Muziek / Achtergrond
special: Melanie de Biasio – No Deal

Jazz om stil van te worden

Melanie de Biasio speelt jazz met een poprandje en een folky afdronk die je stil doet worden. Tijdens EuroSonic en PlatoSonic werd het publiek verrast.

In België kennen ze Melanie de Biasio al wat beter. Met haar eerste album A Stomach is Burning, dat zo’n vijf jaar geleden verscheen, viel ze zelfs in de prijzen. Maar ook eerder behaalde ze al de eerste prijs voor jazzzang aan het conservatorium. Tijd dus dat De Biasio ook buiten de grenzen van België gehoord wordt.

Naast zingen speelt De Biasio ook dwarsfluit. Live gaat ze intens op in haar muziek, terwijl ze wordt begeleid op een met fluwelen hand bespeelde elektrische gitaar. Dat instrument horen we niet terug op No Deal. Daar is haar begeleiding opgebouwd uit drums, analoge synthesizers en piano. De zeven composities zijn zonder uitzondering mooi en doen hongeren naar meer, omdat het album wat aan de korte kant is.

Met haar zang roept ze de herinnering op aan zowel jazz-iconen zoals Nina Simone, als aan Beth Gibbons, Scott Walker en Mark Hollis (Talk Talk) vanwege haar mysterieuze benadering. Wie eenmaal geluisterd, heeft wil alleen maar vaker No Deal tot zich nemen.

Muziek / Album

Kwaliteit verloochent zich niet

recensie: Zara Mc Farlane - If You Knew Her

.

Nieuwkomer Mc Farlane ’s ster stijgt bijna net zo hard als die van haar mannelijke jazzcollega Gregory Porter. Geen wonder dat ze elkaar inmiddels muzikaal ook getroffen hebben. Net als Porter vermengt ze jazz met diepe soul-klanken in een vernieuwingsdrang. Hulde voor de durf waarmee deze twee artiesten de jazz naar een groter publiek weten te stuwen.

Uitzonderlijk talent
Mc Farlane debuteerde in 2011 met Until Tomorrow waarmee ze in bescheiden kring aandacht trok. Ze werd toen vooral geprezen om haar heldere, maar toch zachte stem. Dat hier ook sprake is van een uitzonderlijk compositorisch talent, werd ten tijde van haar debuut niet voldoende onderkend. Het is immers niet zo alledaags dat jazzmuzikanten hun eigen composities schrijven. Met If You Knew Her is het onmogelijk geworden om het veelzijdige talent van Zara Mc Farlane te ontkennen. Hopelijk brengt de lof die haar zal worden toegewuifd nu ook de felbegeerde bekendheid die Gregory Porter al wel ten deel is gevallen. Voor de eerste single van het album is gekozen voor een cover. ‘Angie La La’ is van de hand van Nora Dean en heeft als gasttrompettist Leron Thomas, die ook zijn stem laat horen in een uitstekend duet. Het is niet de enige cover op het album, waar acht van de elf liedjes van de hand van Mc Farlane zijn.

Afwisseling
Voor wie wil vergelijken, zijn in de stem van Mc Farlane de lessen te horen die ze geleerd heeft van haar voorgangers, zoals de vroege Nina Simone, Roberta Flack en een vleugje Ella Fitzgerald. Die vergelijkingen hebben haar inmiddels combinatie-concerten opgeleverd met de eerder genoemde Porter tijdens tribute-concerten voor Nina Simone.

Het album opent met ‘Open Heart’ waarbij de marimba klanken, gemixt met gestreken basklanken, opvallen. Op ‘You’ll Get Me In Trouble’ begeleidt alleen de akoestische gitaar Mr Farlane. Het daaropvolgende ‘Police & Thieves’ gaat na een prachtige solo van een plukkende bas over in een volledige bandbezetting die als een weldaad over de luisteraar trekt. De afwisseling, gecombineerd met het songschrijverstalent en uitvoerend talent, maken van If You Knew Her een album dat met regelmaat de cd-speler zal vinden. Kwaliteit verloochent zich niet en zal Mc Farlane nu opstuwen naar grote aantallen felbegeerde luisteraars met fluwelen oortjes. 

 

Film / Achtergrond
special: IFFR 2014

IFFR: deel 8

.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9

Inhoud: The Amazing Catfish | Intruders | Feel My Love | Love Steaks

In dit 8e deel aandacht voor een jonge vrouw die opgenomen wordt in een familie in het Mexicaanse The Amazing Catfish, onwelkome vreemdelingen die de rust van een filmmaker verstoren in een Koreaans sneeuwlandschap, de liefdevolle verzorging van demente ouderen in Vlaanderen en een vrijgevochten liefde in een Duits wellness hotel waarbij geuren en smaken een rol spelen.

Warme familiebanden

The Amazing Catfish
Claudia Sainte-Luce• Mexico, 2013
4.0

~

Wanneer de jonge Claudia in het ziekenhuis opgenomen wordt vanwege een blindedarmontsteking, ontmoet zij Martha, met wie zij een kamer deelt. Na haar ontslag uit het ziekenhuis wordt Claudia door Martha uitgenodigd om met haar mee te gaan naar haar huis, alwaar een luidruchtig en rommelig huishouden hen opwacht. Als vanzelfsprekend wordt Claudia in het gezin opgenomen. In eerste instantie lijkt zij er wat onwennig onder, want het begrip familie heeft voor haar een andere betekenis. De vanzelfsprekende warmte en acceptatie van elkaar die Martha’s gezin uitstraalt kent Claudia niet. Zij is gewend, of misschien wel genoodzaakt, om op eigen benen te staan.

