Boeken / Fictie

De Amerikaanse bril en andere verhalen

recensie: Veranderlijke blikken op toen en nu, hier en daar – verhalen van Robert Menasse
outdoor bench

Robert Menasse is een Oostenrijkse schrijver wiens naam hier te lande niet heel veel oproept. De Amerikaanse bril vormt een uitgelezen bundel voor de liefhebber van verhalen die organisch samenhangen.

Die samenhang is subtiel uitgewerkt. In de dagelijkse beleving zijn verbanden tussen mensen en dingen uit verschillende tijden en plaatsen eigenlijk in ruste. Je focust je op het hier en nu. Maar Menasse probeert de betekenis en houdbaarheid van die verbanden zo bewust mogelijk tot zich door te laten dringen. Dat levert het ene na het andere besef op, eerder in de vaart van het verhaal dan theoretisch. De feiten lijken losjes autobiografisch, zo beschreven dat ze evengoed van de lezer kunnen zijn.

Tijdsverschillen

De hoofdpersonen associëren zich met wie ze zich herinneren dat ze destijds waren, natuurlijk dénken dat ze waren. Wat waren hun verwachtingen en wat is daar van uitgekomen? Hoe ervoeren ze vroeger gebeurtenissen als de val van de Muur, 11/9, de moord op Allende en John F. Kennedy, toen mateloos populair? Maar wat is zijn imago nu? Zo gaan op een realistische manier feit en fantasie een open verbond aan.

Grappig is dat de wordingsgeschiedenis van de bundel ook enigszins duizelt van tijdsverschillen. De Weense schrijver leefde deels in Amsterdam. De verhalen uit de bronbundel Ich kann jeder sagen (2009) én in De Amerikaanse bril (2021) stonden eerder in Nederlandse bladen, inclusief die van ná 2009. Ra ra, hoe kan dat?

Menasse is vindingrijk in de variaties op zijn thema.De uitwerkingen zijn verhaaltechnisch even vernuftig, waarbij ook het element spanning niet ontbreekt. En dat alles in een directe stijl en op een goedgehumeurde toon, hoe akelig gebeurtenissen ook zijn. Scheutig met onnodige uitweidingen is hij niet. Heel wat zinnen zijn zo bijzonder geformuleerd dat je ze graag herleest.

Menasse begint de bundel met een citaat van zichzelf. Daarin vraagt hij zijn moeder naar haar Amerikaanse bril (met jaloezieën voor de glazen), die modegril die niet tot Europa is doorgedrongen. Had ze die nog?

Jazeker had ze die! Ze zocht en zocht, maar vond alleen de foto die haar met die bril liet zien. ‘De realiteit is verdwenen. Het beeld bleef.’ Op de voorkant van het boek prijkt die foto. Zo te zien niet echt een bril die je heel veel beter naar de werkelijkheid laat kijken.

In de slotalinea van het laatste verhaal scheidt de ik van zijn vrouw, verhuist in 2001 naar Amerika, ‘weg uit Wenen. Ik had het gevoel een ramp overleefd te hebben. Ik had de mooiste vooruitzichten.’ Enfin, of die uitkwamen lezen we later wel ergens.