Boeken / Fictie

Lekker tussendoortje

recensie: Peer Wittenbols - Eerste bloei

Als een verhaal mij aangrijpt of intrigeert wil ik nog wel eens stukken teruglezen of langer over een zin nadenken. Maar om de een of andere reden heb ik deze bundel zo snel uitgelezen dat ik helemaal niet de behoefte heb gehad iets opnieuw te lezen. Eerste Bloei van toneelschrijver Peer Wittenbols leest lekker makkelijk weg: geen moeilijk woordgebruik of lastige addertjes onder het gras. Maar gewone verhalen over min of meer gewone mensen. Mensen die weliswaar iets of iemand hebben verloren, maar ook dat is vrij normaal.

~

De verhalen in dit boek zijn allemaal goed te lezen en zijn onderhoudend. De verhalen zitten goed in elkaar en je wordt als lezer van begin tot het eind van het boek voorzien van degelijk entertainment. Hoe onderhoudend en degelijk de verhalen ook zijn, over het algemeen mist er iets om ze boven het niveau van ‘een aardig verhaaltje’ uit te heffen.

Boven het maaiveld

Maar zoals altijd zijn er uitzonderingen. Er zijn stukken, zoals het titelverhaal, die toch dat beetje extra hebben. Die me tijdens het lezen laten nadenken over de psyche van de hoofdpersoon. En me zelfs even laten stoppen nadat het verhaal ten einde is om nog even over datgene wat ik gelezen heb na te mijmeren, alvorens verder te gaan met het volgende verhaal.

Automutilatie

Het beeld dat bijvoorbeeld in het titelverhaal, Eerste bloei, geschetst wordt van een jonge vrouw die door haar eerste minnaar in de steek wordt gelaten – terwijl ze er stellig van overtuigd is dat hij bij haar een kind verwekt heeft – liet me soms de rillingen over de rug lopen. De ideeën die deze vrouw over haarzelf, haar minnaar en de wereld heeft zijn bij tijd en wijle erg beangstigend. Zo probeert ze bijvoorbeeld door zichzelf te pijnigen niet meer aan haar minnaar te denken. De afstandelijke wijze waarop deze automutilatie, zoals het uitdrukken van peuken in haar eigen hand, door de vrouw in haar dagboek worden beschreven laten je als lezer nog enige tijd nahuiveren.

Andere kant

Aan de andere kant staan verhalen als Zondagsnieuws, over een echtpaar dat een huilend madonnabeeldje in de tuin ontdekt. Dit is een verhaal waarin veel meer had gezeten dan wat Peer Wittenbols er nu van maakt. De ontknoping van het verhaal mag nu enigszins ludiek genoemd worden, maar de ontwikkelingen naar die ontknoping toe lenen zich veel beter voor een tragisch eind waarin het leed van het echtpaar goed tot zijn recht komt. Juist omdat in de andere verhalen de hoofdpersonen en hun interactie met de omgeving iets afstandelijks hebben, iets wereldvreemds, valt een verhaal als Zondagsnieuws niet helemaal te rijmen met de rest. En zo zijn er meer verhalen die niet geheel waarmaken wat ze me aanvankelijk beloven.

Bon appetit

Maar nogmaals: de verhalen zijn makkelijk verteerbaar. Een goede snack voor tussendoor. Zelfs niet geheel ongezond voor lijf en leden. Maar wil je een goede, uitgebalanceerde maaltijd, met alle onderdelen van de schijf van vijf, dan zijn er betere alternatieven. Maar of die lekkerder zijn?

Film / Films

De boy-on-boy-action komt naar je toe deze zomer!

recensie: Gay Summer Tour 2004

Nu de vrouw na honderd jaar emancipatiestrijd haar identiteitscrisis enigszins te boven schijnt te zijn gekomen, lijkt ‘was will der Mann?’ de vraag te zijn waar de moderne generatie mee worstelt. Nu, beste lezer, de man wil maar één ding: naar de bioscoop, films kijken, net als iedereen. Voor echte mannen is er daarom deze zomer de Gay Summer Tour: vijf films die in vijf weken (van 24 juni tot en met 5 augustus) twintig steden aandoen. Van politiek pamflet tot profiterende Bulgaar: in deze zomertoer vind je ze allemaal. Dus koop een kaartje en feliciteer jezelf van harte, want sommige van deze films zijn zeer de moeite waard.

l’Imbalsamatore

(Matteo Garrone, 2002)

~

Het op feiten gebaseerde l’Imbalsamatore (The Embalmer) bijvoorbeeld. Dit ruwe drama speelt zich af in een havenstadje nabij Napels, alwaar de miskende dwerg Peppino zijn zinnen zet op de knappe, jonge maar erg passieve Valerio, die hij in een dierentuin ontmoette. Door Valerio een baan aan te bieden in zijn taxidermie-atelier weet Peppino de jongeling aan hem te binden, maar nadat hij al zijn centen besteed aan snuisterijen en feestjes voor Valerio, komt de kleine achterbakse opzetter de in problemen met de Napolitaanse onderwereld. Hij werkt zijn schuld weg door klusjes op te knappen, maar verzandt steeds meer in intriges. Onderwijl ontglipt de naïeve Valerio hem en trekt in bij een manipulatieve prostituee.

