Film / Films

Verdwaalde zielen

recensie: Keane

.

Lodge Kerrigans Keane is een portret van een mentaal labiele man die de ontvoering van zijn dochter niet kan verwerken. De film begint in een doolhofachtige busterminal in New York waar Willam Keane (gespeeld door Damian Lewis) door drukke gangen doolt om de laatste momenten met zijn dochter te herbeleven.

~

Hierna wordt Keane gevolgd in wat losse scènes zonder duidelijke verhaallijn. Deze episoden geven maar weinig informatie over zijn achtergrond. Keane drinkt er op los, neemt drugs en volgt mensen in de busterminal die hij verdenkt van de ontvoering.

De film krijgt een andere wending door de komst van een vrouw en haar jonge dochter die in het hotel verblijven waar Keane zich schuilhoudt. Keane weet het vertrouwen te winnen van deze vrouw, waarna hij op haar dochter gaat passen. Het contact dat hij opbouwt met het meisje is affectief, maar gaandeweg doen herinneringen aan zijn eigen dochter spanningen ontstaan in zijn relatie met haar.

Intense karakterstudie

Lodge Kerrigan heeft maar een kleine filmografie, maar hij heeft een reputatie opgebouwd als een cineast die indringende registraties maakt van mensen die schipperen aan de rand van de maatschappij. Zijn rauwe debuut Clean, Shaven (1993) toonde de belevingswereld van een schizofrene man die verdacht werd van een moord. Ook in Keane laat Kerrigan veel open, waardoor de hoofdpersoon en zijn motieven weer complexer zijn dan je op het eerste gezicht zou denken.

~

Keane is in vergelijking met Clean, Shaven echter een beheerstere en minimalere karakterstudie. Een groot verschil is dat de kijker in Keane niet kan verdwalen in de dreigende gedachten van de hoofdpersoon. Kerrigan maakte in Clean, Shaven gebruik van een geluidsband bestaande uit onheilspellende ruis en gewelddadige stemmen. Een fragmentarische montage versterkte dit onrustbarende effect. De regisseur maakt met Keane geen gebruik van overheersende effecten; de kracht van deze film zit hem meer in de ruimte die hij biedt voor het spel van Damian Lewis. De shock komt voort uit de plotselinge angsten en paniekaanvallen die Keane krijgt. Die vinden plaats in een normale setting en zijn in lange shots met spaarzame close-ups gefilmd. De scènes waarin Keane normaal is, of de schijn van normaal zijn weet op te houden, zijn daardoor extra verontrustend. We zien hem opgaan in de menigte, anonieme seks hebben in een louche club en zoeken naar werk. De kijker weet na het zien van deze contrasten dat er elk moment iets kan gebeuren waardoor Keanes mentale balans zoek raakt.

Keanes daden worden niet geheel verklaard, maar kunnen geïnterpreteerd worden door de puzzelstukjes die Kerrigan prijsgeeft. Door het voor de toeschouwer grotendeels onbegrijpelijk en ondoorgrondelijk te laten, weet de regisseur het ondergaan van een geestesziekte tot iets kwellends te maken. De afstand die de kijker tot Keanes innerlijk en persoonlijke geschiedenis heeft, blijft bovendien door het intense spel van Damian Lewis fascineren.

Keane is daarmee een film die net als de cinema van Luc en Jean-Pierre Dardenne, zijn kracht ontleent aan minimale observaties. Met de kennis dat er niet altijd een geruststellende catharsis of een troostende ontknoping mogelijk is, is de complexe realiteit die Kerrigan toont pijnlijk voelbaar.

Keane wordt in het kader van het programma Previously Unreleased tot en met 20 augustus in het Filmmuseum vertoond.

Kunst / Expo binnenland

Autobanden, scrabble en domino

recensie: David Mach - Size doesn't matter

De huidige tentoonstelling van David Mach in Haarlem is bijna niet te missen. Hij is met zijn onderzeeër uit de diepten naar boven gekomen in de Vishal, op de Grote Markt. De ligplek die hij heeft gekozen, is aan de kleine kant. Zijn achterkant lijkt nog onder te zijn, maar toch vult hij de ruimte al volledig. Deze onderzeeër, die naar de naam Polaris luistert, is opgebouwd uit autobanden. Zesduizend stuks afgedankte banden zijn opgestapeld in de vorm van een onderzeeër. Niet alleen fysiek is de Vishal vol met autobanden, ook de lucht is zwaar van de geur van rubber.

David Mach, Polaris

David Mach, Polaris

In 1983 bouwde David Mach de Polaris (een type onderzeeër onder andere bekend van de James Bond-film The Spy Who Loved Me) voor het eerst op in London. De Schotse kunstenaar Mach (1956) heeft in zijn carrière al vele materialen omarmd als bouwsteen voor zijn sculpturen en collages. Zo maakte hij zaalvullende installaties van tijdschriften. Als golven opgestapeld lijken de tijdschriften meubelstukken of zelfs hele auto’s in hun sterke stroming mee te sleuren. Veel kleiner van omvang, maar ook van zijn hand, zijn portretten van mens en dier opgebouwd uit beschilderde lucifers, de matchheads. Deze kan je natuurlijk aansteken, wat een spectaculair gezicht is. Bovendien geeft dit de sculptuur het tijdelijke en veranderlijke karakter van z’n materiaal mee. De boodschap van Mach lijkt niet alleen te zijn dat size doesn’t matter, ook andere kenmerken van een materiaal doen er eigenlijk niet toe. Je kan overal mee bouwen en ieder materiaal benutten.

Klassieken

Naast deze gigantische onderzeeër bouwde hij ooit van containers en autobanden een Griekse tempel op een berg na. Deze werd ’s avonds verlicht als de Acropolis. De fascinatie voor de klassieken is een terugkerend motief in zijn werk. In Haarlem, in kunstkerk Bakenes, is hiervan een zestal grote beelden te zien van vrouwelijk naakt (ongeveer 2m50 hoog) met een uitstraling van klassieke eenvoud en schoonheid.

David Mach, The Hooker

David Mach, The Hooker

De beelden zijn opgebouwd uit klein materiaal: scrabble- of dominostenen, kleerhangers en plaatjes uit tijdschriften en van ansichten geplakt op mdf. De vrouwen doen denken aan de sculpturen van de Franse kunstenaar Aristide Maillol (1861-1944), wiens beelden die typische serene rust van de archaïsche Griekse beeldhouwkunst hebben. In enkele beelden lijkt Mach direct geïnspireerd door Maillol. The Hooker, opgebouwd uit kleerhangers, vertoont qua pose en proporties grote gelijkenis met het beeld van Pomona van Maillol (zie link). Pomona is een Romeinse godin van fruitbomen. Maillol gaf haar wat fruit in haar opengevouwen handen. The Hooker blijft met lege handen achter.

Pornoknipsels

Het is duidelijk dat het materiaalgebruik van Mach allerminst naar de klassieken verwijst. Waar zij kozen voor kostbare materialen als marmer en brons, grijpt Mach alles aan, als het maar massaal geproduceerd is. Ook hebben zijn beelden een lichtheid die ongekend is in de klassiek (geïnspireerde) sculptuur. Zowel bij Myslexia, uit scrabblestenen, als bij Dominatrix, uit dominostenen, kan je tussen de steentjes door haar binnenste zien. Afgezien van een paal ter ondersteuning, is ze hol. Ze ziet er fragiel uit. Wellicht mede dankzij de waarschuwing “Absoluut niet aanraken!”, krijg je het idee dat een aanraking haar fataal kan zijn. Het vergt weinig inlevingsvermogen om Dominatrix zuchtend ineen te zien zinken om met een daverend kabaal te worden tot wat ze was: een berg dominostenen

David Mach, Bio-woman

David Mach, Bio-woman

Drie van de beelden zijn opgebouwd uit mdf-plaatjes die zijn beplakt met knipsels uit pornoblaadjes en lenticulaire (bewegende) afbeeldingen van ansichten. Bio-woman bijvoorbeeld, staat mooi in contrapose, één hand leunend op een heup, de andere arm leunend in het niets. Van veraf ziet ze er kleurrijk uit en haar blik torent ver over de bezoeker heen. Als je om haar heen loopt, knipogen pornoactrices naar je en nog dichterbij zie je vale flarden van lang blond haar en geile blikken. Een tempel van containers en autobanden en een klassieke schoonheid bestaand uit pornofragmenten. Wat probeert Mach hier te zeggen? Dat er nooit een excuus is om niet te creëren? Er is tenslotte altijd wel een materiaal voorhanden om iets van te maken. Mach lijkt vooralsnog niet door zijn inspiratie heen om nieuwe materialen aan te spreken.

Boeken / Achtergrond
special: Interview met schrijftalent Bianca Boer

Vakkundig mooie verhalen schrijven

In Nederland debuteren jaarlijks vele ambitieuze schrijvers. Slechts weinigen halen met hun boek een tweede druk. Voor wie positief wordt besproken lonken literaire prijzen en een doorbraak bij het grote publiek. Maar wie zijn nu eigenlijk die namen om in de gaten te houden? Wiens boek oogstte alom lof van de schrijvende media? In een nieuwe interviewreeks met Neerlands meest succesvolle debutanten stelt 8WEEKLY vragen over succes in een kikkerland, ambities en de hooggespannen verwachting van een tweede boek. In dit tweede deel: Bianca Boer, schrijfster van Troost en de geur van koffie.

In 2004 won Bianca Boer de Nieuw Proza prijs, een jaarlijkse prijs voor het beste debuut in een literair tijdschrift. Tot haar grote verrassing:  ‘Ik wist niet eens dat ik genomineerd was voor de Nieuw Proza prijs. Ik werd gebeld met de mededeling dat ik een prijs gewonnen had en mijn eerste reactie was: ‘Nee hoor mevrouw, dat kan niet. Ik doe nooit ergens aan mee.”

Na het winnen van deze prijs bleef Bianca Boer verschijnen op de shortlists van uiteenlopende literaire prijzen. Haar eerste boek Troost en de geur van koffie verscheen nu een jaar geleden, en werd genomineerd voor de Selexyz debuutprijs 2008. De bundel met 8 verhalen is door de meeste recensenten zeer positief ontvangen. Het succes is dan ook niet uit de lucht komen vallen, maar het resultaat van doelgerichte arbeid. Schrijven is voor Bianca Boer een vak.

