Theater / Achtergrond
special:

De beste theater- en dansvoorstellingen van 2015

In 2015 werd het werkveld van de theaterredactie danig vergroot. Van cabaret tot acrobatiek, van theatrale wereldreizen tot geënsceneerde poëzievoordrachten, de definitie van theater werd flink opgerekt ten opzichte van het voorgaande jaar. Binnen dit gevarieerde aanbod kregen de onderstaande voorstellingen de hoogste scores van onze redacteurs.

Scapino Ballet – TWOOLS 17

TWOOLS Scapino Ballet

Nieuw leven ontstaat in de Scapinovoorstelling TWOOLS 17, een anthologie van acht choreografieën door gevestigde makers en nieuw talent. Ondanks de claim van de makers dat de verschillende korte choreografieën (elk niet langer dan tien minuten) geen coherent thema deelde, zag redacteur Hayco als rode draad de moderne mens ontstaan uit de jungle. Als insecten kronkelen de dansers over elkaar heen, dan weer krassen zij als raven, tot de eerste mensen de aarde bevolken. Met enkel beweging en geluid proberen deze oer-entiteiten hun intenties duidelijk te maken. Onbegrepen blijven betekent immers sterven.

geheim1Nieuw Utrechts Toneel – Geheim

Op de historische grond van Castellum Hoge Woerd, waar ooit een Romeins fort stond, speelt het NUT de voorstelling Geheim. Aan de hand van een kist van haar grootmoeder, met brieven door vijf verschillende schrijvers, reconstrueert Floor Leene samen met Greg Nottrot een geschiedenis uit 1923. De twee acteurs wisselen moeiteloos van rol en daarmee van perspectief op het verhaal. Het publiek wordt actief gevraagd mee te speculeren over de afloop van de gebeurtenissen. De voorstelling verbroedert door het collectieve geheim tussen publiek en performer, dat uiteindelijk aan de aarde van Hoge Woerd wordt toevertrouwd. 

Theatre des Bouffes du Nord – The Suit

Recensie The SuitOp negentigjarige leeftijd heeft theater- en filmregisseur Peter Brook de kunst van het vertellen als geen ander in de vingers. Meer dan wat eenvoudige attributen heeft hij niet nodig om de toeschouwer mee te voeren naar de townships van Johannesburg ten tijde van de apartheid. De Zuid-Afrikaanse auteur Can Thembé schreef een bedrieglijk eenvoudig verhaal over overspel, wreedheid en vergeving. Door de kracht van suggestie, een kraakheldere regie en een uitzonderlijke aandacht voor detail doet Brook je de tijd vergeten en brengt zijn toeschouwers in een staat van ontvankelijkheid.

TAO DanceTAO Dance Theatre – 6 & 7

Op de vijfentwintigste editie van het Julidans Festival voerde het TAO Dance Theatre de voorstelling 6 & 7 van de Chinese choreograaf Tao Ye uit. Ye kiest er bewust voor om zijn choreografieën te becijferen en niet te betitelen, omdat hij de interpretatie van de toeschouwer niet middels taal wil sturen.

De identiteit van de dansers van TAO blijft verborgen door hun uniformiteit; ze vormen een organische eenheid, volgens onze redacteur Dorien een verlengstuk van oosters communisme. De dans vertelt niets, maar is met zijn minimalistische herhaling een indringende magisch-realistische ervaring.

NDT1-Start AgainNederlands Dans Theater 1 – Start Again

De drie choreografieën in Start Again hebben als gemene deler dat ze uitvoerig gebruik maken van filmische technieken. The Missing Door van Gabriela Carrizo put inspiratie uit de thrillers van Alfred Hitchcock en de onverklaarbare gebeurtenissen in horrorfilms. Ook in The Lost Room van Franck Chartier is dit horrorelement terug te vinden: de choreografie is gesitueerd in een behekste hotelkamer. Stop-motion van Lightfoot en Léon maakt middels opstuivend meel het toneelbeeld expres wazig en rokerig. Het drieluik toont dat het Nederlands Dans Theater 1 tot veel in staat is.

Kunst / Achtergrond
special: 10 tentoonstellingen op een rijtje gezet

De beste tentoonstellingen van 2015

De kunstredactie van 8WEEKLY blikte terug op de vele gerecenseerde tentoonstellingen van afgelopen jaar en heeft de 10 beste tentoonstellingen op een rijtje gezet. Welke mocht je niet missen? Het werd een stevig en kunstzinnig lijstje.

1. Rembrandt van Rijn – Late Rembrandt, Het Rijksmuseum

Rembrandt van Rijn - Late Rembrandt, Rijksmuseum, Amsterdam. Foto: Erik Smits

Rembrandt van Rijn – Late Rembrandt, Rijksmuseum, Amsterdam. Foto: Erik Smits

Een uitzonderlijke tentoonstelling waarin Rembrandts gewaagde late meesterwerken centraal staan. Niet eerder kwam zijn vermogen om realiteit en gevoel vast te leggen op doek, zo goed naar voren. Een prachtige tentoonstelling over een van de beroemdste kunstenaars van Nederland. Lees de recensie Een meester op zijn hoogtepunt.