In dit huiveringwekkende verhaal is er geen tijd voor adempauzes. Vanaf het begin wordt de kijker meegesleurd in de diepte van Peppino’s magnetische en autoritaire persoonlijkheid. De film won dan ook verscheidene Italiaanse prijzen, waaronder een David voor het scenario en beste ondersteunende rol voor Ernesto Mahieux. Volkomen terecht, want Mahieux presteert als de seksueel gefrustreerde dwerg Peppino op een grandioos niveau: hoewel hij een uiterst kwaadaardig personage neerzet, krijgt de kijker ondanks alles toch medelijden met de dierenopzetter als deze merkt hoe zijn macht over Valerio (een rol van model Valerio Foglia Manzilla) langzaam wegkwijnt. Na de introductie van de naar bevestiging hunkerende Deborah wordt Valerio verscheurd tussen de twee rivalen, die allebei hun eigen plannen hebben met de kansloze hulpkelner. De sfeer wordt uiteindelijk zo broeierig dat enkel een donderende wolkbreuk nog verlossing kan bieden.

Los Novios Búlgaros

(Eloy de la Iglesia, 2003)

~

Medelijden is een stuk minder op zijn plaats in Los Novios Búlgaros (Bulgarian Lovers) van regisseur Eloy de la Iglesia. Als de Bulgaren niet alleen de kapitalistische maar ook de Griekse beginselen en masse omarmd blijken te hebben, komen ze in grote getale naar de Spaanse steden, om daar met open armen ontvangen te worden door de homoscene. Als hoofdpersoon Daniel (Fernando Guillén Cuervo) een relatie aangaat met de Bulgaar Kyril (Dritan Biba), haalt hij zich, willens en wetens, veel ellende op de hals. Goede vriend Gildo (Pepón Nieto) waarschuwt nog voor Kyril, maar de liefde maakt Daniel blind voor diens misdadige praktijken, ruwe vrienden en echtelijke staat. De geslaagde advocaat accepteert alle tegenslag, en lijkt niet te wìllen verbeteren.

Deze lichte, speelse Spaanse komedie bewijst dat dramatische wendingen, een relativerende blik op de zaken niet in de weg hoeven te staan, en dat vertedering in een film hand in hand kan gaan met misdaadelementen. Hij won dan ook in 2003 de Best Feature Film Award op het Philadelphia International Gay & Lesbian Film Festival. Los Novios Búlgaros stoeit vermakelijk met tijd, ruimte en grafische effecten en voorkomt zo een al te sentimentele kijk op de zaken.

The Event

(Thom Fitzgerald, 2003)

~

Wat dat betreft zou regisseur Thom Fitzgerald gerust een voorbeeld mogen nemen aan de Spaanse cinema. In het kitscherige The Event, dat onder meer de genres detective en sociaal drama aan elkaar tracht te koppelen, draait het om de zieke Matt (Don McKellar) en diens omgeving. Matt lijdt aan aids en besluit er een einde aan te maken: hij nodigt al zijn vrienden uit voor een feestje en pleegt in hun bijzijn zelfmoord. Omdat hulp bij zelfmoord nog altijd verboden is, gaat een ongeloofwaardig onmenselijke assistent-officier van justitie (een rol van Parker Posey) op onderzoek uit. Ze is geenszins van plan te begrijpen waarom iemand zelfmoord zou willen plegen, en ondervraagt moeder Olympia Dukakis en andere personages om achter de ‘werkelijke’ toedracht van Matts dood te komen. Als ze dan uiteindelijk omslaat en de menselijkheid van de personages inziet, is het al te laat: een omslag van die omvang in een personage dat zo consequent wordt afgeschilderd als gevoelloos, lijkt volslagen arbitrair en enkel toegevoegd om de laatste resten nog niet huilende Amerikanen te overtuigen van hun ongelijk.

Dat Parker Posey geen moment geloofwaardig wordt, komt, zoals gezegd, door het compleet gevoelloze in haar personage. Dat kan echter vergoelijkt worden door haar rol te interpreteren als een karikatuur van de Amerikaanse maatschappij en de nogal bureaucratische invulling die het woord ‘rechtvaardigheid’ daar lijkt te hebben gekregen. Dat Sarah Polley, die de zus van Matt speelt, niet overtuigt, valt echter op geen enkele manier nog te rechtvaardigen. Polley overtuigt zichzelf niet eens, met haar vele geschreeuw en sarcastische houding.

De film is langdradig en nodeloos ingewikkeld. Toch moet je van steen zijn om niet af en toe een brok in de keel te voelen. Die prestatie mag grotendeels toegeschreven worden aan het spel van Olympia Dukakis. Maar zelfs zij kan de film niet redden, als gevoelige scènes onderbroken worden door tendentieuze teksten als: ‘Laat zijn lijden niet voor niets zijn geweest.’ Onbegrijpelijkerwijs viel de film toch meerdere malen in de prijzen, hetgeen wellicht te wijten valt aan een of andere cultuurkloof tussen de oceanen.

Hoera voor de Gay Summer Tour

Dat The Event eerder de Nederlandse bioscopen niet haalde is goed te begrijpen. Maar ook als het willen bezitten van jongens en mannen niet in je aard ligt, kun je gerust naar de films van de Gay Summer Tour. De Tour is niet alleen voor mannen onder elkaar, maar blijkbaar is er geen andere manier om dit soort kwaliteitsfilms aan de Nederlandse bioscopen te slijten.

