Tag Archief van: 8WEEKLY

Boeken / Fictie

Het duister van Argentinië

recensie: Een zonnige plek voor sombere mensen - Mariana Enriquez
Handen in muur© Unsplash

Een vrouw die de weggehaalde vleesboom op haar baarmoeder terug in haar lichaam wil, een meisje dat zich verlustigt aan een stel geesten en een mens zonder botten dat afschuwwekkende schilderijen maakt; zomaar wat taferelen uit de wonderlijke wereld van Mariana Enríquez. De verhalen in Een zonnige plek voor sombere mensen spelen zich desondanks op bestaande plaatsen af, waardoor zij nog realistischer en gruwelijker worden.

Je zou kunnen veronderstellen dat het relatief moeilijk is om originaliteit te uiten in genreliteratuur omdat boeken die strikt binnen een specifiek genre vallen aan strenge thematische en structurele eisen onderhevig zijn. Lukt het Mariana Enríquez om binnen het door haar gekozen genre – horror – te blijven en toch haar eigen stem te laten horen? Ja, maar met de hakken over de sloot.

Horror en verder niets

De korte verhalen in Een zonnige plek voor sombere mensen behoren meer tot het horror- of gothic-genre dan tot welk ander genre dan ook. Ze bevatten veel van de literaire kenmerken die horror zo eigen zijn: er wordt een spanningselement geïntroduceerd dat zich steeds meer op de voorgrond van het verhaal begeeft, de schrijver bedient zich naar hartenlust van uitvoerige, grafische omschrijvingen en meestal is er een kwade kracht die zich tegen de hoofdpersonages richt. Naast deze technische kenmerken is er nog een keur aan stokpaardjes waar de horrorschrijver maar al te graag op terugvalt: bloed, geesten, vreemde lichamelijke condities en hekserij. Veel van deze kenmerken passeren ook bij Enríquez de revue.

Enríquez’ verhalen zijn meeslepend, maar missen de nodige diepgang. Er wordt een bepaald onheilspellend mysterie geïntroduceerd dat zich in toenemende mate opdringt aan de belevingswereld van de personages en richting de laatste bladzijdes een gruwelijk hoogtepunt bereikt. De meeste van de verhalen zijn, al met al, vrij ‘platte’ horror: vaak is er maar een enkele verhaallijn die zich ontvouwt zonder veel literaire opsmuk of verhaaltechnische verrijking.

Toch een duidelijk uniek stemgeluid

Desondanks vallen enkele dingen op aan Enriquez’ horror. Zo wordt de spanning – na een uitvoerige inleiding – pas relatief laat geïntroduceerd en opgebouwd, worden lang niet alle beelden duidelijk voorstelbaar voor de lezer en wordt voor maar weinig mysteries in de verhalen een sluitende verklaring gegeven. Doordat je als lezer blijft zoeken naar de manier waarop alle ‘losse eindjes’ van de verhalen op elkaar aansluiten, blijven de verhalen langer hangen dan wanneer zij keurig zouden zijn afgerond.

Drie verhalen springen eruit: het eerste verhaal van de bundel, Mijn droevige doden, is bijzonder interessant vanwege de magisch-realistische en minder bombastisch-afschuwwekkende verteltrant. In het titelverhaal lopen verschillende verhaallijnen door elkaar waardoor op meerdere vlakken spanning wordt opgebouwd. In het laatste verhaal, Zwarte ogen, zitten zoveel frappante en onverwachte details – tenen die zichtbaar worden door een luxaflex, een pak roze melk dat vanuit een huis naar buiten wordt gegooid en twee jongetjes met ogen van obsidiaan die kruipen als spinnen – dat het plot in haar absurditeit volkomen origineel is.  Hoewel de meeste van de twaalf verhalen in de bundel dus enigszins eendimensionaal aandoen, laten deze drie verhalen onmiskenbaar zien dat Mariana Enríquez gevoel en talent voor diepgravende literatuur heeft, en bovendien een eigen stem. Het valt te betreuren dat niet meer verhalen dat talent demonsteren.

De verhalen in de bundel Een zonnige plek voor sombere mensen lezen vlot en zijn verslavend, wat een aanzienlijke verdienste is. Ze zijn bovendien onderling sterk verschillend, hypermodern en kennen onverwachte eindes. Meer diepgang had misschien afgedaan aan het verslavingsgehalte of aan de toegankelijkheid van deze verhalen, maar was wel hun literaire waarde ten goede gekomen.

Misschien dat Mariana Enríquez in een verhaal dat, laten we zeggen, vier keer zo lang is als het gemiddelde verhaal in deze bundel alles kan laten zien dat ze in zich heeft. Hoewel het absoluut onderhoudend is geschreven, komt in Een zonnige plek voor sombere mensen het literaire potentieel van Mariana Enríquez niet tot volle glorie.

 

Boeken / Fictie

Het duister van Argentinië

recensie: Een zonnige plek voor sombere mensen - Mariana Enriquez
Handen in muur© Unsplash

Een vrouw die de weggehaalde vleesboom op haar baarmoeder terug in haar lichaam wil, een meisje dat zich verlustigt aan een stel geesten en een mens zonder botten dat afschuwwekkende schilderijen maakt; zomaar wat taferelen uit de wonderlijke wereld van Mariana Enríquez. De verhalen in Een zonnige plek voor sombere mensen spelen zich desondanks op bestaande plaatsen af, waardoor zij nog realistischer en gruwelijker worden.

Je zou kunnen veronderstellen dat het relatief moeilijk is om originaliteit te uiten in genreliteratuur omdat boeken die strikt binnen een specifiek genre vallen aan strenge thematische en structurele eisen onderhevig zijn. Lukt het Mariana Enríquez om binnen het door haar gekozen genre – horror – te blijven en toch haar eigen stem te laten horen? Ja, maar met de hakken over de sloot.

Horror en verder niets

De korte verhalen in Een zonnige plek voor sombere mensen behoren meer tot het horror- of gothic-genre dan tot welk ander genre dan ook. Ze bevatten veel van de literaire kenmerken die horror zo eigen zijn: er wordt een spanningselement geïntroduceerd dat zich steeds meer op de voorgrond van het verhaal begeeft, de schrijver bedient zich naar hartenlust van uitvoerige, grafische omschrijvingen en meestal is er een kwade kracht die zich tegen de hoofdpersonages richt. Naast deze technische kenmerken is er nog een keur aan stokpaardjes waar de horrorschrijver maar al te graag op terugvalt: bloed, geesten, vreemde lichamelijke condities en hekserij. Veel van deze kenmerken passeren ook bij Enríquez de revue.

Enríquez’ verhalen zijn meeslepend, maar missen de nodige diepgang. Er wordt een bepaald onheilspellend mysterie geïntroduceerd dat zich in toenemende mate opdringt aan de belevingswereld van de personages en richting de laatste bladzijdes een gruwelijk hoogtepunt bereikt. De meeste van de verhalen zijn, al met al, vrij ‘platte’ horror: vaak is er maar een enkele verhaallijn die zich ontvouwt zonder veel literaire opsmuk of verhaaltechnische verrijking.

Toch een duidelijk uniek stemgeluid

Desondanks vallen enkele dingen op aan Enriquez’ horror. Zo wordt de spanning – na een uitvoerige inleiding – pas relatief laat geïntroduceerd en opgebouwd, worden lang niet alle beelden duidelijk voorstelbaar voor de lezer en wordt voor maar weinig mysteries in de verhalen een sluitende verklaring gegeven. Doordat je als lezer blijft zoeken naar de manier waarop alle ‘losse eindjes’ van de verhalen op elkaar aansluiten, blijven de verhalen langer hangen dan wanneer zij keurig zouden zijn afgerond.

