Film / Achtergrond
special: #5: Seconds

Vergeten en verguisde cinema

Filmliefhebbers kunnen sinds de komst van de dvd zonder veel moeite een inhaalslag maken met talloze hoogtepunten uit de cinemageschiedenis. Maar door het gigantische aanbod is het koren soms moeilijk van het kaf te scheiden. Sommige topfilms zijn ondergesneeuwd door bekendere titels; andere zijn (nog) niet eens op dvd beschikbaar. De filmcritici van 8WEEKLY maken een maandelijkse selectie van onterecht vergeten of verguisde topfilms. Deze maand: John Frankenheimers geflopte, nu thematisch actuele Seconds.

~

In 1964 verscheen Herbert Marcuses aanklacht tegen de ijzeren greep van de technologie en de rationele maatschappij, het boek De eendimensionale mens. In het boek beschreef Marcuse hoe een te ver ontwikkelde kapitalistische samenleving elke vorm van individualisme onderdrukt of beperkt tot simpele keuzes uit verschillende consumptieartikelen en lifestyles. De eendimensionale mens kan volgens Marcuse niet meer vrij kiezen en leven. Ondanks materiële welvaart is hij vervreemd van zijn gevoelsleven en zijn ware zelf, terwijl zijn leven een illusie is gecontroleerd door het conformisme en de alomtegenwoordigheid van een schijnbaar rationeel systeem. Er blijft iets knagen aan zijn ziel.

Lege blik

Marcuses ‘eendimensionale man’ is in een notendop Arthur Hamilton, de hoofdpersoon van John Frankenheimers Seconds uit 1966. Arthur is een man van middelbare leeftijd, een hogere beambte in een bank die van New York naar de suburbs forenst. In de openingsscènes wordt hij gevolgd door New York Grand Central door een claustrofobische steadycam (het werk van de legendarische cameraman James Wong Howe) die een unheimische sfeer neerzet. Arhur kan maar met moeite nog een glimlach op zijn gezicht krijgen. Zijn vrouw, die hem nog probeert te troosten met tederheid, omhelst uiteindelijk een vreemde, een twijfelend lichaam met een lege blik getekend door dieperliggende gevoelens van ongelukkigheid.

~

Deze scènes doen erg denken aan het Europees pessimisme over de menselijke conditie zoals dat naar voren kwam in modieuze arthousefilms uit dezelfde periode: de films van Bergman en Antonioni. Het bizarre van Seconds is dat deze film meer een genrefilm is die ‘per ongeluk’ grotere thema’s aansnijdt. Dit is misschien niet gek voor een film uit Amerika, waar cinema in principe eerder wordt gezien als vermaak dan als kunst.

Schemerzones

Wanneer de ongelukkige Arthur mysterieuze telefoontjes krijgt van een man die zegt dat hij zijn oude studievriend is, waarvan Arthur denkt dat die is overleden, begint er een vreemde wending in het verhaal. De man overtuigt hem en vertelt hem dat hij een nieuw leven leidt dat beter is dan Arthur zich kan voorstellen. Arthur krijgt een adres waar hij naartoe moet gaan, maar hij blijft wantrouwig en volgt uiteindelijk een spoor dat leidt naar een verborgen kantoor. Daar krijgt hij een vreemd aanbod van een man die lijkt op een dokter. Wat als jij je leven zat bent en opnieuw wilt beginnen, maar dan zoals jij dat zou willen?

~

Seconds begeeft zich vanaf dat moment in de schemerzones tussen werkelijkheid en schijnwerkelijkheid. De naam Seconds duidt op mensen met een tweede leven (merkwaardig genoeg leeft het idee van de film nog voort in Second Life, maar dan in cyberspace). In veel films en in boeken wordt de vervaging van de realiteit vaak pessimistisch bekeken, omdat er uiteindelijk de vraag rijst wat de werkelijkheid nu eigenlijk is en wat mensen opgeven als ze meegaan in een alternatieve realiteit. Het pessimisme in Seconds is gelijk al merkbaar in de schimmigheid van de organisatie die Arthur een nieuw leven belooft en hem uiteindelijk chanteert om de keuze wat makkelijker te maken. Het engste personage is in dat opzicht een oude man die opeens opduikt als Arthur twijfelt aan zijn keuze om door te gaan. Hij is als een wijze zelfhulpgoeroe die hem met platitudes over de streep trekt met de belofte dat hij het geluk moet blijven nastreven.

Macho

Het tweede deel van de film vergt een sprong wat betreft de geloofwaardigheid van de plot. Arthur is voor de buitenwereld dood door een ongeluk dat in scène is gezet en door middel van plastische chirurgie krijgt hij een nieuwe identiteit. Hij wordt Antiochus Wilson (de knappe en gespierde Rock Hudson) in wat misschien de meest vergezochte truc van de film is. Toch weet Hudson in zijn rol de onzekerheid en de angst van het personage nog steeds te behouden. Arthur, die aangeeft dat het zijn droom is om kunstenaar te zijn, krijgt opeens een villa in Californië en kan zich als Antiochus ongestoord aan zijn droom wijden. Toch lijkt hij permanent niet lekker in zijn vel te zitten. Rock Hudson brengt dit in zijn rol op overtuigende wijze over. Je vermoedt dat Hudson, die homoseksueel was, maar vooral machorollen speelde in de jaren vijftig en zestig, goed wist hoe het was om je voor te doen als iemand die je eigenlijk niet bent.

De film volgt Arthur/Antiochus vervolgens als hij een vrouw ontmoet die hem leert om zich open te stellen en te genieten van het leven. Een vreemde scène waarin een bacchanaal wordt getoond waar Antiochus zich moeilijk kan aanpassen aan het hedonisme dat hij ziet, heeft een droomachtige lading.

