In de onlangs herziene canon van Nederland schitteren Kees van Kooten en Wim de Bie in afwezigheid. Gelukkig hebben ze nu een eigen encyclopedie gekregen. Alleen is deze Koot & Bie Encyclopedie waarschijnlijk niet het verzamelwerk waar de fans op hoopten.
Richard Groothuizen is niet de eerste de beste Van Kooten en de Bie-fanaat. Al decennia werkt hij aan het archiveren van alles wat Van Kooten en de Bie ademt, omdat hij het nou eenmaal niet kan laten en omdat niemand anders het doet. Zijn fanatisme leverde hem dozenvol informatie op en een manuscript dat lange tijd op zolder lag te verstoffen. Dit jaar vond hij dan eindelijk een uitgever voor al zijn guerilla-archiefwerk. In niet minder dan 500 pagina’s neemt Groothuizen je mee in het oeuvre van het duo dat verantwoordelijk is voor de Vieze Man, Jacobse en Van Es, de Geilneef en talloze andere onvergetelijke typetjes.
Gegarandeerd ongeautoriseerd
Met het Koot-en-Bieaanse credo ‘gegarandeerd ongeautoriseerd’ op de cover dekt Groothuizen zich maar vast in: dit boek is namelijk zonder medewerking van de heren zelf tot stand gekomen. Sterker nog, wat Van Kooten en de Bie betreft was het boek nooit gepubliceerd. Blijkbaar vinden ze het zelf een overbodigheid. Hiermee rijst de vraag of deze encyclopedie wel uitgegeven had moeten worden.
Zo is beeldmateriaal door een gebrek aan rechten erg schaars in deze encyclopedie. Dit is opgevangen door grafisch vormgegeven abstracties van alle typetjes en meerdere pagina’s beslaande fotocollages die doen denken aan de sketches. Het zijn kunstgrepen die het ontbreken van echte archieffoto’s niet goedmaken.
Vlees noch vis
Zijn de teksten dan genoeg om het boek te redden? Ook niet helaas. Enkel het alfabetische register met Koot- en Biebedenksels heeft een echte meerwaarde. De mannen zijn voor zo veel Nederlandse woorden en uitdrukkingen verantwoordelijk. Denk aan ‘regelneef’, volgens Van Dale iemand met een overdreven organisatiedrift. Ook een ingeburgerd neologisme als ‘doemdenken’ komt van hun hand. Het register vormt een mooi eerbetoon aan de nalatenschap van deze Hagenezen.
Het leeuwendeel van het boekwerk bestaat echter uit tamelijk droge beschrijvingen van alle sketches uit Keek op de Week en ander televisiewerk. De vraag rijst wat Groothuizen eigenlijk wil bereiken met deze encyclopedie. Zijn handen moeten na al het guerrilla-archiefwerk gejeukt hebben, maar dat maakt de materie nog niet uitgevenswaardig. Deze stoeptegel kan nog wel eens hetzelfde lot beschoren zijn als Pikkety’s Kapitaal: bij velen eindigt het ongelezen in de boekenkast.
Het Wintertuinfestival laat je dit jaar op vernieuwende wijze genieten van literatuur. Wandelend of fietsend door de stad Nijmegen lees je op posterborden het verhaal Biografie van een Vlieg van Jaap Robben.
‘Coronaproof’ betekent in de praktijk vaak ‘online’ of een situatie met weinig mensen, op afstand en uitgedachte looproutes. Met Biografie van een Vlieg geeft het Wintertuinfestival een nieuwe invulling aan het begrip. Het verhaal, opgedeeld in vijfentwintig hoofdstukken, is over evenzoveel reclameborden verdeeld over de Nijmeegse binnenstad. Met de bijbehorende wandel- of fietsroute lees je het verhaal in de goede volgorde. Een geheel nieuwe leeservaring!
Toon Tellegen
Jaap Robben beschrijft met Biografie van een Vlieg het levensverhaal van dit insect, vanaf het moment dat hij als larve het levenslicht ziet tot aan het sterfbed. Het bijzondere aan deze vlieg is dat hij intens geniet van zijn leven. De levenslust spat ervan af: “’Ik ben een vlieg!’ riep Vlieg uit blijheid. En hij zoomde een looping door de lucht. ‘Vlieg, vlieg vlieg!’” Tijdens zijn eerste tochtjes ontmoet hij de vogel Buizerd. Wat volgt zijn heerlijke Toon Tellegen-waardige dialogen. De nette, deftige Buizerd moet niks hebben van de vieze pootjes van Vlieg en noemt hem ‘Poepvoetjes’. Ook probeert hij de naïeve Vlieg wegwijs te maken in het leven. Omgekeerd weet de optimistische, blije Vlieg een gevoelige snaar te raken bij de afstandelijke Buizerd. Voor het eerst in zijn leven heeft de vogel een kameraad.
Literaire speurtocht
Het volgen van de route is soms even zoeken, maar dat maakt de vondst des te leuker. In de verte zie je de volgende poster, je bent benieuwd wat erop staat maar moet nog wel eerst veilig de straat oversteken. Terwijl je voor het bord staat om de tekst te lezen, raast het verkeer om je heen en moeten andere voetgangers je ontwijken. Zij zien gewoon een reclamebord, zoals er zoveel staan in de stad, maar jij weet beter, jij bent in het bezit van de route en leest een verhaal.
Ook de vormgeving van de affiches draagt bij aan de beleving. Elk affiche is anders vormgegeven, met een beeldtaal die past bij het hoofdstuk. Ook over de locatie is nagedacht. Kun je er dichtbij komen zijn de letters klein, staat het bord midden op een drukke weg dan is het lettertype extra groot.
Normaal lees je hoofdstukken achter elkaar door terwijl je stil zit. Nu ben je in beweging en zit er telkens wat tijd tussen. Interessant hoe het Wintertuinfestival een nieuwe leeservaring neerzet en een prachtige manier om literatuur toegankelijk en leuk te maken. Het is hopen op meer van dit soort creatieve ideeën.
Biografie van een Vlieg is van 5 t/m 29 november te zien in Nijmegen en van 17 t/m 24 november in Leeuwarden.
Zin om wat nieuwe muziek te ontdekken? De redactie van 8weekly verzamelt elke maand nummers die je écht even moet luisteren. Nummers van nieuwe albums, van artiesten die in het nieuws zijn of gewoon liedjes die even aandacht verdienen. De playlist kun je volgen op Spotify, de lijst wordt elke maand geüpdatet. Waarom je juist deze nummers moet luisteren, leggen we je graag uit.
De playlist van november, onze eerste playlist ooit (!), staat vol met nieuwe nummers. Nummers van albums die de afgelopen maanden zijn uitgebracht en die we graag nog even onder je aandacht brengen. Zo wordt de playlist afgetrapt door het nummer ‘Serpentine Prison’ van Matt Berninger. De zanger van The National bracht deze maand zijn eerste soloalbum uit. Binnenkort lees je op de site waarom dit album en ook zeker dit nummer de moeite waard zijn.
Een ander nummer dat we graag uitlichten is ‘Summa’ van Reaping form the Conflux. Onze redacteur Roelof Schipper is hierover laaiend enthousiast: ‘Ik heb dit jaar nog niet zo een waanzinnige plaatafsluiter gehoord als ‘Summa’, dat na vijftig minuten muzikaal zoek- en probeerwerk de bodem ineens super gedecideerd, volledig onder mijn voeten wegsloeg. Klinkt wat dramatisch, maar dit is wat mij betreft wel echt buiten-categorie.’
Natuurlijk staan er ook nummer op de lijst van artiesten van wie we de nieuwe albums afgelopen maand recenseerden, zoals Sufjan Stevens en Ellen Shae. We hebben ook nog een bonusnummer: ‘The beauty of everyday things’ van Luka Bloom. Helaas niet te vinden op Spotify, waarom lees je in de recensie van Joost Festen over het nieuwe album Bittersweet Crimson van Bloom.
Playlist november 2020
Serpentine Prison – Matt Berninger
Niet vandaag – Spinvis
Summa – Reaping form the Conflux
Giva a little love – Mina Tindle (feat. Sufjan Stevens)
Caged Bird – Ellen Shae
Zombie Girl – Adrianne Lenker
The Mackenzies – Bill Callahan
Love Cassete – Angel Olsen
Let it come – Eivor
Featherweight – Fleet Foxes
Bonus: The beauty of everyday things – Luka Bloom (staat niet op Spotify)
Oude aanraders terugluisteren? We hebben speciale archiefplaylist van onze aanraders, zodat je alles wat wij ooit aan hebben geraden kunt terugluisteren:
In deze Americana update editie acht blijven we soms dicht bij huis met Ellen Shae uit Zeeland, maar reizen we ook naar Australië met Daniel Trakell om vervolgens weer uit te komen in de USA met Tom Mank & Sera Smolen met een Zeeuws randje. Wat hetzelfde blijft? De hoge kwaliteit van de muziek!
Muziek spreekt alle talen en muziekstromingen lijken zich met alle zeeën over de hele wereld te verspreiden. Zo ook de Americana die ons steeds weer op vele plekken op de wereld doet belanden. De verzamelnaam van deze stroming blijft steeds weer goed om nieuwe uithoeken te ontdekken en te verbinden. Deze verbindingen vinden we ook in deze drie albums terug.
Daniel Trakell
De uit Australië afkomstige Daniel Trakell verrast met zijn album Warning Bell op een heel positieve wijze, doordat al bij de eerste beluistering de oren worden gespitst. Als liefhebber heb je als snel in de gaten dat hier een bijzonder talent aan het werk is. De referenties vliegen dan ook stevig door je hoofd. Een gevoel van de jarenzeventig piano-gevoede singer-songwritermuziek maakt al snel een brug naar de huidige tijd, waarbij het werk van onder meer de band Fleet Foxes, maar ook Neil Young, Andy Shauf en Bon Iver naar boven borrelen. Trakell weet met alle tien de liedjes de aandacht op zich gevestigd te houden.
Naast de al genoemde pianoklanken (Harry Cook) horen we vooral de hoge stem van Trakell, die vaak dubbel is opgenomen. Tevens geven de kenmerkende klanken van pedal steelgitaar, gespeeld door Matt Dixon, een bijzonder gevoel van welbehagen. Luister naar ‘Come To’ dat als nieuwste single en dus vlaggenschip van het album is gereleaset. Het album werd deels opgenomen in Nashville en afgemaakt in Melbourne, maar verschijnt op een Zweeds label. Hoe internationaal wil je deze debuterendeartiest eigenlijk hebben? Inmiddels is hij bij indiefolk-liefhebbers al opgevallen. Het is tijd dat Trakell door een breder publiek wordt gehoord. Zeker in deze tijden van Covid-19, waarbij zelfs Taylor Swift naar het folk-genre grijpt. Laat dan zeker een oorspronkelijk talent als deze jonge Australische artiest niet aan de aandacht ontsnappen. Warning Bell doet een serieuze poging om in mijn jaarlijstje van de Americanamuziek te belanden!
Ellen Shae
Het album Caged Bird is van een internationaal niveau. Dat wordt nog eens onderstreept door de samenwerking bij het titelnummer ‘Caged Bird’, met Mark Wienand Karlsen op sopraansax en het co-schrijverschap van Tom Mank. Niet te vergeten is de productie van het album in handen geweest van Rich DePaolo. Shae ging heel diep in zichzelf bij het maken van dit nieuwste album. Ze zegt daar zelf over: “Dit album komt diep vanuit mijn ziel…”. In een kort vraaggesprek vertelt Ellen Shae over de totstandkoming van het album het volgende: “Ik ben een paar keer in Amerika geweest en muziek leeft daar heel erg. Ik voelde me er op mijn plek.