Drie verhalen springen eruit: het eerste verhaal van de bundel, Mijn droevige doden, is bijzonder interessant vanwege de magisch-realistische en minder bombastisch-afschuwwekkende verteltrant. In het titelverhaal lopen verschillende verhaallijnen door elkaar waardoor op meerdere vlakken spanning wordt opgebouwd. In het laatste verhaal, Zwarte ogen, zitten zoveel frappante en onverwachte details – tenen die zichtbaar worden door een luxaflex, een pak roze melk dat vanuit een huis naar buiten wordt gegooid en twee jongetjes met ogen van obsidiaan die kruipen als spinnen – dat het plot in haar absurditeit volkomen origineel is.  Hoewel de meeste van de twaalf verhalen in de bundel dus enigszins eendimensionaal aandoen, laten deze drie verhalen onmiskenbaar zien dat Mariana Enríquez gevoel en talent voor diepgravende literatuur heeft, en bovendien een eigen stem. Het valt te betreuren dat niet meer verhalen dat talent demonsteren.

De verhalen in de bundel Een zonnige plek voor sombere mensen lezen vlot en zijn verslavend, wat een aanzienlijke verdienste is. Ze zijn bovendien onderling sterk verschillend, hypermodern en kennen onverwachte eindes. Meer diepgang had misschien afgedaan aan het verslavingsgehalte of aan de toegankelijkheid van deze verhalen, maar was wel hun literaire waarde ten goede gekomen.

Misschien dat Mariana Enríquez in een verhaal dat, laten we zeggen, vier keer zo lang is als het gemiddelde verhaal in deze bundel alles kan laten zien dat ze in zich heeft. Hoewel het absoluut onderhoudend is geschreven, komt in Een zonnige plek voor sombere mensen het literaire potentieel van Mariana Enríquez niet tot volle glorie.

 

Boeken / Fictie

De ketenen van de vrijheid

recensie: Ik ben vrij – Lale Gül

De dag waarop Lale Gül besloot om hoofddoekvrij de deur van haar ouderlijk huis uit te lopen, heeft haar leven voorgoed veranderd. De 27-jarige schrijfster schreef al openhartig in haar debuutroman Ik ga leven hoe deze keuze tot stand kwam. In het vervolg, Ik ben vrij, lees je dat Gül een heel hoge prijs heeft moeten betalen voor de door haar zo gekoesterde vrijheid.

Nadat ze zich heeft losgerukt van het strenggelovige milieu waarin ze is opgegroeid, bekritiseren vriend en vijand haar de godganse dag. Maar deze powervrouw pur sang rekent, met haar scherpe tong als haar meest krachtige wapen, met iedereen af.

Kwetsbare kant

Aan het begin van het verhaal laat Gül een kwetsbare kant van zichzelf zien. Ze gunt ons een ‘blik achter de schermen’, achter het gordijn dat ze heeft opgetrokken in haar debuutroman. In deze autobiografische roman mogen we meelezen met wat waarschijnlijk heel gedetailleerde optekeningen zijn van haar bezoekjes aan haar psycholoog. Deze worden afgewisseld met het beschrijven van de alledaagse beslommeringen die laten zien dat Gül met geheel andere zaken bezig is dan haar leeftijdgenoten: het aanschaffen van een deur met goede sloten erop (als bescherming van haar zelf gecreëerde fort) en appen met de burgemeester van Amsterdam.

Wat dat laatste betreft; dat behoeft enige uitleg. Gül woont nog thuis als haar boek wordt gepubliceerd. Ze kan haar ouders nog wijsmaken dat het een schoolproject betreft, maar haar zusje Defne en broer Halil kan ze niet voor de gek houden. Als ze vervolgens aanschuift bij Op1 om over dit ‘schoolproject’ (aka haar bestseller) te spreken, zijn de rapen gaar. Na de talkshow wordt ze thuis opgewacht door een ontstelde en zeer boze familie. Ooms en tantes hebben zich bij het huis van haar ouders geschaard om Gül de huid vol te schelden en, nog erger, haar meppen te verkopen. Broer Halil vangt de meeste klappen voor haar op, maar hij kan niet op tegen de toorn van met name zijn moeder op. Gül vlucht letterlijk het huis uit en rent voor haar leven. Met de hulp van Femke Halsema weet ze een veilig onderkomen te regelen.

Vergiffenis of vrijheid?

Afgezonderd van de rest van de wereld, in haar zeer desolate situatie, overvalt haar een fikse somberheid. Zichzelf goed verzorgen is er niet meer bij: hele dagen staat de tv aan, terwijl ze alleen nog maar junkfood tot zich neemt. En daar is altijd die tergende vraag die alle gedachten aan de kant drukt: hoort een moeder geen onvoorwaardelijke liefde voor haar kind te voelen, ongeacht de verschillen in ideologie en geloof? In het verhaal lezen we over talloze moedwillige pogingen vanuit Güls kant om de banden met haar moeder aan te halen, maar haar tirannieke moeder wil alleen nog het gesprek met Gül aangaan als deze laatstgenoemde haar woorden – en met name de geschreven woorden – terugneemt en aangeeft dat ze van gedachten is veranderd. Güls moeder verlangt ernaar dat Lale vergiffenis zoekt bij Allah en ‘sorry’ zegt. Dat is Gül geenszins van plan, ook al betekent dit dat ze niet alleen de warmte en de liefde van haar ouders moet ontberen, maar ook die van haar zusje Defne, om wie ze zoveel geeft.

Continu maakt Gül de balans op over wat nu eigenlijk het belangrijkste is in het leven en waarom ze deze strijd, het zich ontwortelen van een geloof, als haar persoonlijke agenda ziet. Heeft deze keuze haar gelukkiger gemaakt? Dat is maar te bezien. Ze ervaart nu een zekere vrijheid over haar doen en laten, maar Gül is ten slotte ook maar een mens die net zozeer zoekt naar de liefde van haar naasten als ieder ander. Waar ze echter op stuit, zijn niet alleen de afkeer en de haat vanuit haar eigen ouders, maar ook die van hele volksstammen op het internet. De dreigbrieven en haatmails duwen haar nog verder weg in haar isolement en angstige gevoelens. Wie denkt dat we in een land wonen waar de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staat, komt net zo bedrogen uit als Gül.

Coping mechanisme?

Is het dan alleen maar kommer en kwel voor Gül? Zeker niet. De zelfontplooiing gaat gewoon verder en met name de seksuele zelfontplooiing waar Gül graag over schrijft (en/of fantaseert). Dan slaat het boek ineens om in keiharde porno. Wellicht juist ter contrast met het nogal preutse leven van haar ouders. Daarnaast heeft ze ook vriendschappen opgebouwd die ze zeker kan koesteren, al wringt de schoen nog wel eens als de gespreksonderwerpen politiek en religie opdoemen. Gül is heel open en eerlijk en gaat geen enkele discussie uit de weg. Zowel in haar privéleven als publiekelijk: als een boze moslim tegen haar ingaat op een literair festival in het buitenland, weet ze hem van repliek te dienen. Het is heel knap van Gül dat ze haar gezicht waar mogelijk blijft tonen, zeker als je weet hoeveel doodsbedreigingen ze dagelijks moet zien te slikken.