Hoewel ziekte een rol speelt in de film, is dat niet het gegeven waar het in The Amazing Catfish om draait. Martha is stervende, maar de wil om nog een mooie tijd samen met haar familie te beleven staat voorop. Een gezin waarin de jonge, eenzame Claudia ook een plek krijgt. Want terwijl de kinderen zichzelf overeind proberen te houden ten overstaan van hun zieke moeder, is het Claudia die orde schept in het chaotische maar liefdevolle huishouden. The Amazing Catfish toont op subtiele en warme wijze hoe een buitenstaander wordt opgenomen in een familie en er onmiskenbaar deel van uit gaat maken. De regisseuse brengt dit proces goed gebalanceerd in beeld- oprecht, liefdevol en ook met humor. Bloedbanden zijn niet nodig om je familie te doen voelen- de komst van een vreemdeling zou je leven zomaar kunnen verrijken.
Terug naar boven

Onwelkome vreemdelingen

Intruders
Noh Young-Seok• Zuid-Korea, 2013
3.5

~

De jonge filmmaker Sang-Jin uit Seoul reist naar het noorden van Zuid-Korea om daar inspiratie op te doen voor een nieuw scenario. Hij kiest bewust voor het desolate sneeuwlandschap, zodat hij ongestoord kan werken. Maar tijdens zijn reis naar de berghut die hij geboekt heeft, ontmoet hij een opdringerige en vreemde ex-bajesklant. Het lukt Sang-Jin met moeite om de man op afstand te houden en wanneer hij dan eindelijk alleen in zijn berghut zit, wordt hij lastig gevallen door jongeren op een ski-trip die van de nabijgelegen berghutten gebruik willen maken.

Terwijl het desolate landschap zich steeds meer vult met ongewenste gasten, neemt Sang-Jins frustratie toe. In plaats van in rust te kunnen schrijven moet hij toiletrollen halen voor zijn jonge gasten. En of dat nog niet genoeg is, komt ook de ex-bajesklant weer in beeld, zijn er schietgeluiden te horen in het bos en vinden er raadselachtige verdwijningen en zelfs moorden plaats.

Intruders legt de bizarre ontwikkelingen in gortdroge registraties vast. In het eerste, en sterkste, deel van de film staat vooral de ongemakkelijkheid van de hoofdpersoon, die steeds met onverwachte afleidingen geconfronteerd wordt, centraal. Vervolgens neemt het thrillerelement het over in de vorm van een whodunit waarbij de hoofdpersoon in een soort kat–en–muisspel belandt. Het absurde en droge karakter waarmee de film begon boet hiermee wat aan kracht in. Ook weet Noh Young-Seok niet altijd de spanning er in te houden, maar naar het einde toe weet de regisseur wel te verrassen met een onverwachte twist, waardoor de film ook nog politieke zeggingskracht heeft. Niet altijd evenwichtig, maar wel een geslaagde tweede speelfilm na zijn veelbelovende debuut Daytime Drinking (2009).

Terug naar boven

Ontroerend schouwspel van ouderdom

Feel My Love
Griet Teck • België, 2014
4.0

~

Feel My Love geeft een inkijkje in het dagelijkse leven van aan dementie lijdende bewoners van een tehuis in Vlaanderen. Een bijzonder tehuis overigens dat te herkennen is aan gebreide lappen die aan de buitenmuren hangen, een kunstwerk dat de ouderen samen met hun begeleiders en schoolkinderen gemaakt hebben.

De camera registreert de dagelijkse handelingen en de activiteiten die gekoppeld zijn aan deze doelgroep. Muziek en creativiteit maken hier een belangrijk deel van uit. Het levert prachtige scènes op, waarbij in de lege gezichten weer even vreugde te zien is, of een moment van zich herinneren, herkennen.

Er wordt uiterst liefdevol en zorgvuldig met de ouderen omgegaan. Hierbij valt op hoe menselijk het contact is. De berichten die je vaak hoort over verpleeghuizen is dat er te weinig tijd is voor de bewoners en het contact eerder functioneel dan persoonlijk is. In Feel My Love tonen de begeleiding en verpleging echter oprecht interesse in de oude bewoners en proberen ze iets los te maken: een emotie, een herinnering, maar ook stimulans om ondanks het lijden en de leegte die een steeds grotere ruimte innemen nog te genieten en te ervaren. Zo krijgen de ouderen een kus wanneer ze op bed liggen, wordt liefdevol hun hand vastgepakt, of wordt er oprecht gelachen en gezongen. Ook de rehabilitatie is van kracht: wat de bewoners zelf nog kunnen, wordt niet uit handen genomen.

Feel My Love is echter geen aanklacht op de ouderenzorg en hoe het beter kan. Het is een portret van ouderen in een stadium van hun leven dat ze afscheid gaan nemen. Afscheid van een leven dat geleidelijk aan uit hun geheugen gewist wordt. En dat door menselijk contact en liefdevolle zorg een waardige afsluiting  krijgt.
Terug naar boven

Vrijgevochten liefde

Love Steaks
Jakob Lass • Duitsland, 2014
4.0

~

Na het Deense Dogma uit 1995, waar de aangesloten regisseurs zich moesten houden aan tien strikte regels, is er in het Duitse Love Steaks gefilmd volgens het Fogma principe. Ofwel: een vrije stijl zonder vast script met ruimte voor improvisatie, waarbij geur en smaken een belangrijke rol vervullen.

Wat kan je verwachten van een dergelijke film? De setting: een wellness hotel, waar de extraverte Lara werkt als kok en de verlegen Clemens als masseur. Een film die massageoliën ademt, door Clemens aangebracht op diverse lichamen, en ruikt naar gebraden steaks, door de impulsieve Lara bereid.

