Butterfly Kiss
(Michael Winterbottom, 1995 • Paradiso)
Het speelfilmdebuut van Michael Winterbottom werd in 1995, op het filmfestival van Berlijn, controversieel genoemd. Butterfly Kiss is inderdaad ongewoon door zijn vorm en inhoud. Amanda Plummer en Saskia Reeves overtuigen als de twee geliefden Eunice en Miriam. Eunice, gepierced door haar tere delen, trekt al moordend door Ierland. Bij een pompstation ontmoet ze de naïeve Miriam, die voor haar valt en haar slaafs volgt. De verhouding tussen Eunice en Miriam evolueert langs de snelweg, op parkeerplaatsen en in motels. Het duurt even voordat Miriam door heeft dat Eunice juist daar haar slachtoffers zoekt. Winterbottom portretteert Eunice als ‘de meesteres’ van het desolate landschap.
~
Fraai gefilmd dwaalt Eunice citerend uit de bijbel straffeloos moordend rond. Minder fraai zijn de zwart-witte blokken waarin Winterbottom Miriam als getuige/medeplichtige neerzet. De monologen van Miriam zijn bekentenissen die de goddeloze (snel)weg telkens wreed onderbreken. Het is een irritante ingreep in de visuele continuïteit. Mogelijk zocht Winterbottom een stijl om zo het idee van compassie vorm te geven? In elk geval schaadt deze keuze de dramatiek en is het twijfelachtig of er iets wordt toegevoegd. Deze wrede roadmovie overtuigt meer dankzij een ruige eindscène waarin ook Miriams aandeel duidelijk wordt. (Antoinette van Oort)
The Brave
(Johnny Depp, 1997 • Paradiso)
In 1997 kwam The Brave uit, het regiedebuut van Johnny Depp. De film kreeg op het toenmalige filmfestival in Cannes veel kritiek van de Amerikaanse critici en werd daarom niet in de Verenigde Staten uitgebracht. Hoewel de film ook hier niet erg succesvol was, is hij nu toch op dvd verschenen. Een briljante film is het niet, maar het waarom van de vernietigende kritieken vanuit de VS wordt nergens echt duidelijk.
~
Depp is inmiddels de van alle kanten bewierookte acteur die eigenlijk niets meer fout kan doen, maar uit deze film blijkt dat acteren toch zijn sterkste kant is. Hoewel
The Brave vol zit met sfeervolle locaties in de woestijn (die het uitzichtloze bestaan van hoofdpersoon Rafael benadrukken) en mooi geschoten plaatjes, ontbreekt het de film aan overtuigingskracht en vaart. In het begin zien we Depp als de norse alcoholist Rafael, die ermee instemt zich voor een groot bedrag dood te laten martelen voor een snuff-film. Hiermee wil hij zijn gezin, dat op een vuilnisbelt in een caravan woont, ‘redden’. Dit strookt echter niet met de manier waarop hij met zijn gezin omgaat.
Afstandelijk ligt hij de halve dag in bed en de andere helft zit hij in de kroeg. Maar naarmate de film vordert ontwikkelt hij zich toch als goede vader en echtgenoot, waarmee hij de sympathie van de kijker langzaam weet te winnen. Met zijn naderende dood in het oog probeert hij een leven vol criminaliteit en alcoholisme goed te maken, maar waarom hij geen andere uitweg ziet dan een gruwelijke dood en waarom hij niet eerder heeft geprobeerd zijn leven te beteren wordt nergens echt duidelijk. Met een goed gecomponeerde soundtrack en een visueel dromerige sfeer is The Brave een esthetisch geslaagd project, maar op narratief gebied geen sterk geheel. (Anouk Werensteijn)
Un año sin amor
(Aanhik Berneri, 2005 • Homescreen)
In een grauw kamertje ergens in Buenos Aires probeert Pablo, een jonge homoseksuele leraar Frans, een contactadvertentie op te stellen. Dit gaat hem niet gemakkelijk af, want wie is hij eigenlijk? En welke informatie zal hij openbaar maken, behalve zijn leeftijd, beroep, lengte en gewicht? De toevoeging HIV+ zal zijn kansen op het vinden van liefde waarschijnlijk niet bevorderen.
~
Un año sin amor is gebaseerd op de gelijknamige dagboekroman van Pablo Pérez, en toont Pablo’s zoektocht naar liefde en het leren leven met zijn ziekte. De realiteit van medicijnen, hoestaanvallen en zijn vervelende tante ontvlucht hij via vluchtige seks met willekeurige bezoekers van pornobioscopen, homoclubs en uiteindelijk SM-kelders. Misschien zoekt hij de liefde wel op de verkeerde plekken, maar hij hoeft in ieder geval nog even geen beslissingen te nemen. Zelfs als je eigen realiteit ver verwijderd is van die van de jonge schrijver, is het niet moeilijk om met hem mee te leven.
Dit is toe te schrijven aan het knappe acteerwerk van hoofdrolspeler Juan Minujín, maar ook aan de aanpak van de debuterend regisseuse Anahi Berneri. Ze zit de personages dicht op de huid; ook in de SM-scènes, die echter zo vluchtig gemonteerd zijn dat ze realistisch maar toch niet te vulgair zijn. Berneri gaat de realiteit niet uit de weg, en versterkt dit effect nog verder door een extra korrelige, instabiele en grauwe visuele stijl. De realiteit heeft ook veel moois te bieden, door extreme close-ups van al dan niet oplossende pillen en handen met rode polsen die behoedzaam op een in leer gehuld lichaam gelegd worden. In een eenzaam jaar zonder liefde, waarvan het verstrijken zichtbaar gemaakt wordt door de cover van Pablo’s favoriete pornoblad, zijn het zulke momenten die levenslust geven. (Tessa Overbeek)
Battle in Heaven (Batalla en el cielo)
(Carlos Reygadas, 2005 – Lumière)
Marcos is de chauffeur van Ana, dochter van een generaal, die in ‘de boetiek’ (lees: het bordeel) werkt. Hij en zijn vrouw hebben een baby ontvoerd in de hoop op losgeld, maar het kind overlijdt. Op zoek naar vergiffenis bekent Marcos dit Ana, voor wie hij seksuele en emotionele gevoelens koestert. Ana reageert echter niet zoals hij gehoopt had.