Climax

~

Door de vrouw wordt Antiochus wat opener, maar er is onder de oppervlakte nog onzekerheid die wordt opgeroepen door vervreemdende shots en een fragmentarische montage. De climax komt in een nachtmerrieachtige feestscène, waar Antiochus dronken wordt en het opeens heeft over zijn vorige leven, iets waar hij het van de organisatie niet over mag hebben. De gasten die zelf ook tweede levens hebben nemen Antiochus dit niet in dank af. Antiochus heeft vanaf dat moment door dat zijn nieuwe leven geheel gecontroleerd wordt. Het verhaal stoomt vervolgens af op een duister einde dat gezien kan worden als een van de meest pessimistische en schokkende in de Amerikaanse filmgeschiedenis.

Seconds is een vreemde film die een sfeer creëert waarin alles gedomineerd lijkt te zijn door een ongrijpbare kracht. Dit is niet iets dat wordt opgeroepen door het tonen van repressie door geheime organisaties – zoals je zou verwachten in een totalitaire staat – maar eerder door de manipulatie van de eigen keuzemogelijkheden van het individu, dat in feite medeplichtig wordt aan zijn eigen ondergang. De organisatie handelt in feite vanuit een goed doel, het vinden van jezelf, en de film schildert de organisatie niet af als kwaadaardig, ondanks het feit dat haar methoden dat uiteindelijk wel zijn. De handelingen hebben hierdoor iets onvermijdelijks en kafkaësk. Het is geen film waarin het onderscheid tussen goed en kwaad duidelijk is te trekken en dat is wat de film uiteindelijk zo naar en realistisch maakt. Door het wegvallen van de realiteit vallen ook alle morele scheidslijnen weg.

Eigentijdse leegte

~

De paranoia die in Seconds naar boven komt, wist Frankenheimer al goed te ontwikkelen in de klassieker The Manchurian Canndidate (1962), maar Seconds is in al zijn kilheid de betere film. Toch rijst de vraag in hoeverre maatschappijkritiek daadwerkelijk een thema was voor Frankenheimer, die in datzelfde jaar het afschuwelijke ijdelheidsproject Grand Prix maakte, een racefilm met soapelementen. Seconds zou een episode kunnen zijn van The Twilight Zone, maar is eigenlijk het beste te typeren als een mislukte genrefilm die in zijn falen per ongeluk de kwaliteiten heeft van de Europese arthousefilms, die zich bewust pretentieuzer en artistieker opstellen. Het falen van het genre-element komt vooral door het gebrek aan vermaak en het ontbreken van een traditioneel sympathiek personage. Het is een thriller die op een kille wijze de waarheden over vervreemding, zinloosheid en gebrek aan communicatie verbeeldt zonder opgesmukte artistiekerigheid. Het is daarom misschien ook niet gek dat de film genadeloos flopte. Seconds heeft desondanks de basis gelegd voor een hele reeks ongemakkelijke paranoia- en schijnwerkelijkheidfilms die spelen met de betrekkelijkheid van de realiteit: Abre los ojos (1997), The Matrix (1999) en de vreemde werelden die scenarist en regisseur Charlie Kaufman verzint.

Seconds verbaast nog steeds met zijn kilheid en zijn duistere einde. Uiteindelijk is het een film over een zeer eigentijdse leegte, die Marcuse in zijn boek toeschrijft aan een overrationele technologische maatschappij waar alles aan ondergeschikt is. Dit geldt in een nog grotere mate in het heden en de film is daarmee in zijn pessimisme niet verouderd.

Seconds verscheen in Amerika (regio 1) bij Paramount Home Video, maar is nog niet in regio 2 uitgebracht.

Lees ook de vorige delen van deze serie:
#1:
Testament
#2:
Your Friends & Neighbours
#3:
13 Conversations About One Thing
#4:
Last Action Hero

Boeken / Non-fictie

Pleidooi voor de Grote Scheiding

recensie: Mark Lilla - De doodgeboren God. Godsdienst, politiek en het moderne Westen

Welke plaats kan en mag religie in het maatschappelijke en politieke leven innemen? Deze vraag speelt niet alleen een rol op de opiniepagina’s van onze dagbladen, of in de verhitte debatten in politiek Den Haag, maar houdt de gemoederen al eeuwen bezig. Mark Lilla, hoogleraar aan Columbia University en auteur van menig essay in The New York Review of Books, schetst in zijn zeer toegankelijke boek De doodgeboren God de lange geschiedenis van deze vraag in het moderne Westen.

Heeft politiek iets met religie te maken? Is religie een noodzakelijke voorwaarde om een goede politieke orde te creëren? Wij, moderne westerlingen, zijn geneigd om deze vraag ontkennend te beantwoorden. In de geschiedenis van het denken over politiek is dit antwoord echter eerder uitzondering dan regel en juist dat maakt het moderne, westerse denken over politiek een uitzonderlijk maar ook kwetsbaar project.

De kwetsbaarheid van de ‘Grote Scheiding’
Deze kwetsbaarheid is Lilla’s eigenlijke thema in De doodgeboren God. In een inleidend hoofdstuk laat hij zien waarom het niet zo vreemd is om politiek met religie te verbinden. Religie biedt een antwoord op de vraag wat de orde van de werkelijkheid is en welke plaats de mens in die orde inneemt. Zo bezien lijkt religie de uitgelezen kandidaat om ook iets te melden te hebben over de politieke vraag bij uitstek: Welke orde is vereist voor het goede samenleven van mensen? Wat goed is voor de mens kunnen we immers slechts achterhalen als we weten wat de mens is en wat zijn natuurlijke plaats in de werkelijkheid is.

