Film / Films

Woensdag broccolidag

recensie: Eat Sleep Die

Een jonge immigrante verliest haar baan en wordt geconfronteerd met het werkloze bestaan. Geplaagd door discriminatie en de economische crisis probeert ze er het beste van te maken. En dat valt niet mee.

~

Rasa is een ongeschoolde, uit Montenegro geïmmigreerde twintiger die met plezier in de lokale groentenfabriek werkt. De fabriek is een van de weinige arbeidsplaatsen in een troosteloos dorpje ergens in Zweden, bestaande uit meer braakliggend terrein dan intacte gebouwen. Rasa werkt hard, houdt de moraal hoog en is een type dat je er goed bij kunt hebben op een geestdodende werkvloer. Elke dag wordt er een andere groente ingepakt, maar daar houdt de variatie wel een beetje mee op. Door de economische crisis moet de fabriek reorganiseren en Rasa verliest haar baan.

Samen met haar vader, die ook grotendeels werkloos is door rugklachten, probeert Rasa er het beste van te maken. Dat valt niet mee, met een naam als Rasa Abdulahvic en een gebrek aan opleiding. Zelfs een rijbewijs heeft ze nooit gehaald, hetgeen haar carrièremogelijkheden nog verder beperkt. Werken kan ze alleen in haar dorpje en de nabije omgeving, tenzij ze haar vader achter laat. Eat Sleep Die geeft de troosteloosheid van de situatie en de saaiheid van het Zweedse platteland mooi weer. Dat de film daarbij zelf ook wat traag en saai is, is de regisseur vergeven.

Dubbel debuut
De ster van de show is nieuwkomer Nermina Lukic. Ze werd gecast tijdens open audities en vertolkt Rasa in het deels autobiografische verhaal van regisseur Gabriela Pichler met volle overtuiging. Rasa verovert binnen mum van tijd de harten van het publiek met haar eigenzinnige instelling, wilskracht, eenvoud en botte humor. Ze rookt als een schoorsteen, heeft overgewicht en laat zich de kaas niet van het brood eten, maar is tegelijkertijd een zorgzame dochter voor haar (soms te) afhankelijke vader. Een ijzersterk debuut.

Pichler op haar beurt maakt voor het eerst een lange speelfilm en weet op veel vlakken de juiste snaar te raken. Pichler bedient zich van sobere beelden met grijze tinten en gebruikt zeer zelden muziek. Het kleurloze bestaan van de arbeidersgemeenschap wordt op deze manier benadrukt. Waarom tijdens de aftiteling opeens techno van Scooter – die foute Duitse deejay uit de jaren negentig met hits als ‘How much is the fish‘ – gedraaid wordt, is overigens een compleet raadsel. Keerzijde van het sobere karakter is dat de film wat langdradig is, iets dat opgevangen had kunnen worden met een muziekje hier en daar (liefst niet van Scooter), maar echt storend is het niet.

Universele thema’s

~

Eat Sleep Die is een Zweedse film met een universeel karakter. De relatie tussen Rasa en haar vader, de manier waarop de fabrieksarbeiders met elkaar om gaan en de totale machteloosheid wanneer ze te horen krijgen dat er ontslagen gaan vallen, zijn daarvoor exemplarisch. Op de achtergrond stipt dit drama grotere thema’s aan. Discriminatie, de impact van de economische crisis en de vraag of het leven meer is dan eten, slapen en sterven.

Ondanks het zwaarmoedige karakter van het verhaal kent de film ook genoeg leuke momenten. Hoe Rasa rijles denkt te gaan nemen, bijvoorbeeld. Of alle dingen die ze gaat doen wanneer ze zich verveelt, zoals vrijwillig boodschappen in pakken in de lokale supermarkt in de hoop op een fooi. Komische verveling en persoonlijke misère wisselen elkaar af, waardoor Eat Sleep Die niet leunt op louter een deprimerende situatie.

Is het leven meer dan eten, slapen en sterven? Gelukkig wel. Dat ziet ook Rasa na een tijdje in. Een fijne conclusie na het zien van dit veelbelovende debuut. 

Boeken / Fictie

Een leven dat op adem moet komen

recensie: Riikka Pulkkinen - Vreemdeling (vert. Annemarie Raas)

.

De Finse Pulkkinen geldt sinds haar debuut De grens, over een jong meisje dat verliefd wordt op haar leraar en een echtgenote die haar dementerende man wil helpen sterven, als groot literair talent. Haar eerste twee romans, met op de kaft de aanprijzing ‘de vrouwelijke Paolo Giordano’, vlogen dan ook over de toonbank. Vreemdeling bestaat uit fragmenten van een vrouw op de vlucht, van een leven dat op adem moet komen. En dat levert een bewonderenswaardig rijke roman op.   