Ik ontmoette er ook producer Rich DePaolo en was onder de indruk van zijn werk en besloot vorige zomer een paar songs door hem te laten produceren in de Electric Wilburland Studio (New York) van (Grammy winnaar) Will Russel en werkte met Amerikaanse muzikanten: naast Sera Smolen (cello) is Rich DePaolo zelf op het album te horen (bas, gitaar, mandoline, banjo, toetsen), evenals Bill King (drums), Max Buckholz (viool, viola), Doug Robinson (staande bas) en Mark Karlsen (sopraansax).
Ik werd daar zo diep geraakt door de passie voor de muziek dat dit mij enorm inspireerde en ben verder gaan schrijven en besloot alles vanuit mezelf hierin te stoppen (muziek hoort niet in een hokje) en zo groeide het tot een compleet album. De enige andere Zeeuw die hier verder aan meewerkte is Gait Klein Kromhof op harmonica,maar die partijen werden opgenomen in België.”
De liedjes van Shae gaan soms over heftige onderwerpen. De song ‘Dive In The Dark’ gaat over de vermoorde vrouw die bij haar in de buurt is gevonden. Het is nog steeds niet bekend wie zij was en wat er precies is gebeurd. De song ‘Salt’ gaat over de vissers uit Urk die verdronken zijn gevonden op de bodem van de Noordzee.
Het prachtige liedje ‘Toby’ pakt een heel ander facet van het leven beet. Ik vermoedde dat het een autobiografische ervaring van Shae was, maar ze zegt daar zelf over: “Aan de buitenkant ziet alles er soms heel mooi uit maar onderhuids kan er heel wat spelen (“It Was a Day Like Any Other Day but It Felt Like Grey”). Het gaat erover dat je soms mensen, die je dierbaar zijn, moet loslaten om zelf verder te kunnen en de twijfels, die je daarover hebt of dit gevoel wel klopt.” Dat gevoelens vaak kloppen wordt onderstreept doordat de meeste beslissingen op gevoel genomen worden. Mijn gevoel over dit album is in ieder geval heel goed. Shae heeft pracht album gemaakt!
Tom Mank & Sera Smolen
Begin dit jaar zou het album verschijnen van Tom Mank & Sera Smolen, maar de pandemie gooide wat roet in het eten voor wat betreft de daaraan gekoppelde tournee. De tournee zou hen ongetwijfeld wederom in ons land doen belanden. Dit muzikale koppel heeft een bijzondere band met Nederland opgebouwd. Bovendien zijn het hoogst aardige en zachtaardige persoonlijkheden, die ik nog niet zo lang geleden in Middelburg mocht ontmoeten. Onze vorige ontmoeting dateerde alweer van zes jaar geleden in Eindhoven.
Met het album We Still Know How To Love onderstrepen ze die verbondenheid met ons land door de medewerking van Ellen Shae, die in het titelnummer het Nederlandse gedeelte van de tekst voor haar rekening neemt. Dat doet ze zowel in het schrijven als in het spreken en zingen van de tekst. Feitelijk heeft het titelnummer en dus ook de cd de ondertitel Verzet.
Opvallend aan het duo blijft dat Sera Smolen een klassiek geschoolde celliste is, maar dat de autodidact Tom Mank op zang en gitaar alle muziekstijlen voor zijn rekening neemt. Live zijn ze vaak met z’n tweeën, maar op het album treffen we een lange rij van maar liefst twaalf gasten aan. Het album kwam tot stand in drie studio’s, te weten Newfield (New York), Ooigem (België) en tenslotte Bearsville (New York). Ondanks die grote lijst van namen en uitgebreide opnamesessies brengt het duo het album wederom in eigen beheer uit. De sfeer van de liedjes balanceert tussen de folk en klassiek in. De zang van Tom Mank en zijn gitaarspel, ondersteund door de karaktervolle celloklanken, zijn het handelsmerk van het duo.
Mank heeft een soort van praatzang met een mooi gruizig randje, die mooi kleurt met andere stemmen, terwijl de cello onder de melodie meandert. Wie gegrepen wordt door de muziek van dit duo zal snel op zoek gaan naar meer en zal daarin niet snel teleurgesteld worden.
Journalist Daniël Verlaan doet al jaren verslag over de minder rooskleurige kanten van het internet. Met zijn pageturner Ik weet je wachtwoord wil hij Nederland bewustmaken: ook jij kunt slachtoffer worden van internetcriminaliteit. Een echte wake-up call dus!
Zou je het huis uitgaan zonder de deur op slot te doen? Of hem zelfs wagenwijd open laten staan? Waarschijnlijk niet. Toch is dat precies wat het gros van de internetgebruikers dag in dag uit doet. Het volstaat niet om te weten dat je niet op de betaallink van dat vage sms’je moet klikken. Ervan overtuigd dat de wachtwoorden sterk genoeg zijn of dat ze toch niets te verbergen hebben geven internetgebruikers criminelen vrij spel. Haarfijn legt Verlaan uit wat hackers zoal kunnen met het minste of geringste stukje informatie. Spoiler: enorm veel.
Almachtige mailbox
Stel er is een datalek bij jouw sportschool en de inloggegevens van alle leden komen op straat te liggen. Dan kun je je schouders ophalen en een nieuw wachtwoord aanmaken. De schade lijkt beperkt, iemand heeft hooguit gezien dat je al jaren betaalt voor een abonnement dat je nauwelijks gebruikt. De achilleshiel van veel mensen is dat ze op tientallen websites een account hebben en daar vaak hetzelfde wachtwoord gebruiken. Voor hackers is het een koud kunstje om te checken of je dat wachtwoord ook voor je e-mailaccount gebruikt.
Ook zonder datalek is het vaak verrassend eenvoudig om in te loggen op persoonlijke accounts. Wachtwoorden laten zich soms kinderlijk eenvoudig raden, zo bewijst de Nederlandse hacker die zich toegang verschafte tot Trumps twitteraccount. Met een wachtwoord als ‘maga2020!’ is het een koud kunstje en een wonder dat het niet eerder gehackt is. Toegang tot je mailbox is de heilige graal voor hackers. Hiermee kunnen immers wachtwoorden voor andere webaccounts gereset worden, waardoor de mogelijkheden eindeloos zijn.
Gewonemensentaal
Eén punt van kritiek heeft betrekking op het hoofdstuk over het dark web, waarin Verlaan vrij expliciet ingaat op de wereld van kinderporno. Verlaan heeft lang bij de psycholoog gelopen vanwege de gruwelijkheden waar hij tijdens zijn onderzoek op is gestuit. Uiteraard is het Verlaans plicht als journalist om verslag uit te brengen, maar dit boek is niet de plek daarvoor. Hoewel Verlaan zijn lezers waarschuwt en voorstelt de passage eventueel over te slaan, past het eigenlijk niet in een boek dat voor de rest over hacken en andere digitale oplichtingsvormen gaat.
Deze kanttekening daargelaten, is Ik weet je wachtwoord een uiterst leesbare waarschuwing die iedereen zou moeten lezen. Je hoeft geen nerd te zijn om te begrijpen waar Verlaan het over heeft, waar nodig vertelt hij in jip-en-janneketaal hoe de vork in de steel zit. Doordat Verlaan de gevaren van het internet tastbaar maakt, dringt zijn boodschap goed door. Ondergetekende ging zelfs direct over op een paswordmanager, na zich al jaren voor te nemen dat eens te doen. Dus kom in actie! Léés dit boek en neem Verlaans adviezen ter harte. Hackers zullen je ondankbaar zijn.
Het begint allemaal met een rood accent. Schilder John Constable (1776-1837) is in de leer bij William Turner. Constable is bezig met een leerstuk en voegt op ’t laatst nog een figuurtje in rood toe. Turner ziet dit, draait zich om en doet iets soortgelijks op een schilderij van zichzelf. Een actie die Constable steekt en hoog opneemt.
Als je erop gaat letten, zie je heel véél van die rode figuurtjes op de schilderijen van de Engelsman. Tot op een doek dat hij op tweeënvijftigjarige leeftijd maakte aan toe. Toen werd hij eindelijk toegelaten tot de Royal Academy en maakte het grote werk Sluis met passerende boot. Het zou een leuke zoektocht voor kinderen zijn, dwars door de eerste overzichtstentoonstelling van Constable in Nederland, in het Teylers Museum in Haarlem.
Een tentoonstelling die toont, dat Constable méér is dan de landschapsschilder en – tekenaar met die mooie wolkenluchten waar hij bekend door werd.
John Constable, Landschap met molens bij Haarlem, 1831.
Ontwikkelingsgang
Niet alleen die rode figuurtjes zijn goed te volgen, maar ook de hele ontwikkeling van de schilder, vanaf zijn leertijd bij Turner, of zelfs daarvoor met een beetje een platgeslagen Gezicht op de pastorie in East Bergholt. Dit is – zoals de meeste werken op deze expositie – afkomstig uit de privécollectie van David Thomson.
De opzet van de tentoonstelling is namelijk chronologisch: in de tentoonstellingszaal en het prentenkabinet, met op de helft aandacht voor de amateur-meteoroloog die Constable ook was. Aandacht die helemaal past binnen de aandachtsgebieden van het Teylers Museum: kunst, natuurhistorie en wetenschap.
Toch is er ook nog een ander verband tussen de kunst in die twee zalen. En dat is dan niet het rode figuurtje op bijvoorbeeld het Landschap met windmolens bij Haarlem naar Jacob Ruysdael, maar de techniek van Constable. Het is een techniek waarbij hij op één werk de verf zowel dik als dun aanbrengt. Soms zó dun, dat je de ondergrond er nog doorheen ziet. Of – bij de tekeningen in het prentenkabinet – een techniek waarbij de kunstenaar afwisselend hard en zacht op een staafje grafiet drukte, zodat hij diepte creëerde. Bij een studie van het hoofd en de schouders van zijn vrouw vervaagde hij het grafiet zelfs zachtjes met zijn vingers, zodat hij ook nog eens ruimte suggereerde.
Op de tentoonstelling vallen ook enkele voorbeelden van de inspiratiebronnen van Constable te zien, zodat vergelijken mogelijk wordt. Maar doordat er tevens aandacht is voor de soms moderne techniek van de romantisch-realistische schilder, zou je haast concluderen dat hij een typisch romantische Januskop heeft: terugkijkend naar voorbeelden uit vorige eeuwen en vooruit kijkend naar de tijd die komt, inclusief meteorologie. Zo toont het Teylers Museum de kunst van John Constable in al zijn facetten en schakeringen. De moeite waard om te bezoeken, en petje af voor de samenstellers, want het moet een tour-de-force zijn geweest om deze eerste overzichtstentoonstelling van Constable in Nederland uitgerekend in coronatijd te realiseren!
John Constable. Overzichtstentoonstelling van de Engelse grootmeester van de romantiek
Recensie: John Constable
Gezien in:Teylers Museum,Haarlem Nog te zien tot:zondag 31 januari 2021
Elke maand zijn er zoveel mooie albums, voorstellingen en boeken te beluisteren, zien en lezen dat het soms lastig is om de parels ertussenuit te vissen. Daarom vertellen onze redacteuren in ‘8WEEKLY staat te trappelen’ waar zij zich de komende maand het allermeest op verheugen. Deze maand kijken we uit naar een livealbum en boeken van auteurs die we bewonderen.