De twee tegenpolen belanden al snel in een vrijzinnige relatie. Een relatie waarin de onhandige en voorzichtige Clemens uitgedaagd wordt door de felle Lara, immer vergezeld van haar heupflesje met alcohol. Naarmate de twee naar elkaar toe groeien, worden ook de problemen waar ze mee kampen betwist. Zo moet hij opener worden en meer durven en zij de alcohol vaarwel zeggen. Een proces dat niet zonder horten en stoten gaat en vaak humoristische scènes oplevert. Met Love Steaks levert Lass een originele en verfrissende film af. Een film voor de zintuigen, maar ook voor een vrijzinnige liefde tussen twee mensen die ondanks hun verschillen in karakter een eenheid vormen.
Terug naar boven

Boeken / Non-fictie

De wereld openleggen

recensie: Willem Jan Otten - Een ridder van de Engelse drop

Vooruitlopend op de uitreiking van de P.C. Hooftprijs in mei, komt Willen Jan Otten met een selectie uit zijn essayerende werk. Een ridder van de Engelse drop bevat essays over filosofen, filmmakers en Harry Potter, dagboekfragmenten en redes; alles in dezelfde nauwkeurige, aftastende stijl.

Over Willem Jan Otten zijn een paar wetenswaardigheden algemeen bekend: geboren in 1951, getrouwd in 1978 (met Vonne van der Meer, collega-schrijver), bekeerd in 1998 (tot het katholicisme, enkele jaren nadat zijn vrouw dat ook had gedaan). Hij is de auteur van een breed oeuvre, bestaande uit poëzie, essays en romans – en af en toe een kruising van die genres, zoals de ‘roman in verzen’ De vlek. Niet zeer veel gelezen, wel veel geprezen – en een terechte winnaar van de P.C. Hooftprijs.

Officieel wordt die hem gegeven voor zijn essayerende werk, en daarom is er nu Een ridder van de Engelse drop. Een raadselachtige titel, zeker, aangezien in de colofon staat: ‘De titel van deze bundel is ontleend aan een essay dat niet is opgekomen.’ (Het hier bedoelde essay staat in Onze Lieve Vrouwe van de Schemering uit 2009.) Wel zijn er maar liefst zeventien andere essays in deze bundel opgenomen.

Ritmische essays

Otten blijkt het essay, dat in de Nederlandse letteren vage, niet zeer geliefde genre, goed onder de knie te hebben. Hij neemt zijn denken serieus; hij is, met andere woorden, een ernstig denker, maar dan zonder de negatieve connotaties die daarbij horen. De meeste stappen in zijn denken legt hij neer op het papier, terwijl hij sommigen weer weglaat en ze alleen maar suggereert – en in die beweging ontstaat Ottens literatuur. Dit is een bevrijdende beweging, eentje die zijn onderwerpen opent. Er staan weinig antwoorden in deze bundel, en des te meer vragen. ‘Ik bevind mij in wat ik zoek’, heet dat in deze bundel.

In ‘Kroniek van een zoon die vader wordt’ beschrijft Otten de maanden na de geboorte van zijn zoon. Dit essay is een momentopname, waarin Otten enkele maanden uit een leven oplicht. Er zit prachtig proza in alle essays in Een ridder van de Engelse drop, maar in een korte passage uit dit essay wordt Ottens verwantschap met de poëzie goed duidelijk:

De zinnen die ik schrijf moeten afgewogen worden tegen zijn geschrei. En ik ben degene die afweegt, niet hij. Onze wittebroodsweken zijn voorbij. Het wordt tijd dat ik erken dat ik hem gemaakt heb en hij niet mij.

De compositie! Het ritme! Dat losse ‘Onze wittebroodsweken zijn voorbij’ klinkt eerst wat onbeholpen, maar blijkt een perfecte opmaat voor de contemplatieve, ja, melancholische toon van die laatste zin. Of neem (het eerste deel van) de openingszin van het essay ‘De lege spiegel’, over een film van Carl Dreyer: ‘Honderdduizenden jaren is de mensheid, althans als geheel, onuitgestorven gebleven.’ Wat doet dat ‘althans’ daar? Is de mensheid niet altijd een geheel? Maar dan daagt het: Otten vestigt zo de aandacht op de vele miljoenen mensen die overlijden en die zijn weggevallen in de geschiedenis.

Thema’s en fascinaties

Er zijn een aantal duidelijke thema’s aan te wijzen die terugkeren in Ottens essays. Er is een zekere fascinatie met tijd en verbindingen tussen verschillende tijden: de vader maakt de baby, niet andersom; overleven als mensheid; of neem, eerder in de vaderkroniek, deze zin: ‘Er is negen maanden geleden een afspraak gemaakt met iemand die ik nog nooit heb gezien.’ Er zijn meerdere voorbeelden te geven, waarbij opvalt hoe Otten bouwt op ideeën van G.K. Chesterton, T.S. Eliot en Jorge Luis Borges. ‘Je bent al gedacht voor je zelf begon te denken’, schrijft hij in zijn essay over die eerste schrijver, en in die zin en dat hele essay weerklinkt Eliots stelling uit diens essay ‘Tradition and the Individual Talent’, die door Borges uitgewerkt wordt in zijn verhaal ‘Kafka y sus precursores’.

Andere terugkerende thema’s zijn locatie en perspectief, voornamelijk uitgewerkt in ‘De lege spiegel’ en de combinatie van geloven en zoeken. Het essay is voor Otten een zoekend genre; misschien dat ‘zoeken’ daarom niet zozeer een thema, als wel een methode is. Geloven is voor Otten nauw verwant aan zoeken. In zijn katholicisme baant hij zich een eigen weg, maar bepaalde teksten of overtuigingen zullen altijd een leidraad bij dat zoeken zijn – totdat ze zelf bloot komen te staan aan een inspectie, en het dan misschien begeven.