Vermoeid door de godsdienstoorlogen wordt er aan het begin van de moderne tijd voor een andere invalshoek gekozen. Deze oorlogen laten zien dat religie niet altijd bijdraagt aan de orde van het menselijk samenleven, maar deze orde ook kan vernietigen. Daarom stellen denkers als Hobbes, Hume en Locke voor om een scheiding tussen politiek en religie aan te brengen opdat verschillende geloven vreedzaam kunnen samenleven.

Deze ‘Grote Scheiding’ vormt het begin van het unieke project in het moderne Westen om politiek niet te funderen in religie. Dit betekent echter niet dat deze scheiding vanaf dat moment vanzelfsprekend is. Lilla laat overtuigend zien hoe via Rousseau, Kant en Hegel een positievere waardering van religie in het spel wordt gebracht en hoe dit de scheiding tussen politiek en theologie onder druk zet. Uiteindelijk zou dit geleid hebben tot een herleving van een politieke theologie in en dankzij de messiaans-eschatologische taal van het interbellum.

Messianisme als de bron van alle kwaad
De geschiedenis van de politieke theologie die de lezer wordt geboden in De doodgeboren God is leerzaam en, omdat het boek helder en toegankelijk geschreven is, een mooie en vrij genuanceerde inleiding in het denken over de verhouding van religie en politiek. Niettemin is het besluit van dit boek teleurstellend en zelfs ronduit ergerniswekkend. Wanneer Lilla de messiaanse taal uit het interbellum analyseert aan de hand van de theoloog Barth en de filosoof Rosenzweig, doet hij verwoede pogingen om de politieke implicaties ervan te laten zien. Volgens hem kan men deze taal verbinden aan het kwaad uit 1917 – de communistische revolutie in Rusland – en het kwaad uit 1933 – het jaar waarin de nazi’s de macht in Duitsland overnamen. Hier laat Lilla alle nuance en subtiliteit varen en laat zijn betoog ontaarden in het oude liedje dat ook al in The Reckless Mind klonk en ook toen al niet wist te overtuigen.

Hierdoor is Lilla’s verhaal van de ‘Grote Scheiding’ te eenzijdig en op bepaalde punten een ronduit magere versie van het moeilijke verhaal van de secularisatie die zo kenmerkend is voor onze Westerse samenleving. Een confrontatie met andere versies van het verhaal van de secularisering is daarom onontbeerlijk.

Film / Films

Overleven in Bombay

recensie: Salaam Bombay!

Na het succes van Danny Boyles Slumdog Millionaire moeten de distributeurs van Cinéart de koppen bij elkaar gestoken hebben. ‘Straatkinderen? Bombay? Onervaren acteurs? Hadden wij ook niet nog zoiets liggen?’ En weldra verscheen Salaam Bombay! op dvd.

Het is een logisch moment om Salaam Bombay! uit 1988 uit te brengen. Het publiek heeft de overweldigende beelden van de Indiase sloppenwijken uit Slumdog Millionaire immers nog vers in het geheugen zitten. Salaam Bombay! werd eveneens op locatie gefilmd met veelal onervaren acteurs. De verschillen zijn echter ook duidelijk: Slumdog Millionaire is vele malen meer enerverend, zowel qua verhaal als qua cinematografie, aankleding en soundtrack. Salaam Bombay! komt uit de tijd dat derde wereldproblematiek nog serieus diende te worden genomen en niet gold als een leuk decor voor een spetterende film. Anders gezegd: hij is stukken saaier.

Oubollige synthesizers

~

Ster van de film is hoofdrolspeler Shafiq Syed, een vertederend jochie dat probeert te overleven in de straten van Bombay. Deze Krishna, zoals het personage heet, wil het liefste terug naar het dorp waar zijn ouders leven, maar daarvoor heeft hij vijfhonderd roepies nodig. Met een baantje als theejongen probeert hij het geld bij elkaar te krijgen. Maar in een omgeving vol drugsverslaving en prostitutie is het bijna onmogelijk om niet bestolen te worden, vooral als je zo naïef en goedhartig bent als Krishna.

De hoofdrolspeler is verbluffend naturel, maar de bijrollen doen denken aan de soms groteske Bollywoodschurken. De oubollige synthesizermuziek die met name de sentimentele gedeeltes begeleidt, doet de film geen goed. Al dacht men daar in de jaren tachtig wellicht anders over. Tenslotte roept de verhaallijn over Krishna’s volwassen vriend Chillum de nodige twijfels op. Chillum is verslaafd aan wiet, als de ondertitelaar tenminste geen steekje heeft laten vallen. Zo verslaafd dat hij last krijgt van ernstige afkickverschijnselen en hij ten slotte zelfs het loodje legt als hij te veel rookt. Als rechtgeaarde Nederlander vraag je je onwillekeurig af of wiet werkelijk zo veel effect heeft. Dat hebben ze ons toch altijd anders bijgebracht.

Ongeromantiseerd straatleven

~

De grootste verdienste van regisseuse Mira Nair, die voor Salaam Bombay! de Camera d’Or voor de beste debutant won op het filmfestival van Cannes, is dat ze de wereld van de straatkinderen nooit romantiseert. Het script is een combinatie van de belevenissen van verschillende echte straatkinderen die Nair interviewde. Bijna als een documentaire worden de hoofdrolspelers gevolgd in hun strijd om te overleven. De kans dat ze ooit een ander bestaan zullen kennen is klein maar, zo benadrukt Nair, niet onbestaanbaar.