Marieke Lucas Rijneveld: loepzuiver en gedetailleerd Door Suzanne Kunzeler
Ik zie erg uit naar Mijn lieve gunsteling, het nieuwe boek van Marieke Lucas Rijneveld. Ik was enorm gegrepen door haar debuutroman De avond is ongemak. Het loepzuivere en gedetailleerde taalgebruik maakt dat het leven van Jas, de hoofdpersoon, levensecht voelt. Haar schrijnende situatie komt aangrijpend dichtbij. Een prachtig boek, dus ik ben benieuwd wat ik van de tweede roman van Rijneveld kan verwachten.
Hedendaagse Homerus: het werk van Brandon Sanderson Door Roos Wolthers
Al jarenlang lees ik alles wat de Amerikaanse fantasy-auteur Brandon Sanderson publiceert. Dat is hard werken, want hij heeft een razend tempo en schrijft bijna sneller dan je lezen kan. Het komt mooi uit dat hij zo snel schrijft, want zijn voorraad plannen en ideeën is eindeloos. Sandersons boeken zijn op allerlei niveaus briljant. Zijn werk is als Griekse mythologie, in zijn eentje bouwt hij een heel nieuw universum op waarin alle verhalen onderling met elkaar verbonden zijn. Zijn werk is fantasierijk, hij zit vol bijzondere ideeën en zijn werelden zijn beeldend en gevuld met details. Ik vraag me constant af hoe al die plotlijnen en plannen in één hoofd passen. Of hij nu een originele vorm van magie bedenkt of een klimaat-systeem: alles is altijd tot in de puntjes doordacht en uitgewerkt. Sanderson boeken geven blijk van een diep inzicht in mensen. Ze zitten vol prachtige observaties over politiek, religie, liefde en vriendschap en zijn personages zijn complex en herkenbaar. Als kers op de taart is Sanderson ook nog eens een ontzettend grappige schrijver. Komende maand komt Rhythm of War uit, deel vier uit van zijn magnum opus The Stormlight Archives. Ik kijk er al twee jaar naar uit en kan niet wachten om eraan te beginnen.
Op deze pagina vertelt Sanderson welk boek je als nieuwe lezer het best als eerste op kunt pakken.
Een troost voor indiefans: het live album van The War On Drugs
Door Joost Festen
Op 20 november verschijnt het livealbum van The War On Drugs. In een tijd waarin concerten alleen zeer beperkt of niet konden doorgaan kunnen we het album gerust als een troost zien. De livereputatie van de band is de afgelopen jaren met kracht neergezet. De laatste twee studioalbums zijn zowel door de pers als het publiek omarmd. Lost In A Dream en A Deeper Understanding hebben in grote getale de liefhebbers in de indie- en rockscene weten bereiken. Maar voor wie The War On Drugs nog niet kent: de muziek van deze band beweegt zich aan de rustige kant van de rock. Kenmerkend zijn de gitaar en toetsenklanken die nergens uit de hard bocht vliegen en de zanger die een aangenaam eigen geluid laat horen. Het is een stem die je gaat herkennen naarmate je hem vaker hebt gehoord.
Het album Live Drugs zal voor veel liefhebbers met open armen ontvangen worden nu je de band niet echt live aan het werk kan zien en horen. Het nieuwe album wordt misschien wel het livealbum van het jaar. In ieder geval kunnen we vijfenzeventig minuten lang genieten van nieuwe interpretaties van hun eigen liedjes.
Jeroen van den Heuvel zag dansers zorgvuldige imitaties van menselijke bewegingen uitvoeren in bewegingsarchief Motus Mori. De herkenbaarheid zorgde voor ontroering: ‘Van meelijwekkend en droevig tot vrolijk en teder, bewegingsarchief Motus Mori is een achtbaan van emoties.’
Stel je dit eens voor: een bejaarde vrouw schuifelt over de stoep. Haar handen trillen allebei op haar kromme rug, haar bovenlichaam helt voorover. Ze komt maar met moeite vooruit. Je krijgt medelijden met haar. Het gaat zo ontzettend langzaam.
En stel je nu eens dit voor: een jonge vrouw van in de twintig loopt met precies dezelfde bewegingen in precies dezelfde houding. Maar dan nog zeker tien keer zo langzaam. En niet op de stoep, maar in een theaterzaal. Je bent dicht bij haar. Je ziet de gespannen spieren op haar rug. Hoe haar vingers gekromd zijn tot open vuisten. Hoe bij iedere stap haar rechtervoet een beetje scheeftrekt. Een spier die in haar kuit beweegt. Een kleine draaiing in haar linkerarm en -schouder bij het neerzetten van haar voet.
Intense ervaring Je bent bij Motus Mori in theater De Nieuwe Vorst in Tilburg. In dit bijzondere project bouwt choreograaf Katja Heitmann een archief van bewegingen op. Door middel van bewegingsinterviews dragen doodnormale mensen hun houdingen en bewegingen over op de dansers die bij het project betrokken zijn. Die danser analyseert de bewegingen en de houdingen, en geeft die vervolgens door aan de andere dansers. Zo worden die houdingen en bewegingen bewaard: door ze actief te bestuderen en op elkaar over te dragen. De dansers verzamelen en bewaren de bewegingen niet alleen, maar tonen die ook op de dagdelen dat het archief is opengesteld voor het publiek.
Een bezoek aan dat archief is een intense ervaring. Daarom word je rustig voorbereid. Eerst een korte uitleg: afstand houden, de verhogingen met lichtbakken zijn voor het publiek om op te zitten; die zonder licht zijn voor de dansers. Je doet je schoenen uit, loopt op je sokken een lange gang door met audiofragmenten en papieren aantekeningen uit de bewegingsinterviews. Een stem vertelt over bewegingen die met het ouder worden moeizamer gaan. Daarna een stem die uitlegt in welke houding ze iedere avond gaat slapen. Op de papieren staan aantekeningen, uitspraken, tekeningen: specifieke manieren van zitten en staan, hoe een jongen over zijn wang wrijft. Aan het einde van de gang ga je een zware deur door die je weer goed achter je moet sluiten. Je hoort nu een trage minimalistische muziek, maar je ziet voorlopig alleen een zwart gordijn. Het is een hoge, warme ruimte. Je loopt langs het gordijn, gaat de hoek om.
Een feest van herkenning Dansers lopen, gaan zitten of staan juist weer op, leunen, liggen. En dat allemaal in slow-motion. Ze voeren elke beweging in meerdere stadia uit. Gewoon lopen -je hebt het net zelf nog gedaan- ziet er ineens vreemd uit nu ieder onderdeel daarvan de tijd krijgt om zich te tonen. De danser articuleert iedere deelbeweging van het lopen: het heffen van de knie, het spreiden van de tenen, strekken van de enkel, het kromtrekken van de voet, de tenen die samentrekken, het strekken van het been, neerkomen van de hak, het afrollen van de voet, neerzetten van de tenen. Het is een deconstructie van een beweging, zonder dat de samenhang daarvan verdwijnt. De gerichtheid van het lopen blijft. Bovendien valt het op dat lopen met het hele lichaam gebeurt. Hoofd, vingers, armen, rug, schouders: alles beweegt mee. En natuurlijk gaat ook de borstkas op en neer.
Het is een feest van herkenning, want de meeste bewegingen heb je al vaak gezien: een bejaarde die met de handen steun zoekt om te gaan zitten, een kind dat duimzuigt, iemand die moedeloos met het hoofd in de handen zit. Een danser ligt half op de grond, leunt half tegen een wand en maakt in die houding een loopbeweging met wijs- en middelvinger over de grond. Het perspectief op die bekende bewegingen verandert in dit archief, want hier zie je spier voor spier bewegen. Hoe de spieren beweging aan elkaar door lijken te geven. Je begint de onwillekeurige bewegingen te zien: armen trillen onder de druk van een houding die oncomfortabel is om zo lang vol te houden. Spieren in voeten, enkels en benen blijken te stuiptrekken tijdens ons alledaagse lopen. Je begrijpt waarom het zo warm is in de ruimte: de dansers zijn vrijwel naakt zodat de bezoekers de spierbewegingen die we normaal niet of nauwelijks zien goed kunnen bekijken.
De muziek geeft het tempo aan. De dansers bewegen op dat tempo grotendeels onafhankelijk van elkaar, maar zoeken elkaar af en toe op. Ze geven elkaar een omhelzing in slow-motion, helpen elkaar opstaan, gaan bij elkaar zitten of liggen, lopen arm in arm. Twee dansers lijken met elkaar in gevecht: duwbewegingen, afweren, een soort worstelgreep. De bewegingen roepen een waaier van emoties op. Iemand neergezakt in een hoek die met het afgewende hoofd schokbewegingen maakt, wekt medelijden op. Een danser zit verstild met een gelukzalige glimlach op de lippen: het vult je met een sereen geluk. Armen die met opgetrokken schouders hulpeloos gespreid worden juist met een diepe droefenis. Een moeder die een kind aan de hand leidt, is schattig. Een danser zit wijdbeens met de rechterhand op het rechter bovenbeen en de linker onderarm rustend op het opgetrokken linker bovenbeen; de linkerhand alsof die een sigaret vasthoudt; het hoofd schuin en de blik uitdagend: het ziet er badass uit. De ene omhelzing is teder, een andere intens en troostend. Er spreekt verveling uit benen die op en neer bungelen als aan de rand van een zwembad terwijl de danser doelloos rondkijkt. Een danser leunt met de buik op de omhooggestoken voeten van een andere danser die op de grond ligt: het speelse plezier straalt eraf.
De overdracht van lichaamstaal Het archiveren van zoiets vluchtigs als beweging is paradoxaal, maar tijdens het bezoek ontvouwt zich een andere paradox. De vertraging van de bewegingen maakt het juist moeilijker om alles te volgen. Nu de dansers iedere deelbeweging duidelijk in de tijd articuleren en je iedere willekeurige en onwillekeurige spierbeweging ziet, blijkt er ongelofelijk veel tegelijk te gebeuren. Je kunt lang niet alles zien. Je kunt vanuit geen enkele positie alle dansers tegelijk zien door de schotten in de ruimte. Maar je kunt ook daar in de verte wel een danser op de knieën zien zakken in een soort gebed, maar niet de details van de spierbewegingen die je hier recht voor je neus op de rug van een danser wel ziet. Die heeft er minutenlang over gedaan om tot kleermakerszit te komen. Je bekijkt gefascineerd hoe de schouderbladen bewegen, maar kunt daardoor niet zien hoe de kuiltjes bij de sleutelbeenderen veranderen.
Je verplaatst zodat je dicht bij de danser in gebed komt te zitten. De danser heft de handen naast het hoofd, sterkt de vingers, draait de duim naar de palm toe. Ze maakt prevelgebaren met de lippen. Dat is het dichtste wat je tijdens het bezoek in de buurt komt van de taal die we de hele dag spreken en schrijven. Want verder valt er geen woord. Alles is hier gericht op lichaamstaal; op de verhalen die we elkaar vertellen met houdingen en bewegingen.
We geven sinds mensenheugenis verhalen aan elkaar door. We geven kennis aan elkaar door. Dat doen we bewust en noemen het onderwijs. We geven ook virussen aan elkaar door. Dat doen we onbewust en we moeten moeite doen om dat te stoppen. Die bewuste en onbewuste overdracht is fundamenteel voor de menselijke cultuur. Motus Mori draait om overdracht van menselijke beweging. Bewuste overdracht in het voortraject met de bewegingsinterviews en de repetities van de dansers. Onbewuste overdracht met de verhalen die de dansers met de bewegingen vertellen in het archief. Die overdracht zal doorgaan zolang het project loopt. Het is een eeuwenoude, organische manier van conserveren van menselijke cultuur. Niet op een starre manier, maar in een levende en -wederom een paradox- veranderlijke vorm. In principe kunnen de bewegingen zo bewaard worden totdat de mens verdwenen is, of getransformeerd tot een levensvorm die deze bewegingen niet meer kan uitvoeren.