Kleine bezwaren

Er is best het een en ander aan te merken op Een ridder van de Engelse drop. Zo is nergens in de bundel te vinden uit welke eerdere bundels de essays gehaald zijn. Sommige dragen een zeer contemporain karakter, of zijn aan een bepaald tijdstip gebonden door interne aanwijzingen: in ‘Ik bevind mij in wat ik zoek’ schrijft Otten dat hij vierenvijftig is, wat de beschreven pelgrimstocht in 2005/2006 plaatst. Jammer, maar uiteindelijk valt er prima mee te leven, omdat veel essays uitstekend gedijen zonder chronologische restricties.

Het ontbreken van restricties past ook bij Ottens eigen denken. Dit levert doorgaans boeiende essays op, maar een enkele keer wordt het te gortig. Dan draaft Otten te ver door en raakt de lezer verstrikt in een web van woorden waarvan de betekenis niet tot hem of haar door dringt. Maar ook dit is slechts een klein bezwaar tegen het werk van een scherp denker. Het sterke van deze essays is dat ze zich niet conformeren aan bepaalde fascinaties van hun auteur, maar ook altijd uit die beperkingen breken. Essays, kortom, die de wereld openleggen.

Muziek / Achtergrond
special: Actress - Ghettoville

Darren J. Cunningham maakte als Actress al eerder de goed ontvangen platen Splazsh en R.I.P., waarop hij probeerde om met minimale middelen te komen tot een maximale sound. Dat leverde op die albums nog nummers op die hypnotisch waren en je als luisteraar meezogen in een verleidelijke geluidswereld.

Actress’ nieuwste plaat Ghettoville is ontoegankelijker en kan gezien worden als Cunninghams muzikale vaarwel, als je de berichten van zijn kant moet geloven. Het album klinkt industrieel en kil, als een requiem voor het komende einde van het digitale tijdperk. De te lange openingstrack ‘Forgiven’ zet gelijk de toon en is als een soundtrack voor een film over stedelijk verval. Deze sfeer komt terug in nummers als ‘Contagious’, waarop een beat machinaal te werk gaat als in een grote bouwvallige fabriek, en digitale strijkers en vervormde vocalen op momenten de monotonie doorbreken. Zo kabbelt Ghettoville voort richting de afgrond met tracks als ‘Time’, ‘Towers’ en ‘Skyline’, waarop kraakjes, bliepjes en beats een immense leegte vullen. Op momenten zijn er nog hints van muzikale invloeden te horen, zoals het borrelende ‘Rims’, dat doet denken aan Radioactive Man. Het mooie ‘Our’ klinkt als een mix van een van de rustigere nummers van Aphex Twin, met een herhalende vocale sample à la Burial. Maar Actress doet geen muzikale concessies naar de luisteraar, en Ghettoville blijft een duistere en gesloten reis. Het nummer ‘Frontline’, waarop ruis de hele track bedekt onder een dikke nevel en je met moeite nog dansbare geluiden kan opvangen, illustreert dat goed.

Boeken / Non-fictie

‘Wie weet wat genoeg is, heeft altijd genoeg’

recensie: Jeroen van Baar - De prestatiegeneratie

In De Prestatiegeneratie onderzoekt Jeroen van Baar waar zijn drang naar excelleren vandaan komt. Hij stelt dat deze drang vooral bij twintigers van nu aan de orde is. Hij wil weten waar de prestatiedrang vandaan komt, wat deze met de twintiger doet en welke keerzijden hieraan verbonden zijn. Zijn oplossing is om de middelmatigheid te omarmen.

Er lijkt een markt te zijn voor jongeren die schrijven over hun generatieconflict. Vorig jaar recenseerden we De wereld aan je voeten, dat min of meer dezelfde problemen aansnijdt. Kenmerkend aan deze boeken is dat ze met grote vaart langs verschillende domeinen schieten en nergens echt de diepte ingaan. Alsof de twintiger te weinig tijd heeft om zich te verdiepen in zijn Zeitgeist.

Maximalisme

Een centraal thema in dit boek is het verschil tussen de maximalisten en de satisficers. In de woorden van Van Baar, is een maximalist iemand met:

een onverzadigbaar verlangen naar méér, meer succes, meer uitblinkerij, betere banen en betere relaties; een onvermogen om je kwetsbaar te tonen, waardoor we slechtere vrienden en partners worden; de overtuiging dat we al ons succes ook echt aan onszelf te danken hebben, waardoor we ongelijkheid in de samenleving steeds meer als terecht gaan zien […] een raar soort obsessie met nut, die ervoor zorgt dat we alleen maar dingen doen waaraan we kunnen meten wat ze ons opleveren. Al met al worden we van deze zaken niet echt gelukkig.

Maximalisten willen het onderste uit de kan halen en toch zijn ze nooit hélemaal tevreden. Ze lijken ten onder te gaan aan de hoeveelheid keuzes. De tweede categorie is tevreden met wat hij of zij bereiken kan. De hoogopgeleide twintiger is vaker een maximalist, de lager opgeleide eerder een satisficer. In zijn uiteenzetting over het maximalisme ziet Van Baar een rol voor de overheid, die met de focus op excellente scholen een tweedeling creëert tussen ‘gewone’ scholen en excellente scholen. Het hieruit voortvloeiende negatieve effect is dat de excellente scholen de norm worden en de gewone school degradeert tot een tweederangsschool.

Geluk?

Een ander thema dat een grote rol speelt in dit boek, maar ook bij de door keuzestress overmande twintigers, is de zoektocht naar geluk. Een vaag begrip, dat ook in dit boek niet verhelderd wordt. Van Baar beschrijft het triomfantelijke gevoel wanneer je tot de uitverkorenen behoort op een carrièrebeurs. Jij als high potential die neerkijkt op andere universitair geschoolden, die niet tot de topbedrijven toegelaten zijn. Uiteindelijk lijkt het dan te draaien om de prestige van het topbedrijf en niet om de baan. Wanneer zo iemand andere high potentials ontmoet en merkt dat hij niet de enige bovenop de apenrots is, is de triomf al gauw verdampt. Van Baar constateert dat  er een relatie wordt gelegd tussen dit triomfantelijke gevoel en de geluksbeleving.