New York
Hoofdpersoon Maria is dominee in een Fins dorp en neemt het impulsieve besluit op de boot naar Stockholm te stappen. Vervolgens neemt ze het vliegtuig naar New York, de stad waar haar overleden moeder jaren heeft gewoond. De ik-vorm maakt je meteen deelgenoot van haar vertwijfeling en haar indrukken op reis. Het zorgt er ook voor dat de lezer weinig informatie krijgt. Maria’s gedachten gaan alle kanten op.

Maria vlucht ‘in het licht van de gebeurtenissen van de afgelopen tijd’. Ze laat de kerk achter zich, een echtgenoot die ze haar ‘onuitstaanbare’ noemt en het kleine meisje Yasmina wiens dagboek ze meeneemt over de oceaan. De redenen van haar vertrek en haar verwarring worden weliswaar langzaam duidelijk, maar er is ook veel ruimte voor nieuwe belevenissen in New York. Maria huurt een kamer bij een Afrikaanse danseres die haar intrigeert en ze ontmoet een man, een vreemdeling, bij wie ze haar nachten doorbrengt. Maria is zo’n vrouw die hoe zij zelf is voortdurend afzet tegen hoe andere mensen zijn. Ieder mens dat ze ontmoet zet haar aan het denken over haar eigen overtuigingen en motieven.

Bezieling
Indrukken van New York, alle overvloed wordt afgewisseld met herinneringen aan de eetstoornis in haar jeugd. Dat niet-eten speelt in Vreemdeling, anders dan in veel andere romans, allesbehalve een oppervlakkige rol. Het anorectische ontwaken van de veertienjarige Maria valt samen met haar religieuze bewustwording. Honger wordt de lege, zweverige toestand die je ook voor bezieling zou kunnen houden. Als een moderne Jezus lijdt ze ‘opdat de anderen niet hoeven lijden’. Daar gaat ze zonder al te veel tegenwerking van buitenaf mee door, totdat ze letterlijk omvalt. Het is mooi uitgewerkt hoe Maria’s hardnekkige denkbeelden uiteindelijk in botsing komen met de buitenwereld en ze zich moet overgeven.

Vreemdelingen
De vreemdeling kent verschillende gedaanten in deze roman. Het Finse dorp waarin Maria opgroeit biedt weinig ruimte voor wie anders is. Als negenjarig meisje is ze al bang om een racist te zijn, omdat ze het liefst friet met knakworstjes eet. En dat terwijl juist haar eigen gezin soms raar wordt aangekeken omdat haar moeder overduidelijk geen Finse is. Als ze zich jaren later bekommert om het pas geïmmigreerde meisje Yasmina, komt de angst voor racisme weer terug. Via allerlei wegen stelt Pulkkinen de vraag wat dat eigenlijk is. Of zelfs in de meest goede bedoelingen vooroordelen over de ander schuilen. Er is altijd een kloof, met gedachten als: ‘zo zal het wel gaan in die contreien’. Maria doet pogingen die kloof op te heffen, de ander te naderen omdat ze haar geloof in het hiernamaals verloren is: ‘Als ik vandaag aan een nieuw geloof begin, is het eerste sacrament: ontvankelijkheid.’ 

Schittering
Vreemdeling is een chaotisch boek, zowel in vorm als inhoud. Soms trekt Pulkkinen de lezer naar zich toe, dan duwt ze je weer weg. In de hoofdstukken waarin wordt gedanst, laat ze de teugels vieren. Brokken van zinnen, herhalingen en geprevel waarvan je je bijna niet voor kunt stellen dat iemand ze nuchter heeft opgeschreven. In alle chaos zit de schoonheid beter verstopt dan in haar andere romans, maar is het waardevoller om te vinden. Bovendien blijft er na het lezen van dit boek nog ruimte over, bijvoorbeeld om je af te vragen hoe dit eruit zou zien: Maria’s nieuwe filosofie voortaan geen enkel verzoek van het lichaam nog te onderdrukken.  

Of dit: Maria leert Yasmina de Finse taal en probeert haar te beschermen. Daar slaagt ze niet in, het meisje wordt slachtoffer van geweld. Maria kan vervolgens als geen ander boete doen met haar gedachten. De genadeloze oordelen over zichzelf, zowel in haar eetstoornis als in de kwestie Yasmina, maken van haar een pijnlijk herkenbare vrouw:

Schreeuwde Yasmina om hulp? Smeekte ze, in het Fins of in haar eigen taal? Ik had haar het woord nee veel eerder moeten bijbrengen, en ook andere ontkenningswoorden. Ze kon dieren benoemen en verschijnselen die met de seizoenen te maken hebben. ‘Schittering’ was een van haar woorden, maar ze wist misschien niet hoe ze moest roepen: ophouden jullie!

