Muziek / Album

Helder en doorwrocht

recensie: Ralph de Jongh - Free Music

Met het soloalbum Free Music tapt Ralph de Jongh uit een ander vaatje dan met zijn band Crazy Hearts. Hij blijft de blues trouw, maar het toverwoord is nu: ingetogen.

Free Music is opgenomen tijdens de koude dagen van 2004. Het album kent zijn oorsprong in zowel de kou in temperatuur als de koude van een gestrande relatie. Een relatie die zeven mooie jaren kende. Dit emotionele werkstuk bevatte aanvankelijk achtendertig liedjes en groeide in zijn tweede aanzet zelfs naar zeventig composities. Op Free Music staat een selectie van negen tracks. Ralph De Jongh geeft 8WEEKLY nadere uitleg.

Dicht bij de bron

~

Het openingsnummer ‘Wintertime’ is ontstaan tijdens de eerste opnamesessie van februari 2004. De pijn en de koude zijn voelbaar in het door De Jongh elektrisch gespeelde en vol emotie gezongen lied. In totaal duurt het album nog geen half uur, maar het zit hem niet in de kwantiteit maar in de kwaliteit. De Jongh: “Dichter bij de oorsprong kan ik met dit album niet komen. Je hoort de liedjes als het ware ontstaan. Voor mij is dit een hele bijzondere cd en ik hoop er nog veel op deze manier te maken.”

De Jongh blijft met de sfeer van Free Music dicht in de buurt van zijn DVD/CD Emotion die een paar jaar geleden het levenslicht zag. “Deze cd is een weerslag van het begin van alles. Wat ik solo speel is altijd oorspronkelijk. Zo maak ik muziek en zo heb ik de liedjes met de band ook geschreven.” De vergelijking met geestverwant Erik Vandenberge alias Crappydog is niet verwonderlijk. “We hebben vroeger samen opgetreden. Als ‘The Blueskids’ speelden Erik en ik nummers van Elmore James, Woody Guthrie, Robert Johnson, Hank Williams, Leadbelly, Charley Patton, Bo Diddley en Chuck Berry. Dit zijn mijn roots. Ik zal altijd solo blijven spelen. Dat is geen keuze maar een noodzaak.”

Thuiskomen
De eerste klanken van Free Music roepen een gevoel op van thuiskomen, bevrijding en helderheid. Alle kwaadheid van de wereld verdwijnt voor even door de eenvoudige doch doeltreffende gitaarklanken van De Jongh in combinatie met zijn doorwrochte zanglijnen. Het beluisteren van Free Music voelt als een weldadige verkwikkende douche na een snikhete dag of op een vroege ochtend als de mist van de nacht net is verdreven. De puurheid van Free Music dringt in zijn volle eenvoud trefzeker door. De Jongh kent ook zijn klassieken: ‘Goodlooking’ zit door het kenmerkende ritme dicht tegen de Bo Diddley-sound aan. Speelt hij liever solo of met de band? “De band blijf ik er zeker naast doen, want de Stones zijn mijn jeugddroom. Bovendien levert het nieuwe ervaringen op, dus is het verrijkend als mens en muzikant.”

Live in Nederland:
9 maart Het Wapen van Westerbork, Westerbork
24 maart Bluessocieteit L’Esprit, Rotterdam
14 april De Rustende Jager, Nieuw Vennep
12 mei De Rustende Jager, Dedemsvaart
16 juni Cafe Wilhelmina, Eindhoven

Film / Films

Vernietigende begeerte

recensie: Skoonheid

.

Het kabbelende bestaan van een in de apartheidsperiode opgegroeide blanke Zuid-Afrikaan slaat op hol als hij verliefd wordt op de zoon van een oude vriend. Een indrukwekkend portret van een op leugens gebaseerd leven met een fantastische hoofdrol.

~

François van Heerden (Deon Lotz) heeft het als blanke, conservatieve Zuid-Afrikaan goed voor elkaar. Een liefhebbende vrouw, geslaagde kinderen, een eigen houthandel in Bloemfontein en een uitgebreide vriendenkring. Maar dat ideale plaatje vertelt niet het hele verhaal. Onder bekenden geeft François flink af op ‘moffies’ terwijl hij zelf al zijn hele leven te maken heeft met homoseksuele gevoelens. Die gevoelens kan hij met andere mannen delen wanneer ze afspreken in een afgelegen landhuis waar ze de lusten op elkaar loslaten. Als een van de deelnemers een jonge, enigszins verwijfde kleurling meeneemt, is dat duidelijk niet de bedoeling. ‘Nie kleurlinge, nie moffies nie.’ Echte mannen zijn het, echte Afrikaners. Maar dan komt de 23-jarige zoon van een oude vriend in François’ leven en raakt hij geobsedeerd door de jongen. De knappe Christian is net zo makkelijk in de omgang als François stug is. De oudere man begint zijn fantasieën op de jongen te projecteren en langzaam maar zeker verliest hij de controle over zijn georganiseerde leven.

