gelijknamige nummer. Robert van den Bergh, die vaak vriendelijke bijrollen speelt, blijkt een prima slechterik in zich te hebben schuilen als gangster Curtis met ‘Want ze blijft mijn meissie’. Het trio gangsterhulpjes is met ‘Hee, dame in het zwart’ ook zeker het noemen waard als sterk humoristisch nummer.

Kortom, voor deze versie van Sister Act geldt hetzelfde als voor de heropvoering van Saturday Night Fever: hadden we per se een nieuwe modernere versie van deze musical nodig? Nee, maar Sister Act zorgt voor een zorgeloze, grappige en feestelijke avond uit en dat escapisme is in deze tijd ook erg fijn.

Theater / Voorstelling

Hemels gezang en humoristische nonnen

recensie: Sister Act de musical
0X5A7596-EditDanny Kaan

Wat is een goede onderduikplek voor een nachtclubzangeres die getuige is van een moord? Inderdaad, een klooster: de plek waar zangeres Deloris zelf liever ook niet is. De komische film Sister Act met Whoopi Goldberg was in de jaren ’90 een groot succes, maar is de nieuwe Nederlandse musicalversie net zo grappig?

In 1992 kwam deze komedie als film uit en kreeg later zelfs een deel 2. Nonnen rennend in een casino om een stel gangsters af te leiden, dit soort iconische scenes blijven grappig. Joop van den Ende en Whoopi Goldberg werkten samen aan de musicalversie van Sister Act die in 2009 op het Londense West End in première ging en later werden er over de hele wereld verschillende versies opgevoerd van Broadway tot Duitsland. De Nederlandse versie draaide in theaterseizoen 2013-2014 met Carolina Dijkhuizen en Simone Kleinsma in de hoofdrol. Nu, tien jaar later, brengen Medialane en de Theateralliantie weer een nieuwe versie van deze musicalkomedie naar het theater met April Darby als Deloris en Sanne Wallis de Vries als Moeder Overste.

Zingende nonnen

Nachtclubzangeres Deloris (April Darby) ziet haar vriend Curtis (Robert van den Bergh) iemand vermoorden en meldt zich geschrokken bij de politie. Agent Harry (Freek Bartels) overtuigt haar om te getuigen, zodat haar vriend, gangster Curtis, achter de tralies komt. In afwachting van het proces moet ze onderduiken in een klooster en dit zorgt voor veel ongemakkelijke en grappige situaties. Deloris gaat bij het vals zingende nonnenkoor en zorgt ervoor dat het koor een ware transformatie ondergaat en een ware hit wordt. Maar al die aandacht voor het koor en de kerk zorgt voor problemen, want de kans dat Deloris’ onderduikadres bekend wordt, wordt steeds groter.

De musical vertelt vrijwel hetzelfde verhaal als de film, alleen speelt het zich af in de jaren ’70 wat zorgt voor lekkere disconummers. Een goede oplossing, want de hits uit de film (bijvoorbeeld ‘I wil follow him’) mogen door een rechtenkwestie niet in de musical gebruikt worden. Gelukkig zijn nummers als ‘Ik wil genade’, ‘Fabulous Baby’ en ‘Zondagmorgenpassie’ ook heerlijk feestelijk en swingend.

Deze nieuwe musicalversie is gemoderniseerd, maar erg veel is er niet veranderd en dat lijkt ook niet echt nodig. Zo is ‘Natte Harry’ nu ‘Slome Harry’, maar voor het grootste deel is gewoon gebruik gemaakt van de vertaling van Martine Bijl.

Een echte komedie

Sister Act blinkt uit in zang én humor. April Darby zingt als Deloris moeiteloos de sterren van de hemel en ook het nonnenkoor heeft na de transformatie een aantal catchy nummers die je bijblijven. Bovendien is deze show een echte musicalkomedie en zit net als de film vol (woord)grappen en grappige situaties. Denk aan: ‘Hosti hamkaas’, ‘Het heilige beest’ en Deloris die iedereen maar ‘Gods rijke zegen’ blijft wensen. Grappen die op papier zo ontzettend flauw klinken, maar die op toneel tot leven komen en zorgen voor veel gelach.

Waar April Darby vooral indruk maakt door haar stemgeluid, doet Sanne Wallis de Vries dit met haar humor. Ze speelt een strenge, nukkige Moeder Overste die stiekem toch ook wel geniet van een goed zingend koor. Sanne weet met wat details, bijvoorbeeld een rare beweging hier en daar, de zaal aan het lachen te krijgen. Bovendien speelt ze ook goed in op de reactie van de zaal en lijkt er af en toe zelfs plaats voor wat improvisatie.

Ook een aantal bijrollen valt behoorlijk op met hun komische scenes, die ieder voor kleine hoogtepuntjes in het verhaal zorgen. Freek Bartels (alternate Harry, hij speelt deze rol afwisselend met Samir Hassan) is grappig en ontroert als slome Harry in het gelijknamige nummer. Robert van den Bergh, die vaak vriendelijke bijrollen speelt, blijkt een prima slechterik in zich te hebben schuilen als gangster Curtis met ‘Want ze blijft mijn meissie’. Het trio gangsterhulpjes is met ‘Hee, dame in het zwart’ ook zeker het noemen waard als sterk humoristisch nummer.

Kortom, voor deze versie van Sister Act geldt hetzelfde als voor de heropvoering van Saturday Night Fever: hadden we per se een nieuwe modernere versie van deze musical nodig? Nee, maar Sister Act zorgt voor een zorgeloze, grappige en feestelijke avond uit en dat escapisme is in deze tijd ook erg fijn.

Film / Films

Een magisch meesterwerk

recensie: Wicked: Part I - Jon M. Chu
Cynthia Erivo en Ariana Grande als Elphaba en GlindaUniversal Pictures

Menig musicalfan keek reikhalzend uit naar het moment dat Wicked eindelijk in de bioscoop zou verschijnen. Hele algoritmen op social media draaiden de laatste maanden alleen nog maar om deze langverwachte film van regisseur Jon M. Chu, met Ariana Grande en Cynthia Erivo in de hoofdrollen. En laten we het maar meteen zeggen: de film overtreft alle verwachtingen.