Muziek / Album

Gauntlet Hair eist voor de laatste keer meerdere luisterbeurten

recensie: Gauntlet Hair - Stills

Op 12 augustus maakte platenmaatschappij Dead Oceans het bekend: na slechts twee albums stopt Gauntlet Hair ermee. Het tweede album Stills betekent daarmee het einde van een markant duo.

Craig Nice en Andy Rauworth, twee mannen uit Denver die samen vier jaar de band vormden, maakten via hun Facebookpagina het nieuws wereldkundig: ‘Gauntlet Hair has reached its end. Thank you all for your support these past 4 years. Love, Andy & Craig.’ Afgaande op de paar honderd reacties van verbazing en verdriet werden hun optredens in diverse Amerikaanse steden goed ontvangen.

Lastig rondkomen
Een mogelijke reden van het afscheid van de band kan zijn dat het financieel niet vol te houden was, getuige de oproep op Twitter om het album alsjeblieft te kopen in plaats van te downloaden, omdat dat ‘het ongelooflijk veel moelijker maakt’. Ook een oproep voor een slaapplaats voor na een optreden kan op een gebrek aan financiële middelen wijzen. Het is bekend dat artiesten door dalende inkomsten lastig kunnen rondkomen, maar het blijft speculeren of dit de daadwerkelijke reden is.

Gelukkig is er nog een laatste album verschenen. Opener ‘Human Nature’ heeft een opbouwend basloopje, een lekker ritme en de herkenbare stem van Rauworth op standje reverb en constant op een en dezelfde hoogte. De band die zegt muziek te maken ‘met als enige doel om jezelf lichamelijk en geestelijk te verliezen’ geeft hiermee een eerste proeve van bekwaamheid. Wegdromen kun je ook bij het trage maar pakkende melodietje van ‘Simple’, dat start met de intro van ‘Wild Boys’, maar enkel wordt onderbroken door ‘I’m alive but I can’t feel it’. De nummers zou je kunnen karakteriseren als stills (momentopnamen), ware het niet dat je dat bijna over ieder liedje zou kunnen zeggen. In dat geval heeft het album een even nietszeggende naam als de band zelf, die gebaseerd schijnt te zijn op het kapsel van The Ramones.

Gauntlet Hair

Onvergelijkbaar duo met overeenkomsten
Vergelijkingen met bands als Wavves en Cloud Nothings worden wel gemaakt, maar eigenlijk lopen de meeste vergelijkingen mank. Deze bands hebben vaak meer structuur in hun nummers dan Gauntlet Hair. Waar de andere zangers zich emotioneel laten gaan, blijft zanger Rauworth vaak onderkoeld. Uitzonderingen daargelaten. Want bij ‘Spew’ schakelt hij tussen vervormde schreeuw en rustige zang. Een flink tempo en de monotone stem creëren hierbij een dreigend sfeertje ondanks de muur van geluid.

Soms lijkt het alsof de muzikanten zelf stoppen en de muziek haar gang laten gaan. Bij ‘Obey me’ zijn het de galmende geluiden, herhalende klanken en repeterende tekst die het nummer opbouwen, maar begint het volgende nummer ‘Heave’ als eerdergenoemde nog niet is afgelopen. Verwarrend. Van Cobain afkomstig lijkende schreeuwen, emotionele zang en overstuurde gitaar proberen dit nummer te ontregelen, maar het drumloopje geeft het nummer de houvast die de luisteraar nodig heeft.

Zo hebben de nummers hun gemeenschappelijke deler; de donkere sfeer, zoals ook in G.I.D. en zang met reverb, maar zijn ze genoeg eigen. Een nummer als ‘Waste your art’ neigt zelfs naar The Prodigy door zang, tempo en beat.

Het vergt een paar luisterbeurten, maar omdat er veel te ontdekken valt moet je dat ook doen. Misschien is Stills niet altijd makkelijk in het gehoor liggend, het brengt wel meer variatie dan voorganger Gauntlet Hair. En dan is het jammer dat de band er mee stopt.

Film / Films

Sarah Polley op zoek naar haar verleden

recensie: Stories We Tell

In Stories We Tell schetst de Canadese filmmaker Sarah Polley een portret van haar overleden moeder. Oude beelden werden opgeduikeld en familieleden geïnterviewd.  Een documentaire waardig? Absoluut.

~

Are you nervous?’, vraagt Sarah aan haar broer voordat het interview begint. ‘A little’, aldus broer Mark. ‘Yeah, it’ll get worse‘ weet Sarah uit ervaring. Sarah maakt een documentaire over haar eigen gezin waarin haar overleden moeder een speciaal plekje krijgt en neemt daarbij geen halve maatregelen. Haar vader wordt een geluidsstudio ingeloodst om zijn verhaal te vertellen. Haar vier broers en zussen worden thuis geïnterviewd, waarbij hun woonkamers worden omgebouwd tot studio’s.  Wanneer alles in stelling is gebracht, kunnen de opnames beginnen.