~
Battle in Heaven is een film die er niet naar streeft een verhaaltje te vertellen. Regisseur Carlos Reygadas lijkt vooral geïnteresseerd te zijn in het beeld. Met weinig dialoog en lange, soms statische shots zien we tegen de achtergrond van Mexico-City het portret van een man, gevangen in een leeg en onopgemerkt bestaan. Het grootste deel van de film kijken we dan ook door zijn ogen. We kijken door de voorruit van zijn auto, kijken vanuit zijn ogen naar zijn omgeving en het beeld wordt wazig wanneer hij zijn bril verliest.
Toch is Marcos een anti-held. De veelvoudige seksscènes in deze film hebben door Marcos’ zwaarlijvige verschijning een afstotende werking op een publiek dat opgegroeid is met de slanke en mooie mensen uit Hollywoodfilms. De film doet grotendeels kil en afstandelijk aan, maar dat ontkracht niet de meeslepende werking van de film. Vooral na de onverwachte wending tegen het einde verandert de tot dan toe vooral esthetische kijkervaring. Reygadas weet met Battle in Heaven te verrassen en ontroeren op een geheel eigen wijze. De dvd bevat geen extra’s, en er moet eerst door drie trailers heen gezapt worden voordat de film daadwerkelijk begint. (Anouk Werensteijn)
Nieuwe dvd’s
.
Butterfly Kiss
(Michael Winterbottom, 1995 • Paradiso)
Het speelfilmdebuut van Michael Winterbottom werd in 1995, op het filmfestival van Berlijn, controversieel genoemd. Butterfly Kiss is inderdaad ongewoon door zijn vorm en inhoud. Amanda Plummer en Saskia Reeves overtuigen als de twee geliefden Eunice en Miriam. Eunice, gepierced door haar tere delen, trekt al moordend door Ierland. Bij een pompstation ontmoet ze de naïeve Miriam, die voor haar valt en haar slaafs volgt. De verhouding tussen Eunice en Miriam evolueert langs de snelweg, op parkeerplaatsen en in motels. Het duurt even voordat Miriam door heeft dat Eunice juist daar haar slachtoffers zoekt. Winterbottom portretteert Eunice als ‘de meesteres’ van het desolate landschap.
~
The Brave
(Johnny Depp, 1997 • Paradiso)
In 1997 kwam The Brave uit, het regiedebuut van Johnny Depp. De film kreeg op het toenmalige filmfestival in Cannes veel kritiek van de Amerikaanse critici en werd daarom niet in de Verenigde Staten uitgebracht. Hoewel de film ook hier niet erg succesvol was, is hij nu toch op dvd verschenen. Een briljante film is het niet, maar het waarom van de vernietigende kritieken vanuit de VS wordt nergens echt duidelijk.
~
Afstandelijk ligt hij de halve dag in bed en de andere helft zit hij in de kroeg. Maar naarmate de film vordert ontwikkelt hij zich toch als goede vader en echtgenoot, waarmee hij de sympathie van de kijker langzaam weet te winnen. Met zijn naderende dood in het oog probeert hij een leven vol criminaliteit en alcoholisme goed te maken, maar waarom hij geen andere uitweg ziet dan een gruwelijke dood en waarom hij niet eerder heeft geprobeerd zijn leven te beteren wordt nergens echt duidelijk. Met een goed gecomponeerde soundtrack en een visueel dromerige sfeer is The Brave een esthetisch geslaagd project, maar op narratief gebied geen sterk geheel. (Anouk Werensteijn)
Un año sin amor
(Aanhik Berneri, 2005 • Homescreen)
In een grauw kamertje ergens in Buenos Aires probeert Pablo, een jonge homoseksuele leraar Frans, een contactadvertentie op te stellen. Dit gaat hem niet gemakkelijk af, want wie is hij eigenlijk? En welke informatie zal hij openbaar maken, behalve zijn leeftijd, beroep, lengte en gewicht? De toevoeging HIV+ zal zijn kansen op het vinden van liefde waarschijnlijk niet bevorderen.
~
Dit is toe te schrijven aan het knappe acteerwerk van hoofdrolspeler Juan Minujín, maar ook aan de aanpak van de debuterend regisseuse Anahi Berneri. Ze zit de personages dicht op de huid; ook in de SM-scènes, die echter zo vluchtig gemonteerd zijn dat ze realistisch maar toch niet te vulgair zijn. Berneri gaat de realiteit niet uit de weg, en versterkt dit effect nog verder door een extra korrelige, instabiele en grauwe visuele stijl. De realiteit heeft ook veel moois te bieden, door extreme close-ups van al dan niet oplossende pillen en handen met rode polsen die behoedzaam op een in leer gehuld lichaam gelegd worden. In een eenzaam jaar zonder liefde, waarvan het verstrijken zichtbaar gemaakt wordt door de cover van Pablo’s favoriete pornoblad, zijn het zulke momenten die levenslust geven. (Tessa Overbeek)
Battle in Heaven (Batalla en el cielo)
(Carlos Reygadas, 2005 – Lumière)
Marcos is de chauffeur van Ana, dochter van een generaal, die in ‘de boetiek’ (lees: het bordeel) werkt. Hij en zijn vrouw hebben een baby ontvoerd in de hoop op losgeld, maar het kind overlijdt. Op zoek naar vergiffenis bekent Marcos dit Ana, voor wie hij seksuele en emotionele gevoelens koestert. Ana reageert echter niet zoals hij gehoopt had.