De carrière van Mira Nair heeft zich sinds Salaam Bombay! bevredigend verder ontwikkeld, met onder andere de prachtige boekverfilming The Namesake als resultaat. Het is goed dat er weer eens aandacht wordt besteed aan haar oudere werk, dat de tand des tijds best heeft weerstaan. Jammer dat er geen extra’s op de dvd staan. Het zou bijvoorbeeld interessant zijn om te weten te komen wat er van de piepjonge acteurs geworden is. Zouden ze net als de Slumdog-hoofdrolspeler uit hun sloppenwijk zijn gezet, of verging het hen beter?

Film / Films

Weer een stapje verder

recensie: Martyrs

Wie van vernieuwende en grensverleggende horrorfilms houdt, weet al jaren dat hij de jus bij de Fransen moet halen. Het land leverde in deze eeuw al genreklassiekers als Haute tension (2003), A l’intérieur (2007) en Frontière(s) (2007), en nu is er dan het nieuwe vlaggenschip: Martyrs (2008). Een film die met zijn rauwe en realistische stijl de filmwereld schokte en in thuisland een bijna ongekende leeftijdskeuring van 18+ kreeg. En jawel: voor eenmaal hadden de wijze mannen van de leeftijdspolitie het bij het rechte eind.

~

Martyrs volgt de als kind ontvoerde en gemartelde Lucy, nu een jong volwassene. Samen met haar beste vriendin Anna gaat ze op zoek naar haar demonen uit het verleden, om voor eens en voor altijd haar persoonlijke hel achter zich te laten. Maar wat begint als een simpele wraakoefening, mondt uit in een psychologisch bijzonder zware thriller, die een paar wendingen neemt waar menig maag van om zal keren, en niet alleen die van de extreem gevoelige kijker. Deze film van de jonge regisseur Pascal Laugier (die prompt een aanbieding kreeg de nieuwe Hellraiser te maken) gaat verder daar waar al zijn voorgangers het goede fatsoen hadden te stoppen. Veel verder.

Angst en afschuw

~

Is Martyrs daarmee een gimmick, een film die hard is om het hard zijn, om zo de aandacht op zichzelf te vestigen? Het zou de film geen recht doen deze vraag met ‘ja’ te beantwoorden, al is de scheidslijn met exploitatie soms dun. Maar in tegenstelling tot Amerikaanse martelbroertjes als Saw en Hostel heeft Martyrs meer te bieden dan alleen bloederigheid. Met knap camerawerk, adequate effecten en een opvallend sterke cast (vaak een probleem in het genre) weet de film de kijker bijzonder effectief mee te slepen in de waanzinnige wereld die wordt geschetst. Een wereld vol angst, met afschuwelijke methodieken, met afgrijselijk leed. Laugier is hierbij niet op zoek naar schrikmomenten (hoewel die er wel inzitten), maar mikt op een constant gevoel van angst en afschuw over de getoonde beelden. Vanaf minuut 1 weet zijn film deze angstaanjagende toon te zetten, zonder te vervallen in clichés of simpel effectbejag.

~

Criticasters zouden kunnen stellen dat een film als Martyrs ons weer een stapje dichterbij de beruchte snuff-films brengt en dat al dit gegil, gehak en geknal aanzet tot geweld in onze echte wereld. Dat is echter voer voor sociologen en wetenschappers. Op het gebied van bloedstollende horror weet Martyrs in elk geval bijzonder te overtuigen. Zelfs als de film in het laatste half uur een wending neemt en de sfeervolle spanning wordt ingeruild voor een kille, plastische geweldsexplosie, blijft de kijker geboeid, en een tikkeltje beschaamd, kijken. Martyrs durft grenzen te overschrijden en zal hierin allicht voor velen te ver gaan. Stijl kun je de film daarin echter onmogelijk ontzeggen. En nu is het wachten op het volgende Franse talent dat weer net een paar stapjes extra durft te zetten…

Boeken / Fictie

Het onverklaarbare verklaard

recensie: Renate Dorrestein - is er hoop

.

Gezinsleed, verdwenen kinderen, relatieproblemen: het zijn steeds terugkerende ingrediënten in de romans van Dorrestein (1954, Amsterdam). Renate Dorrestein publiceert met ijzeren regelmaat en consistentie. Zoals de titels aangeven is vooral de roman Zolang er leven is (2004) van belang voor is er hoop.

Voorgeschiedenis

In Zolang er leven is verdwijnt op klaarlichte dag baby Babette. Zij komt na verloop van tijd terug op dezelfde plek als waarvan zij verdween. Wat er met haar gebeurd is, wordt in deze roman niet duidelijk. Dorrestein geeft wel een hint:

De daders waren meestal verwarde stakkers. (…) En dan? Terugbrengen naar de vindplaats, zogezegd?

Dat is dan ook precies wat Igor in is er hoop meemaakt. Overigens kunnen beide romans prima los van elkaar gelezen worden. Er is geen sprake van een roman in twee delen.

Igors vriendinnen

Igor werkt bij een sociale werkplaats en ontmoet daar Bobby. Ze kunnen het goed vinden samen, maar helaas kan Bobby de drukte in de werkplaats niet aan en ze verhuist naar de boerderij van haar broer. Igor, die moeilijk omgaat met veranderingen in zijn dagelijkse routine, mist haar en kan haar niet vergeten.
 
Jaren later, Igor is dan in de twintig, ontmoet hij de dakloze Lisa en zij worden een stel. Lisa trekt bij Nettie en Igor in en krijgt veel invloed op Igor, voornamelijk door het verlenen van seksuele gunsten. In Igors gedachten was Bobby veel slimmer dan Lisa en hij wil dan ook een bezoekje brengen aan Bobby, zodat zij Lisa dingen kan uitleggen.