2. Munch : Van Gogh, Van Gogh Museum

In deze tentoonstelling is werk te zien van twee zielsverwanten. Twee expressieve meesterschilders met een gelijkende visie op het leven, die elkaar nooit hebben ontmoet. Een uniek overzicht van de parallellen tussen hun oeuvres die je niet mag missen. Nog te zien tot en met 17 januari 2016. Lees de recensie Ontmoeting van twee iconen.

3. De oase van Matisse, Stedelijk Museum

De oase van Matisse - Stedelijk Museum, Amsterdam.

De oase van Matisse – Stedelijk Museum, Amsterdam.

Een kleurrijke reis langs het oeuvre van Matisse. We zien de veelzijdigheid, vitaliteit en spiritualiteit van zijn kunstwerken, de rol die zijn kunst innam, wat Matisse heeft geïnspireerd en de rol van Matisse als inspiratiebron voor anderen. Met prachtige knipsels van Matisse in de bovenzalen. Lees de recensie De wondere wereld van Matisse.

4. A year at the Stedelijk: Tino Sehgal, Stedelijk Museum

Twaalf werken in de vorm van geconstrueerde situaties, elke maand één. Tino Sehgal choreografeert met zijn werken, die elke maand in een andere zaal van het museum te vinden zullen zijn, niet alleen hen die zijn werken vertolken, maar ook het gedrag van het museumpubliek. Een bijzonder overzicht van het werk van de Duits/Engelse kunstenaar en zeer unieke wijze van tentoonstellen. Dagelijks opgevoerd vanaf het moment dat het Stedelijk opengaat totdat het sluit. Nog te zien t/m 31 december 2015. Lees de laatste special december uit de reeks Twaalf keer Seghal.

5. William Kentridge – If We Ever Get To Heaven, EYE Filmmuseum

William Kentridge – If We Ever Get to Heaven, EYE filmmuseum, Amsterdam.

William Kentridge – If We Ever Get to Heaven, EYE filmmuseum, Amsterdam.

Een indrukwekkende tentoonstelling van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge in het, net zo indrukwekkende, EYE Filmmuseum. Groots, kritisch en meeslepend. De muziek, de film en de krijttekeningen van Kentridge vormen bij elkaar een bijzondere beleving over een heel actueel onderwerp. Lees de recensie Verhalen verteld door indrukwekkende uitvergrotingen.

6. Bit Rot – Douglas Coupland, Witte de With/Center for Contemporary Art

Er is veel aan te merken op de wereld waarin we leven – dat wordt met felle commentaren, hemelbestormende ideeën en bruut geweld dagelijks over ons uitgestrooid. Douglas Coupland heeft in kunstcentrum Witte de With een andere manier gevonden: signaleren en naar je hand zetten. Zoals een schrijver hoort te doen. Nog te zien tot zondag 3 januari 2016. Lees de recensie De schrijver verbeeldt.

7. Gevaar & Schoonheid. Turner en de traditie van het sublieme. Rijksmuseum Twenthe

J.M.W. Turner, Modern Italy – the Pifferari, 1838, olieverf op doek, Glasgow museums. Uit: Gevaar & Schoonheid. Turner en de traditie van het sublieme.

J.M.W. Turner, Modern Italy – the Pifferari, 1838, olieverf op doek, Glasgow museums. Uit: Gevaar & Schoonheid. Turner en de traditie van het sublieme.

Rake ensembles van kunstwerken uit verschillende perioden. Het museum laat bijzonder werk zien van een grootse kunstenaar in een grootse tentoonstelling. Vanuit de ogen van de kunstenaar wordt het werk van Turner tegenover werk uit andere tijden en media gezet, waarmee de tijdloosheid van bepaalde kunstgrepen wordt aangeduid. Nog te zien tot zondag 3 januari 2016. Lees de recensie Ruimte om te kijken.

8. Alexander Roslin – Portrettist van de aristocratie, Rijksmuseum Twenthe

Rijksmuseum Twenthe speelt sterk in op de context en maakt het publiek ervan bewust dat deze werken vlak voor het uitbreken van de Franse revolutie zijn geschilderd (voordat velen uit de door Roslin afgebeelde hogere klasse onder de guillotine zijn beland). Een sterke combinatie met de laatste zaal waar het goud van de wanden afbladdert- dit laat de vergankelijkheid zien van pracht en praal. Lees de recensie De laatste details.

9. La La La Human Steps, Museum Boijmans van Beuningen

Cindy Sherman, Untitled (no 96 – orange shirt, tile floor), 1982 uit: La La La Human Steps - Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Cindy Sherman, Untitled (no 96 – orange shirt, tile floor), 1982 uit: La La La Human Steps – Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Met een stevige greep uit de eigen collectie heeft Museum Boijmans van Beuningen weer een fabelachtige tentoonstelling samengesteld. André Malraux’ La condition humaine staat model voor een ontdekkingsreis langs ‘het menselijk tekort’ dat op veel manieren, in veel uitdrukkingen en door veel kunstenaars is verbeeld. Een bijzonder inkijkje in de ondoorgrondelijke menselijke ziel. Lees de recensie Mens durf te leven.