Bekijk voor een overzicht van het tourschema en de overige twee films de website www.cinemien.nl

Film / Films

Verleiden is een kunst

recensie: The Shape Of Things

In de film The Shape Of Things wordt een levend object tot kunst verheven. Daarmee wil regisseur Neil LaBute de discussie openen: waar ligt de grens van het toelaatbare? De film schetst het leven van vier studenten kunstgeschiedenis die worstelen met zichzelf. Ze verlangen ernaar zelfstandig te zijn, maar zoeken tegelijk houvast bij hun partner. De enige die zich alleen door het leven wil slaan is Evelyn (Rachel Weisz). Hoewel ze geboren lijkt te zijn om single door het leven te gaan, wordt ze smoorverliefd wanneer ze de verlegen Adam (Paul Rudd) ontmoet. Evelyn neemt het heft in handen en Adam volgt haar gedwee in al haar wensen. Even snel als een kameleon van kleur verandert, wisselt hij van uiterlijk en daarmee van karakter.

~

Zijn vrienden Jenny (Gretchen Mol) en Philip (Frederick Weller) zien deze metamorfose met veel argwaan gebeuren. Waar blijft hun vriend? Wanneer Adam vreemd gaat, stelt Evelyn het volgende: ‘Hoe normaler, interessanter en moderner, des te beter is een mens. Kijk maar naar de modebladen, die staan er vol mee. Maar hoe mooier een mens van buiten wordt, des te verwerpelijker wordt zijn gedrag. Bij het maakbare komen de emoties in de problemen.’

Relaties

~

Interessant zijn de relaties. Jenny is nogal simpel: ze verwacht dat dingen zijn zoals ze lijken. Haar vriend Philip is een wise guy. Hij doet denken aan iemand van school die het altijd beter weet. Adam kan urenlang boekenrecensies in de New York Times lezen, waarbij hij de belangrijkste alinea’s onderstreept. Hoewel hij allerminst een macho is, verandert hij razendsnel van een boekengeleerde tot idool van vele vrouwen. Zijn vriendin Rachel is een vrouw van uitersten. Zij is het antwoord op de gedachte achter deze film: kan een vrouw datgene doen wat men meestal toeschrijft aan mannen?

Meedogenloos

The Shape Of Things laat zien hoe stelletjes elkaar trachten om te vormen binnen hun relatie. Hoe knap je partner ook is, altijd kan er wel iets aan verbeterd worden: ‘Schat, ik vind het leuker als je je haren iets langer laat groeien,’ of : ‘Blauw staat je veel beter!’ Sommigen proberen zelfs elkaars karakter of moraal te boetseren. Zo ontdekken ook de spelers in deze film hoe ver ze kunnen gaan. Evelyn is geobsedeerd door kunst en gaat hierin meedogenloos ver.

Provocateur

Evelyn leeft, ademt, en denkt alleen maar aan kunst. Ze is een provocateur, zoals LaBute zelf. Bij deze regisseur gaat het niet om een interessant verhaal of personage, maar om een boeiende groep karakters en een einde dat uitnodigt tot discussie. De film eindigt dan ook met een onthutsende ontknoping. In het atelier van Evelyn hangen aan de muren leuzen als: ‘Voor moralisten is er in een galerie geen plaats’ en ‘Ze houdt niet van me’. Tegen deze achtergrond opent LaBute de discussie ‘Is manipulatie ook kunst?’

Heb je interesse in psychologie en kunst, dan is deze boeiende arthouse-film een absolute aanrader!

Theater / Voorstelling

Leed na een oorlog

recensie: Guerre

Als een hoopje ellende zit dit gezin er bij. Gebroken en verscheurd door de oorlog. De meisjes zijn allang geen kinderen meer. Een paar afgetrapte stoelen, zand, as, water, droog brood en wat dekens is alles wat ze hebben. Het maakt de sfeer nog killer. Het moge duidelijk zijn: het toneelstuk Guerre is alles behalve vrolijk.

~

Guerre is het verhaal van een willekeurige oorlog (aan jou de keuze om er zelf één van de velen in te vullen) en wat dat voor een gezin voor gevolgen heeft. Op een dag komt de vader terug, terwijl de moeder en haar twee dochters hem voor dood hielden. Hij krijgt niet het warme onthaal waar hij op had gehoopt. Zijn vrouw is verliefd geworden op zijn broer, die inmiddels de rol van vader heeft overgenomen. Vader zelf wil dit niet zien, letterlijk; hij is blind. En misschien was het ook beter voor hem als hij ook niet meer kon horen, want de verhalen die hij van zijn vrouw en kinderen te horen krijgt zijn schokkend.

Drijfzand

~

Het toneelstuk duurt vrij lang voor wat het te bieden heeft. Alle ellende wordt uitgekauwd. Op den duur lijkt het alsof je in drijfzand terecht bent gekomen. De situatie is uitzichtloos, er is teveel gebeurd en dit gezin zal nooit meer normaal functioneren. De vader is van mening dat moeder er beter aan had gedaan als ze zichzelf van kant had gemaakt, nadat ze hem heeft opgebiecht door de buurman verkracht te zijn. Je hapt naar adem tijdens het horen van dit soort gesprekken, maar het duurt heel lang voordat je weer voldoende lucht krijgt. Positief nieuws hoef je niet verwachten in dit stuk en dan voelt zo’n zwaar stuk al snel erg lang aan. Dat gevoel wordt nog eens versterkt door het irritante, scherpe piepgeluid en de felle lichten die aan het eind van elke akte gebruikt worden. Je hoopt steeds dat dat snel stopt, een mooi detail in dit oorlogsdrama.