In een interview zei Jon M. Chu dat hij zich heeft voorgenomen om de ziel van de Broadway-musical zo nauwgezet mogelijk te vertalen naar het grote scherm, en dat is te merken in elke scène. De musical, die sinds zijn première in 2003 een wereldwijd fenomeen is geworden, draait om de vriendschap tussen de groene Elphaba en de blonde Glinda (of, zoals ze zichzelf graag noemt, Galinda). Dit verhaal over loyaliteit, identiteit en de dunne lijn tussen goed en kwaad blijft even krachtig en relevant als toen het voor het eerst op de planken verscheen.

Chu heeft er zichtbaar alles aan gedaan om dit complexe en magische verhaal recht te doen. Het opsplitsen van de film in twee delen is een slimme keuze geweest, omdat het hem de ruimte geeft om alle lagen van het verhaal gedetailleerd uit te werken. Het voelt als een liefdesbrief aan de fans en aan het origineel, zonder ooit in nostalgie te verzanden.

Waanzinnige sets en kostuums

Het Land van Oz is in deze film een waar visueel spektakel. Van de Smaragdstad tot de onheilspellende bossen en de Universiteit Shiz, elk decor ademt leven en magie. De aandacht voor detail is verbluffend; het is alsof de sets rechtstreeks uit je eigen verbeelding zijn geplukt. Je ziet en voelt de passie van de ontwerpers in elke scène, wat de positieve kijkervaring alleen maar versterkt. Ook de kostuums lijken direct uit de musical te zijn gehaald, met een perfecte balans tussen extravagantie en authenticiteit. Van Glinda’s schitterende jurken tot Elphaba’s iconische hoed en cape – elk ontwerp is doordacht en versterkt de karakters.

Uitblinkende cast

Cynthia Erivo en Ariana Grande overtreffen de hoge verwachtingen in hun vertolkingen van Elphaba en Glinda. Erivo brengt een rauwe emotie in haar zang en acteerwerk die je bij de keel grijpt, terwijl Grande een onverwacht komische kant van zichzelf laat zien in haar sprankelende uitvoering van ‘Popular’. Haar timing is onberispelijk, en vocaal weet ze moeiteloos te overtuigen.

Jonathan Bailey schittert als prins Fiyero en maakt van ‘Dancing Through Life’ een hoogtepunt van de film. Zijn charisma spat van het scherm, en hij laat zien dat hij veel meer is dan alleen die knappe man uit de serie Bridgerton, waar de meesten hem van zullen kennen. Jeff Goldblum als de tovenaar en Michelle Yeoh als Madame Morrible voegen extra klasse toe met hun krachtige prestaties. Ook het ensemble verdient lof; het vakmanschap en de chemie binnen de cast maken het een feest om naar ze te kijken.

Meeslepende muziek

De muziek van Stephen Schwartz is altijd al een belangrijk onderdeel van Wicked geweest, en Chu heeft besloten dicht bij de oorspronkelijke arrangementen te blijven. De nummers die fans al jaren kennen en liefhebben – van ‘Defying Gravity’ tot ‘What Is This Feeling?’ – klinken fris en vernieuwend, zonder hun essentie te verliezen. De orkestraties zijn groots en meeslepend, waardoor de emoties in de film nog sterker worden. Er werd vooraf gevreesd voor een ‘Lion King-scenario’, waarbij de liedjes zo zouden worden aangepast dat ze hun herkenbaarheid verliezen. Gelukkig is dat hier absoluut niet het geval. De muziek vormt een solide brug tussen het theater en de bioscoop, en vanaf de eerste noten van de opening ben je volledig ondergedompeld in de wereld van Wicked.

Die onderdompeling is zo krachtig, dat je nauwelijks in de gaten hebt dat de film eindigt. De laatste scène laat je snakken naar het tweede deel, maar helaas moeten we nog even geduld hebben. Dit verschijnt pas volgend jaar in november. Gelukkig kun je in de tussentijd het eerste deel zo vaak zien als je wilt.

 

Wicked: Part I is vanaf 4 december te zien in de bioscoop.

Theater / Voorstelling

Dwars door de angst heen

recensie: BANG - Hanneke van der Paardt

In de kleine zaal van Frascati geeft Hanneke van der Paardt haar voorstelling BANG. Het stuk, geschreven in de winter van 2022 toen ze deel uitmaakte van het ensemble in Theaterhaus Jena, werd in Duitsland goed ontvangen. Na diverse lezingen en een Duitse première in 2023, brengt Hanneke dit persoonlijke stuk nu naar Nederland. BANG is een monoloog over angst zonder dat Hanneke ook maar een seconde als een bang iemand overkomt. ‘Ik ben bang dat ik geen connectie kan maken met mensen,’ zegt Hannneke, terwijl ze het publiek recht in de ogen kijkt.

Het decor van de voorstelling toont een reconstructie van het kleine bovenkamertje in Theaterhaus Jena waar Hanneke de tekst van BANG schreef. Dit is de plek waar ze in haar eentje haar ervaringen met angst op papier zette. Het kamertje om haar heen biedt een veilige afscheiding van de buitenwereld, maar werkt ook isolerend: haar woorden lijken tegen de muren terug te kaatsen. Het decor fungeert daarmee als méér dan een fysieke ruimte. Het dient als een metafoor voor de echo’s die ronddolen in haar hoofd.

Timing, humor en charisma

Hanneke speelt in BANG geen personage; ze is zichzelf. Haar openheid werkt ontwapenend. Het maakt de voorstelling intiem, maar ook verrassend licht, als een gesprek met een goede vriendin. Ze deelt uiterst specifieke angsten, zoals het idee dat ogen haar aanstaren vanuit bloemenstengels, of de ongemakkelijkheid die ze voelt door de blikken van modellen op tijdschriftcovers. Hannnekes timing, gevoel voor humor en charisma maken de voorstelling ondanks het thema bovenal hilarisch, er klinkt steeds veel gelach uit de zaal.

De blikken van Lisa

Een diepere laag ontstaat wanneer Hanneke terugblikt op haar jeugd. Ze vertelt over haar onveilige thuissituatie en de psychische problemen van haar zus Lisa, die worstelde met schizofrenie en psychoses. ‘De blikken in Lisa’s ogen’, blijven Hanneke achtervolgen en duiken op in haar angsten: in bloemstelen, in de blikken van modellen, in anderen niet aan durven kijken.

Hanneke vergelijkt angst met asbest: iets wat je ongemerkt inademt en waarvan de gevolgen pas jaren later zichtbaar worden. Deze observatie maakt van angst iets dat niet plotseling verschijnt, maar iets dat zich langzaam en geniepig vastzet in een lichaam.

