Muziek / Album

Eerlijk en oprecht

recensie: Damien Rice - O

De BBC zendt elk jaar urenlang livemateriaal uit van het Glastonbury Festival. Het programma wordt onder meer aan elkaar gepraat door de legendarische DJ John Peel. Soms worden de artiesten ook uitgenodigd om een nummer in de studio te komen spelen. Ook Damien Rice mocht een nummer van zijn nieuwe plaat O ten gehore brengen. Die prachtige versie van Volcano, samen met zijn rechterhand Lisa Hannigan, spookt nog steeds in mijn hoofd rond.

~

O is een echte singer-songwritersplaat. Dat wil zeggen: veel akoestische gitaren en bovenal veel hartstochtelijke zang. Rice heeft een prachtige stem, net als Hannigan trouwens. De teksten gaan vooral over liefde en verlangen. Can’t take my eyes off of you, is misschien wel een beetje standaard als refrein, toch werkt het nummer. Rice weet de meeste valkuilen, zoals die van teveel slijmerigheid en slecht jatwerk te omzeilen. Hier en daar balanceert hij wel een beetje op de rand van met name die eerste valkuil, zonder er overigens ooit in te vallen.

~

Ookal betreedt Damien Rice de reeds platgetreden paden, hij weet toch wel voor kippenvel te zorgen. En ach, hoe meer mooie liedjes hoe beter. Met name de intensiteit en eerlijkheid waarmee Rice zijn gedachten ten tonele voert en zijn heerlijke gitaarspel zijn bepalend voor het geluid van O. Het is een ongedwongen album van iemand die hoorbaar leeft om mooie liedjes te schrijven.

Vooral een paar verrassende wendingen geven deze plaat net die extra schoonheid. Zo zijn de inzet van een operazangeres in het prachtige Eskimo en het gebruik van de basstemmen in het hartverscheurende Cold Water briljant gevonden. Ook de plotselinge breuk in het traditioneel klinkende I Remember doet de luisteraar wakker schudden wederom door de prachtige wisselwerking tussen Rice en Hannigan.

O is een album boordevol intensiteit en klasse. De nummers bekruipen je en maken je aan de ene kant verdrietig en aan de andere kant dolblij. Het is een plaat die met je emoties speelt, zoals Rice met zijn eigen emoties speelt. Eerlijk en oprecht, precies zoals het hoort.

Meer Damien Rice:

www.damienrice.com

Muziek / Achtergrond
special: Interview met Jon Spencer

Jon Spencer zegt het met muziek

“Zo, en hoe heet jij?” vraagt Jon Spencer, terwijl hij de kleedkamer van popclub Vera in Groningen instapt. We schudden elkaar de hand en ik vertel wie ik ben, en wat 8WEEKLY is: een online magazine over muziek, theater, litera… “Ja, ja. ’t Is al goed. Kom maar op met je vragen.” De toon is gezet, meneer Spencer heeft blijkbaar haast, enkele uren voor het eerste optreden sinds jaren in Vera.

~

De Jon Spencer Blues Explosion is net begonnen aan een kleine Europese tour: gisteren 013 in Tilburg, morgen door naar Athene, zaterdag Brussel, en de afsluiter is aanstaande zondag in de Melkweg in Amsterdam. En mijn God, de man ziet er nu al dodelijk vermoeid uit. “Tja, er moet geld worden verdiend, hè. We zijn bezig met opnames voor een nieuw album. Het huren van de studio kost veel geld, en toen we een aantal aanbiedingen voor festivalletjes in Europa kregen, hapten we toe. Al dat reizen is zeker niet het leukste aspect van de rock ‘n’ roll, maar ach… het hoort er bij.”

Akoestisch

~

013 was -in tegenstelling tot Vera vanavond- niet uitverkocht, maar de zanger/gitarist is tevreden over het optreden: “We speelden veel nieuwe nummers, daar gaat het nu vooral om. Op de nieuwe plaat zullen ook een aantal akoestische nummers komen, maar die doen we nu nog niet. Vanavond gaan we voor de pure rock ‘n’roll. Ik hoop dat de nieuwe plaat in het voorjaar uitkomt, misschien dat we daarna terugkomen met een akoestische set in het optreden.”

Dit jaar deed de Blues Explosion het wat rustiger aan, maar vorig jaar zijn ze bijna constant aan het touren geweest. Ze speelden toen een aantal maal in Nederland, waaronder in Paradiso en op Swingin’ Groningen. Als ik opper dat ze in kleine zaaltjes beter op hun plaats zijn dan op grote festivals, knikt Jon Spencer instemmend. “Hoe intiemer de zaal is, hoe beter de sfeer tussen ons en het publiek. We deden vorig jaar wel veel festivals, maar ik voel me het best in een club als Vera.”