10. ZERO: Let Us Explore The Stars. Radicale kunst uit de jaren 50 | 60, Stedelijk Museum.

Een historisch verantwoord overzicht van een spannende periode in de Nederlandse kunstgeschiedenis. Een prachtige terugblik op de naoorlogse radicale stroming die gezien kan worden als een belangrijk fundament van de hedendaagse kunst: de ZERO-beweging. Lees de recensie Bekende werken overzichtelijk opgesteld.

Sofie Letitre
Interview

Sofie Letitre wijzigt muzikale koers

special: interview Sofie Letitre
Sofie Letitre

Met haar tweede album Uncanny Valley slaat de Utrechtse Sofie Letitre een andere, meer elektronische koers in. Ze vertelt openhartig over de ontstaanswijze ervan: “Op mijn debuutalbum was ik naakt, nu heb ik kleren aan.”

De eerste reacties op Letitres nieuwe album zijn lovend: “We hebben een internationale perspromotor, dus duikt de plaat nu ook op in Bulgarije, Duitsland, de VS en andere landen. En we zijn al bij de BBC gedraaid.” Op Uncanny Valley staan tevens een zestal remixes van de oorspronkelijke liedjes, gemaakt door producers uit onder andere Los Angeles en New York: “Die producers hebben weer een heel eigen publiek dat erg enthousiast reageert op de remixes. We kregen zelfs een berichtje uit Mexico met de vraag wanneer we er komen optreden!” Een kleine twee maanden geleden speelde Sofie Letitre met haar band bij DWDD.

Kleren aan
Aan haar keukentafel in een knusse Utrechtse bovenwoning vertelt de zangeres over de koerswijziging op haar nieuwe album: “Ik ben al langer geïnteresseerd in elektronische muziek: Kid A van Radiohead was altijd al een van mijn favoriete platen, vanwege de combinatie van akoestische instrumenten en elektronica.” Het fraaie debuut van Letitre uit 2013, Back Were We Come From, neigde meer naar singer-songwriter, maar de elektronische muziek met invloeden uit de triphop zit haar ook als gegoten: “De kalmte en de perfecte zuiverheid van elektronica zijn een verademing. Ook is er voor mij meer ruimte om te zingen nu.” Ze vervolgt: “Mijn eerste cd was rauwer en kwam recht uit het hart. Uncanny Valley is afstandelijker van aard. Op mijn debuutalbum was ik naakt, nu heb ik kleren aan.”

Imperfect
De titel van haar nieuwe plaat is gebaseerd op een Japans onderzoek, waarbij onderzocht werd hoe mensen reageren op robots die steeds menselijker worden: “En wat blijkt? Mensen vinden het walgelijk. Perfectie creëert afstand.” Hoe vertaalt dit denkbeeld zich naar haar muziek? Letitre legt uit: “De echte mens symboliseert imperfectie, en dus nabijheid. Maar de perfecte robot, die sprekend een mens is, creëert juist afstand. In mijn muziek associeer ik me meer met imperfectie. En als je erkent dat je niet perfect bent, word je toegankelijker.” En toegankelijk is haar nieuwe plaat toch uiteindelijk ook geworden, vindt ze: “In eerste instantie lijkt het album wat afstandelijk, vanwege de elektronica, maar door het gebruik van akoestische instrumenten is het ook heel kwetsbaar en persoonlijk geworden.”

Heeft Letitre al enig idee wat haar volgende muzikale project zal zijn? “Deze gereedschapskist is nog lang niet uitgeput, dus met elektronische muziek ga ik nog wel even door. Maar ik ben vrij wispelturig: het zou ook zomaar een symfonieorkest kunnen worden!”

Broeder Dieleman - Uut de bron
Muziek / Album

Uit de bron van het leven

recensie: Broeder Dieleman - Uut de bron
Broeder Dieleman - Uut de bron

Uut de bron is de derde cd van Broeder -ofwel Tonnie- Dieleman uit Middelburg. Het album is stijlvol ingebed in een hagelwit boekwerk, met daarin al zijn songteksten tot nog toe, stemmige zwart-witfoto’s en enkele illustraties.

Een interview van Dennis Gaens bij Dieleman thuis luidt het geheel in. Gaens ontlokt de enigmatische muzikant mooie frases als: “In mijn liedjes kijkt er bijna altijd iemand uit het raam. Ramen zijn belangrijk voor me”. En: “Het liefst zou ik de hele dag dingen inlijsten”. Of: “Ik vind het raar dat niet meer bands over vogels zingen.” Ook spreekt Dieleman over “God als de grote vogelgeest”, zijn voorliefde voor The Pogues en de Zeeuws Vlaamse mysticus Omer Gielliet, naar wie hij een nummer vernoemde.

Vogelzang
Op zijn eerste twee albums, Alles is ijdelheid en Gloria, zong Dieleman met licht schuchtere stem, in het Zeeuws dialect, zijn kleine, persoonlijke folksongs. Met veel aandacht voor natuur en religie, in uitgebeende liedjes, wars van franje, vaak alleen met gitaar (of banjo) en zang. Uut de bron is anders van opzet: Tussen alle vogelzang, dialogen in de buitenlucht, non-descripte, oosterse klanken en rinkelende belletjes door is het even zoeken naar een ’traditioneel’ liedje.