~
Toch is Marcos een anti-held. De veelvoudige seksscènes in deze film hebben door Marcos’ zwaarlijvige verschijning een afstotende werking op een publiek dat opgegroeid is met de slanke en mooie mensen uit Hollywoodfilms. De film doet grotendeels kil en afstandelijk aan, maar dat ontkracht niet de meeslepende werking van de film. Vooral na de onverwachte wending tegen het einde verandert de tot dan toe vooral esthetische kijkervaring. Reygadas weet met Battle in Heaven te verrassen en ontroeren op een geheel eigen wijze. De dvd bevat geen extra’s, en er moet eerst door drie trailers heen gezapt worden voordat de film daadwerkelijk begint. (Anouk Werensteijn)
Butterfly Kiss / The Brave / Un año sin amor / Battle in Heaven
Regie: Diverse regisseursJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Afgezaagde formule
In 2004 verraste regisseur James Wan horrorfans met het duistere Saw, een film die door de opgeroepen claustrofobische beklemming en slimme inzet van visuele effecten tot één van de succesvolste horrorhits van de laatste jaren gerekend mag worden. Een vervolg, Saw II (2005), liet niet lang op zich wachten en nu is er dan Saw III. Maar waar de duistere originaliteit van Wans eersteling zorgde voor diepe wonden in de ziel, laten de vervolgdelen nog geen schrammetje achter.
Eén van de sterke troefkaarten van Saw is de eenvoud van de plot: twee mannen ontwaken in een afgesloten kamer, vastgeketend aan leidingen. Opnamen op een in de kamer achtergelaten taperecorder informeren hen over hetgeen er gebeurd is: zij zijn ontvoerd door de zogenaamde Jigsaw Killer (Tobin Bell), een psychopaat die duivelse situaties bedenkt waaraan zijn slachtoffers alleen kunnen ontsnappen door tot het uiterste te gaan. Een eveneens in de kamer achtergelaten zaag (waarmee de titel van de reeks verklaard is) kan niet door de kettingen snijden waarmee het tweetal wordt vastgehouden, maar wel door vlees en bot… De ontsnapping van beide mannen wordt zo een beproeving waarbij hun mentale en fysieke reserves op ondraaglijke wijze worden getest, terwijl het spanningsniveau bij het publiek door de pijngrens heen gejaagd wordt.
Geforceerde schaalvergroting
~
Waar Saw zich grotendeels afspeelde in één enkele ruimte, verplaats de regisseur van het tweede deel, Darren Lynn Bousman, de handeling naar een met Jigsaws dodelijke vallen gevuld huis. Deze geforceerde schaalvergroting, waarmee aan de groeiende verwachtingen van een horrorpubliek dat een nóg bloedstollender voortzetting van dezelfde formule wil, tegemoet wordt gekomen, wordt verder doorgezet in het eveneens door Bousman geregisseerde derde deel. De overtreffende trap wordt hierin gevormd door een opslagplaats, waarin chirurg Lynn (Bahar Soomekh) bijkomt nadat ze uit het ziekenhuis waar ze werkt werd ontvoerd door Amanda (Shawnee Smith), de assistent van Jigsaw. De moraliserende moordenaar is namelijk aan bed gekluisterd. Hij lijdt aan kanker en wil dat Lynn hem aan een hersentumor opereert. Om zich van haar medewerking te verzekeren krijgt Lynn een bom rond haar nek bevestigd die is verbonden met Jigsaws hartslag. Wanneer deze zou stoppen gaat de bom af. Om zelf te overleven, dient Lynn dus Jigsaw in leven te houden.
Een tweede slachtoffer dat zich in de loods bevindt is Jeff (Angus MacFadyen), een vader die zijn zoontje verloren heeft bij een verkeersongeval en dit trauma nog steeds niet heeft verwerkt. Jigsaw maakt hem tot doelwit van zijn spel omdat de vader wraak wil nemen op diegenen die hij verantwoordelijk acht voor de dood van zijn kind: Tim (Mpho Koaho), de jonge bestuurder van de auto die zijn zoontje doodreed, en rechter Halden (Barry Flatman) die hem een lichte straf oplegde. De scènes waarin Jeff wordt geconfronteerd met deze mensen voorzien ruimschoots in het diabolische martelwerk waarin de Saw-reeks grossiert. Vooral het fragment waarin Jeff Tim uit een ingenieuze pijnbankconstructie probeert te redden is gruwelijk en gaat letterlijk door merg en been. Om nog maar te zwijgen van de operatiescène waarin Jigsaw onder Lynns mes gaat.
Bloedeloos
~
Ondanks verwoede pogingen de toeschouwer bij de les te houden – het dreinerige muzikale equivalent van een fikse migraine-aanval dat voor de soundtrack moet doorgaan, en het té zelfbewuste camerawerk van David A. Armstrong dat het niveau van een rock-videoclip nauwelijks ontstijgt – faalt de film. Ook de keuze van production designer David Hackl om zowel de tweede als deze derde film praktisch in duisternis te hullen, terwijl het gebruik van fel licht in wit betegelde ruimten het origineel juist zo ten goede kwam, is discutabel. Voeg daar het geforceerde einde aan toe, waarbij de deur op een kier wordt gezet voor een vierde film in de reeks, en het afgezaagde karakter van Saw III wordt pijnlijk duidelijk.
Saw III
Regie: Darren Lynn BousmanJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Loze wreedheid
/ 0 Reactiesdoor: Paul Caspers0 SterrenDeze maand vertoont Het Filmmuseum de zogenaamde wraaktrilogie van de Koreaanse regisseur Chan-wook Park. Een drietal films die visueel overweldigend zijn, maar na een kritische blik cynische spielerei blijken.
Als vanuit het niets verscheen Park (1963) twee jaar geleden ten tonele. Oldboy (2003) werd getipt door Tarantino, verwierf in de hele wereld een bioscooproulement en werd de meest besproken cultfilm van 2004. De redenen zijn duidelijk: een overdonderend spektakel, duidelijk gemaakt door een begaafde cineast en, niet in de laatste plaats, een stevige portie overdreven geweld.