Hartstochtelijke trip

Als de chemie tussen band en publiek goed is, weet de grote man van het trio – naast hem staan Judah Bauer (gitaar/zang) en Russell Simins (drums) op het podium – het publiek mee te nemen op een hartstochtelijk trip door de wereld van de rock, waarbij Jon Spencer als een preacher man voorgaat. “Ik ben niet religieus opgevoed, maar in onze shows speelt religie inderdaad een belangrijke rol. Ik ben een grote fan van gospelmuziek. De passie die in die muziek zit, leg ik ook in onze optredens.” Iedereen moet bekeerd tot the Church of Rock.

Religie heeft voor Jon Spencer een duidelijk andere betekenis dan voor bijvoorbeeld Nick Cave of de onlangs overleden Johnny Cash. Hij speelt er alleen maar mee op het podium, terwijl de andere twee de Bijbel als inspiratiebron gebruiken. Ze verkondigen het geloof niet in hun muziek, maar verwijzen in teksten wel naar Bijbelverhalen. Jon Spencer: “Ik ben geen Bijbelkenner. Ik heb wel delen gelezen, maar gebruik die niet in mijn muziek, zoals zij doen. Het was overigens een trieste dag, toen Johnny Cash stierf. Eerder was zijn vrouw al overleden en hij was ziek, dus zat het er al aan te komen, maar toch was het een trieste dag. Hij heeft veel mooie dingen gedaan.”

Tijdens de twintig minuten die ik Jon Spencer spreek, lijkt de op het podium zo energieke bandleider met zijn gedachten niet bij het gesprek. Interviews behoren blijkbaar net als reizen tot de negatieve kant van de rockwereld. Muziek is voor Jon Spencer heilig, en op het podium voelt hij zich op zijn best. Dat weegt zeker op tegen de nadelen. Als hij na twintig minuten naar de klok begint te kijken, en vraagt of ik nog meer wil weten, is het interview voorbij. Hij kan terug naar het podium, beginnen met de soundcheck. Vanavond kom ik wel kijken wat hij écht te vertellen heeft.

Film / Films

The Rules Of Attraction

recensie: The Rules Of Attraction

Vreemd genoeg aan de Nederlandse bioscopen voorbijgegaan: een boekverfilming van de schrijver van American Psycho en geregisseerd door de co-scenarist van Pulp Fiction, met Dawson uit Dawsons Creek in de hoofdrol. Dat klinkt zowel onwaarschijnlijk als veelbelovend, en het resultaat is dan ook curieus, maar net zo zeer teleurstellend.

~

Het verhaal draait om een aantal studenten aan een college in New England: de drugs dealende Sean Bateman (het broertje van Patrick Bateman uit American Psycho), de bisexuele Paul en de onzekere Lauren. Het zijn bijna allemaal egoïstische, onsympathieke figuren die verveeld en decadent door het leven gaan. Ze liggen allemaal met zichzelf in de knoop, maar kunnen daar niet mee omgaan. Ze neuken, zuipen, gebruiken drugs en geven niets om elkaar – behalve als ze verliefd zijn, wat binnen hun onvolwassen wereld soms desastreuze gevolgen heeft. Een scène waarin iemands zelfmoordpoging alleen irritatie bij een van de hoofdpersonen losmaakt – hij heeft haast en geen zin om hulp te halen – zegt wat dat betreft genoeg.

Nihilisme

~

Het is bizar, erg komisch, soms schokkend en bij vlagen hilarisch, maar daar blijft het bij. Wie op een cult-alternatief voor American Pie hoopt, zal zich daar niet aan storen – dat maakt de film in de eerste tien minuten al waar, maar wie meer diepgang verwacht moet wel teleurgesteld zijn in het resultaat. Aan de afzondelijke betrokkenen ligt het niet. James van der Beek is een acteur met nogal beperkte capaciteiten die het mispunt Sean Bateman speelt als Dawson met een mean streak. Dit is echter zo vermakelijk dat je zou hopen dat het lulletje rozenwater uit Dawsons Creek wat meer weg had de überegoïst Bateman. De schrijver van het boek, Bret Easton Ellis, is een begaafde cynicus die zijn duistere pessimisme scherp weet uit te beelden in personages als bovengenoemde. Regisseur Roger Avary is een eigenzinnige regisseur met nihilistische neigingen, die het bizarre en riskante nooit schuwt.

