Francesca Woodman
Kunst / Expo binnenland

Klassieke foto’s met niet alleen naaktheid als onderwerp

recensie: Francesca Woodman – On being an Angel
Francesca Woodman

Rondlopend in een tentoonstelling waarbij je weet dat de maker vlak na de laatst getoonde werken zelfmoord pleegde bestaat het gevaar van hineininterpretieren, maar het is te makkelijk Woodmans expositie alleen te zien als druipend van tragiek.

Wanneer de kunstenaar in een video toont hoe ze een van haar werken maakt is het, na de serene zwart wit foto’s tot dan toe, een schok om haar volkomen natuurlijke blije uitroep te horen over de uitkomst ervan: ‘Oh, I’m really pleased!’  Ook is het gek om aan het einde van de reeks zwart-witte naaktfoto’s ineens kleurenfoto’s te zien, waarin ze kleding draagt.
Een andere serie die ze kort voor haar dood maakte is weer in zwart-wit en toont hoe ze met de natuur bezig is: berkenschors die ze over haar polsen draagt, bijvoorbeeld, of de foto waarin ze haar haar precies zo opgestoken heeft dat het lijkt op een schelp. Licht, compositie, vormen, de natuur imiteren – kortom: dit is niet alleen een tragisch verhaal van een jong gestorvene, Woodman was tweeëntwintig- maar ook een kunstenaar die zeer bedreven was in het uitoefenen van de klassieke principes.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, From Space, 1976
© Betty and George Woodman

Een naakt lichaam in een oud huis

Bijna alle foto’s van Woodman zijn zelfportretten. Ze maakte veel ervan in een oud huis, waarin het zonlicht de ruimte krijgt. Het zijn series waarin ze dingen onderzoekt, zoals in een glazen terrarium opgesloten zitten. Of de reeks met model Charlie, die opgeblazen condooms vasthoudt, of: Polkadot: de stippenjurk die steeds meer opengaat.
De reeks begint met een eerste zelfportret op haar dertiende, waar ze in een nonchalante en stoere houding poseert maar toch verborgen, met haar haren over haar gezicht. Ze draagt een witte kabeltrui, losse broek, heeft haar vrije hand losjes over de leuning van de stoel hangen. Opvallend in deze eerste foto is al de sterke schaduw en het felle zonlicht. De rest van de tentoonstelling toont dat ze zich daarnaast vooral bezig zal gaan houden met naaktheid en het lichaam.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, Self-Deceit # 1, 1978
© Betty and George Woodman

Krachtig, kwetsbaar of sexy?

Een aantal videobeelden die ook worden getoond voegen aan deze tentoonstelling echt iets toe. Je hoort haar stem, die de foto’s als het ware tot leven brengt. Het is alsof je met haar in dat huis bent  en erbij bent als ze de foto’s maakt die je aan de muren ziet hangen. Ze laat namelijk zien hoe ze het doet.
Ook zijn er video’s die zelf kunstwerken zijn. Zoals de film waarin je water hard en onprettig op de houten vloer ziet en vooral hoort kletteren. Of de film die toont hoe ze een foto van haar naakte lichaam op ware grootte voor haar naakte lichaam houdt en verscheurt. Erbij draagt ze nog wel een masker met haar eigen gezicht erop. Het geeft een vreemd exhibitionistisch effect.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, Untitled, 1979
© Betty and George Woodman

Wat betekent dat exhibitionisme? De foto’s zijn namelijk niet alleen krachtig en afgrijselijk kwetsbaar maar ook mooi en sexy. Als je, met terugwerkende kracht, uitgaat van een kwetsbaar iemand zou je haar exhibitionisme kunnen zien als zelfhaat en roekeloosheid. Maar wanneer je uitgaat van een sterk iemand die plezier heeft in wat ze doet kan het juist kracht en durf zijn. Los van de sluimerende tragiek-interpretatie is dit in elk geval een tentoonstelling die op een zorgvuldige manier een echt goede, klassieke kunstenaar presenteert.

Theater / Voorstelling

Spel op de kale vlakte

recensie: Toneelschuur producties / Korzo producties - Wachten op de barbaren

Het barbarenvolk dat we kennen uit de klassieker Wachten op de barbaren van Coetzee, blijkt nog niet uitgeroeid. Het doet opnieuw zijn intrede in het rijk waar Jan-Paul Buijs als Magistraat met een verveeld pruillipje de wacht houdt. In een interdisciplinaire voorstelling, waaruit de verstikkende macht van het totalitaire regime blijkt, verliest hij langzaam de controle – zowel over het Rijk als over zichzelf.

‘Iedere generatie kent wel een periode van hysterie over de barbaren,’ mijmert de Magistraat vanuit zijn post, waaruit de conclusie getrokken kan worden dat hij die barbaren zelf alleen maar kent uit zijn jongensdromen. In een flets winterlandschap, bestaande uit twee platen die bedekt zijn met plastic sneeuwsnippers en gescheiden worden door een scheur in de grond, duidt inderdaad niets op vijandelijk volk. De macabere strijkmuziek doet de hoop op vredige slee- en schaatstaferelen echter al snel teniet en kondigt politiek geweld aan.

