Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Chris Reinecke en haar eindeloze zoektocht naar een plek in de (kunst)wereld

recensie: Expositie Chris Reinecke in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen beklijft niet
Amber Maes

Vuurmuis, een klein overzicht van het werk van Chris Reinecke (86 lentes jong) in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, is een weerbarstige tentoonstelling met werk dat zich niet op het eerste gezicht laat kennen. Wie de tijd neemt om te kijken (en vooral te lezen), ziet een bij wijlen grappige Reinecke en wordt getuige van haar niet-aflatende zoektocht naar een plek in de (kunst)wereld. Toch geeft een bezoek aan Vuurmuis niet de verhoopte voldoening.

 

De expositie opent met een zeer lange inleidingstekst. Het eerste werk, Himmel (1968), is een klein rechthoekig stuk karton achter glas. Op het karton wordt zonder beeld en met slechts een handvol woorden een tafereel geschetst. Diagonaal heeft Reinecke in het groot het woord ‘Himmel geschreven. Links en rechts daarvan kleeft een stickertje met ‘Fenster’ en bovenaan passeert zelfs een ‘Flugzeug’. Het is in deze expo een zeldzaam werk dat meteen iets oproept bij de bezoeker: door een transcendente hemel te omkaderen met alledaagse woorden roept ze zowel ontroering als vragen op.

Het geschreven woord

Na dat eerste werk wordt de expo moeilijker doordringbaar. Er is weinig werk dat meteen aanspreekt door zijn herkenbaarheid of onmiddellijk emotioneel of esthetisch beklijft. Reinecke’s teken- en schrijfstijl doet wat denken aan de slordige stijl van een Instagramgeneratie cartoontekenaars die je steeds doen twijfelen of de beperkte esthetische waarde van hun werk nu voortkomt uit een gebrek aan kunde of uit een gebrek aan tijd en zin om hun ideeën tot visuele perfectie te brengen.

Het woord staat in Reinecke’s oeuvre op dezelfde hoogte als het beeld. Niet voor niets gaf ze zelf steeds aan dat wie haar werk wilde leren kennen niet bang mocht zijn voor een beetje leeswerk. Ondanks de waarschuwing schrikt het werk af, precies door de grote hoeveelheid niet altijd goed leesbare -want in het Duits en in het handschrift van de kunstenaar- tekst.

“Reinecke’s teken- en schrijfstijl doet denken aan de slordige stijl van een Instagramgeneratie cartoontekenaars die je steeds doen twijfelen aan hun kunde.”

Buffalo’s

Hoewel Vuurmuis een expositie van beperkte omvang is, krijg je als bezoeker wel een beeld van de zoektocht die Reinecke heeft afgelegd. We zien Reinecke’s verschillende pogingen om het systeem te infiltreren of omver te werpen. Zo roept ze onder meer het rondborstige personage Minna Beuff in het leven. Beuff is een undercover activiste, een hypervrouwelijke ideoloog, een bekoorlijke (en dus onverdachte) vrouw die op haar Buffaloschoenen onderdrukkende systemen omver moet gaan stampen.

Over die schoenen heeft Reinecke overigens goed nagedacht. In één tekening analyseert ze alle soorten schoeisel dat haar personage niét moet dragen, wegens te onpraktisch of te broos. Een stevige stapper met een dikke zool zal Minna Beuff toestaan zich in een snel tempo over de wereld te begeven. Zeker als er wieltjes onder de schoen worden bevestigd.

Die analyse van de efficiëntie van schoenen is herkenbaar voor eenieder die zichzelf een activistische houding probeert aan te meten: hoe kan ik zoveel mogelijk goed doen op zo weinig tijd? Hoe kan ik mijn activisme optimaliseren? Het is een vraag waar Reinecke zelf vermoedelijk ook mee worstelde.

Activisme en artistieke incrowd

Een andere vraag die in deze expo centraal staat is een nogal existentiële: hoe te leven in een tijd waarin het onrecht zo welig tiert? Om tegemoet te komen aan die immer schurende vraag vult Reinecke haar kunstpraktijk vaak activistisch in. Ze sloot zich aan bij de Mietersolidarität. Geruggesteund door cijfers en onderzoek informeert Mietersolidarität de Duitse burger over de wantoestanden op de huurmarkt. Binnen datzelfde thema maakt Reinecke tekeningen die het volk oproepen tot solidariteit en het eisen van inspraak in de machtsstructuren. Daarnaast richtte ze samen met collega-kunstenaars de actiegroep LIDL op. Het doel van LIDL was sociale verandering teweeg te brengen door middel van artistieke vernieuwing.

“Hoe te leven in een tijd waarin het onrecht zo welig tiert? Om tegemoet te komen aan die immer schurende vraag vult Reinecke haar kunstpraktijk vaak activistisch in.”

Nihilisme

In Reinecke’s zoektocht naar leven in een tijd van onrecht, valt niet te spreken van een specifiek resultaat. Op bepaalde momenten lijkt Reinecke’s activisme plots om te slaan in een bijna nihilistische houding, zoals wanneer LIDL in de zomer van 1969 een voetbalmatch en een wielerwedstrijd organiseert. Op foto’s is te zien hoe een kleine groep belangrijke kunstenaars zich verzamelt aan een veld, maar het is niet duidelijk waar dit werk over gaat. Samen met een aantal volstrekt onbegrijpelijke werken zijn dit de momenten waarop Reinecke irriteert. De ondoordringbaarheid van zowel het conceptuele werk als de artistieke incrowd wekt een frustratie op die waarschijnlijk versterkt wordt door het activisme dat eveneens onderdeel van haar werk is. De soms obscure kunstwerken lijken namelijk niet verenigbaar met de noodzaak zich tot het volk te richten en sociale verandering teweeg te brengen.

Het werk van Reinecke beweegt heen en weer tussen idee en praktijk, activisme en dadaïstische spielerei, volkspropaganda en intellectualisme. Die beweging wordt iets té individueel ingevuld en biedt soms weinig aanknopingspunten voor de toeschouwer. Hoewel Reinecke’s zoektocht op zich erg boeiend is en vermoedelijk meer concrete verandering in de wereld brengt dan pakweg het met diamanten bekleden van doodshoofden, levert ze dus niet de meest interessante kunst op.