Vorm boven inhoud

De perikelen van Ellis’ antihelden worden in de film samengevlochten door middel van een arsenaal aan flitsende foefjes als split-screens, surreële uitstapjes, versnelde scènes, terugspoelend beeld, enzovoorts. Bovendien gebruikt hij een ingewikkelde vertelstructuur: de film begint aan het einde en wisselt voortdurend in perspectief en tijd. Dit houdt de film aan de ene kant wel boeiend, maar het is ook waar het fout gaat: Avary richt zich zozeer op de buitenkant dat hij de essentie van zijn bronmateriaal vergeet. Zijn debuut Killing Zoe (1994) had ook geen inhoud, maar was in al zijn glorieuze nihilisme wel fascinerend en indrukwekkend. Ook de films Pulp Fiction en True Romance, die hij met Quentin Tarantino schreef, verkiezen vorm boven inhoud, maar dat zal niemand hen kwalijk nemen. Nu Avary een boek geadapteerd heeft (hij schreef het scenario zelf), gaat die vlieger helaas niet op.

Onverschillig

De Amerikaanse auteur Bret Easton Ellis (American Psycho, Glamorama, Less Than Zero) beschrijft op gedetailleerde en realistische wijze egoïsme en materialisme, onverschilligheid, wellust en hebzucht, en houdt de westerse mens daarmee een spiegel voor. Zijn boodschap is een uiterst serieuze, die hij in al zijn boeken overbrengt door middel van bijtend, extreem sarcasme. Daar valt in deze verfilming zeker wel wat van te bespeuren, maar Avary is te druk bezig om het er allemaal flitsend uit te laten zien, zodat van Ellis’ achterliggende moralisme bar weinig overblijft. Dit doet de film de das om: het is een halflege huls, als een parodie die zijn eigen onderwerp vergeet. Ellis’ boeken zijn ook grappig, maar dat gaat nooit ten koste van de duistere en vaak huiveringwekkende moraal die je erin terugvindt. Bij Avary is dat, op één prachtig akelig zelfmoordscène na, helaas wel zo. Wat hij doet is choqueren zonder er zelf al te serieus over te zijn. Je kunt wel lachen om het relaas van de personages in de film, en blijft bij de leest door Avary’s visuele aanpak, maar uiteindelijk blijf je net zo onverschillig voor de hier geschilderde werkelijkheid als de personages zelf.

Links

Avary’s domain, Roger Avary’s eigen website

Film / Films

Ierse heldin

recensie: Veronica Guerin

Een waargebeurd verhaal over een gemotiveerde misdaadjournaliste die tot uiterste gaat in haar onderzoek naar drugsbaronnen, waarbij de rillingen je over de rug lopen en tegelijkertijd vragen door je hoofd spoken: waarom laat Veronica de drugsdealers niet voor wie ze zijn? Waarom neemt ze zoveel risico’s? Veronica Guerin ging uiteindelijk zover in haar drugsverhaal, dat de dealers wraak namen en ze haar succes met de dood moest bekopen. Haar dood in 1996 liet de bevolking in Ierland schrikken. Haar intrigerende verhaal leverde een film op die je naar je strot grijpt.

Veronica’s onderzoek en onthullingen over de drugsdealers maakten haar tot een heldin in de ogen van het Ierse volk. En zo wordt ze ook gefilmd, terwijl het in principe natuurlijk haar werk is om nieuws naar buiten te brengen. De nadruk ligt in deze film iets teveel op dat held-imago. Het komt erg overdreven, op z’n Amerikaans zeg maar, over.

Naïviteit

Het is trouwens ongelooflijk hoe deze journaliste de onderste steen boven wil krijgen. Voordat de fatale schoten worden gelost, wordt er al een keer een kogel door haar raam gevuurd, wordt ze in haar been geschoten, geslagen en bedreigd. Het weerhoudt haar er echter niet van om door te gaan met haar onderzoek en de criminelen steeds weer op te zoeken, ondanks het feit dat ze daarmee ook het leven van haar man en zoontje in gevaar brengt. Het komt over als naïviteit, maar het kan ook worden geschaard onder beroepsgekte. Ze ziet steeds het beeld voor zich van een straat vol met verslaafden en kinderen die met vuile spuiten spelen en wil persé weten wie er achter die drugsdeals zit. Helaas worden haar motieven niet verder uitgewerkt, waardoor je geen grip op haar krijgt en haar handelingen niet altijd kan begrijpen.

Regisseur Joel Schumacher (Phonebooth, Bad Company) is beter geslaagd in de casting van Veronica. Cate Blanchett (Lord of the Rings, The Talented Mr. Ripley) speelt de rol voortreffelijk. Ze komt geloofwaardig over en weet iedereen mee te slepen in haar verhaal. En ook de criminelen (Gerard McSorley en Ciarán Hinds) spelen hun rol goed, alhoewel ze erg stereotiep overkomen. Verder is Veronica Guerin mooi gefilmd en is ook zeker goed geprobeerd om de Ierse sfeer over te brengen.