Gemiste kansen

François wil liefde en intimiteit beleven met een man, maar kan dat niet door de omstandigheden waarin hij zich bevindt. Christians vrijheid confronteert hem met zijn eigen gemiste kansen en een leven dat anders had kunnen lopen als hij de durf en de mogelijkheden had gehad. Omdat hij in de jaren tachtig werd klaargestoomd voor een systeem dat kort daarop uit elkaar viel is François beland in een niemandsland. De apartheid is voor hem nog realiteit omdat die in zijn hoofd zit, en ook omdat in het leven van de Afrikaners van zijn generatie alles wordt uitgebannen dat op iets anders wijst. Binnen dat wereldbeeld is geen plaats voor zijn geaardheid of het tonen van gevoelens. Hermanus toont Christian als een geïdealiseerd personage door wie François wordt aangetrokken als een bij tot een bloem. Maar het is een bij die steekt. Omdat de film in het eerste deel zo uitgebreid bouwt aan de sympathie voor de protagonist en de logica van zijn keuze voor Christian, komt de uiteindelijke egoïstische daad van François des te harder aan.

~

Skoonheid zit vol mythologische en filosofische thema’s, in een directe lijn met die in Thomas Manns Dood in Venetië. Net als Tadzio, het Objekt der Begierde uit Manns boek, symboliseert Christian een romantisch verlangen naar absolute schoonheid. En net als bij Gustav von Aschenbach wordt het zorgvuldig opgebouwde bestaan van François volkomen ontregeld door de komst van een naïeve jongeling die nietsvermoedend het leven in wandelt van een man die daar niet op voorbereid is. Mann bouwt zijn novelle op volgens de door Friedrich Nietzsche geïntroduceerde tegenstelling tussen het dionysische en apollinische element. Von Aschenbach en Van Heerden zijn beiden exponenten van het laatste, maar door de komst van Tadzio en Christian komt hun dionysische kant met grote kracht naar boven en doen ze dingen die ze voorheen niet voor mogelijk hielden.

Allesverzengende begeerte

Maar tegenstellingen zijn er ook. Mann laat zijn hoofdpersonage sterven terwijl hij volkomen gebiologeerd naar zijn grote liefde kijkt. In zijn visie is het verlangen naar Tadzio een verlangen naar een onbereikbaar ideaal. Hermanus doorbreekt echter het platonische karakter van François’ liefde en laat diens begeerte losbarsten. Met desastreuze gevolgen. Hermanus laat hem gaan, verslagen en gedoemd tot een mislukt leven. Vol weemoed kijkt François uiteindelijk naar een mannelijk stel dat intimiteit toont in een openbare setting en een leven lijkt te leiden dat er voor hem niet (meer) in zit.

Het is niet moeilijk om in Skoonheid een politieke film te zien. Centraal staat het verlangen van de blanke middenklasse naar schoonheid en overzichtelijkheid in een verwarring oproepende interraciale samenleving. Maar bovenal is de film een universele zoektocht naar vrijheid door het loskomen van door de maatschappij opgelegde regels. Geholpen door een fantastische hoofdrol van Deon Lotz, die op knappe wijze zowel de zachte als de harde kant van zijn personage laat zien, laat Skoonheid de staat van verwarring zien van een door apartheid verziekte samenleving die moet leren om te gaan met een nieuwe werkelijkheid. Een werkelijkheid die geen ruimte laat voor schoonheid, oprechtheid en waarheid.

Boeken / Non-fictie

Diepte zonder diepgang

recensie: Céline Rutten - Gesprekken met Dick Bruna

Céline Rutten wil met Gesprekken met Dick Bruna dieper doordringen tot de mens Dick Bruna. Net als het werk van haar onderwerp blijft het alleen erg oppervlakkig.

Let wel, de stelling dat het werk van Dick Bruna oppervlakkig is, is hier positief bedoeld. Hét stijlkenmerk van Bruna is immers die constant doorgevoerde tweedimensionaliteit. Met zo min mogelijk een boodschap overbrengen, dat is wat hij als geen ander kan. En dit gebrek aan diepte staat de diepgang in zijn werk geenszins in de weg. Integendeel, niet alleen de boekjes over Nijntje Pluis, maar al zijn werk waaronder ook de 2400 boekomslagen die hij voor de Zwarte Beertjes serie van uitgeverij Bruna ontwierp, blijven fascinerend door de jaren heen. 

‘Ik ben nooit echt vrolijk’
Met Gesprekken met Dick Bruna van Céline Rutten is het eigenlijk net omgedraaid. In de voorbereiding van dit werk sprak ze in de loop van drie jaar tientallen keren met Bruna. Ook  sprak ze – in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden – veel met mensen uit zijn omgeving, waaronder zijn drie kinderen en vrouw Irene. Bedenk daarbij dat ze daarnaast uitvoerig onderzoek heeft gedaan naar de familiegeschiedenis van Bruna en dan kan met recht gezegd worden dat ze de diepte in is gegaan. Rutten heeft duidelijk verder gekeken dan het cliché van Dick Bruna als vader van Nijntje Pluis.