In het licht

Hanneke is bang voor veel dingen, maar zeker niet om zichzelf in de strijd te gooien en kwetsbaar op te stellen op het podium. Paradoxaal genoeg maakt haar openheid haar sterk: Hanneke durft op het podium te staan en kwetsbaar te zijn, iets waar veel mensen als de dood voor zijn. Opvallend is dat het publiek in het eerste deel van de voorstelling in zaallicht blijft zitten, Hanneke kijkt daardoor ook specifieke mensen uit het publiek in de ogen.

Cirkelgedachten

foto: Joachim Dette

De kracht van BANG ligt niet alleen in de inhoud, maar ook in de structuur van de voorstelling. Angst wordt niet lineair neergezet maar als een eindeloze cyclus. Bang zijn, frustratie over die angst, de wens om te verbeteren, de teleurstelling wanneer dat niet lukt, en dan weer terug bij de angst. Hanneke toont in haar lichaamstaal en spel de frustratie van deze cirkelgedachten, met als toppunt een stuk waar ze staand voor de microfoon schreeuwt en om zich heen slaat in tik-achtige bewegingen. Je voelt als toeschouwer de beklemming van gedachten die eindeloos rond blijven draaien. Dit wordt versterkt door het decor, dat Hanneke letterlijk gevangen houdt in haar eigen woorden. De dramaturgie van angst – de cyclische aard ervan – komt zo op meerdere niveaus tot leven.

Een venster naar buiten

Het einde van de voorstelling biedt een moment van verlichting. Terwijl een warm, oranje licht door het raam van het kamertje schijnt, een schril contrast met het TL licht van daarvoor, kijkt Hanneke erdoor naar buiten. Ze beschrijft momenten van rust, bijvoorbeeld als ze buiten een boom met kraaien ziet die wegvliegen als ze niest of wanneer ze tijdens een vakantie in haar maillot en met de warmte van een kachel tegen haar rug de krant leest. Ook zien we allerlei screenshots en foto’s van Hannekes telefoon op de achterwand voorbijkomen. Er is muziek. Gewoon zijn en ‘alles mogen laten schieten.’ Dit laatste deel ontroert na al die innerlijke strijd van daarvoor.

Jij

Ook spreekt ze in dat laatste deel voor het eerst een ‘jij’ aan.

‘Ik weet niet of ik bang blijf.

Ik heb in elk geval geen zin dat jij dat gaat zitten vrezen wie je dan ook bent.

Jij mag niet bang zijn over mij of voor mij.’

Het lukt Hanneke niet de angsten te stoppen, ‘morgen weer proberen’, zegt ze. Maar wat haar wel lukt is om door al die lagen en cirkels van angsten en gedachten tóch naar buiten te kijken, uit het venster, naar een ander, een ‘jij’.

 

Concept, tekst en spel: Hanneke van der Paardt
Regie: Gillis Biesheuvel
Decor- en lichtontwerp: Maarten van Otterdijk
Techniek: Martijn Huisman en Edo Stolk
Beeld en vormgeving poster/flyer: Marc Elisabeth
Trailer: Marte Bosma
Scènefoto’s: Joachim Dette
Met dank aan: Lizzy Timmers, Max Wind, Remy Meeuwsen en Jasper van der Pijl

In coproductie met: Theaterhaus Jena

Boeken / Non-fictie

De persoonlijke schatten van Miranda Hart

recensie: I Haven’t Been Entirely Honest With You – Miranda Hart

In I Haven’t Been Entirely Honest With You beschrijft cabaretière en actrice Miranda Hart haar persoonlijke reis door chronische ziekte en herstel. Door middel van haar kenmerkende humor en kwetsbaarheid deelt ze haar eigen ervaringen, lessen en inzichten, die een inspirerend perspectief bieden op het vinden van balans na een zware periode.

Miranda Hart is bij velen bekend als cabaretière, ster van de BBC-sitcom Miranda en actrice in Call the Midwife. Daarnaast schreef ze eerder humoristische boeken zoals Peggy and Me en Is It Just Me?, waarin haar absurde humor en gedachtegangen de boventoon voerden. Haar nieuwste werk, I Haven’t Been Entirely Honest With You, slaat echter een andere weg in. Hoewel de humor niet volledig ontbreekt, richt dit boek zich op een serieuzer thema: haar decennialange strijd met een chronische ziekte en het vinden van herstel en balans.

Harts schatkist

Hart kiest ‘the collapse’ als beginpunt van haar boek: een moment waarop ze letterlijk instortte en niet meer van de grond kwam. Ze beschrijft hoe het eigenlijk al slecht met haar ging, dat de artsen haar maar niet konden helpen en ze zichzelf te bezwaard voelde om haar naasten om hulp te vragen. Maar ze benoemt ook dat een dieptepunt vergezeld wordt met hoop. Ze besluit door te blijven aandringen bij artsen dat er iets mis is en beschrijft zo haar weg naar – eindelijk – een diagnose. Ze leert de onderliggende oorzaak kennen en leert hoe ze zichzelf moet aanpassen aan een leven met beperkingen. Hiervoor beroept ze zichzelf op een lading boeken die ze van verschillende psychologen en sociologen heeft gelezen, maar vooral ook op een lading zelfhulpboeken. Ze probeert daarin het kaf van het koren te scheiden en verwoordt haar lessen uit deze reis als ‘treasures’ met thema’s als zelfcompassie, rouw en het accepteren van jezelf.

Elk hoofdstuk draait om een specifieke ‘treasure’ – praktische lessen en inzichten verweven met persoonlijke anekdotes en reflecties. Hart wisselt serieuze momenten, zoals haar worsteling met medische onbegrip of rouw, af met luchtige intermezzo’s vol slapstickachtige humor en onhandige acties. Dit maakt het boek toegankelijk en verlicht de zwaardere thematiek. Tegelijkertijd kan de constante afwisseling de inhoud wat langdradig maken. De humor, hoe charmant ook, wringt soms met de diepere overdenkingen over ziekte en herstel, waardoor het boek op enkele punten onsamenhangend overkomt.