Met de neus op de feiten

Nu is dit stuk natuurlijk wel heel aardig, maar qua thema zeker niet nieuw. Regelmatig krijg je zo’n persoonlijk verhaal (over een gezin na de oorlog, vluchtelingen, etc.) te horen via de media. En er zijn ook al verschillende toneelstukken geweest die hebben ingespeeld op oorlogservaringen en het leven na de oorlog. Is Guerre dan overbodig? Nee, zeker niet. Het is een mooie toevoeging aan het bestaande aanbod. Je wordt goed met je neus op de feiten gedrukt. De oorlogssituatie wordt ontzettend persoonlijk gemaakt, waardoor je er zeker tijdens en na de voorstelling over na gaat denken. En daarmee is het doel wel bereikt.

Kwetsbaar

Guerre wordt opgevoerd in het Frans en is goed te volgen, zeker met de Nederlandse vertaling die op de muur geprojecteerd wordt. Maar eigenlijk is de tekst amper nodig. De pijn is van het gezicht van de acteurs af te lezen. De ongemakkelijkheid is te voelen. Sommige acteurs zouden nog net wat pittiger mogen spelen. De moeder bijvoorbeeld die net te makkelijk vermoeid en moedeloos op het podium staat. De twee dochters springen er absoluut uit. Ze spelen uiterst kwetsbaar en soms levert het rusteloze gedrag van de jongste een lach op in de zaal, die al snel over zal gaan in medelijden.

Bijval

Lars Norén is verantwoordelijk voor de tekst en de regie van dit stuk. Hij is vooral wereldwijd bekend door zijn relatiedrama’s, iets wat je in Guerre duidelijk terug ziet komen. Dit trieste verhaal heeft hij bitter neergezet. Na afloop verlaat je de zaal met een bedrukt gevoel. Onder Noréns leiding hebben de acteurs goed hun best gedaan. En de organisatoren van Holland Festival hebben een goede keuze gemaakt om dit stuk (dat al in Parijs en Montréal veel bijval kreeg) nu eens in Nederland te laten opvoeren.

Film / Films

Bij de beesten af

recensie: Willard

Sommige mensen vragen me wel eens wat er nu zo leuk is aan dvd’s. Mijn mede-redacteuren zien de meerwaarde ervan niet (‘We hebben toch al een recensie van die film geplaatst?’), en als ik begin over de perfecte beeld- en geluidskwaliteit, de oorspronkelijke beeldverhouding of simpelweg het genot van films kijken in je eigen thuisbioscoop, kijken ze me vreemd aan en praten verder over de nieuwe Thermals. Maar soms heb ik een ander argument: soms is de dvd gewoon beter dan de film die erop staat.

~

Neem Willard, de remake van de gelijknamige cultfilm uit 1971. Het verhaal heeft niet zo heel veel om het lijf, maar de film scoort punten voor de creepy sfeer en de prestaties van de acteurs. Vooral Crispin Glover maakt indruk als het titelpersonage Willard Stiles, een rare jongeman die nog bij zijn moeder woont en door iedereen wordt gehaat. Hij vindt troost bij de troep ratten onderin zijn kelder, maar draait door als zijn favoriete rat Socrates wordt vermoord. Lee Ermey (bekend als de boosaardige officier uit Full Metal Jacket) en Laura Elena Harring (de brunette uit Mulholland Drive) spelen goede bijrollen en tillen de film net iets boven de gemiddelde thriller uit.

Ontluisterend

~

Veel interessanter dan de film echter zijn de extra’s op de dvd. Het audiocommentaar van regisseur Morgan, producent James Wong en acteurs Glover en Ermey tijdens de film, bijna een half uur aan verwijderde scènes (plus commentaar), de trailers en een leuke documentaire over echte ratten (ingesproken door Bruce Davison, die Willard speelde in 1971) zijn allemaal de moeite waard, maar de show wordt gestolen door Year of the Rat: The Making of Willard. Deze ontluisterende documentaire van filmstudente Julie Ng laat in iets meer dan een uur op eerlijke wijze zien hoe films worden gemaakt. Vrijwel elke medewerker komt aan bod, tot de laagste productie-aasistent aan toe.

Lage scores

Nu kende Willard een gemoedelijke productie, zonder ruzies, grote rampen of andere tegenslagen en Ng vraagt zich halverwege de documentaire dan ook terecht af of haar film niet heel erg saai zal worden. Crispin Glover biedt nog aan zijn regisseur in elkaar te slaan voor een paar goede beelden, maar dat blijkt niet nodig. Bij de eerste testvoorstelling scoort Willard zo laag dat de studio de filmmakers vraagt een nieuw einde te bedenken voor hun film. Het is hier dat Year of the Rat echt goed wordt: het slepende proces van previews, opnieuw monteren en de steeds lager wordende scores leveren een paar fascinerende scènes op, zeker wanneer regisseur Morgan na de geflopte release van de film beteuterd toegeeft dat hij sterker in zijn schoenen had moeten staan en vast had moeten houden aan zijn oorspronkelijke visie.

Slechte bijsmaak

Het gebeurt niet vaak dat de ‘making of’ van een film beter is dan de film zelf, maar Year of the Rat is zo’n uitzondering. De filmmakers mogen dan een slechte bijsmaak aan de opnamen van Willard hebben overgehouden, voor filmliefhebbers en potentiële filmmakers is het verplichte kost. En bovendien heb ik richting de 8WEEKLY-redactie eindelijk eens een goede reden voor een dvd-recensie.