Wat echter bij de bespreking van die andere kant van Dick – als zoon, vader en echtgenoot – ontbreekt, is diepgang. Alleen zijdelings raakt Rutten soms aan de kern, die eruit bestaat dat Bruna niet alleen attent en hartelijk, maar ook erg onzeker en eenzaam is. Iets wat in het verleden een behoorlijke wissel heeft getrokken op het gezin en vooral op Irene. Verbazingwekkend en ontroerend is het als de man die alles zou moeten hebben, zegt: ‘Ik ben nooit echt vrolijk. De meeste mensen gaan ervan uit dat ik een vrolijk mens ben. Ik ben helemaal niet vrolijk.’

Blijven hangen op anekdotisch niveau
Intieme ontboezemingen als deze komen weliswaar aan bod, maar worden overschaduwd door alle, veelal mierzoete anekdotes die Rutten de revue laat passeren. Anekdotes over Dick die ’s ochtends vroeg tekeningetjes achterlaat voor Irene, die altijd op een stuk taart kon rekenen als één van de werknemers van de drukkerij jarig was, of in zijn atelier bij elk cadeau dat hij ooit van bewonderaars heeft gekregen (en inderdaad: allemaal bewaard heeft) het achterliggende verhaal weet te vertellen.

Het beeld dat in deze anekdotes naar voren komt van een overweldigend lieve Dick Bruna zal ongetwijfeld kloppen. Eén blik op de coverfoto is genoeg om je ervan te overtuigen dat deze man wel intens goed móet zijn. De worsteling met zijn onzekerheid en zijn drang naar eenzaamheid maken Bruna echter naast intens goed, ook heel erg menselijk. Als die aspecten van zijn persoonlijkheid aan bod komen, weet Rutten echt dieper door te dringen tot de mens Dick Bruna. Maar meestal blijft ze hierom heen draaien met verhalen over hoe kinderen tijdens voorleessessies tegen hem aankruipen en hoe mooi zijn vijfenzestigste verjaardag was.  Hierdoor blijft Gesprekken met Dick Bruna over het geheel genomen vrij oppervlakkig.

Kunst / Achtergrond
special: Art Rotterdam 8 t/m 12 februari

Zoeken en vinden op Art Rotterdam

.

‘Je hoort zulke vreemde dingen hier’. Een bezoeker wijst naar een hoogglanzend olieverfschilderij. ‘Dat daar, iemand noemde dat een ets.’ Het publiek op Art Rotterdam sluit naadloos aan bij het imago van de kunstbeurs: veel geblaat, weinig wol . Is zo’n beurs dan wel de moeite waard?

Een opvallend fenomeen op de beurs is de kunsthistorische hedendaagse kunst. Veel werken roepen associaties op met kunst uit de jaren zestig of zeventig. Hiryzuck/ Van Oevelen vervormen met geel draad het perspectief in het gefotografeerde landschap in hun ‘Masters of Perspective’. De perspectiefvertekening is mooi in beeld gebracht: de compositie klopt. Het concept van het werk heeft veel weg van de perspectivische vertekeningen van Dibbets, uit de jaren zeventig. Voorbeelden zoals deze zijn er genoeg en de beurs heeft soms zelfs iets weg van een wandeling door en kunsthistorisch overzicht. Het is dan ook geen verrassing dat er ook stands staan met het ‘echter werk’. De kunsthandelaren of art consultancys pakken flink uit. Judd, Rauschenberg, Warholl, ze hangen er allemaal.

Veelbelovend

Werk van Jongeleen
Werk van Jongeleen

Naast herhalingsoefeningen, oppervlakkig geroep en oude bekenden zijn er ook veelbelovender dingen te zien. Zoals de sculpturen van Anotoly Osmolosky bij galery Thomas Brambilla. Osmoslosky maakt symmetrische figuren uit aluminium door ze in brand te steken. Deze vormen gebruikt hij als blauwdruk voor de vorm en het oppervlak van zijn houten beelden, dat  veel weg heeft van de structuur van brood. Daarna hangt hij zijn sculpturen, symmetrisch, wandvullend op.

In het hedendaagse anti-religieuze Rusland is het bijna onmogelijk om het Orthodoxe Christendom te belijden. Het maken en ophangen van iconen is nog een stap verder en daarmee nog een stap onmogelijker. Osmolosky lost dit op door iconen te maken die onzichtbaar zijn omdat ze eruit zien als plakken brood.

Een van de verrassingen van Art Rotterdam was de Illy kunstprijs. Waar op de rest van de beurs de videokunst en het echte conceptuele werk wordt  geschuwd, zijn dit juist de categorieën die genomineerd zijn voor de prijs. De winnaar, Zachary Formwalt laat een van de sterkere werken op de beurs zien. Formwalt maakt werken over die dingen de we niet kunnen zien, of die ons niet wordend getoond. Vaak lieert hij het onderwerp van zijn video`s aan een beeldpraktijk, die bepaalde aspecten van een beeld onzichtbaar maakt of anders weergeeft. Voorbeelden zijn montage en het toevoegen van teksten aan (bewegend) beeld. 

