Muziek / Achtergrond
special: The Liquid Machine – The Engine

Voordeel van de twijfel

Deze jonge band zet gedurfd een geluid neer dat dicht bij dat van Volbeat ligt, maar niet de zware zang heeft van die formatie.

The Liquid Machine schroomt niet om met een grootse en heftige benadering tegen de metal aan te schuren, maar toch dicht genoeg tegen de pop – en vooral rock – aan te blijven om mogelijk ook een plaatsje op de hitradio te veroveren. Bas Wienhoven en de zijnen debuteren met The Engine met een mini-album van zes eigen composities, in een standaardbezetting van gitaren, bas en drums. Twee van de vier leden tekenen ook voor de backing vocalen, naast leadzanger Wienhoven.

Zoals het een harde band betaamt, kennen ze ook een zachte kant. The Liquid Machine doet met ‘One Man Solution’ een twee minuten durende gooi naar een rockballad. Als na een alleszins smakelijke start deze song na zo’n twee minuten weer ontploft in het stevige geluid, ontstaat een gevoel van gemis naar dat begin. Er is een moment niet voldoende diepgang in wat deze jongelingen brengen. In de hardere c.q. uptempo composities overtuigt het kwartet beter.

Af en toe klinkt het een beetje recht-toe-recht-aan, maar de band krijgt het voordeel van de twijfel vanwege hun potentie. Geef ze in handen van een goede producer en iets meer budget om het geluid verder aan te kleden en ze komen met een vervolgalbum dat kan wedijveren met de mannen van Volbeat en andere gelijksoortige muziek. The Engine draait en komt in beweging.

Film / Achtergrond
special: Trois Mondes

Vergiffenis is niet te koop

Wanneer Al een man aanrijdt, besluit hij niet te stoppen. De gevolgen van deze beslissing worden uitgebreid behandeld in het aangrijpende Trois Mondes.

~

Al (Raphaël Personnaz) denkt met zijn hit and run weg te kunnen komen, maar Juliette (Clotilde Hesme) heeft het ongeval gezien. Ze schiet het slachtoffer, een illegale Moldavische arbeider, te hulp en ontmoet daarop ook zijn vrouw Vera (Arta Dobroshi) in het ziekenhuis. Juliette en Vera raken al snel bevriend, maar de film wordt pas echt interessant wanneer Juliette het illegale echtpaar wil helpen door Al te traceren.

Het ongeluk verbindt in een spectaculaire klap drie werelden. De rijke, commerciële wereld van Al die alles heeft, bijna gaat trouwen en op het punt staat een groot bedrijf te leiden. De intellectuele wereld van Juliette, die zwanger is van een filosoof maar zelf nog geen levensdoel heeft. En tenslotte Vera’s wereld van illegaliteit, die als vrouw van het slachtoffer vanwege haar situatie geen aangifte kan doen.

Puik acteerwerk

~

Trois Mondes blinkt uit in puik acteerwerk. Raphaël Personnaz speelt geweldig als Al, wiens wereld instort na het ongeluk. Hij is geen slechte man, maar is in paniek doorgereden en probeert het nu uit alle macht goed te maken. Hoewel zijn geld vaak uitkomst heeft geboden, is wat hij nu wil niet te koop. Naast de acteerkunsten kent Trois Mondes een spannend verhaal, dat steeds beter wordt naarmate de hoofdpersonen dichter tot elkaar komen.

Regisseur Catherine Corsini levert een meeslepend drama af, waarbij ze middels vele close-ups de aandacht op de hoofdrolspelers weet te vestigen. Met name de manier waarop het schuldgevoel van Al in beeld wordt gebracht is indrukwekkend. Alleen al zijn paniek en radeloosheid zijn een reden om deze film te zien.

Boeken / Fictie

Deels geslaagd experiment

recensie: T.C. Boyle (vert. Gerda Baardman, Tjadine Stheeman & Onno Voorhoeve) - San Miguel

.

De Amerikaanse auteur T.C. Boyle dook voor San Miguel opnieuw de geschiedenisboeken in. De hoofdrol is voor het eiland San Miguel aan de Californische kust; vanwege de vele scheepswrakken ook wel ‘het kerkhof van de Pacifische oceaan’ genoemd.