‘Als ik schrijf, ben ik heel gelukkig. Maar het kan me ook heel ongelukkig maken. Zo was het jaar na het verschijnen van mijn boek een moeilijk jaar. Ik had wel ideeën, maar het heeft een tijd geduurd voor ik weer op gang kon komen. Het hielp ook niet dat opeens heel veel mensen gingen informeren hoe ver ik al was met mijn volgende boek, en of dat weer verhalen zouden worden of toch maar een roman. Het heeft al met al een jaar geduurd voor ik alles weer op orde had. Gelukkig gaat het nu weer als vanouds.’

Pikordes

~

Voor veel van haar verhalen put Bianca uit haar jeugd op het Groningse platteland. Herinneringen uit die tijd verplaatst ze in haar boek op uitvergrote wijze naar het fictieve plaatsje Stittum. Een mooi voorbeeld is het verhaal ‘In Excelsis Deo’, over een kerkkoor waarvan de leden gevangen zitten in een web van onwrikbare sociale controle.

‘Na een tijdje kwam ik terug in mijn geboortedorp en ging ik met mijn moeder mee naar de kerk waar het koor zong. Tot mijn verbazing was er helemaal niets veranderd in de samenstelling van het koor. Dezelfde gezichten van jaren geleden, nergens vers bloed. Mijn moeder legde me uit dat je eigenlijk niet weg kan uit zo’n koor omdat er geen nieuwe instroom is. Zo’n situatie waarin iemand door het eigen fatsoen als het ware veroordeeld wordt tot zo’n miniwereld, is dan iets waar later een verhaal uit voortkomt. Of mijn verhalen wat dat betreft gaan veranderen nu ik in Rotterdam woon, weet ik niet, dat zal de tijd leren.’

In veel van Boers verhalen komen menselijke pikordes en wreedheden voor. ‘Ik hou van kleine werelden, en van de plaats die buitenbeentjes innemen in die werelden. Ik heb bijvoorbeeld vijf jaar vakantiewerk gedaan in een koekjesfabriek en heb daar van dichtbij meegemaakt hoe er binnen die wereld een ijzeren rangorde bestaat, waarin de vrouwen die lopende band werk doen helemaal onderaan staan. En binnen die groep bestaat ook weer een eigen pikorde, met kleine maar o zo belangrijke privileges die de statusverschillen aangeven. De manier waarop binnen een fabrieksomgeving een heel eigen samenleving bestaat, fascineert me en zet mijn verbeelding aan het werk.’

Nuchter

~

Het schrijversvak was niet haar eerste keuze: in eerste instantie studeerde Bianca aan de Kunstacademie in Groningen. Maar al voor die tijd kriebelde het idee dat het erg leuk zou zijn om verhalen te schrijven, nog voor ze een letter op papier had gezet. ‘Maar ik had geen idee hoe je zoiets doet. Toen verhuisde ik naar Rotterdam en kwam ik er achter dat je gewoon een cursus kan volgen waarin je leert hoe je verhalen schrijft. Later kwam ik er achter dat er zelfs zoiets bestaat als een Schrijversvakschool. Die opleiding ben ik gaan doen en in het derde jaar besloot ik voor mijzelf dat ik schrijver was.’

Vanaf dat moment wijdt Boer zich volledig aan het schrijversvak. ‘Ik werk ideeën uit tot verhalen die ik vervolgens een tijdje laat rusten. Rijpen is misschien het goede woord. Later, als ik het geschrevene met enige afstand kan herlezen, bewerk ik ze. In sommige gevallen herschrijf ik het verhaal zelfs volledig. Net zo lang tot ik het gevoel heb dat het goed is.’ Boer voelt dan ook nooit de behoefte om later opnieuw te schaven in definitieve versies. Nuchter als ze is: ‘Als het goed is, is het goed.’

Zo uitgesproken is ze ook over de Schrijversvakschool. ‘Iedereen kan schrijven leren. Ik kom uit hetzelfde dorp als Arjen Robben. En ik ben ervan overtuigd dat ik kan leren voetballen, net zo goed als ik ervan overtuigd ben dat Arjen kan leren om verhalen te schrijven. De Schrijversvakschool Amsterdam heeft me handvatten gegeven waardoor ik professioneel aan de slag kan. Wat je daarnaast nodig hebt is natuurlijk talent. Want al kan ik leren voetballen, een prof zal ik niet worden.’

Uitgever

Wie publiceert, krijgt onherroepelijk ook te maken met het gilde der recensenten. In het geval van Bianca zijn de commentaren overwegend positief. ‘Over het algemeen vind ik dat er goed inhoudelijk wordt becommentarieerd, al valt het wel op dat er veel slordige fouten worden gemaakt in bijvoorbeeld de namen van hoofdpersonen uit de verhalen. Dat vind ik jammer.’

Een ander aspect van publiceren is het vinden van een uitgever. Boer daarover: ‘Ik bof enorm met mijn uitgever. Het is een goede uitgeverij die het boek met veel liefde heeft gerealiseerd. Mijn uitgever en redacteur lezen zeer kritisch en zorgvuldig. Ze bemoeien zich pas met het manuscript als het in een vergevorderd stadium is. Dat vind ik erg prettig. Pas in het laatste stadium maak je het helemaal goed. Tot die tijd zie ik de dingen die nog beter kunnen zelf wel. Het is een boek geworden dat ikzelf in de winkel zou oppakken.’

Daarmee is ze niet de enige, gezien de positieve ontvangst van Troost en de geur van koffie. Met publicatie, de prijzen of nominaties en de lovende kritieken kan ze zich succesvol noemen. Heeft het haar veranderd? ‘Het boek kreeg een positieve ontvangst, dat is waar. Maar er zijn nu na een jaar ongeveer 1500 boeken verkocht, dus het is nog niet zo dat het publiek mij massaal heeft ontdekt. Maar uiteindelijk gaat het me helemaal niet om succes. Ik wil gewoon mooie verhalen schrijven.’

 

Theater / Achtergrond
special: De Parade 2008

Eén en al verleiding en verrassing

~

In de eerste uitzending van Zomergasten van dit seizoen zei minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Ronald Plasterk dat de verschillende culturele instellingen maar eens moeten afkicken van hun subsidieverslaving. Subsidieverslaafd zul je ze bij het reizend festival De Parade zeker niet aantreffen. Ook dit jaar trekken ze weer zonder overheidsgeld langs Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Helaas konden we in het nieuws vernemen dat De Parade momenteel in zwaar financieel weer verkeert. Dit allemaal ten gevolge van het EK en het slechte weer.

Het is inmiddels bekend wie het EK heeft gewonnen en het weer hebben zelfs wij bij 8WEEKLY niet in de hand. Wat we wel kunnen doen is vanaf deze plek verslag doen van wat ’s lands grootste terras – momenteel toe aan de achttiende editie – in petto heeft. De Parade staat nog tot en met 17 augustus in het Martin Luther Kingpark in de hoofdstad. Laat je verleiden tot een spannende reis langs theater, dans, muziek, film en beeldende kunst en geniet tussendoor van allerlei culinaire hoogstandjes.

Lees nu de recensies van:
Ai Jij Ei – Zure Room | Open deuren naar geluk – Mondo Leone | Zie hier: de mens! – Jacqueline Boot en Gonny Gaakeer | Bouillabaisse – St. ’t Beemstervarken | NIET VOEREN! – Vrienden van de Dansmuziek | Het onvriendelijke circus – Mr. Jones | De G van Gezelligheid – Ellen ten Damme en band | Wie is er bang voor de dood?  – Alix Adams en Kim Scheerder | An en Ergün’s samenzang – Marjan Luif en Marcel Mutsers | Ferry & Fred’s frikandellen festival – Firma Maagzuur | Lost&Found – Daniel van den Broeke en Erik van Welzen | Mourir d’aimer – Géraldine Verhoeven | Nog meer goeie grutten – Rob en Emiel | 8WEEKLY zag eerder

Vertrouw nooit een kip
Ai Jij Ei – Zure Room
DeLuxe, Parade Amsterdam • 14 augustus 2008 

Waar twee kukels vechten om één chick, is er één de verliezer. Alleen: in de voorstelling Ai Jij Ei is niet alles zoals je verwacht. Uitgangspunt van de voorstelling is dat niets is wat het lijkt: verrassingen liggen altijd op de loer. In deze bizarre lovestory is de uiteindelijke winnaar niet de winnende haan.

Als sexy kip brengt Natalie Heevel met haar felrode lippen en haar kippenborstje op haar erf het hoofd van Collin van den Broek, de rock’n roll-haan H. de Voorste, op hol. Na wat over en weer geflirt en een energieke paringdans, gaat de stoere haan helemaal op in zijn eigen ijdelheid. Als hij doorheeft dat hij niet de enige haan op haar erf is, gaat hij het gevecht aan met indringer Daan Colijn. Op het eerste gezicht verliest hij het duel, maar dan blijkt achteraf dat hij toch geen verliezer is. Hij is de grote winnaar als zijn opponent het leven laat in de ren van het moorddadig lekkere kippetje.

Ai Jij Ei is een fysieke voorstelling voor alle leeftijden van het gezelschap Zure Room. De drie dansers springen en rennen zonder een woord te zeggen over de kleine tentvloer. Soms betrekken ze de bezoekers even bij hun spel. Het trio combineert mime, dans en spel met humor, verbazing en ontroering. De kracht van de voorstelling zit hem in de mix van subtiele grappen en doordenkers en de creativiteit met beeld. Maar ook de cartoonachtige gezichten en de mimiek van de kip en H. de Voorste zorgen voor dat beetje extra. Het is alsof je kijkt naar een cartoon; de tekstballonnen met uitroepen, lampjes en andere tekens verschijnen in je gedachten automatisch schuin boven de spelers. Ai Jij Ei is een typische Paradevoorstelling: snel, luchtig, fysiek en vol humor. In vijftien minuten brengt het trio je een meeslepende lovestory met een verrassende wending en een bot eind. Net genoeg om te denken dat het verhaal naar meer smaakt. (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven

De toonladders van geluk
Open deuren naar geluk – Mondo Leone
Paradetent 1, Parade Amsterdam • 14 augustus 2008 

‘Geluk is de persoonlijke beleving van kwaliteit’, is de definitie van geluk volgens filmmaker, muzikant en verhalenverteller Leon Giesen oftewel Mondo Leone. Een van zijn ‘Open Deuren naar Geluk‘. 