Tijdens deze (fascinerende) zoektocht annex luistertrip is ‘Meilied’ het eerste ‘echte’ lied waar de luisteraar op stuit: sober, met slechts banjogetokkel en de licht klaaglijke zang van Dieleman, eindigend met een langgerekte drone-toon. Het bezwerende, bijna kerkelijke en ruim tien minuten durende ‘Lovenpolder, Boerengat’ is een ander ‘gewoon’ liedje op Uut de bron. Althans voor de helft, want dan nemen allerlei soundscapes de regie weer in handen. Belletjes, hanengekraai en weer die langgerekte toon, culminerend in veel geraas.

Eigengereid
Broeder Dieleman maakt het de luisteraar niet altijd even makkelijk: Uut de bron is dan ook geen gewoon album. Maar de eigengereide Zeeuw intrigeert wel met zijn bijzondere collage van natuurgeluiden, vreemde elektronische klanken, vage viool- en banjotonen en repeterende zang. Het beste is om het album in een keer te beluisteren. Om toch enkele referenties te noemen: David Eugene Edwards, de zanger van 16 Horsepower en natuurlijk Bonnie ‘Prince’ Billy, met wie hij eerder samen optrad.

Ergens in het interview met Gaens zegt Dieleman: “Alles betekent iets, alles moet vastgelegd worden. Ik moet van alles iets maken.” De Zeeuw kan dat als geen ander.

Muziek / Album

Emotionele synthesizers

recensie: Rival Consoles - Howl

Voor zijn project Howl zocht Ryan Lee West, beter bekend als Rival Consoles, de balans tussen muziek voor in de huiskamer en muziek voor grote danshallen. Dat is ook exact waarin hij geslaagd is. Howl is een overtuigende toevoeging aan een indrukwekkend muziekjaar voor het label Erased Tapes.

Electronica die menselijk klinkt en synthesizergeluiden vol gevoel, dat is de muziek waar Rival Consoles voor staat. Nu hij de overstap heeft gemaakt van een grotendeels digitale naar de analoge instrumentenwereld, heeft hij dat principe vervolmaakt. Daardoor is Howl zo imponerend: de warme electronica met een dikke laag sfeer is dansbaar, maar heeft daarnaast indrukwekkende emotionele diepgang. Het zou dan ook terecht zijn als dit album de weg naar een groter publiek vrijmaakt voor de Londense producer.

Vastgenageld

Neem alleen al ‘Pre’, een van de hoogtepunten van de plaat. Het vraagt weinig voorstellingsvermogen om een zaal los te zien gaan op de krachtige beat, ondertussen opgezogen door de continu doordreinende, treurige synthesizermelodie. Maar evengoed kun je ’s avonds op de bank zitten met de track door de koptelefoon, terwijl de rillingen over je rug lopen. Afsluiter ‘Looming’ is zo mogelijk nog intenser. Zonder haast bouwt West het nummer op, tot halverwege de synthesizertonen zich met pijn en moeite uit de boxen beginnen te scheuren, opbouwend tot een intense climax die zich het beste laat beschrijven als een emotionele ontlading. Je blijft vastgenageld achter.

Nee, Howl is absoluut geen luchtige dansplaat en wordt nergens vrolijk. Toch waakt West voor een gebrek aan afwisseling. Zo zorgt de drumbijdrage in ‘Low’ voor een heel andere vibe en vormt het geïmproviseerde 3 Laments, bestaande uit de onherkenbaar vervormde stem van West zelf, een kalm ambientintermezzo. Het daaropvolgende ‘Morning Vox’ is door de stuiterende loop juist een punt van energie. Gedurende het hele album blijft de sfeer echter donker en een tikkeltje melancholisch en vormt zo een sterk geheel.

Imperfecties

Het is opvallend hoe relatief eenvoudig de nummers in elkaar zitten. Je zou bij de beschrijvingen hierboven misschien een enorm gelaagd album verwachten en soms komt de volle muziek ook zo over, maar over het algemeen heeft West weinig middelen nodig. Waar het detail en de diepgang hem dan in zitten? Hij steekt hoorbaar aandacht in de klanktextuur en speelt bovendien op prachtige wijze met imperfecties. De synths in het eerder besproken ‘Looming’, bijvoorbeeld, bestaan uit drie lagen die net niet goed getimed zijn, wat het schurende effect geeft. Het zorgt voor een rauw randje en maakt dat de emotie binnenkomt bij de luisteraar.

Howl verdient het dus om gehoord worden. Liefhebbers van het in 2013 als meesterwerk binnengehaalde The Inheritors van James Holden zouden hier bijvoorbeeld eens naar moeten luisteren. Hoewel niet precies hetzelfde, is het idee immers soortgelijk: synthesizermuziek met een sterke nadruk op een menselijke dimensie en een organisch geluid. De oefenperiode is nu definitief voorbij, wie weet wat voor moois Ryan Lee West nog op de wereld los zal laten.