De film werd unaniem geprezen, en de verwachtingen voor zijn volgende film waren hooggespannen. Sympathy for Lady Vengeance (2005), een officieuze opvolger – en kennelijk de laatste in een soort trilogie met als eerste deel Sympathy for Mr. Vengeance (2002) – zou aanvankelijk bij ons dan ook in première gaan, maar wordt nu uitsluitend als onderdeel van de trilogie vertoond. Het eerste deel was al in cultkringen bekend – opnieuw vanwege de buzz rond de brute geweldsscènes. Aan dit drietal films te beoordelen lijkt de Koreaan zijn niche gevonden te hebben in wraakvertellingen die hij in een steeds meer barokke visuele stijl, met een gevoel voor ironie en een dosis sadistisch geweld verkleedt.
Krachttoer
Parks technische kwaliteiten staan buiten kijf, maar in geen van deze films neemt de regisseur een moment de moeite zijn karakters en situaties geloofwaardig en levensecht te maken. Ook thematisch gezien is de trilogie armoedig. Een rudimentair wraakplot dient in alle films als basis voor een reeks in toenemende mate wrede acties, die verheerlijkt en gestileerd worden.
Sympathy for Mr. Vengeance is een buitenbeentje in de trilogie, omdat het sadisme van de hoofdpersonen nog in contrast staat met Parks vaak verstilde breedbeeldcomposities en kleurencontrasten. In Oldboy staat de barokke visuele stijl juist in dienst van de sensatie van wreed geweld, terwijl Lady Vengeance ieder greintje van geloofwaardigheid overboord gooit ten bate van een mechanische krachttoer. De ironische humor werkt in Mr. Vengeance nog afstotelijk; in Oldboy versterkt het de sensatie en in Lady Vengeance is de balans volledig zoek. Deze film heeft ook de meeste morele pretenties: de rechtvaardiging van wraak komt hier het meest expliciet naar voren. Park bedelft dit thema echter onder platte ironie en een hyperbool van loze stilistische gebaren: splitscreens, willekeurige topshots, extreem weelderige decors, enzovoorts. Je krijgt het idee naar een twee uur lange reclamefilm te kijken.
Stijloefeningen
Ook een tussendoortje als Cut, Parks bijdrage aan de portmonteaufilm Three… Extremes, bevestigt dat de Koreaan niets anders in zijn mars heeft dan hol cynisme, wreedheid en grote gebaren. Hier neemt een figurant wraak op de vrouw van een arrogante regisseur die hem zo vaak genegeerd heeft. Het machtsspel dat zich voltrekt is thematisch puberaal en, afgezien van wat absurde humor, geheel gericht op het loze sadisme waar de filmfanaten die Park op handen dragen wel pap van lusten. Maar opnieuw is dit alles voor het oog virtuoos geregisseerd: weelderige tracking shots en beeldcomposities die van het doek afspatten.
Dit is het werk van een filmsadist, een cynische krachtpatser die mikt op een puberpubliek en de kijker graag laat zwelgen. Park is iemand die graag Vivaldi tijdens een vechtscène draait, een regisseur die echt lijkt te geloven dat de meest luxe stijl een suggestie van thematische diepgang kan opwekken. Dit steevaste gebrek aan psychologie maakt van zijn films opgeblazen, hyperbolische stijloefeningen. Deze kleurrijke ballonnen gaan bij sommigen door voor briljante cinema, maar Park is niet meer dan een beeldexpressionist die steevast weigert zijn werk een oprechte kern te geven. Psychologische geloofwaardigheid of inzicht in de sociale problematiek die er de basis van vormt is ver te zoeken, zodat de virtuoze bombast overdonderend werkt, maar levenloos blijft.
Meesterlijk
Vreemd genoeg was het ooit heel anders: Parks doorbraak in thuisland (zijn eerste twee films zijn helaas zelfs in Korea niet beschikbaar, en dus onmogelijk te beoordelen) was filmkunst van een geheel andere orde. JSA (Joint Security Area, 2000) is een uitstekende, geheel geloofwaardige combinatie van politieke thriller en melodrama. Het verhaal van een moord op een militaire basis op het grensgebied van Noord- en Zuid-Korea wordt als een ouderwetse whodunnit voornamelijk in flashbacks getoond. Dit is op zich niet bijzonder, maar Park maakt gebruik van een uiterst geraffineerde structuur, van perfect beheerste opnames, en weet in gelijke mate te onderhouden, ontroeren en imponeren. De film is duidelijk geschoeid op de leest van Hollywood, maar heeft een geheel eigen, subtiele visuele stijl en een subtext van mannelijke vriendschap (liefde?) die nog altijd taboe is bij het grote publiek van Amerika. In de laatste scène toont Park zijn gevoel voor visuele compositie: het is een montage die op magnifieke wijze de thematiek van de film (de scheiding tussen Noord- en Zuid-Korea en de onmogelijkheid van reünie) onderstreept.
Park toonde zich met JSA een meester van visuele filmtechniek, en hij gebruikte die om zijn film thematisch en emotioneel te ondersteunen. Hij zou die techniek perfectioneren met zijn latere werk, maar verloor daarmee direct het hart voor zijn films, dat hij tot op heden nog niet terug heeft gevonden.
Sympathy for Mr. Vengeance, Oldboy en Sympathy for Lady Vengeance worden tot en met 17 januari in het Filmmuseum vertoond, en daarna in Plaza Futura in Eindhoven. De trilogie verscheen onlangs als box op dvd bij A-Film; Mr. Vengeance heeft een foute beeldverhouding, en de enige interessante extra is een tergend oppervlakkig audiocommentaar bij Oldboy. Three… Extremes verscheen eerder op dvd bij A-Film. JSA is inmiddels in al onze buurlanden op dvd verschenen, maar bij ons niet.