Foto: Niels Stomps

Foto: Niels Stomps

Aan de keukentafel in zijn huis in Utrecht kwam Mondo Leone begin dit jaar tot een conclusie. Na vier jaar op de Parade moest hij toch een keer een echte voorstelling met een begin en een eind maken. En het liefst een verhaal dat rond is en eindigt met het begin. De afgelopen jaren stond Giesen op de Parade met Mondo Leone Greatest Hits. Voorstellingen die kronkelden en krulden en vooral een verzameling waren van leuke liedjes, verhalen en filmfragmenten. Met ‘Open Deuren naar Geluk‘ probeert hij het dit keer anders te doen. Via het bekende do-re-mi van de toonladder neemt hij ons mee op een reis langs een aaneenschakeling van vrolijk makende korte liedjes, filmfragmenten, kronkels, theorieën en anekdotes. Te beginnen bij de do van de loopvogel dodo in de vitrine van het Westfries Museum in Hoorn. En de resten van een Eskimo die 200 jaar geleden dood in zijn kajak is gevonden in de Noordzee. Een beeld dat hem niet meer loslaat. Geregeld noemt hij de Eskimo in zijn verhaal. Giesen bekent dat hij hem het liefst zelf naar Groenland terugbrengt. Na de si van de toonladder is hij weer terug bij de do. Giesen eindigt hier met het gedicht ‘Achterlangs’ van dichter en liedjesschrijver Willem Wilmink. Dit gedicht geeft volgens de muzikant het verlangen naar huis het beste weer. Het gedicht is te treurig om mee te eindigen. Giesen sluit daarom af met een filmpje waarin zijn eigen gedicht in steen wordt gehakt. Een gedicht met de titel en het woord ‘NU’.

Mondo Leone noemt zichzelf een gekke man en neemt zichzelf voortdurend op de hak. Met zijn gekke kronkels en theorieën weet hij de lachers van het publiek voortdurend op zijn hand te krijgen. Zijn vrolijke en gevoelige liedjes raken je recht in je hart. Als je niet al vrolijk of gelukkig was toen je de Paradetent binnenliep, dan ben je het wel als je weer weggaat. Mondo Leone is net als zijn liedjes: vrolijk, maar op zijn tijd ook heel gevoelig. We moeten dus niet gek opkijken als we binnenkort in de krant lezen dat L.G. te U. op Schiphol is opgepakt met de resten van een mummie. Op weg naar Groenland. (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven

Een gevecht om macht
Zie hier: de mens! – Jacqueline Boot en Gonny Gaakeer
’t Zaaltje, Parade Amsterdam • 14 augustus 2008 

Foto: Vincent Mentzel

Foto: Vincent Mentzel

Ondanks de storm, de vallende takken en het feit dat een heel stuk van het Paradeterrein is afgezet met roodwit lint, is het publiek toch in groten getale naar de Parade toegekomen. Zelfs nadat de hoofdingang is afgesloten, druppelen de bezoekers binnen. Zie hier de Parademens. Diehards en echte liefhebbers. Maar helaas voor Jacqueline Boot en Gonny Gaakeer weten ze de bezoekers hun tent voor de voorstelling Zie hier: de mens! niet te vinden door de vele afzettingen. ’t Zaaltje staat uit het zicht achter de afgezette kassa en het filmzaaltje van de Volkskrant. Maar wie de tent toch weet te vinden, staat een mooie voorstelling te wachten. Zie hier: de mens! is gebaseerd op het verhaal Baas boven baas van de naoorlogse Oostenrijkse auteur Peter Handke. Het is een oog- en oorgetuigenverslag van een geluidloze confrontatie tussen een boer en zijn knecht. In de oorspronkelijke voorstelling uit 1969 geeft Handke de spelers geen woorden om hun machtsstrijd uit te vechten. Het stuk bestaat uit een lange regieaanwijzing voor twee zwijgende acteurs. Boot en Gaakeer kunnen daarentegen hun mond nog geen vijf minuten stilhouden. De regieaanwijzingen die zij op band hebben opgenomen, stoppen ze voortdurend om een anekdote of een ingeving te vertellen of om ruzie te maken over het vorige. Uiteindelijk komt Boot in opstand tegen de bazigheid van Gaakeer en snoert haar letterlijk de mond om zich uit te leven op het nummer ‘Love Today’ van zanger Mika. 

Zie hier: de mens! is een gevecht met de macht als inzet. Een gevecht tussen de boer en zijn knecht, maar ook tussen de twee actrices. Wie heeft het nu eigenlijk voor het zeggen en mag de ander daar wel tegenin gaan? Het is, zoals de titel zegt, zie hier de mens in zijn puurste vorm als het gaat om macht. De twee actrices zijn één met hun rol. Gaakeer speelt de boer en blijft de hele voorstelling bazig kijken en doen. Terwijl Boot de rol van de onderdanige knecht en hulp op zich neemt. De Boot en Gaakeer doen hun best om het publiek de beginselen van Handke bij te brengen, onderbroken en voorzien van hun eigen interpretaties. De onderbrekingen en de vele eigen interpretaties voorkomen dat de voorstelling zwaar en saai wordt. Zie hier: de mens! is een luchtige voorstelling met twee sterke actrices.  (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven

Wolven onder mantelpakjes
Bouillabaisse – St. ’t Beemstervarken
Werkteater 2, Amsterdam • 10 augustus 2008 

Drie vrouwen komen bij elkaar op de thee. Ze zien er netjes uit en lijken erg geciviliseerd. Zolang ze met hun drieën bij elkaar blijven, zijn ze heel beleefd, maar als er eentje uit beeld verdwijnt, roddelen de andere twee alsof hun leven ervan afhangt. Zo zie je maar weer dat onder nette mantelpakjes heuse wolven schuilgaan.

De drie vrouwen hebben elkaar al een tijd niet gezien en hebben dan ook veel bij te kletsen. Maar als één vrouw de anderen over de slechte bedprestaties van haar vriend hoort praten, komt alles op scherp te staan. Ze worden vinnig en het is moeilijk dat te doorbreken. Als het zusje van een van de vrouwen echter opeens aan komt zetten, wordt hun aandacht compleet op haar gevestigd. Naast de ‘saaie’ levens van de vrouwen, is deze jongere vrouw trendy en lijkt ze te doen wat ze wil. Ze is prostituee, maar alleen omdat ze het zelf wil. Later blijkt echter dat het niet zo goed met haar gaat; ze heeft haar minnaar ontvoerd omdat hij haar in de steek wilde laten en heeft hem in een kist meegenomen. Alle woede die de vrouwen in zich hebben, projecteren zij op deze man. Op het moment dat alles toch goed lijkt te komen, gaat het alsnog helemaal fout.

Foto: Vincent Mentzel

Foto: Vincent Mentzel

In Bouillabaisse worden de geslachten omgedraaid: alle vier de vrouwen worden gespeeld door een mannelijke acteur (Kees Boot, Arend Brandligt, Herman Egbers en Bart Oomen) en de enige man door een vrouwelijke (Barbara Pouwels). De spelers proberen alle maniertjes van het andere geslacht na te doen, wat al snel sterk overdreven lijkt. Zo zijn de vrouwen over de top vrouw, en de man de meest asociale die je tegen kunt komen. Dit concept is erg grappig, aangezien de vrouwen hier wraak nemen op een man. Door op deze manier te spelen met de karakters, laten de acteurs een ander beeld zien van bepaalde gewoonten van vrouwen en mannen. Op het moment dat mannelijke acteurs vrouwen spelen, lijkt alles al snel overdreven, terwijl dat bij vrouwelijke acteurs minder het geval was geweest. Het laat je dus kritischer nadenken over de manier waarop mensen met elkaar omgaan.

Bouillabaisse is, na een wat langdradig begin, humoristisch en laat je tegelijkertijd nadenken over de verhoudingen tussen mannen en vrouwen. (Fenna Vlekke)
Terug naar boven

De mens in de aap
NIET VOEREN! – Vrienden van de Dansmuziek
De Rups, Amsterdam • 10 augustus 2008

‘Als je naar me kijkt, voel ik dat door mijn hele lichaam, ik krijg overal tintelingen. Wij hebben contact met elkaar, wij hebben een band!’, zegt een vrouw vol passie en enthousiasme. Het is een liefdesverklaring, een hunkering naar iemand die dichtbij haar is, maar toch ook zo ver weg. Maar dit gaat niet om zo maar iemand, eigenlijk gaat het niet eens om een persoon. De vrouw is namelijk verliefd op een aap.

Foto: Bregje van den Berg

Foto: Bregje van den Berg

Een verzorger in een dierentuin (David Goddyn) heeft de verantwoordelijkheid voor twee mensapen. Een van de twee is opeens verdwenen en blijkt later gestolen te zijn door een vrouw (Chava voor in ’t Holt). Zij ziet deze aap (Klemens Patijn) als haar grote liefde en wil dat hij model staat voor een kunstwerk dat ze in opdracht van de regering moet maken. Maar ze wil ook dat de aap bij de onthulling van het kunstwerk is en daarom besluit ze hem zo te scheren en te kleden dat hij door kan gaan voor een mens. Wonderbaarlijk genoeg trappen de mensen erin. De aap wordt gezien als een man van weinig (lees: geen) woorden, met doeltreffende manieren om zijn mening te verkondigen. Men gaat in hem een belangrijk figuur zien en dat is waar het uit de hand loopt. Want hoe lang kan de aap in hem weggedrukt worden?