Theater / Voorstelling

‘De Gelaarsde Poes’ is een geweldig leuk spektakel

recensie: Ro Theater - De Gelaarsde Poes

Met haar bruisende energie, doldwaze aankleding, komisch opgeklopte typetjes en bovenal de sterke kruisbestuiving tussen regie, tekst en muziek, is De Gelaarsde Poes een fantastische nieuwste aanwinst in de reeks familievoorstellingen die het Ro Theater net voor kerst op de planken brengt.

De Gelaarsde Poes is een door het Ro Theater-team dik aangezette en naar het nu vertaalde versie van het sprookje De gelaarsde kat. Het oorspronkelijke sprookje vertelt de belevenissen van de jonge molenaarszoon Jaap en zijn kat, het enige erfstuk dat Jaap ontving na het overlijden van zijn vader. Jaap en het beest trekken arm en verloren door het land – tot blijkt dat de kat slim en gevat is. Hij weet met zijn listige streken en creatieve huichelarij de koning van het land wijs te maken dat zijn baasje een markies is. De rijkdom en het geluk die volgen, zijn echter niet zonder problemen. Daar zit ook de ‘les’ van het verhaal: ‘vaar nooit onder een valse vlag’, oftewel: doe je nooit anders voor dan je bent.

Roosendaal, 07-12-2015. Beeld uit de voorstelling "De gelaarsde poes" van het Ro-Theater. Foto: Leo van Velzen.Gouden basis

Het Ro Theater maakte met regisseur Pieter Kramer en schrijver Don Duyns eerder al succesvolle familievoorstellingen. Hun kenmerkende regie- en schrijfstijl vormt ook de gouden basis voor deze productie. Duyns teksten zitten vol met woordgrappen, overdrijvingen en bovenal een lekkere vaart. De regie van Kramer vertolkt al die dingen op een geweldige, subtiele manier en een fantastisch gevoel voor timing, die bovendien ook uitstekend wordt opgepakt door het gehele ensemble.

Ook de vormgeving van het stuk bruist; zowel het decor- als kostuumatelier hebben alles uit de kast getrokken. Ouderwetste schoolplaten vormen de basis voor de kleurrijke, fantasievolle decors – en vrijwel allemaal hebben ze ergens een kwinkslag en een knipoog. De doeken en stellages worden bij elke scène op- en afgereden, getakeld en geschoven. Als publiek zou je je nog veel langer aan de fraaie schilderingen kunnen vergapen. De kostumering is ook schitterend en past goed bij de over-de-topbenadering.

Geweldige draaikolk

Beeld uit de voorstelling "De gelaarsde poes" van het Ro-Theater. Foto: Leo van Velzen.De Gelaarsde Poes doet met verschillende bizarre situaties en kleurrijke personages een paar flinke scheppen bovenop op de originele plot. De poes (Bart Rijnink) is verworden tot een soort listige punker, die zichzelf verliest in de rock-‘n-roll van de verworven rijkdom. De schijnwerpers richten zich daarnaast op de avontuurlijke puberdochter van de koning, Wendy (Keja Klaasje Kwestro), ook wel ‘Verwendy’, die wel zin heeft om een potje te gaan tongen met een jongen uit het gewone volk. Ze ontsnapt uit het paleis loopt op de kermis tegen Jaap aan – en dat is natuurlijk (kalver)liefde op het eerste gezicht. Ook wordt de verwaande praatjesmaker James Blond (Arjan Ederveen/Wart Kamps) ingehuurd om op de prinses te passen. Bovendien is er nog een romance voor de kat, in de vorm van een travestie-poes (Alex Klaasen) uit de plaatselijke Thaise stripclub Thai Aaibar. Vrijwel alle figuren uit het verhaal barsten daarnaast regelmatig los in bizarre, komische en catchy De Gelaarsde Poes-versies van allerlei nummers van Michael Jackson. De uitstapjes verbreden het verhaal en maken het ook meer van het hier en nu. Het enige kleine vraagteken dat rijst is of het stuk door de uitweidingen niet te lang is geworden voor de concentratiespanne voor de jongsten, maar de energie waarmee het geheel de zaal in knalt kan die vraag gemakkelijk teniet doen.

Al met al is De Gelaarsde Poes een enorm dynamisch, grappig en prachtig vormgegeven spektakel. Het geheel klopt in bijna alle facetten. Ja, het stuk duurt lang, maar laat dat alsjeblieft niemand weerhouden van het aanschaffen van tickets voor deze geweldige achtbaan.

Muziek / Album

Om vaak te draaien

recensie: Jeroen Kant – Nooit genoeg

Het leek veel korter, maar het is toch alweer tweeënhalf jaar geleden dat De Lafaard Kapitein verscheen. Met Nooit Genoeg heeft Jeroen Kant een opvolger gecreëerd die misschien wel zijn beste liedjes tot nu toe bevat.

Kants vorige album was het eerst verschenen werkje op zijn eigen platenlabel, Bastaard Platen, dat hij samen met Matthijs Leeuwis oprichtte. Inmiddels hebben deze platenbazen ook plaats geboden aan ander Nederlands- en Vlaamstalig talent: Björn van der Doelen, Flip Noorman, Mathijn den Duijf, ContraContra en Marco Martens vonden inmiddels onderdak bij de sympathieke Brabanders.