Zus Joanna verwoordt de twijfel die Sarah ongetwijfeld ook had voor de opnames: ‘Who cares about our stupid family?’ Een legitieme vraag, zij het niet dat de familie Polley een hele interessante familie is, met acteurs, regisseurs en zelfs een casting agent. Ze hebben alle mogelijkheden, behalve misschien de financiële, om een film te maken wanneer ze dat willen. En dan besluit Sarah, het nakomertje, om die mogelijkheid aan te grijpen om haar eigen gezin door te lichten en te documenteren. Niemand zit daar echt op te wachten, maar ze gunnen de vastberaden Sarah haar pleziertje, al dan niet met frisse tegenzin.

Bijna geaborteerd

Sarah Polley is een slimme filmmaker. Met humor en een goed gevoel voor drama neemt ze in Stories We Tell haar eigen levensverhaal onder de loep. Wat middels interviews met gezinsleden begint als een zoektocht naar haar overleden moeder, eindigt als een fascinerend verhaal over een bijzondere familie. Zo komt Sarah erachter dat ze bijna was geaborteerd, maar dat haar moeder zich op de weg naar de abortuskliniek bedacht. Vader Michael merkt droogjes op dat zonder deze twijfel de docu er waarschijnlijk niet was gekomen.  

~

Omdat Sarah niet schroomt door te vragen en soms haar familie meedogenloos interviewt, krijgt de documentaire een heel realistisch en open karakter. Ook het gebruik van oude beelden draagt bij aan de sfeer. En zijn die beelden niet voorradig, dan worden er ‘nieuwe’ oude beelden gemaakt met acteurs en een antieke camera. Naast de directe familie krijgen kennissen, hoe vluchtig soms ook, de gelegenheid hun zegje te doen over moeder Diane. Met liefde en humor wordt er over haar gesproken. Blijf overigens even zitten tijdens de aftiteling voor een van de betere citaten uit de film. 

Stories We Tell is meer dan een documentaire over een al dan niet bijzondere familie. Sarah Polley laat mooi zien hoe verschillende personen er verschillende waarheden op na houden. Nu is dat gegeven op zich niet nieuw, maar de manier waarop binnen één gezin zoveel verschillende versies van een verhaal circuleren is toch wel indrukwekkend. Dat al die versies door elkaar heen worden verteld en zo met elkaar verweven raken, is niet verwarrend, maar draagt juist bij aan de beleving. En het vertelde verhaal is een sterk verhaal. Het is interessant, het is onverwacht, het is verbazingwekkend en het wordt eloquent verwoord. Het filmen van een gezin dat opgegroeid is in de filmwereld heeft zo zijn voordelen.

Film / Films

Het kwaad in huis

recensie: The Conjuring

Demonologen, geestenjagers, paranormale onderzoekers of gewoonweg idioten. Zo wordt het echtpaar Ed en Lorraine Warren genoemd. Dat ze zich op duistere paden begeven is echter zeker, gezien het waargebeurde drama dat zich voltrok in het huis van het door duivelse krachten geteisterde gezin Perron.

~

In de jaren zeventig betrekken Carolyn en Roger Perron en hun vijf dochters een groot, oud huis. Al snel blijkt dat er een en ander niet klopt. De hond is doodsbang en weigert het huis in te gaan. De klokken staan midden in de nacht om exact 3.07 uur stil. En de vrouw des huizes wordt wakker met onverklaarbare blauwe plekken op haar benen.

Conclusie: het spookt. Al gauw nemen de duistere krachten in de woning ernstige vormen aan. Het gezin, inmiddels radeloos van de slapeloze nachten, klopt aan bij de Warrens. De Warrens, bekend van hun onderzoeken naar paranormale verschijnselen, besluiten het gezin na enige aarzeling te helpen.

Met The Conjuring slaat James Wan opnieuw de weg in van de klassieke spookhuisfilm. In 2010 blies Wan met Insidious een vertrouwd genre nieuw leven in. Insidious stond ver af van Saw, waarmee hij in 2004 de deuren opende voor het torture-horrorgenre. Die formule was echter dusdanig uitgemolken, dat Wan besloot het over een andere boeg te gooien. Een goede keuze, want Insidious was een geslaagde spookhuisfilm. Wan liet zien zijn klassiekers te kennen, maar toonde ook originele en verrassende invalshoeken.

Duivelse entiteiten


Terwijl het tweede deel van Insidious al in de maak is, is er nu The Conjuring. En ja, er zijn overeenkomsten: een groot oud huis waar duistere krachten de inwoners teisteren. En ook in The Conjuring laat Wan weer zien een meester te zijn in het spel van de schrikeffecten: angstaanjagende stiltes en dichtslaande of piepende deuren of vogels die zich plots te pletter vliegen tegen de ramen, wisselen elkaar af.