Ook haar schrijfstijl blijft zeker intrigerend. Ze is zelf ook erg te spreken over haar literaire talent: haar huidige uitgever, Prometheus, kreeg slechts twee weken bedenktijd om haar debuutroman te publiceren, want anders zou Gül de Bezige Bij benaderen. Ja, een ego heeft Gül wel, al is het ook een coping mechanisme. Om zulke hevige dagen als die van haar te doorstaan, moet je je er zelf continu van overtuigen dat je op de juiste wijze handelt. Dat ze daarbij niet altijd de ruimte biedt aan de ander om zijn of haar mening te ventileren, is enerzijds begrijpelijk én aan de andere kant ergerlijk: niet voor niets wordt ze als geloofsverlater in één adem met Geert Wilders genoemd. Nee, linksgeoriënteerde kiezers komen niet ongedeerd weg in haar boek. Ook boekrecensenten worden flink aangepakt. Wordt de drang om anderen te hekelen gevoed door het feit dat ze zelf zoveel haatbedreigingen krijgt? Hopelijk slaat ze hier niet al te ver in door, al zal het menigeen benieuwen wie in een volgend boek de spreekwoordelijke pak slaag mag incasseren.

Los van alle eerlijke ontboezemingen en sterk gepeperde meningen, is de taal die Gül hanteert in haar nieuwste boek ontzettend sterk. Je hoort haar gewoon net zo hard tekeergaan in haar boek als op de tv. Met een vocabulaire waar je u tegen zegt, is het uitzien naar een nieuwe roman. Langzamerhand ontstaat wel een zekere nieuwsgierigheid naar een roman (of ander genre) die meer fictief van aard is en waarin Gül zelf niet als hoofdpersoon fungeert.

Theater / Interview
special: Interview met theatermakers Emma Lesuis en Damani Leidsman

Meer dan Bauxiet: theater als levend archief

Het is donderdag 13 februari 2025, 14:00 uur, en ik ontmoet theatermakers Emma Lesuis en Damani Leidsman in Theater Bellevue, net nadat ik hun prachtige voorstelling Meer dan Bauxiet in samenwerking met Silbersee heb gezien.

In de voorstelling vertelt Emma Lesuis samen met Damani Leidsman en Rory Ronde over wat ze vond op haar documentaire reis door Suriname, middels filmfragmenten, muziek en tekst. Ze neemt het publiek mee in haar familiegeschiedenis, maar stelt ook vragen aan het publiek en aan zichzelf.  Na afloop vertellen Emma en Damani me in de foyer meer over de voorstelling.

Emma, hoe is het idee voor de voorstelling Meer dan Bauxiet ontstaan?

Emma: ‘Een paar jaar geleden erfde ik een groot filmarchief van een goede familievriend. Ik liet de beelden digitaliseren, en in die tijd vroeg Theater Na de Dam of ik iets wilde maken over het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. In 2022, net na de lockdown, ben ik naar Suriname gegaan om daar onderzoek te doen. Ik sprak getuigen en dook in archieven. Sommige van de archiefbeelden en gesprekken zitten nu als film in de voorstelling. Er was zoveel dat ik niet wist, en dat terwijl geschiedenis mijn favoriete vak was op school!’

Kun je iets vertellen over die verzwegen geschiedenis?

‘Veel mensen kennen slechts één verhaal over Suriname in de Tweede Wereldoorlog: dat er bauxiet werd gewonnen, de belangrijkste grondstof voor aluminium, waarmee wapens en vliegtuigen werden gemaakt. Maar Suriname was meer dan bauxiet. Mijn opa en vele anderen vochten voor Nederland, maakten kleding en stuurden voedsel op. Weinig Nederlanders weten dat de eerste pyjama’s die ze na de oorlog droegen, door Surinamers werden gemaakt en gestuurd. Of wist je bijvoorbeeld dat tweehonderd Surinaamse vrouwen meteen naar Nederland reisden toen er dringend verpleegsters nodig waren? Veel van deze verhalen zijn nooit erkend. Vergeten, verzwegen en dus niet geweten.’

Is deze voorstelling dan eigenlijk een archief van die verzwegen verhalen?

‘Ja, absoluut. Maar een archief dat constant aangevuld wordt en verandert door nieuwe gesprekken en ontdekkingen. Het is een doorlopend onderzoek naar de geschiedenis van Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen ik deze voorstelling in Suriname speelde, met een Surinaams team, kreeg ik bijvoorbeeld ook nieuwe informatie van mensen uit het publiek. ’’Ken je dit verhaal al? Heb je hier al van gehoord?’’ Zo bleef de voorstelling zich ontwikkelen.’

‘Gisteren nog sprak ik hier in Bellevue een 85-jarige vrouw na de voorstelling die zei: ‘’Dit is mijn geschiedenis, mijn jeugd.’’ Zij vertelde dat zij in Suriname ook kleding moesten maken voor Nederlanders na de Watersnoodramp van 1953. Deze verhalen moeten nú dus worden gedocumenteerd, dacht ik toen ik thuiskwam! Straks zijn de mensen die het kunnen navertellen er niet meer. Het is superbelangrijk dat deze verhalen worden vastgelegd met mensen die er daadwerkelijk bij waren. Dat er erkenning komt voor hoe belangrijk Suriname is geweest voor Nederland en hoe de ongelijkheid uit het verleden nog steeds diepgeworteld is in ons heden.’

Hoe was het om onderzoek te doen naar je persoonlijke familiegeschiedenis, je opa?

‘Het onderzoek naar mijn opa had, eigenlijk heel mooi, een helende werking, vooral voor mijn moeder. Mijn opa was geen fijne vader voor haar. Door dit onderzoek kon zij hem beter begrijpen, waarom hij deed wat hij deed. Ondanks dat hij in Nederland nooit is erkend, was hij in Suriname een held. Er kwamen door dit onderzoek heel andere verhalen over mijn opa boven tafel.’

In de voorstelling vraag je jezelf af of jíj dit verhaal wel moet vertellen. Waarom is dat?

‘Ik krijg subsidies, ik krijg kansen, maar hoe vaak zie je een Surinaamse theatergroep die dezelfde middelen krijgt? Ik struggle daarmee. Maar in Suriname zeiden mensen na de voorstelling tegen me: “Jij mag dit verhaal zeker vertellen, want anders doet niemand het.” Ik wil op een duurzame manier samenwerken, ook na deze voorstelling en het herdenkingsjaar. Daarom ben ik bezig een productiehuis op te zetten met een Surinaamse theatermaker, zodat er een blijvende, duurzame samenwerking komt.’

Damani Leidsman komt bij het gesprek zitten

De hele voorstelling wordt begeleid door muziek. Waarom hebben jullie daarvoor gekozen?

Damani: ‘In de voorstelling heb ik bekende Surinaamse nummers gedeconstrueerd en opnieuw geïnterpreteerd. Caribische muziek speelt met contrasten. Het klinkt vrolijk, maar de teksten zijn vaak triest. Mensen herkennen de melodieën, maar ze klinken net anders. Dat roept een gevoel van verwarring op: wat is hier aan de hand? Daarmee versterkt het de thema’s van de voorstelling, die ook vol contrasten zitten.’

Emma: ‘Ik ontmoette Damani bij Babs’ Woordsalon. Damani zag een stukje van Meer dan Bauxiet en zei: ‘’Ik moet hieraan meedoen!’’ Toen Silbersee me vroeg naar een muzikale toevoeging, dacht ik meteen aan Damani. Al de ideeën over de nummers en muziek zijn van hem. Sommige Surinaamse nummers zijn onherkenbaar geworden, terwijl andere juist hard worden meegezongen door het publiek.’

foto: Geert Snoeijer

Waarom is theater een goed medium voor dit onderzoek? Waarom geen artikel of documentaire?