Nederlanse Americana

Je kunt het album Nooit Genoeg een Nederlandstalige Americana-plaat noemen. Jeroen Kant weet traditionele muziekstromingen als country, folk en blues als inspiratiebron te gebruiken voor zijn eigen liedjes. Hij laat zich begeleiden door gitaren, drums, percussie, orgeltjes, koortjes en contrabas. Alles is vooral heel subtiel; nergens schreeuwerig, hard of dichtgespeeld. Het is muziek met veel gevoel voor de ruimte tussen de noten. Hierdoor komen de teksten goed tot hun recht. Ze zijn vaak cynisch van karakter, een goed voorbeeld is het openingsnummer ‘Nooit Genoeg’, dat onze consumptiemaatschappij en de hang naar eeuwig leven als onderwerp heeft.
Kant is niet alleen kritisch op de maatschappij, maar verhaalt ook over zijn eigen leven, waarbij hij soms heel dichtbij zichzelf komt. Een voorbeeld daarvan is het lied ‘Oude Kronkelpad’, waarin hij een verlaten liefde onder de loep neemt en zijn melancholieke gedachten daaromheen de vrije loop laat.
In ‘Een Zucht’ beschrijft Kant hoe een arbeider die richting de pensioneringsleeftijd gaat, terugkijkt op zijn leven. Veertig jaar werken en een relatie die zich voortsleept, maar toch stand blijft houden. Hij heeft spijt van het voorbije leven, dat hij niet meer over kan doen. Als hij weer jong was, deed hij het allemaal anders… misschien. Kant observeert en relativeert scherp.

Zichzelf overtroffen

Ieder liedje van het album Nooit Genoeg is als een klein verhaaltje in een boek. Steeds weer weet Jeroen Kant, ondersteund door een fijne melodie, de luisteraar aan de hand mee te nemen naar wat hij ziet, meemaakt, heeft waargenomen en beleefd. Vaak blijft Kant heel dicht bij het leven van alledag en het zijn het niet de meest vrolijke bespiegelingen die de revue passeren. Armoede, verloren liefdes, zwerven, bedrog en verdriet zijn onderwerpen die veel voorkomen. Wie zoekt naar vrolijkheid of hoop, moet met een zaklampje zoeken. Maar ze zijn er wel, die lichtere momenten. In ‘Als een kind zo blij’, schemert door de ellende heen toch een voorzichtige blijdschap en in ‘Leugens’, laat de onvoorwaardelijke liefde zich van haar mooiste kant zien in zware beloftes aan elkaar.
Jeroen Kant heeft zichzelf met dit nieuwe album overtroffen. Nooit Genoeg is een plaat om regelmatig te blijven luisteren, omdat er steeds weer wat nieuws te ontdekken valt in de teksten van de singer-songwriter. Luister je eens niet naar de teksten, dan valt ineens op dat muzikaal alles zo goed in elkaar zit dat je je nog steeds geen moment verveelt.

 

 

Live in Nederland:
17-12-2015 Luxor, Arnhem (Clubtour met Ben Caplan)
18-12-2015 Burgerweeshuis, Deventer (Clubtour met Ben Caplan)
19-12-2015 Fluor, Amersfoort (Clubtour met Ben Caplan)
23-12-2015 Tivoli, Utrecht (Clubtour met Ben Caplan)
24-12-2015 Neushoorn, Leeuwarden (Clubtour met Ben Caplan)
26-12-2015 Paradiso, Amsterdam (Clubtour met Ben Caplan)
27-12-2015 Simplon, Groningen (Clubtour met Ben Caplan)

Boeken / Achtergrond
special: De 8WEEKLY-boekenredactie selecteert de beste boeken van het afgelopen jaar

De beste boeken van 2015

Onze redacteuren hebben een selectie gemaakt uit de boeken die ze dit jaar besproken hebben. Ze vertellen je welke boeken je niet had mogen missen. Het is een afwisselende lijst geworden, met fictie, non-fictie, vertaald, Nederlands, en natuurlijk poëzie.

1. Roger Martin du Gard – De Thibaults

Jesse van Amelsfoort: ‘Vorig jaar noemde ik het eerste deel van Roger Martin du Gards De Thibaults; het dit jaar verschenen tweede deel is zo mogelijk nog beter. De kunst en kunde spat van elke pagina, net zoals het grote drama van de Eerste Wereldoorlog en het kleine drama van verscheurde families.’ Lees hier de recensie.

Goethe2. Rüdiger Safranski – Goethe. Kunstwerk van het leven

André van Dijk: ‘Op een luchtige, zeer leesbare manier brengt Safranski de levensgeschiedenis van Goethe in beeld, gekoppeld aan fragmenten uit brieven, dagboeken, gedichten en proza uit diens omvangrijke oeuvre. Zo weet hij nog stelliger een complete Goethe neer te zetten, waarbij vele aannames gestaafd worden door originele teksten en talrijke gaten op overtuigende wijze gevuld worden.’ Lees hier de recensie.