Dubbele boodschap voor chronisch zieken

Voor lezers met een chronische ziekte biedt dit boek zowel herkenning als mogelijke frustratie: Harts ervaringen met onbegrip van artsen en de impact van ziekte worden met pijnlijke eerlijkheid gedeeld, wat voor veel van hen kan aanvoelen als een wrang feest der herkenning. Anekdotes zoals die over de diagnose ‘TATT’ (Tired All The Time) zijn schrijnend herkenbaar: deze diagnose kreeg Hart van een arts, wat zijn manier was om haar klachten af te doen als onverklaarbaar of ingebeeld. Toen ze vroeg wat de term betekende, kreeg ze te horen dat het wordt gebruikt voor patiënten die weigeren te accepteren dat er niets mis is. Later bleek er wél een medische oorzaak, wat de pijnlijke realiteit blootlegt waarmee veel chronisch zieken te maken krijgen. Harts zoektocht naar betekenis en herstel, gecombineerd met haar openhartige verhalen, biedt zowel herkenning als troost, maar kan ook confronterend zijn.

Tegelijkertijd kan Harts suggestie dat herstel deels afhangt van het aanpassen van gedachtepatronen gevoelig liggen. Het boek kan daardoor voor chronisch zieken, die vaak te maken hebben met stigma en gaslighting door medische professionals, onbedoeld problematisch of zelfs triggerend zijn. Het boek is krachtig wanneer het wordt gelezen als een persoonlijke zoektocht, maar vraagt om nuance en begrip dat Harts ervaring niet universeel is. Voor wie deze balans kan waarderen, biedt haar verhaal een inspirerende en ontroerende kijk op ziekte, herstel en betekenis.

Herkenbaar en onderscheidend genre

I Haven’t Been Entirely Honest With You past naadloos in het genre dat mijn partner en ik grappend het ‘Depressieve Vrouwenboek’ zijn gaan noemen. Boeken in dit genre, zoals My Mess is a Bit of a Life (Georgia Pritchett) en I Want to Be Where the Normal People Are (Rachel Bloom), volgen vaak een vergelijkbare formule: persoonlijke verhalen, doorspekt met humor, waarin bekende schrijfsters vaak hun achtergrond in comedy en theater verweven met serieuze thema’s zoals mentale gezondheid en levenslessen. Hart sluit hier naadloos bij aan met haar hilarische en kwetsbare anekdotes en belangrijke inzichten. Toch onderscheidt dit boek zich door de focus op haar strijd met een chronische ziekte en de praktische lessen die ze uit zelfhulpboeken haalt.

Met I Haven’t Been Entirely Honest With You bewijst Miranda Hart dat ze meer is dan alleen een komiek. In dit boek laat ze haar kwetsbare kant zien en deelt ze de lessen die ze heeft geleerd uit haar persoonlijke ervaringen. Het blijft echter belangrijk om te benadrukken dat het gaat om háár verhaal – een persoonlijke reis, geen medisch handboek of universele handleiding. Voor wie meer zoekt dan een patiëntenperspectief met een humoristische insteek, biedt wetenschappelijker literatuur wellicht een betere basis. Dit boek is vooral een bron van troost en herkenning voor lezers die worstelen met soortgelijke uitdagingen en biedt ook waardevolle inzichten voor fans die haar van een nieuwe kant willen leren kennen. Kortom: een boek met een lach, een traan en genoeg stof tot nadenken.

Film / Films

Fluisterende rebellie

recensie: Small Things Like These - Tim Mielants

In het rooms-katholieke New Ross in Ierland werkt Bill Furlong (Cillian Murphy) hard om aan de kerstwensen van zijn vrouw en vijf dochters te voldoen. De stille man wordt geleefd door zijn werk en de mensen om hem heen, maar lijkt hier genoegen mee te nemen. Zijn barmhartigheid wordt op de proef gesteld wanneer hij in het lokale klooster ziet hoe de Magdalenazusters hardhandig omgaan met de jonge vrouwen die er worden opgevangen.

Vanaf een jonge leeftijd lijkt Bill zijn mond te hebben gehouden over potentiële ontucht, omdat hier simpelweg niet over gesproken dient te worden. De film toont hoe hij zijn innerlijke strijd voert terwijl hij geen teken van emotie wil laten zien aan de mensen om hem heen. We spreken met regisseur Tim Mielants, die ons meeneemt in het zeer persoonlijke verhaal dat in eerste instantie zo ver weg van hem lijkt te liggen.

Verfijnd filmwerk

De kijker wordt meegenomen in het ‘simpele’ leven van een koolhandelaar. We zien Bills werkzaamheden in zijn bedrijf. Wanneer hij in zijn auto stapt om de kolen te bezorgen, kijken we via de camera vanaf de achterbak van zijn rammelende wagen mee hoe hij van de ene naar de andere locatie rijdt. De grootste uitdagingen die Bill lijkt te hebben, zijn een plek aan zijn overbezette eettafel vinden en een gesprek met zijn scherp getongde vrouw Eileen (Eileen Walsh) doorkomen. De kleine momenten waarop we Bill diep zien nadenken, zonder te weten wat er precies achter zijn ogen schuilt, zorgen voor de meest sprekende scenes van de film.

‘Ik voelde onmiddellijk dat de stiltes belangrijker zijn dan de woorden’, zegt Mielants. Om de film tot zijn recht te laten komen heeft Mielants de gedachtesprongen die Bill maakt uitgetekend. Door terug te gaan in zijn eigen verleden en de pijn die daarbij hoort, heeft hij onderzoek gedaan naar hoe dit het beste in beeld gebracht kon worden, zonder hier teveel woorden aan vuil te maken.

Een van de eerste shots waarin de stilte het luidst spreekt, is wanneer Bill in de late avond een stoel pakt en deze voor het raam zet. Zijn uitzicht is niet veel meer dan een muur die slecht belicht wordt door een straatlantaarn. Er lopen wat figuren langs, maar deze krijgen van de camera weinig aandacht. We zien Bill met grote ogen en zonder een vin te verroeren. De pijn is direct voelbaar, maar nog niet volledig te begrijpen. De film zit vol met prachtige momenten zoals deze.

Een broederlijke samenwerking

Mielants beschrijft dat de motor van het verhaal rouw is. De Vlaamse regisseur herkende stukken van zichzelf toen hij het boek van Claire Keegan las waar de film op gebaseerd is. Als Vlaming begrijpt Mielants hoe het rooms-katholieke geloof een sterk deel uitmaakt van de maatschappij. Het is een belevingswereld die hij deelt met de hoofdpersoon Bill Furlong, waardoor hij de drang voelde om dit verhaal in film te vertellen.