The Conjuring zien als een herhalingsoefening van Insidious is echter niet terecht. Ten eerste omdat de film gebaseerd is op het waargebeurde verhaal van The Perrons. Zij staan te boek als een van de vele paranormale casussen van Ed en Lorraine Warren (het echtpaar claimde meer dan 10.000 casussen te hebben onderzocht, waaronder ook Amityville waar verschillende filmversies van zijn gemaakt). 

~

Een tweede verschil is dat Insidious absurdistische, Lynchiaanse decors opvoerde, waarin een zwarte duivel met vuurspuwende ogen waargenomen kon worden. Hoewel er geesten te zien zijn in The Conjuring, houdt Wan ditmaal meer vast aan de klassieke vorm: een waarin de angst voor het bovennatuurlijke en het kwaad de bovenhand voert. Maar hij zet niet louter spanning en angst in. Wan speelt ook met de menselijke emoties: het gezin dat er aan onderdoor gaat, Lorraine Warren die op de grens van haar paranormale kunnen zit. The Conjuring is een heuse uitputtingsslag tegen de duivel zelf, compleet met duiveluitdrijving.

Behekste tradities


Het geheel resulteert in een mix van The Entity (waarin Barbary Hershey geteisterd werd door een geest) en The Exorcist. Maar er zijn ook referenties aan Poltergeist en zelfs The Birds, getuige het onheilspellende shot van een vogelzwerm die op het behekste huis afkomt. Vernieuwend kan The Conjuring niet genoemd worden, maar de film vormt dankzij een sterke cast, knap ingezette schrikmomenten en een juiste spanningsopbouw wel een mooie aanvulling op het klassieke spookhuisgenre.

Van het begin, waarin een doodenge pop behekst blijkt en duistere berichten op een muur krabbelt, tot de spookachtige eindcredits doet The Conjuring je hart sneller kloppen. Precies wat een goede horrorfilm behoort te doen.

 

Film / Films

Solide portret

recensie: jOBS

De bepruikte en geschminkte Ashton Kutcher in de beginscène heeft iets ongemakkelijks maar verder weet de acteur een solide prestatie neer te zetten. jOBS mag dan niet zuiver non-fictief zijn, het eindresultaat is bijzonder vermakelijk.

~

jOBS opent met een historisch moment: Steve Jobs die de iPod introduceert. Het vioolspel op de soundtrack en de staande ovatie die Jobs voor deze baanbrekende uitvinding in ontvangst neemt, benadrukken nog even hoe emotioneel en baanbrekend dit moment is geweest.

We spoelen terug naar de studententijd van Jobs, waar we kennismaken met een geniale, doch manische student die overloopt van ambitie. Blootsvoets beweegt hij zich over de campus, waar hij niet veel meer doet dan trippen op LSD met vrienden. Zijn leven krijgt een totaal andere wending zodra zijn vriend Steve Wozniak (een geweldige Josh Gad) hem zijn nieuwste speeltje laat zien: een revolutionair moederbord. Jobs is vastbesloten dit apparaat in de markt te zetten en heeft er al een naam voor bedacht: Apple.

De film laat voornamelijk de hoogte- en dieptepunten zien in Jobs’ carrière bij Apple. Zijn opkomst, neergang en terugkeer worden door regisseur Joshua Michael Stern prachtig in beeld gebracht en met vaart verteld. Het probleem is dat dit het ook wel zo’n beetje is. Want hoe mooi de beelden ook zijn en hoe goed de tijdsgeest ook gevangen is; dat jOBS lijdt onder een fragmentarische structuur wordt hiermee niet weggenomen.

Door zich slechts te richten op een paar punten uit Jobs’ leven als voorman bij Apple, wordt er slechts een oppervlakkig beeld geschapen van hoe deze man was. De fragmentarische structuur maakt de film bovendien wat onsamenhangend door de grote tijdssprongen die worden gemaakt.

Manisch en perfectionistisch

~

De sterkste troeven van jOBS zijn dan ook de cast en de dialogen. Want eerlijk is eerlijk, Kutcher weet een solide prestatie te geven. Hij komt over als manisch, perfectionistisch en helemaal verkerend in een eigen wereldje. De dialogen zijn het ene moment scherp en komisch (vooral de gesprekken tussen Jobs en Wozniak zijn erg grappig), dan weer keihard en ontroerend.

De vraag is tenslotte of jOBS gezien kan worden als een puur realistisch portret van Jobs en Apple. Veel stemmen hebben beweerd van niet. Voor het vermakelijkheidsgehalte van de film maakt dit vrij weinig uit: jOBS is zeer de moeite waard, al was het maar om Kutcher eens te bewonderen in een rijpere rol. Voor fans van Apple die zich toch liever bij puur realisme houden is de biografie van Isaac Walterson een betere optie.