Wraaktrilogie: Sympathy for Mr. Vengeance / Oldboy / Sympathy for Lady Vengeance
Regie: Chan-wook ParkJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
De ondergang van het vlakke land
.
Lanoyes voorlaatste roman mag dan al even achter ons liggen, de schrijver blijkt nog niet veel veranderd. Hij hanteert nog steeds dezelfde zwierige stijl, en de politieke relevantie van zijn boeken steekt als altijd die van partijprogramma’s naar de kroon. België blijft zijn geliefde decor, en de politieke wantoestanden in dat kleine land zullen Lanoye nog wel even blijven inspireren. Geen ontsnapte misdadigers of corrupte politici deze keer, maar wel: het schijnhuwelijk.
Untouchables
~
De opzet klinkt eenvoudig, en plotgewijs heeft Het derde huwelijk inderdaad niet veel meer om het lijf. Aan de hand van een aantal anekdotes doet Lanoye het smeuïge verslag van een huwelijk dat gedoemd is om te mislukken. Zijn roman wordt zo het verhaal van twee verstotenen die tegen alle verwachtingen in troost bij elkaar vinden. Zowel de zieke, homofiele weduwnaar als de illegale immigrante zijn untouchables aan de rand van de Belgische samenleving, en die verbondenheid leidt tot verrassende situaties. De twee gaan nochtans op een totaal andere manier met hun positie om: Maarten wil deze ellendige wereld zo snel mogelijk verlaten, terwijl Tamara staat te popelen om zich Belgische te kunnen noemen.
Twee werelden
Het is dan ook niet moeilijk om Maarten en Tamara te zien als symbolen voor hun respectieve beschavingen. Maarten staat voor een ziek, wegkwijnend Europa, Tamara symboliseert het levenslustige Afrika dat klaarstaat om de fakkel over te nemen. Spijtig genoeg laat Lanoyes stereotiepe tekening van zijn personages weinig ruimte voor een nuancering van die tamelijk eenzijdige interpretatie. Toegegeven, veel van zijn beschrijvingen zijn raak, en Lanoye heeft nog steeds heel wat zinnigs te zeggen over België en zijn inwoners. Maar Europa wordt af en toe wat té ziek, en Afrika wat té springlevend afgeschilderd om geloofwaardig te blijven. Op die momenten lijkt het wel alsof Lanoye het polariserende wereldbeeld van zijn stervende hoofdpersonage heeft overgenomen.
Dubbel gevoel
~
Anderzijds heeft die compositie ook zijn nadelen. De voortdurende flashbacks voegen bijvoorbeeld wel een extra dimensie toe aan het verhaal, maar ze remmen tegelijkertijd ook af. Dat is jammer, want de afzonderlijke scènes duren sowieso al lang. In combinatie met die flashbacks en Maartens soms zeurderige overpeinzingen kunnen ze dus wel eens gaan vervelen. Lanoyes verhaal lijkt niet sterk genoeg om die compositie te kunnen torsen.
Dat is natuurlijk een streng oordeel. Ondanks al zijn tekortkomingen is Het derde huwelijk namelijk een meer dan genietbare roman. Het geschilderde wereldbeeld lijkt soms een dimensie te missen, maar stilistisch gezien blijft Lanoye wel één van de beste auteurs van de Lage Landen. Bovendien is het mooi en verrassend om lezen hoe Maarten en Tamara ondanks al hun verschillen toch naar elkaar toegroeien. Laten we ten slotte ook de hilarische zijpersonages en de vele filmische scènes niet vergeten die ondanks al hun extremen toch heel wat over de Belgische, en bij uitbreiding de westerse, samenleving weten te zeggen.
Prijs: 19,95
Bladzijden: 337
ISBN: 90-446-0813-4
Misschien ook iets voor u
Postrockers op zoek naar een eigen gezicht
Creatief zit de postrock als stroming al jaren op een dood spoor. Het beste voorbeeld daarvan is dat elke band tegenwoordig de mosterd haalt bij iconen als Godspeed You Black Emperor, Mogwai en Mono. Toch blijft de muziek onder muzikanten en critici mateloos populair. Een kleine greep uit het aanbod van afgelopen jaar: de nieuwe albums van We vs. Death (Utrecht), Mono, Explosions in the Sky, Sickoakes en Toman. Net voor de jaarwisseling kwam daar nieuweling Solaire bij met het fraaie debuutalbum …And then I strapped explosives to my body. Een eigen smoel hebben de Rotterdammers nog niet, maar speltechnisch en compositorisch kunnen ze zich nu al meten met het beste dat Nederland in het genre te bieden heeft.
~
Voors en tegens
~
Het is duidelijk dat Solaire, opgericht in de zomer van 2005 door neven Robert den Hartog en Koos de Wolf, bestaat uit een vijftal goede muzikanten. Zij kennen hun klassiekers, en zijn op de hoogte van de spelregels van het genre. Het grootste manco van Solaire is vooral een ‘eigen geluid’, meteen de belangrijkste opdracht voor 2007. Ga op zoek naar iets eigens, iets dat je onderscheidt van het gros van de bands. Als ze daarin slagen zie ik de toekomst zonnig voor ze in.
Solaire
Album: …And then I strapped explosives to my bodyLink: Platenmaatschappij Dying Giraffe Recordings
Misschien ook iets voor u
Weinig opwaaiend stof
Het is een aantrekkelijk beeld, bij binnenkomst in de zaal: in het Haagse Appeltheater is met planken en pallets een open stad nagebouwd. Daarbij bieden de verhoogde tribunes in u-vorm een mooie blik van boven op het gekrioel. Het beeld is bijna even simpel en effectief als Lars von Triers met krijtstrepen vormgegeven dorpje Dogville. Niet alleen qua vormgeving lijkt De goede mens van Sezuan op Dogville. Ook de typisch Brechtiaanse vervreemdingstechnieken die zo opvallen in Lars von Triers verontrustende film worden door De Appel ten volle ontplooid. Maar de uitwerking van deze technieken is opmerkelijk anders dan bij Von Trier. Veel stof doet deze opvoering van De goede mens dan ook niet opwaaien.