In Boyles 24e roman vertelt hij de geschiedenis van het eiland tussen 1888 en 1942 vanuit het oogpunt van drie vrouwen. De aftrap is voor Marantha, wiens echtgenoot de helft van San Miguel heeft gekocht Deze kapitein Waters overtuigt zijn vrouw ervan dat de lucht op San Miguel haar vergevorderde tuberculose goed zal doen. Wat hij haar vergeet te vertellen is dat het klimaat van San Miguel vooral mistig en stormachtig is en dat hun droomhuis op het eiland weinig meer is dan een schapenkot. In het tweede deel van het boek, dat aandoet als een intermezzo, vertelt hun geadopteerde dochter Edith over haar pogingen om van het eiland af te komen om actrice te worden. Na het vertrek van de familie Waters wordt San Miguel gekocht door veteraan Herbie Lester en zijn vrouw, die verlangen naar hun persoonlijke paradijs.

Nooit grappig

Voor Boyle is San Miguel zijn eerste ‘niet-komische historische roman’, in tegenstelling tot boeken als Riven Rock en Water Music, waar hij telkens een flinke dosis cynische humor incorporeerde. De schrijver/historicus raakte voor het eerst geïnteresseerd in San Miguel, een eilandje van 13 bij 6 kilometer op een steenworp afstand van zijn woonplaats, terwijl hij onderzoek deed voor een eerdere roman. Het thema valt, zo zegt hij zelf, precies binnen zijn twee grote obsessies: de eeuwige strijd tussen mens en natuur en de Amerikaanse zoektocht naar onafhankelijkheid en utopieën.

Het moge duidelijk zijn dat San Miguel verre van een utopie is, hoewel de kracht van de roman ligt in de prachtige beschrijvingen van haar landschappen en de verschillende visies van de diverse vrouwen. Waar Marantha nooit echt gelukkig wordt op het eiland en Edith direct al terugverlangt naar Santa Barbara, ziet Elise het eiland als haar kans op een nieuw leven met haar kersverse echtgenoot. Door haar ogen komen de magie en vreemde aantrekkingskracht van het eiland pas ten volle tot hun recht.

Te veel grazende schapen

Maar liefst drie vertalers kwamen eraan te pas om het solide proza van Boyle te vertalen. Hoewel de roman een prachtige beschrijving geeft van de harde omstandigheden van pioniers die een bestaan proberen op te bouwen, wordt de afwezigheid van enige humor ernstig gemist. Boyles vakmanschap kan niet voorkomen dat de roman eentonig dreigt te worden na het zoveelste verslag over de grazende schapen van San Miguel. Bovendien zijn romans over kolonisten bepaald geen unicum en voegt San Miguel weinig toe aan wat er op dat gebied al geschreven is. Een deels geslaagd experiment dus.

Inmiddels is San Miguel een natuurgebied en onderdeel van het archeologisch register. Hoewel er elk jaar enkele honderden enthousiaste kampeerders op af komen, behoren pioniers zoals die uit Boyles roman tot het verleden.

Boeken / Kunstboek

Morbide kunst uit Canada en Gent

recensie: Marcel Dzama en Berlinde de Bruyckere - The never known into the forgotten en Romeu, 'my deer'

.

Het werk van Marcel Dzama en Berlinde de Bruyckere is niet bijster vrolijkmakend. Ze maken beiden zwarte en morbide kunst, het ene gestileerd in tekeningen, het andere in weefsel en geweien. Twee kunstboeken onderzoeken de gewelddadige en kwetsbare kant van de mens.

~

Marcel Dzama uit Canada maakte naam met zijn sterk geënsceneerde taferelen van inkt en waterverf. Maar hij gebruikt ook materialen als fotocollages, sculpturen en film voor zijn exotische figuratief werk. Kijkend naar de opvallende werelden van Dzama is het net alsof je in een verontrustende musical terecht bent gekomen. Voor je ogen vinden onbekende rituelen plaats die vormen van geweld in zich dragen. 

De levendige tekeningen van Dzama vormen een groot contrast met de verstilde sculpturen van Berlinde de Bruyckere. De Bruyckere functioneert als een morbide aflegger. Na haar eerdere opgezette paarden in onnatuurlijke poses en een gezichtloze staande Marthe, zijn het nu menselijke benen die met een verwrongen romp van de muur hangen. Wassen beelden met katoen, wol en touw aangezet. Grauw grijze huiden worden in combinatie met het gewei van een geschoten hert tot kunstobject gemaakt.