Ondergesneeuwd

Wachten op de barbaren - Toneelschuur Producties en Korzo producties foto Sanne Peper (5)Wachten op de barbaren probeert het effect van onderdrukking van de staat op het individu weer te geven. ‘De staat’ en ‘het individu’ zijn daarbij twee variabelen die naar eigen inzicht en tijdsgeest ingevuld kunnen worden. Op dit moment is de situatie in Syrië de meest voor de hand liggende interpretatie, maar in 1945 zou dit thema evengoed geldig hebben kunnen zijn. Coetzee zelf verwees vooral naar de Apartheid. Deze moderne versie, onder regie van Michiel de Regt, is helaas nogal inconsequent in de manier waarop de thematiek wordt uitgebeeld. De keuze om Jan-Paul Buijs drie rollen te laten vertolken, die van de Magistraat, kolonel Joll en af en toe het barbarenmeisje, had een toevoeging kunnen zijn. Het beheerste spel van Buijs leent zich voor naadloze omschakelingen. In combinatie met het meisje, dat zonder enige onderbouwing door drie personen belichaamd wordt, schept het helaas vooral verwarring en raakt de essentie een beetje ondergesneeuwd – letterlijk, want de Magistraat uit zijn frustratie veelal door het toneel met nepvlokken te bombarderen.

Een verhaal apart

Wachten op de barbaren - Toneelschuur Producties en Korzo producties foto Sanne Peper (4)Zwijgzame gevangenen, kaal decor en een monoloog: de soberheid van Wachten op de barbaren had ervoor kunnen zorgen dat de aandacht op de vertelling gevestigd werd. Aangezien het verhaal de verbinding vormt tussen de drie verschillende disciplines, is dit eigenlijk ook een vereiste. Het zou te gemakkelijk zou zijn van choreograaf Iván Peréz om de danseressen het gesproken woord te laten vertolken, maar er is nu sprake van het andere uiterste: de choreografie is een verhaal apart. Zeker tegen het slot contrasteren de stuiptrekkende, felle bewegingen op een storende manier met de tekst. Het is een touwtrekken tussen abstract uitbeelden en concreet benoemen.

Als je alle elementen afzonderlijk bekijkt, mist er niets. De monoloog is helder en rijk aan treffende beelden, de choreografie doordacht en de muziek een welkome aanvulling op de sfeer. Als geheel is Wachten op de barbaren helaas niet veel meer dan het decor: een kale, platte vlakte waarop nog iets moet groeien.

Kunst / Expo binnenland

’t Is een mooie stad hier

recensie: Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam

Dat het 125 jaar is geleden dat Vincent van Gogh is gestorven, zal weinig mensen zijn ontgaan. Ook kleinere musea en expositieruimten delen in deze herdenking. Zoals het Stadsarchief van Amsterdam. Met succes.

Het is vooral de Van Gogh van rond zijn zenuwinzinking die tot de verbeelding spreekt. En in de van de kunstenaar bekende brieven gingen zijn herinneringen terug naar allerlei plaatsen waar hij woonde. Maar niet naar Amsterdam, terwijl hij daar toch ook ruim een jaar (1877- 1878) vertoefde en tien jaar later nog een keer terugkwam. De tijd waarin onder meer het Rijksmuseum en het Centraal Station werden gebouwd. Als vierentwintigjarige student schreef hij aan zijn broer Theo: ”t Is een mooie stad hier. Wat zou ik graag u allerlei dingen hier wijzen en laten zien.’ Met deze fraaie tentoonstelling krijgt hij bij wijze van spreken de kans dat alsnog te doen.

Slechts twee plankjes

Dirk Schäfer, Markt in de Jodenbuurt, 1915 Pastel Stadsarchief Amsterdam

Dirk Schäfer, Markt in de Jodenbuurt, 1915. Pastel. Stadsarchief Amsterdam

Niet dat zijn productie in die Amsterdamse periodes zo groot is geweest. Slechts twee ‘plankjes’, zoals hij het noemde, resten uit 1877, het jaar waarin hij in de hoofdstad theologie studeerde en door Maurits Benjamin Mendes da Costa werd bijgespijkerd in Latijn en Grieks. En niet te vergeten een tekening met een bijbels thema: De spelonk van Machpela. Spaarzaam, met pen en inkt op papier gezet.
Het Stadsarchief nam, om de context van deze schamele oogst te laten zien, zijn toevlucht tot wat er in de brieven van Van Gogh wordt beschreven. Net zoals de bibliotheek van het Van Goghmuseum de boeken aanschafte die de schilder las. Boeken die overigens ook op deze tentoonstelling zijn te zien, zoals Thomas à Kempis’ Over de navolging van Christus. Van Gogh kocht deze boeken veelal bij joodse handelaren, wat weer aanleiding gaf tot het onderdeel ‘Jodenbuurt’ op de tentoonstelling.

Oom Jan en de anderen

Een ander onderdeel heet ‘Familie’. Zoals oom Johan (Jan) die op het eiland Kattenburg woonde, en waar Vincent inwoonde. Van deze oom is onder andere een foto in albuminedruk en een tekening te zien.
Interessant is dat er litho’s zijn tentoongesteld van kunstenaars die Van Gogh beïnvloedden; van Millet en van Jozef Israëls, en van één van zijn navolgers: Jan Sluijters. Van deze laatste wordt een recente aanwinst in het Stadsarchief getoond: De Baarsjes bij Amsterdam. Dit geeft een mooie omraming aan het geheel.
Natuurlijk kregen de twee ‘plankjes’ een ereplaats. Op het ene olieverfschilderij is Het Singel met de Ronde Lutherse Kerk afgebeeld, op het andere De Ruijterkade ter hoogte van waar nu – fluisterde een suppoost in – de Kamer van Koophandel staat. Beide geschilderd in de donkere aardetinten die we van zijn vroege werk kennen.