Cillian Murphy as Bill Furlong and Zara Devin as Sarah Raymond in Small Things Like These. Photo Credit: Enda Bowe

Dat Cillian Murphy de hoofdrol zou spelen, was snel duidelijk. Mielants en Murphy kennen elkaar al van Peaky Blinders (zij zijn na de opnames van Small Things Like These ook direct aan de slag gegaan met het opnemen van de aankomende film Steve). Het was Murphy’s vrouw die Mielants wees op het boek van Keegan, waarna Mielants snel overtuigd was dat hij deze film moest maken. Murphy heeft tijdens zijn jeugd ervaren dat Ierse mannen zwegen over de Magdalenazusters. Over emoties werd überhaupt weinig gesproken. Mielants en Murphy hebben elkaar veel gesproken over hun eigen ervaringen met opzwellende emoties, wat voor een beter begrip van elkaar heeft gezorgd.

Mielants beschrijft dat hij en Murphy elkaars werelden hebben gedeeld. Samen hebben ze de locaties van de film bezocht, gesproken over persoonlijke ervaringen en als producent heeft Murphy meegedacht over de vertelwijze die Mielants had uitgetekend voor de film. ‘Ik heb hem uitgenodigd om heel diep te gaan’, vertelt Mielants. Voor deze kwetsbare rol, die niet te vergelijken is met die van de stoere Tommy Shelby van Peaky Blinders, wist Murphy direct wat er van hem gevraagd werd. ‘Ik denk dat Cillian altijd goed is. Hij is een onwaarschijnlijk talent.’

Zelfs buiten de set hebben de twee contact. Toen Mielants de eerste foto zag van Louis Kirwan, die de jonge Bill Furlong speelt, stuurde hij een bericht naar Murphy waarin hij grapte dat hij niet wist dat Murphy een bastaard rond had lopen. Kirwan en Murphy delen namelijk dezelfde melancholische en sprekende blauwe ogen, die in de film goed tot hun recht komen.

Een uitbarsting van emotie

Met beperkte dialogen en sterk audiodesign weet Small Things Like These de onderhuidse gevoelens van het hoofdpersonage haarfijn bloot te leggen voor de kijker. Mielants beschrijft het als de eruptie van een vulkaan, waarin de gevoelens dermate onderdrukt worden totdat dit niet langer mogelijk is. Ook al klinkt dit spectaculair, de film weet tot op het einde klein te blijven en het publiek te ontroeren door een lichtpuntje in de donkere straten van Ierland te bieden. Small Things Like These is vanaf 21 november 2024 te zien in de bioscoop.

Kunst / Expo binnenland

Nieuwe klanken voor een nieuwe toekomst

recensie: Femke Herregraven - DIALECT

Onder de oude watertoren in Delft bevindt zich een spiraalvormig ondergronds bassin. Dit is de plek waar het werk van Femke Herregraven tot leven komt. Bijna letterlijk, want de technologie die het werk omarmt ‘praat’ met de natuur van het stukje Delft.

Femke Herregraven is grafisch vormgever en onderzoeker. Haar werk richt zich onder andere op het uitpluizen van de financiële wereld en de huidige klimaatverandering. Haar werk in expositieruimte RADIUS richt zich op het ontwikkelen van een ‘taal’ op een verbeeldingsvolle manier. Herregraven ontdekt dat in een wereld die draait om geld, ook onze taal onderhevig is aan de grillen van onze economische uitwisseling. Herregraven wil samen met de directe natuur zowel binnen als buiten het gebouw waar de expositie in huist, een ruimte ontwikkelen waar een nieuwe taal kan ontstaan. De titel verwijst dus ook letterlijk naar een ‘dialect’ van onze taal. In tegenstelling tot een taal die het economisch systeem in stand houdt, wil dit werk een mogelijkheid bieden om aan deze gang van zaken te ontsnappen.

De geluiden

Femke Herregraven, Dialect (2024), foto Gunnar Meier, © RADIUS CCA

Bij binnenkomst ziet de bezoeker een grote zilveren bal. Een stukje verderop doemen kreunende bloemen op. Het lijkt wel alsof je door een duistere gulden snede loopt. Videofragmenten van wormachtige onderwaterwezens komen voorbij. De geluiden van kolkend en stromend water vullen de verschillende ruimtes. Het gebeuren mondt uit in een ruimte waar een soort apparaat staat; een druk tikkend toestel met een groene, lichtgevende bol. Af en toe klinkt er een piep. De ruimte lijkt de bezoeker haast weg te jagen met de doortastende, unheimische geluiden. Alles maakt de indruk ziek en angstig te zijn en het voelt onwennig om er dooreen te lopen. De ruimte en de werken roepen vragen op: wat is er gebeurd in deze ruimte? Wie of wat zijn de wezens die de bezoeker tegenkomt? Waar is het water gebleven dat te zien is op de fragmenten?

De tekst

Zonder achtergrondinformatie heb je als gemiddelde bezoeker geen idee waar je naar kijkt. Het advies luidt om pas ná het bezoek te lezen waar het werk over gaat. Hierdoor voelt de ervaring in de expositieruimte dieper en vreemder. De taal die wij normaliter gebruiken is geslaagd losgekoppeld van het werk. In de plaats huist een taal die op het moment zelf ontwikkeld wordt. Met behulp van sensors binnen en buiten het gebouw maakt de installatie nieuwe geluiden en ritmes. De omgeving spreekt en pas achteraf wordt duidelijk dat de vreemde wezens die de bezoeker zag eigenlijk de natuur voorstellen in een postkapitalistische wereld. Ondanks die ontdekking worden niet alle vragen kant en klaar beantwoord. Dit maakt het werk spannend en realistisch.

Na afloop is de informatie overweldigend en op het eerste gezicht erg associatief met veel losse haakjes. Het geschreven werk nodigt uit om zelf verder te reflecteren. Net als de sensors in het werk die de buitenwereld opvangen en ‘vertalen’ naar nieuwe klanken, is dit werk een uitnodiging om via de verbeelding te spelen met taal.

Theater / Voorstelling

De pijnlijke worsteling die queer-zijn oplevert

recensie: Jongensuren – Toneelschuur Producties
Jongensuren 19 © Sanne PeperSanne Peper

‘Wij zoeken onszelf’, zegt Simone, althans: een van de vier spelers die het personage Simone neerzetten. Simone is queer in de jaren 50 van de vorige eeuw. En probeer dan maar eens jezelf te vinden. Toneelschuur Producties maakt met Jongensuren een breekbare voorstelling over die zoektocht naar de eigen identiteit.