~


Liggende I is een dood menselijk lichaam dat met een gewei tussen de benen is versmolten. Het is een voor het oog nog bijna herkenbare vorm. Van daaruit variëren de sculpturen in het boek Romeu, ‘My Deer’ in vorm, maar niet in de afgestorven kwaliteit van het materiaal. De Bruyckere mengt in deze nieuwe serie de eerdere afzonderlijke vormen van mens en dier tot een emotionele symbiose tussen de twee.

~

Met werken als The Wound I en Lingam II begeeft De Bruyckere zich richting Louise Bourgeouis, die haar depressieve aard verbijsteringwekkend openlegde in haar kunst. De wassen fallus in een kleine vitrine en de onsmakelijke twee proppen lijken in vorm op de Bourgeouis sculptuur Janus Fleuri. Meer dan dat nog leggen ze diepe psychologische wonden open door toespelingen op een verwrongen seksualiteit. Het nieuwe werk is daarin niet zo overdonderend als de eerdere paardenserie van De Bruyckere. Maar het is wel een bijna onpasselijk makende emotionele overdenking over de fragiliteit van het leven en die maakt indruk.

The never known into the forgotten • Marcel Dzama • Verlag Kettleren • 44,90 euro • ISBN: 978-3-86206-101-3
Romeu, ‘my deer’ • Berlinde de Bruyckere • Skira • 44 euro • ISBN: 978-88-572-1444-3

 

Film / Films

Een doodlopend verlangen

recensie: To the Wonder

.

Terrence Malicks zesde film To the Wonder neemt je mee in een emotionele en spirituele wervelwind waarin de thema’s liefde en geloof worden onderworpen aan een verhoor met veel beeld en geluid, maar weinig verhaal. Zoals de passie voor liefde dooft, dooft langzamerhand ook de film.

De (Amerikaanse) meningen over To the Wonder zijn verdeeld. Malick is een poëet, een kunstenaar maar tegelijkertijd ook een regisseur die het niet al te nauw neemt met de conventies van het medium film. Een Malick-film moet je daarom ook niet kijken maar beleven.  Zijn visie is niet in een woord te omvatten en stijgt boven de bekende filmformules uit. Hij vertelt geen verhaal maar stelt ethische vragen en zoekt naar de uitblijvende antwoorden. De alom geprezen Tree of Life was zijn artistieke hoogtepunt. Maar waar Tree of Life allegorisch en vernieuwend in zijn soort was, blijft zijn nieuwste To the Wonder steken op een middelmatig wannabe-niveau. De vraagstukken over liefde en geloof nemen de kijker mee op een inspirerend bedoelde zoektocht, maar het betoverende effect blijft uit.

~

In To the Wonder wordt de titel binnen de kortste keren uitgelegd. De kathedraal van Mont St. Michel, de plaats waar de hoofdpersonen zich bevinden, wordt namelijk ook wel ‘het wonder’ genoemd. “We climbed the steps to the wonder”, zegt Marina (Olga Kurylenko) tegen niemand in het bijzonder. Samen met haar Amerikaanse minnaar Neil (Ben Affleck) lijkt ze gelukkig verliefd te zijn en verlaat ze haar woonstad Parijs om bij Neil in Oklahoma te kunnen gaan wonen met haar tienjarige dochter. Wanneer Marina’s visum na 2 jaar verloopt, keert zij terug naar Frankrijk en begint Neil iets met zijn oude schoolvriendin Jane (Rachel McAdams). Maar Marina kan haar draai in Parijs niet vinden en zoekt Neil opnieuw op. Ondertussen verkeert de plaatselijke priester Quintana (Javier Bardem) in een geloofscrisis. 

Karakters als symbolen

~

Het meest opmerkelijke aan To the Wonder zijn de vier hoofdpersonages. Ze dienen louter het verhaal en zijn voor de rest karakterloos. Ze constateren in hun eigen –gefluisterde- voice-overs wat ze denken en meemaken, maar niet wat ze voelen. Ze communiceren niet door te praten, maar door hun lichamen te laten spreken. De twee vrouwen zijn constant in beweging en dartelen alsmaar rond, terwijl Neil een passieve aanwezigheid is. Hij kijkt toe maar handelt niet. De gebogen houding van Quintana weerspiegelt zijn afnemende geloofsovertuiging. Naarmate de film vordert symboliseren het lichaam en de ruimte de veranderingen in de liefde en het geloof in God. Alledaagse handelingen, de leegte, en de hoop op liefde zijn door Malick subtiel uitgewerkt.