Katherine Hayles schreef: ‘… my nightmare is a culture inhabited by posthumans who regard their bodies as fashion accessories rather than the ground of being’. Motus Mori is een tegengif tegen deze nachtmerrie. Het laat overtuigend zien dat iemands karakter bewaard kan worden in houdingen en bewegingen. De kern van onze menselijkheid zit niet in ons intellect, maar in de manier waarop we met ons lichaam omgaan. Tijdens het bezoek geniet je dan ook vooral van de ongekende schoonheid van de vertraagde bewegingen. In combinatie met de muziek zijn ze een mesmeriserende ervaring. Als het tijd is om te gaan, kun je je er maar met moeite toe zetten de archiefruimte te verlaten.
Eenmaal buiten voel je dat je uitgeput bent door de vele indrukken. Al de emoties die je hebt meegevoeld. Je kunt het nog niet loslaten. Was het eigenlijk een voorstelling? Waren dit acteurs die emoties uitbeeldden? Bewegingen zo sterk vertraagd uitvoeren vraagt een spierbeheersing die een opleiding tot danser vergt. Maar juist de combinatie met de subtiele bewegingen in het gezicht van wangen, ogen, wenkbrauwen, oogleden -uiteraard ook sterk vertraagd uitgevoerd- was zo indrukwekkend. Misschien ook een soort mime? Of was het een tentoonstelling van bewegingen? Soms leek het ook acrobatiek. Performance dan?
‘Inglourious Basterds’ op z’n Vlaams. Zo werd het nieuwste hersenspinsel van regisseur Sven Huybrechts beschreven aan de media tijdens de persconferenties. Het verhaal gaat over een groep Vlaamse verzetsstrijders die in een Duitse onderzeeboot uranium van Congo naar Amerika moeten smokkelen, voor het gebruik bij het maken van de atoombom. ‘Gebaseerd op waargebeurde feiten’ wordt er gedweept. Een snelle Googlezoektocht toont echter dat dit wel een hele grote oversimplificatie is. De atoombom werd inderdaad gemaakt met Belgisch-Congolees uranium, maar dit werd door de Union Minière verscheept op reguliere vrachtschepen. En het is deze los-vaste relatie met de werkelijkheid die de hele film parten speelt.
Veel doen met weinig
Laat ons positief beginnen: Torpedo ziet er best goed uit. Waar andere films een productiebudget van tientallen miljoenen erdoor draaien, weet Torpedo toe te komen met slechts drie miljoen. En ja, dan kun je af en toe zien dat er wat geschilderd bordkarton is, en de onderzeeboot in kwestie soms wat weg heeft van een schaalmodel in een badkuip. Dit valt echter zeer makkelijk te vergeven. Wat meer is: Het begin van de film is cool! Een groep nazi’s loopt in de val op een Vlaams dorpspleintje en wordt neergemaaid. Op spectaculaire wijze werpen we een eerste blik op het schorriemorrie dat ons hart moet gaan veroveren. Huybrechts heeft inderdaad duidelijk Inglourious Basterds indachtig.
Duikboten voor dummies
Hierna begint echter de miserie. De film komt kreunend tot stilstand wanneer moet worden gezorgd dat dit guerrillageboefte uit Vlaanderenland wordt overgeplaatst naar een Duitse onderzeeboot voor de kust van Afrika. Waarom moeten negen Vlaamse keuterboertjes dat juist doen in plaats van een voltallige ervaren duikbootcrew? God mag het weten.
Opnieuw steekt de voornaamste zwakte van de film de kop op. Huybrechts wilde zo graag een duikbootfilm maken dat hij zich niet heeft bekommerd over het uitdenken van een origineel duikbootfilmplot. Die grabbelt hij dan maar snel van betere films zoals U-571, Das Boot en The Hunt for Red October. Denk maar aan het afroepen van torpedokoersen, het angstvallig zwijgen om te ontsnappen aan de vijandelijke onderzeeboot, het vollopen van de compartimenten. Wat overblijft is niet zozeer een plot met wendingen en afwikkelingen, maar meer een collage van gekopieerde Hollywoodscènes die nét niet zo goed zijn als het origineel.
Ook historisch realisme is niet een van Huybrechts’ sterke kanten. Zo moeten onze Vlaamse helden zich op een gegeven moment voordoen als een Duitse U-bootcrew voor bezoekende Duitsers. Wanneer een van de Vlamingen geen Duits spreekt, zetten de nazi’s het op een schieten. Best verwonderlijk, want het Duitse leger had volgens Wikipedia Belgen, Nederlanders, Tsjechen, Fransen, en nog veel meer nationaliteiten. Worden die dan ook allemaal doorzeefd als ze hun naamvallen niet kennen? Dit lijkt misschien muggenzifterij, maar het is slechts een van de vele plotwendingen die gebeuren waarop de enige gepaste reactie is ‘vooruit dan maar’. Lakse omgang met de werkelijkheid heeft misschien gewerkt voor zijn eerdere werk als scenarist bij Piet Piraat, maar voor een film voor grote mensen had hij toch ook wel een boek of twee mogen openslaan.
Lappendeken van karikaturen
Ook qua personages is het treurig gesteld met Torpedo. De acteurs doen hun best, maar de karakters die ze vertolken zijn niet meereen flauw aftreksel van karakters uit betere films. Stan (Koen De Bouw) is een wraakzuchtige vader die leert dat er ook goede Duitsers zijn. Werner (Robrecht van Den Toren) is de slungelige tech-nerd die de sonar doet. Nadine (Ella-June Henrard) is de scherpschutter die scherp schiet. Fons (Bert Haelvoet) is de racist die leert dat ‘we toch niet zo verschillend zijn’. Als al deze personages u wel heel bekend in de oren klinken, bent u niet de enige. Ook dit zijn puzzelstukjes van succesvolle blockbusters die Huybrechts koste wat kost in zijn verhaal heeft willen rammen. Het resultaat is een lappendeken van filmkarikaturen die weinig (excuseer de uitdrukking) diepgang vertoont.
De film bevat te veel zonden om hier degelijk te beschrijven, maar laat ons voor de volledigheid nog één flagrant voorbeeld aanhalen; de climax van de film bestaat uit Stan die door een torpedobuis naar buiten zwemt terwijl de onderzeeër op de bodem van Atlantische Oceaan ligt. Hij wordt hierbij niet onmiddellijk verpletterd door de immense waterdruk, want zelfs elementaire fysica moet even ruim baan maken voor het verhaal dat Huybrechts zo krampachtig wil vertellen.
Conclusie
Torpedo wilde Vlaanderens ‘Inglourious basterds’ zijn, en die film neemt bewust een loopje met de feiten om hun verhaal te vertellen. Maar waar Tarantino entertaint met zijn originele plot, personages en humor, kan Huybrechts alleen maar slechter doen dan de films op wie hij zich baseert, met plotwendingen die nergens op slaan, personages die evenveel diepgang hebben als een pannenkoek, en dialogen die zelfs Vlaanderens beste acteurs niet geloofwaardig kunnen brengen.
Torpedo
Regie:Sven Huybrechts Distributeur:A Team Productions imdb:https://www.imdb.com/title/tt8829128/
De Ier Barry Moore noemde zich al vroeg in zijn carrière Luka Bloom. De muziek die Bloom maakt is van een uitzonderlijke schoonheid en puurheid. Zijn nieuwste werk Bittersweet Crimson is voor de fijnproever en natuurlijk zijn fans net als de vrucht, waar het album naar genoemd is.
Wie het nieuwste werk van deze eigenzinnige muzikant wil horen zal zich moeten wenden tot de eigen website van Luka Bloom. Het album is alleen via hemzelf te verkrijgen en zal niet op streamingplatforms verschijnen omdat muzikanten niet van streamingdiensten kunnen leven, volgens Bloom.
Muziek met diepgang
Het tweeëntwintigste album van Bloom, Bittersweet Crimson, is wederom een album dat eerst wat draaibeurten nodig heeft voordat je een oordeel kan geven. Luka Bloom is, zoals op ieder album van deze singer-songwriter te horen is, niet van de lichtvoetige muziek. Natuurlijk kun je het, net als zoveel muziek, eenvoudig wegluisteren op de achtergrond. Maar wie dat doet, doet deze muziek veel tekort.
Niet dat Bloom zwaar op de hand is, maar zijn muziek is als een goed glas wijn, dat je op temperatuur moet laten komen en in alle rust moet proeven en in kleine teugjes drinken. Als je de schoonheid de kans geeft om zich te laten openbaren, zul je vele uren luisterplezier ervaren met het werk van Bloom. Bloom brengt wederom muziek met diepgang.
In 1990 debuteerde Luka Bloom onder zijn eigen naam met Riverside, met dit album trok hij direct de aandacht. Ieder album daarna wist deze muzikant zijn fans te trakteren op kwaliteitswerk en vooral dicht bij zichzelf te blijven. In veel gevallen is de essentie van zijn muziek de akoestische gitaar en zijn stem. Meer heeft hij feitelijk niet nodig. Alle andere instrumenten of achtergrondzang staan ten dienste van zijn liedjes.
Gebroken opnames
Het album bevat een sheet met uitleg over de totstandkoming van het werk. Het album kent een oorsprong voor de Covid-19 lockdown. Opnames maken in moeilijke tijden om samen te spelen en te zingen. Luka Bloom verhaalt op de bijgeleverde releasesheet over de vrije tijd om te schrijven en om met een dreamteam akoestische opnames make in de Windmill Lane studio’s. De periode van twijfels daarna overheersen, toen Covid-19 ons in de greep kreeg. De gitaar en zang van Bloom zijn en blijven de belangrijkste elementen van zijn muziek. Maar de toevoegingen, die op afstand zijn opgenomen door de coronabeperkingen, vervolmaken het album. Hij kon met o.a. de zangeres Niamh Farrell nooit echt samen zingen en ook de toevoegingen van elektrische gitaar en synthesizer kwamen uiteindelijk pas samen op de mixtafel.
Bloom is trots op het eindresultaat en wil het juist nu met de wereld en zijn fans delen, omdat het muziek is die steun kan geven in deze lastige tijden. Of hij kan toeren weet hij nog allerminst, maar zijn liedjes over de Australische wildernis, over zijn visie op 2020 en over de gewone dingen van het alledaagse leven (zie de single ‘The Beauty Of Everyday Things’) kunnen juist nu tot steun zijn van zijn fanschare en als licht dienen in de duistere en verwarrende tijden. Het maakt Bittersweet Crimson tot een album over de bittere noodzaak van het genieten van de kleine dingen van het leven in deze barre tijden, waarin we de warme en diepe smaak van dit album ons prima kunnen laten welgevallen.
We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Essentiële Website Cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Google Analytics Cookies
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
Overige externe diensten
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
Andere cookies
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
Privacy Beleid
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Voor de volledigheid
In de onlangs herziene canon van Nederland schitteren Kees van Kooten en Wim de Bie in afwezigheid. Gelukkig hebben ze nu een eigen encyclopedie gekregen. Alleen is deze Koot & Bie Encyclopedie waarschijnlijk niet het verzamelwerk waar de fans op hoopten.
Richard Groothuizen is niet de eerste de beste Van Kooten en de Bie-fanaat. Al decennia werkt hij aan het archiveren van alles wat Van Kooten en de Bie ademt, omdat hij het nou eenmaal niet kan laten en omdat niemand anders het doet. Zijn fanatisme leverde hem dozenvol informatie op en een manuscript dat lange tijd op zolder lag te verstoffen. Dit jaar vond hij dan eindelijk een uitgever voor al zijn guerilla-archiefwerk. In niet minder dan 500 pagina’s neemt Groothuizen je mee in het oeuvre van het duo dat verantwoordelijk is voor de Vieze Man, Jacobse en Van Es, de Geilneef en talloze andere onvergetelijke typetjes.