Emma: ‘Een documentaire kun je met een half oog op een scherm bekijken, maar theater is indringender. Live muziek en filmbeelden brengen naar mijn mening het archiefmateriaal echt tot leven. Het maakt het verhaal tastbaarder en zorgt ervoor dat het beter beklijft. Ook sta ík er, en het verhaal gaat ook over mij, over het hier en nu.’

Damani: ‘Omdat film en theater worden gecombineerd, lijkt het bijna alsof het archiefmateriaal uit het filmbeeld springt. Je kijkt naar een projectie en dan stapt Emma letterlijk uit het beeld naar voren. Het wordt 3D! Ik denk dat deze voorstelling mensen helpt om de context rond de Surinaamse onafhankelijkheid beter te begrijpen, en dat is belangrijk. Het is namelijk een gedeelde geschiedenis.’

Wat heeft je het meest verrast aan het onderzoek?

Emma: ‘Wat mij het meest heeft verrast, is de enorme emotie die naar boven kwam. We hadden heel vaak huilende mensen, die hun geschiedenis herkenden. Witte mensen die zich schaamden. ‘’Ik weet niks van deze geschiedenis, waarom niet?” Zwarte mensen die zichzelf herkenden en ook weinig over deze geschiedenis wisten, ook in Suriname zelf. Die emotie heeft me het meest verrast. Eerlijk gezegd dacht ik na de aanvraag van Theater Na de Dam: ik maak dit onderzoekje voor deze editie en dan is het klaar. Maar doordat er zoveel reacties op kwamen, ben ik doorgegaan.’

Dank je, Emma en Damani! Emma, nog één laatste vraag: wat zijn je plannen voor de toekomst?

Emma: ‘Ik werk nu aan een documentaire die start bij een archief van een procureur-generaal in Suriname. De opa van mijn schoonvader. Hij zat tijdens de tweede wereldoorlog in het koloniale bestuur. Nu ga ik meer de kant van de kolonisator induiken. Ik ga volgende week naar Suriname om te filmen. Ik blijf dus onderzoek doen over die periode en verhalen verzamelen. Hoe meer ik weet, hoe beter mijn werk wordt!’

 

Tot 21 februari is ‘Meer dan Bauxiet’ in Bellevue te zien en in het najaar tourt de voorstelling door het hele land. Ga dat zien!

Muziek / Concert

Als een leeuwerik

recensie: Het Zondagochtend Concert
Joey RoukensDonemus Publishing

Al geruime tijd houdt 8WEEKLY een paar componisten in de gaten. Een daarvan is Joey Roukens (°1982). Recent ging zijn tweede Vioolconcert in première. 8WEEKLY zag de stream van de uitvoering in het kader van het AVROTROS Vrijdagconcert op 31 januari 2025 vanuit TivoliVredenburg in Utrecht (www.npoklassiek.nl/live) en bezocht Het Zondagochtend Concert op 2 februari 2025 in het Amsterdamse Concertgebouw. En was onder de indruk.

Roukens blijft min of meer bij de karakteristieken van het vioolconcert, tot een virtuoze, grote cadens (solopassage over het thematische materiaal) aan toe. Het werk gaat in een grote beweging door, maar kent desondanks vier subsecties: Rage and Lament (Woede en klaagzang), In Flux (In beweging), Sanctuary (Heiligdom), Upsurge (Opleving) en een Epilogue (Epiloog).

De ondertitel luidt Out of the Deep en roept daarmee al dan niet bedoeld reminiscenties op aan Psalm 130 in een zetting van Johann Sebastian Bach, Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir, die ook in de diepste diepten van – in dat geval – het orgel begint. Al legde Roukens in een interview in de pauze van het concert in Tivoli – dat ook op NPO Klassiek rechtstreeks werd uitgezonden –primair uit dat de compositie deze keer van ‘ver moest komen’.

Allerlei stijlen buitelen over elkaar

In zijn muziek buitelen – net als in die van bijvoorbeeld Mathilde Wantenaar (1993) – allerlei stijlen over elkaar heen en toch is het onmiskenbaar Roukens. De introductie doet filmisch aan en wordt gevolgd door een klaaglijke, haast oosters aandoende inzet van de viool. Er zit een herinnering aan de barok in het werk (derde onderdeel) en een prachtige althobosolo die wordt overgenomen door vioolsoliste Simone Lamsma, voor wie Roukens het concert op verzoek schreef.

De muziek is dan klagelijk en breed en dan weer springerig en swingend. De soliste verwijlt als een leeuwerik in het hoogste, ijle register van de viool én het orkest soms in de diepste krochten (basklarinet, contrafagot!). De componist laat ons niet alleen alle karakteristieken horen van de viool (en Lamsma’s intense spel), maar ook van de omvangrijke orkestbezetting, het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van de Duitse dirigent Markus Stenz. Hij was van 2012-2019 chef-dirigent van dit orkest.

‘De vijfde’

Opvallend is hoe het Vioolconcert rijmt op de Vijfde symfonie van Ludwig van Beethoven die erna wordt gespeeld. Soms zelfs letterlijk; de dubbelslag in de althobosolo bij Roukens (een versiering op een noot, van boven naar die noot en nog een keer naar beneden) komt ook in de hobosolo in het eerste deel van de symfonie terug. Toeval? Wie zal het zeggen. In ieder geval vermeldt het programmablad in Amsterdam niet voor niets dat Roukens’ Vioolconcert ‘een dramatiek heeft die zijn bewondering voor Beethoven verraadt’.

Het rijmt ook mooi in diepere zin, omdat zowel Roukens als Beethoven de donkerte achter zich laat.

Onder Markus Stenz wordt een buitengewoon fraaie uitvoering van de symfonie gegeven. Hij weet de spanning mooi op te bouwen, van ontspanning naar spanning, van hard naar zacht en in geladen momenten van stilte. Zijn lichaamstaal is duidelijk en daar wordt door het orkest alert op gereageerd.
Beide werken – niet in de laatste plaats het Vioolconcert van Roukens – krijgen vanuit de zaal, zowel in Utrecht als Amsterdam een enthousiast en warm onthaal. Terecht!

Film / Films

Chaotische alleenstaande moeder pakt de draad weer op

recensie: Bridget Jones: Mad About the Boy (2025) – Michael Morris

Het is een zooitje in het huis van Bridget Jones. Die puinhoop is een soort afspiegeling van de chaos in haar hoofd: rommelig, maar wel gezellig. Haar vrienden vinden het de hoogste tijd dat Bridget de schouders eronder zet om het tij te keren.

Voor Bridget Jones-fans die het maar suf vonden dat hun idool dankzij haar moederschap klaar was met haar eeuwigdurende mannenjacht, betekent Bridget Jones: Mad About the Boy bij voorbaat feest. Schrijver Helen Fielding en de filmmakers moeten hebben gedacht: er is voor die diehard fans vast nog méér te verzinnen rond de onhandige Britse. De regie is voor deze vierde film in handen van Michael Morris.

Om een vervolg te kunnen maken waarin Bridget (Renée Zellweger) opnieuw op mannenjacht gaat, moet wel haar Grote Liefde Mark Darcy (Colin Firth) het veld ruimen. Als de film begint, is Bridget weduwe. Mark is omgekomen tijdens een humanitaire missie in Soedan. Mark is in deze film alleen aanwezig als een geest die op bijzondere momenten meekijkt over Bridgets schouder. De treurende ‘mrs Darcy’ heeft een zoon en een dochter van Mark.