Prachtige cinematografie

Het is bewonderswaardig hoe Malick tekst, beeld en geluid in elkaar laat overvloeien en elkaars vragen laat beantwoorden. Hoewel hij minder experimenteert met filmische middelen dan in Tree of Life, laat hij in To the Wonder toch ook zien dat filmmontage op zich al kunst is, en hoe belangrijk camerapositionering is. Dit is echter ook meteen de valkuil: omdat er geen narratief is, blijven de beelden zich herhalen. In het begin is dat interessant, maar halverwege de film prikkelt het niet meer. Het boeit niet van het begin tot het eind, terwijl het toch juist zulke diepgaande thema’s behelst. Het is een poging tot maar is het niet helemaal. Malick heeft een paar jaar geleden duidelijk zijn ‘wonder’ bereikt en daalt nu naar beneden. 

Film / Films

Wachten op het leven

recensie: Hello I Must Be Going

Aan de kant gezet worden is zo pijnlijk dat het soms lang kan duren voordat iemand weer opkrabbelt. In Hello I Must Be Going neemt Amy de tijd voor haar herstel. Ruim de tijd.

Een dochter die na haar scheiding bij je intrekt en nauwelijk iets onderneemt om uit de misère te geraken: de moeder van Amy is er niet blij mee. Ze vindt haar dochter maar een aansteller en dat laat ze merken ook. Aanvankelijk lijkt de moeder dan ook een kil kreng, dat zich onvoldoende kan inleven in de pijn van dochter en hoofdpersoon Amy. Maar terwijl de film verder kabbelt en Amy tobt, dringt de vraag zich op of de pijn van een verbroken relatie in verhouding staat tot de herstelperiode die Amy zichzelf gunt. En een tweede vraag is of die herstelperiode interessant genoeg is voor een film.

Onvoelbare pijn

~

Want ook al gebeurt er wel het een en ander waardoor Amy haar leven weer een nieuwe impuls kan geven, ze weigert in beweging te komen. Haar verslagenheid had wellicht interessant kunnen zijn, als regisseur Todd Louiso de herstelperiode af had gezet tegen een eerdere periode van geluk. De paar zinnen die nu naar het verleden met ex-man David verwijzen, schieten gewoonweg tekort. Doordat het verloren geluk onzichtbaar blijft, is de pijn minder voelbaar en lijkt Amy eerder een vermoeiende aansteller dan een betreurenswaardige heldin. Vooral als blijkt dat haar ex-man in een scène zo onaantrekkelijk wordt neergezet, dat het ongeloofwaardig wordt dat Amy ooit iets in de man zag.

Nu hoeft niet elke film een held te hebben, maar het zwelgen van Amy in haar verdriet neemt wel erg grote delen van Hello I Must Be Going in beslag. Hierdoor is er nauwelijks ruimte om de opbloeiende liefde tussen Amy en een jongere man goed neer te zetten en mist de film urgentie.

Film als achtergrondmuziek

~

Amy wordt – niet onverdienstelijk – gespeeld door Melanie Lynskey, bekend van het intrigerende Heavenly Creatures. Toch weet ze de passiviteit van haar personage niet tot een fascinerend schouwspel te maken. Eerder kreeg Scarlett Johansson dat in Lost in Translation wel voor elkaar tijdens de scènes waarin ze rondhangt in haar hotelkamer. Het helpt de rest van de cast niet dat bijna alle andere personages eendimensionaal zijn, zelfs karikaturaal, zoals Amy’s moeder, broer en haar ex-man.

Hello I Must Be Going is een film die desondanks nergens echt storend wordt voor de kijker. Het heeft daarom alle karakteristieken van achtergrondmuziek: het is geen onprettige film, maar ook niet indrukwekkend.

Film / Films

De gevoelige kant van Jason Statham

recensie: Hummingbird

.

Een film met Jason Statham in de hoofdrol betekent vaak een ding: actie. In Hummingbird toont Statham zich van zijn gevoelige kant, maar of dat nou zo’n goed idee is?