De voorstelling is van begin tot eind erg hilarisch. Zo slaat het nergens op dat niemand merkt dat het om een aap gaat en niet om een mens. Daarnaast wordt op een leuke manier verwezen naar gebeurtenissen en films. Zo doet de liefdesverklaring van de vrouw sterk denken aan het voorval in Blijdorp met de aap Bokito. Ook hier ging het om een vrouw die – door het oogcontact – dacht een innige band te hebben met een aap. Verder wordt gerefereerd aan de film Ghost: als de vrouw bezig is met boetseren, gaat de aap achter haar zitten en wordt Unchained Melody afgespeeld.

Vooral Klemens en Klavertje Patijn – die de mensapen spelen – spelen erg goed. Ze kijken niet-begrijpend uit hun ogen en hun hele lichaamsbeweging straalt ‘aap’ uit, bijvoorbeeld doordat ze op handen en voeten lopen. Ook al moet het mannetje zich voordoen als een mens, nog steeds zie je aan de manier waarop hij loopt dat hij dat niet is. Wat verder heel knap is, is hoe alle acteurs moeiteloos van rol kunnen veranderen. Zo is er een scène waarin de vrouw en de aap op een feest zijn, waar steeds nieuwe mensen met ze komen praten. Al deze mensen worden vertolkt door Klavertje Patijn en David Goddyn, wat heel geloofwaardig wordt gedaan.

NIET VOEREN! is een erg onrealistische, maar ook erg grappige voorstelling. De acteurs zorgen ervoor dat je van begin tot eind gefascineerd naar ze kijkt. (Fenna Vlekke)
Terug naar boven

Zo ongemakkelijk mogelijk
Het onvriendelijke circus – Mr. Jones
Brandtoren, Amsterdam • 10 augustus 2008

Foto: Vincent Mentzel

Foto: Vincent Mentzel

Bovenin de Brandtoren op de Parade is een uiterst onvriendelijk circus te vinden. Het bestaat uit één man, genaamd Mr. Jones, die zijn best doet het het publiek zo ongemakkelijk mogelijk te maken. En dat lukt. Want hoe lang kun je naar iemand kijken die tot het uiterste gaat en zichzelf constant pijn doet?

Mr. Jones is een aparte man: alle kunstjes die hij wil laten zien, mislukken, maar toch blijft hij stug doorgaan. Van een ballon die hij opblaast tot die ontploft via glas waar hij op wil springen, tot een fles die hij tussen zijn arm kapot maakt. Na elk onderdeel heeft hij wel weer een blessure opgelopen. Zijn arm zit al snel in een mitella en zijn been in het gips. Maar hij blijft vriendelijk lachen en probeert zich niet gewonnen te geven.

Hoe ongemakkelijk kun je het publiek laten voelen? Dit moet voor Mr. Jones een van de belangrijkste vragen zijn geweest. Zo stelt hij pijnlijke momenten zo lang mogelijk uit, zodat de spanning steeds meer voelbaar wordt. Hij doet er bijvoorbeeld erg lang over om de ballon tot ontploffing te brengen. Elke keer als hij flink blaast, kan die kapot gaan en veel mensen moeten daar zenuwachtig om lachen. Als hij dan ook nog eens de ballon vlak boven het publiek houdt, wordt de spanning bijna ondraaglijk. Later pakt hij een touw met een lus, die hij over een balk smijt en terwijl hij met één voet op glas staat, stopt hij zijn andere voet in die lus. Een baksteen die hij laat branden legt hij op zijn voet, waarna hij een bijl pakt om de baksteen door midden te splijten. Dit is pijnlijk om naar te kijken en natuurlijk gaat het ook mis, waardoor het allemaal nog langer duurt.

Mr. Jones krijgt het voor elkaar iedereen uiterst ongemakkelijk te laten voelen in zijn onvriendelijke circus. In die zin is het zeker een geslaagd concept. Alleen zit alles wel heel simpel in elkaar. We gaan van het ene kunstje naar het andere en dat is het dan ook wel. Verder is de voorstelling opeens abrupt afgelopen, waardoor je verslagen de ruimte verlaat. (Fenna Vlekke)
Terug naar boven

Gezellige, Goede Gig van Ten Damme
De G van Gezelligheid – Ellen ten Damme en band
Werktheater, Parade Amsterdam • 7 augustus 2008

Gelachen, Genoten, Gek en Gevoelig. Zo veel woorden beginnen met de G en Ellen ten Damme brengt ze samen op de Parade in De G van Gezelligheid. Al voordat Ten Damme de tent op zijn kop zet, is het gezellig. Een klein meisje op blote voeten vermaakt het binnenstromende publiek tussen de instrumenten van de band met radslagen en een handstand in ruil voor applaus. Ze laat zich door niemand wegsturen of op andere gedachten brengen. Maar zodra de laatste bezoeker is gaan zitten en de band opkomt, is het kleine meisje verdwenen. Zo moet Ten Damme tientallen jaren geleden vast ook zijn begonnen.

Met het nummer ‘Ik heb geen zin om op te staan’ van Het trapt ze de voorstelling af. Om vervolgens in een tirade te roepen dat het gezellig moet zijn omdat het haar feestje is en we nog niet weg mogen. Op gedichten van schrijver Ilja Leonard Pfeiffer heeft Ten Damme muziek gemaakt. Dit resulteert in mooie en gevoelige nummers, maar ook lekkere knallers met een goede beat. Moeiteloos switcht de zangeres van stoere rocknummers naar gevoelige en zoete ballads om vervolgens weer een vet rocknummer in te zetten. De G staat ook voor Gegarandeerd Goed, de begeleidingsband van Ten Damme; voor deze gelegenheid hebben de bandleden net als Ten Damme witte overals aan. Hoewel alle muzikanten niet onderdoen voor leading lady Ten Damme is het vooral Jan van Eerd met de vibrafoon en percussie die soms even de aandacht steelt. Achter een grote xylofoon jongleert hij met verschillende stokken om Ten Damme zo goed mogelijk te begeleiden.   

De G van Gezelligheid is een muzikale voorstelling waarin Ellen ten Damme weer helemaal op haar plek is. Ze laat zien dat ze een echt multitalent is. Niet alleen zingt en danst ze alsof haar leven eraf hangt, ook speelt ze gitaar, viool en zit ze even achter de piano. Samen met haar band pakt ze je vanaf het eerste moment dat ze opkomt en laat je pas gaan als ze de laatste noot heeft gezongen en gespeeld. En zelfs dan is het nog geen afscheid. Dat is pas na de signeersessie buiten. (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven

Luchtig en toch spiritueel 
Wie is er bang voor de dood? – Alix Adams en Kim Scheerder
Studio 7, Parade Amsterdam • 7 augustus 2008

Wie is er bang voor de dood? Aan de opgestoken vingers in de tent te zien, zijn de meeste bezoekers van deze voorstelling niet bang. Wie is er bang voor de dood? is de nieuwste Paradevoorstelling van Alix Adams. Samen met Kim Scheerder kruipt ze in de huid van de zusters Marie-Jeanne en Carolien van Opshoorn, begrafenisonderneemsters. Gestoken in korte zwart-witte jurken leggen de zusters op luchtige wijze de keuzes rond je begrafenis uit.

Het is natuurlijk een Paradevoorstelling, dus tijd voor het publiek om lekker achterover te hangen en alleen maar te kijken zit er niet in. Vanaf de openingscène wordt het publiek actief bij de voorstelling betrokken. Allereerst testen de dames de kennis van het publiek op feiten en weetjes rond begrafenissen en crematie waar je liever niet over na wilt denken. Wie wil nou weten of je schedel uit elkaar spat als je wordt gecremeerd? Of hoe zwaar je as is? En dat je wordt opgegeten door wormen? Op de foute antwoorden geven de zusters tussen neus en lippen een los en soms bijdehand respons. Op het foute antwoord op de vraag hoe warm een crematieoven is, ‘200 graden’, geeft Marie-Jeanne rap het respons: ‘nee, dat is een cake.’

Maar naast grappen en het meedoen op de karaoke-countryversie van Mieke Telkamps ‘Waarheen, waarvoor’ zijn er ook momenten van bezinning. De zusters vertellen het publiek dat Tibetanen het overlijden zien als het doven van de vier elementen: water, vuur, aarde en lucht. De grote zilverkleurige papieren boot op het toneel is het schip dat in de loop van de voorstelling naar die einder zal varen met kleine papieren bootjes die het publiek heeft gevuld met dierbare dingen die ze mee willen nemen naar gene zijde.

Wie is er bang voor de dood? is een luchtige voorstelling die je bewust of onbewust laat nadenken over je eigen heengaan, je wensen en wat je nog wilt doen voordat die dag aangebroken is. Adams en Scheerder brengen een zwaar onderwerp in een licht jasje. Hilarische momenten en samenzang worden in deze voorstelling afgewisseld met spirituele inzichten. Misschien is de dood wel niet het eindstation, maar juist een nieuw begin. Als een schip dat aan de horizon aan ons blikveld verdwijnt, maar aan de andere kant van de wereld juist een nieuwe horizon invaart en daar wordt verwelkomd. (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven

Grote grijns bij An en Ergün
An en Ergün’s samenzang – Marjan Luif en Marcel Mutsers
Muziektheater Parade, Amsterdam • 6 augustus 2008

Bij An en Ergün is het gezellig. De Jordanese bejaarde vrouw en de Turkse levensgenieter zijn buren en organiseren eens in de zoveel tijd een avondje in het buurthuis. Op de Parade kun je er bij zijn. En als je mazzel hebt, krijg je niet alleen een cadeautje bij het weggaan, maar ook fijne Hollandse en Turkse lekkernijen.

Het is weer eens zo’n avond dat An en Ergün een klein publiek vermaken. Gewoon omdat het klikt en omdat ze het trapportaal delen. Ergün zorgt voor Turkse details en An kleedt alles lekker Hollands aan. Ergün heeft zich alleen niet aan de afspraken gehouden en heeft als verrassing voor An een draaiorgel geregeld. Dit valt bij de pessimistische An niet helemaal in goede aarde, want een orgel is oer-Hollands. Gelukkig weet de altijd lachende Ergün het orgel te combineren met veel Turkse liedjes en vrolijkheid en weet hij zelfs An te ontdooien. En zo komt het toch nog goed met deze avond.