3. Katja Petrowskaja – Misschien Esther

Jesse van Amelsfoort: ‘Katja probeert haar familiegeschiedenis uit de handen van de vergetelheid te redden. Wij zijn wie we waren, wij zijn onze voorouders, maar wat als je niet weet wat dat betekent?’ Lees hier de recensie.

4. Alex Boogers – Alleen met de goden

Sam van Middendorp: ‘In Alleen met de goden neemt Aaron Bachman het op tegen mede-kickboksers, maar bovenal tegen zijn ouders en de harde, troosteloze werkelijkheid van zijn jeugd. Daarmee komt de thematiek van Boogers in deze grote roman nog eenmaal in alle hevigheid terug.’ Lees hier de recensie.

Wat in de schaduw bleef5. Yves Bonnefoy – Wat in de schaduw bleef

Maarten Buser: ‘Van de boeken die ik zelf dit jaar voor 8WEEKLY heb besproken is mijn favoriet Wat in de schaduw bleef van Yves Bonnefoy, een vertaling van twee bundels van de Franse dichter. Waar Bonnefoys eerdere poëzie vaak wat aan de abstracte, talige kant blijft, weet hij in deze twee bundels een overtuigende, bijna driedimensionale wereld te scheppen. Daarin verwerkt hij zijn bekende thema’s en beelden die nu winnen aan tastbaarheid, en dat doet de gedichten erg goed.’ Lees hier de recensie.

6. P.F. Thomése – De onderwaterzwemmer

André van Dijk: ‘Een leven in de greep van angst en schuldgevoel, dat is wat P.F. Thomése ons voorschotelt in zijn nieuwe roman. Een uiterst zwaarmoedige en deprimerende geschiedenis die glorieus blijft schitteren door de fenomenale schrijfkunst van de auteur. Er is sympathie voor de ongelukkige hoofdpersoon, maar tegelijkertijd is de neiging de man een schop onder de kont te verkopen moeilijk te onderdrukken.’ Lees hier de recensie.

7. Karl Ove Knausgård – Vrouw

Inge Cohen Rohleder: ‘Vrouw is het zesde deel van een serie dikke boeken over Knausgårds eigen leven. Zijn moeilijke jeugd met een gestoorde vader, zijn ingewikkelde huwelijk met een gestoorde vrouw en zijn schaamteloze zelfobservaties; eigenlijk is Karl Ove zelf de raarste van allemaal. Tussen de hier en daar komische wederwaardigheden vlecht hij essays over geschiedenis, kunst en onze behoefte aan liefde en aandacht. Voor iedereen valt er wel wat te herkennen en gelukkig ook te lachen. Je raakt of meteen verslaafd aan deze folianten of je bladert wat en zucht: o wat DIK, niks voor mij!’ Lees hier de recensie.

8. David Vann – Aquarium

André van Dijk: ‘De omstandigheden waaronder David Vann zijn personages laat optreden, lijken sterk op die uit zijn voorgaande werk. Er is de rauwe armoede en uitzichtloosheid die hij fraai laat samenvallen met metaforen die de jonge Caitlin opdiept uit de haar omringende vissenwereld. Het aquarium als de verbeelding van het begrensde leven waar de verhoudingen kunstmatig in stand worden gehouden.’ Lees hier de recensie.

Jij zegt het9. Connie Palmen – Jij zegt het

Sterre Houweling: ‘Jij zegt het is prachtig geschreven, intelligent en vloeiend, zoals we van Palmen gewend zijn. Hoewel het een tragisch drama is, geen thriller, kon ik het boek toch niet wegleggen. Ik wilde zo graag de details over, de eigenlijk al bekende, afloop weten.’ Lees hier de recensie.

10. Ellen Deckwitz – De blanke gave

Maarten Buser: ‘Een van de luxeproblemen van voor verschillende media mogen schrijven, is dat ik me voor Literair Nederland over De blanke gave van Ellen Deckwitz ontfermde, en iemand anders op 8WEEKLY de bundel besprak. Die was minder te spreken over deze gedichtenbundel, die het tot mijn favoriet van het jaar wist te schoppen. Deckwitz brengt veel, heel veel, bij elkaar, uit verschillende werelddelen en zelfs tijdsperiodes, maar alles wordt samen één prikkelend geheel.’ Lees hier de recensie.

Film / Films

Controlfreak in een kayak

recensie: Comme un avion

De films van Bruno Podalydes halen zelden Nederland. Alleen zijn aandeel in het veelluik Paris je t’aime draaide in de bioscopen. Zijn overige films, zoals de uitstekende komedie Bancs publics uit 2009, komen hoogstens op dvd uit.

Hetzelfde lot is Comme un avion beschoren. De films van Podalydes zijn, met z’n droge humor en absurde scènes, niet Frans genoeg. Eerder zou je de regisseur een verre Gallische neef van Alex van Warmerdam, Roy Anderson of Bent Hammer kunnen noemen.