Gegarandeerd ongeautoriseerd
Met het Koot-en-Bieaanse credo ‘gegarandeerd ongeautoriseerd’ op de cover dekt Groothuizen zich maar vast in: dit boek is namelijk zonder medewerking van de heren zelf tot stand gekomen. Sterker nog, wat Van Kooten en de Bie betreft was het boek nooit gepubliceerd. Blijkbaar vinden ze het zelf een overbodigheid. Hiermee rijst de vraag of deze encyclopedie wel uitgegeven had moeten worden.
Zo is beeldmateriaal door een gebrek aan rechten erg schaars in deze encyclopedie. Dit is opgevangen door grafisch vormgegeven abstracties van alle typetjes en meerdere pagina’s beslaande fotocollages die doen denken aan de sketches. Het zijn kunstgrepen die het ontbreken van echte archieffoto’s niet goedmaken.
Vlees noch vis
Zijn de teksten dan genoeg om het boek te redden? Ook niet helaas. Enkel het alfabetische register met Koot- en Biebedenksels heeft een echte meerwaarde. De mannen zijn voor zo veel Nederlandse woorden en uitdrukkingen verantwoordelijk. Denk aan ‘regelneef’, volgens Van Dale iemand met een overdreven organisatiedrift. Ook een ingeburgerd neologisme als ‘doemdenken’ komt van hun hand. Het register vormt een mooi eerbetoon aan de nalatenschap van deze Hagenezen.
Het leeuwendeel van het boekwerk bestaat echter uit tamelijk droge beschrijvingen van alle sketches uit Keek op de Week en ander televisiewerk. De vraag rijst wat Groothuizen eigenlijk wil bereiken met deze encyclopedie. Zijn handen moeten na al het guerrilla-archiefwerk gejeukt hebben, maar dat maakt de materie nog niet uitgevenswaardig. Deze stoeptegel kan nog wel eens hetzelfde lot beschoren zijn als Pikkety’s Kapitaal: bij velen eindigt het ongelezen in de boekenkast.
Koot & Bie Encyclopedie
Schrijver: Richard GroothuizenUitgever: Uitgeverij JEA
Prijs: €39,99
Bladzijden: 500 pagina's
ISBN: 9789083058603
Misschien ook iets voor u
Wintertuinfestival creëert nieuwe leeservaring
Het Wintertuinfestival laat je dit jaar op vernieuwende wijze genieten van literatuur. Wandelend of fietsend door de stad Nijmegen lees je op posterborden het verhaal Biografie van een Vlieg van Jaap Robben.
‘Coronaproof’ betekent in de praktijk vaak ‘online’ of een situatie met weinig mensen, op afstand en uitgedachte looproutes. Met Biografie van een Vlieg geeft het Wintertuinfestival een nieuwe invulling aan het begrip. Het verhaal, opgedeeld in vijfentwintig hoofdstukken, is over evenzoveel reclameborden verdeeld over de Nijmeegse binnenstad. Met de bijbehorende wandel- of fietsroute lees je het verhaal in de goede volgorde. Een geheel nieuwe leeservaring!
Toon Tellegen
Jaap Robben beschrijft met Biografie van een Vlieg het levensverhaal van dit insect, vanaf het moment dat hij als larve het levenslicht ziet tot aan het sterfbed. Het bijzondere aan deze vlieg is dat hij intens geniet van zijn leven. De levenslust spat ervan af: “’Ik ben een vlieg!’ riep Vlieg uit blijheid. En hij zoomde een looping door de lucht. ‘Vlieg, vlieg vlieg!’” Tijdens zijn eerste tochtjes ontmoet hij de vogel Buizerd. Wat volgt zijn heerlijke Toon Tellegen-waardige dialogen. De nette, deftige Buizerd moet niks hebben van de vieze pootjes van Vlieg en noemt hem ‘Poepvoetjes’. Ook probeert hij de naïeve Vlieg wegwijs te maken in het leven. Omgekeerd weet de optimistische, blije Vlieg een gevoelige snaar te raken bij de afstandelijke Buizerd. Voor het eerst in zijn leven heeft de vogel een kameraad.
Literaire speurtocht
Het volgen van de route is soms even zoeken, maar dat maakt de vondst des te leuker. In de verte zie je de volgende poster, je bent benieuwd wat erop staat maar moet nog wel eerst veilig de straat oversteken. Terwijl je voor het bord staat om de tekst te lezen, raast het verkeer om je heen en moeten andere voetgangers je ontwijken. Zij zien gewoon een reclamebord, zoals er zoveel staan in de stad, maar jij weet beter, jij bent in het bezit van de route en leest een verhaal.
Ook de vormgeving van de affiches draagt bij aan de beleving. Elk affiche is anders vormgegeven, met een beeldtaal die past bij het hoofdstuk. Ook over de locatie is nagedacht. Kun je er dichtbij komen zijn de letters klein, staat het bord midden op een drukke weg dan is het lettertype extra groot.
Normaal lees je hoofdstukken achter elkaar door terwijl je stil zit. Nu ben je in beweging en zit er telkens wat tijd tussen. Interessant hoe het Wintertuinfestival een nieuwe leeservaring neerzet en een prachtige manier om literatuur toegankelijk en leuk te maken. Het is hopen op meer van dit soort creatieve ideeën.
Biografie van een Vlieg is van 5 t/m 29 november te zien in Nijmegen en van 17 t/m 24 november in Leeuwarden.
Biografie van een Vlieg
Schrijver: Jaap RobbenUitgever: Wintertuinfestival
Link: Verslag Read My World Festival 2020 8WEEKLY
Misschien ook iets voor u
PLAYLIST: 8WEEKLY Aanraders – November 2020
/ 0 Reactiesdoor: Joris Hollaar0 SterrenZin om wat nieuwe muziek te ontdekken? De redactie van 8weekly verzamelt elke maand nummers die je écht even moet luisteren. Nummers van nieuwe albums, van artiesten die in het nieuws zijn of gewoon liedjes die even aandacht verdienen. De playlist kun je volgen op Spotify, de lijst wordt elke maand geüpdatet. Waarom je juist deze nummers moet luisteren, leggen we je graag uit.
De playlist van november, onze eerste playlist ooit (!), staat vol met nieuwe nummers. Nummers van albums die de afgelopen maanden zijn uitgebracht en die we graag nog even onder je aandacht brengen. Zo wordt de playlist afgetrapt door het nummer ‘Serpentine Prison’ van Matt Berninger. De zanger van The National bracht deze maand zijn eerste soloalbum uit. Binnenkort lees je op de site waarom dit album en ook zeker dit nummer de moeite waard zijn.
Een ander nummer dat we graag uitlichten is ‘Summa’ van Reaping form the Conflux. Onze redacteur Roelof Schipper is hierover laaiend enthousiast: ‘Ik heb dit jaar nog niet zo een waanzinnige plaatafsluiter gehoord als ‘Summa’, dat na vijftig minuten muzikaal zoek- en probeerwerk de bodem ineens super gedecideerd, volledig onder mijn voeten wegsloeg. Klinkt wat dramatisch, maar dit is wat mij betreft wel echt buiten-categorie.’
Natuurlijk staan er ook nummer op de lijst van artiesten van wie we de nieuwe albums afgelopen maand recenseerden, zoals Sufjan Stevens en Ellen Shae. We hebben ook nog een bonusnummer: ‘The beauty of everyday things’ van Luka Bloom. Helaas niet te vinden op Spotify, waarom lees je in de recensie van Joost Festen over het nieuwe album Bittersweet Crimson van Bloom.
Playlist november 2020
Serpentine Prison – Matt Berninger
Niet vandaag – Spinvis
Summa – Reaping form the Conflux
Giva a little love – Mina Tindle (feat. Sufjan Stevens)
Caged Bird – Ellen Shae
Zombie Girl – Adrianne Lenker
The Mackenzies – Bill Callahan
Love Cassete – Angel Olsen
Let it come – Eivor
Featherweight – Fleet Foxes
Bonus: The beauty of everyday things – Luka Bloom (staat niet op Spotify)
Oude aanraders terugluisteren? We hebben speciale archiefplaylist van onze aanraders, zodat je alles wat wij ooit aan hebben geraden kunt terugluisteren:
Misschien ook iets voor u
Americana als wereldwijd begrip
In deze Americana update editie acht blijven we soms dicht bij huis met Ellen Shae uit Zeeland, maar reizen we ook naar Australië met Daniel Trakell om vervolgens weer uit te komen in de USA met Tom Mank & Sera Smolen met een Zeeuws randje. Wat hetzelfde blijft? De hoge kwaliteit van de muziek!
Muziek spreekt alle talen en muziekstromingen lijken zich met alle zeeën over de hele wereld te verspreiden. Zo ook de Americana die ons steeds weer op vele plekken op de wereld doet belanden. De verzamelnaam van deze stroming blijft steeds weer goed om nieuwe uithoeken te ontdekken en te verbinden. Deze verbindingen vinden we ook in deze drie albums terug.
Daniel Trakell
De uit Australië afkomstige Daniel Trakell verrast met zijn album Warning Bell op een heel positieve wijze, doordat al bij de eerste beluistering de oren worden gespitst. Als liefhebber heb je als snel in de gaten dat hier een bijzonder talent aan het werk is. De referenties vliegen dan ook stevig door je hoofd. Een gevoel van de jarenzeventig piano-gevoede singer-songwritermuziek maakt al snel een brug naar de huidige tijd, waarbij het werk van onder meer de band Fleet Foxes, maar ook Neil Young, Andy Shauf en Bon Iver naar boven borrelen. Trakell weet met alle tien de liedjes de aandacht op zich gevestigd te houden.
Naast de al genoemde pianoklanken (Harry Cook) horen we vooral de hoge stem van Trakell, die vaak dubbel is opgenomen. Tevens geven de kenmerkende klanken van pedal steelgitaar, gespeeld door Matt Dixon, een bijzonder gevoel van welbehagen. Luister naar ‘Come To’ dat als nieuwste single en dus vlaggenschip van het album is gereleaset. Het album werd deels opgenomen in Nashville en afgemaakt in Melbourne, maar verschijnt op een Zweeds label. Hoe internationaal wil je deze debuterendeartiest eigenlijk hebben? Inmiddels is hij bij indiefolk-liefhebbers al opgevallen. Het is tijd dat Trakell door een breder publiek wordt gehoord. Zeker in deze tijden van Covid-19, waarbij zelfs Taylor Swift naar het folk-genre grijpt. Laat dan zeker een oorspronkelijk talent als deze jonge Australische artiest niet aan de aandacht ontsnappen. Warning Bell doet een serieuze poging om in mijn jaarlijstje van de Americanamuziek te belanden!
Ellen Shae
Het album Caged Bird is van een internationaal niveau. Dat wordt nog eens onderstreept door de samenwerking bij het titelnummer ‘Caged Bird’, met Mark Wienand Karlsen op sopraansax en het co-schrijverschap van Tom Mank. Niet te vergeten is de productie van het album in handen geweest van Rich DePaolo. Shae ging heel diep in zichzelf bij het maken van dit nieuwste album. Ze zegt daar zelf over: “Dit album komt diep vanuit mijn ziel…”. In een kort vraaggesprek vertelt Ellen Shae over de totstandkoming van het album het volgende: “Ik ben een paar keer in Amerika geweest en muziek leeft daar heel erg. Ik voelde me er op mijn plek.
