De Drie Musketiers als hilarisch zomerspektakel
In de openluchtvoorstelling De Drie Musketiers worden de krachten van De Warme Winkel en regisseur Pieter Kramer zeer geslaagd verenigd.
Voor de voorstelling begint loopt een acteur in een zwarte cape langs de rijen en vraagt vriendelijk of hij iedereens aandacht mag. Op een nogal schoolse wijze vertelt de acteur over het verhaal van de boerenknul D’Artagnan, die zich bij de drie musketiers Athos, Porthos en Aramis wil voegen. Hij vertelt ook over de stagiair van De Warme Winkel (zou hij het zelf zijn?) die voor deze bewerking allerlei fragmenten uit het oorspronkelijke verhaal heeft verzameld en heeft gekoppeld aan het essay van Neil Postman Amusing ourselves to death, waarin Postman profeteert dat door de nieuwe media de mensheid grotendeels ten onder zou gaan aan de constante drang naar afleiding en prikkels.
Wat een goede stagiair zou je denken, als je naar de inleiding hebt geluisterd. Als je tenminste hebt geluisterd… Door omgevingsgeluiden uit het Amsterdamse bos, het geklets van de laatste bezoekers die letterlijk en figuurlijk binnendruppelen, het feit dat de acteur zonder microfoon spreekt en het gegeven dat de inleiding nogal schools is, is het merendeel van de luisteraars al afgehaakt. Sommigen kletsen door de inleiding heen, anderen zoeken in de tas naar nootjes en drank. Een enkeling controleert op de mobiel de laatste weersvoorspelling. Ik luister naar de inleiding en voel mij precies als de acteur wanneer ik voor een groep ongeïnteresseerde leerlingen sta. Toch haak ook ik af en controleer ik mijn mail, niet wetende dat ik met die handeling zojuist ben gezakt voor het examen van de aandacht dat De Warme Winkel met De Drie Musketiers houdt.
De Warme Winkel en Kramer is een gouden combinatie
Wie aan De Drie Musketiers denkt, denkt niet meteen aan musketiers die rondrijden op motors en allerlei stunts uitvoeren, of aan een vloekende kardinaal Richelieu, die de hofdame van de koningin martelt door haar wenkbrauwen en schaamhaar te plukken, en al helemaal niet een dozijn rode kabouters die om de haverklap ‘moonend’ opdoemen.
In deze bewerking van De Warme Winkel (onder regie van Pieter Kramer) is dat én meer allemaal mogelijk. Van het originele plot blijven de grote lijnen over. Ook nu wil boerenknul D’Artagnan (aanstekelijk gespeeld door Benjamin Moenen) bij de musketiers. Om daarbij te mogen moet hij nog steeds een aantal proeven doorstaan. De belangrijkste proef heeft te maken met de affaire die de Franse koningin Anna met de Engelse Lord Buckingham heeft. Zij heeft hem haar zilveren ketting gegeven, en die moet D’Artagnan samen met de drie musketiers uit Londen terughalen.
In ruil voor het originele verhaal, voegt De Warme Winkel in deze bewerking een flinke dosis spektakel en humor toe. Dat kan ook niet anders met regisseur Pieter Kramer (bekend van de vele RO-familievoorstellingen). De samenwerking tussen De Warme Winkel en Kramer pakt in deze voorstelling prachtig uit. De droge humor van beide partijen wordt naar een hoger niveau getild. Enkele voorbeelden: terwijl de musketiers op motoren rondrijden en allerlei onzinnige trucjes doen, rijdt hun baas, monsieur de Tréville (een van de vele rollen van Vincent Rietveld), op een oude damesfiets. En de affaire tussen de Franse koningin en de Engelse Lord wordt door beiden lekker met een overdreven accent gespeeld in een scène die zo uit Allo, Allo afkomstig had kunnen zijn. Of het gesprek tussen de koningin en haar hofdame Contance, waarin de koningin verslag doet van haar affaire, waar zelfs de dispuuttrutjes Madelon en Fleur uit Koefnoen nog een puntje aan kunnen zuigen. En vergeet vooral niet de rode kabouters die constant tevoorschijn komen en zowel het publiek als de personages afleiden door hun konten, borsten en/of geslachtsdelen te laten zien.
Van theater naar computerspel
Maar wie nu denkt dat deze bewerking niet meer is dan scabreus vermaak heeft het mis. Die kabouters, die steeds meer naakt laten zien en op den duur zelfs allerlei reclameaanbiedingen scanderen, staan symbool voor de gevaarlijke hang naar afleiding en prikkels waarover Postman schrijft. Het echte doel, namelijk die ketting van de koningin terugkrijgen en in het verlengde daarvan het oorspronkelijke verhaal, raakt uit het oog verloren. De Drie Musketiers lijkt steeds meer te veranderen in Super Mario, waarbij D’Artagnan de rol van Mario vervult en de rode kabouters vervangbaar zijn door de aardmannetjes die in het spel steeds opdoemen. De overgang van theater naar computerspel wordt ook duidelijk gemaakt door de achtergrondmuziek, waarin letterlijke fragmenten uit Super Mario zijn opgenomen. Het decor van Juul Dekker, dat voornamelijk bestaat uit hout en metalen steigers, past hier eveneens mooi bij. Als een Mario klimt D’Artagnan van ladders en springt over balken om de kabouters te verslaan.
Zoals in een echt computerspel komt de vijand – de afleiding in dit geval – weer terug. De voorstelling eindigt dan ook met de vraag of we tegen die afleiding moeten vechten, zoals Postman in zijn essay aanraadt, of dat we die afleiding moeten omarmen. Immers, door die platte afleiding is deze De Drie Musketiers een doldwaze en komische voorstelling geworden.
De Warme Winkel zou De Warme Winkel niet zijn als ook hier een adder onder het gras ligt. Het is namelijk één van de kabouters die dit pleidooi voor de omarming van de afleiding houdt. D’Artagnan en de andere musketiers gaan hier weer klakkeloos in mee. De ketting van de koningin is inmiddels iedereen vergeten, en het echte verhaal wordt nooit afgemaakt.