An Dodeman is al jarenlang een typetje van Marjan Luif. Tijdens de voorstelling komt zelfs nog een echt Groentevrouw-liedje voorbij. Vol passie verdedigt ze de eenvoud van de spruit. Alles is tegenwoordig maar ellende. Iedereen is overal maar allergisch voor. Van pinda’s gaan ze gillen, van citroen worden ze depressief. Maar een spruit is een spruit en daarmee uit. De rol van Ergün wordt geweldig neergezet door Marcel Mutsers die, net als Luif, aan mugmetdegoudentand verbonden is.

An en Ergün’s samenzang zit vol met botsingen tussen culturen en generaties. Toch spreekt vooral de liefde tussen de buren. Als An moppert over het weer, probeert Ergün het te sussen door te zeggen dat het op het moment van spreken toch mooi en droog is. ‘Maar het ken zo weer gaan regenen’, zegt An dan. En als Ergün zijn hit Dikdik zingt op de melodie van Tarkans Kiss Kiss, over zijn corpulente lichaam, zegt An liefkozend: ‘Hij kan zo lekker eten die man, hè, zalig.’

De voorstelling is vrolijk, grappig en gezellig. Typisch zoiets waar iedereen met een grijns zit te genieten. An gaat rond met baklava en kaasblokjes en onthult de gouden tip voor vrouwen die laat over straat moeten in hun eentje. Als klap op de vuurpijl krijgen alle vrouwen deze beschermengel ook nog na afloop mee naar huis. Wat wil je nog meer? (Diana van der Sluis)
Terug naar boven

Ode aan de bruine rakker
Ferry & Fred’s frikandellen festival – Firma Maagzuur
Muziektheater Parade, Amsterdam • 6 augustus 2008

De stemming is uitgelaten tijdens het grote frikandellenfestijn. Fred en Ferry hebben een benefietavond op touw gezet met het doel zo veel mogelijk geld op te halen voor hun nieuwe ‘kwalitaria’. Alles wordt uit de kast gehaald, maar wat er ook gebeurt, de ouderwetse vette frikandel blijft in het zonnetje staan. Een gekke show van Firma Maagzuur.

Omdat hun oude stek is afgebrand, organiseren Fred en Ferry een avond om geld te verkrijgen voor een nieuw cafetaria. Of, zoals de drie mannen het zelf noemen, een kwalitaria. Dat doen ze bijvoorbeeld door het vertellen van moppen en het veilen van spullen die niet door de brand verwoest zijn, zoals een bijna niet kapotte asbak. Een bandje begeleidt de muzikale avond vol gekke liedjes en maffe sketches over de frikandel.

Foto: Jaap Reedijk

Foto: Jaap Reedijk

Frikandel dus, met een n. Daarover ontstaat nogal eens verwarring en dat kan een toestand zijn. Dat vertelt een bruine snack van 2,5 meter op het podium terwijl ze een glas mayonaise drinkt. Het is slechts een van de acts die deze avond de revue passeren. Dansende frikandellen (ware grootte) in een snackbarvitrine, een frikandellenmedley en een dikke betatoeëerde vader met kermissnor in een rolstoel die frikandellencarpaccio maakt: het is één grote komedie.

Even walgelijk als grappig is de rol van Dennis Overweg, ook wel Dikke Dennis. In het echte leven onder andere eigenaar van een tattooshop en gastzanger van Peter Pan Speedrock, in Ferry & Fred’s frikandellen festival speelt hij de grote frikandellenvader. Bij een brand in het oude cafetaria raakte hij gewond en op het podium zit hij in een rolstoel aan een mayonaise-infuus. Hij is zo goor, met zijn gerochel en gehijg, dat er bijna niet naar te kijken is.

Je krijgt deze avond een hoop flauwe-frikandellen-kul, maar je komt er ook eindelijk achter waar een frikandel nou eigenlijk van gemaakt is. Het mooie van alles; je wordt niet alleen lekker gemaakt, maar uiteindelijk ook verzadigd in je behoefte aan die bruine rakker. (Diana van der Sluis)
Terug naar boven

Vluchten in de fantasie
Lost&Found – Daniel van den Broeke en Erik van Welzen
De Luxe, Amsterdam • 4 augustus 2008

Labelen, labelen en nog eens labelen. Dit is het leven van twee mannen die bij de gevonden voorwerpen werken. Alles wat binnenkomt, krijgt een kaartje en wordt gesorteerd. Ze werken tussen de opgestapelde koffers en zien de hele dag alleen elkaar en de voorwerpen die binnenkomen. Dit lijkt gruwelijk saai, maar niets is minder waar.

Foto: Paul Hoes

Foto: Paul Hoes

Met een beetje fantasie wordt zelfs uitermate geestdodend werk leuk en mogen zij dat nu net hebben. Elke keer als een nieuw voorwerp binnenkomt – signaal: met een rood gloeiende lamp en een alarm – springen ze daar vol enthousiasme op af. Meteen verzinnen ze er een verhaal omheen. De ene keer is het een rap, de andere keer gaat het over een moord. Als er op een gegeven moment geen nieuwe voorwerpen meer binnenkomen, draaien ze door. Ze weten niet wat ze met alle fantasie moeten en proberen koste wat kost een nieuw verhaal te verzinnen. Gelukkig komt er na een tijdje weer van alles binnen en bedenken ze opnieuw de gekste situaties.

Daniel van den Broeke en Erik van Welzen krijgen het voor elkaar het publiek constant te laten lachen. Ze hebben een expressie die erg grappig is en de situaties die ze verzinnen zijn heel komisch. Zo komt er een pet binnen en een van de mannen zet hem op, waarna hij een rap verzint. De andere man speelt het sexy meisje dat het refrein van het nummer zingt; ‘Omar, wat doe je toch met mij?’ Best een goede kopie van een werkelijke rap, maar door de overdrijving wordt het leuk. Zelfs als ze een schrijnende situatie verzinnen, een jongetje dat zijn familie heeft verloren, weten ze dat zo te brengen dat het toch grappig is.

In Lost&Found laten de acteurs zien dat zelfs de zieligste figuren een spannend leven kunnen leiden, puur door de eigen fantasie te gebruiken. Hun werk wordt zo een plek waar ze kunnen ontsnappen in een andere wereld die komisch, spectaculair en spannend is. De voorstelling is grappig, maar doordat de mannen de fantasie zo hard nodig hebben ook wel schrijnend. (Fenna Vlekke)
Terug naar boven

Marionetten in de spiegel
Mourir d’aimer – Géraldine Verhoeven
Cinerama, Amsterdam • 4 augustus 2008

Op het podium staan twee vrouwen die in eerste instantie aan elkaar gewaagd lijken; ze bewegen in spiegelbeeld en dragen allebei een tutu. Soms maken ze zelfs de zinnen van elkaar af, alsof ze vaak hetzelfde denken. Maar ondanks dat, of misschien zelfs daardoor, kan de een de ander wel vermoorden. Het is niet altijd wenselijk om veel met elkaar gemeen te hebben, het kan soms zelfs heel gevaarlijk zijn.

Foto: Géraldine Verhoeven

Foto: Géraldine Verhoeven

Tijdens de voorstelling halen de vrouwen herinneringen op en al snel wordt duidelijker wat er zich tussen hen heeft afgespeeld. Eigenlijk waren zij lange tijd vreemden van elkaar, totdat de een er achter kwam dat ze één persoon met elkaar gemeen hadden: hun geliefde. Als marionettenpopjes leken ze door de man te worden bestuurd. Beiden hielden van hem en beiden zouden alles voor hem over hebben. Als de ene vrouw er achter komt dat haar man een minnares heeft, besluit ze de twee te achtervolgen en vervolgens loopt de situatie compleet uit de hand. Nu beide vrouwen erop terugkijken, vragen ze zich af wat er was gebeurd als dingen nét iets anders waren gelopen. Als de vrouw haar man niet met de minnares had betrapt, als de minnares niet op dezelfde tijd en plaats was geweest als de man, waardoor ze elkaar nooit hadden ontmoet. Als alles een fractie anders was gelopen, was het nooit zo ver gekomen.

De melancholische achtergrondmuziek en het lichtgebruik zorgen voor een sombere indruk. Dit staat haaks op de fleurige kleding, waardoor die niet bij de personages past. Dit contrast is erg goed bedacht, aangezien alles zo nog somberder wordt en het de uitzichtloosheid van de situatie meer voelbaar maakt. Wat het sombere gevoel verder versterkt, is de muziek die ze zingen. Vooral Mouna Goeman Borgesius weet te ontroeren met een Frans nummer dat ze vol emotie zingt. Terwijl ze dat doet, praat Margo Dames er doorheen, waardoor haar verhaal een extra dimensie krijgt.

Mourir d’aimer is een ontroerend en goed afgerond verhaal. Het is dan ook niet moeilijk om tot het eind geboeid te blijven. Toch is het niet erg verrassend en ligt het verloop ervan erg voor de hand. Het is gemakkelijk al snel te weten hoe de vork in de steel zit. (Fenna Vlekke)
Terug naar boven

De kracht zit ‘m in het illusionisme
Nog meer goeie grutten – Rob en Emiel
De Rups, Amsterdam • 4 augustus 2008 

Nóg meer goeie grutten dit jaar op de Parade! Vorig jaar stonden Rob en Emiel er ook al met hun show Goeie grutten en dit jaar zijn ze weer terug. Nadat ze heel wat bekendheid hebben verworven met De Nieuwe Uri Geller – waarin het ging om illusionisme en mentalisme –  beginnen ze nu weer wat kleiner en soberder; in een tent waar het publiek op houten bankjes zit. Maar juist dat heeft wel iets; het succes is ze blijkbaar niet naar het hoofd gestegen.

Rob en Emiel weten de tent moeiteloos vol te krijgen en ze maken de toeschouwers gemakkelijk enthousiast. Samen moeten we ‘goeie grutten’ roepen en al snel zit de sfeer erin. Er wordt een bal in het publiek gegooid en wie hem vangt, moet een vraag beantwoorden. Vervolgens moet die persoon de bal weer verder gooien, waarna er weer een vraag wordt gesteld. Op het laatst van de show laten ze zien hoe ze moeiteloos alle antwoorden hadden voorspeld. De andere onderdelen van de show bestaan hoofdzakelijk uit soortgelijke onderdelen; de mannen kunnen raden welk nummer iemand opschrijft, of welke envelop iemand zal pakken. Van begin tot eind sta je versteld van de behendigheid waarmee ze alles uitvoeren.