Film / Films

Geen moment voorspelbaar

recensie: The Office – Serie 1 en 2

De BBC-serie The Office is vooral bekend omdat ze op dit moment wordt uitgezonden door de VPRO. In deze heerlijk cynische serie speelt de baas David Brent (Ricky Gervais) van papierhandel Wernham-Hogg in het kleine dorpje Slough de hoofdrol. Deze man is het schoolvoorbeeld van een zelfingenomen klootzak. Hij is ervan overtuigd dat hij perfect in de gaten heeft hoe je een goed management opzet, maar doet vervolgens in de praktijk precies het tegenovergestelde. Dit leidt regelmatig tot briljante humoristische situaties.

~

De serie is gefilmd alsof er een documentaire over het kantoor wordt gemaakt. Hierin worden dus beelden van het werk van alledag afgewisseld met beelden waarin de karakters van afstand met al dan niet gepaste trots over hun werk vertellen. Dit zorgt er voor dat het cameragebruik altijd onrustig is, waardoor het gênant irritante gedrag van een groot deel van de personen alleen maar ergerlijker wordt. Je ziet personen vaak gluren naar de camera als ze in beeld zijn, dat is vaak erg subtiel maar mooi gedaan. Er is geen beter vermaak dan leedvermaak, dus ik heb de twee series die nu op dvd zijn verschenen in een ruk uitgekeken.

De mooie receptioniste

~

Natuurlijk is Brent niet de enige interessante persoon. Gareth Keenan (Mackenzie Crook) speelt een uitzendkracht die zichzelf als assistent manager ziet (Brent corrigeert telkens: ‘assistent voor de manager’, maar dat mag niet baten). Deze ex-militair, die verdacht veel weg heeft van een junk, neemt zijn taak serieus en probeert net als zijn baas de klootzak uit te hangen. Hij slaagt daar vaak aardig in, maar blijft desondanks het sulletje van het kantoor. Verder speelt ook Tim Canterbury (Martin Freeman) een hoofdrol aangezien hij (samen met mooie receptioniste Dawn Tinsley [Lucy Davis]) de enige gezonde persoon op het kantoor is. De rest van het kantoor bestaat vooral uit mensen die naarstig hun best doen om niet op te vallen.

Schoenen aan veters over de pub

In elke half uur durende episode krijgen we een beeld van een specifieke situatie op het kantoor. Zo zien we hoe het kantoor meedoet aan een quiz waarbij Brent met zijn partner Chris Finch (Ralph Ineson) dreigt te verliezen en dit koppel tot alles in staat is om alsnog te mogen winnen. Ze winnen uiteindelijk door een paar schoenen aan hun veters over de pub te gooien. Het is prachtig om te zien hoe in werkelijkheid Brent door iedereen onderuit wordt gehaald. Dit in tegenstelling tot wanneer hij voor de documentaire wordt geïnterviewd, dan probeert hij zichzelf als erg succesvol neer te zetten. Daardoor krijgt de serie iets potsierlijks. Wat co-auteur en hoofdrolspeler Ricky Gervais tevens erg goed gedaan heeft is dat er naast de leuke verhaallijn per individuele aflevering ook nog een aantal grote verhaallijnen zijn (krijgt Tim nu iets met de mooie Dawn of niet?) waardoor je zonder moeite door de twaalf afleveringen zapt.

Absurde karakters

Na de ongeëvenaarde serie Coupling weet de BBC met The Office wederom een weergaloos komische serie neer te zetten. Die Britten slaan er toch telkens weer in om tenenkrommend genante situaties neer te zetten en de meest absurde karakters op te laten draaien. Juist deze absurditeit in de verschrikkelijk saaie omgeving van een kantoor zorgt er voor dat de serie zes uur lang interessant blijft. Geen enkel moment is voorspelbaar, geen enkel karakter is saai. Fantastic I would say!

Muziek / Album

Volwassen frustratierock

recensie: Avril Lavigne – Under My Skin

Avril Lavigne is een mooi meisje dat lekkere muziek maakt voor gefrustreerde pubers. Laat frustratie nou bij uitstek een emotie zijn die vaak tot de mooiste muzikale meesterwerkjes leidt. Dit geldt voor Lavigne nog extra op haar tweede album Under My Skin. Deze negentienjarige Canadese rockbabe heeft het leven inmiddels in al haar fascinerende aspecten leren kennen en zingt hier vol bezieling over. En het is heerlijk om te horen hoe een ander aan het vechten is met de grote dilemma’s in het leven.

~

Lavigne hebben we vooral leren kennen door haar debuutalbum Let Go uit 2001. Met de hits Losing Grip, Sk8Er Boi en Complicated had ze al snel een goede naam opgebouwd. Was ze op dit album echter eerder een ondeugende, beetje recalcitrante puber, op Under My Skin is Lavigne een stuk volwassener geworden. Dit merk je zowel aan haar muziek, die veel meer diepgang heeft, als aan haar teksten. Bijvoorbeeld in Don’t Tell Me: “Don’t think that your charm / And the fact that your arm is around my neck / Will get you in my pants / I will have to kick your ass.” Geen polonaise aan Avril’s lijf meer zullen we maar zeggen. Een heel ander meisje dan de Avril op Let Go.

Gedreven

Juist dit soort pittige passages maken de muziek van Avril Lavigne boeiend. De muziek stroomt over van frustratie en agressie en er lijkt een soort druk te zitten achter elke noot die gespeeld wordt, alsof haar muziek elk moment kan exploderen in je gezicht. Vanaf de eerste nummers Take Me Away en Together slokt de muziek je op. Het gedreven geluid van Lavigne maakt ook relatief clichématige liedjes als de afsluitende ballad Slipped Away goed te verteren.