Bertolt Brecht schreef De goede mens van Sezuan in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. Brecht was een overtuigd Marxist, die met zijn toneelstukken het publiek de ogen wilde openen voor de wrange morele dilemma’s van zijn tijd. Het publiek mocht daarom niet onderuitgezakt naar het gebeuren op het toneel kijken, maar moest actief betrokken zijn bij de voorstelling. In De goede mens van Sezuan worden dan ook liedjes gezongen, stappen acteurs af en toe uit hun rol en voorziet een verteller alles van commentaar. Zo stelde Brecht alles in het werk om de illusie van het theater te doorbreken, en de kijker te doen beseffen dat er met allerlei kunstgrepen een verhaal wordt verteld.
Ontregeling
~
Von Trier vertaalde deze technieken naar een ander medium en zet in zijn film de vertelconventies van de cinema op scherp. Toneelgroep De Appel gebruikt alle conventionele Brechtiaanse technieken, en maakt daarmee uitstekend hedendaags theater. Maar ook niet meer dan dat. Het probleem is vooral dat we het allemaal al wel kennen: publiek betrekken, het samenvloeien van genres en het mixen van media is meer regel dan uitzondering. Hoge cultuur en popmuziek, soap en opera, het is allemaal met elkaar te mengen. Misschien is De goede mens van Sezuan zelfs een voorbeeldige Brecht en heeft De Appel alle regels voor ontregeling netjes opgevolgd, maar ze niet vertaald naar de eenentwintigste eeuw. De voorstelling verontrust niet en opent hij geen nieuwe deuren.
Goed en kwaad
~
Dan was Dogville in zekere zin een geslaagdere opvoering van hetzelfde eeuwige verhaal van de mens tussen goed en kwaad. Want ook qua thematiek lijkt Dogville op De goede mens van Sezuan. Beide verhalen gaan over de worsteling om goed te zijn in een wereld vol al te menselijk egoïsme en machtsmisbruik. In De goede mens van Sezuan is Shen Te een prostituee die niemand iets kan weigeren. Als de goden haar rijkelijk belonen voor bewezen diensten en zij een tabakswinkel kan openen, vraagt de gemeenschap wel erg veel van haar goedheid. En in Dogville wordt de goedheid van de hoofdfiguur Grace misschien nog wel erger op de proef gesteld: een compleet dorp maakt misbruik van de kwetsbare vreemdelinge die ze in hun midden hebben opgenomen.
Zonder scherpe randjes
~
Blijft er behalve een mooi decor dan niets over van De goede mens van Sezuan? Zeker wel! De Appel presenteert sterke acteurs, live muziek, een mooie aankleding en laat dat alles samengaan in een uitmuntende regie. Alleen ontbreekt de harde, opruiende boodschap die Brecht zestig jaar geleden met het stuk wilde overbrengen. Dat leidt nu tot een vermakelijk toneelstuk, zonder scherpe randjes.
De goede mens van Sezuan speelt nog tot 17 maart 2007. Klik hier voor meer informatie.
Toneelgroep de Appel - De goede mens van Sezuan
Artiest: Toneelgroep de AppelGezien op donderdag 21 december 2006 in Appeltheater, Den Haag
Misschien ook iets voor u
Poëtische western
The Proposition heeft een speciale ontstaansgeschiedenis. Regisseur John Hillcoat wilde een film maken waarin het ruige landschap van de Australische outback centraal stond. Daarnaast was hij van jongs af aan geïnteresseerd in het plaatsen van specifieke genres in bijzondere contexten, in dit geval wilde hij de klassieke Amerikaanse western verplaatsen naar Australië. Hij benaderde Nick Cave, voor wie hij al jaren videoclips maakt, om de muziek voor deze film te maken. Bij het ontbreken van een script bedacht hij dat Cave ook wel het script zou kunnen schrijven, en zo ontstond een bijzonder debuut.
Australië, begin negentiende eeuw. De gevangen genomen outlaw Charlie Burns (Guy Pearce) krijgt een verschrikkelijke keuze voorgelegd door politiechef Stanley (Ray Winstone): als hij zijn oudere broer Arthur opspoort en vermoordt, zal Stanley het leven van zijn jongere broertje Mikey sparen. Met dit morele dilemma gaat Charlie op pad, terwijl Stanley probeert de jonge en naïeve Mikey te beschermen tegen de woeste en wraakzuchtige inwoners van het dorp waar hij gevangen zit.
Geen typische western
~
The Proposition is boven alles poëtische beeldkunst. Het gaat hier vooral om het neerzetten van een desolaat gevoel, een gevoel dat door de lege Australische woestijn uitstekend benadrukt wordt. De personages staan in dienst van het thema en missen daardoor soms diepgang. Dit zorgt er wellicht voor dat veel kijkers aan het einde met een onbevredigd gevoel blijven zitten, maar betekent niet dat The Proposition het kijken niet waard is. Het ingetogen acteerwerk en de duidelijk voelbare invloed van Nick Cave maakt dit een sfeervolle muzikale schets van een uitzichtloze, verlaten plek.
Aboriginals
~
Het is waarlijk een gemis dat The Proposition in Nederland maar een beperkte bioscooprelease heeft gekend (o.a. bij het festival van Recente Australische Cinema in het Filmmuseum), de dvd kijken blijft helaas de enige optie.
The Proposition
Regie: John HillcoatJaar: 2024
Distributeur: A-Film
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Ieder zijn waanidee
Om twee uur ’s nachts wordt Karin Schluter uit bed gebeld. De stem aan de andere kant van de lijn vertelt haar dat haar jongere broer Mark is opgenomen in het Good Samaritan Hospital in Kearney. Hij is met zijn truck over de kop geslagen. Overbezorgd spoedt Karin zich naar het ziekenhuis. In de daaropvolgende weken waakt ze bij Mark, die in een coma is geraakt. Urenlang leest ze hem voor en masseert ze zijn voeten om zijn bloedsomloop te stimuleren. Ze blijft trouw aan wat haar vader haar vroeger had doen beloven: dat ze altijd voor haar broertje zou zorgen. Ook al betekent dit dat ze gedwongen wordt te blijven in Kearney, het plaatsje dat ze dacht te zijn ontvlucht.