Simone is een lesbisch joods meisje uit Den Haag. Na haar eindexamen, rond 1950, vlucht ze min of meer naar Amsterdam. Zogenaamd om daar medicijnen te gaan studeren, maar ze vertrekt vooral om onder de verstikkende invloed van haar burgerlijke ouders uit te komen. En om te proberen zichzelf te zijn.
Simone is onvermijdelijk belast met trauma’s. Als joods kind moest ze tijdens de Tweede Wereldoorlog onderduiken zonder haar ouders. En gay zijn is wel heel ver van de heersende norm, en van de verwachtingen van haar ouders. Daarmee is de worsteling met de identiteit, met ‘wie ben ik eigenlijk’, onvermijdelijk een gegeven.

Gender

Het personage Simone is gebaseerd op de queer auteur Andreas Burnier, pseudoniem voor Catharina ofwel Ronnie Dessaur (1931-2002). Die schreef bijna een plank vol boeken. Onder andere het autobiografische meesterwerk Het jongensuur (1969), over een joods meisje in de puberteit dat worstelt met haar gender. Begrijpelijk dat Burniers werk juist nu weer in de belangstelling staat.

Jongensuren is uitdrukkelijk geen toneelversie van het boek. Het stuk is vooral een biografisch verhaal, gebaseerd op leven en gedachten van Andreas Burnier. Het meisje in Het jongensuur heet overigens wel Simone, en zo heet het hoofdpersonage in Jongensuren ook.

Vier acteurs

Zoals gezegd is ervoor gekozen Simone – afwisselend – te laten spelen door vier acteurs: Kirsten Mulder, Anne-Chris Schulting, Lulu Streefkerk en Hanna van Vliet. Zij spelen beurtelings ook alle andere personages.
De regieopvatting van Koen Verheijden is hier dat een personage dat onzeker is, in alles fysiek schutterig moet zijn. Dat moet hakkelen, moet struikelen over woorden en zinnen. De Simones flapperen met hun ledematen, hebben moeite met hun blikrichting, behalve wanneer ze lijfelijk worden met geliefden.

Verheijdens Simones verven zo rode rozen rood: zowel in tekst als in lichaamstaal beelden ze voortdurend onzekerheid uit. Eigenlijk zit er nergens commentaar tussen tekst en spel. Die rechtlijnigheid is jammer, een gemiste kans.
En voor humor is er ook geen ruimte. Alle scènes zijn bloedserieus, zelfs die waarin Simone met een vriendin naar Parijs gaat en ze daar zingen en dansen voor een mannenpubliek.

Wanneer Simone een herenkostuum aantrekt, of wanneer de speler een mannelijk personage neerzetten, kiest Verheijden voor een clichématige masculiene lichaamstaal, met veel wijdbeens staan, handen in de zijden, bravourig stemgebruik. Bijna karikaturaal.

Cirkelvormig doek

Het vermelden waard is het zeer fraaie en inventieve decor (scenografie: Juul Dekker) waarin Simones ‘bildung’ zich afspeelt. Het belangrijkste onderdeel daarvan is een opgespannen, cirkelvormig wit doek. Liggend vormt dat onder andere een soort circusarena, de lakens op een bed, en de geïsoleerde omgeving van een psychiatrische inrichting. Rechtop staand en scheef hangend kunnen er namen op het doek worden geprojecteerd, en het dient om de eerste seksuele verkenningen van Simone door te laten schemeren.

Kracht

De kracht van Jongensuren zit hem in het biografische verhaal en in de thematiek (tekst: Koen Verheijden). Andreas Burniers werk is geen hedendaagse kost (meer), hoewel het dunne Het jongensuur vroeger op de leeslijst van veel middelbare scholieren stond.

Burniers levensloop is eigenlijk weinig bekend, al is er een biografie over haar geschreven. Weinigen weten van haar leven als ondergedoken joodse kind, of als gay vrouw die met een man trouwde omdat dat nou eenmaal zo hoorde. Overigens verwierf Burnier/Dessaur behalve als schrijver een zekere faam als hoogleraar criminologie aan de Nijmeegse universiteit.

Zinvol is Jongensuren vooral omdat zichtbaar wordt dat queer-zijn indertijd pijnlijke worstelingen opleverde met de eigen identiteit en met de omgeving, nog erger dan de LHBTIQ+-gemeenschap vandaag de dag moet doormaken. Wij mogen denken dat hedendaagse queer mensen problemen hebben om geaccepteerd te worden; zeventig jaar geleden was er voor genderfluïde mensen simpelweg nog geen plek.

 

Gebaseerd op het werk van: Andreas Burnier
Kostuumontwerp: Hanne Pierrot
Lichtontwerp: Niels Runderkamp

Kunst / Expo binnenland

Een vrouw als spil

recensie: Marianne von Werefkin – Pionier van het expressionisme
0-0-1_FMWPim Burgers (De Fundatie)

Het draait op de expositie allemaal rond het werk van Marianne von Werefkin (1860-1938). Om te beginnen is er aandacht voor De roze salon, verwijzend naar de kleur van het behang. Een zaaltje vol portretten die ván haar als persoon zijn geschilderd, als spil van deze salon. Op de eerste overzichtstentoonstelling in Nederland, in Museum de Fundatie te Zwolle.

Marianne von Werefkin had deze roze salon in München samen met haar partner Alexej von Jawlensky, ook kunstschilder. Ze woonden er sinds 1896, nadat ze elkaar is Sint-Petersburg hadden ontmoet. Hier verbleef Von Werefkin gedurende de winter, terwijl ze zomers in Litouwen op een datsja, een buitenverblijf, woonde. In dat zaaltje botste het realisme van haar privéleermeester Ilja Repin (1888) met het nieuwe expressionisme in wording van Von Werefkin en Von Jawlensky, die op dat moment nog in München een kunstopleiding volgde. Ze trouwden niet, want dan zou Von Werefkin het pensioen van haar overleden vader verspelen.

Het realisme liep toen dood. Het heet dat Von Werefkin in 1906-1907, na een tien jaar durende zoektocht in onder meer Parijs (1903-1905), het expressionisme zou hebben uitgevonden, maar er was natuurlijk een weg daarnaartoe. En helemaal expressionistisch of abstract werd het bij haar nooit. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een pagina uit een schetsboek (1911) uit de collectie van Dick Hannema, de grondlegger van Museum de Fundatie. Mooi hoe enkele schetsboeken in diverse vitrines openliggen en niet – zoals op de recente tentoonstelling met werk van Kandinsky in H’ART Museum in Amsterdam – op een scherm met bladerfunctie vielen te zien; dat spreekt toch minder tot de verbeelding.