Getalenteerd

Lavigne brengt haar muziek met verve en wil graag door iedereen gehoord worden, wat te horen is bij elke snaar die ze aanslaat en elk woord dat ze zingt. Dit maakt Under My Skin een verrassend album van een getalenteerde artieste, die ongetwijfeld een vaste plek in het muzieklandschap zal weten te veroveren.

Op 30 september zal Avril Lavigne een eenmalig optreden geven in de Amsterdamse HMH in het kader van haar nieuwe wereldtournee.

Boeken / Achtergrond
special: #2: A.F.Th. (van der Heijden)

Kippenvel

In de tweede aflevering van de rubriek Kippenvel plaatsen we klassieke platen, films of boeken voor het voetlicht omdat ze ons op de een of andere manier kippenvel bezorgen. Vandaag: A.F.Th. (van der Heijden).

~

Je hebt breedsprakig en breedsprakig. Je kan met heel veel woorden niets zeggen, maar je kan ook met heel veel woorden alles proberen te zeggen. De lijvige romancycli van J. Voskuil en A.F.Th. van der Heijden zijn wat dat betreft twee uitersten. Voskuil emmert pagina’s door over het dagelijks leven op Het Bureau, zonder dat er iets noemenswaardigs gebeurt. Het is bij hem veel klein dagelijks leed en veel geroer in koffiekopjes. Van der Heijden daarentegen beweegt hemel en aarde in een poging iets te zeggen over de Grote Thema’s in het leven. In Nederland vinden we auteurs met dat soort ambitie enigszins verdacht. Wij hebben liever onze schrijvers kort, bondig en overzichtelijk. Het Spartaanse proza van Voskuil is in dat opzicht Hollandser dan het bodemloze bacchanaal van Van der Heijden. Het zal wel het verschil tussen het calvinistische Holland en het katholieke Brabant zijn.

Afgelopen voorjaarsvakantie heb ik eindelijk deel 0, De Movo Tapes, van A.F.Th.’s megalomane project Homo Duplex gelezen. Klapstoel voor de tent, pot koffie binnen handbereik en drie dagen later was ik 713 bladzijden verder en was het boek uit. En wilde ik meteen verder lezen. Daar moet ik nog even op wachten – deel 1 verschijnt waarschijnlijk eind dit jaar – maar niemand durft daar een uitspraak over te doen. De publicatie van De Movo Tapes werd ook meerdere malen uitgesteld. Toch staan er nog acht (!) van dit soort pillen op stapel.

~

Op virtuoze wijze vertelt A.F.Th. (het van der Heijden is inmiddels weggevallen) in korte hoofdstukken verschillende verhalen door elkaar. Ook wordt er dwars door de tijd heen en weer geschakeld en soms worden dezelfde momenten a la Lola Rennt vanuit een ander gezichtspunt opnieuw beleefd. We leren QX-Q8 kennen, alias de god Apollo. Hij heeft zijn naam verkocht aan de NASA in de jaren ’60 en leidt sindsdien een sluimerbestaan. Toch is hij achter de schermen de grote regisseur van de gebeurtenissen. Hoofdpersoon Tibbolt Satink wil letterlijk een ander worden en diegene, Movo genaamd, met zijn dood opzadelen zodat hijzelf het eeuwige leven bereikt. De naam Movo is een afkorting van Moeilijke Voeten, wat weer verband houdt met de problematische geboorte van Tibbolt via een auto-ongeluk tijdens een autoloze zondag in de jaren 70. De transformatie vindt langzaam plaats tijdens lange autoritten waarbij Tibbolt en Movo (die dus één persoon zijn) met elkaar verbaal slag leveren. Die dialogen zijn opgenomen met een memorecordertje en worden door de uitgever van Satink, in het heden een succesvol auteur, uitgeschreven na zijn spectaculaire verdwijning.

Ik merk nu ik er over schrijf dat ik de neiging moet onderdrukken alle verhalen te gaan vertellen. Ongemerkt neem ik ook de stijl van A.F.Th., het breedsprakerige, het ruimzichtige, over. Maar je kunt het eigenlijk niet navertellen, je moet het zelf lezen, zelf ondergaan. Het lezen als een fysieke sensatie. Het is bedwelmende, overdonderende, soms zelfs hallucinerende literatuur. Door het opeenstapelen van al die verhalen ontvouwt er zich een fascinerende wereldvisie, misschien zelfs wel een Theorie van Alles. De verhalen blijken onderling allemaal met elkaar verbonden. De schrijver A.F.Th. is net zo’n almachtige ensceneur als QX-Q8. Trouwens over transformatie gesproken: de overgang van Adri van der Heijden naar A.F.Th. als merknaam lijkt me voer voor enkele ambitieuze afstudeerscripties.

A.F.Th.’s eerste romanreeks De Tandeloze Tijd markeerde voor mij zowel het einde van mijn middelbare-schooltijd als het einde van mijn studententijd.

Op mijn leeslijst voor Nederlands prijkten de eerste twee delen: De Gevarendriehoek en Gevallen Ouders. De lotgevallen van Albert Egberts (een verwijzing naar Frits van Egters, de held van Reves De Avonden?) die het heden waarin hij leeft probeert te rekken door ’te leven in de breedte’. Door zich alles te herinneren en al die herinneringen vast te houden poogt de tijd stil te zetten. Het idee van de dood te slim af zijn is volgens mij de rode draad die alle boeken van A.F.Th. bijeen houdt. Een bijzonder aanlokkelijk idee: vergeet gezond eten, vitaminepreparaten en voldoende beweging. Puur door redenatie en denkkracht kun je onsterfelijk worden.