Zo begint de inmiddels negende roman van Richard Powers. Met vroeger werk als Galatea 2.2 en The Time of Our Singing verwierf hij een grote naam als een romancier die op geheel eigen wijze schrijft vanuit zijn achtergrond als exacte wetenschapper. Van Powers is bekend dat hij er de schrijver niet naar is om zich in zijn verhalen te concentreren op een halfzachte confrontatie met het onverwerkte verleden. Maar The Echo Maker lijkt toch heel even die kant op te gaan.
~
Capgras
Op het moment dat Mark ontwaakt, neemt The Echo Maker een essentiële wending. Mark blijkt een hersenbeschadiging te hebben, die resulteert in het werkelijk bestaande maar zeldzame Capgras syndroom: de patiënt is ervan overtuigd dat degenen die hem het dichtst nabij staan, vervangen zijn door dubbelgangers. Mark bekt zijn zus dan ook af, wanneer hij zover is dat hij weer volzinnen kan vormen: “Wie heeft je gestuurd?” Hij is onvermurwbaar in zijn geloof dat Karin een surrogaat is van zijn echte zus. Haar nieuwe naam is wat hem betreft Karin Two.
Wanneer een aangeslagen Karin googlet op ‘Capgras syndroom’ en op het voorbeeld stuit van een jongen die zijn vader opensneed om de bedrading te vinden, slaat de schrik haar pas goed om het hart. Door haar jeugdvriendje Daniel, met wie ze inmiddels opnieuw samenwoont, krijgt ze een boek van de bekende neuroloog Gerald Weber in handen gedrukt. In zijn populair-wetenschappelijke bestsellers beschrijft Weber verschillende casestudies die de fantasie prikkelen: een vrouw die na een ongeluk geen beweging meer kan registreren, iemand die haar eigen ledematen niet langer herkent, een ander die geen nieuwe herinneringen meer kan aanmaken.
Powers excellereert als hij de persoon van deze Gerald Weber, uiterlijk een kruising tussen Charles Darwin en de kerstman, beschrijft. Weber is een vastberaden wetenschapper, die zijn zelfvertrouwen goeddeels ontleent aan de internationale verkoopsuccessen en lovende besprekingen van zijn boeken. Als hij wachtend op de trein wordt aangeklampt door een wat verward sprekende man, heeft hij in een fractie van een seconde de diagnose gesteld. De man lijdt aan een vorm van Korsakov: ondervoeding door overmatige alcoholconsumptie, een verstoorde realiteitszin vanwege een gebrek aan vitamine B. Wanneer hij een mailtje heeft ontvangen van een wanhopige Karin stapt hij met dezelfde trefzekerheid op het vliegtuig van New York naar Nebraska. Aangekomen in het Good Samaritan Hospital laat hij Mark wat testjes doen, vinkt hij een vragenlijstje af en al snel beschikt hij over voldoende informatie voor een uitgebreide casusbeschrijving.
Heel knap schetst Powers deze Weber als een intelligente en ogenschijnlijk integere man, wiens morele status langzaamaan gaat wankelen. Weber stelt Karin zo goed als het kan gerust. Hij praat met de in het ziekenhuis dienstdoende neuroloog, Dr. Hayes, en probeert met hem tot overeenstemming te komen over de voor Mark meest geschikte behandelingstherapie. Maar vóór Karin het door heeft, zit Weber alweer op het vliegtuig terug naar huis. Weber voelt zich goed. Hij heeft het onderbuikgevoel dat hij in de tijd leeft waarin veel van de grote vragen omtrent het menselijk brein zullen worden opgelost. Hoe vormen de menselijke hersenen het bewustzijn? Bestaat er een vrije wil? Het brein, zo stelt Weber, is de bron van politiek, technologie, sociologie en kunst. Wanneer we de neuronen temmen, dan temmen we onszelf.
Bastion
~
Hij is niet de enige die in een identiteitscrisis terechtkomt. Mark is het zwaarst getroffen. De hond die kwijlend tegen hem opspringt, is een spitting image van zijn eigen border collie – niet dezelfde. En als hij thuiskomt blijkt zijn huis een verdraaid goede kopie van het origineel. Maar ook Karin begint zichzelf af te vragen of ze zich werkelijk ooit heeft gedragen als de echte zus van Mark, of ze met haar jarenlange behaagzieke gedrag ooit zichzelf is geweest.
In de romans van Powers dringt de wetenschap diep door in het dagelijkse leven. Maar de wetenschap staat zij aan zij met de twijfel. Hoe meer feiten boven tafel komen, hoe meer vragen ernaast komen te liggen. Het gaat Weber hoe langer hoe meer dagen dat hij zelf eveneens aan waanideeën lijdt. Aan de hand van de beschikbare feiten componeert iedereen zijn eigen verhaal, beseft Weber, en in dat verhaal gelooft men vervolgens heilig. Maar de werkelijkheid is zo complex en veelkantig dat je én in het dagelijkse leven én in de wetenschap de realiteit nooit van één kant kunt bekijken.
Powers’ hoge inzet resulteert niet in een ideeënroman, waarin essayistische uitweidingen het boek gewicht moeten geven en het menselijke aspect geen ruimte krijgt. Hij houdt van een goed plot. Typerend zijn dan ook de door het boek gewoven thrillerelementen. Want hoe kan het dat een ervaren automobilist als Mark ooit op een voor hem overbekende weg is verongelukt? Tegelijk bouwt Powers elk personage uiterst realistisch op. Hij is een meester van de dialoog, of beter gezegd: hij is een meester van de confrontatie. Als geen ander maakt hij de onderhuidse irritatie tussen twee discussiërende neurologen voelbaar, de ingesleten maniertjes van een man en vrouw die al dertig jaar zijn getrouwd of de subtiele wisselwerking tussen twee gebrouilleerde jeugvrienden. Met datzelfde vakmanschap brengt hij literatuur en wetenschap tegen over elkaar in stelling.