In de ruimte die gereserveerd is door het koffiemerk is het werk unsupported transit te zien. Hierin koppelt Formwalt de huidige conjunctuur aan time-lapse fotografie. Bij time-lapse fotografie is beweging die normaal niet waar te nemen is zichtbaar en de beweging die normaal wel te zien wordt onzichtbaar. Deze manier om dingen in beeld te brengen wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het vastleggen van een bouwproces. Het gebouw rijst als vanuit het niets uit de grond en de bouwvakkers verdwijnen uit het beeld. Tegenwoordig zijn de bouwvakkers ook met het blote oog niet meer te zien. Nu laat de time-lapse foto iets heel anders zien: het gebrek aan vooruitgang in de bouwprocessen omdat het geld simpelweg op is. 

In eerste instantie lijkt dit bij het werk van Jeroen Jongeleen ook het geval. De panelen met teksten als: ‘Als dit kunst is, gelijk afschaffen’, bestaan uit karton, resthout en mdf-deurtjes. Tussen de panelen worden dia`s getoond van de containers, vuilstortplaatsen en stoepranden waar Jongeleen zijn materiaal vandaan heeft gehaald. De werken hebben iets misplaatsts. In de werken worden de critici van het (oude) subsidiesysteem aangevallen en wordt tegelijk duidelijk wat er zou kunnen gebeuren als zij gelijk krijgen. Ondertussen hangen de werken op een commercieel evenement.

Niet Rotterdams
Typisch, maar sprekend voor het gehele evenement is dat Jongeleen, een Rotterdamse kunstenaar, wordt vertegenwoordigd door Upstream, een Amsterdamse galerie. De Rotterdamse galerieën zijn hevig in de minderheid. Tegenover vier ondernemers uit Rotterdam staan er drieëntwintig uit Amsterdam. Daarnaast bestaat het selectiecomité van de beurs voor de helft uit afgevaardigden van Amsterdamse galeries, tegenover één Rotterdamse galerie.

Al met al is Art Rotterdam een typische kunstbeurs. Het is druk, het is groot, het is veel, maar met een beetje zoeken, wel de moeite waard.       

Boeken / Kunstboek

Retrospectief van Amerikaanse minimalist

recensie: David Zwirner - Donald Judd by Donald Judd

.

Donald Judd is een van de belangrijkere Amerikaanse kunstenaars die decennia lang zijn eigenwijze minimalistische werken tentoonstelde. Uitgeverij Steidl komt uit met een retrospectief over Judds expositie in de Staatliche Kunsthalle in Baden-Baden in 1989.

~

Judd begon in de jaren vijftig als schilder, schrijver en beeldhouwer. Zich afzettend tegen het abstract expressionisme versimpelde hij vorm en kleur tot hij uitkwam bij het verwerpen van alle academische conventies. In zijn gloriedagen in de jaren zestig en zeventig werd hij een voorloper van het Minimalisme. Judd, die in 1994 overleed staat bekend om zijn stacks, boxes en progressions. Alle vormen die hij maakte moeten de kijker het gevoel geven van hun grootte in de ruimte om zich heen. De dozen bleven daarom een terugkerende vorm in zijn werk.

Duidelijkheid van kunst

In de Baden-Baden expositie bracht Judd sculptuur terug tot een minimale essentie, de doos. Objecten van twee bij twee meter die de ruimte in zich lijken op te nemen. Twaalf werken die identiek zijn in hun grootte en behandeling van aluminium. Ieder object wijkt alleen af in zijn eigen kleurstelling. Alle objecten zijn terug te vinden in Steidls Donald Judd by Donald Judd. Het retrospectief biedt de mogelijkheid om Judds bijdrage aan de minimalistische kunststroming nader onder de loep te nemen.

~

Sommigen vinden het moeilijk om de straight forward wijze van Judd als kunst te beschouwen. Het maakte Judd niets uit. Hij maakte keer op keer duidelijk dat hij zijn kunst niet maakte voor het publiek. Het publiek is zo divers dat het niet te kennen is en daarmee moet de kunstenaar zich daar ook niet mee bezig houden. Judd was wars van symboliek en enige emotionele waarde die meer is dan de realiteit voor je neus. Wars van representatie maakte Judd kunst die ruimte en object tot een smeden op een eigenwijze, duidelijke manier. Hij verzette zich van de term minimalisme die door de academische wereld aan het werk wordt gehangen. Duidelijkheid van de kunst stond centraal.