Op de boerderij van Bobby’s broer is niemand aanwezig. Igor en Lisa verkennen de omgeving een beetje en komen langs een speelweide. Lisa ziet daar een baby – Babette – liggen, en denkt dat de baby gedumpt is. Als vanzelfsprekend neemt zij haar mee, onder het mom ‘wat je eerlijk vindt, mag je houden’. In Zolang er leven is wordt verteld hoe Bobby, die de tante is van Babette, elke dag op dezelfde tijd teruggaat naar de weide in de overtuiging dat ze de baby daar terug zal vinden.

Zoete liefde

Oma Nettie voelt zich schuldig tegenover haar dochter en probeert voor Igor een goede opvoeder te zijn. Haar eigen leven zet ze feitelijk stop. Wel ontwikkelt ze een passie voor het bereiden van toetjes en ander zoetigheid. Elk hoofdstuk heeft als titel een onderdeel van het recept voor plumpudding en inderdaad komt het betreffende ingrediënt in zo’n hoofdstuk ook voor. Het maakt een gekunstelde indruk in een roman die geschreven is in buitengewoon alledaags taalgebruik. De toon doet simpel aan, maar misschien is dat om de geestelijke leeftijd van Igor te onderstrepen.

Nu Igor en Lisa met de baby bij haar wonen heeft Nettie het gevoel een echt gezin te vormen. Nettie neemt aan dat de baby van Lisa is en Lisa zorgt er ook goed voor, ze was in opleiding voor kraamhulp, vandaar. Wanneer Lisa ontdekt dat haar ouders naar haar op zoek zijn, vertrekt ze onmiddellijk naar huis en laat de baby achter bij Igor. Met hulp van een bevriende cafetaria-eigenaar brengt hij de baby terug naar de speelweide, waar zij wachten tot ze gevonden wordt.

Het vertrek van Lisa en daarmee het einde van de seks maakt dat Igor terugvalt in agressief gedrag. Dat levert hem ook ontslag uit de sociale werkplaats op. Alles wat Igor had opgebouwd, zakt als een (plum)pudding in elkaar. Misschien lezen we later nog eens of zijn wens, bij Bobby wonen, en Netties wens, professioneel koken, uitkomen. Maar ja,

Soms wil je zus, soms wil je zo. Dat vat het hele leven samen. Meer komt er in feite niet bij kijken.

En zo is het ook in is er hoop.

 

Film / Films

Als de muren konden spreken

recensie: Entre les murs

Entre les murs (2008), afgelopen jaar de eerste Franse winnaar van de Gouden Palm in Cannes sinds 1987, kent een bedrieglijk simpel uitgangspunt. Zet een camera op een etnisch diverse klas op een middelbare school in Parijs en kijk wat er gebeurt. Het resultaat is een nietsontziend meesterwerk, dat ondanks het feit dat het de schoolmuren geen moment verlaat, een van de meest dynamische en spannendste films van de laatste jaren is.

Regisseur Laurent Cantet, eerder onder andere verantoordelijk voor het fraaie drama L’emploi du temps (2001) baseerde zich voor Entre les murs op het gelijknamige boek van leraar François Bégaudeau, dat de dagelijkse gang van zaken op een Franse middelbare school door de ogen van een leraar schetst. Bégaudeau werd vervolgens ook als schrijver van het scenario en als hoofdrolspeler bij de film betrokken.

Botsing

~

In het eerste uur van de film wordt het traditionele filmnarratief door Cantet en Bégaudeau volledig losgelaten. De film stapt binnen bij het begin van een nieuw schooljaar, zegt niets over de achtergrond van de leraar en zijn klas en documenteert slechts hoe het er aan toe gaat op een school. De fragmenten in de klas worden afgewisseld met korte scenes van de leerkrachten onder elkaar die regelmatig moedeloos worden van de problemen op de school. Pas in het tweede deel van de film eist een probleemleerling de meeste aandacht op. Souleymane, een jongen die gedurende het jaar meer en meer in botsing komt met François, raakt een leerling, per ongeluk, op het hoofd, waarna de tuchtraad er aan te pas moet komen.

De grootste kracht van Entre les murs ligt in de messcherpe dialogen die François en de klas met elkaar uitwisselen. François is een idealistische leraar die niks moet hebben van een autoritaire gezagsrelatie en vooral probeert met zijn klas te discussciëren om tot een echt gesprek te komen. Het is een aanpak die aan de ene kant te prijzen is, maar aan de andere kant voor grote problemen zorgt doordat het de klas de mogelijkheid geeft in discussie te gaan met de leraar en de directe confrontatie niet te schuwen.

Raadsel

~

Entre les murs is een film waar je regelmatig verbaasd naar zit te kijken. Vooral de prestaties van de jonge hoofdrolspelers, allen 14 of 15 jaar oud, zijn onwaarschijnlijk goed. De filmmakers hebben gedurende een geheel schooljaar workshops gehouden met tientallen leerlingen om ervoor te zorgen dat iedereen de rol van zijn of haar personage in de klas perfect zou kunnen belichamen en dat betaalt zich ten volle uit. Hoe geïmproviseerd de film er namelijk bij vlagen ook uitziet, alles is tijdens de repeties met de leerlingen in een scenario vastgelegd. Hoe Cantet er in is geslaagd de dynamiek en wanorde van een doorsnee schoolklas zo gestructureerd in beeld te brengen, is nog steeds een raadsel.