Uitweg?

Gelukkig weet dit boek een aantal kritische kanttekeningen te zetten bij de huidige tijdsgeest. De Occupybeweging, de G500, de politieke rol en de kritiek op de ‘zesjescultuur’ passeren de revue. Ook de hoeveelheid ‘likes’ die iemand op Facebook oogst, wordt bekritiseerd. Hoe Instagram een alledaags gerecht tot een culinair hoogstandje omtovert. Hoe we steeds verdere reizen maken om uniek te zijn. Gaandeweg is alles aan inflatie onderhevig.

De oplossing lijkt volgens Van Baar niet in het geloof te liggen, al kan dit wel soelaas bieden. Middelmatigheid in de positieve zin, genoegen nemen met het gewone, zou volgens de auteur een manier kunnen zijn om uit deze neerwaartse spiraal te stappen en weer tevredenheid te kunnen ervaren. Daarnaast beschrijft Van Baar in het hoofdstuk over passie, dat wanneer je werk je intrinsiek voldoening geeft, je een groter geluksgevoel bij ervaart. In dat geval  zou de maximalist genoegen kunnen nemen met een baantje dat gemiddeld verdient en niemand echt ‘cool’ vindt. Misschien heb je dan je nut niet gemaximaliseerd, maar heb je wel je geluk gevonden. Een wijsheid die we ook in het Taoïsme al tegenkomen:

Iedereen kent het nut van het nuttige: Niemand begrijpt het nut van het nutteloze.

Boeken / Fictie

Ingetogen vertellen, stil spreken

recensie: Andrés Neuman - Stille sprekers

Enkele jaren geleden brak de Argentijns-Spaanse Andrés Neuman door met de grootse roman El viajero del siglo, door Athenaeum gepubliceerd als De eeuwreiziger. Nu is er een nieuwe roman van deze jonge belofte, Stille sprekers geheten.

Neuman, door het tijdschrift Granta één van de veelbelovendste Spaanstalige auteurs genoemd, wil met zijn nieuwe roman een ander spel spelen. Waar De eeuwreiziger wil overdonderen met de Duitse Romantiek, met het grote gevoel en het grootse gebaar, kiest Stille sprekers een ingetogener manier van vertellen.

De hoofdpersonages in deze roman zijn Elena, Mario en hun zoon Lito. Mario is terminaal ziek en gaat met zijn zoon een soort road trip maken met een vrachtwagen van zijn broer – en passant verdienen ze zo ook nog wat geld. Elena blijft thuis, waar ze verwoed passages in romans, gedichten en essays onderstreept en via de literatuur haar eigen situatie probeert te begrijpen. Tegelijkertijd ontstaat er tussen haar en hun huisarts een gepassioneerde en soms pijnlijke affaire.

De woorden

Alle drie de leden van het gezin vertellen op hun eigen manier stukken van het verhaal. Elena maakt dagboekaantekeningen, Mario spreekt iets in en Lito drukt zich uit middels een dromerige monoloog. Via duidelijke en mindere duidelijke signalen wordt gaande het verhaal helder op welk moment zij drieën spreken: Elena zit in haar schrijven redelijk bovenop de gebeurtenissen in haar leven, terwijl Mario blijkt terug te blikken en zijn zoon toespreekt en Lito alleen maar praat over wat op hem als een vakantie overkomt.

Zo zitten ze alle drie gevangen in hun eigen tijd en zijn: niemand spreekt daadwerkelijk hardop. Natuurlijk wordt er met elkaar en met andere personen (de huisarts, familie, omstanders) gepraat, maar de romantekst richt zich tot de lezer, niet tot de andere gezinsleden. Niemand leest Elena’s dagboek, Lito hoort Mario’s opgenomen stem niet en Lito’s monologue intérieure is al helemaal verloren voor de wereld.

Het is vooral Elena die spreekt in deze roman – in die zin is zij dan ook de ‘primaire’ of ‘echte’ hoofdpersoon. Zij denkt na over de betekenis van woorden en prikt in haar verdriet door hun sussende betekenis. Zo noteert zij: ‘Zolang ik in het ziekenhuis ben houd ik vast aan mijn missie. Houdt mijn missie mij vast.’ Woordspielerei, misschien, maar thematisch ontzettend relevant. En juist door (impliciet) twijfel toe te laten in haar rouwproces, blijft zij op de been. Als ze haar man ‘zo wit als een laken’ ziet liggen, denkt ze eerst dat hij dat niet is, maar dan:

En als dat nou precies is wat Mario was? Als hij nou eens niet de kern van zijn wezen is kwijtgeraakt, maar juist de essentie van hem is overgebleven?

Fascinerend, soms vervelend

Elena is de meest intrigerende figuur in Stille sprekers (wellicht nog een reden om haar het primaat te geven). Haar verhaal blijft invoelbaar en beheerst, terwijl haar verhaal in een andere vorm voor het vervolg op Vijftig tinten grijs had kunnen doorgaan. Haar flirt met de huisarts houdt echter abrupt op als Mario en Lito weer thuiskomen en Elena zich richt op zaken van dood en leven. Als achterblijver probeert ze door te gaan.

In haar komt echter ook de vervelendste kant van de roman naar voren. De vele citaten uit de wereldliteratuur en Elena’s commentaar daarop neigen ernaar het verhaal soms te veel op te houden. Op den duur is het ook niet helemaal duidelijk meer wat het doel van de aangehaalde literatuur is – en dan komt de cynische gedachte naar voren dat hier misschien rekeningen worden vereffend.