Sentimenteel

Het is een aparte film, in de goede zin van het woord. Een film die je nog even herinnert aan de aanslag op Pim Fortuyn. Veronica Guerin laat je na de eerste scène niet meer los, want door de vaart en de details in het verhaal blijft deze film boeien. Alhoewel… tot even voor het eind. Dan slaat Schumacher even door en geeft hij een wel heel sentimentele draai aan het verhaal, waarin de ‘helden’ wel erg wordt geëerd. Hij had die tijd beter kunnen benutten om de vraag te beantwoorden waarom Veronica haar eigen leven en dat van haar gezin op het spel zette. En waarom iedereen (politie en de chef van de krant) deze koppige journaliste haar gang liet gaan en haar niet tegen zichzelf in bescherming nam.

Film / Films

Hoe zie jij de wereld?

recensie: Les Triplettes de Belleville

Ik ben opgegroeid met Disney, zoals bijna elk kind in een forensendorp uit de jaren tachtig en negentig. Dat er meer was dan Mickey Mouse en The Little Mermaid leerde ik pas later, toen ook Dreamworks zich op animatie stortte (The Prince of Egypt, Shrek). Dat er meer was dan Hollywood-animatie leerde ik nog weer later, met Akira, Metropolis en Mononoke Hime. Nu leer ik opnieuw: Franse animatie van Sylvain Chomet. Les Triplettes de Belleville overklast alle eerder genoemde films met gemak.

~

Het verhaaltje is noch zoet Amerikaans noch magisch-spiritueel Japans. Een oma woont met haar kleinzoon in een Frans dorpje. Het dikke, vroegoude jongetje is met niets te plezieren, tot hij op een dag een fiets krijgt van zijn oma. Een twintigtal jaren later is het dikke jongetje veranderd in een afgetrainde renner met ballonkuiten en doet hij mee aan de Tour de France. Zijn oma begeleidt hem, het ritme van de pedaalslagen fluitend terwijl zij op het dak van de bezemwagen zit. Maar wanneer oma haar kleinzoon uit het oog verliest, wordt deze ontvoerd. Waar naartoe? Waarom?

Geniale observator

Chomet weet met veel okertinten een beeld op te roepen van een vervlogen tijd: de jaren vijftig, toen de wereld op de rand van de moderne tijd stond, maar toch nog klein en knus en vooral: eenvoudig was. De Tour de France-scènes aan het begin van de film zijn meesterlijk en Chomet is een geniale observator. Metaforen uit het radiocommentaar komen tot leven: de renners staan inderdaad bijna stil tegen de berg en in de wijd opengesperde ogen van de renners lees je wanhoop, berusting en wezenloosheid tegelijk. De Tour die Chomet afbeeldt voelt echter dan die reclamekaravaan van afgelopen zomer.

~

Chomet heeft niet alleen zelf goed gekeken, hij laat zijn publiek ook kijken. Hij speelt met proporties en maakt grote dingen net wat groter dan normaal en kleine dingen net wat kleiner. De renner heeft dijen als fietstassen, wolkenkrabbers torenen honderden verdiepingen omhoog en een oceaanstomer reikt welhaast tot in de hemel. In eerste instantie lijken die vergrotingen en verkleiningen wat absurd te werken, maar Chomet wil er mee uitbeelden dat de moderne mens niet meer door grootte geïmponeerd wordt. Wij zijn gewend aan de wereld en haar afmetingen, in de jaren vijftig waren schepen en wolkenkrabbers nog werkelijk reusachtig.

Paarden en muizen

De personages in Les Triplettes de Belleville zijn eigenlijk menselijke lichamen met dierlijke trekjes. De renners zijn paarden, de mafiamannen zijn gorilla’s en er lopen muizen en olifanten door de straten. Chomet is niet bang een mannetje met grote oren en grote tanden ook als een muis te laten piepen en de renners klinken soms ook echt als vermoeide paarden. De uiterlijke kenmerken zijn zo ver doorgevoerd dat ze deel gaan uitmaken van het personage. Dat er in de film bijzonder weinig gesproken wordt (als er al iets gezegd wordt is het een onverstaanbaar mengelmoesje van Frans, Engels en Italiaans) draagt bij aan de herkenbaarheid van de dierlijke trekjes in de mens. Het gebrek aan dialoog betekent echter niet dat Les Triplettes de Belleville een stille film is. Er is meer dan genoeg te horen: muziek, kikkers, maar ook verzengende hitte, uitputting en onverzettelijkheid.

Ik kan nog wel uren doorgaan, maar het voldoet hier te zeggen dat Chomet een meesterlijk oog voor detail heeft. Les Triplettes de Belleville is een film die je moet zien en die je dwingt tot kijken,

Film / Films

Stelletje striphelden

recensie: The League of Extraordinary Gentlemen

Zelden had ik zoveel gezapige recensies gelezen als over deze film. In de stortvloed van superheldenfilms die we dit jaar voor de kiezen hebben gekregen, werd op dit prestigieuze project bijna consequent het stempel ‘had veel meer ingezeten’ gedrukt. Zo vaak zien we Sean Connery niet meer op het witte doek, dus dan verdient hij mijns inziens nog een paar geweldige rollen om zijn glanzende carrière uit te luiden. Ik ging dus al enigszins bevooroordeeld naar deze film, want ik verwachte dus een middelmatige superheldenfilm.