Alleenstaande moeder

Uitgangspunt is zo een werkloze alleenstaande moeder die nauwelijks in staat is haar twee koters te beteugelen. Steun en toeverlaat is de vuilbekkende uitgever Daniel Cleaver, die van voormalige love-interest is verworden tot een huisvriend die door de kinderen ‘uncle Daniel’ wordt genoemd.

Bridget opereert als eenzame single in een vriendenkring die integraal bestaat uit bemoeizuchtige heteroseksuele koppels. Het meest empathisch zijn nog de drie vrienden die haar al sinds deel één terzijde stonden (Sally Phillips, James Callis en Shirley Henderson).

Vermakelijk

Om van de hangerige eenzaamheid los te komen, solliciteert Bridget naar haar vroegere baan, als producer bij de televisie. Ondertussen is ze ook wel weer toe aan een nieuwe vent. Dat deel van de plot is extreem voorspelbaar, maar wel zeer vermakelijk. Je verklapt snel te veel over deze film, dus laten we het erbij houden dat tenminste twee mannen dingen naar haar hand. Bridgets aanbidders worden gespeeld door Leo Vincent Woodall als de jeugdige parkwacht Roxster en door Chiwetel Ejiofor, die goed op zijn plek is als de strenge schoolmeester.

Deze vervolgfilm is behoorlijk goed gelukt. Bridget woont niet in een net designhuis, maar in een kleurrijke puinhoop met rondslingerend speelgoed en druk behang. De kinderen, beiden met hun eigen verdriet om de verloren vader, moeten ondanks alles gewoon naar school. Omdat moeder na vier jaar thuis zitten weer werkt, krijgen ze een oppas. Het leukst is de film wanneer Bridget echt plezier heeft, zoals wanneer ze mag dansen en zingen met de kinderen.

Geloofwaardig

De rol van Bridget Jones past Renée Zellweger als een handschoen, ze hoeft nauwelijks haar best te doen om het personage geloofwaardig neer te zetten. Wel is deze Bridget karikaturaler dan die in eerdere film: Zellweger moet bijna de hele film een duckface trekken met getuite lippen, en ze loopt met stapjes van twintig centimeter.

Hugh Grant is prettig op zijn plek als Daniel Cleaver, de rokkenjager voor wie eenzaamheid dreigt nu de ouderdom hem in zijn greep heeft. Knap is dat Grant zonder te schmieren een sympathiek personage neerzet: met meer overdrijving zou Daniel meteen een eikel zijn geworden.

Daarmee is de grote kracht van Bridget Jones: Mad About the Boy niet zozeer de plot, als wel het sterke acteerwerk. De personages zijn vrijwel allemaal behoorlijk geloofwaardig. Regisseur Morris geeft zijn team wel de ruimte, maar heeft tegelijkertijd scherp voor ogen waar hij heen wil. Met een geslaagde vervolgfilm als resultaat.

 

8weekly door de jaren heen
Theater
special: Help ons aan een nieuwe website!
8weekly door de jaren heen

8WEEKLY door de jaren heen

Wist je dat 8WEEKLY al bestaat sinds 1998? Ons online cultuurmagazine begon namelijk ooit als Gronings studentenblaadje 8 Zuid Weekly. Uiteindelijk groeide het culturele magazine uit tot een website, één van de eerste plekken waar amateur kunst- en cultuurkritiek geschreven werd op het internet.

Door continu bezig te zijn met ontwikkeling van vorm en inhoud is 8WEEKLY uitgegroeid tot wat het nu is. Om verdere ontwikkeling voort te zetten hebben we jouw8weekly website 2001 hulp nodig! Onze website willen we graag vernieuwen en jij kunt ons daarbij helpen door op ons te stemmen via deze link. Wij maken namelijk, met twaalf anderen, kans om een vernieuwde website te winnen van Webcreators. Je kunt stemmen tot en met 9 februari 2025. Met een nieuwe website zou niet alleen de weergave van onze artikelen een moderne make-over krijgen, maar zullen ze ook beter leesbaar zijn op je mobiel. Zo kunnen we weer met de tijd meegaan en jullie van kritische cultuurtips voorzien.

 

Terug in de tijd

In 1998 was 8WEEKLY nog een papieren studentenblad, maar het ging al snel online. Zo zie je dat onze website ook een hele reis door heeft8weekly 2003 gemaakt van knalrood in 2001 naar geeltinten in 2003. Uiteindelijk hebben we een kenmerkend geel-rood thema gehad van 2004 tot 2014. Sinds 2014 heeft de website voor elke culturele discipline een eigen kleur en hebben we een zalmroze-geel thema. Deze stijl heeft onze website dus al meer dan 10 jaar!

Afgelopen jaar hebben we met studenten van de Hogeschool Utrecht samengewerkt, als schoolopdracht maakten zij nieuwe ontwerpen voor de site van 8WEEKLY. Hier kwamen mooie ontwerpen, stijlen en goede tips uit voort. Deze zouden wij graag implementeren in onze nieuwe website in de toekomst.

Enorm archief

De website is dus steeds in een ander jasje gestoken, maar de redactie van 8WEEKLY blijft altijd over cultuur schrijven, 8weekly website 2004-2014van film en muziek tot kunst en theater. Inmiddels staan er al meer 14.000 artikelen over cultuur online, het merendeel bestaat uit recensies. Je kunt al deze artikelen nog vinden op onze site. Wie in ons rijke culturele archief duikt, komt er ook snel achter dat verschillende mensen uit het culturele en journalistieke veld ooit bij 8WEEKLY begonnen zijn.

Sinds 2005 is 8WEEKLY zelfs een officiële stichting en onze redactie bestaat dus uit allemaal vrijwilligers die veel leren en veel brengen. Onze doelstellingen zijn het begeleiden van beginnende cultuurjournalisten én een passie voor cultuur aanwakkeren bij onze lezers. Enthousiast geworden? Via deze link kun je op ons stemmen en als je nou ook voor ons zou willen schrijven, dan vind je hier de vacatures.

 

 

 

 

Film / Serie

Mindfulness en moord: een goede combinatie?

recensie: Achtsam Morden - Netflix
Frigo met afgehakte vinger in© Netflix

Spannende Duitse krimi’s zijn tegenwoordig in overvloed te vinden, maar Achtsam Morden weet zich toch te onderscheiden door een verrassende en komische invalshoek: een advocaat die mindful moorden pleegt. Je moet het maar bedenken.

De achtdelige serie gaat over Björn Diemel (Tom Schilling), een strafrechtadvocaat die zo opgeslokt is door zijn veeleisende werk dat hij door zijn vrouw verplicht wordt om mindfulness-lessen te volgen. Eerst vindt Björn deze suggestie belachelijk en volkomen overbodig, maar al snel begint hij – onder leiding van zijn mindfulness-leraar Joschka Breitner (Peter Jordan) – de voordelen van innerlijke rust te ontdekken. Waar hij voorheen zijn dagen vulde met werk en nauwelijks tijd had voor zijn dochtertje, leert hij nu hoe hij ‘tijdeilanden’ kan inbouwen voor haar; dat betekent minder vaak de telefoon opnemen, in het moment leven en de criminelen die hij vertegenwoordigt even links laten liggen. Al zorgt dat wel voor de nodige problemen, maar ook deze weet Björn met kalmte en reflectie te benaderen.

Fijne balans tussen humor en spanning

Het verhaal van Achtsam Morden is gebaseerd op de gelijknamige boekenreeks van Duitse auteur en advocaat Karsten Dusse, waarvan het eerste deel in 2019 verscheen. Dusse wordt geprezen om zijn unieke en humoristische combinatie van misdaad en mindfulness. De serie behandelt mindfulness niet op een spottende manier, maar benut het juist om de complexiteit van Björns karakter te verkennen. Het contrast tussen de kalme meditatiepraktijken en de gewelddadige situaties waarin Björn zich bevindt, levert niet alleen grappige maar ook spannende momenten op. Achtsam Morden weet hiermee een fijne balans te vinden tussen humor en spanning, wat de serie bijzonder aantrekkelijk maakt voor een breed publiek.