Vaak wordt gezegd dat cinema iets moet zeggen over de wereld waarin we leven. Entre les murs voldoet als geen andere film van de laatste jaren aan die eis. De film zet haarfijn uiteen hoe gecompliceerd het onderwijs in elkaar zit en hoe moeilijk het als leraar is om het goed te doen. Wat je ook zegt of doet, altijd is er wel iemand op zijn tenen getrapt. Maar tegelijk waken Cantet en Bégaudeau ervoor de kant van de leraar of de leerlingen te kiezen. Het komt niet zelden voor dat je je als kijker aan de kant van de leerlingen schaart als ze iets tegen de moderne lesmethodes van François inbrengen. Het maakt van Entre les murs een genuanceerd portret over de complexiteit van het onderwijs, maar bovenal tot een film die toont waar cinema toe in staat is. Een waar meesterwerk.

Dvd

~

De dvd bevat een uitgebreide making of, waarin uitvoerig wordt getoond hoe de casting van de leerlingen tot stand kwam en hoeveel ruimte er was voor improvisatie, en een interessant audiocommentaar van Cantet en Bégaudeau bij een aantal scènes, die vertellen hoe de opnames tot stand kwamen. Daarnaast zijn de workshops met de leerlingen te zien en is er ook nog een uitgebreide scène waarin alle jongeren hun zelfportretten voor de klas oplezen. Deze laatste twee extra’s zijn helaas niet ondertiteld. Al met al is dit echter een verzorgde dvd-uitgave, waarbij vooral de making of en het audiocommentaar van toegevoegde waarde zijn.

Theater / Voorstelling

Verfrissende jongerenvoorstelling van ontluikend nieuw dansgezelschap

recensie: Agressivo

Dat is weer eens wat anders, een dansvoorstelling in een Stand-up Comedy theater. Onder het mom ‘het kan allemaal anders’ heeft het gelegenheidschoreografenduo Bora Sirin en Noelle Mos met subsidies van het Amsterdamse Fonds voor de Kunsten (AFK) een eigenzinnige, vooral op jongeren gerichte dansvoorstelling gemaakt: Agressivo. Naast het Hilton Hotel in Amsterdam, in het Toomler theater, waar het er van binnen meer uitziet als een jeugdsoos, dan als goed geëquipeerd theater.

Er is een minuscuul podiumpje, waar de vijf dansers, twee jongens en drie meisjes, moeten optreden. En het gaat ze verassend goed af in deze kleine ruimte. De dansers hebben allen een musical- of jazzdansachtergrond en ruime theaterervaring. En dat is goed terug te zien in de mix van improvisatie, theater, ‘raar’ doen, sketches, dans, video en live zang met lekkere dance– en deephouse-muziek als achtergrond (iets waar andere moderne dansgezelschappen nog een voorbeeld aan kunnen nemen). Jammer dat de muziekmix abrupte overgangen kent, wat overgangen naar andere scènes soms warrig maakt en het tempo eruit haalt.

Quizzen, aanrandingen, rennen door het bos, flirten en dans

~

Centraal in de voorstelling staat een groot projectiescherm met daarop het tafereel van een bos geprojecteerd. Voor het scherm, op het podium, zien we ontmoetingsrituelen tussen pubers, een quiz, flirten in de discotheek dat ontaard in aanranding in het bos, een meisje in sexy jurk dat natgedoucht en daarna getroost wordt, pubers die weer tot elkaar komen, haantjesgedrag, ruzies en een box-worstelwedstrijd. Genoeg te lachen en veel hilariteit met de juiste dosis liefde, elkaar belachelijk maken, saamhorigheid, druk doen, herrie en dansmuziek. De projectie van het bos wordt als rode draad gebruikt om scènes aan elkaar te koppelen en af te laten lopen. Dansers lopen aan het einde van scènes het podium af, het bos en projectiescherm ‘in’ (!) en zorgen daar voor een climax die de scène afsluit.

De getoonde dans is een mix van jazzdans, improvisatie en pop. Er zijn zowel eigenzinnige fysieke duetten als groepsstukken en individuele dans. De dansers zijn niet groots, maar wel aansprekend. De mooie wilde meisjes Amber van Hardeveld en Yaala Szomoru, de goede danseres Noelle Mos, de grote neger Lucien Deny die verassend goed beweegt voor zijn postuur en de mooie jongen Bora Sirin.

Lekkere opstap naar moeilijker moderne dans

~

Een dansvoorstelling voor jongeren is bijzonder. Behalve Wies Bloemen van Dansgroep Aya en de KISS moves is er bijna niemand in Nederland die zich specifiek op jongeren (pubers) richt. En dat is jammer, want dat is wel de groep die zometeen naar de dansopleiding gaat of als publiek klaargestoomd moet worden voor de ‘echte’, moeilijker dansvoorstellingen. Overigens is Agressivo ook een prima voorstelling voor volwassenen. Zeker voor degenen die niet zo snel naar een echt moderne dansvoorstelling gaan is het een mooie opmaat naar het wat serieuzere werk.

Agressivo is een leuke, interactieve, niet al te serieuze combi met snelle doorloop van dans, sketches en andere disciplines.

Agressivo is nog t/m 1 juni te zien in het Theater Toomler.

Boeken / Fictie

Vette hap

recensie: Arthur Wevers - Bittergarnituur

De vrijdagmiddagborrel, wie kent ‘m niet. Je besluit één alcoholische versnapering te nemen, maar dat worden er al snel twee. En omdat het zo gezellig is, en het weekend bovendien voor de deur staat, nog ééntje om het af te leren. En dan komt het bittergarnituur op tafel.