~

TLOEG is geschreven door Alan Moore, een alom geprezen comicbookschrijver die ook verantwoordelijk was voor de comicjuweeltjes Batman: Killing Joke en Watchmen. Als hij dan zijn medewerking verleent aan een superheldenfilm gaan logischerwijs de harten van alle comicfans ter wereld een beetje harder kloppen. Veel comicverfilmingen missen vaak de juiste touch, omdat ze door filmmakers zijn geschreven, niet door mensen die feeling hebben met het wereldje van de comic.

Oude bekenden

In TLOEG zien we dat Allan Quatermain (Connery) de leiding krijgt over een groepje buitengewone mensen. Zo is daar de Vampier Mina Harker (Wilson), de onzichtbare man Skinner, de zelfingenomen ijdeltuit Dorian Gray (Townsend), de ondoorgrondelijke kapitein Nemo, de onberekenbare Mr Hyde en de Amerikaanse avonturier Tom Sawyer. Zoals je ziet zijn alle helden min of meer bekende figuren uit de literatuurgeschiedenis. Samen moeten ze voorkomen dat de geheimzinnige wapenhandelaar Fhantom de grootmachten van de wereld meesleept in een wereldoorlog.

~

Het verhaal is zoals een comicverfilming hoort te zijn, het is allemaal niet te ingewikkeld, zodat je het allemaal simpel kan volgen, en er is veel ruimte voor karakterontwikkeling en subplots. Jammer genoeg wordt deze ruimte door de regie amper benut. De knipogen naar de literatuurgeschiedenis zijn erg leuk, maar worden niet goed genoeg uitgespeeld. Verder blijven de karakters allemaal zeer oppervlakkig, en juist in een film als had met extra emotionele diepgang een topper kunnen worden.

Puzzelbrij

Ook een groot probleem is de warrige regie. Soms lijkt een scène op wel heel rommelige wijze tussen de andere scènes gekwakt, de montage oogt als een behoorlijke haastklus. Vooral in het begin zien we een varia van rommelige scènes die achteraf iets heel simpels wilden vertellen. En dat is jammer, want dit soort films behoren toch vooral simpel popcornvermaak te zijn, en geen puzzelbrij van chaotische scènes. Na een goed half uur wordt dit allemaal ietsje beter, maar jammer is het wel.

~

Gelukkig heeft deze film de beschikking over Connery, en hoewel hij absoluut niet de rol van zijn leven speelt blijft het toch geweldig om naar die man te kijken. Peta Wilson lijkt na de TV-serie Nikita eindelijk klaar voor een echte filmcarrière, en ook Stuart Townsend is goed op dreef als de zelfingenomen Dorian Gray. De special effects zijn echter de hoofdrolspelers van de film. Het schip van kapitein Nemo, de Nautilus, ziet er werkelijk prachtig uit, en ook de scènes waarin de helden hun gaven tonen zijn pure eye-candy.

TLOEG is misschien niet de hoogvlieger geworden die velen er van hadden verwacht, maar ik heb me toch prima met deze film vermaakt. De film was in ieder geval een stuk onderhoudender dan bijvoorbeeld The Hulk, en biedt een hoop potentie voor een spetterend vervolg. Of dat er in zit… Sean Connery schijnt nogal wat ruzie met de regie te hebben gehad, dus er zal eerst wat aan troubleshooting gedaan moeten worden voor we naar deel twee van deze buitengewone heren (en dame) mogen kijken.

Muziek / Album

Warme zomer, unieke muziek

recensie: Vals Licht - Luidkeels

Het was een warme zomer in de tijd van Nirvana, Metallica en Pearl Jam. Ik liep deels headbangend in een Anthrax-shirt door Twente, op zoek naar voornamelijk goedkope muziek en de waarheid in algemene zin. Uitgerekend in het zwaar christelijke Rijssen dook ik in een platenbak de debuutsingle van Vals Licht Alles wat ik voel op. Voor het eerst hoorde ik echte Nederlandse grunge, die elke andere Nederlandse artiest week van klank en tekst maakt. Lekkere teksten en frisse muziek, dat was net wat ik toen even nodig had.

~

Ik ben de band blijven volgen tot op de dag van vandaag. Als je dan hoort dat de drummer van de band, Johann de Groot op 29 augustus, slechts 33 jaar oud, is overleden aan het verschrikkelijke kanker dan zit je toch even te slikken. Niet omdat ik hem kende maar wel omdat ik zijn werk vaak gehoord heb. Het nummer Droom de werkelijkheid is niet lang na zijn dood op single verschenen en de volledige opbrengst gaat naar de kankerbestrijding. Dit is een goede reden om het derde album van Vals Licht te bespreken. Wat betekent dit laatste optreden van Johann de Groot voor de ontwikkeling van de band?