In veel opzichten doet Achtsam Morden denken aan series zoals Breaking Bad (2008) en Ozark (2017), waar een ogenschijnlijk gewone man zichzelf verliest in de morele grijze gebieden van criminaliteit. In tegenstelling tot de personages in deze series, heeft Björn een hulpmiddel tot zijn beschikking dat zijn pad enigszins verlicht: mindfulness. Dit geeft de serie een interessant en onverwacht filosofisch tintje: kan je werkelijk moorden met een kalme geest en goede intenties, of is dit slechts zelfbedrog? Het idee van ‘mindful moorden’ is zowel absurd als intrigerend.

Sterke cast

De opbouw van de serie is sterk: een gestructureerd verhaal dat regelmatig gebruik maakt van voice-overs van Björn, die de kijker bijpraat over zijn innerlijke strijd en zijn voortdurende worsteling met zijn geweten. Deze voice-overs zijn niet alleen functioneel, maar voegen ook een humoristische toon toe die perfect past bij de duistere sfeer die de show uitstraalt. Schilling slaagt erin om de juiste balans te vinden tussen humor, charme en een zekere duisternis, waardoor zijn vertolking van Björn zowel grappig als meeslepend is. De subtiele manier waarop hij de evolutie van zijn karakter door mindfulness en moord laat zien is fascinerend en maakt van de show een echte aanrader voor liefhebbers van zwarte humor.

De bijrollen zijn eveneens uitstekend vertolkt. Marc Hosemann speelt Toni, een enge en onberekenbare crimineel, met een dreigende aanwezigheid die de spanning in de serie weet op te voeren. Zijn koude karakter vormt een interessant contrast met Björns kalme en geordende houding. Ook Sascha (Marathan Muslu) is een goed neergezet personage: een zachtaardige crimineel die Björn overal in volgt en daarom ga je twijfelen aan zijn intenties.

Samenvattend is Achtsam Morden een slimme en onderhoudende serie die zowel een spannende misdaadplot als een luchtige benadering van mindfulness biedt. Het is een verfrissende kijk op de klassieke misdaadserie, met een hoofdpersonage dat probeert zijn geweten te verzoenen met de moorden die hij pleegt.

 

Boeken / Fictie

Verwarrend ronddwalen

recensie: SALOMON - Jacqueline Zirkzee
Takken in winter© Joost Festen

Het boek SALOMON vraagt enig doorzettingsvermogen om te lezen. Je hebt niet meteen door dat Jacqueline Zirkzee je meeneemt in de toekomst, en je dwaalt eerst rond in een wereld die je nauwelijks begrijpt. Voor de geoefende fictielezer is dat misschien geen probleem, maar voor anderen is het lastig om erin te komen.

Het duurt lang voordat Zirkzee het plaatje compleet weet te schetsen zodat de context helder is. Het is een boek voor een ervaren lezer. Een boek om echt je tanden in te zetten. De beloning komt aan het einde van het boek als het plaatje in elkaar past. SALOMON is al het negende boek van Zirkzee. Tot op heden was haar meest bekende boek Het heksenhuis (2008) en ze schreef ook een jeugdboek, Zeg maar dat je vijftien bent (2015).

Toeslagenaffaire is de lokker

In de samenvatting van het boek wordt duidelijk gemaakt dat er een link is met de toeslagenaffaire. Dit is niet meteen duidelijk als je het boek leest, aan het leggen van dit verband heb je een behoorlijk zware dobber. Ondertussen ben je in een wereld terecht gekomen met enkel openbaar vervoer naast gewoon lopen als verplaatsingsmiddel. Iets anders is er in die fictieve wereld niet. Zelfs geen fiets.

Inderdaad gaat het boek over de kwalijke gevolgen van bureaucratisering in de jeugdzorg. En men eet er veganistisch omdat het klimaat gered moet worden. Het lijkt een ideaal dat nagestreefd wordt, maar het is te benauwend; zeker omdat er maatregelen gelden om de wereldbevolking niet verder te laten groeien en zelfs te doen krimpen. Het één-kind-beleid is heel streng: zelfs als je zwanger bent van een meerling moeten er embryo’s worden verwijderd om dit te handhaven.

Ouders naar een kamp

Centraal in het boek staat Samenwerkingsorgaan Algemene Leefbaarheid, Orde en Maatschappelijke Ondersteuning Nederzone (SALOMON) dat scherp toeziet of ouders zich wel gedragen als een modelouder. Hoewel het hoofdpersonage – een gescheiden moeder met een dochter – voor deze organisatie werkt, valt ze ook onder het strenge toezicht. Een toezicht dat George Orwell’s slogan ‘Big Brother is watching you ’ (1984) oproept. Doe je het als ouder niet goed, dan word je in een kamp geplaatst terwijl het kind door SALOMON bij een ander ouderpaar geplaats wordt.

De vrouwelijke hoofdpersoon, wiens naam niet genoemd wordt, waakt over haar 6-jarige dochter Juno en wil haar niet kwijtraken. Ze hebben het niet breed terwijl wel bekend is dat haar ex gezegend is met geld dat hij vlak na de scheiding kreeg als smartengeld. Het geeft het hoofdpersonage een vervelend gevoel omdat ze meent hier ook deels recht op te hebben. Het boek wordt spannend als blijkt dat zij niet alles rechtmatig doet voor SALOMON, wat haar uiteindelijk haar baan zal kosten.

Spanning en verwarring

SALOMON vraagt enig doorzettingsvermogen om te doorgronden. Wie het geduld heeft om door te lezen, wordt getrakteerd op spanning gecreëerd door het verzet van het hoofdpersonage. De link met de toeslagenaffaire is er, maar is dunner dan verwacht door de aankondiging en vormt ook niet de kern van het boek. Het feit dat de niet bij naam genoemde hoofdpersoon zich verzet tegen de organisatie SALOMON ­– iets dat haar duur komt te staan – komt vooral voort uit de liefde voor haar dochter. Om deze reden neemt ze bewust of onbewust risico’s. Natuurlijk is het eigen aan mensen om tegen beter weten in, uit liefde of drang naar vrijheid, te willen ontsnappen uit een wurggreep en daarmee het lot te tarten.

De ingewikkelde schrijfstijl van Zirkzee, gekoppeld aan een toekomstige wereld die slechts langzaam heldere contouren krijgt, maakt dat het boek geen hapklare brok is. Wel is het een wonderlijk stuk literatuur dat lastig op waarde te schatten is.

 

 

Boeken / Fictie

De sprakeloze stem van het verzet

recensie: De vegetariër - Han Kang

Het werk van de in 2024 met de Nobelprijs voor de literatuur bekroonde Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang nodigt uit tot reflectie op de  sociaal historische context waarin belangrijke thema’s van haar schrijverschap vorm kregen. Neem bijvoorbeeld de roman De vegetariër uit 2007.

Kort samengevat – en essentieel om het werk van Han Kang mede vanuit het historisch perspectief te belichten – onderging (Zuid-)Korea in de twintigste eeuw een opeenvolgende reeks van overheersingen door buitenlandse mogendheden, van geweld en onderwerping en een heftige interne verdeeldheid van de bevolking die uitmondde in een burgeroorlog.