De dag nadat ik mijn scriptie had ingeleverd, fietste ik met mijn goede vriend Alex (wij waren een beetje de Barend & Van Dorp/Batman & Robin/Bert & Ernie van de vakgroep Muziekwetenschap) van Utrecht naar Bilthoven, om daar een handtekening te bemachtigen van de, volgens ons, grootste schrijver van het Nederlandse taalgebied. Hij zou signeren in de lokale boekhandel. Deel 3A en 3B van de Tandeloze Tijd waren net uit en door ons in no time verslonden. Onderweg verzonnen we allerlei rake observaties en opmerkingen over de boeken die we terloops zouden kunnen maken, om zo op De Schrijver een onvergetelijke indruk te maken. Dat hij wist dat er in ieder geval twee jongens waren die hem begrepen. Want waren wij niet uit hetzelfde hout gesneden en school er niet in ons kersverse musicologen een roman die de Nederlandse literatuur op de grondvesten zou doen schudden? Toen we uiteindelijk in de boekhandel oog in oog stonden met A.F.Th. verdampten de gerepeteerde volzinnen tot wat schuchter gemompel en een schuw toeschuiven van het boek. Daarin prijkt nu op het schutblad in zwierige zwarte vulpenletters: ‘Bilthoven, 5 VII ’96, A.F.Th. van der Heijden’. Toch een verrassend bondige samenvatting van die middag.

Muziek / Achtergrond
special: Het succes van Nederlandse artiesten in Japan

Mietjes in Nederland, goden in Japan

Begin jaren negentig waren twee artiesten kortstondig bekend in Nederland. Robby Valentine haalde voor zijn titelloze debuutalbum een recordbudget binnen en zijn goede vriend Valensia scoorde een hit met het nummer Gaia. Daarna werd het stil in Nederland tot afgelopen maand Valensia in Nederland een Queen tribute-CD uitbracht. Hij vertelde in een radiointerview bij Giel Beelen op 3FM dat hij miljonair is geworden (maar niet meer is) door het uitbrengen van plaatjes in Japan. Hij bracht als de band V samen met Robby Valentine zelfs twee CD’s in het Aziatische land uit. De vraag doemt dan op wat er zo wezenlijk anders is aan Japan dat deze mannen daar nauwelijks over straat kunnen, terwijl ze hier in Nederland al helemaal vergeten zijn.

~

Een klein aantal fans zijn in Nederland de twee artiesten echter nog niet vergeten. Zij bestellen elke keer voor een vermogen de albums die in Japan verschijnen. Ook is er een mailinglist van Yahoo waar een handjevol fans van Valensia discussieert over elke nieuwe versie die er uitkomt van de albums van de Nederlander. Geen detail uit de layout blijft onbesproken. 8WEEKLY volgde die discussies een tijd en sprak met de grootste fans van de twee mannen.

Individuele wil

~

Om een inzicht te krijgen in het verschil tussen Nederland en Japan spraken we met Dick van de Putte (van het instituut voor Japankunde Erasmus Universiteit Rotterdam). Hij zegt hierover dat “de Japanse cultuur gebaseerd is op de Confucianistische filosofie, die het accent legt op de mens als sociaal wezen. Dit verklaart ook het grote respect voor hiërarchie in Japan. Ondanks dat individualisering ook in Japan een rol speelt heerst er nog steeds een cultuur waar het ’tussenmenselijke’ niet ten koste mag gaan van de ‘individuele wil’.” Volgens Van de Putte wordt de muziek door Japanners daarom ook eerder als iets gezamenlijk ervaren. Japanners zitten bijvoorbeeld vaak samen te zingen: “zingen dus als conflictvermijdend gedrag”.
Kort door de bocht kun je dus stellen dan Japanners minder snel geneigd zullen zijn om zich extrovert te gedragen. Dit in tegenstelling tot Valentine en Valensia, die juist een heel extreem uiterlijk hebben.

Prince of Michael Jackson

De Japanse muziekindustrie is daardoor ook heel anders dan die in Europa. Silvana Breur (voormalig voorzitter van de Robby Valentine Fanclub) merkt hierover op dat “alles wat rockt en lang haar heeft en uit het westen komt” erg populair is in Japan. Ook vertelt ze dat veel Japanse CD’s ook als collector’s item in de rest van de wereld worden verkocht, waardoor de markt van Japan groter is dan puur de eilandengroep zelf.

~


Valensia zelf zegt in de Nieuwe Revu van 18 juni 2004 cynisch dat: “ik lang haar had en veel make-up, en daar werd dat veel meer geaccepteerd. In Japan zagen ze me echt als een grote rockster in de categorie Prince of Michael Jackson.” Sonja ten Hoonte (webmaster van valensia.com) voegt hier aan toe dat er “niet zoveel symfonische muziek wordt gemaakt door Japanse artiesten. Japanse muziek is redelijk één-laags, dus liefhebbers van symfonische muziek zullen daar al snel hun blik op het buitenland richten”. De Japanse fan Reiko Shi merkt hierover op dat muziek hem aantrekt vanwege “de mooie melodie, de mooie stem en koortjes en de regelmatige veranderingen van toonsoort die je niet verwacht”.
Het succes in Japan is dus zowel te verklaren aan de hand van het imago (lang haar en make-up) als de bombastische muziek, die in schril contrast staat met de traditionele Japanse muziek.