Even wennen

Een goede CD begint pas lekker in het gehoor te liggen als je het een aantal keren hebt gehoord. Luidkeels is hierin geen uitzondering: de muziek is wezenlijk anders dan de gemiddelde kloon van Blof of Acda en Munnik die de Nederlandse muziekwereld siert. De sound is pittig en de stem van zanger Tony de Bruijn is heel erg typisch van klank. Maar na even doorbijten is de muziek echter fantastisch gelaagd qua muziek en tekst en dan ook erg interessant om nog vaak te horen.

Nooit meer vergeten

~

Het album is degelijk geproduceerd in de studios van Oscar Holleman, door Stephen van Haestregt (Within Temptation, Dreadlock Pussy). In vergelijking met zijn voorganger Dieseljunks uit 2000 is het album dan ook een stuk steviger. Een redelijk soft nummer als Het licht, de enig echte hit voor de band ooit, zal je op Luidkeels dan ook niet vinden. Het doet me deugd dat de band met de terugkeer naar een eigen platenlabel de eigen stijl weer heeft gevonden en vervolmaakt. Vals Licht is heel eigen en eerlijk en dat wordt Luidkeels duidelijk gemaakt. Mijn advies is duidelijk: “Koop die CD, ram hem in je hoofd, en vergeet het nooit meer”. Dit is een band waar we in Nederland trots op moeten zijn.

Meer Vals Licht:

Vals Licht – Lunapark
Vals Licht – Dieseljunks
Officiele website – www.valslicht.nl

Boeken / Fictie

Beetgenomen

recensie: Stephen Fry - De leugenaar

.

~

Het wekt dan ook weinig verbazing: Fry’s debuutroman is een humoristisch boek. Fry vertelt een vermakelijk, vlot verhaal, grotendeels bestaand uit levendige dialogen. Uit zijn pen vloeit de een na de andere rake opmerking, vol van subtiel sarcasme. Als de hoofdpersoon een slokje goedkope wijn neemt beschrijft Healey zijn reactie als volgt:

‘Heel lekker’, zei Adrian terwijl hij goedkeurend nipte. ‘Ik vraag me af hoe ze die kat zo ver hebben gekregen om op de fles plaats te nemen’.

In de beste traditie van de Britse humor zie je het uitgestreken gezicht voor je waarmee dit wordt gezegd.

Slechts woorden

De leugenaar is echter vooral een leugenachtig boek. De grootste leugenaar is Adrian Healey, een Britse kostschoolganger die je meteen voor zich in weet te nemen. Achter zijn imago van geniale, manipulerende poseur schuilt niets meer en niets minder dan een geniale, manipulerende poseur. Met een klein hart, dat wel. Adrian is een romantisch leugenaar, een geniaal woordkunstenaar die zich uit onvrede met de wereld een kleurrijk bestaan bij elkaar liegt. Woorden als waarheid, liefde, vriendschap of trouw zijn voor hem niet meer dan woorden, leugens dus. In stilte is hij verliefd op de knappe, wat naïeve Hugo, maar hij weet dat op geen andere manier te uiten dan door spelletjes te spelen met de argeloze jongen. Adrian kan niet anders dan liegen, poses aannemen en fantastische verhalen opdissen. Onder alle aandacht die hij daarmee op zich weet te vestigen is hij eenzaam en kwetsbaar.

~

Als Adrian zijn kostschool verruilt voor Cambridge gaat hij door met waar hij mee bezig was. Met veel vernuft bespeelt hij ook hier zijn docenten en medeleerlingen. Maar op een dag gaat het mis. Hij moet langskomen bij professor Trefusis om een werkstuk te bespreken, in feite een oud tijdschriftartikel dat Adrian heeft overgeschreven. De vermanende woorden van professor Trefusis die je hier zou verwachten blijven echter uit. Trefusis heeft plannen met Adrian. Vanaf dat moment komt Adrian terecht in een gevaarlijke, leugenachtige wereld die zijn eigen kleine bedriegerijtjes ver te boven gaat.

Wending

Vanaf dit moment vertel ik niks meer. De clou van het boek zit hem namelijk in de verassende wendingen die volgen, waarin de bedriegers bedrogen worden, maar ook de lezer zelf een rad voor ogen wordt gedraaid. Aangekomen bij de laatste bladzijden voel je je gegarandeerd in de maling genomen. En dat kan zeker niet iedere zichzelf respecterende lezer waarderen.