Maar dit doet uiteindelijk weinig af aan Stille sprekers. Dat Neuman een uiterst kundig schrijver is, bewijst hij met deze roman weer. Allicht dat een grote roman als De eeuwreiziger meer indruk maakt, maar het knappe van Stille sprekers is dat hij een ademende roman van de drie perspectieven heeft gemaakt. Granta’s eretitel is hij zeker waard.

Film / Achtergrond
special: Su-Jin Lee

Lee wil de Gong-Ju’s van deze wereld helpen

De Koreaanse regisseur en Tigerwinnaar Su-Jin Lee maakt met zijn debuut Han Gong-Ju een van de beste en meest indrukwekkende films van het IFFR. Een dag voor de Tiger Award uitreiking sprak 8WEEKLY uitgebreid met Su-Jin Lee over zijn heftige film.

Let op: dit artikel bevat veel spoilers.

Han Gong-Ju vertelt het verhaal van de titulaire hoofdpersoon die verbannen wordt en genoodzaakt is te verhuizen. Ze is het slachtoffer van een groepsverkrachting, maar wordt niet door iedereen als slachtoffer gezien. Haar ouders laten haar in de steek en de politie twijfelt aan haar verhaal. De enige die voor haar opkomt, is haar voormalige leraar. Hij brengt Gong-Ju onder bij zijn moeder in de havenstad Incheon waar Gong-Ju probeert een nieuw leven te starten.

Een film over een groepsverkrachting is een heftig thema voor een eerste film. Hoe kwam u op dit onderwerp?
Ik dacht al lang na over hevige pesterijen, groepsverkrachtingen en de zelfmoorden van jonge meisjes die hiervan het gevolg zijn. Deze incidenten bleven lang in mijn geheugen zitten. Ik wilde een film maken over dit onderwerp voordat er nog meer Gong-Ju’s hetzelfde lot zouden ondergaan. Ik wilde hen helpen.

In hoeverre speelt de Koreaanse cultuur een rol in de wijze waarop er wordt omgegaan met Gong-Ju en hoe Gong-Ju zelf omgaat met haar trauma?

~

Slachtoffers van een verkrachting treden vaak niet in de publiciteit, waardoor de discussie niet op gang komt. Slachtoffers lossen de problemen liever intern op. Han Gong-Ju is natuurlijk ook een film, dus het is onvermijdelijk geweest dat ik bepaalde keuzes moest maken om te dramatiseren. Koreanen hebben overigens wel de neiging om hun pijn niet te tonen, maar te verbergen. Zo lijkt Gong-Ju het in eerste instantie niet eens te zijn met haar verbanning, ze zegt: “I didn’t do anything wrong”. Maar, in werkelijkheid wil ze weldegelijk weg van de plek die haar steeds aan het verleden herinnert. Ze verlangt naar een plek waar mensen haar niet kennen en waar ze opnieuw kan beginnen.

Wanneer ze aankomt in de havenstad Incheon wil ze opnieuw beginnen. Tegelijkertijd sluit Gong-Ju zich af voor haar omgeving. Haar klasgenoten dringen niet tot haar door en worden expres door haar op afstand gehouden. De eerste keer dat Gong-Ju contact maakt met haar klasgenootjes is wanneer ze muziek maakt.
Ja, dat is de rol van de muziek. Gong-Ju is van nature geen sterke persoonlijkheid. Haar gezinssituatie was niet stabiel. Desondanks wilde ik dat Gong-Ju een personage werd dat zichzelf kan beschermen en zich niet te snel laat leiden door haar emoties. Muziek is een middel voor Gong-Ju om rust te vinden. 

Gong-Ju schrijft haar eigen muziek en heeft dat altijd gedaan. Wanneer ze op een nieuwe plek komt en het a capella koor ziet, raakt ze geboeid, toch kan ze haar gevoelens tegenover andere mensen niet tonen. Ze laat andere mensen niet toe tot haar emoties, terwijl ze dat in het verleden wel deed. Toch breekt Gong-Ju, middels haar muziek, langzaam de muur af die ze om zich heen heeft gebouwd.

Het nummer dat Gong-Ju speelt, Give Me A Smile, klinkt heel universeel en is erg toegankelijk wat betreft de akkoorden en de melodie. Heeft u overwogen een Koreaans lied te kiezen in plaats van een Engelstalig lied?
Het nummer moest een stuk zijn dat een 17-jarig meisje zelf heeft geschreven. Daarom is het niet te ingewikkeld. De reden dat het lied Engelstalig is, is het feit dat het voor Gong-Ju te direct zou zijn als ze in het Koreaans zou zingen. Ik wilde Gong-Ju niet volledig blootgeven, dus kozen we voor een Engels lied. Het ironische is dat ik wellicht in het buitenland precies het tegenovergestelde bewerkstellig.

Actrice Woo-Hee Chun die Gong-Ju speelt, lijkt zelf gitaar te spelen. Klopt dat?
Geen commentaar. (Lacht). Oké, in de scène zingt ze zelf. Ze heeft ook veel geoefend op de gitaar, maar… Oké, je snapt het wel.

De film wordt in niet chronologische volgorde verteld. Een logische keuze, want dan geef je niet meteen het plot weg. Waren er echter nog andere redenen voor deze manier van narratie?  
Dit verhaal moest niet gaan over een slachtoffer en een dader. Die rolverdeling is wel aanwezig maar als de film chronologisch was geweest, dan was het onderscheid veel duidelijker geweest. Zo’n verhaal wilde ik niet vertellen.

Het zou ook saaier zijn.

~

Ja, de flashbacks zijn er om bepaalde dingen te verklaren, maar ze zijn altijd gelinkt aan Gong-Ju’s emotionele staat in het heden. Dit meisje leeft in het heden en dat is niet los te zien van haar verleden. De mensen die ze ontmoet, de plekken waar ze komt, zelfs de geuren die ze ruikt – ook al zie je dat natuurlijk niet – herinneren haar af en toe aan het verleden. Tijdens die momenten zie je de flashbacks. Ik wilde tonen dat heden en verleden samengaan. In het begin is dat wellicht verwarrend, maar ik wilde het publiek mee laten voelen met haar emotionele staat.