Reflecties in de ruimte

~

In het retrospectief wordt de kunstenaar door academicus Richard Schiff beschouwd vanuit filosofische overwegingen over perceptie en geloof. Wittgenstein zei hierover: ‘Aan de basis van gegrond geloof ligt een geloof dat niet geworteld is.’ Judd redeneert hier op verder dat een kunstvoorwerp zowel rede als gevoel gebruikt, hij was daarmee volgens Schiff tegen een ‘analytische fragmentatie van zijn werk’.
De objecten van de expositie uit 1989 lijken de kijker op zichzelf te wijzen, hoe wij één zijn met de wereld om ons heen. De ruimte en kleur verenigd in een open doos in de ruimte. Judd zei er zelf over: ‘Kunst is geen vorm van utopia, het bestaat echt’. Hij liet bij de bezoeker van de expositie net als bij zijn andere werk geen ruimte om hiërarchie of ordening aan te brengen. De reflectie en het object zijn één, net zoals wij en de wereld om ons heen één zijn.

~

Het is een aardige toevoeging dat het boek een interview met Judd bevat dat stamt uit 1989. Het boek licht zo de Baden-Baden expositie op drie manieren uit: door de ogen van de kunstenaar, de academische blik en de lezing van de kijker die de foto’s tot zich neemt. De kunstenaar ziet ruimte die gemaakt wordt, de academicus esthetische magie die extremen van kleur bij elkaar brengt in een geheel van de rudimentaire vorm. De lezer ziet ondertussen dozen die kaders zijn om zelf in te vullen. Puur geometrische vormen die niets meer zijn dan ze zijn maar toch reflecteren op de ruimte waarin ze staan.

 

Film / Films

Monotone verlamming

recensie: Abrir puertas y ventanas

.

Deze Argentijnse film was eerder al op Filmfestival Rotterdam te zien en biedt een kijkje in het leven van drie zussen die gezamenlijk hun rouw verwerken in de cocon van hun huis. Het levert een verlammende film op.

~

Abrir puertas y ventanas, het speelfilmdebuut van de Argentijnse Milagros Mumenthaler, won eerder een Gouden Luipaard op het Locarno International Film Festival. De film is een momentopname in het leven van de drie zussen Marina, Sophia, Violeta, die het met elkaar moeten zien te rooien. Hun grootmoeder is net overleden, hun ouders zijn al veel langer dood. Verdoofd door de schok van het overlijden pakken ze hun leven stapje voor stapje weer op.

Verveling van adolescenten

De verveling van de adolescenten druipt er vanaf. De zussen zijn hun hele leven al bij elkaar en zijn nog niet in staat afstand van elkaar te nemen. Ze gaan elkaar ook op de huid zitten omdat er anders toch niks te doen is. Ze troosten en bekritiseren elkaar als onvolwassen meiden die elkaar het geluk niet gunnen maar toch ook van elkaar houden. Het verdriet wordt verdrongen door een monotone verlamming.

~

De filmtitel vertaalt zich als ‘deuren en ramen openen’ en in die lijn gebeurt alles in en om het huis. Mumenthaler etaleert zo een gestagneerde cocon in een oud huis. Het filmwerk is niet heel statisch; zo probeert de regisseur toch nog iets van leven te behouden. Maar het verhaal sleurt zich voor de zussen alsook voor de kijkers voort. Banken, tafels en kasten zijn veelvuldig de plaats van handeling. Net zoals bij iemand die gedwongen de hele dag thuis zit, is er in de film niet veel nieuws te vertellen, behalve als er weer eens iemand met een deur slaat.

Theatrale film

De manier waarop de film verteld wordt, is nogal omslachtig. Oncharmante handelingen worden uitgelicht om personages karakter te geven. De film is doorspekt met beelden die iets minder indruk maken dan dat ze bedoeld lijken: een vibrerend bed keert steeds terug als symbool voor de verveling van de zussen; huiselijke handelingen (zoals het smeren van een boterham) zijn erg prominent aanwezig terwijl dialogen worden gevoerd. Abrir puertas y ventanas heeft wel iets ontwapenends, maar sleept de kijker niet echt mee in de verveling of de rouw.

De film kijkt bijna als toneelstuk. In de film zit typisch toneelschoolacteerwerk: de actrices doen net te veel moeite om een interessant karakter te spelen in plaats van een geloofwaardigere en simpelere invulling van de rol te geven. De jonge actrices leveren op zich goed werk, maar het is te veel uitvergroot en het spel raakt te weinig de juiste snaar. Zeker omdat de minuscule wereld die Mumenthaler creëert, de actrices zo uitlicht, is dit een gemis. De theatraliteit is blijkbaar wat de jury in Locarno overtuigde, maar wellicht zou het verhaal op het toneel, in een klein vlakkevloertheater, beter tot zijn recht komen.

Boeken / Fictie

Groen glanzende tuinen vol taaie sinaasappelbomen

recensie: Peter Ghyssaert - Ezelskaakbeen

.

Laat je blik over het openingsgedicht ‘De strijkstok’ schuiven en je vermoeden is bevestigd: muziek is nog altijd een prominent thema in Ghyssaerts werk. Wel is Ezelskaakbeen compacter dan zijn eerdere werk. Waar Cameo (1993) bijvoorbeeld haast een tuin is waarin je bijna als een kind van steen naar steen langs de verzen springt (een pad gelegd langs onder andere het prachtige gedicht ‘De vijver’), zo waan je je in Ezelskaakbeen meer een vorsende botanist. Als je de gedichten van dichtbij beziet, groeien ze tot bijzondere soorten.