Boeken / Fictie

‘Je voorafgaande leven vergeten en alleen nog maar bestaan’

recensie: Andreï Makine (vert. Jan Versteeg) - Het boek van de eeuwige korte liefdes

Tijdens zijn leven in de Sovjet-Unie ervaart Dmitri Ness, het hoofdpersonage van Makine’s roman Het boek van de eeuwige korte liefdes, grote gevoelens, en hoewel kortstondig, grote liefdes. In korte verhalen wordt een mozaïek gelegd van een pracht die Dmitri’s nare levensomstandigheden overschaduwt.

Dmitri is dan wel de hoofdpersoon, maar over zijn verleden en omgeving wordt weinig verteld. Het enige wat over hem geschreven wordt is dat hij wees is, en scepticus aangaande het communisme. Dmitri realiseert zich dat de communistische leiders hun beloftes niet waar kunnen maken en bekijkt deze koers met argwaan. Toch verzet hij zich niet tegen de staat, spreekt er terloops over. Hoewel het bewind weinig ruimte over lijkt te laten voor romantiek, houdt Dmitri zich des te harder vast aan de rode draad in zijn leven: de liefde.

Coming of age


Ondanks de zware tijden waarin Dmitri leeft, weet hij de esthetiek van het detail te beschrijven, alsof hij alleen daar oog voor heeft en al het andere van zich af laat glijden. Zijn blik wordt steeds scherper, en langzaamaan groeit zijn verwondering over meisjes, later jonge vrouwen. Lust wordt met een ongekende verfijning beschreven, ontdaan van beestachtigheid maar zonder haar op te hemelen.

Steeds neemt de bekoring een andere vorm aan, en deze gedaanteverwisseling maakt Dmitri tot een rijker individu. Van dromerig en met hoge verwachtingen, naar berustend en inziend dat veel van zijn liefdes tijdelijk zullen zijn, maar dat juist door het koesteren van amoureuze gevoelens  deze liefdes in hem blijven voortleven.

Van desillusie is geen sprake, Dmitri behoudt een zekere naïviteit. Dat wil niet zeggen dat hij onwetend is, want zijn beleving en de realiteit kunnen als twee parallelle werelden naast elkaar bestaan. Dmitri is zich hiervan bewust en kan duidelijk onderscheid maken tussen beide werkelijkheden.  Hij leert zijn blik bij te stellen door de ervaringen in zijn leven, en daardoor steeds beter de elementen daarbinnen te betoveren.

Ieders beleving verbeeld


Geïnspireerd op Makine’s eigen ervaringen als jongeman in Rusland, blijft toch de universaliteit van Dmitri’s karakter bestaan, als een kind in wie  iedereen zich kan herkennen. Het boek appelleert dan ook aan de rijke fantasie die veel kinderen bezitten, al is die fantasie gebaseerd op de werkelijkheid. Dmitri verliest geen verwondering, hij kan namelijk van alles iets mooiers maken dan het lijkt te zijn. Als een ode aan de verbeeldingskracht klinkt dat, en dat is de roman in zekere zin ook. Nergens neigend naar escapisme, neemt het boek een kleurplaat als ondergrond die men naar believen mag invullen. Maar de samenhang binnen het verhaal blijft altijd herkenbaar.

Een imaginaire liefde is niet minder waar dan één die zich daadwerkelijk heeft afgespeeld, zo blijkt uit de intense verwantschap die Dmitri voelt met vrouwen met wie hij geen woord gewisseld heeft. Krachtige wensen worden waarheid, want wat gedacht en gevoeld is, maar niet uitgesproken of tastbaar gemaakt, heeft evenveel bestaansrecht, zo lijkt de auteur te willen zeggen.

Stream of consciousness


De mijmerende verteller houdt steeds de aandacht vast, nergens dreigt Makine de lezer te verliezen. Zijn schrijven kabbelt niet voort, maar is van een meditatieve intensiteit, waardoor je net als Dmitri meandert van moment naar moment. Makine vergroot ogenschijnlijke kleinigheden uit en weet ze zo te verwoorden dat hun werkelijke belang duidelijk wordt. Dit romantiseren van het alledaagse is dankzij de subtiliteit van de stijl bestand tegen sentimentaliteit.

De conclusie van het verhaal wordt, dankzij het beschrijvende karakter van het boek, overgelaten aan de lezer. Alleen een terugblik op Dmitri’s persoonlijke verhaal biedt overzicht, en valt niet geheel toevallig samen met de val van het communisme. Dan wordt bevestigd dat het personage Dmitri zich uitstekend leent voor een roman over het ontwaren van de wezenlijke schoonheid in de wereld om ons heen.

Muziek / Album

Soundtrack voor de nacht

recensie: No Ceremony/// - No Ceremony///

Het debuut van het Engelse No Ceremony/// staat vol melancholieke electropoptracks waar je, in een wilde bui, ook nog een dansje op kunt wagen.