Het dubbele gezicht van de ‘vrije wereld’

In de eerste helft van de vorige eeuw werd Korea gedomineerd en bruut uitgebuit door Japan. De val van het Japanse Keizerrijk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog resulteerde voor Korea in zowel Russische als Amerikaanse bewindvoering en aanzienlijke inmenging van deze grootmachten in het interne conflict tussen aan de ene kant de communistische en de gematigder pro-linkse beweging en aan de andere kant het pro-kapitalistische front. Uiteindelijk leidde de burgeroorlog tot een opsplitsing van het communistische Noord-Korea en het kapitalistische en westers georiënteerde Zuid-Korea.

Diverse militaire leiders in Zuid-Korea voerden de opeenvolgende decennia – feitelijk met behulp van de VS –  vormen van gewelddadig dictatoriaal bestuur. Studentenopstanden voor meer vrijheid en democratie in de jaren zestig en tachtig van de vorige eeuw werden wreed en nietsontziend neergeslagen door de verschillende regimes, met duizenden slachtoffers als gevolg. Nog afgelopen december werd het wankele pad naar de democratie onder druk gezet door een poging tot staatsgreep van de – nu afgezette – president Yoon Suk Yeol. In de romans Wit en Ik zeg geen vaarwel vertelt Han Kang over de afschuwelijke misstanden, bloedig neergeslagen protesten en de littekens die deze achterlieten in de Koreaanse bevolking.

Vrouwenonderdrukking

Een andere ernstige vorm van repressie in de Zuid-Koreaanse maatschappij treft vrouwen. Systematisch worden zij achtergesteld en voornamelijk gezien als sloof en broedmachine in de extreem patriarchaal ingerichte samenleving. De getallen van geweld tegen vrouwen in de huiselijke sfeer behoren tot de hoogste ter wereld. Sinds enkele jaren groeit een heftig protest tegen deze vorm van ongelijkheid, onderdrukking en geweld. Een steeds groter wordende groep vrouwen sluit zich aan bij de protestbeweging B4 die zich actief verzet door het principieel weigeren van alle vormen van seksueel en relationeel contact met mannen.

De vegetariër vertelt met rauwe, magistrale en poëtische tonen het lot van de gesmoorde vrouwen in Zuid-Korea.

Taal is macht, taal is man

‘Voordat mijn vrouw vegetariër werd, had ik haar in alle opzichten altijd volstrekt oninteressant gevonden.’ Met deze wonderlijke openingszin zet Han Kang onmiddellijk de toon. Onze hoofdpersoon heeft geen stem. De lezer zal het moeten doen met de woorden van drie omstanders, allen representanten van het patriarchale systeem.

In een drieluik schetst Han Kang het verhaal van een gehuwde vrouw die besluit – hoewel sociaal onwenselijk – geen vlees meer te eten na een vervelend voorval met haar onaangename partner en een daaropvolgende bloederige en gewelddadige droom. De sociale afkeuring en de toorn van de echtgenoot en de familie over haar besluit bereiken het dieptepunt als tijdens een gezamenlijk diner de brute vader van Yeong-hye zijn dochter in het gezicht slaat en uiteindelijk met meedogenloos geweld vlees in haar lichaam wil proppen. Niemand vraagt naar de redenen en de gevoelens die haar dit besluit hebben doen nemen. De patriarchale macht structuur eist woordeloze gehoorzaamheid.

Het huwelijk strandt en Yeong-hye belandt in het ziekenhuis en voor enige tijd in een psychiatrische kliniek.

Bloemen en verlangen

Als zij vervolgens haar leven weer probeert op te pakken ontwikkelt de videokunstenaar en onverschillige echtgenoot van Yeong-hye’s zus In-hye een erotische obsessie voor het lichaam van zijn – in zijn ogen – ongetemde en taboedoorbrekende schoonzus. Hij besluit Yeong-hye over te halen om haar naakte lichaam met bloemen te laten beschilderen en zijn erotische verlangen daadwerkelijk te verwezenlijken. In onderstaande schitterende alinea verwoordt Hang Kang zijn verlangen:

‘Het beeld van een man en een vrouw, hun lichamen prachtig beschilderd met bloemen, die seks hadden tegen een ondergrond van onvoorstelbare stilte. Hún bewegende lichamen prozaïsch in dat vacuüm. Een opeenvolging van scènes, heen en weer slingerend van geweld naar tederheid, waarbij geen enkele extremiteit geschuwd werd. Eén verstild uitgerekt moment van kalme verlossing, het extreme veredeld tot een soort vredigheid.’

Yeong-hye ondergaat het moment van seksuele eenwording met lichamelijke passie maar ook in het verlangen haar gruwelijke droom, haar woede, uiteindelijk haar ziel te kunnen delen. Helaas valt de man, onmiddellijk na het bereiken van zijn doel, in slaap. De volgende ochtend worden zij ontdekt door de verbijsterde echtgenote en zus In-hye.

Verzet

In het derde deel van het drieluik bevindt Yeong-hye zich wederom in een psychiatrische instelling. Zij weigert nu elke vorm van voedsel. De zorgzame In-hye bezoekt haar regelmatig en beseft schuldig het niet voldoende te hebben opgenomen voor haar jongere zus. Ook zij droomt nu van bloedende gezichten. In-hye – het alter ego van Yeong-hye – realiseert zich dat zij in haar goedheid en volgzaamheid nooit echt heeft geleefd. Dat zij zich zelfs heeft laten verkrachten door haar man op zijn verzoek ‘het maar even te doen’. Stapsgewijs begrijpt In-hye de woede en de wanhoopsdaad van haar zuster.

Yeong-hye wordt niet gehoord en taal is ontoereikend om haar werkelijkheid, haar ziel en verzet in woorden te kunnen vatten. Zij besluit daarom haar lichaam te transformeren in een symbool van verzet, een vlammende zwarte boom.

Over metamorfosen en bekentenissen

Het metamorfose thema verbindt de roman met belangrijke werken uit de westerse literaire canon. In De metamorfosen van Ovidius transmuteert de godin Daphne in een laurierboom. De metamorfose van Gregor Samsa in een monsterlijk insect in De gedaanteverwisseling van Franz Kafka is een allegorie van de sociaal onmogelijke persoonlijke aspiraties en de verstikkende gevangenis van culturele en sociale conventies waarin het personage zich bevindt. De schrijnende zielsverwantschap tussen Gregor Samsa en Hyong-hye is onmiskenbaar.

In weerwil van de geniale vondst de protagoniste vooral te openbaren in de beschrijvingen van haar externe omgeving, doemen in de tekst cursieven op die gedachten en emoties van Yeong-hye ontsluieren. Naast wanhoop en verzet rijst het besef dat zich in Yeong-hye een gewelddadige en moorddadige woede heeft gemanifesteerd. De erkenning van het kwaad in het eigen DNA is schokkend en beangstigend. De keuze voor het vegetarisme is ook – naast een verzetsdaad – een vorm van exorcisme. Schuld en boete, biecht en verlossing, het streven naar zuivering van de ziel door het bekennen van de zonde behoren via Augustinus, Jean-Jaques Rousseau en Fjodor Dostojevski tot grote thema’s van de westerse literatuur.

In het recente en helaas nog niet in het Nederlands vertaalde Greek Lessons – naar zeggen van de auteur een optimistisch vervolg op De vegetariër – zal een vrouw die haar stem verloren heeft deze terugvinden in de klassieke wereld van het Grieks en in de woorden van Plato.