~

Hummingbird, ook bekend onder de titel Redemption, vertelt het verhaal van ex-commando Joseph Smith (Jason Statham) die zijn dagen slijt in de achterstandswijken van Londen. Hij is dakloos, aan de drank en in de eerste scène vlucht hij voor een straatschoffie dat hem wil vermoorden. De vluchtroute brengt Joseph uiteindelijk via een dakraam in een penthouse, waar hij middels een spiegel zijn leven overziet. Wanneer het antwoordapparaat meldt dat de huidige bewoner nog enkele maanden weg is, besluit hij het penthouse te gaan bewonen en zijn leven weer op te pakken.

Heel veel problemen

Normaal gesproken zou Statham op zoek gaan naar zijn belager, waarbij hij onderweg flink wat mensen verminkt en vermoordt. In Hummingbird is Statham echter vooral op zoek naar zichzelf, want er is behoorlijk wat mis gegaan de afgelopen tijd. Na een incident in Afghanistan waarbij zijn maten zijn gesneuveld, is Joseph niet meer de oude. Hij wordt gezocht door de militaire krijgsraad, is aan de drank gegaan, heeft zijn vrouw en dochter verlaten, wordt verliefd op een Poolse non, heeft nachtmerries en hallucineert over kolibries (hummingbirds).

In bovenstaande rijtje vallen een aantal problemen op waar Stathams personages zelden last van hebben, met de kolibries als opvallendste voorbeeld. Maar ook in de liefde is het niet vaak raak. De dood van een geliefde kan de drijfveer zijn om de halve cast om te leggen, maar aandacht besteden aan liefdesrelaties wordt gezien als tijdsverspilling. En terecht, zo blijkt hier, want de ongepaste, ongemakkelijke relatie met de getraumatiseerde non is geen succes. Aanstichters zijn de langdradige dialogen en het vertwijfelde koppie van ex-model Agata Buzek, wiens acteerkunsten verre van memorabel zijn.

De mix van problemen is vreemd, maar de hoeveelheid is ook niet alles. Hoeveel problemen kan je hebben? Als iemand al in een kartonnen doos leeft én aan de drank is én bijna vermoord wordt, dan is dat genoeg ellende voor een film van anderhalf uur. Die non, zijn ex en de krijgsraad kunnen dan wel achterwege gelaten worden. Bovendien worden alle problemen gelijktijdig uitgewerkt. Omdat de problemen relatief weinig met elkaar te maken hebben en als enige link de persoon hebben waarin ze zich manifesteren, is de film onsamenhangend en mist hij diepgang.

Accent en oneliners

~

Het is begrijpelijk dat Statham af en toe zoekt naar rollen waarin hij meer doet dan met zijn typische accent coole oneliners uitspreken. Iets buiten zijn ‘comfort zone’. Maar de kracht van Statham ligt juist in oneliners en zijn accent. En die kracht gebruikt Hummingbird niet. Actiescènes zijn er weinig en de film bevat slechts een aardige oneliner: ‘You’ve got a knife and I’ve got a spoon. Tell me what happened to her, or I’ll kill you with this spoon.’ En dat haalt het niet bij oneliners als: ‘You know hurling? It’s a cross between hockey and murder.’ – Blitz (2011).

Hummingbird blijft steken tussen actie en drama. Statham en actie zijn haast synoniem, maar Statham en drama is vooralsnog geen goede combinatie. Al valt dat ook het script te verwijten dat teveel problemen herbergt en afgeraffeld overkomt. Een dramatisch uitstapje dus, maar gelukkig kunnen fans watertanden bij Stathams nieuwe projecten zoals The Expendables 3 en Fast & Furious 7

Muziek / Album

De keizer en de profeet

recensie: Empire of the Sun - Ice on the Dune

.

Bijna vijf jaar hebben de liefhebbers moeten wachten op nieuwe liedjes van Empire of the Sun. Het nieuwe album klinkt zowel spannend als vertrouwd. Met Ice on the Dune heeft het Australische duo een overtuigende opvolger van Walking on a Dream gerealiseerd.

Empire of the Sun is een project van Luke Steele van rockband The Sleepy Jackson en Nick Littlemore, helft van het elektronische duo Pnau. Behalve een muzikaal project is het ook een theatrale act, compleet met kostuums en opvallende videoclips. In maart werd Ice on the Dune aangekondigd met een fantasierijk achtergrondverhaal over vier priesters, een keizer en een profeet. Het verhaal begint als volgt:

‘Once, the world was pure. It was the Emperor and the Prophet who kept it thus.’