De ‘nee’ van Kee

Vincent van Gogh aan Theo van Gogh Brief 114: Amsterdam, 19 mei 1877 Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Vincent van Gogh aan Theo van Gogh
Brief 114: Amsterdam, 19 mei 1877
Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Wat kerken betreft: een oom van Van Gogh, ds. J.P. Stricker, was aanhanger van de zogenaamde Groninger richting binnen de protestantse kerk. De audiotour geeft hier verder geen uitsluitsel over, maar wel over het feit dat Vincent verliefd was op de dochter van deze oom; nichtje Kee. In 1881 deed hij haar een aanzoek, waarop ze antwoordde met: ‘Neen, nooit, nimmer.’ Waarop Vincent later schreef dat hij hoopte dat ze inmiddels aan het ontdooien was. Dit tovert ongetwijfeld een glimlach rond de mond van sommige bezoekers. Zoals de hele tentoonstelling bij tijd en wijle eigenlijk doet. Een glimlach uit een feest der herkenning, of door de fraaie context die op grond van Vincents brieven tevoorschijn wordt getoverd. Brieven van een theologiestudent in Amsterdam die uiteindelijk een wereldberoemd schilder zou worden.

 

Catalogus: Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam door Nienke Denekamp (uitgeverij THOTH), € 14,95

 

Theater / Voorstelling

Bitterzoete Kersentuin

recensie: NTGent - De Kersentuin

Op de lichtbalk die constant onder het verhoogde podium doorloopt is achtereenvolgens te lezen: “it rains”, “still raining”, “it rains again”. We kijken naar een voorstelling van Tsjechovs De Kersentuin van NTGent onder regie van Johan Simons. Russische melancholie over het deprimerende lot van de mensheid. Tsjechov zelf noemde zijn stukken komedies en velen hebben het daar moeilijk mee gehad. Maar Simons is er met zijn kanjers van acteurs op wonderbaarlijke wijze in geslaagd de tragiek op komische wijze vorm te geven.

‘De Kersentuin’ is een landgoed dat wijd en zijd bekend staat vanwege een prachtige kersentuin. De eigenaresse, Ljoebov Ranjevskaja, is doodongelukkig omdat achtereenvolgens haar man en haar zoontje zijn gestorven. Zij is weggevlucht naar Frankrijk en heeft zich daar in een destructieve relatie gestort, die haar nog ongelukkiger heeft gemaakt. Ljoebov is nu terug op haar geboortegrond, maar dreigt haar eigendom te verliezen. Vanwege haar opgehoopte schulden moet het landgoed waarschijnlijk worden verkocht.

Benauwend

De acteurs staan vooraan op het podium op een breed platform dat ongeveer een meter hoog is en zeer smal in de diepte. Ze hebben moeite elkaar te passeren. Het achterdoek bestaat uit stukken karton en lege kasten. Het geheel wordt omsloten door een schilderijenlijst. Er zijn bepaalde dingen te herkennen: gebloemd behang uit de kinderkamer, cijfers die met potlood op de muur zijn geschreven om aan te duiden hoeveel de kinderen zijn gegroeid en een kinderstoeltje met de naam Grisja erop. Aanvankelijk is het geestig om de acteurs zo moeizaam te zien bewegen. Naderhand, als er veel mensen in huis zijn, wordt het benauwend. Iedereen zit hier letterlijk en figuurlijk vast.

Vrije markt

Een van de hoofdrolspelers, de koopman Lopachin, op meesterlijke wijze gespeeld door Pierre Bokma, komt uit een geslacht van lijfeigenen. Hij is nu rijker dan Ljoebov, leent haar geld uit en koopt uiteindelijk het landgoed, maar voelt zich nog steeds inferieur aan haar en haar familie. Frappant is dat Tsjechov zelf uit een familie van lijfeigenen stamt. Zijn grootvader heeft zich vrij kunnen kopen. Misschien is dat de reden dat Lopachin, in ieder geval in deze versie, tot de sympathiekste personages hoort. Simons ziet in dit stuk ook een verwijzing naar onze tijd, waarin veel mensen door omstandigheden hun geboortegrond verlaten. Waar willen we sterven, doet dat er voor ons überhaupt toe?

In De Kersentuin wint de vrije markt, zoals het in onze samenleving op het moment ook lijkt te gebeuren. Ljoebov en haar broer Gajev, mooi gespeeld door Elsie de Brauw en Oscar van Rompay, zijn niet helemaal van deze wereld. Ljoebov heeft geen cent, maar blijft (geleend) geld weggooien alsof het water is. Gajev probeert dat te voorkomen, maar is er te zwak voor.  Beiden zijn ze niet in staat hun ouderlijk huis, het prachtige landgoed, te behouden. Lopachin is een zenuwpees, maar hij heeft wel oog voor de omstandigheden. De mooie kersentuin, Ljoebovs troost, zal worden gekapt en er zullen toeristenhuisjes worden geplaatst. Hoe triest dat ook is, Ljoebov en Gajev verdienen hun lot. Ze doen niet genoeg moeite om dat wat voor hen van waarde is te behouden. Simons wil ons met dit stuk wakker schudden: zijn wij in onze tijd hetzelfde aan het laten gebeuren? Een zeer relevante vraag!