 

Knausgard_De wolven van de eeuwigheid
Boeken / Non-fictie

Lange schaduwen

recensie: De wolven der eeuwigheid – Karl Ove Knausgård
Knausgard_De wolven van de eeuwigheid

Waarom zou je je aan de bijna achthonderd pagina’s van de nieuwe roman van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård wagen? Wat maakt dat je aan zijn werk verslingerd kunt zijn? Of het nu om zo’n dikke pil gaat of om een dunne novelle als De vogels van de hemel. Ze hebben iets. Maar wat.

Het eerste gedeelte van De wolven der eeuwigheid – want daar hebben we het hier over – gaat over de mystiek van het gewone, dagelijkse leven. Over de 19-jarige jongen Syvert Løyning, die in 1986 uit militaire dienst is teruggekeerd. Over zijn jongere broer Joar, hun zieke moeder en over hun vriendenkring. Ze begroeten elkaar allemaal met ‘Zo zo’ en voeren filosofische gesprekken over dingen als de eerste herinnering, de popmuziek die Syvert beluistert en over voetballen. Dingen die in de boeken van Knausgård vaak terugkomen.

Het wordt allemaal zó beschreven, dat je als leek zomaar van die popmuziek en dat voetballen zou kunnen gaan houden. Ook de personages komen levensecht over. Zoals er van de moeder wordt gezegd: ‘Ze glimlachte een seconde of twee en toen werd haar gezicht weer serieus, waaruit bleek dat het geen echte glimlach was’. Alleen is de achtergrond daarvan een andere dan Syvert op dat moment denkt. Het zijn zulke karakteriseringen die je op scherp zetten en bijblijven.

Genre-bending

De stream of consciousness in de roman wordt soms in de vorm van een gedicht in staccatostijl gegoten, zoals:

De peddels halen dan.
Had ik daar zin in?
Ja, verdomme.
Joar vragen of hij mee wilde.
Zou ik wel moeten doen.
Goed voor hem om er even uit te zijn.
Maar wilde ik dat?
Even genoeg grote broer gespeeld.
Een tochtje in mijn eentje over de rivier was prima.

Er zijn ook essayistische stukken, over biologie en natuurkunde, treinen, Russische literatuur en de concrete, lichamelijke opstanding in de filosofie van Fjodorov. Ze remmen het verhaal soms af. Genre-bending heet dat, waarbij de grenzen van verschillende genres (roman, poëzie, essays) worden overschreden. Knausgård is er sterk in.

Dat geldt ook voor een detectiveachtige lijn die het boek doortrekt. Syvert vindt namelijk in de paparassen van zijn overleden vader een Russische brief die hij laat vertalen door Krag, met wie hij een goede band krijgt. Hij laat hem Misdaad en straf van Dostojevski lezen. Eerst vindt Syvert er niets aan, vervolgens wordt het onverdraaglijk en tenslotte een zijspoortje dat soms opduikt. De brief blijkt een liefdesbrief te zijn van ene Asja. Syvert slaat aan het fantaseren: ‘Misschien was hij niet dood. Misschien had hij alles in scène gezet, zodat hij daar [in Rusland, red.] kan wonen zonder dat iemand het wist’. De onechte glimlach van de moeder wordt zo duidelijk en slaat niet op verdriet om haar overleden man, maar om diens overspel.

Parallellen

Joar en Syvert zijn bang dat hun moeder, die last heeft van haar rug, ziek is en net als hun vader zal sterven. Dat eerste wordt bewaarheid want ze blijkt inderdaad ziek te zijn. De gedeeltes over dit persoonlijke leed worden in het boek gespiegeld door parallelgedeeltes over Tsjernobil. De radioactiviteit van de kernramp uit 1986 zit ‘in het water, in de aarde. In de dieren, in de bomen, in de bloemen.’ En de kankercellen in de longen van de moeder. Ook dit maakt het boek compositorisch sterk.

Dat geldt ook voor de parallelle wereld die wordt beschreven, een andere werkelijkheid. Syvert heeft daar niets mee; een televisiegesprek met Dario Fo (toneelschrijver en -regisseur) is ‘niet echt iets om over naar huis te schrijven’, waarbij het woordje ‘echt’ een dubbele betekenis krijgt. Mooi vertaald door Marin Mars, die meer werk van Knausgård vertaalde.

Een glazen wand

In het tweede deel van de roman zijn we plotseling in het hedendaagse Rusland beland. Het gaat dan ‘meer over mensen dan over boeken, meer over het leven dan over de theorie’ in vergelijking met het eerste deel. De ik-figuur is nu een vrouw, Alevtina, met een zoon, Seva. Zij studeert en geeft colleges biologie aan eerstejaarsstudenten. Wat ze allemaal vertelt, wordt uitgebreid geciteerd. Op de een of andere manier is dat minder interessant dan de gedetailleerde beschrijvingen die uit het leven zijn gegrepen. Bijvoorbeeld over hoe Joar zijn schoenen aantrekt en veters strikt.
Als de roman een gedicht zou zijn, dan zou je van een chiasme kunnen spreken: een kruisstelling die bestaat uit een omkering; het heet in het tweede deel meer over mensen te gaan, maar eigenlijk is het omgekeerde het geval.

Alevtina (pas twintig jaar) raakt verliefd op Vasja, die iets schrijft dat ze De wolven of De eeuwigheid noemt. Respectievelijk iets concreets en iets abstracts. Met wellicht een glazen wand ertussen, een beeld dat Knausgård regelmatig in verschillende gedaanten gebruikt. Zo kijkt zoon Seva af en toe dwars door Alevtina heen, is er een duidelijke binnen- en buitenshuis en bestaat er een muur tussen de natuurwetenschappen die ze studeert en de geesteswetenschappen die ze eerder studeerde.

Opvallend in dit verband is haar belangstelling voor de biosemiotiek, omdat die ‘een bonte verzameling [is] van overschrijdingen van vakgrenzen’, zoals Knausgårds genre-bending. Weer zo’n mooie parallel. Bovendien is biosemiotiek een abstract vakgebied. Net zoals bij Alevtina’s vader ‘het abstracte zich binnen in hem afspeelde, het was voor iedereen onzichtbaar behalve voor hemzelf’. Onzichtbaar zoals haar moeder Asja volgens Syvert was; alle moeders zijn volgens hem onzichtbaar en vanzelfsprekend. Zoals Solveig in Knausgårds novelle De vogels van de hemel zegt dat ze haar ouders voor lief neemt.

De slang bijt in zijn eigen staart

De vader overhandigt haar een brief die Syvert Løyning Jr. aan Asja had geschreven. Hij wist toen nog niet dat ze al dood was en dat hij een halfzus heeft, Alevtina. Hij zoekt haar op in Moskou, waar het verstikkend warm weer is en ‘alles lange schaduwen wierp, ik ook’. De slang bijt hier als het ware in zijn eigen staart en we komen zo in het laatste gedeelte van het boek weer uit bij het begin. De vaart die de essayistische stukken soms uit het boek halen, zit er nu duidelijk in en wordt benadrukt door de korte hoofdstukken die telkens over een ander personage gaan. Je zou het filmische scènes kunnen noemen.

Ook op een andere manier bijt de slang in zijn staart, maar dan in die van deel 1 (De morgenster) uit de Morgenster-serie waarvan dit deel twee is: een ‘mystiek hemelfenomeen boven Moskou’ dat ook in genoemde novelle De vogels van de hemel al voorkomt. Dit is een novelle die je als voorstudie van De morgenster kunt beschouwen. Hierin schijnt ‘hoog aan de hemel in het zuidoosten […] een ster’. Het is aan de lezer om dat te duiden. Ook zulke open plekken maken zowel de novelle als deze roman tot literatuur waaraan je verslingerd kunt raken. Telkens weer.