Naast hun illusionisme proberen de mannen het publiek aan het lachen te maken. Dit is echter niet hun sterkste punt; de grappen zijn al snel flauw. Zo zeggen ze vaak dingen precies tegelijk, wat erg gemaakt overkomt en bij lange na niet grappig is. Zo is er een man die, samen met drie anderen, als vrijwilliger meewerkt aan een truc en de enige is die steeds geen keuzes mag maken. Elke keer als dit weer het geval is, roepen de mannen dat in koor. Gelukkig begrijpen zij zelf ook dat het flauw wordt en geven ze uiteindelijk ook deze man een keuze.

Met hun trucs weten Rob en Emiel een sterk gevoel van ongeloof te bereiken. Ze lijken moeiteloos de toekomst te voorspellen en gedachten te kunnen lezen. Met andere woorden; alles zit goed in elkaar. Alleen: de combinatie van cabaret, theater en illusie is er niet helemaal in terug te vinden. De grappen zijn te geforceerd om cabaret genoemd te worden. Ze zijn sterk in het illusionisme en daar moeten ze dan ook hun kracht uit halen. (Fenna Vlekke)
Terug naar boven

8WEEKLY zag eerder

8WEEKLY heeft niet stil gezeten en heeft al enkele voorstellingen gezien die op de Amsterdamse editie van de Parade spelen. De Fantasten waren dit seizoen opgenomen in de serie Blind Date van het Theater Instituut Nederland en zij waren om die reden in diverse theaters door het hele land te zien. Lees hier de recensie van hun voorstelling en hier een interview met de makers. Op het Tweetakt Festival van 2006 zagen we de voorstelling Meerdere kansen voor een eerste indruk van Art-Jan de Vries. De Parade programmeert dit jaar net als vorig jaar Carver Special Edition met Tucht en, tot slot, heeft 8WEEKLY op de laatste editie van het Oerolfestival Zum Wohl van Suver Nuver gezien. Van de Frisse van Growing up in Public zagen we in de lange versie, tijdens zijn eerste tour door het land.
Terug naar boven

Muziek / Album

Vrouwelijke gitaargod met liedjesalbum

recensie: Kaki King - Dreaming of Revenge

Kaki King werd door het gerenommeerde blad Rolling Stone in februari 2006 opgenomen in de lijst van gitaargoden, als eerste vrouwelijke gitarist. Met dit vierde album zet Kaki King een nieuwe stap in haar carrière.  Zonder haar talent geweld aan te doen weet ze met Dreaming of Revenge een toegankelijk album af te leveren met echte liedjes.

De eerste albums van Kaki King kenmerkten zich vooral door een weergave van wat deze snarenkunstenaar ook op het podium weet klaar te spelen. Vooral veel improvisatie en voer voor gitaarfreak-liefhebbers. De meest onmogelijke staaltjes van kunstig gitaarspel weet deze dame uit haar instrument te toveren. Als je haar ooit in levenden lijve aan het werk hebt gezien met haar elastieken vingers krijg je veel ontzag voor wat deze dame met diverse soorten gitaren weet neer te zetten. In februari van dit jaar speelde ze nog in 013’s Badcave in Tilburg. Het publiek was muisstil tijdens het optreden. Dat maak je niet vaak meer mee tegenwoordig.

Filmische liedjes

~

Kaki King weet, ondanks dat veel nummers op dit nieuwste album instrumentaal zijn, toch een echt liedjesgevoel op te roepen. De melodieën zijn filmisch, het is dan ook niet vreemd dat een tweetal van haar composities in Sean Penn’s film Into the Wild zijn gebruikt. Met titels als ‘Can Anyone Who Has Heard This Music Really Be A Bad Person?’ spreekt ze natuurlijk tot de verbeelding. ‘Life Being What It Is’ is een nummer met tekst, gezongen door Kaki zelf. De zang is deels in de melodielijn terwijl het op een ander moment juist als ondersteuning van de instrumenten ritmisch wordt ingezet. Het is een echt Kaki King-nummer, maar met een prachtig verhaaltje verpakt in de songtekst, over een briefje dat iemand in haar jaszak heeft gestopt. Met ‘So Much For So Little’ zegt Kaki King dat ze een liedje heeft gemaakt om baby’s op te maken. Het nummer heeft geen tekst maar wel veel zeggingskracht in de cadans van het ritme.

Laagjes

‘Montreal’ is een song met vele ritmische lagen die je tussen je oren dient te ontrafelen. Met ritmes en laagjes werken is wel een beetje het handelsmerk van deze gitaargodin. Zeker als je haar op het podium in haar eentje samples hebt zien en horen maken, die daarna samenvloeien tot een liedje. ‘Saving Days In A Frozen Head’ is een uit niveaus opgebouwde song, waarbij ook de zang van Kaki als een koortje klinkt of met lead- en achtergrondzang. Maar hoe lieflijk het ook klinkt, het abrupte einde haalt je direct weer terug naar de werkelijkheid. De werkelijkheid van Kaki King is dat ze met Dreaming of Revenge haar tot nu toe meest toegankelijke album heeft gemaakt. Ze zal het niet voor elkaar krijgen om haar liedjes op 3FM te krijgen. Toch verdient ze van de muziekliefhebber de nodige aandacht. Als je dit album weet te waarderen dan is haar moeilijkere werk mogelijk ook nog wat voor je.

Film / Films

Rijkdom en verveling

recensie: Savage Grace

.

Savage Grace is een kil en stijlvol portret waarin de geleidelijke desintegratie van een welgesteld gezin wordt getoond. Regisseur Tom Kalin baseerde zich net als zijn film Swoon (1992) op een echt schandaal dat de Amerikaanse high society opschrikte. Julianne Moore speelt in de film Barbara Daly, de echtgenote van de rijke erfgenaam Brooks Baekeland. Uit verveling en door emotionele verwaarlozing begint ze decadente spelletje te spelen met haar gereserveerde man en haar kwetsbare zoon.

~

Savage Grace begint bij de geboorte van Antony, de enige zoon van het echtpaar. De film volgt de groeiende conflicten binnen het gezin in verschillende episoden die zich afspelen in de jaren zestig en zeventig. De relatie tussen Barbara en Brooks is al vanaf de eerste scènes gespannen. Julianne Moore speelt Barbara met gepast koel snobisme en een arrogante gevatheid, terwijl Brooks door een beheerste Stephen Dillane wordt vertolkt. Als Antony een puber is verblijft het gezin in Spanje, waar ze de tijd verdoen door sierlijk te niksen in villa’s aan de Spaanse kust. Hier wordt ook de seksuele ambiguïteit van Antony merkbaar. Antony ontmoet een meisje dat uiteindelijk valt op Brooks; tegelijkertijd voelt hij een aantrekkingskracht voor een Spaanse jongen. Nadat Brooks er vandoor gaat met Antony’s Spaanse vriendin blijft hij alleen achter met zijn moeder. De relatie tussen beiden begint daarna incestueuze trekken te vertonen.

Serene steriliteit

Kalin heeft een scherp oog voor de details van rijkdom. Interieurs zijn stijlvol gevangen in de look van de decennia waarin de film zich afspeelt. De mediterrane scènes hebben een serene sfeer van een exotisch toevluchtsoord en de precieze cinematografie weet de personages te vangen als in officiële schilderportretten van rijken en welgestelden. Met deze kille schoonheid weet Kalin de pure oppervlakte te benadrukken van de materiële status van de hogere klassen. De film speelt met romantische clichés, die op een ongebruikelijke wijze worden gehanteerd. De mooie beelden en de weelderige soundtrack hebben iets theatraals en onwerkelijks met een onheilspellend randje. De Spaanse stranden en de chique interieurs zijn misschien wel benijdenswaardig, ze vormen tegelijk de gouden kooien die de personages nodig hebben om zich van de buitenwereld af te zonderen.

~

De film is minder geslaagd op narratief vlak. De onhandige verteltrant die grote sprongen maakt in de tijd is een zwakke fundering voor de dramatische spanningen tussen de voornaamste karakters. Conflicten worden slordig uitgewerkt en bepaalde personages die belangrijk zijn voor het verhaal, verdwijnen op een vrij plotselinge wijze uit de film. Het koele milieu vergt veel inlevingsvermogen van de kijker. De zelfingenomen en snobistische Baekelands weten dat zij leven in een wereld zonder materiële zorgen. Rijkdom biedt hen de mogelijkheid zich te verliezen in geraffineerde spelletjes met anderen en uiteindelijk met zichzelf. Deels doet dit denken aan de verwende studenten uit Kalins Swoon, gebaseerd op het bestaande moordenaarsduo Leopold and Loeb (tevens de inspiratiebron voor Hitchcocks Rope), die besluiten om de perfecte moord te plegen.

Kwetsbare snobs

~


De cast weet over het algemeen de sfeer van decadente verveling en de emotionele gevolgen daarvan goed te verbeelden. Moore is, als de matriarch die pervers is in haar uiteindelijke tederheid naar haar zoon, de dramatische kern van de film. Eddie Redmayne is overtuigend als gekwelde zoon. Met zijn onnatuurlijke schoonheid en zijn koele spel weet hij zijn personage gelijk iets duisters mee te geven. Dat Savage Grace niet raakt heeft grotendeels te maken met de emotionele afstand tussen de kijker en de personages naarmate de film naar zijn schokkende conclusie toewerkt. Uiteindelijk is die afstand misschien ook het onderwerp van Kalins film. De verleidelijke schijnwereld van ongekende rijkdom wordt een hel als je het contact met de werkelijkheid en met anderen verliest.

Film / Films

Een zachtmoedige familieman

recensie: Mongol

.