Het is een mythisch verhaal dat speelt in een denkbeeldig verleden. Op het podium spelen Steele en Littlemore de rollen van deze keizer en profeet. Tijdens interviews laten ze zich dan ook het liefst aanspreken als Emperor Steele en Lord Littlemore.

Feelgood popliedjes
Het album opent met ‘Lux’, een filmisch intro à la Richard Straus’ ‘Also sprach Zarathustra’. De sfeer van dit intro strookt niet helemaal met de uptempo sound van de rest van het album, maar het past wel in het theatrale geheel. Daarna volgen onmiddellijk twee van de hitgevoeligste liedjes van het album: ‘DNA’ en ‘Alive’. Eigenlijk is het album een verzameling van dit soort feelgood popliedjes, waar alles in het teken staat van zorgeloosheid en euforie.

‘Alive’ komt waarschijnlijk het dichtst in de buurt van de wereldhits ‘We are the People’ en ‘Walking on a Dream’ van het vorige album. Nummers die nog elke dag in talloze bewerkingen op feestjes worden gedraaid. Ook ‘Concert Pitch’, titelnummer ‘Ice on the Dune’ en ‘Çelebrate’ dragen een zweem van de grootsheid van die nummers in zich. Toch is de grenzeloze euforie van ‘We are the People’ en ‘Walking on a Dream’ niet in die mate te vinden op Ice on the Dune.

Goed maar niet uitmuntend
Waarschijnlijk is dat waarom dit album wel goed, maar niet gelijk uitmuntend is. De plaat is evenwichtiger en gemiddeld genomen beter dan Walking on a Dream, maar de hoogtepunten zijn niet zo overduidelijk. Ice on the Dune boeit van begin tot einde, waar Walking on a Dream alleen op de hoogtepunten belangwekkend was en bij momenten zelfs ronduit saai en vervelend. Op dit nieuwe Empire of the Sun-album staan meer goede liedjes, maar of de pieken net zo hoog zijn als op Walking on a Dream is maar de vraag.

Al met al is Ice on the Dune een overtuigende opvolger van Walking on a Dream. Het is een album vol extatische dansliedjes, liedjes die het deze zomer goed zullen doen op festivals en feestjes. Als u zelf deze zomer op een feestje bent dat naar uw zin te stijfjes is en maar niet wil loskomen, zet dan deze cd op. Empire of the Sun tovert gegarandeerd een glimlach op de gezichten van de aanwezigen. Zo niet, vertelt u dan maar een verhaal over vier priesters, een keizer en een profeet.

Live in Nederland:
16/17/18 augustus – Lowlands, Biddinghuizen

Muziek / Concert

Spalding is de ster

recensie: Esperanza Spalding

Esperanza Spalding maakt muziek die geworteld is in de jazz maar die ook een pop/soul-liefhebber zal aanspreken. Met vier albums van grote klasse op haar cv is deze dame een ervaren muzikant die niets aan het toeval overlaat.

Spalding laat in Eindhoven eerst haar elfkoppige band plaatsnemen op het podium en het eerste nummer inzetten. Terwijl het oplettende publiek al wel kan horen dat er bas gespeeld wordt, verschijnt Spalding al spelend op de elektrische bas op het podium en zoekt de centrale plek op waar haar akoestische bas al op haar ligt te wachten. De ranke verschijning van Spalding, als altijd met groot Afro-kapsel en nu gehuld in witte legging, hooggehakt en lichtgekleurde blouson, maakt overduidelijk wie er in het middelpunt van de belangstelling staat van dit muzikale gezelschap.

Uitstraling van een toneelstukje

~

Het blazersensemble van Spaldings band staat achter een groot bord dat de radio van haar laatste album Radio Music Society uitbeeldt. Een opstelling die je ook terugziet bij wat oudere jazzorkesten. De band van Spalding is feilloos op elkaar ingespeeld en volgt en ondersteunt Spalding op een voorbeeldig indringende en vooral virtuoze manier, waaruit  blijkt dat vooral de dame in het middelpunt de touwtjes stevig in handen heeft. Er wordt voornamelijk materiaal gespeeld van het laatste album dat Spalding vorig jaar uitbracht. Minpuntjes zijn er niet veel al is het vermakelijk te zien hoe Spalding bij sommige nummers spreekt tegen een virtuele persoon en daar dan niet het publiek bij betrekt. Bij haar voordracht lijkt deze persoon te zweven tussen haar en de eerste rijen van het publiek. Het had van meer risico getuigd als die persoon iemand uit het publiek was geweest. Nu heeft het de uitstraling van een toneelstukje.