Is dat de reden dat de flashbacks slechts kortstondig zijn en je snel weer naar het heden terug keert?
Ja, het heden is belangrijker voor mij. Gong-Ju’s verleden speelt zeker een grote rol, maar ik wilde dat het in dienst stond van haar huidige emoties.

Gong-Ju is geen makkelijk personage om te spelen. Hoe kwam u terecht bij Woo-Hee Chun?
Ik had al over haar gehoord en tijdens de auditie kon ik zien dat ze goed acteerde. Het verhaal en het personage zijn echter complex, dus ik maakte me erg veel zorgen. Twee tot drie maanden voordat we begonnen met filmen spraken we elke dag af in mijn kantoor om over Gong-Ju te praten. De eerste scène die we hebben opgenomen is de scène waarin we Gong-Ju’s gezicht van opzij zien terwijl ze wordt verkracht.

Daar begon u mee?
Ja, het was de allereerste scène die we filmden. Ik wilde dat die emotie voor haar, voor de crew en voor mijzelf bekend was. Ik wilde dat het voor iedereen duidelijk was wat voor een film we gingen maken. 

Zelfs na veel gesprekken is het opnemen van deze heftige scène best een risico, lijkt me? Of maakte u zich daar toen al geen zorgen meer over?
Het was niet zo dat ik geen vertrouwen had in Woo-Hee Chun en we hadden veel gepraat en nagedacht over Gong-Ju, maar praten over zo’n scène of zo’n scène daadwerkelijk opnemen is een wereld van verschil. Die emotie filmen en daardoor voelen was voor mij essentieel. Ik wilde dat deze emotie door de hele film heen voelbaar was, zodat Woo-Hee Chun niet alleen met haar hoofd acteerde, maar ook met haar hart.

Is de film ook in Korea vertoond?
Ja, tijdens het Busan International Film Festival in Zuid-Korea, afgelopen oktober.  

Hoe werd er gereageerd op de film?
Veel mensen waren bedroefd en leefden mee met het meisje. Ook veel mensen voelden zich ongemakkelijk. 

Kreeg u ook kritiek?
Er waren geen publieke screenings, maar op blogs, twitter en dat soort platforms, kreeg ik wel kritiek. Als je iets slechts over je eigen werk hoort, dan voelt dat nooit goed, maar het mooie aan films is dat ze op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Ik denk dat het niet goed zou zijn om mensen een emotie of mening op te leggen, dus ik vind dat kritiek iets heel kostbaars is.

U bent genomineerd voor een Tiger Award. Wat zou het betekenen om te winnen?
Ik probeer er niet zoveel aan te denken eigenlijk.

De prijsuitreiking is morgen.
(Lacht). Ik wilde al heel lang naar Rotterdam komen. In 2006 was mijn korte film hier op het festival te zien, maar toen kon ik er niet bij zijn. Sinds die tijd hoopte ik Rotterdam eens te bezoeken en nu ben ik er eindelijk. Hier aanwezig zijn is dus al een prijs voor mij. Natuurlijk is het ook leuk om te winnen, dat heeft iedereen denk ik. Het zou ook een goede motivatie zijn voor mijn volgende film.

Gaat u wederom zo’n gevoelig en beladen onderwerp behandelen?
Tijdens het filmen zijn de emoties me erg bij gebleven. Het is zwaar om zoiets te verfilmen. Dus ik denk dat de volgende film die ik maak minder heftig zal zijn. Daar hoop ik tenminste op. Ik heb nog geen script voor een volgende film. Ik produceer Han Gong-Ju namelijk ook, dus ik ben tot aan de landelijke release in Korea vooral druk als producent. Het heeft erg lang geduurd voordat ik deze film kon maken, dus ik hoop mijn volgende film zo snel mogelijk uit te brengen. 

Muziek / Album

Inktzwart

recensie: Xiu Xiu - Angel Guts: Red Classroom

Wie het niet zo heeft op deprimerende muziek moet de nieuwe Xiu Xiu vooral links laten liggen. Op Angel Guts: Red Classroom, het tiende studioalbum van Jamie Stewart en kompanen, wordt de waanzin van eerdere albums namelijk gekwadrateerd.

Angel Guts: Red Classroom, het tiende studioalbum van Jamie Stewart en kompanen, wordt de waanzin van eerdere albums namelijk gekwadrateerd.

In het universum van Xiu Xiu komt er na regen geen zonneschijn, en is hoop enkel weggelegd voor de onwetenden. Incest, zelfmoord, zelfhaat, wanhoop, seks (en niet die van de liefdevolle soort); het krijgt allemaal zijn plek in de op z’n zachtst gezegd expressieve wereld van Xiu Xiu. De gekte die uit de expliciete teksten spreekt, wordt vertaald naar een mix van pop, noise, folk, ambient, electro, noiserock, en alle andere mogelijke stijlen die ervoor moeten zorgen dat de luisteraar uiteindelijk net zo kapot gaat als de vertolker.

Pijnlijk

De Japanse erotische film met dezelfde titel als dit album enerzijds en Stewarts verhuizing naar een van de gevaarlijkste buurten van Los Angeles anderzijds, vormen op dit album de grootste inspiraties. Een dubbele zelfmoord, het gewelddadige aspect van seks, en de angst pijn te worden gedaan zijn in dat vreemde, naargeestige universum van Xiu Xiu dan enkele logische thema’s die in een album bezongen dienen te worden. Stewart zelf zegt overigens wel dat hij deze invloeden misschien wat geromantiseerd heeft. Uit die uitspraak blijkt in ieder geval dat de beste man een goed gevoel voor humor heeft.