Exoten


Al taxonomerend ontdek je van alles in de bundel. Typische Ghyssaerts, zoals zijn prozagedichten – een genre dat de dichter met een decadentistische zucht vanaf Kleine lichamen (2005) in zijn oeuvre plantte –  maar ook exoten. De meest in het oog springende is ‘De koningtabel’, een gedicht vol namen van Britse vorsten en hun regeringsperioden. Het begin daarvan lijkt een spore van de poëzie van Borges, die natuurlijk nergens in diens werk voorkomt.

De koningtabel

Creoda of Crida: koning van 585 tot 593;
Pybba: koning van 593 tot 606;
Ceorl: koning van 606 tot 626;
Penda: koning van 626 tot 655;
    mogelijk een gedeeld koningschap; gevallen op het slagveld.
Eowa: koning van 635 tot 642;
    co-heerser en mogelijke rivaal.
Peada: koning van 635 tot 656;
    vermoord. Peada was onderkoning van Midden-Anglia
    en gedurende een korte periode onderkoning van Zuid-Mercia
    na 655.
Wulfhere: koning van 658 tot 675;
Athelred: koning van 675 tot 704;
    troonafstand: trok zich in een klooster terug.
Cenred: koning van 704 tot 709;
    troonafstand: ging als monnik naar Rome.
Ceolred: koning van 709 tot 716;
    krankzinnig gestorven; mogelijk vergiftigd. Het is

een mooie ochtend, zeldzaam helder voor deze contreien;
heuvels liggen koud en afgevlagd aan de horizon; er is
een stilte om van te genieten of
te betwijfelen.

Ik ben mijn naam vergeten; elke letter
kan de eerste letter zijn.

Iemand die net als ik zijn naam kwijt is
zal straks het bassin met parelgrijze verf omverkieperen.

Maar nu staat hij in dezelfde stilte
te genieten of te twijfelen.

Bijzonder sensitief is de volta aan het einde van de koningtabel die in het gedicht is opgenomen. Mogelijk komt dit door de perspectivische verandering: na een algemene opsomming is hier plotseling een anonieme mens aan het woord. De laatste strofen van het gedicht zijn dan ook typische Ghyssaert-strofen, want ook de stilte, de vergetelheid en de eindigheid hebben een plek in het gedicht. Bij Borges zouden die al gauw in het kader van de herinnering staan.

De broekspijp van een reus

Het gedicht ‘Van de loper die per ongeluk in een baan om de zon terechtkwam’ kan eveneens zijn aangewaaid. Het roept vluchtige associaties op met het ongebreideld fantasierijke Kosmikomische verhalen (1965) van Italo Calvino, al speelt het gedicht zich niet in het heelal af, maar in een alomvattende boomgaard.

Hij wilde niet, maar het gebeurde; de bocht
was veel te wijd, de broekspijp
van een reus.

Langs groen glanzende tuinen ging de weg, vol
taaie sinaasappelbomen.

Ook dit gedicht verwijst naar een aan een andere dichter ontsproten vers:

Lopende
viel hij in slaap, en slapend
liep hij langs de vruchten
en hun schil vol wonderlijke olie,

De strofe is niet te lezen zonder aan de opening van J.C. Bloems (zijn naar de natuur verwijzende naam is in deze weinig opmerkelijk) ‘Insomnia’ te denken. Ghyssaerts vers verleent zijn kracht aan een aantal mooie beelden, waarvan de wijde bocht die als een broekspijp van een reus wordt omschreven het meest in het oog springt.

Smakeloze avond


Een gouden ei is de bundel evenwel niet. Enerzijds bevat Ezelskaakbeen sterk beeldende, soms zelfs ontwrichtende gedichten en past de bundel gezien de thematiek binnen Ghyssaerts oeuvre, anderzijds heeft hij soms iets opgedofts. Dat komt door romantische frasen als ‘verspilde pijn’ en ‘misbruikte tijd’. Ook draagt de neiging tot het vage daaraan bij. Neem ‘De avond eindigt hier’:

Nooit helemaal begrepen,
nooit volledig naakt, nooit gevuld,
maakt ruimte tussen de spaken
van een draaiend wiel
de avond goed

en doet iets aan een roerloze,
verfomfaaide, misbruikte tijd
– en gaat voorbij.

De smakeloze avond
eindigt hier, in nuchter,
exploderend licht

maar het wiel, dat de ruimte
met zich meegenomen heeft
naar het einde van de weg, 
draait nog

en in het vergezicht
verzinnen we daarom een bocht
en verder niets.

De regel ‘naar het einde van de weg’ is én overbodig én te symbolisch en daarmee samenhangend, erg abstract. Het einde van het gedicht is evenwel ijzersterk. Daarmee is ‘De avond eindigt hier’ een aardig voorbeeld van Ghyssaerts bundel: vol sterke beelden en sensitieve verzen, maar evenmin verstoken van onkruid. Er had meer geschoffeld kunnen worden.