Aandoenlijk

Lien Wildemeersch is Varja, de aangenomen dochter van Ljoebov, die door haar nauwelijks wordt gezien en daar hevig onder lijdt. Varja is verliefd op Lopachin, die haar eveneens negeert. Wildemeersch is prachtig in haar wanhopig smachten en verdriet. Haar vertolking doet zin krijgen in een door haar gespeelde Sonja in Oom Wanja. Maar de sterren van de avond zijn Bokma en Benny Claessens, de laatste als de student Trofimov. Beiden dragen te krappe kleren en beiden zijn zeer specifiek in het neerzetten van hun personages. Zich samenknijpende handen, knipperende oogleden, achterdocht, veel achterdocht. Bokma is soms bijna karikaturaal, maar steeds zeer geestig of aandoenlijk en in zijn dronkemansscène magistraal. Claessens neemt in zijn monologen (soms te) lange pauzes, maar die dragen bij aan de stille fragiele sfeer. De scène die zich tegen het einde tussen hen beiden afspeelt is een genot om mee te maken.

Dit is de eerste regie die Johan Simons bij NTGent voert na zijn terugkeer uit München. Hij heeft er een wonderschone voorstelling van gemaakt.

ESNS 2016 Colm Mac Con Iomaire
Muziek / Reportage
special: Eurosonic 2016: vrijdag 15 januari
ESNS 2016 Colm Mac Con Iomaire

Steeds op zoek naar vernieuwing

De laatste dag van EuroSonic 2016 is meestal een drukke vrijdag. Er zijn meer mensen op de been dan op de andere dagen die her en der een graantje meepikken van de muziek die het de komende tijd moet gaan maken.

De keuzes voor een avond muziek zijn beperkt, want met slechts vier acts uit het aanbod is de avond voor de recensent al vol. Uit de veelheid aan niet gehoorde acts zijn er vast verschillenden die we de komende tijd zullen gaan horen op de vaderlandse radio en kunnen gaan zien op de vele podia die ons land rijk is.

Vernieuwingsdrang

Heel toepasselijk starten we de avond op podium Vrijdag, waar de Tsjechische formatie VR/Nobody acte de présence geeft. De elektronische muziek wordt weliswaar gespeeld met computers, maar is buiten de toonsoorten en geluidssoorten niet voorgeprogrammeerd; we zien dus wel degelijk een muzikant aan het werk. De zang voegt hier een bijzonder fraai stijlelement aan toe wat zich uit in melodieuze muziek. ESNS 2016 VR NobodyAf en toe wordt een instrument zoals een trom toegevoegd. Het duo speelt nagenoeg in het duister met slechts een vleugje rood of helblauw licht. De muziek klinkt vernieuwend en doet soms denken aan Faithless, maar dan met hoge zanglijnen. De vernieuwingsdrang van dit duo is groot en resulteert in een goed te verteren stuk muziek dat hongert naar meer en je nieuwsgierig maakt naar hoe dit op cd gaat klinken.

In de USVA spelen de Duitse broer en zus Sarah & Julian voor zo’n honderd toegestroomde belangstellenden. Julian speelt akoestische gitaar terwijl Sarah de toetsen laat klinken. Als toevoeging is ook een drummer actief. De liedjes van het duo passen in een singer-songwritersjasje met een licht indie-popsausje. Af en toe horen we het duo een uitstapje maken naar een wat extravaganter geluid, als ze bijvoorbeeld samen als intro opESNS 2016 Sarah and Julian één trom spelen om vervolgens verder te gaan met Sarah achter de toetsen terwijl Julian nog verder speelt op de trom. De stemmen van deze broer en zus kleuren mooi bij elkaar. Ze sluiten hun optreden af met het eerste liedje dat ze ooit samen schreven, ‘Yesterday’. Met z’n tweeën spelen ze quatre-mains op piano van Sarah. Het van origine countryliedje krijgt een hedendaagse make-over, zodat de country roots niet meer hoorbaar zijn.

Ierse wortels

Het hoogtepunt van de avond treffen we in Der AA-Kerk. Ex-Frames lid Colm Mac Con Iomare laat duidelijk zijn Ierse wortels horen. Met zijn altviool speelt hij een indrukwekkende strijkersset waarbij hij af en toe wordt begeleid door bandleden op piano en nog spaarzamer op akoestische gitaar, elektrische gitaar en mandoline. Kortom de band heeft vaak niets te doen. Voor het overgrote deel speelt Iomare alles zelf, gebruik makend van opname-apparatuur en het live in elkaar zetten van verschillende door elkaar afspelende loops. De muziek van deze bijzondere band klinkt in de kerk met zijn galm extra indrukwekkend. Voor iedereen die voorbereid was op dit strijkerswerk is de muziek van Iomare een ware traktatie. Hij waagt zich zelfs aan een stuk genaamd ‘Celeste’ dat hij in opdracht geschreven heeft voor een event dat zal plaatsvinden op 26 januari ter gelegenheid van zes Ierse dichters (niet bekend welke).