Sinds het oprichten van No Ceremony/// in 2011 waren zes nummertjes (gratis te downloaden via hun website) de enige wapenfeiten van het trio uit Manchester. Toch wist de band al de nodige publiciteit te verkrijgen. Zo werd de eerste single ‘Hurtlove’ meteen al een bescheiden internethit en maakte de band verdienstelijke remixes van nummers van onder andere Alt-J en Patrick Wolf. Ook de samenwerking met Pixies-gitarist Joey Santiago in ‘Heartbreaker’ legde de band geen windeieren.

Hooggespannen verwachtingen
Het is dan ook geen verrassing dat de verwachtingen voor het debuutalbum hooggespannen zijn. Toch zullen de fans van het eerste uur misschien teleurgesteld zijn als ze de tracklist zien. Vijf eerder verschenen nummers vormen het leeuwendeel van het album. Trouwe volgers moeten zich tevreden stellen met slechts vier nieuwe nummers; een karige oogst, zeker als je je bedenkt dat dit betekent dat ze in twee jaar tijd slechts tien liedjes geschreven en opgenomen hebben.

Degenen die No Ceremony/// niet kennen, krijgen via dit eerste album de kans om kennis te maken met een jong, talentvol bandje. Het trio weet met piano, synthesizer en drums een vernuftige mix van rustige electropop en vuige feestmuziek te maken. Het lijkt moeilijk deze uitersten samen te brengen, maar de leden van No Ceremony/// draaien er hun hand niet voor om.

Feestnummers en luisterliedjes
Zo is ‘PartOfMe’ een rustig lied dat langzaam transformeert tot een rave-achtig feestnummer. Ook ‘FeelSoLow’, ‘HoldOnMe’ en de eerdergenoemde ‘Hurtlove’ en ‘Heartbreaker’ zouden het prima doen in de gemiddelde hippe, zweterige club. Toch hebben deze nummers een grotere reikwijdte dan het clubcircuit. De opbouw en de melancholische toon zorgen ervoor dat ze ook prima dienst kunnen doen als luisterliedjes.

Het is deze melancholische sfeer die de samenhang creëert tussen de dansbare en rustige liedjes en die ervoor zorgt dat het album het beste tot zijn recht komt in de duisternis. Beelden van slecht verlichte, verlaten straten, voorbijrazende weilanden tijdens een nachtelijke autorit en mensen die tot in de vroege uurtjes uit hun dak gaan, dringen zich bij iedere luisterbeurt op. No Ceremony/// is daarmee een mooie soundtrack voor de nacht en een prima debuut van een bandje waar we hopelijk de komende jaren nog meer van gaan horen.

Muziek / Concert

Oorverdovend

recensie: Tomahawk

Tomahawk bracht begin dit jaar zijn vierde album Oddfellows uit. In Paradiso blijkt dat de band het predicaat supergroep verdient, ook al worden er geen hits gescoord of arena’s uitverkocht.

De Amsterdammers van Seeka trappen de avond af. Pas een week geleden zijn ze gevraagd om als voorprogramma op te treden en het lijkt alsof de band het nog niet helemaal gelooft. Seeka speelt een eclectische mix van stijlen; elementen van hiphop, jazz, blues en soul vinden hun weg in de stevige rock van het trio. Vooral het nummer ‘Medicine’ maakt indruk, door de gedreven manier waarop het gebracht wordt. De mannen leven zich in en laten zich gaan. Waarschijnlijk zijn ze binnenkort op meer podia te vinden.

Een veelkoppig monster

~

Tomahawk bestaat uit Mike Patton (Faith No More, Mr. Bungle, Fantômas, Peeping Tom), Duane Denison (Jesus Lizard), John Stanier (Helmet, Battles) en Trevor Dunn (Mr. Bungle, Secret Chiefs 3). De verzamelde staat van dienst van deze vier heeft Tomahawk het label ‘supergroep’ opgeleverd, maar dat is een relatief begrip. Qua publiciteit en commercieel succes valt het wel mee. Maar in hun optreden maakt Tomahawk de kwalificatie wel waar. De vocale reikwijdte van Patton wordt ten volle benut en Denison en Dunn voelen elkaar naadloos aan, onder de strakke begeleiding van Stainier die geen slag mist in het optreden.

Vanaf de opening, ‘God Hates a Coward’, eist Tomahawk de aandacht van de zaal op. Typerend voor de band is een hang naar het experiment vanuit de  metal, door de toevoeging van effecten, afwijkende ritmes en de stemkunsten van Patton. Mathcore, met een knipoog, dat wel. De sfeer op het podium is ontspannen, hoewel Patton even ruzie lijkt te zoeken met de zaal als die niet op de gewenste manier reageert wanneer Dunn opmerkt dat hij met een Nederlands meisje gaat trouwen. De grote glimlach van Patton maakt duidelijk dat hij met de zaal speelt. Ook de onverwachte opmerking dat Stanier iets wil zeggen (‘No, I don’t’) is een goede indicatie.