Zo’n bittergarnituur valt meestal zwaarder dan gehoopt, dus bij het zien van de omslag van de nieuwe roman (of is het een bundel?) van Arthur Wevers, zal menig lezer meteen een mild gevoel van indigestie bekruipen. Het eerste deel, tot hoofdstuk tien, las ik echter achter elkaar en zonder oprispingen uit. Een roman in sonnetten is misschien geen unicum (think Poesjkin), origineel is het wel.

De eerste smaakt naar meer
Ondanks de bijzondere vorm, is de setting van het verhaal ontzettend clichématig. Hoofdpersoon Chris deelt het bed (nou ja, de bank) met de vriendin van zijn beste vriend (het personage Arthur Wevers), zijn aseksuele vriendin wijst hem de deur, en tot overmaat van ramp trekt hij vervolgens in bij de onwetende Wevers, die na het vertrek van zijn overspelige vriendin immers ruimte over heeft. Misschien dat juist deze mix van trivialiteit en poëzie de eerste tachtig pagina’s zo smakelijk maakt. Na een korte sanitaire stop besluit ik dan ook om er nog eentje te nemen, of beter gezegd: om door te lezen.

De tweede slaat dood
Na pagina tachtig wordt de lezer getrakteerd op een uitgebreide beschrijving van de seksuele handelingen van de hoofdpersoon en de weinig tot de verbeelding sprekende hitsige Wendy Schmidt, de overspelige vriendin van Wevers. Op dit punt slaat de boel volledig dood. De banaliteiten slaan je om de oren: op pagina 82 ‘Ik voelde mijn lul meteen verstijven’ wordt gevolgd door ‘Mijn lul was stijf’ op pagina 86, nogmaals ‘Mijn lul was stijf’ en ‘mijn stijve lul’ op pagina 88 en tenslotte nog een ‘stijve lul’ op pagina 91. Dit zou op zich niet zo ergerlijk zijn, als de woordkeuze ook maar iets creatiever was geweest. Zo nu en dan wisselt de auteur de ‘lul’ voor een ‘piemel’ in, maar het blijft platvloerser en saaier dan het had hoeven zijn – wie het recente werk van Thomése kent, zal driftig ja knikken. Op dit punt begint het simplistische rijm ook te irriteren, of zoals personage Wevers het zelf verwoordt ‘Dat is toch je reinste Driek van Wissen’ (p. 106).

Laatste ronde
Zeggen dat je het boek maar beter weg kunt leggen, zou het echter geen eer aan doen. Er zijn namelijk ook passages, meestal melancholische overpeinzingen van de held over Het Leven, die in al hun eenvoud wel indruk maken, zoals op pagina 197:

Ochtend. De geopende gordijnen
toonden een druilerige najaarsdag
en planten die stonden weg te kwijnen
in de perken. Tussen de struiken lag
een plastic zak en verder een stuk krant,
een pakje shag en een lege fles Brand…
maar het leek allemaal niet echt,
die rotzooi leek er te zijn neergelegd
om het decor echt te laten lijken.

De observatie is raak, en juist hier is Wevers rauwe taalgebruik perfect op zijn plaats. Dat geeft te denken: is Bittergarnituur dan een slordig geschreven, onevenwichtig boek en had Wevers beter gekund? Of is de tegenstelling tussen de ranzige realiteit en de filosofische inborst van zijn hoofdpersoon bewust zo groot gemaakt? Bewust of niet, ik houd een leeg gevoel over aan dit debuut. Het voelt uiteindelijk toch teveel als een trucje, en te weinig als een oprecht boek.

Theater / Voorstelling

Is het nog te volgen?

recensie: Lotsia - Smacht

.

~

De zwangere Hilde zoekt een kamer en komt daardoor terecht bij Casey en Hennie. Het gaat niet zo goed tussen hen. Hennie is eigenlijk altijd boos en Casey doet haar best dit te negeren. Casey is daarnaast bezig met een geslachtsverandering, om zo ook van de buitenkant een vrouw te zijn. Bij de wat slonzige Hilde ziet Casey meteen een missie: haar omtoveren tot een mooie vrouw. Tussen Hennie en Hilde ontstaat een heel ander soort band. Hilde vindt Hennie een echte man en vraagt zich af waarom zij zichzelf als vrouw ziet. De spanningen tussen Hennie en Casey lopen steeds hoger op en uiteindelijk gaan Hilde en Hennie met elkaar naar bed. Later zeggen ze beiden tegen Casey dat ze haar haten. Zij zou beiden hebben gemanipuleerd. Ze had Hennie ervan overtuigd dat hij eigenlijk een vrouw was, maar uiteindelijk klopt dit helemaal niet. En Hilde probeerde ze te veranderen in haar perfecte beeld van een vrouw, terwijl dit niets meer met Hilde zelf te maken had. De emoties lopen hoog op en de vraag is of de situatie ooit nog goed kan eindigen.

Karikaturen

~

De acteurs spelen over het algemeen niet zo sterk. Ze hebben bijvoorbeeld niet veel chemie onderling en hierdoor lijkt het of elke relatie uit de lucht komt vallen. Hennie is altijd boos op Casey, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Verder valt Hennie op een gegeven moment op Hilde, maar ook dat wordt helemaal niet duidelijk uit het spel. Ook Hilde mag Casey blijkbaar helemaal niet, maar ook dat wordt pas duidelijk als ze dat ook werkelijk zegt. De acteurs missen verder diepgang in hun spel. Hierdoor blijven de personages een soort karikaturen, die zo oppervlakkig zijn dat het moeilijk is om met hen mee te leven.