Gloedvolle uitvoering
Een van de fraaiste momenten is een gloedvolle uitvoering van het slotnummer van het album Radio Music Society, ‘Smile Like That’, dat tintelt in de oren zodra Spalding haar opvoering van de inleiding heeft gedaan om vervolgens in een intens gespeelde uitvoering te belanden. Het is zeker niet het enige hoogtepunt van de avond. De fraaie uitvoeringen van ‘Radio Song’ waarmee de avond begon en het geweldige ‘Black Gold’ horen daar ook bij. Live zijn alle uitvoeringen meer jazzy dan in de studio en worden ze met meer improvisaties uitgesponnen. Een bijzondere vermelding krijgen de backing vocalen van trompettist Leala Cyr en van Chris Turner, die zelfs een lied bijna alleen zingt. Turner heeft een prachtstem en maakt niet voor niets ook langzaam naam als soloartiest. Het optreden is één langgerekt hoogtepunt. De toegift waarbij Spalding samen met drummer Lyndon Rochelle terugkeert is een waardig toefje op de heerlijke taart.

Muziek / Album

Gevarieerd en hoogstaand

recensie: Paul Rose - Double Life

Stergitarist Paul Rose is in de basis een rockgitarist maar speelt met gemak iedere stijl. Hij werd ooit uitgeroepen tot gitarist van het jaar door het blad ‘Guitarist Magazine’ en oogstte de lof van Rory Gallagher.

Wat doe je als begenadigd gitarist, die een album wil uitbrengen om zijn naam als soloartiest te vestigen, maar zelf geen muziek schrijft en ook niet zingt? Dan put je uit de grote hoeveelheid prachtcomposities die ooit zijn geschreven en verzamelt een keur aan gastmuzikanten en –zangers met bijzondere stemmen en duikt de studio in. Ziedaar het recept voor Double Life: het nieuwe album van Paul Rose. En dat heeft een smakelijk resultaat opgeleverd.

Raden wie het zingt
Na zes albums in eigen beheer te hebben uitgebracht, heeft Rose nu zijn heil gezocht bij een label en het daarbij behorende distributiekanaal. Het werd tijd om uit de schaduw te treden van de artiesten waarvoor hij speelt. Rose laat ons raden wie er nu welk lied zingt op zijn album. Hij wist Raffia Ford, Sweet Pea Atkinson, Terry Evans en Bernard Fowler te strikken om hun vocalen te laten klinken op dit project. De eerste opvallende bijdrage is ‘Let’s Straighten It Out’, gezongen met een heerlijke soulstem met behoorlijke blues in de aderen. Het is de stem van Sweet Pea Atkinson en ze brengt dit nummer van Benny Latimore naar grote hoogten. Met het door Gamble and Huff geschreven juweeltje ‘Drowning In The Sea Of Love’ begeeft Rose zich op het gladde ijs van de edelkitsch, maar hij komt ermee weg omdat hij dit vaak in ballad-vorm gegoten nummer in een lekker bluesjasje heeft gestoken dat ook nog goed past. Het is een gedurfde keuze die erg fijn uitpakt met inzet van de stem van Bernard Fowler.

Muzikanten met fraaie staat van dienst
‘Dark End Of The Street’ wordt gezongen door Terry Evans, wat een uitstekende keuze is in combinatie met het smaakvolle gitaargeluid van Rose zelf. In het daaropvolgende ‘Ball And Chain’ kruipt Rose de blues-hoek in en horen we zijn gitaar heerlijk janken. De andere muzikanten die Rose verzamelde voor dit album hebben een fraaie staat van dienst. Gitarist Randy Jacobs speelde bij Bonnie Rait, BB King, Was Not Was, Elton John en Kris Kristofferson. Richie Mrales drumde bij Al Di Meola, Mike Stern en the Brecker Brothers. Kenny Hutchison baste vaak op de albums van Rose en toetsenist Tio Banks speelde voorheen bij Was Not Was en Duran Duran. Dit gedegen gezelschap geeft Double Life een afwisselend en vooral kwalitatief hoog gehalte. Door de variatie in zangers nodigt het album extra uit om vaak te draaien.