ESNS 2016 KieslowskiWe lopen bij de USVA, waar Marble Sounds reeds gestart is met hun set, tegen een grote rij wachtenden aan wat ons doet besluiten om ons door de inmiddels glad geworden straten van Groningen richting Newscafé te begeven. In de kelder speelt de Tsjechische formatie Kieslowski. Het duo speelt gitaar en toetsen waarbij de zang voor rekening komt van beide bandleden. Zo wisselen de vrouwelijke klanken de mannenstem af. De dame speelt toetsen en mondorgel. De zangeres memoreert dat we wel weinig zullen begrijpen van hun Tsjechische teksten. Toch valt er muzikaal voldoende te genieten, zodat we geboeid blijven luisteren: muziek met een elektronische beat, piano- en keyboardklanken, aanvullend met gitaargeluid dat meer op de achtergrond beweegt.

De balans

De balans opmakend van EuroSonic 2016 kunnen we niet om het optreden van Colm Mac Con Iomare in Der AA-Kerk heen. We voegen deze dan ook graag toe aan het lijstje van donderdag. De twee verrassende acts uit Tsjechië, VR/Nobody en Kieslowski, vragen erom om muzikaal gevolgd te worden, ook na EuroSonic Met de drie hoogtepunten van de donderdag erbij is de oogst prima, zeker als we de korte proeverijen van PlatoSonic mogen meerekenen.

 

 

 

bladmuziek
Boeken / Fictie

Harmonie van muziek, tumult van terreur

recensie: Julian Barnes - Het tumult van de tijd
bladmuziek

Het ziet ernaar uit dat romanciers zich meer wagen aan half-fictie, zoals Julian Barnes in Het tumult van de tijd, een romanesk bedoeld portret van de componist Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). Die probeert wanhopig de genadeloze Stalin genoeg welgevallig te zijn om de ‘decadente ketelmuziek’ te kunnen schrijven die hij op zijn hart heeft.

Barnes koos voor een biografische vorm van korte paragrafen, royaal van elkaar gescheiden door dubbele witregels, die enigszins van de hak op de tak alledaagse en cruciale gebeurtenissen uit het leven van de componist plukken. De schrijver laat hem ’s nachts voor zijn huislift wachten om opgepakt en meegevoerd te worden door Stalins mannetjes. De feiten worden niet braaf opgelepeld, maar in de wisselende verbanden van een stream of consciousness gezet. Die vindt plaats in het brein van Sjostakovitsj. Af en toe herinnert een korte alinea eraan dat hij nog steeds voor de lift staat, ‘Op de overloop’, zoals het eerste van de drie verhaalsegmenten heet. Deze beslaan de stalinistische periode voor en na de oorlog en de dooi onder Nikita (de Maïskolf) Chroesjtsjov.

Gesuggereerde ik

Barnes is alwetend op de hoogte van de herinneringen en gedachten die door het geplaagde hoofd van de componist gaan. Op voornoemde overloop, later tijdens een vliegreis van Rusland naar de VS en terug, en tot slot in een auto. Nadeel van het hij-perspectief is de afstand tot de lezer, die zich in de loop van het verhaal toch ietwat begint te wreken. De componist krijgt te weinig een persoonlijke stem. De hij van Barnes loopt de gesuggereerde ik van Sjostakovitsj structureel voor de voeten. Resultaat: portret noch zelfportret.

Dat wordt nog versterkt doordat Sjostakovitsj filosofeert maar geen filosoof is, het over politiek heeft zonder er veel belangstelling voor te hebben, gedachten en gevoelens onder woorden brengt zonder schrijver te zijn – stilistische hoogstandjes komen op rekening van Barnes.

Naderhand valt ook op dat het hoofdpersonage en de omstandigheden feitelijk niet zo gek veel ontwikkeling vertonen. In een roman heeft een hij-figuur baat bij de fantasie die erop wordt losgelaten, maar Barnes heeft weinig ruimte om aan het biografisch materiaal te ontsnappen. De veronderstelde dialogen klinken te veel als uitgeschreven rollenspelen.

Wat eveneens wringt is de constructie van de beperkte locaties van overloop, vliegtuig en auto voor alles wat in de componist opborrelt. De proporties van het een en het ander sluiten te weinig op elkaar aan.

Uitgemolken

Verder doet het de spanning van het verhaal niet zo goed dat de bizarre akeligheden van de Sovjetdictatuur anno nu toch wel enigszins zijn uitgemolken. Getuigenis (1979), het boek waarin Solomon Volkov vóór de val van het Sovjetrijk de herinneringen van zijn vriend min of meer betrouwbaar optekende, sloeg in als een bom waarvan de inslag enigszins is uitgewerkt, zeker nu tsaar Poetin een nieuwe bom in voorbereiding zou kunnen hebben.

Ook de kwestie of Sjostakovitsj het met de onderdrukkers wel iets minder op een akkoordje had kunnen gooien, is enigszins oudbakken. Door niet naar het buitenland te vluchten heeft hij voortdurend het vlijmscherpe zwaard van Damocles boven zijn hoofd moeten verdragen. Wie kan beslissen of hij meer heldenmoed had moeten opbrengen onder een zo moordzuchtig regime? De gevluchte Strawinsky was meer in de gelegenheid enige moed te betonen door publiekelijk de Sovjetmisdaden te veroordelen, wat hij weigerde.