Ik ontmoette er ook producer Rich DePaolo en was onder de indruk van zijn werk en besloot vorige zomer een paar songs door hem te laten produceren in de Electric Wilburland Studio (New York) van (Grammy winnaar) Will Russel en werkte met Amerikaanse muzikanten: naast Sera Smolen (cello) is Rich DePaolo zelf op het album te horen (bas, gitaar, mandoline, banjo, toetsen), evenals Bill King (drums), Max Buckholz (viool, viola), Doug Robinson (staande bas) en Mark Karlsen (sopraansax).
Ik werd daar zo diep geraakt door de passie voor de muziek dat dit mij enorm inspireerde en ben verder gaan schrijven en besloot alles vanuit mezelf hierin te stoppen (muziek hoort niet in een hokje) en zo groeide het tot een compleet album. De enige andere Zeeuw die hier verder aan meewerkte is Gait Klein Kromhof op harmonica,maar die partijen werden opgenomen in België.”
De liedjes van Shae gaan soms over heftige onderwerpen. De song ‘Dive In The Dark’ gaat over de vermoorde vrouw die bij haar in de buurt is gevonden. Het is nog steeds niet bekend wie zij was en wat er precies is gebeurd. De song ‘Salt’ gaat over de vissers uit Urk die verdronken zijn gevonden op de bodem van de Noordzee.
Het prachtige liedje ‘Toby’ pakt een heel ander facet van het leven beet. Ik vermoedde dat het een autobiografische ervaring van Shae was, maar ze zegt daar zelf over: “Aan de buitenkant ziet alles er soms heel mooi uit maar onderhuids kan er heel wat spelen (“It Was a Day Like Any Other Day but It Felt Like Grey”). Het gaat erover dat je soms mensen, die je dierbaar zijn, moet loslaten om zelf verder te kunnen en de twijfels, die je daarover hebt of dit gevoel wel klopt.” Dat gevoelens vaak kloppen wordt onderstreept doordat de meeste beslissingen op gevoel genomen worden. Mijn gevoel over dit album is in ieder geval heel goed. Shae heeft pracht album gemaakt!
Tom Mank & Sera Smolen
Begin dit jaar zou het album verschijnen van Tom Mank & Sera Smolen, maar de pandemie gooide wat roet in het eten voor wat betreft de daaraan gekoppelde tournee. De tournee zou hen ongetwijfeld wederom in ons land doen belanden. Dit muzikale koppel heeft een bijzondere band met Nederland opgebouwd. Bovendien zijn het hoogst aardige en zachtaardige persoonlijkheden, die ik nog niet zo lang geleden in Middelburg mocht ontmoeten. Onze vorige ontmoeting dateerde alweer van zes jaar geleden in Eindhoven.
Met het album We Still Know How To Love onderstrepen ze die verbondenheid met ons land door de medewerking van Ellen Shae, die in het titelnummer het Nederlandse gedeelte van de tekst voor haar rekening neemt. Dat doet ze zowel in het schrijven als in het spreken en zingen van de tekst. Feitelijk heeft het titelnummer en dus ook de cd de ondertitel Verzet.
Opvallend aan het duo blijft dat Sera Smolen een klassiek geschoolde celliste is, maar dat de autodidact Tom Mank op zang en gitaar alle muziekstijlen voor zijn rekening neemt. Live zijn ze vaak met z’n tweeën, maar op het album treffen we een lange rij van maar liefst twaalf gasten aan. Het album kwam tot stand in drie studio’s, te weten Newfield (New York), Ooigem (België) en tenslotte Bearsville (New York). Ondanks die grote lijst van namen en uitgebreide opnamesessies brengt het duo het album wederom in eigen beheer uit. De sfeer van de liedjes balanceert tussen de folk en klassiek in. De zang van Tom Mank en zijn gitaarspel, ondersteund door de karaktervolle celloklanken, zijn het handelsmerk van het duo.
Mank heeft een soort van praatzang met een mooi gruizig randje, die mooi kleurt met andere stemmen, terwijl de cello onder de melodie meandert. Wie gegrepen wordt door de muziek van dit duo zal snel op zoek gaan naar meer en zal daarin niet snel teleurgesteld worden.
Misschien ook iets voor u
Hoe veilig is jouw wachtwoord?
Journalist Daniël Verlaan doet al jaren verslag over de minder rooskleurige kanten van het internet. Met zijn pageturner Ik weet je wachtwoord wil hij Nederland bewustmaken: ook jij kunt slachtoffer worden van internetcriminaliteit. Een echte wake-up call dus!
Zou je het huis uitgaan zonder de deur op slot te doen? Of hem zelfs wagenwijd open laten staan? Waarschijnlijk niet. Toch is dat precies wat het gros van de internetgebruikers dag in dag uit doet. Het volstaat niet om te weten dat je niet op de betaallink van dat vage sms’je moet klikken. Ervan overtuigd dat de wachtwoorden sterk genoeg zijn of dat ze toch niets te verbergen hebben geven internetgebruikers criminelen vrij spel. Haarfijn legt Verlaan uit wat hackers zoal kunnen met het minste of geringste stukje informatie. Spoiler: enorm veel.
Almachtige mailbox
Stel er is een datalek bij jouw sportschool en de inloggegevens van alle leden komen op straat te liggen. Dan kun je je schouders ophalen en een nieuw wachtwoord aanmaken. De schade lijkt beperkt, iemand heeft hooguit gezien dat je al jaren betaalt voor een abonnement dat je nauwelijks gebruikt. De achilleshiel van veel mensen is dat ze op tientallen websites een account hebben en daar vaak hetzelfde wachtwoord gebruiken. Voor hackers is het een koud kunstje om te checken of je dat wachtwoord ook voor je e-mailaccount gebruikt.
Ook zonder datalek is het vaak verrassend eenvoudig om in te loggen op persoonlijke accounts. Wachtwoorden laten zich soms kinderlijk eenvoudig raden, zo bewijst de Nederlandse hacker die zich toegang verschafte tot Trumps twitteraccount. Met een wachtwoord als ‘maga2020!’ is het een koud kunstje en een wonder dat het niet eerder gehackt is. Toegang tot je mailbox is de heilige graal voor hackers. Hiermee kunnen immers wachtwoorden voor andere webaccounts gereset worden, waardoor de mogelijkheden eindeloos zijn.
Gewonemensentaal
Eén punt van kritiek heeft betrekking op het hoofdstuk over het dark web, waarin Verlaan vrij expliciet ingaat op de wereld van kinderporno. Verlaan heeft lang bij de psycholoog gelopen vanwege de gruwelijkheden waar hij tijdens zijn onderzoek op is gestuit. Uiteraard is het Verlaans plicht als journalist om verslag uit te brengen, maar dit boek is niet de plek daarvoor. Hoewel Verlaan zijn lezers waarschuwt en voorstelt de passage eventueel over te slaan, past het eigenlijk niet in een boek dat voor de rest over hacken en andere digitale oplichtingsvormen gaat.
Deze kanttekening daargelaten, is Ik weet je wachtwoord een uiterst leesbare waarschuwing die iedereen zou moeten lezen. Je hoeft geen nerd te zijn om te begrijpen waar Verlaan het over heeft, waar nodig vertelt hij in jip-en-janneketaal hoe de vork in de steel zit. Doordat Verlaan de gevaren van het internet tastbaar maakt, dringt zijn boodschap goed door. Ondergetekende ging zelfs direct over op een paswordmanager, na zich al jaren voor te nemen dat eens te doen. Dus kom in actie! Léés dit boek en neem Verlaans adviezen ter harte. Hackers zullen je ondankbaar zijn.
Ik weet je wachtwoord
Schrijver: Daniël VerlaanUitgever: Das Mag
Prijs: € 22,99
Bladzijden: 347 pagina's
ISBN: 9789493168060
Misschien ook iets voor u
De Januskop van Constable
Het begint allemaal met een rood accent. Schilder John Constable (1776-1837) is in de leer bij William Turner. Constable is bezig met een leerstuk en voegt op ’t laatst nog een figuurtje in rood toe. Turner ziet dit, draait zich om en doet iets soortgelijks op een schilderij van zichzelf. Een actie die Constable steekt en hoog opneemt.
Als je erop gaat letten, zie je heel véél van die rode figuurtjes op de schilderijen van de Engelsman. Tot op een doek dat hij op tweeënvijftigjarige leeftijd maakte aan toe. Toen werd hij eindelijk toegelaten tot de Royal Academy en maakte het grote werk Sluis met passerende boot. Het zou een leuke zoektocht voor kinderen zijn, dwars door de eerste overzichtstentoonstelling van Constable in Nederland, in het Teylers Museum in Haarlem.
Een tentoonstelling die toont, dat Constable méér is dan de landschapsschilder en – tekenaar met die mooie wolkenluchten waar hij bekend door werd.
John Constable, Landschap met molens bij Haarlem, 1831.
Ontwikkelingsgang
Niet alleen die rode figuurtjes zijn goed te volgen, maar ook de hele ontwikkeling van de schilder, vanaf zijn leertijd bij Turner, of zelfs daarvoor met een beetje een platgeslagen Gezicht op de pastorie in East Bergholt. Dit is – zoals de meeste werken op deze expositie – afkomstig uit de privécollectie van David Thomson.
De opzet van de tentoonstelling is namelijk chronologisch: in de tentoonstellingszaal en het prentenkabinet, met op de helft aandacht voor de amateur-meteoroloog die Constable ook was. Aandacht die helemaal past binnen de aandachtsgebieden van het Teylers Museum: kunst, natuurhistorie en wetenschap.
Toch is er ook nog een ander verband tussen de kunst in die twee zalen. En dat is dan niet het rode figuurtje op bijvoorbeeld het Landschap met windmolens bij Haarlem naar Jacob Ruysdael, maar de techniek van Constable. Het is een techniek waarbij hij op één werk de verf zowel dik als dun aanbrengt. Soms zó dun, dat je de ondergrond er nog doorheen ziet. Of – bij de tekeningen in het prentenkabinet – een techniek waarbij de kunstenaar afwisselend hard en zacht op een staafje grafiet drukte, zodat hij diepte creëerde. Bij een studie van het hoofd en de schouders van zijn vrouw vervaagde hij het grafiet zelfs zachtjes met zijn vingers, zodat hij ook nog eens ruimte suggereerde.
Op de tentoonstelling vallen ook enkele voorbeelden van de inspiratiebronnen van Constable te zien, zodat vergelijken mogelijk wordt. Maar doordat er tevens aandacht is voor de soms moderne techniek van de romantisch-realistische schilder, zou je haast concluderen dat hij een typisch romantische Januskop heeft: terugkijkend naar voorbeelden uit vorige eeuwen en vooruit kijkend naar de tijd die komt, inclusief meteorologie. Zo toont het Teylers Museum de kunst van John Constable in al zijn facetten en schakeringen. De moeite waard om te bezoeken, en petje af voor de samenstellers, want het moet een tour-de-force zijn geweest om deze eerste overzichtstentoonstelling van Constable in Nederland uitgerekend in coronatijd te realiseren!
John Constable. Overzichtstentoonstelling van de Engelse grootmeester van de romantiek
Recensie: John Constable
Gezien in: Teylers Museum, HaarlemNog te zien tot: zondag 31 januari 2021
Misschien ook iets voor u
8WEEKLY staat te trappelen
/ 0 Reactiesdoor: Redactie, Roos Wolthers, Joost Festen0 SterrenElke maand zijn er zoveel mooie albums, voorstellingen en boeken te beluisteren, zien en lezen dat het soms lastig is om de parels ertussenuit te vissen. Daarom vertellen onze redacteuren in ‘8WEEKLY staat te trappelen’ waar zij zich de komende maand het allermeest op verheugen. Deze maand kijken we uit naar een livealbum en boeken van auteurs die we bewonderen.