Kort en krachtig

~

Tomahawk staat slechts een uur op het podium, maar speelt een gevarieerde mix van nummers van al hun albums. De band is goed op elkaar ingespeeld en schat het publiek juist in. Het viertal legt op de goede momenten de nadruk en laat de zaal tot rust komen alvorens het een volgend, heftiger nummer inzet. Tijdens de toegift speelt Tomahawk ‘How Low Can a Punk Get (Bad Brains)’, waarbij niet eens opvalt dat het een cover betreft. Dat geldt niet voor het afsluitende ‘Just One More’, een George Jones-bewerking. Patton belooft dat iedereen voor het vertrek een glimlach op zijn gezicht heeft en hij spreekt de waarheid; in tegenstelling tot de rest van de avond is dit een countrynummer ten top met boemelbas, tokkelgitaar en trommels. Het is jammer dat het Patton niet lukt om een échte Dolly Parton-snik in zijn stem te krijgen. Deze beproeving van Pattons zangtalent is echter een prima afsluiting na een uur oorverdovende metal.

Boeken / Fictie

Voor degenen met een sterke maag

recensie: Gabrielle Wittkop (vert. Hester Tollenaar) - De Necrofiel

.

De hoofdpersoon in de novelle De necrofiel (oorspronkelijk uit 1972) prefereert een bijzondere liefdesrelatie. Hij heeft het niet zo op het gepassioneerde seksuele spel en hij verkiest een koud lichaam boven een warme omhelzing. Lucien is namelijk necrofiel, of anders gezegd: hij doet het met lijken. In de gelijknamige novelle van Gabrielle Wittkop tekent ze enkele dagen uit zijn leven op. Dit obscure juweeltje vol viezigheid is dit jaar voor het eerst in het Nederlands vertaald.

Al van jongs af aan associeert Lucien de dood met lichamelijk genot. Op het sterfbed van zijn moeder ontdekt hij voor het eerst zijn seksuele voorkeur en hij is vanaf dat moment niet meer te stoppen. Zijn lust bepaalt het leven dat Lucien leidt. Hij komt bij daglicht nauwelijks buiten en werkt als antiquair vooral alleen en in het donker. ’s Nachts leeft hij op en trekt hij eropuit om op de begraafplaatsen een nieuwe bedpartner te zoeken. Eenmaal in zijn bezit worden de lichamen van onder tot boven betast en Lucien botviert zijn ingehouden driften op de lijken.

Terwijl ik in het gewone leven nerveus, labiel en extreem emotioneel ben, beschik ik over een flinke voorraad kalmte en slagvaardigheid wanneer ik een dode moet gaan halen.

Staat van ontbinding
Maar De necrofiel is meer dan een viezig dagboek van een geile man. De doden zijn Luciens geliefden en hij is bovenal teder. Hij bemint de lijken en is van mening dat hij een ware relatie met de lichamen opbouwt. Tragisch is dan ook het wederkerende afscheid dat voor hem onlosmakelijk verbonden is met zijn visie op romantiek. De aftakeling van het lichaam ligt voor Lucien heel dicht bij de vergankelijkheid van de liefde.

Suzanne, mijn mooie lelie, de vreugde van mijn ziel en mijn vlees, kreeg een paarsachtige huid met barstjes. Ik legde meer zakken ijs om haar heen. Het liefst wilde ik haar voor altijd houden.

Waar het lezen over necrofilie al grote moeite kost, is het moeilijk voor te stellen dat de gedetailleerde seksscènes in deze novelle uit iemands fantasie ontsproten zijn. De schrijfster moet veel research gedaan hebben naar het ontbindingsproces van het menselijk lichaam en kennis hebben van de mogelijkheden van seks met een lijk. 

Verdorven fantasie
Gabrielle Wittkop (1920-2002) wilde waarschijnlijk in eerste instantie met haar verhaal choqueren. Tegelijkertijd beschrijft ze ook een geschiedenis van een man die moet zien te leven met het feit dat zijn seksuele voorkeur niet geaccepteerd wordt door de maatschappij. Zijn liefde moet in het geheim geuit worden en kan letterlijk het daglicht niet verdragen. Gepaard met het vele gedwongen afscheid tussen Lucien en zijn geliefden is de novelle ook zeer triest.

Maar het boekje blijft toch bovenal smerig. Nee, preutsheid is geen goede eigenschap als je dit boek in zijn volle glorie wilt waarderen. De minutieuze beschrijvingen van de liefkozingen tussen de hoofdpersoon van deze novelle met lijken, doen de maag omkeren. Velen gingen u voor die dit boek beschaamd en met rode wangen weglegden, toch is het ook de moeite waard om de novelle helemaal uit te lezen.