De man van het hoesje

Naast de vraag waarom het tweetal succesvol is in Japan kun je je tevens afvragen waarom het Valentine en Valensia niet gelukt is om in Nederland succesvol te zijn. Fans wijten dit aan een gebrek aan promotie voor de albums van de heren. Zo zegt Freddie van ter Beek (fan van Robby Valentine) dat “Robby in zijn beginjaren niet had moeten vertellen dat hij Queenfan is en door Queen geïnspireerd is. Helaas was dat juist voeding voor de pers om hem af te kraken.”
Ook liet de promotie te wensen over, zegt Sonja ten Hoonte: “Na het debuut werd het stil en ik – als fan – kwam er pas een maand na de release van zijn tweede cd achter dat die al uit was (terwijl ik elke week de platenzaken afliep)”. Ook Valensia zelf denk dat vooral het gebrek aan promotie hem de das om heeft gedaan, zo zegt hij in het Brabants Dagblad van 15 juni 2004: “Ik botste gigantisch met de ontwerper van het hoesje. Hij vond dat iets niet kon wat ik wilde. Ik ben gewoon naar mijn manager bij de platenmaatschappij gestapt en toen kon het wel. Maar mijn mannetje bij Universal vertrok. En wie werd zijn opvolger: ja, de man van het hoesje.”

Doe maar gewoon

~

Het floppen in Nederland van de beide artiesten hangt dus samen met een gebrek aan promotie, maar ook zeker met een imago dat te wensen over laat. Waar Silvana Breur aangeeft dat in Japan “alles wat rockt en lang haar heeft en uit het westen komt” erg populair is lijkt dit in Nederland juist niet het geval te zijn. De hele uitstraling met het lange haar en de make-up slaat niet aan. Ook de muziek met de bijna vrouwelijke stem en de bombastische begeleiding van synthesizers en gitaren is voor Nederland veel te expressief. In ons land heerst eerder een sfeer van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’.
In juni is in de Benelux de CD Queen tribute bij platenmaatschappij V2 verschenen. Ook de single Man from Manhattan is inmiddels gereleased, maar is nog niet hoog in de hitlijsten beland. Het lijkt alsof Nederland ook dit keer ondanks de goede promo van V2 weer niet wil gaan voor de langharige muzikant. Valensia zal er niet onder lijden. Binnenkort verhuist hij van Spanje naar Los Angeles waar hij wil gaan werken aan een nieuw album met Robby Valentine en ook een nieuw soloalbum. Zijn muziek verkoopt dan in Nederland niet goed, Japan blijft gevoelig voor de man uit Waalwijk, en daar zal hij er voorlopig nog goed van kunnen leven.

Film / Films

Mierzoete zwijmelfilm

recensie: The Prince & Me

Wie gelooft er nog in de prins op het witte paard? En welk koninklijk huwelijk is nou echt het ultieme sprookjeshuwelijk? Ach, het doet er ook eigenlijk niet toe. Erover fantaseren is al leuk genoeg. Mannen opgepast, want er draait weer een vreselijke romantische komedie in de bioscoop! The Prince and Me: voor alle dames die toe zijn aan een niets-aan-de-hand zwijmelfilm.

The Prince and Me is niet gemaakt om een geweldige film te zijn, het is puur vermaak verpakt in een dun verhaaltje. Neem het daarom allemaal niet zo serieus. Studente Paige (Julia Stiles) wordt verliefd op Eddie (Luke Mably), die de prins van Denemarken is. Daar moet Paige alleen nog even achter komen (Eddie is incognito) en dat zet haar leven en dat van hem op z’n kop.

Kriebels

Niet alleen het verhaal is heel oppervlakkig (en voorspelbaar), ook de karakters blijven dat. Eddie haat het eigenlijk om prins te zijn en zorgt daarom voor z’n eigen pleziertjes. Snelle auto’s en mooie meiden. Dit levert in ieder geval een grappige openingsscène op die je dan weer niet zou verwachten. Eddie roept in ieder geval de kriebels bij je op (in negatieve zin), want hij irriteert mateloos. Goed gespeeld door Mably, die later in de film toch nog een echte prins laat zien die kloten heeft en zich af durft te zetten. Gaandeweg zit hij zeker beter in zijn rol.

Amazing

Maar het pareltje in deze film is toch zeker wel Julia Stiles (bekend van Save The Last Dance en Mona Lisa Smile). Zij haalt het zonnetje naar de bioscoopzaal met haar glimlach. Dat ze goed kan acteren hadden we al eerder gezien. Ook hier doet ze het goed, maar deze rol is toch echt wel te min voor haar, hoewel ze het zelf anders ziet. In een interview voor de film zei ze: “When I first read the script, which I loved, I thought the writers had done some sort of research on me – that’s how amazingly similair I am to this character.” Het zal in ieder geval een leuke klus voor haar geweest zijn omdat ze zich lekker uit kon leven en zich in de meest vreselijke prinsessenjurken mocht hijsen. De overslaande vonk tussen haar en Eddie is erg aandoenlijk.

Ladies’ night

Regisseur Martha Coolidge (Out of Sea, Angie, Three Wishes) heeft het redelijk voor elkaar. The Prince and Me is dan geen wel geen topper, maar leuk vermaak met prima acteurs. Ook de beelden zijn vaak heel mooi. Maar wat je mist is gewoon wat meer inhoud. Dit is niets meer en niets minder een zoetsappig, voorspelbaar sprookje. De liefde hangt in de lucht, maar je kunt ook rustig wachten totdat deze film op dvd uit is voor een echte ladies’ night bij jou thuis.