~

Genghis Khan was de stichter van het Mongoolse rijk, het grootste aaneengesloten gebied onder een heerser uit de geschiedenis. Hij veroverde meer gebieden dan welke andere leider ook, vergeleken bij hem is Alexander de Grote een kleine speler. Mongol richt zich echter voornamelijk op de vroege jaren van Temujin (zijn geboortenaam), en toont de krijger als een zachtmoedig en bedachtzaam man. Als negenjarige kiest hij zijn toekomstig bruid, Börte, en is vervolgens getuige van het vergiftigen van zijn vader door een vijandige stam. Hij tracht de plaats van zijn vader als leider (Khan) in te nemen, maar de jaloerse krijger Targutei weigert zich aan het gezag van een kind te onderwerpen. Temujin moet vluchten en weet, ondanks een constante jacht door Targutei, te overleven. Na een aantal jaren trouwt hij alsnog met Börte. Die wordt echter ontvoerd door de aartsvijanden van Temujins stam, en om haar terug te krijgen sluit hij zich aan bij zijn jeugdvriend Jamukua. Börte wordt bevrijd maar de vriendschap slaat na verloop van tijd om in haat. Jamukua is dan ook de eerste die de gevolgen ervaart van Temujins greep naar de macht.

~

De Russische regisseur Sergei Bodrov creeert mooie panoramas van de Mongoolse steppe, John Ford zou trots op hem zijn geweest. De gevechten worden gelardeerd met vele CGI-bloedspatten en andere shockeffecten, en ook maakt Bodrov duidelijk dat het succes van Temujin als leider vooral stamt uit zijn gave om mensen aan zich te binden. Er zitten genoeg ethnografisch interessante details in de film, en de regisseur heeft op dat vlak zijn huiswerk wel gedaan. Ook weet hij het epische verhaal regelmatig te verlichten met humoristische scenes. Als de film op het eind abrupt tot stilstand komt dringt echter door dat Bodrov vooral een liefdesverhaal heeft gemaakt, waarbij de man toevallig ook nog eens tot een van de machtigste heersers uit de geschiedenis uit zou groeien.

Moeilijke jeugd

~

De rollen van Temujin en Börte worden met verve vertolkt, maar de liefhebber van aktiespektakels als Lord of the Rings, Gladiator of Troy heeft hier niet zoveel te zoeken. Bodrov lijkt vooral bezig tegenwicht te bieden aan de wrede reputatie die Genghis Khan geniet in Rusland en de Westerse wereld. Zijn eerbetoon doet denken aan de Conanverhalen van Robert E. Howard, waarin een geweldenaar vereerd wordt die grote aantallen tegenstanders met veel gemak over de kling jaagt, maar wiens daden goedgepraat worden met zijn moeilijke jeugd. Kazachstan is echter blij met het resultaat, en heeft dan ook besloten Mongol mee te laten dingen in de Oscarrace. Volgens Bodrov en Kazachstans interpretatie van de geschiedenis is Genghis Khan in elk geval een liefhebbende man, een goede vader en een dienaar van het Mongoolse volk. Of de waarheid hiermee is gediend blijft de vraag.

Lees hier een interview met regisseur Sergei Bodrov.

Film / Achtergrond
special: Een gesprek met Sergei Bodrov over Mongol

Geschiedenis schrijven

.

Gefronste wenkbrauwen na de bekendmaking van de Oscarnominaties voor beste buitenlandse film eerder dit jaar. Geen 4 maanden, 3 weken en 2 dagen of Persepolis, films die een zegetocht hadden gemaakt langs verschillende Europese filmfestivals, maar wel Mongol, een epische film over de opkomst van de legendarische legeraanvoerder Genghis Khan die nog niet bijzonder veel publiciteit had gegenereerd. 8WEEKLY sprak met de Russische regisseur van deze film, Sergei Bodrov.

6601_1.jpg
Copyright Benelux Film Distributors

Hoewel de naam van Genghis Khan al snel associaties oproept met grote veldslagen en de opbouw van een imperium dat nadien zelfs door de Romeinen niet in grootte is benaderd, vertelt Bodrov in Mongol het verhaal van Khan tot het punt waarop hij begon aan zijn legendarische zegetocht. “Hoewel een verhaal over de opbouw van zijn immense imperium ook zeer interessant zou zijn, wilde ik me in deze film vooral concentreren op de reis die Temudjin (geboortenaam van Khan, red.) aflegt van kleine jongen die al vroeg van zijn ouders wordt gescheiden, tot een legeraanvoerder die het Mongoolse volk wist te verenigen en een groot deel van de wereld veroverde.”

Bodrov raakte geïnteresseerd in het verhaal van Genghis Khan door de verschillende wijze waarop bevolkingsgroepen hem in de geschiedenisboeken beschrijven. Terwijl hij in Mongolië als een absolute god wordt vereerd, is dat heel anders in Rusland. Daar is Khan een van de meest impopulaire figuren in de geschiedenis. “De Russen schuiven alle problemen die ze hebben zelfs nu nog af op de 250 jaar durende Mongoolse overheersing en leren hun kinderen op school dat hij een brute maniak was die miljoenen Russen uitmoordde”. De verklaring daarvoor ligt volgens Bodrov bij de Russische trots. “Het Mongoolse leger was veel kleiner dan het Russische, maar door de zeer moderne militaire strategieën, die zelfs nu nog gebruikt worden, konden zij de Russen verslaan. De Mongoolse overheersing had niet alleen negatieve gevolgen voor de Russen. Zo hebben de Mongolen een grote positieve invloed gehad op de Russische cultuur en is het aan hen te danken dat Rusland nu één, verenigd land is.”

<i>Een scene uit Mongol</i>
Scène uit Mongol

Voor Bodrov was het belangrijkste doel tijdens het maken van Mongol dan ook om het beeld van Khan als brute legeraanvoerder te nuanceren. Hij portretteert hem als een bedachtzaam, filosofisch persoon die zijn beslissingen altijd goed doordacht en zijn omgeving met respect behandelde. “Khan was niet alleen een van de beste militairen uit de geschiedenis, hij was ook een zeer interessant mens. Voor een legendarische leider van zijn statuur is zijn tolerantie tegenover andere religies zeer bijzonder. Hij beoordeelde de mensen om hem heen niet op het geloof dat ze aanhingen, maar om hun betrouwbaarheid. Ook zijn generositeit tegenover zijn soldaten was tamelijk uniek. Hij nam slechts tien procent van de gehele winst in beslag en verdeelde de rest onder zijn soldaten. Hierdoor wisten de soldaten dat er goed voor hen werd gezorgd en kwamen ze minder snel in opstand.”

Versie van de geschiedenis

Door zijn keuze zich te concentreren op Temudjins jeugdjaren, had Bodrov weinig betrouwbare informatie tot zijn beschikking. “Objectieve informatie over Genghis Khan is vrijwel niet te vinden, omdat hij eeuwen geleden leefde in een tijd dat informatie op mondelinge wijze werd verspreid. Daarnaast is informatie over hem ook erg afhankelijk van de tijd en plaats waar je het zoekt”. Bodrov is er dan ook niet honderd procent van overtuigd dat zijn versie van de geschiedenis de juiste is. “Ik heb met behulp van vele historici zo veel mogelijk informatie over hem proberen te verzamelen die we vervolgens zijn gaan analyseren. Alles wat geschreven is onder het Sovjetregime is moeilijk te vertrouwen en voor het verhaal over zijn jeugd moesten we afgaan op één Mongools heldendicht, genaamd De geheime geschiedenis van de Mongolen. Van dat gedicht is het origineel ook nog eens verloren geraakt, waardoor de verschillende vertaalde versies ervan ook niet volledig te vertrouwen zijn.”

6601_3.jpg
Copyright Benelux Film Distributors

Het ging zelfs zover dat Bodrov sommige delen uit zijn film wegens een gebrek aan betrouwbare informatie zelf moest aanvullen. “Er is weinig bewijs voor dat Khan een deel van zijn leven in de gevangenis heeft doorgebracht, zoals ik in de film laat zien. De Mongolen willen niet geloven dat de man die ze als een God beschouwen in de gevangenis heeft gezeten, maar ik moest een manier vinden om invulling te geven aan deze tien jaar van zijn leven die in de geschiedenisboeken niet zijn terug te vinden. Er zijn historici die mijn visie ondersteunen, maar de kans is zeker aanwezig dat er een andere verklaring voor zijn tienjarige verdwijning is.”

Internationale coproductie

Het verhaal van Genghis Khan leent zich uitstekend voor de epische vertelwijze die Bodrov in Mongol heeft toegepast. De schitterende uitgestrekte landschappen, de groots opgezette veldslagen en de bombastische muziek zijn exemplarisch voor het genre. Toch gaat de vergelijking tussen Mongol en Amerikaanse filmproducties als Gladiator en Lawrence of Arabia volgens Bodrov mank. “Mijn film is wel even groots in aanpak als die Amerikaanse producties, maar er zijn toch wel grote verschillen. Het belangrijkste is dat het budget voor deze film vele malen lager lag. Mongol is een internationale coproductie en we hebben van allerlei kanten geprobeerd voldoende geld bij elkaar te sprokkelen, maar het is nog steeds veel minder dan in Hollywood. Daarnaast vind ik dat Mongol een veel authentieker beeld van de geschiedenis schetst dan vergelijkbare Amerikaanse producties. Ik wilde het verhaal van Genghis Khan een zo echt mogelijke aanblik geven, omdat het zo’n belangrijke man was voor de Mongolen en voor de geschiedenis in het algemeen. Daar ben ik volgens mij wel in geslaagd”.

Lees hier de recensie van Mongol.

Boeken / Fictie

Dichten voor het heden

recensie: Hans Verhagen - Zwarte gaten

.

In veel poëzie wordt de buitenwereld buitengesloten. De vluchtige en veranderlijke maatschappelijke actualiteit waarop engagement betrekking heeft, is immers weinig relevant voor wie zijn werk iets tijdloos wil meegeven. Engagement is al snel achterhaald. Want als de omstandigheden veranderen waarop het gedicht betrekking heeft, verliest het gedicht zijn urgentie.

Tijdgeest

Verhagens meest recente publicatie lijkt zich daar weinig van aan te trekken. Misschien wel omdat hij niet zozeer de actualiteit tot hoon en spot neemt, maar het de tijdgeest is waarvoor hij zijn toetsenbord heeft afgestoft. Verhagen oefent kritiek uit op de moderne mens in zijn onttoverde of van goden ontdane wereld met zijn instrumentalistische denkwijze. Kijk, lijkt Verhagen te zeggen, zo is het met ons gesteld, zie je dan niet wat gebeurt? Noem Verhagen overigens geen doemdichter, hij weet met een gedoceerd toegepaste humor de serieuze inslag van zijn gedichten te relativeren.