Onvergankelijk

Sjostakovitsj, ervan overtuigd dat door de dood zijn muziek eindelijk tot leven zou komen, was een buitengewoon begenadigd componist. Het doet enigszins vreemd aan dat zijn muziek in Het tumult van de tijd weinig aan bod komt. Vergeeflijk, want de onvergankelijke klanken kunnen voor zichzelf spreken.

Theater / Voorstelling

Het vaderschap als experiment

recensie: PIPS:lab - Aarsvaders

De mannen van PIPS:lab zijn vader geworden en dat zullen hun zoontjes weten ook. In een met camera’s volgehangen laboratorium onderwerpen de jonge vaders hun kroost aan een scala pedagogisch niet altijd even verantwoorde experimenten. Doel: het moderne vaderschap onderzoeken.

Want wat maakt je tot een goede ouder? Laat je je kind in vrijheid de wereld ontdekken of hou je de lijn strak? En welke waarden wil je je kind meegeven? Creativiteit? Gehoorzaamheid? Zelfstandigheid? Vele vragen maar, zoals de bevriende vaders verzuchtten, weinig antwoorden. In Aarsvaders gaan de mannen van PIPS:lab (Keez Duyves, Willem Weemhoff, Daan van West en Thijs de Wit) op zoek naar die antwoorden in een nieuw laboratorium.

Dynamiek

Beelden uit het lab, die veelal bestaan uit rondrennende peuters in gekleurde overalls, worden geprojecteerd op grote bewegende schermen. Het publiek kan vrijuit over het podium rondlopen en heeft zo de illusie zelf in het laboratorium aanwezig te zijn. De bewegende schermen en de afwisselende beelden die daarop geprojecteerd worden leveren een interessante dynamiek. Omdat je als kijker op het podium mag staan en gaan waar je wilt, word je zelf ook onderdeel van het steeds in beweging zijnde decor. Wat je van de voorstelling ziet, wordt voor een groot gedeelte niet bepaald door de makers maar door de bezoeker zelf. Het ene moment luister je naar een monoloog van een autoritaire vader die zijn kind leert hoe je voor jezelf op moet komen, het volgende moment wandel je naar een blokfluitspelende pappa die het liefst zingend met zijn zoon communiceert.

De voorstelling wordt het sterkst wanneer de vier vaders elk een hoek van het podium innemen en iedere vader op zijn eigen manier de aandacht van het publiek probeert op te eisen. De vaders zijn niet langer elkaars vrienden maar raken verwikkelt in een concurrentiestrijd. Als marktkoopmannen overschreeuwen ze elkaar over wiens opvoedtechnieken de beste zijn.

Duistere ondertoon

Meer nog dan over het vaderschap gaat Aarsvaders over technologie en de mogelijkheden die daardoor worden gecreëerd om het hele leven vast te leggen op beeld. De peutertjes krijgen camera’s omgehangen en worden daarnaast geobserveerd vanuit tientallen andere standpunten. In computermodellen wordt het precieze gedrag van de kinderen geanalyseerd. Een van de vaders verwoordt het pakkend: we wilden niets niet zien. Het past in onze tijd, waarin trotste ouders Facebook volgooien met foto’s van hun kinderen en de tijd waarin kinderen steeds jonger met telefoons worden uitgerust ter kalmering van de bezorgde vader of moeder. Aarsvaders laat zien dat een al te obsessieve belangstelling in het doen en laten van kindlief niet tot een gezondere band tussen vader en zoon leidt. Zelfs de vader die het meest een vrije en creatieve opvoeding voorstond, verandert langzaamaan in een personage dat ze bij de KGB graag in dienst hadden genomen. Dit geeft het luchtige Aarsvaders een duistere ondertoon.

Muziek / Reportage
special: Festival Noorderslag, 13-16 januari in Groningen

Noorderslag, een sfeerverslag

Tijdens Eurosonic was Groningen drie slopende dagen lang het epicentrum van de Europese pop. Vandaag ligt het zwaartepunt bij artiesten van eigen bodem. Noorderslag dus, de jaarlijkse thermometer van de Nederlandse muziekwereld!

 

Aanzwellende strijkers uit een orkest galmen door de overvolle entreehal van de Oosterpoort. De muziek: een symfonie van Brahms. Het evenement: Noorderslag Groningen. De muziek van de grootmeester zelf dient als voorspel voor The Brahms. Nadat het nummer ‘Golden’ een Megahit op 3FM wordt, zijn ze tot Serious Talent gebombardeerd. Dit levert ze een plek op Noorderslag op. Ze waren de meest geboekte band tijdens de Popronde en muziekkrant Oor plaatste ze bij haar elf beloften voor 2016. En met een tweede EP op komst, die op 17 maart verschijnt, zijn we vooral benieuwd naar nieuwe nummers. ‘Shoulder Blades’ is een veelbelovend tipje van de sluier. Het begint met een a capella samenzang à la Fleetfoxes en een rustig invallende fingerstyle gitaarriedel, waarmee ze hier net even uit een ander vaatje tappen dan we van ze gewend zijn. ‘Jerusalem’ lijkt met zijn lekker in het gehoor liggende melodielijn dan alweer meer op ‘Golden’ en is misschien iets te veel binnen de lijntjes, maar met hun mega top 50 cover van Major Lazer & DJ Snake’s ‘Lean On’ laten ze zien dat ze meer in hun mars hebben dan melodieuze meezingers. Zeker geen slecht begin van onze avond.