Boeken / Achtergrond
special: Avond van de literatuurkritiek in Perdu

Literatuurkritiek onder het mes

.

De critici zetten ieder apart hun kritisch credo kort uiteen. Onvermijdelijk krijgt dat enigszins het aplomb van ‘ik recenseer zoals het moet’. Gijsbert Pols (Freie Universität Berlin) imponeerde met losse flodders als: ’taal moet zin aan de werkelijkheid geven’ en ‘denken over esthetiek is een mooie manier om elkaar te vinden’. Joost de Vries (De Groene Amsterdammer) vroeg zich als criticus nuchter af wat de schrijver probeert en of dat lukt.

Kampen


Schouten bracht in herinnering dat in ‘zijn’ verzuilde tijd literaire tijdschriften elkaar per definitie vijandig gezind waren. De kampen experimenteel/hermetisch en realistisch/romantisch bejegenen elkaar tegenwoordig minder agressief door de oecumene als gevolg van gezamenlijk optrekken bij voorlezingen. De literatuur is wat hem betreft gelukkig ook minder esoterisch en meer maatschappelijk geworden: Schouten ziet graag uit een verhaal een wereldbeeld naar voren komen.

Universitair docent Nederlandse letterkunde Yra van Dijk hamerde erop dat ze de lezer ertoe wil bewegen kitsch af te zweren. De roman Grijze zielen van Philippe Claudel wijst zij af als kitsch omdat alles daarin uiteindelijk keurig op zijn plaats valt. Betekenissen mogen van haar onachterhaalbaar blijven. Maar als ze zegt dat een tekst oneindig veel mogelijkheden heeft om te lezen, dan lijkt het ook mogelijk Grijze zielen níét als kitsch af te serveren. Hoe staat het dus met haar openheid en onbevangenheid?

Schandaal

Matthijs de Ridder, medeoprichter van de Reactor, meende dat lezers overgeleverd zijn aan de willekeur van de recensent met zijn persoonlijke meningen. Die staan meningsvorming bij de lezer in de weg. Maar is het niet De Ridders persoonlijke mening dat het entertainment van Peter Buwalda’s alom gevierde roman Bonita Avenue abusievelijk voor kwaliteit wordt aangezien? ‘Een schandaal!’ Hij houdt, ook al persoonlijk, niet van gevoelsliteratuur, wil intellectueel uitgedaagd worden. Hij wil weten hoe een boek zowel als de meningen daarover tot stand komen.

Na de pauze gingen dame en heren met elkaar in debat. Ook nu bleek dat gesprekspartners het graag met elkaar oneens zijn. Net als in de gemiddelde talkshow werden vliegjes afgevangen, werd er gekibbeld, vrolijk langs elkaar heen gepraat en wisselden misverstanden elkaar luchtigjes af.  De discussie moet immers aan de gang blijven en niet in consensus indutten. Zo’n rondgang van spraak en tegenspraak leek het publiek niettemin te boeien, ook dankzij grapjes en andere spitsvondigheden.

Ook de deelnemers deze avond lazen elkaar liever de les hoe te recenseren dan dat ze probeerden te achterhalen waardoor literatuurkritieken aanmerkelijk verschillen; verschillen die misschien zelfs gekoesterd moeten worden. Per definitie immers liggen de beperkte referentiekaders aan die verschillen ten grondslag, wat natuurlijk geldt voor alle terreinen waarop commentaren niet van de lucht zijn. En karakterverschillen komen daar dan nog eens dunnetjes bij. Het onderwerp kan ad infinitum op de agenda blijven staan.

Avond van de literatuurkritiek • Perdu in samenwerking met de Reactor.org • 10 februari 2012

Film / Films

Antiheld

recensie: Hesher

Loud music. Pornography. Burning shit to the ground‘. Enkele hobby’s van Hesher worden op de website van de film krachtig samengevat. De zwarte tragikomedie over deze fictieve antiheld trok twee jaar geleden al de aandacht op filmfestivals.

~

Nog voor zijn optredens in Inception en 50/50 kroop Joseph Gordon Levitt in de huid van Hesher, een aso die schijt heeft aan alles en iedereen. Grove bek, lange haren en kinderlijk gezette tatoeages die niets aan de verbeelding overlaten. Fan van Metallica en als het moet een tikkeltje gewelddadig. Door een samenloop van bizarre omstandigheden weet hij binnen te dringen in het gebroken gezin van de dertienjarige TJ, zijn apathische vader en verwarde oma. Het huis blijkt gedompeld in zware rouw. In al zijn onaangepastheid brengt Hesher wat leven in de brouwerij. 