In zijn poëzie dingt vooral het rijm naar aandacht. Regels als ‘O grote monitoren, de oren, de motoren, spoorlozen’ zijn in Zwarte gaten schering en inslag. De assonerende ‘o’-klanken en de allitererende ‘m’ maken de taal hier haast tastbaar. Door de hoge nadruk op rijm heeft het lezen iets weg van goede stroop; plakkerig, maar met een heel hoog percentage fruit. Heerlijk. Het rijm is daarbij onverwacht, weinig clichématig en gedoceerd.

Eindrijm


Zwarte gaten is echter geen bundel die van begin tot eind verantwoord is voor de bewuste consument. Tussen de vele intrigerende gedichten zijn die uit de cyclus ‘Vesting Holland’ misschien nog wat ongerijpt. Waarmee Verhagen in zijn andere gedichten excelleert, is hier weliswaar in de dop aanwezig, maar overtuigen kan het niet. Dat schuilt, lijkt het, in de ondoordachte toepassing van eindrijm. Dat werkt alleen als het zich op natuurlijke wijze voegt naar de vorm van het gedicht. Voor het soms verscholen eindrijm van Verhagen in ‘Vesting Holland’ geldt dat op sommige plekken niet. Het zijn noch gedichten waarvan de vorm het eindrijm eist, noch gedichten waarin het eindrijm op een natuurlijke vorm wordt toegepast.

Dat onnatuurlijke gebruik van rijm zit hem in het gebruik van rijmende containerwoorden. Verhagen vergelijkt, bijvoorbeeld, in het eerste gedicht het gebrek aan samenlevingszin met het vlieggedrag van een zwerm vleermuizen, ‘circulerend rond de hoge rode schoorsteen van de slachthuizen’. Daargelaten dat het meervoud ‘slachthuizen’ logischerwijs meerdere schoorstenen met zich meebrengt, roept deze regel te karikaturaal een draculabeeld op en is het woord ‘slachthuizen’ nogal hermetisch ten opzichte van de rest van het gedicht. Wat zijn die slachthuizen? Wat is die schoorsteen? Tenzij tendentieus, kan ‘slachthuizen’ geen metafoor zijn voor wat onder het alledaagse leven schuilgaat: het cyclische proces van creatie en destructie. In slachthuizen decimeert men immers slechts.

Ondanks de cyclus ‘Vesting Holland’, is de bundel aangenaam verrassend. De sterke nadruk die op de gedichten wordt gevestigd door de verschillende vormen van rijm, maakt het een groot plezier om te lezen. En meestal is Verhagens engagement ook zeer te waarderen.

Muziek / Achtergrond
special: Voorbeschouwing Lowlands 2008

Groot gegroeid door klein te blijven

.

Lowlands 2008 heeft weinig Giganten staan maar biedt wel heel veel moois. Het is typerend voor het festival, dat zich ontwikkeld heeft tot een volwaardig cultuurfestival dat vooral in de breedte denkt. Meer dan ooit is er voor ieder wat wils en zullen alto’s, gabbers, punkers en party people langs elkaar struinen op weg naar een van de elf tenten. 8WEEKLY geeft een overzicht van wat er op muziekgebied gaat komen.

~

De jaarlijkse kampeervlucht naar Biddinghuizen is in zijn zestienjarige bestaan aangezwollen tot een ware culturele pelgrimstocht van zo’n 55.000 man. Die groei was niet altijd even gemakkelijk op te vangen, zowel voor de organisatie als voor het publiek. Vooral in de eerste jaren van het nieuwe millennium had het festival last van de groeispurten en leek het moeite te hebben om de eigen identiteit te behouden: de programmering bewoog soms wat te veel naar de mainstream, maar ook de faciliteiten maakten een beweging naar het midden als gevolg van de noodzakelijke professionalisering die bij de groei kwam kijken. De komst van de V&D werd door sommige oudgedienden gezien als een definitief teken van vertrutting.

Volwassen

Editors
Editors

Anno 2008 lijken deze puberkwaaltjes definitief achter de rug te zijn. Het zelfvertrouwen in de eigen kracht en identiteit is terug. Dat het festival al in juni uitverkocht raakte, zelfs voordat een publiekstrekker als Editors was aangekondigd, was ongetwijfeld een steun in de rug en illustreert ook het vertrouwen van de bezoekers. Op zijn beurt voelt de festivalleiding niet langer de behoefte om zich overdreven te manifesteren, door bijvoorbeeld veel over the top grote acts aan te trekken: een band als Nickelback (2002) zal niet meer zo snel als afsluiter geprogrammeerd worden. De grootste namen, N*E*R*D, Franz Ferdinand en Underworld, staan dit jaar niet eens als aantrekker of afsluiter gepland maar verrijken juist de avond die voorheen vaak de minste was, de zaterdag.

Vernieuwend

Black Mountain
Black Mountain

Dat Lowlands volwassen is geworden wil niet zeggen dat de rek eruit is. De leiding durft te vernieuwen waar nodig, zonder dat men de afkomst van het festival vergeet. Zo ondervinden dans en theater een wederopstanding en wijkt de Essent Awards-tent, een goedbedoeld Nederlands talentpodium dat nooit echt van de grond wilde komen, voor de herintroductie van de Charlie. De plek is hetzelfde (naast de Alpha), maar de programmering is vrijer en zo staan er nu buitenlandse nieuwkomers als No Age, Los Campesinos! en Black Mountain naast Hollands talent als The Girls. Daarmee is deze ‘nieuwe’ tent meteen een aanrader voor wie naar Lowlands komt om nieuwe bands te ontdekken.

De X-Ray is de elektronische tegenhanger hiervan: de kleine, broeierige gelegenheidsloods is sinds 2006 het podium voor experimentele dance, en ontving vorig jaar onder andere Clark en Aux Raus. Dit jaar zijn er overdag rijzende sterren als Quiet Village, Fuck Buttons en Crystal Castles te bewonderen, terwijl de loods ’s nachts een bolwerk wordt van alternatieve dancestromingen als breakcore en dubstep.

Balans
Deze kleine tentjes halen gelukkig wat druk af van de Bravo-tent, die de afgelopen jaren zowat de alternatieve Alpha is geworden en ook dit jaar weinig nieuws brengt. De meeste dagacts in deze tent hebben zich al eens eerder bewezen op Lowlands, zoals podiumbeest Róisín Murphy of juist het nerdy Hot Chip. De programmering is echter zeker niet het gevolg van een blinde hang naar het verleden, maar vormt gewoon een goede doorsnee van de artiesten die vandaag de dag relevant zijn. Dat de organisatie ook niet bang is om vast te houden aan dat wat werkt, wordt geïllustreerd door de Lowlandsrecidivisten Dropkick Murphys. Hoewel deze ‘ultieme feestband’ door popsnobs en cultuurmedia niet al te serieus wordt genomen, blijft de band een favoriet van een grote subcultuur op Lowlands en treden ze dit jaar voor de vierde keer op. De programmering laat dus een comfortabele, brede balans zien die vele bezoekers zal aanspreken.

Een paar tips per dag:


Vrijdag

Santogold
Santogold

Vandaag is een dag van contrasten. Het festival begint pas echt (ga maar niet naar Henry Rollins, tenzij je een voorliefde hebt voor Amerikaanse complottheorieën en ‘vroeger-was-muziek-beter’-verhaaltjes) met een feestje van The Presidents of the USA, direct gevolgd door The National voor een zwaar gemoed met een randje depressie. Later op de dag vliegt Santogold je in de haren met haar pittige mash-up van ska, dancehall en dub die doet denken aan M.I.A., terwijl The Flaming Lips je direct daarna het liefst een retourtje zevende hemel schenken met de soms euforische showmankwaliteiten van veteraan Wayne Coyne. In de Charlie zal Holy Fuck met allerhande analoge apparatuur de uitgesponnen thema’s van hun elektronisch aandoende ‘blip-hopalbum’ LP verder uitrekken en verdraaien. En denk erom, niet naar bed voordat Sven Väth zijn laatste plaat van de draaitafel heeft gelicht!

Zaterdag

British Sea Power
British Sea Power

Doe je grote of kleine kater een plezier en loop aan het begin van de middag even langs de X-Ray. Daar speelt namelijk Quiet Village, een duo van oude rotten in een nieuw jasje dat á la minute een sfeervolle, sprookjesachtige collage van allerhande ingrediënten in elkaar fröbelt. Heb je zin gekregen in Britse branie, loop dan van de Blood Red Shoes via Los Campesinos! naar British Sea Power om je ervan te vergewissen dat Engeland de VS dit jaar ruimschoots verslaat als het gaat om spannende pop. Dé uitzondering op deze regel vandaag is No Age in de Charlie, dat om je aandacht strijdt met Iron & Wine en Digitalism en zelfs, als je nostalgisch bent aangelegd, de Sex Pistols. In de Bravo worden ’s avonds alle mogelijke muziekstromingen geannexeerd door electro-omnivoren als Diplo en Modeselektor.

Zondag

Fuck Buttons
Fuck Buttons

Algehele brakheid ten spijt zul je zondagmiddag toch opnieuw naar de X-Ray moeten. Deze keer voor Fuck Buttons, dat een combinatie van noise en psychedelica tot een vreemdsoortige trancemuziek weet om te smeden die blijft boeien. Dit is de laatste naschok van de Britse overmacht van gisteren, want de VS slaan deze zondag terug. Onder andere met Black Mountain, dat met In the Future dit jaar hoge ogen gooide. Maar ook Hercules Love Affair, Yeasayer en The Roots gaan zonder twijfel indruk maken. Uit buurland Canada komt Crystal Castles, dat met zijn lo-fi maar zeer intense dance de Europese zomerfestivals bestormt. En als je ’s nachts even weg wilt van het minimal-geweld van Ellen Allien, loop even langs Benga voor dé dubstep-hit van dit moment.

Kijk voor een handig overzicht van bevestigde acts op deze site.