Invloeden en context

Die weg naar het expressionisme toe was een kronkelweg, die voor Von Werefkin langs verschillende invloeden leidde. Een scheutje naïeve kunst, zoals in De familie (1910). Een vlakverdeling à la het kubisme op Thuiskomen (1909). De invloed van Edvard Munch ook, op De landweg (1907), tot de grote ogen van een Picasso op Salomé (ca. 1930) aan toe.
Je kan ze zelf ontdekken, want de bordjes bij de kunstwerken wijzen je er niet op en dat is goed. Zelf kijken, daar gaat het om.
Wel wordt er soms aan inlegkunde gedaan, zoals bij Tragische stemming (1910) waar we lezen dat dit werk mogelijk verwijst ‘naar de stormachtige relatie tussen Werefkin en Jawlensky’. We weten dat dit, mede door zijn relatie met hun dienstmeisje en de geboorte van een zoon bij haar het geval was, maar: hoezo zie je zoiets in kunstwerken terug?

Mooi is dat er een context wordt geboden, zoals in een zaaltje met werk van Jawlensky dat in 1908-1909 tijdens bezoeken aan Murnau (Beieren) ontstond. Mogelijk onder invloed van zijn partner? Iets later sloten beide kunstenaars zich aan bij Der Blaue Reiter, die zich had vernoemd naar een bekend schilderij van Kandinsky. Hij was samen met Franz Marc de voorman van de beweging. En – mogen we inmiddels aanvullen – Von Werefkin was de voorvrouw, al wordt ze als zodanig nooit genoemd. Wat ook een beetje haar eigen schuld is, want ze hield zich altijd bescheiden op de achtergrond. Het paste, vond ze, vrouwen niet anders te doen.
Het uiten van gevoelens, expressies, speelden bij de kunstenaars van Der Blaue Reiter een grote, zo niet de grootste rol. Natuurlijk: paarden kunnen bij Der Blaue Reiter blauw zijn, maar een boom kan in de werkelijkheid toch ook écht rood zijn (De rode boom, 1910) …

0-0-18_FMW

De rode boom, Collezione Comune di Ascona, Museo Comunale d’Arte Moderna

Zwitserland en synthese

Buitengewoon intrigerend is het werk dat ze in Zwitserland (met name Ascona) maakte. Hier kwam ze terecht toen ze de Eerste Wereldoorlog ontvluchtte. Uiteindelijk was ze er alleen, want Jawlensky koos in 1921 voor het dienstmeisje en hun zoon. En zonder pensioen van haar vader, omdat ze dat als gevolg van de oorlog kwijt was geraakt. Maar ze kon het niet laten en richtte weer een kunstenaarsvereniging op: Der Grosse Bär. Haar nalatenschap kwam terecht in het Museo Comunale d’Arte Moderna in Ascona. Uit die collectie kon de Fundatie voor deze tentoonstelling rijkelijk lenen. Als aanvulling op dat ene schetsboek dat het museum zelf in bezit heeft.

De kunstwerken die in Zwitserland ontstonden, vormden een synthese van wat de schilderes eerder aan invloeden opdeed en verwerkte. Het is de natuur die hierbij een belangrijke rol speelt en die gevoelens uitdrukt. Geëngageerd was ze ook. Zie haar arbeiders of op het land werkende vrouwen, die nooit ver weg zijn. Evenmin als het geloof. En de ideeën van Kandinsky, die in 1911 een boek schreef dat ook grote invloed op onder meer Von Werefkin had: Uber das Geistige in der Kunst. Omgekeerd was zij ook belangrijk voor de ontwikkeling van Kandinsky. En Jawlensky. Dat mag, en moet worden gezegd.

Het is goed dat haar werk in deze overzichtstentoonstelling binnen de context van haar tijd eens uitgebreid wordt getoond en belicht.

Film / Films

Een echo uit het verleden

recensie: Gladiator II - Ridley Scott
FilmstillFilmdepot

Vierentwintig jaar nadat we Russell Crowe op het grote scherm in de ring hebben zien strijden, is het tijd voor een nieuw schouwspel. Ridley Scott keert terug naar de Romeinse tijd om wederom een bruut wraakverhaal over kracht en eer neer te zetten. Op de vraag die zo duidelijk in het origineel gesteld wordt, ‘Are you not entertained?’, lijkt maar één antwoord passend: natuurlijk wel!

Het verhaal begint wanneer het Romeinse leger Numidië binnenvalt ter uitbreiding van het Romeinse imperium. Lucius (Paul Mescal) leidt het inheemse leger tegen de Romeinen, die geleid worden door generaal Acacius (Pedro Pascal). De twee aanvoerders lijken aan elkaar gewaagd, maar wanneer Lucius’ leger bezwijkt onder het geweld van de Romeinen, wordt hij als krijgsgevangene naar Rome gebracht. Die eens zo mooie stad lijkt in duigen te vallen onder de leiding van een duo tirannen, die het volk eensgezind proberen te houden met bloederig vermaak in het Colosseum. Als gladiator van slavenhandelaar Macrinus (Denzel Washington) moet Lucius zich omhoog vechten, gedreven door de belofte dat hij wraak kan nemen op Acacius.

Een waardige opvolger?

Gladiator (2000) is een iconische film. De integere rol van de harde Crowe, de prachtige muziek van Hans Zimmer en de venijnige antagonist vertolkt door Joaquin Phoenix hebben een hoge lat gelegd voor het vervolg. Zelfs na zoveel jaar is het moeilijk om de films niet naast elkaar te leggen, al helemaal omdat het verhaal van Gladiator II voortborduurt op dat van deel I.

Mescals repertoire bestaat vrijwel uitsluitend uit zachtaardige rollen. Wie hem kent van Aftersun (2022) of All of Us Strangers (2023) zal overtuigd moeten worden: komt Mescal geloofwaardig over wanneer hij anderen met de grond gelijk maakt? Zijn eerste speech, waarmee hij zijn Numidische leger opzweept, bevat direct de kracht die de rol vraagt, maar geeft ook de tedere zijde van Lucius sterk weer. Washington heeft in een interview aangegeven dat Mescal zomaar een van de grotere namen in Hollywood zou kunnen worden. Mescal dwingt dan ook respect af met deze ijzersterke vertoning.