Marieke Lucas Rijneveld: loepzuiver en gedetailleerd
Door Suzanne Kunzeler
Ik zie erg uit naar Mijn lieve gunsteling, het nieuwe boek van Marieke Lucas Rijneveld. Ik was enorm gegrepen door haar debuutroman De avond is ongemak. Het loepzuivere en gedetailleerde taalgebruik maakt dat het leven van Jas, de hoofdpersoon, levensecht voelt. Haar schrijnende situatie komt aangrijpend dichtbij. Een prachtig boek, dus ik ben benieuwd wat ik van de tweede roman van Rijneveld kan verwachten.
Hedendaagse Homerus: het werk van Brandon Sanderson
Door Roos Wolthers
Al jarenlang lees ik alles wat de Amerikaanse fantasy-auteur Brandon Sanderson publiceert. Dat is hard werken, want hij heeft een razend tempo en schrijft bijna sneller dan je lezen kan. Het komt mooi uit dat hij zo snel schrijft, want zijn voorraad plannen en ideeën is eindeloos. Sandersons boeken zijn op allerlei niveaus briljant. Zijn werk is als Griekse mythologie, in zijn eentje bouwt hij een heel nieuw universum op waarin alle verhalen onderling met elkaar verbonden zijn. Zijn werk is fantasierijk, hij zit vol bijzondere ideeën en zijn werelden zijn beeldend en gevuld met details. Ik vraag me constant af hoe al die plotlijnen en plannen in één hoofd passen. Of hij nu een originele vorm van magie bedenkt of een klimaat-systeem: alles is altijd tot in de puntjes doordacht en uitgewerkt. Sanderson boeken geven blijk van een diep inzicht in mensen. Ze zitten vol prachtige observaties over politiek, religie, liefde en vriendschap en zijn personages zijn complex en herkenbaar. Als kers op de taart is Sanderson ook nog eens een ontzettend grappige schrijver. Komende maand komt Rhythm of War uit, deel vier uit van zijn magnum opus The Stormlight Archives. Ik kijk er al twee jaar naar uit en kan niet wachten om eraan te beginnen.
Op deze pagina vertelt Sanderson welk boek je als nieuwe lezer het best als eerste op kunt pakken.
Een troost voor indiefans: het live album van The War On Drugs
Door Joost Festen
Op 20 november verschijnt het livealbum van The War On Drugs. In een tijd waarin concerten alleen zeer beperkt of niet konden doorgaan kunnen we het album gerust als een troost zien. De livereputatie van de band is de afgelopen jaren met kracht neergezet. De laatste twee studioalbums zijn zowel door de pers als het publiek omarmd. Lost In A Dream en A Deeper Understanding hebben in grote getale de liefhebbers in de indie- en rockscene weten bereiken. Maar voor wie The War On Drugs nog niet kent: de muziek van deze band beweegt zich aan de rustige kant van de rock. Kenmerkend zijn de gitaar en toetsenklanken die nergens uit de hard bocht vliegen en de zanger die een aangenaam eigen geluid laat horen. Het is een stem die je gaat herkennen naarmate je hem vaker hebt gehoord.
Het album Live Drugs zal voor veel liefhebbers met open armen ontvangen worden nu je de band niet echt live aan het werk kan zien en horen. Het nieuwe album wordt misschien wel het livealbum van het jaar. In ieder geval kunnen we vijfenzeventig minuten lang genieten van nieuwe interpretaties van hun eigen liedjes.
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Motus Mori: een levend bewegingsarchief
/ 0 Reactiesdoor: Jeroen van den Heuvel / beeld: Hanneke Wetzer 0 SterrenJeroen van den Heuvel zag dansers zorgvuldige imitaties van menselijke bewegingen uitvoeren in bewegingsarchief Motus Mori. De herkenbaarheid zorgde voor ontroering: ‘Van meelijwekkend en droevig tot vrolijk en teder, bewegingsarchief Motus Mori is een achtbaan van emoties.’
Stel je dit eens voor: een bejaarde vrouw schuifelt over de stoep. Haar handen trillen allebei op haar kromme rug, haar bovenlichaam helt voorover. Ze komt maar met moeite vooruit. Je krijgt medelijden met haar. Het gaat zo ontzettend langzaam.
En stel je nu eens dit voor: een jonge vrouw van in de twintig loopt met precies dezelfde bewegingen in precies dezelfde houding. Maar dan nog zeker tien keer zo langzaam. En niet op de stoep, maar in een theaterzaal. Je bent dicht bij haar. Je ziet de gespannen spieren op haar rug. Hoe haar vingers gekromd zijn tot open vuisten. Hoe bij iedere stap haar rechtervoet een beetje scheeftrekt. Een spier die in haar kuit beweegt. Een kleine draaiing in haar linkerarm en -schouder bij het neerzetten van haar voet.
Intense ervaring
Je bent bij Motus Mori in theater De Nieuwe Vorst in Tilburg. In dit bijzondere project bouwt choreograaf Katja Heitmann een archief van bewegingen op. Door middel van bewegingsinterviews dragen doodnormale mensen hun houdingen en bewegingen over op de dansers die bij het project betrokken zijn. Die danser analyseert de bewegingen en de houdingen, en geeft die vervolgens door aan de andere dansers. Zo worden die houdingen en bewegingen bewaard: door ze actief te bestuderen en op elkaar over te dragen. De dansers verzamelen en bewaren de bewegingen niet alleen, maar tonen die ook op de dagdelen dat het archief is opengesteld voor het publiek.
Een bezoek aan dat archief is een intense ervaring. Daarom word je rustig voorbereid. Eerst een korte uitleg: afstand houden, de verhogingen met lichtbakken zijn voor het publiek om op te zitten; die zonder licht zijn voor de dansers. Je doet je schoenen uit, loopt op je sokken een lange gang door met audiofragmenten en papieren aantekeningen uit de bewegingsinterviews. Een stem vertelt over bewegingen die met het ouder worden moeizamer gaan. Daarna een stem die uitlegt in welke houding ze iedere avond gaat slapen. Op de papieren staan aantekeningen, uitspraken, tekeningen: specifieke manieren van zitten en staan, hoe een jongen over zijn wang wrijft. Aan het einde van de gang ga je een zware deur door die je weer goed achter je moet sluiten. Je hoort nu een trage minimalistische muziek, maar je ziet voorlopig alleen een zwart gordijn. Het is een hoge, warme ruimte. Je loopt langs het gordijn, gaat de hoek om.
Een feest van herkenning
Dansers lopen, gaan zitten of staan juist weer op, leunen, liggen. En dat allemaal in slow-motion. Ze voeren elke beweging in meerdere stadia uit. Gewoon lopen -je hebt het net zelf nog gedaan- ziet er ineens vreemd uit nu ieder onderdeel daarvan de tijd krijgt om zich te tonen. De danser articuleert iedere deelbeweging van het lopen: het heffen van de knie, het spreiden van de tenen, strekken van de enkel, het kromtrekken van de voet, de tenen die samentrekken, het strekken van het been, neerkomen van de hak, het afrollen van de voet, neerzetten van de tenen. Het is een deconstructie van een beweging, zonder dat de samenhang daarvan verdwijnt. De gerichtheid van het lopen blijft. Bovendien valt het op dat lopen met het hele lichaam gebeurt. Hoofd, vingers, armen, rug, schouders: alles beweegt mee. En natuurlijk gaat ook de borstkas op en neer.
Het is een feest van herkenning, want de meeste bewegingen heb je al vaak gezien: een bejaarde die met de handen steun zoekt om te gaan zitten, een kind dat duimzuigt, iemand die moedeloos met het hoofd in de handen zit. Een danser ligt half op de grond, leunt half tegen een wand en maakt in die houding een loopbeweging met wijs- en middelvinger over de grond. Het perspectief op die bekende bewegingen verandert in dit archief, want hier zie je spier voor spier bewegen. Hoe de spieren beweging aan elkaar door lijken te geven. Je begint de onwillekeurige bewegingen te zien: armen trillen onder de druk van een houding die oncomfortabel is om zo lang vol te houden. Spieren in voeten, enkels en benen blijken te stuiptrekken tijdens ons alledaagse lopen. Je begrijpt waarom het zo warm is in de ruimte: de dansers zijn vrijwel naakt zodat de bezoekers de spierbewegingen die we normaal niet of nauwelijks zien goed kunnen bekijken.
De muziek geeft het tempo aan. De dansers bewegen op dat tempo grotendeels onafhankelijk van elkaar, maar zoeken elkaar af en toe op. Ze geven elkaar een omhelzing in slow-motion, helpen elkaar opstaan, gaan bij elkaar zitten of liggen, lopen arm in arm. Twee dansers lijken met elkaar in gevecht: duwbewegingen, afweren, een soort worstelgreep. De bewegingen roepen een waaier van emoties op. Iemand neergezakt in een hoek die met het afgewende hoofd schokbewegingen maakt, wekt medelijden op. Een danser zit verstild met een gelukzalige glimlach op de lippen: het vult je met een sereen geluk. Armen die met opgetrokken schouders hulpeloos gespreid worden juist met een diepe droefenis. Een moeder die een kind aan de hand leidt, is schattig. Een danser zit wijdbeens met de rechterhand op het rechter bovenbeen en de linker onderarm rustend op het opgetrokken linker bovenbeen; de linkerhand alsof die een sigaret vasthoudt; het hoofd schuin en de blik uitdagend: het ziet er badass uit. De ene omhelzing is teder, een andere intens en troostend. Er spreekt verveling uit benen die op en neer bungelen als aan de rand van een zwembad terwijl de danser doelloos rondkijkt. Een danser leunt met de buik op de omhooggestoken voeten van een andere danser die op de grond ligt: het speelse plezier straalt eraf.
De overdracht van lichaamstaal
Het archiveren van zoiets vluchtigs als beweging is paradoxaal, maar tijdens het bezoek ontvouwt zich een andere paradox. De vertraging van de bewegingen maakt het juist moeilijker om alles te volgen. Nu de dansers iedere deelbeweging duidelijk in de tijd articuleren en je iedere willekeurige en onwillekeurige spierbeweging ziet, blijkt er ongelofelijk veel tegelijk te gebeuren. Je kunt lang niet alles zien. Je kunt vanuit geen enkele positie alle dansers tegelijk zien door de schotten in de ruimte. Maar je kunt ook daar in de verte wel een danser op de knieën zien zakken in een soort gebed, maar niet de details van de spierbewegingen die je hier recht voor je neus op de rug van een danser wel ziet. Die heeft er minutenlang over gedaan om tot kleermakerszit te komen. Je bekijkt gefascineerd hoe de schouderbladen bewegen, maar kunt daardoor niet zien hoe de kuiltjes bij de sleutelbeenderen veranderen.
Je verplaatst zodat je dicht bij de danser in gebed komt te zitten. De danser heft de handen naast het hoofd, sterkt de vingers, draait de duim naar de palm toe. Ze maakt prevelgebaren met de lippen. Dat is het dichtste wat je tijdens het bezoek in de buurt komt van de taal die we de hele dag spreken en schrijven. Want verder valt er geen woord. Alles is hier gericht op lichaamstaal; op de verhalen die we elkaar vertellen met houdingen en bewegingen.