Prijs: 18,95 (paperback)
Bladzijden: 451
ISBN: 13 978 0 374 14635 1 / 10 0 374 14635 7
Misschien ook iets voor u
Wrange vertelling onder roze bloesembomen
Een idyllische roze hemel en besneeuwde bergtoppen in de verte. De appelbomen staan in volle bloei, je kunt de geur van de zomer bijna ruiken. En op de houten boerenkar waar de kratten vol fruit op gestapeld staan, wordt Grace verkracht door Chuck. De Deense regisseur Lars von Trier maakte van Dogville drie jaar geleden een uiterst kale verfilming, met alleen een houten vloer met daarop de plattegrond van het dorpje in wit krijt getekend. Bij Pieter Kramer wordt deze wrange aanklacht tegen mens en maatschappij een uiterst kleurrijke vertelling, zonder de angel eruit te halen.
Dogville vertelt het verhaal van een vrouw die zo sterk in de goedheid van de mens gelooft, dat haar vergevingsgezindheid geen grenzen kent. Maar het gezegde ‘wie goed doet, goed ontmoet’ blijkt niet zomaar overal te gelden. De sjieke Grace, gevlucht voor gangsters met mitrailleurs, wordt onder leiding van amateur-filosoof Tom opgenomen in Dogville, een dorpje ergens in de Rocky Mountains. Tom wil middels deze ‘casus’ uitzoeken of zijn buurtbewoners in staat zijn te geven en te ontvangen.
Gebruiksvoorwerp
~
Tegen zoveel goedheid is de mensheid niet opgewassen, dus stel ze daaraan ook niet bloot, zou je kunnen zeggen. Of zijn mensen nog steeds kinderlijk hebberig en pakken ze je hele hand als je ze een vinger biedt? Of pleit het verhaal juist voor een stukje egoisme in iedereen, uit pure zelfbescherming? Wat de boodschap ook is, het verhaal is fantastisch, intelligent en wrang. Kramer heeft dezelfde sfeer en toon weten te raken als in de film uit 2003, en dat is in dit geval een groot compliment.
Details
~
Je zou denken dat het de illusie die theater ook is, en nodig heeft, laat afbrokkelen. De timing van het decorwisselen is zo perfect en de vaart van de vertelling doet denken aan een uitgekiende montage. Maar de decorstukken worden zo zichtbaar het podium op gedragen – er komt een deur uit de lucht zakken, muren worden vliegensvlug met de hand omgedraaid om binnen en buiten aan te geven – dat er juist wel sprake is van illusie. Bijna Brechtiaans toont ons dat dit theater is: waar de spotlight op staat, daar vindt de vertelling plaats, de mensen daaromheen doen niet mee. En toch word je meegenomen door het verhaal.
Kanttekening
~
Dogville van het ro theater speelt tot en met 24 februari. Klik hier voor meer informatie.
RO Theater - Dogville
Artiest: RO TheaterGezien op woensdag 27 december 2006 in Schouwburg, Rotterdam
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Gekte met focus
Er zal wel geen hond zijn geweest die él gekocht heeft. En dat is jammer, want deze debuutplaat van het Groningse gelegenheidscollectief Electric Barbarian was twee jaar geleden wel degelijk een bijzonder fijne afwisseling. Nou ja, fijn, het was meer een ongemakkelijk prikkelende tour de force, waarin de Lost Poet Kain het voortouw nam met zijn hallucinerende spoken words.
Opgejaagd werd je, bij de strot gegrepen, door de doeltreffende samenkomst van tekst, drum ’n bass, jazz, hiphop, funk en turntablism. Minirock from the Sun, Electric Barbarians tweede, zou het wel eens veel beter kunnen gaan doen. Minder spoken word, meer jazz, hippere tracks, medewerking van Kypski (van C-mon) en nog veel meer andere factoren zullen Electric Barbarian meer bekendheid geven. Tenminste, dat is te hopen voor deze band die wederom een prachtige freakplaat heeft uitgebracht.
Hypnose
~
Opvallend is de grotere rol van de blazers en de rijkdom aan pakkende jazzy melodielijntjes en heerlijk slepende passages die daarmee worden geproduceerd. Waar op él de vocals van Kain de nadruk kregen, zijn het nu de bass van Floris Vermeulen, de drums van Harrie Arling, de onnavolgbare turntablepraktijken van Grazzhoppa en de invloed van een breed scala aan gastmuzikanten die het hem doen. Deze plaat doet je wederom in staat van hypnose verkeren, maar is daarin wel subtieler. Waar él in pure passie en waanzin alle kanten op ging, lijkt Minirock from the Sun veel meer focus te hebben. Het ADHD-kind is ouder geworden en heeft geleerd meer rust in te bouwen. Deze rust is echter net als bij zo’n kind pure schijn, want onderhuids blijft het broeien op een manier waaraan de luisteraar zich niet kan onttrekken. Zelfs een ultiem laidback nummer als Baby Cry roept negen minuten lang een bevreemdende sfeer op, waarbij afdwalen onmogelijk is.
Minirock from the Sun is indringend, subtiel, vaag en toegankelijk gelijk zonder dat daarmee concessies worden gedaan aan de experimenteerdrift van het collectief. Zoek en sample, een stijl, een gevoel, pas het allemaal in met behoud van een uniek eigen geluid. Dat kunnen alleen de besten en tot die categorie kan Electric Barbarian in verscheidene passages op Minirock from the Sun dan ook zeker worden gerekend.
Electric Barbarian
Album: Minirock from the SunMisschien ook iets voor u