Lamgeslagen vader
Hij rookt ongewenst in huis, gebruikt de wasmachine zonder te vragen en loopt in zijn onderbroek rond terwijl hij TJ continu intimideert. Door de tranquillizers en het verdriet om zijn overleden vrouw is pa te lamgeslagen om dit door te hebben. Hij denkt dat Hesher een vriend van zijn zoon is. De ongenode gast eet mee, schuwt geen boer of schuine opmerking en neemt bezit van de garage waar hij slaapt en scheurt op zijn elektrische gitaar. Oma is al lang blij dat ze weer eens wat muziek hoort in huis.

Ze blijkt het aardig te kunnen vinden met Hesher. Zijn grofheden en foute grapjes komen gelukkig niet helemaal aan, maar het filosofische verhaal van de slang en de muis wekt sympathie. Het duurt dan ook niet lang voordat Hesher voorstelt de inhoud van oma’s medicinale sigaretten met een waterpijp te roken. TJ en zijn vader bezoeken op dat moment een groepsgesprek met lotgenoten. Deze scène is met zoveel intense treurnis in beeld gebracht dat compassie zomaar kan omslaan in hoon. 

Kindsterretje of stuntman?

~

TJ zit niet te wachten op therapeutische sessies. Hij heeft al genoeg aan zijn hoofd met Hesher. Tot overmaat van ramp krijgt hij te maken met een andere lastpost. De rol van TJ wordt geloofwaardig vertolkt door Devin Brochu, die met een feilloos gevoel voor drama de belofte van nieuw kindsterretje inlost. Mocht hij het onverhoopt niet gaan redden als acteur, dan kan hij altijd nog solliciteren naar de functie van stuntman. Zelden liet iemand van die leeftijd zich zo uitbundig molesteren, omver rijden en van zijn fiets vallen.

Een andere opvallende rol is weggelegd voor Natalie Portman, nog voordat ze de Oscar won met Black Swan. In Hesher is ze geen lichtvoetige stervende zwaan, maar een onzekere, sullige supermarktcaissière met een te grote bril. Deze lichtneurotische Nicole redt TJ een keer uit de handen van zijn belager. Ze ontwikkelen samen een bijzondere vriendschap, waarmee Hesher zich uiteraard gaat bemoeien. Ook de grootmoedervertolking van Piper Laurie (de ultrareligieuze moeder in het horrordrama Carrie, 1976) is realistisch.

Regisseur Spencer Susser maakt met Hesher een veelbelovend speelfilmdebuut. Een komisch drama over een nihilist die het met zijn non-conformistische gedrag klaarspeelt een puberjongen en zijn vader uit een moeras van rouw te trekken. De uiteindelijke manier waarop is even hilarisch als gedenkwaardig.

Muziek / Album

Akoestische soul-folk-blues

recensie: Mathis Haug - Playing My Dues

Er zijn van die albums die moeilijk te vatten zijn in een zin. Deze van Mathis Haug kan in dat rijtje worden opgenomen. Playing My Dues herbergt een muzieksoort die in essentie akoestische blues is met vleugjes soul en folk.

Playing My Dues is het debuutalbum van de in Duitsland geboren en in Frankrijk wonende Mathis Haug. Folk-blues vermeldt het cd-hoesje. Na het draaien van dit kleinood resteert vooral de verwondering. Haug verwarmt de koude winterdag met akoestische muziek die zo voorzichtig klinkt als blues kan zijn. Behoedzaam, om het ijs en de sneeuwkristallen niet te breken wanneer je warm achter het glas zit en een zacht vuurtje de beleving compleet maakt.

Herinneringen
Playing My Dues roept allerlei referenties op. In openingstrack en titelnummer klinkt Haug als de praatstem van een jonge Leonard Cohen en ook in andere liedjes keert het gevoel aan Cohen terug. Verder zijn er verwijzingen naar de aparte voordracht van John Trudell. Niet dat Haug alleen maar praat: af en toe zit er een vleugje soul in zijn zang en roept hij, in de lage registers, Al Green op. Zijn gitaarspel doet denken aan het akoestische werk van Björn Berge. In ‘Pickpocket’ is het geluid van Jonathan Richman and the Modern Lovers te horen. De afsluiter van het album ‘The Caretaker’s Parade’ heeft de touch van Charlie Louvin’.

Onbekende projecten
Aan vergelijkingen geen gebrek dus, maar beschikt Mathis Haug ook over een eigen geluid? Jazeker, want Haug schuurt met zijn subtiele spel slechts tegen de muziek van anderen aan en maakt er een cocktail van. Dat Haug op zijn vijfendertigste debuteert is verrassend. De muzikant werkte eerder echter aan vele projecten in Duitsland en Frankrijk mee. Zo heeft hij zijn sporen achtergelaten in Fanda BoomBoom, Mat Robert and The Space Foxes, Spoonfull, Mathis and The Mathematiks, The Headcutters en l’Orchestre Evariste Bouchardeau. Geen van deze bands zijn overigens bekend geworden in Nederland. Met Playing My Dues kan het wel eens anders gaan. Zeker als de door de wol geverfde Haug het op de podia weet waar te maken.

8WEEKLY MediaPlayer