Bedrogen

Een tijd geleden las ik in de Varagids een stukje over de film Fight Club. Is Fight Club onder Nederlandse jongeren toch wel één van de films die je gezien moet hebben, in de V.S schijnt de film minder populair te zijn. Veel Amerikaanse kijkers voelen zich alsof er met ze gesold is, als aan het eind van de film niets blijkt te zijn wat het leek. Ik denk dat deze kijkers zich bedrogen voelen omdat ze achteraf weinig tijd nemen om de subtiele signalen die naar de ontknoping vooruit wijzen te ontdekken. Als je wel die tijd neemt, en de film bij voorkeur nog een keer bekijkt, merk je dat het einde op een ingenieuze manier al in de eerste scènes wordt aangekondigd.
De Leugenaar heeft een niet minder spectaculair einde, maar prikkelt niet tot herlezen. Er zijn wel aanwijzingen voor de ontdekkingen die je op de laatste bladzijden doet, Fry heeft ze in aparte hoofdstukjes door het boek heen geplaatst. Ze vormen echter geen integraal onderdeel van het verhaal, en zijn zolang je nog niet bij de finale bent beland volstrekt betekenisloos. Achteraf kun je ze nog wel een keer lezen, maar het blijven zijlijntjes van het verhaal die alleen de echt fanatieke puzzelaars kunnen boeien. Aan het eind van De leugenaar voel je je dan ook voor de gek gehouden als een doorsnee Amerikaan.

De leugenaar is in veel opzichten wat je er van verwacht als je je verlaat op de tekst op de achterkant.

Link:

www.stephenfry.com/

Boeken / Fictie

Over kinderen en metamorfose

recensie: Midas Dekkers - De larf

In De Larf laat Midas aan de hand van talrijke voorbeelden uit het ons omringende dierenrijk zien dat de mens niet fundamenteel veel verschilt van de door ons vaak zo geminachte insecten of andere diersoorten. Het door ons gekoesterde mensenkind is niet meer of minder dan een larf. Een stadium in het ontwikkelproces van de mens en als dusdanig een wezenlijk ander dier dan de mens. Zoals de rups wezenlijk verschilt van de vlinder. Dit lijkt in eerste instantie een nogal vreemde bewering, maar aan de hand van vele voorbeelden en een leuke, briljante argumentatie ga je, al naar gelang je in het boek vordert, steeds meer in deze stelling geloven.

~

De soms zwartgallige, maar vaak ook pijnlijk treffende humor van Midas Dekkers moet je liggen. Maar als dat, zoals bij mij, het geval is, dan lees je dit boek van voor tot achter met een geweldige grijns op je gezicht. Het menselijk gedrag wordt door Midas, bij tijd en wijle hilarisch, verklaard aan de hand van observaties van vergelijkbaar gedrag in het dierenrijk. Dat geeft een verrassend maar vaak ook pijnlijk herkenbaar beeld. Het varkensgedrag van een lijvige tante op een feestje, de rupsige vraatlust van een baby, de verpopping van de larf tijdens de pubertijd. Allemaal herkenbaar en munitie voor Midas Dekkers’ metamorfosetheorie.

Veel

~

Door de hoeveelheid aan diverse voorbeelden duurt het soms even voordat je door hebt waar de schrijver heen wil met zijn betoog. Maar zodra je de lijn van het verhaal weer opgepakt hebt, ben je al zo overspoeld met voorbeelden die de gestelde hypothese dienen te onderbouwen, dat je ook direct overtuigd bent van het gelijk van de auteur.

Een heel effectieve manier om mensen van je gelijk te overtuigen. Enige scepsis dient er dan ook wel in acht genomen te worden. Er zijn namelijk ook voldoende bewijzen voor andere zienswijzen. Deze worden hier echter niet genoemd. Daar zijn weer andere boeken voor. Maar die zijn waarschijnlijk niet zo leuk als De Larf.

Leerzaam én leuk

Midas Dekkers is een begenadigd schrijver, die op een luchtige wijze zijn vak aan de man brengt. En daarvoor kan ik alleen maar bewondering hebben. Zeker omdat het nergens betweterig of belerend dreigt te worden. Door de vele referenties naar de ontwikkeling en het gedrag van diverse diersoorten is het boek niet alleen heel leuk, maar ook erg leerzaam. Als hij het nu nog in een vorm giet waarin ook driejarigen het kunnen snappen, is zijn missie helemaal geslaagd. Maar om dat te begrijpen moet je het boek maar gewoon lezen.

Muziek / Concert

Voor herhaling vatbaar

recensie: ZININ Festival

De organisatie van het ZININ Festival heeft het qua programmering goed aangepakt. Naast lokale bands uit Utrecht en omgeving stond namelijk ook een van de meest opzienbarende festivalbands van het jaar op het programma: Kaizers Orchestra. Deze Noren waren samen met Kashmir uit buurland Denemarken op papier de toppers op het Utrechtse Smakkelaarsveld (vlak naast het station) en daarmee bedoeld om bezoekers te trekken. De overige bands waren echter zeker geen opvulling op de deze eerste editie van ZININ.