Het beest in de kelder

Terwijl in de Grote Zaal de voorbereidingen voor de uitreiking van de Popprijs worden getroffen, zoeken wij de trap naar de kelder van de Oosterpoort. In die kelder bevindt zich vanavond een beest. The Homesick is zijn naam en gedurende een halfuur wordt dit ontembare dier van zijn ketenen bevrijd en op de argeloze toeschouwers losgelaten. Het gebrul van zanger Elias komt ons al tegemoet terwijl hij zichzelf op een met galm doordrenkte gitaar begeleidt. Het publiek voelt de hete adem van het beest. De brute kracht waarmee Elias in de microfoon spuugt is puur, maar maakt het hier en daar wel erg onverstaanbaar. Met de strakke basloopjes van Jaap en het stuwende drumwerk van Erik jagen ze hun nummers er in ras tempo doorheen. De Dokkumse post-punkers zien er uit alsof ze flink door de mangel zijn gehaald. Waarschijnlijk zijn het de vele optredens van de afgelopen dagen die hen parten spelen. Ze mogen dan een beetje murw geslagen zijn, gevat zijn de jongens nog altijd: ‘’Is Giel Beelen in de zaal?’’ Dit is zeker niet hun beste optreden, maar keer dit beest nooit de rug toe!

Als The Homesick zijn uitgeraasd, is het tijd voor de prijsuitreiking. Tja, wat kunnen we hier nog over zeggen. Hiphopcollectief New Wave wint de Popprijs 2015 tot ongenoegen van veel bezoekers, die toch al teleurgesteld waren vanwege het afschaffen van de bierdouche. En grote acts als Kensington, The Golden Earring en publiekslieveling Typhoon hebben het nakijken. Ironisch genoeg hadden de jeugdige rappers van New Wave, gezien hun verheerlijking van drank, een bierdouche waarschijnlijk wel kunnen waarderen. Desalniettemin is de pret er voor dit rapperscollectief niet minder om. Zichtbaar trots nemen zij de prijs in ontvangst.

Als herboren

De Herman Brood Academie lijkt inmiddels wel een van de hofleveranciers van Noorderslag te zijn geworden. Naast Echo Movis, de eerder genoemde The Brahms en bandleden van vele bands, doet ook het drietal Birth of Joy een duit in het zakje. Of zeg maar gerust, drie duiten. De grootste succesformatie afkomstig van de HBA van dit moment is de afgelopen jaren in spel en performance enorm gegroeid. Zonder enige reserve beuken ze er vol in. Vuige gitaarakkoorden, psychedelische orgeltonen en bombastische drums vliegen de toeschouwers om de oren. Dit shot adrenaline is blijkbaar precies wat het publiek op dit moment nodig heeft, want gretig stappen ze in de rock & rollercoaster die Birth of Joy heet . In het begin laat het geluid nog te wensen over, met name het orgel prikt niet goed door de mix heen, maar dat is snel genoeg opgelost. Met slim uitgekiende gitaar-, orgel- en drumsolo’s weet Birth of Joy zelfs het zittende deel van het publiek in de Kleine Zaal op te zwepen. De uitgesponnen orgelsolo’s in mineur roepen herinneringen aan The Doors op. Al snel ontstaat er in de kolkende mensenmassa vooraan een pit en wordt er rijkelijk met bier gesmeten en geheadbangd: dan zelf maar een bierdouche organiseren. Met het zweet op het voorhoofd geven deze jongens echt alles wat ze in huis hebben. Pure energie. Na een concert van Birth of Joy voel je je als herboren. Wij hebben nu al zin in het nieuwe album Get Well. Het bier staat alvast koud!

De goed gestylde lefgozer Lucas Hamming weet via de maandelijkse media-uitzending van De Wereld Draait Door een groot publiek te bereiken. Als we de entreehal van de Oosterpoort binnenlopen staat het dan ook behoorlijk vol. Maar waar hij het in DWDD meestal bij covers laat, zal hij het hier met eigen materiaal moeten doen. En blijft het ook interessant genoeg om de mensen vast te houden? Antwoord: ja! In een leren jasje dat uit een trailer van James Dean of Marlon Brando lijkt gestolen, swingt hij zich met de nodige branie door zijn set heen. Het toegankelijke ‘Write me Again’, het ongepolijste ‘Make me Care’ en het verrassende ‘Competing Contents’, met een riff die aan Muse doet denken en een sequencer op het einde; Hamming laat zien dat hij capabel en gevarieerd genoeg is om het publiek tot het einde toe te boeien.

Ruwe bolster blanke pit

‘’Fuck You!’’ scandeert een opgehitst publiek met opgestoken middelvinger, geen uiting van ongenoegen maar een verzoek van de artiest zelf en dus geoorloofd. Na het bezoek aan Hamming is het tijd voor wat onversneden nederhop en dan zit je bij Fresku helemaal goed. Met een flinke air betreedt hij de planken en geeft hij te kennen dat hij zich nergens ook maar iets van aantrekt. Met de snoeiharde teksten van ‘Zo doe je dat’ en ‘Alzheimer’ ontziet hij niets of niemand, ook zichzelf niet. Hij laat zien dat hij op het podium alles onder controle heeft. De band rockt als een malle. Maar Fresku is een typisch geval van ruwe bolster, blanke pit. Want het zijn juist de gevoeligere nummers die zo ontwapenend mooi zijn. Met de nummers ‘Ik Wil’ en ‘Alisha’, dat over zijn dochtertje gaat, geeft Fresku een kijkje recht in zijn ziel dat zelfs het meest cynische hart doet smelten. Het gemak en de geloofwaardigheid waarmee Fresku overschakelt tussen harde, confronterende en kwetsbare teksten met de nodige zelfreflectie, bewijst dat hij tot de absolute top van de nederhop behoort.