Angel Guts: Red Classroom is immers een inktzwart geheel. Het geluid is ontdaan van alle invloeden die de muziek van Xiu Xiu voorheen nog ietwat toegankelijk en draaglijk maakten. Stewart fluistert, zingt, schreeuwt, en gilt zijn teksten, terwijl overstuurde synthesizers en drumcomputers het geheel allemaal nog wat duisterder en angstaanjagender maken. Vooral ‘Black Dick’, ‘El Naco’, ‘The Silver Platter’, en ‘Cinthya’s Unisex’ zijn bijna pijnlijk om te beluisteren.

Lichamelijke weerstand

Nog meer dan bij eerdere albums van de band wil je eigenlijk niets liever dan de muziek stoppen. Iedere seconde voel je je een indringer in een verhaal dat zó persoonlijk is, dat het verkeerd lijkt om door te luisteren. En toch fascineert het zó, dat je niet anders kan dan het hele album uitzitten. Na drie kwartier ben je dan bekaf en een beetje misselijk.

Zelden weet muziek lichamelijke weerstand op te roepen, maar Xiu Xiu krijgt het op Angel Guts: Red Classroom op ongeëvenaarde wijze voor elkaar. Suicide wist het in 1977 al te doen met het nummer ‘Frankie Teardrop’, en de Duitse band Einstürzende Neubauten wist dit effect al te bewerkstelligen op hun eerste albums. Xiu Xiu gaat echter nog een stap verder door deze muzikale invloeden met het eigen geluid te combineren. Het resultaat is een unieke en indrukwekkende ervaring die  als je ook maar iets om je eigen geestelijke gezondheid geeft  niet te vaak mee moet willen maken.

 

Muziek / Album

Terugkeer van de romantici

recensie: Maxïmo Park - Too much information

Vanaf het album A Certain Trigger combineert het Britse Maxïmo Park passie met postpunk en new wave. Met Too Much Information hinkt de band tussen zijn eigen, karakteristieke geluid en muzikale variatie. Het eindresultaat is een wispelturige plaat die als geheel niet bevredigt.

~

Het Engelse Noorden is met zijn grauwheid geen vrolijke plek. Britten zeggen ook niet voor niets It´s grim up north. Muzikaal gezien heeft de regio een rijke traditie van kille melancholie en hoekige gitaarmuziek opgeleverd. Maxïmo Park hebben hun roots in het gebied. Ze komen uit Newcastle en zijn beïnvloed door het gepassioneerde realisme van The Smiths en bands als Pulp en New Order.

Leadzanger Paul Smith zingt in zijn teksten over mensen die de kilheid ontvluchten door zich vol overgave te storten in de liefde. Zijn songs richten zich op de emotionele cyclus van het fenomeen. Heftige verliefdheid van de L’amour fou-variant verandert in een pijnlijke relatiebreuk en vervolgens in de jammerklanken van een eenzame geliefde. Het blijft romantiek met een donker randje en met de kennis dat elke relatie kan uitmonden in een breuk, liefdesverdriet en bittere melancholie.

Alle kanten op
In dat opzicht is er niet veel veranderd in de thematiek van Maxïmo Park. Het vierde studioalbum Too Much Information opent gepassioneerd en optimistisch met ‘Give, Get, Take’, waar Smith lijkt te zingen over een muze waar hij geen genoeg van kan krijgen. Hij klinkt nog volop geïnspireerd, maar het nummer eindigt met de vraag Where do we go from here? Hoe verliefd je ook bent: het kan nog alle kanten opgaan. Dit gebeurt ook in het tweede nummer, het duistere ‘Brain Cells’. De stemming wisselt door de trage bassen die de track openen. Het nummer komt langzaam op stoom en het tempo stijgt als elektronica en een beat het aanvullen. Smith zingt schimmig en kwetsbaar terwijl de teksten in vergelijking met zijn andere liedjes minimaal zijn. Het is het beste en verrassendste nummer van het album en doet denken aan Thom Yorke’s uitstapjes in de elektronica zoals op Atoms For Peace.

Dit duistere gevoel wordt echter op de volgende tracks opgegeven voor conventionelere liedjes die soms blijven hangen, maar soms ook niet. Er is het The Smiths-achtige ‘Lydia, The Ink Will Never Dry’, dat opent met een typische Johnny Marr riff, maar je bent het zo weer vergeten. De nummers ‘Is It True’, ‘Drinking Martinis’ en ‘Midnight On The Hill’ doen nog het meest denken aan de oude hoogtepunten van de band. Het zijn nummers waar Smith je nog weet te boeien en je meeneemt, terwijl de band hem begeleidt met een herkenbare new wave sound waar je elementen in terughoort van Interpol en Block Party.

Wispelturig
Daartegenover zijn er tracks zoals ‘Brain Cells’, waarin Maxïmo Park het geluid probeert te verbreden en af te wisselen. De andere pogingen zijn minder geslaagd. ‘My Bloody Mind’ met zijn simpele en stevige rockintro lijkt een poging om back to basics te gaan, maar gaat vervolgens weer over op bekend terrein. Het is maar een uitstapje. Het springerige ‘I Recognise The Light’ lijkt niet echt een kant op te gaan, terwijl Smith verre en exotische steden beschrijft.

Het zijn deze tegenstellingen die van Too Much Information een wispelturig album maken waardoor het geheel niet helemaal bevredigend is. Bepaalde nummers tonen nog wel dat de band passie overheeft, ook al klinkt het niet nieuw meer. Het is alsof je een oude vlam, waar je het ooit eens mee hebt uitgemaakt, weer terugziet. Je herkent de dingen die je leuk vond en waar je op gevallen was. In de tussentijd is zij echter weinig veranderd en je vraagt je af wat zij je nog te bieden heeft.