We geven sinds mensenheugenis verhalen aan elkaar door. We geven kennis aan elkaar door. Dat doen we bewust en noemen het onderwijs. We geven ook virussen aan elkaar door. Dat doen we onbewust en we moeten moeite doen om dat te stoppen. Die bewuste en onbewuste overdracht is fundamenteel voor de menselijke cultuur. Motus Mori draait om overdracht van menselijke beweging. Bewuste overdracht in het voortraject met de bewegingsinterviews en de repetities van de dansers. Onbewuste overdracht met de verhalen die de dansers met de bewegingen vertellen in het archief. Die overdracht zal doorgaan zolang het project loopt. Het is een eeuwenoude, organische manier van conserveren van menselijke cultuur. Niet op een starre manier, maar in een levende en -wederom een paradox- veranderlijke vorm. In principe kunnen de bewegingen zo bewaard worden totdat de mens verdwenen is, of getransformeerd tot een levensvorm die deze bewegingen niet meer kan uitvoeren.
Katherine Hayles schreef: ‘… my nightmare is a culture inhabited by posthumans who regard their bodies as fashion accessories rather than the ground of being’. Motus Mori is een tegengif tegen deze nachtmerrie. Het laat overtuigend zien dat iemands karakter bewaard kan worden in houdingen en bewegingen. De kern van onze menselijkheid zit niet in ons intellect, maar in de manier waarop we met ons lichaam omgaan. Tijdens het bezoek geniet je dan ook vooral van de ongekende schoonheid van de vertraagde bewegingen. In combinatie met de muziek zijn ze een mesmeriserende ervaring. Als het tijd is om te gaan, kun je je er maar met moeite toe zetten de archiefruimte te verlaten.
Eenmaal buiten voel je dat je uitgeput bent door de vele indrukken. Al de emoties die je hebt meegevoeld. Je kunt het nog niet loslaten. Was het eigenlijk een voorstelling? Waren dit acteurs die emoties uitbeeldden? Bewegingen zo sterk vertraagd uitvoeren vraagt een spierbeheersing die een opleiding tot danser vergt. Maar juist de combinatie met de subtiele bewegingen in het gezicht van wangen, ogen, wenkbrauwen, oogleden -uiteraard ook sterk vertraagd uitgevoerd- was zo indrukwekkend. Misschien ook een soort mime? Of was het een tentoonstelling van bewegingen? Soms leek het ook acrobatiek. Performance dan?
Er is maar één antwoord: dit is Motus Mori.
Motus Mori is nog in Tilburg te beleven van donderdag 5 t/m zondag 8 november. Er zijn plannen om volgend jaar Den Haag en Utrecht aan te doen met het project.
De schoonheid van vertraagde bewegingen
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Torpedo komt niet boven water
‘Inglourious Basterds’ op z’n Vlaams. Zo werd het nieuwste hersenspinsel van regisseur Sven Huybrechts beschreven aan de media tijdens de persconferenties. Het verhaal gaat over een groep Vlaamse verzetsstrijders die in een Duitse onderzeeboot uranium van Congo naar Amerika moeten smokkelen, voor het gebruik bij het maken van de atoombom. ‘Gebaseerd op waargebeurde feiten’ wordt er gedweept. Een snelle Googlezoektocht toont echter dat dit wel een hele grote oversimplificatie is. De atoombom werd inderdaad gemaakt met Belgisch-Congolees uranium, maar dit werd door de Union Minière verscheept op reguliere vrachtschepen. En het is deze los-vaste relatie met de werkelijkheid die de hele film parten speelt.
Veel doen met weinig
Laat ons positief beginnen: Torpedo ziet er best goed uit. Waar andere films een productiebudget van tientallen miljoenen erdoor draaien, weet Torpedo toe te komen met slechts drie miljoen. En ja, dan kun je af en toe zien dat er wat geschilderd bordkarton is, en de onderzeeboot in kwestie soms wat weg heeft van een schaalmodel in een badkuip. Dit valt echter zeer makkelijk te vergeven. Wat meer is: Het begin van de film is cool! Een groep nazi’s loopt in de val op een Vlaams dorpspleintje en wordt neergemaaid. Op spectaculaire wijze werpen we een eerste blik op het schorriemorrie dat ons hart moet gaan veroveren. Huybrechts heeft inderdaad duidelijk Inglourious Basterds indachtig.
Duikboten voor dummies
Hierna begint echter de miserie. De film komt kreunend tot stilstand wanneer moet worden gezorgd dat dit guerrillageboefte uit Vlaanderenland wordt overgeplaatst naar een Duitse onderzeeboot voor de kust van Afrika. Waarom moeten negen Vlaamse keuterboertjes dat juist doen in plaats van een voltallige ervaren duikbootcrew? God mag het weten.
Opnieuw steekt de voornaamste zwakte van de film de kop op. Huybrechts wilde zo graag een duikbootfilm maken dat hij zich niet heeft bekommerd over het uitdenken van een origineel duikbootfilmplot. Die grabbelt hij dan maar snel van betere films zoals U-571, Das Boot en The Hunt for Red October. Denk maar aan het afroepen van torpedokoersen, het angstvallig zwijgen om te ontsnappen aan de vijandelijke onderzeeboot, het vollopen van de compartimenten. Wat overblijft is niet zozeer een plot met wendingen en afwikkelingen, maar meer een collage van gekopieerde Hollywoodscènes die nét niet zo goed zijn als het origineel.
Ook historisch realisme is niet een van Huybrechts’ sterke kanten. Zo moeten onze Vlaamse helden zich op een gegeven moment voordoen als een Duitse U-bootcrew voor bezoekende Duitsers. Wanneer een van de Vlamingen geen Duits spreekt, zetten de nazi’s het op een schieten. Best verwonderlijk, want het Duitse leger had volgens Wikipedia Belgen, Nederlanders, Tsjechen, Fransen, en nog veel meer nationaliteiten. Worden die dan ook allemaal doorzeefd als ze hun naamvallen niet kennen? Dit lijkt misschien muggenzifterij, maar het is slechts een van de vele plotwendingen die gebeuren waarop de enige gepaste reactie is ‘vooruit dan maar’. Lakse omgang met de werkelijkheid heeft misschien gewerkt voor zijn eerdere werk als scenarist bij Piet Piraat, maar voor een film voor grote mensen had hij toch ook wel een boek of twee mogen openslaan.
Lappendeken van karikaturen
Ook qua personages is het treurig gesteld met Torpedo. De acteurs doen hun best, maar de karakters die ze vertolken zijn niet meer een flauw aftreksel van karakters uit betere films. Stan (Koen De Bouw) is een wraakzuchtige vader die leert dat er ook goede Duitsers zijn. Werner (Robrecht van Den Toren) is de slungelige tech-nerd die de sonar doet. Nadine (Ella-June Henrard) is de scherpschutter die scherp schiet. Fons (Bert Haelvoet) is de racist die leert dat ‘we toch niet zo verschillend zijn’. Als al deze personages u wel heel bekend in de oren klinken, bent u niet de enige. Ook dit zijn puzzelstukjes van succesvolle blockbusters die Huybrechts koste wat kost in zijn verhaal heeft willen rammen. Het resultaat is een lappendeken van filmkarikaturen die weinig (excuseer de uitdrukking) diepgang vertoont.
De film bevat te veel zonden om hier degelijk te beschrijven, maar laat ons voor de volledigheid nog één flagrant voorbeeld aanhalen; de climax van de film bestaat uit Stan die door een torpedobuis naar buiten zwemt terwijl de onderzeeër op de bodem van Atlantische Oceaan ligt. Hij wordt hierbij niet onmiddellijk verpletterd door de immense waterdruk, want zelfs elementaire fysica moet even ruim baan maken voor het verhaal dat Huybrechts zo krampachtig wil vertellen.
Conclusie
Torpedo wilde Vlaanderens ‘Inglourious basterds’ zijn, en die film neemt bewust een loopje met de feiten om hun verhaal te vertellen. Maar waar Tarantino entertaint met zijn originele plot, personages en humor, kan Huybrechts alleen maar slechter doen dan de films op wie hij zich baseert, met plotwendingen die nergens op slaan, personages die evenveel diepgang hebben als een pannenkoek, en dialogen die zelfs Vlaanderens beste acteurs niet geloofwaardig kunnen brengen.
Torpedo
Regie: Sven HuybrechtsDistributeur: A Team Productions
imdb: https://www.imdb.com/title/tt8829128/
Misschien ook iets voor u
Voor de fijnproever en de fan
De Ier Barry Moore noemde zich al vroeg in zijn carrière Luka Bloom. De muziek die Bloom maakt is van een uitzonderlijke schoonheid en puurheid. Zijn nieuwste werk Bittersweet Crimson is voor de fijnproever en natuurlijk zijn fans net als de vrucht, waar het album naar genoemd is.
Wie het nieuwste werk van deze eigenzinnige muzikant wil horen zal zich moeten wenden tot de eigen website van Luka Bloom. Het album is alleen via hemzelf te verkrijgen en zal niet op streamingplatforms verschijnen omdat muzikanten niet van streamingdiensten kunnen leven, volgens Bloom.
Muziek met diepgang
Het tweeëntwintigste album van Bloom, Bittersweet Crimson, is wederom een album dat eerst wat draaibeurten nodig heeft voordat je een oordeel kan geven. Luka Bloom is, zoals op ieder album van deze singer-songwriter te horen is, niet van de lichtvoetige muziek. Natuurlijk kun je het, net als zoveel muziek, eenvoudig wegluisteren op de achtergrond. Maar wie dat doet, doet deze muziek veel tekort.
Niet dat Bloom zwaar op de hand is, maar zijn muziek is als een goed glas wijn, dat je op temperatuur moet laten komen en in alle rust moet proeven en in kleine teugjes drinken. Als je de schoonheid de kans geeft om zich te laten openbaren, zul je vele uren luisterplezier ervaren met het werk van Bloom. Bloom brengt wederom muziek met diepgang.
In 1990 debuteerde Luka Bloom onder zijn eigen naam met Riverside, met dit album trok hij direct de aandacht. Ieder album daarna wist deze muzikant zijn fans te trakteren op kwaliteitswerk en vooral dicht bij zichzelf te blijven. In veel gevallen is de essentie van zijn muziek de akoestische gitaar en zijn stem. Meer heeft hij feitelijk niet nodig. Alle andere instrumenten of achtergrondzang staan ten dienste van zijn liedjes.
Gebroken opnames
Het album bevat een sheet met uitleg over de totstandkoming van het werk. Het album kent een oorsprong voor de Covid-19 lockdown. Opnames maken in moeilijke tijden om samen te spelen en te zingen. Luka Bloom verhaalt op de bijgeleverde releasesheet over de vrije tijd om te schrijven en om met een dreamteam akoestische opnames make in de Windmill Lane studio’s. De periode van twijfels daarna overheersen, toen Covid-19 ons in de greep kreeg. De gitaar en zang van Bloom zijn en blijven de belangrijkste elementen van zijn muziek. Maar de toevoegingen, die op afstand zijn opgenomen door de coronabeperkingen, vervolmaken het album. Hij kon met o.a. de zangeres Niamh Farrell nooit echt samen zingen en ook de toevoegingen van elektrische gitaar en synthesizer kwamen uiteindelijk pas samen op de mixtafel.
Bloom is trots op het eindresultaat en wil het juist nu met de wereld en zijn fans delen, omdat het muziek is die steun kan geven in deze lastige tijden. Of hij kan toeren weet hij nog allerminst, maar zijn liedjes over de Australische wildernis, over zijn visie op 2020 en over de gewone dingen van het alledaagse leven (zie de single ‘The Beauty Of Everyday Things’) kunnen juist nu tot steun zijn van zijn fanschare en als licht dienen in de duistere en verwarrende tijden. Het maakt Bittersweet Crimson tot een album over de bittere noodzaak van het genieten van de kleine dingen van het leven in deze barre tijden, waarin we de warme en diepe smaak van dit album ons prima kunnen laten welgevallen.
Luka BLoom
Album: Bittersweet CrimsonMisschien ook iets voor u