In Comme un avion speelt de regisseur zelf de hoofdrol. Hij is Michel, een ontwerper van middelbare leeftijd met een leven dat van routines aan elkaar hangt. Zijn huwelijk met Rachelle (een heerlijke Sandrine Kiberlain) staat op de sudderstand. Het liefst vlucht hij in zijn hobby. Michel spaart alles wat met vliegtuigen te maken heeft en fantaseert over spannende avonturen.

Wulpse weduwe

Wanneer het op een dag op kantoor over palindromen gaat, raakt Michel geobsedeerd door een kayak. Niet alleen een woord dat je om kunt draaien, maar ook een symmetrisch object. Hij schaft een kayak aan, zet ‘m op het dak van zijn huis en beleeft daar, peddelend op het droge, spannende fantasietochten.

Wanneer zijn vrouw deze nieuwe hobby ontdekt, spoort ze hem aan om echt op reis te gaan met zijn bootje. Michel neemt een week vrij en schaft een enorme hoeveelheid outdoorspullen aan om elk risico tijdens de reis uit te kunnen bannen. Die reis voert niet al te ver. Na een paar kilometer belandt hij bij een herberg, geleid door de wulpse weduwe Laeticia, waar hij de rest van de film steeds terug zal keren.

Melancholiek verhaal

Comme un avion is een film over mannelijk onvermogen. Michel probeert elk facet van zijn leven te controleren, maar tegen zijn existentiële twijfels is geen techniek opgewassen. Dat geeft de filmregisseur de mogelijkheid uit te pakken met een aantal hilarische scènes waarin de door hem gespeelde hoofdpersoon worstelt met te handige campinggadgets en falende iPhones.

Heel diep graaft Comme un avion niet, maar de toon is aangenaam licht en de absurde voorvallen – zoals een cameo van acteur Pierre Arditi als een woedende hengelaar – blijven de kijker verrassen. Onder die vrolijke oppervlakte ligt een melancholiek verhaal over een man met een midlifecrisis die het ook allemaal niet meer weet.

Theater / Voorstelling

Gezellige jongens voor de lol met een grote L

recensie: Herman in een bakje geitenkwark – 2

Ja hoor, daar zijn ze weer: in 2012 waren ze nog een hit op theaterfestival de Parade, nu timmeren ze aan de weg met alweer hun tweede avondvullende voorstelling 2. De titel is veelzeggend door zijn eenvoud, en dekt de lading perfect. Toch rijst de vraag na afloop: wat heeft deze cabaretgroep te bieden? In elk geval is niet zozeer inhoud, maar met name de vorm subliem.

Groen

Herman in een bakje Geitenkwark- 2 - Scenefoto 01 - (c) Menno van der Bijl_LRWie de kleur groen een warm hart toedraagt, komt geheel aan zijn trekken bij ‘Herman’. Het vriendenclubje, bestaande uit Polle, Rob, Benny en Rein, is namelijk gespecialiseerd in het uitventen van een enkel thema, veelal gelardeerd met muzikale mime. Wat dat betreft niks nieuws onder de zon; de
voorstelling is ook nu weer een schitterend auditief spektakel, met zeer mooi uitgewerkte effecten. Waar in het eerste programma de theaterzaal nog werd omgetoverd in een heuse jungle, kan je je nu bijvoorbeeld zomaar ergens diep in de zee wanen. Of op een Schotse heuvel, strijdend tegen een onzichtbaar leger maar met fatale gevolgen. Het is een voorstelling met een veelvoud aan absurde sketches, zonder een duidelijke rode draad. Het programma is afwisselend qua lengte en engagement. Bij sommige stukken wordt iets meer geduld van de kijker gevergd en duurt het even voordat je door hebt wat je ziet. Andere scènes, bijvoorbeeld over een speelgoedketen, zijn alweer voorbij voordat je er erg in hebt. Dat maakt het op een leuke manier onvoorspelbaar.

Geen bedrog

Herman in een bakje Geitenkwark- 2 - Scenefoto 07 - (c) Menno van der Bijl_LRWat vooral in het oog springt, is dat de jongens zeer goed op elkaar zijn ingespeeld. Een half oog of woord is vaak al genoeg, daardoor loopt de voorstelling als een trein. De jongens kunnen ook nog eens prettig goed zingen, van soul tot gospel tot onvervalste rap. Eigenlijk doen ze alles waar ze zin hebben, waardoor vooral het gehoor rijkelijk bediend wordt. Maar gáát het ook nog ergens over? Nou nee. Er worden geen inhoudelijke statements gemaakt; het zijn vooral grappen die jonge jongens maken als ze buitenspelen en de rollen hebben verdeeld. Die licht verteerbare kost zal wellicht niet iedereen kunnen waarderen – het woord ‘flauw’ of ‘kinderachtig’ zal de kop opsteken – maar wie zich leent voor een avond onbekommerd lachen, doet er goed aan om naar 2 te gaan. Er zijn namelijk genoeg prachtige scenes en liedjes die het de moeite waard maken om deze vier bengels aan het werk te zien. Zeker als het gaat over het liedje over valsmunterij, dat na afloop nog even in het achterhoofd genesteld zal blijven. Wie besluit een kaartje te kopen, komt zeker niet bedrogen uit. Op het kaartje staat weliswaar ‘cabaret’, maar het is meer dan dat. Zien!