Smacht zit niet zo sterk in elkaar. Zo is het thema al best ingewikkeld; er moet daardoor wat duidelijkheid gegeven worden over onderlinge relaties, seksuele voorkeuren en geslachtsidentiteiten. Het duurt lang voordat dit alles op zijn plaats valt. Daarnaast worden beweringen in de dialogen gegeven die verder helemaal niet worden uitgewerkt. Hennie zegt bijvoorbeeld dat Casey iedereen verschrikkelijk manipuleert. Dit wordt wel gezegd, maar verder komt dit in andere dialogen niet terug. Het komt totaal als een verrassing dat zij iedereen zou bewerken.

Smacht gaat over een actueel thema waar veel meningen over bestaan. Transseksualiteit is steeds minder taboe geworden in onze maatschappij, waardoor het ook steeds zichtbaarder is. Het is daarom goed dat hierover na wordt gedacht. Het is aardig ingewikkeld onderwerp en een voorstelling zou er meer duidelijkheid over kunnen geven. Echter, hier is dat helemaal niet gelukt. Eigenlijk is er alleen maar meer verwarring ontstaan, doordat alles nogal gammel in elkaar zit. Een goed thema dus, maar het had veel beter uitgewerkt kunnen worden.

Boeken / Fictie

Een zoektocht

recensie: Annica Wennström (vert. C. Verheij) - Het land van de Samen

Wat weten we eigenlijk van dat Noord-Scandinavische nomadenvolk dat we de Samen noemen? Oké, we kennen het misschien beter als de Lappen. Maar dat is voor de Samen een beledigende term. Wellicht dat Annica Wennström ons meer kan vertellen over dit welhaast vergeten volk.

Wennström is in 1966 geboren en opgegroeid in Holmsund, in Zweeds Lapland. Ze werkte als journalist en schreef samen met twee collega’s een aantal misdaadromans en jeugdboeken. Wennström gaat in haar roman Het land van de Samen op zoek naar de geschiedenis van haar familie. En laat dat nu een Samische familie zijn. Een mooie gelegenheid om meer over dit volk te weten te komen. En als het dan ook nog in een boeiend verhaal verpakt is, dan is dat mooi meegenomen.

Geschiedenis
Het land van de Samen verhaalt over verschillende generaties van een Samische familie. De ik-figuur uit de roman gaat in 2002 op zoek naar haar achtergrond. Ze gaat gebukt onder vele generaties zwijgen. Ze ervaart een groot schuldgevoel, maar heeft geen idee waar dit vandaan komt. Haar enige aanknopingspunt met het verleden is een paar geweven schoenbanden. Ze is een kind van haar verleden, maar is totaal onthecht van datzelfde verleden. Ze weet er niets vanaf, maar voelt het des te meer op haar gemoed drukken.

Ik bedacht dat alles heel anders zou zijn geweest als die mooie staalblauwe ogen van mijn moeder zouden ophouden zo transparant te zijn. Hoe zou het zijn wanneer ik haar blik zou kunnen beantwoorden en ik een gevoel van geborgenheid door me heen zou voelen gaan. Als ik zou kunnen zien wat er in haar omging, en naar haar pupillen zou kunnen luisteren. Naar hoe het zwart mij haar levensverhaal zou toefluisteren. Onopgesmukt, niet verdrongen, niet gereduceerd tot louter de kale feiten. Wie zou ik dan geweest zijn?

Afwisselend volgen we de ik-figuur in haar speurtocht naar het verleden en ontvouwt zich datzelfde verleden in de vorm van de gebeurtenissen in de familie vanaf 1861. Uiteindelijk komen deze twee tijdslijnen bij elkaar en krijgt de hoofdpersoon antwoorden op haar vragen. Of dat de gewenste antwoorden zijn laten we maar even in het midden.

Het is niet zozeer de speurtocht die Het land van de Samen tot een geslaagde roman maakt. Het fascinerende aan dit verhaal is de geschiedenis van een volk: de Samen. We krijgen als lezer een beeld van hoe een rijke eeuwenoude cultuur opgeslokt wordt door die van de nieuwe kolonisten van het grondgebied. Langzaam verlaten steeds meer Samen hun oude trekroutes om zich in keurige Zweedse huisjes te vestigen. En daarmee verdwijnt ook steeds meer van hun cultuur en hun identiteit. Maar hoezeer de Samen ook proberen te integreren in de nieuw ontstane machtsorde, ze blijven ‘anders’.

Aanpassing
Deze pijnlijke wrijving tussen oude gewoonten en nieuwe levensstijl maakt deze roman tot een tragische vertelling over aanpassing, overheersing en ontheemding. Opeens kom je niet alleen meer te weten over de Samen, maar besef je ook hoe o.a. de Indianen en Koerden zich gevoeld moeten hebben. Volkeren die zich eeuwenlang hebben gekoesterd in hun tradities en gewoonten. En plotseling moeten ze de nieuwe waarden van opdringerige kolonisten aanvaarden. Hun gebieden worden opgesplitst in staten of landen en men moet aan nieuwe wetten en religies voldoen. Een fascinerend, maar ook droevig proces.

Dat dergelijke wijzigingen hun invloed generaties later nog laten gelden, wordt in deze roman blootgelegd. En afgezien van een mooi familierelaas is, het juist deze invloed die het verhaal zo intrigerend maakt.  Om meer te weten te komen over specifiek de Samen of meer in het algemeen over het botsen van culturen is Het land van de Samen een uitstekend boek. Maar ook als je gewoon op zoek bent naar een goed geschreven verhaal over zes generaties vrouwen die kampen met hun verleden, is dit zeker aan te raden proza. Want hoe anders de Samen ook in eerste instantie lijken te zijn, we zullen allemaal wat van onszelf en onze wereld in deze geschiedenis herkennen.