Waarschijnlijk zal deze editie van Noorderslag nog lang herinnerd worden om twee omstreden beslissingen. Ten eerste van de jury om de Popprijs aan New Wave toe te kennen, en ten tweede van de organisatie om de bierdouche af te schaffen. Dit is jammer, want de waaier aan artiesten die wij vandaag gezien hebben laat zien hoe bruisend en levendig de popscene van Nederland nog altijd is. Noorderslag houdt al jaren de vinger aan de pols van de popwereld in Nederland. En de diagnose valt in één woord te stellen: kerngezond!

Every Thing Will Be Fine
Film / Films

Glossy rouwverwerking

recensie: Every Thing Will Be Fine (dvd)
Every Thing Will Be Fine

Wim Wenders maakte de afgelopen jaren een paar wondermooie documentaires (The salt of the earth, Pina), maar het vak van speelfilmmaker leek hij verleerd. Met Every Thing Will Be Fine mikt de oude meester weer hoog, helemaal slagen doet hij niet.

Het lijkt inmiddels een eigen filmgenre. Verhalen waarin kinderen om het leven komen bij een tragisch verkeersongeval spelen zich vaak af in de sneeuw. De combinatie van maagdelijk wit en verloren onschuld is blijkbaar voor veel filmmakers interessant.

Schuldgevoel

Ook in Every Thing Will Be Fine komt zo’n ongeluk voor. Schrijver Tomas Eldan (een gekwelde James Franco) rijdt het zoontje van Kate (Charlotte Gainsbourg, die inmiddels gespecialiseerd is in rouwende vrouwen) dood. Gedurende twaalf jaar volgen we, met tussenpozen, de levens van ‘dader’ Tomas en ‘slachtoffer’ Kate. Gedurende die periode kruisen de paden van de twee hoofdpersonages regelmatig.

Ondanks dat iedereen hem op het hart drukt dat hij niets aan het ongeval kon doen, heeft het voorval een destructieve invloed op het leven van Tomas. Hij wordt gekweld door schuldgevoel en zijn relatie met vriendin Sara (Rachel McAdams) staat hevig onder druk.

Vet onderstreept

Wenders schoot zijn film oorspronkelijk in 3D en hij probeert ook figuurlijk zijn film diepte te geven door de twee levens van verschillende kanten te tonen. De dramatische ontwikkeling van het verhaal is daarbij niet genoeg, Every Thing Will Be Fine haalt alles uit de kast – expressief camerawerk, zeer aanwezige muziek, kleurgebruik – om de tragedie aan te zetten.

Maar juist de glossy buitenkant zit de emotie in de weg. Als kijker is het moeilijk meeleven met de hoofdpersonages wanneer de melodramatische muziek en de gelikte vormgeving elke mogelijke ontroering vet onderstreept. Zo komen de tranen bij de toeschouwer natuurlijk nooit. Dat is jammer want in potentie is Every Thing Will Be Fine een mooi, klein drama over verlies en boete.

Twee vrouwen hebben een droom in Melody
Film / Films

Twee vrouwen met een droom

recensie: Melody (dvd)
Twee vrouwen hebben een droom in Melody

Ze zijn elkaars uitersten en toch hebben ze elkaar nodig, want beiden hebben een droom. De Waalse thuiskapster Melody wil graag een eigen kapsalon openen. De Engelse rederijdirectrice Emily wil graag een kind. En dus betaalt ze Melody voor het dragen van haar baby. De film Melody van Bernard Bellefroid is een ijzersterk drama.

De kapster trekt gedurende de zwangerschap bij Emily in en dan kan in de kapitale Engelse villa het spel van aantrekken en afstoten, van geheimen en plotselinge wendingen beginnen. Melody is een uitstekend geschreven en geacteerd Kammerspiel, waarbij regisseur Bernard Bellefroid het drama en de spanning behendig weet op te schroeven door eerdere situaties verrassend om te draaien.

IJzersterk drama

Ontroerend is hoe de twee totaal verschillende vrouwen, de een een impulsieve straatkat de ander een snoeiharde CEO, naar elkaar toegroeien. Ze vertrouwen elkaar aanvankelijk voor geen cent, maar toch kunnen ze niet zonder elkaar. Zeker niet wanneer Emily ook nog eens ernstig ziek blijkt te zijn.

Ondertussen stelt Bellefroid thema’s als moederschap, afhankelijkheid, armoede en rijkdom aan de orde. De Waalse regisseur doet dat in een documentaire stijl – de film doet aan het werk van de Dardenne-broers denken – maar Bellefroid weet zijn film met subtiele visuele vondsten fraai te stileren. Het verrassende maar ook logische einde bewijst dat Melody een ijzersterk drama is.