Harry Gregson-Williams, de componist van de film, brengt effectief de spanning in de arena. Ook de meer etherische momenten in de film worden versterkt door zijn muziek, al is het moeilijk de epische maar breekbare momenten van Zimmers meesterwerk ‘Elysium’ uit Gladiator (2000) te evenaren.

Qua antagonisten weet de film het origineel te overtreffen. De vele personages die geïntroduceerd worden, zijn verre van zwart-wit (wat niet gezegd kon worden van Phoenix’ Commodus). De ogenschijnlijke vijand heeft nobeler overtuigingen dan je vermoedt. Andere personages hebben meer kaarten achter de hand dan ze laten zien. De grote ego’s van alle machtsfiguren worden op verschillende momenten op de proef gesteld, wat zorgt voor een intrigerend politiek spel.

Niet volgens de boeken

Scott heeft niet stilgezeten sinds de eerste Gladiator-film. Zo bracht hij eind vorig jaar een andere historische blockbuster uit, namelijk Napoleon. De film werd vaak bekritiseerd omdat deze historisch niet accuraat zou zijn. Scott reageerde geagiteerd op deze kritiek: hij maakt films, en dat betekent dat hij niet gebonden hoeft te zijn aan de feiten.

Nu we een jaar later opnieuw een door de geschiedenis geïnspireerd verhaal aanschouwen, lijkt Scott deze critici zelfs te provoceren. In een onderspoelde arena roept een Romeinse orator de god van het water, Neptunus, bij zijn Griekse naam, Poseidon. Een kenner zal het niet ontgaan dat het ridicuul is om de verkeerde mythologie aan te halen. De slag die volgt, is dermate spannend en creatief in beeld gebracht dat het duidelijk is dat we deze film kijken voor het spektakel en niet voor een geschiedenisles.

Terug de ring in

Wie het origineel heeft gezien, doet zichzelf tekort door niet terug te keren voor dit vervolg. De film heeft meerdere sterke performances, een verhaal met verschillende lagen en bovenal bloedstollende vechtscènes. Ridley Scott bewijst zich weer als de meester van veldslagen op het witte doek en Paul Mescal verrast met een charmante, doch intense performance. Gladiator II draait nu in de bioscoop.

Film / Films

Ontketend

recensie: Ni chaînes ni maîtres (2024) - Simon Moutaïrou

Deze film is de eerste grote publieksfilm over het slavernijverleden van Frankrijk op Île de la France (het hedendaagse Mauritius). De verhalen van tot slaaf gemaakten en hun nakomelingen, die bijgedragen hebben aan de Franse rijkdom, hebben tot nog toe weinig tot geen aandacht gekregen in de Franse bioscopen. Simon Moutaïrou brengt daar nu op indrukwekkende wijze verandering in.

In Ni chaînes ni maîtres volgen we de tot slaaf gemaakte Mati (Anna Diakhere Thiandoum) en haar vader Massamba (Ibrahima M’Baye) die werkzaam zijn op een Franse suikerrietplantage. Mati droomt van een vrij leven, Massamba denkt dat ze zich beter kunnen schikken in hun lot, om op die manier te overleven. Onder de tot slaaf gemaakten gaat het verhaal rond dat er op het eiland een plek zou bestaan waar voormalige slaven in vrijheid leven en daar wil Mati naartoe. Na haar ontsnapping van de plantage wordt ze achtervolgd door de beruchte slavenjaagster Madame de la Victoire en haar twee zoons. Massamba gaat zijn dochter zoeken, voordat het te laat is.

Nederlands randje

Dit historische drama van Simon Moutaïrou gaat impliciet ook over Nederland. Het zijn de Nederlandse kolonisten die op Mauritius (vernoemd naar de Nederlandse prins Maurits) een nederzetting hebben gesticht. Het zijn ook zij die de productie van suiker met tot slaaf gemaakte Afrikanen en Aziaten hebben geïntroduceerd. Toen de Fransen het eiland in 1721 innamen, na het vertrek van de Nederlanders, bestond er dus al slavernij. De Fransen zijn verdergegaan waar de Nederlandse kolonisten het achterlieten.

Code noir

De meeste films over slavernijgeschiedenis laten alle wreedheden die ermee gepaard gaan zien. Denk bijvoorbeeld aan 12 Years a Slave van Steve McQueen. Het is essentieel om te laten zien wat tot slaaf gemaakten ondergingen. Ook in Ni chaînes ni maîtres wordt getoond wat er gebeurt als een tot slaaf gemaakte vlucht of andere dingen doet die in de zogenaamde Code noir staan. De Code noir is een decreet uit 1685 van de Franse koning Lodewijk XIV over de omgang met zwarte slaven.

Maar doordat de film gedraaid is vanuit het oogpunt van de Marrons, zoals gevluchte tot slaaf gemaakten werden genoemd, ligt de nadruk op de ongelofelijke moed, volharding en solidariteit die deze mensen tentoonspreiden. Daardoor worden Mati en haar vader Massamba trotse Marrons op zoek naar vrijheid in plaats van slachtoffers.

Parallel met het heden

Op Île de France gingen de Marrons, al vluchtend op zoek naar een beter leven, richting de zee waar ze met kano’s probeerden over te steken naar Madagaskar. De meeste van deze kano’s kwamen nooit aan. De stranden van het eiland lagen dan ook bezaaid met lichamen van verdronken mensen. In de film is dit indringende beeld te zien als Massamba, op zoek naar zijn dochter Mati, de lichamen checkt. Regisseur Simon Moutaïrou gebruikt dit om een parallel naar het heden te trekken: het beeld van slachtoffers van noodgedwongen migratie die op de stranden van Italië, Griekenland en andere landen aanspoelen.

Lessen

Ni chaînes ni maîtres is een film die je aan het denken zet. Er is geen voorstelling te maken van wat tot slaaf gemaakten te verduren hebben gehad. Het relativeren of, godbetert, goedpraten van het slavernijverleden is op geen enkele manier te rechtvaardigen. Het is onvoorstelbaar dat we anno 2024 een ‘Zwarte Pieten’ discussie hebben, dat we moeite hebben met excuses maken voor het slavernijverleden en dat op veel plekken donkergekleurde mensen nog steeds als minderwaardig worden gezien. Laten we hopen dat films als Ni chaînes ni maîtres, ook in Nederland, bijdragen aan een beter begrip en inzicht.