~

ZININ is een samenwerkingsproject tussen alle poppodia van Utrecht en werd georganiseerd door stichting Dwergpop, een collectief dat in 1993 begon met het organiseren van verschillende activiteiten op het gebied van de Utrechtse popcultuur. Dwergpop bedacht het concept van popmuziek in een grote huiskamer. Het zeer gezellig ingerichte festivalterrein moest een huiselijke sfeer oproepen, een sfeer die zich uitstekend leent voor het luisteren naar popmuziek. Aan de ene kant van het terrein kon je in strandstoelen naast de gracht hangen en aan de andere kant waren heuse sofa’s neergezet.

Stortbui

~

Helaas kreeg het festival, dat duidelijk rekening had gehouden met een heerlijk (na)zomerdag, te maken met net iets te kille temperaturen en een regendreiging, die ook nog eens overging in een stortbui rond een uur of zeven. Er was een behoorlijk aantal mensen op komen dagen, maar het festival leek lang niet uitverkocht. De mevrouw bij de garderobecaravan had de gehele dag niets te doen gehad terwijl er begroot was op een hele partij tassen. Jammer, want het festival was in essentie zeer de moeite waard.

Utrecht vs Noorwegen

Met name het Utrechtse We vs Death wist op de vroege middag te verrassen. De band maakt het soort geluidscollages dat we gewend zijn van bijvoorbeeld Mogwai. Prachtige gitaarmelodieën doen je de ogen sluiten om weg te dromen. Ook de trompet van de frontman is een geweldige toevoeging aan het geheel. Een absoluut hoogtepunt.

Ook het optreden van Kaizers Orchestra stond erg vroeg op de middag gepland. De Noren lieten aan het begin van het jaar het Eurosonic publiek verdwaasd achter en waren een van de grote verrassingen op Lowlands. Met hun album Ompa Til Du Dør (Ompa ‘Til You Die) vestigden zij zich in de lijst met absolute toppers van 2003. ZININ deed zeer goede zaken door deze band te programmeren en Kaizers Orchestra deed goed zaken door een energieke, bruisende, anarchistische, kortweg briljante show neer te zetten. Vol met theater, complete waanzin en gemep op olievaten. De ultieme festivalband en het hoogtepunt van ZININ. Het was overigens ook hilarisch om te zien hoe twee stomdronken bezoekers een gestolen olievat op het perron van Utrecht Centraal probeerden te krijgen, maar dat terzijde.

Utrecht vs Denemarken

~

Verder waren er de relaxte geluiden van Solah Juice en de prachtige gitaarliedjes van John Cunningham, die jammer genoeg moest opbotsen tegen een veel te luidruchtig publiek. Perkin speelde mooie popliedjes en zette een overtuigende show neer met zanger J Perkin als stralend middelpunt. J Perkin is jaren actief geweest als solo-artiest alvorens deze band op te richten. Mooi en subtiel. Iets wat je zeker niet kunt zeggen van Flipo Mancini, die een grote bak gitaargeluid over het publiek uitstortte. Flipo Mancini werd gevolgd door een optreden van de Amersfoortse punkband Five Years Later, die toch wel erg standaard punkpop produceerde. Verder deden, ondanks de regen, the Mighty Mashed Potatoes het best goed. Ook de R&B en Hip Hop van Illicit kon op veel bijval rekenen.

Kashmir, die andere publiekstrekker, speelde een zeer degelijke show met vooral veel werk van het dit jaar verschenen Zitilites. Zanger Kasper Eistrup en de zijnen wisten geregeld kippenvel op te roepen en daar was het publiek overduidelijk zeer dankbaar voor. Ook Kashmir maakte de hoge verwachtingen waar, doch niet zo overtuigend als Kaizers Orchestra dat deed. De poprock van het Utrechtse Taxi to the Ocean leek hier en daar wel erg veel op Counting Crows, verder waren de toehoorders wel enthousiast.

Juiste snaar

Opvallend is dat er nog zoveel publiek was aan het eind van de dag. Blijkbaar heeft ZININ de juiste snaar geraakt met het huiskamerprincipe. Of misschien was de programmering gewoon erg aantrekkelijk. Waarom zou je bands als Kashmir en Kaizers Orchestra ook laten schieten voor tien euro. Nee, ZININ heeft een belangrijke eerste editie achter de rug met misschien wat tegenvallende bezoekersaantallen en en niet erg goed weer, maar wel met blije gezichten van de bezoekers en een prima concept. Dit vraagt om een tweede editie met wat meer mensen en natuurlijk met wat meer zon.

Zinin?

http://www.zinin.net