Theater / Achtergrond
special: Dagelijks verslag van theaterfestival Paradise Regained?

Ze komen uit het oosten

.

~

Ingewikkeld, een voorstelling in het Hongaars of Lets? Dat valt wel mee. De stukken die wij twee jaar geleden zagen waren sterk beeldend. Daarnaast is er altijd Nederlandse boventiteling. 8WEEKLY doet de komende twee weken dagelijks verslag van Paradise Regained?: we recenseren veel voorstellingen, geven tips en analyseren het geheel. Want naast dat de voorstellingen ons leren over Midden- en Oost-Europa, biedt het festival ook een frisse blik op onze eigen toneeltraditie: welke onverwachte keuzes maken deze theatermakers bijvoorbeeld en waarom doen we het in Nederland heel anders? (JAB)

6 november 2004

Marat/Sade

~

We trappen af met Bulgarije. Triumviratus-LTD brengt een voorstelling van bijna twee uur onder leiding van Javor Gardev, die worstelt met het ‘nieuwe Europa’, waarvan Bulgarije nog geen deel zal uitmaken. De voorstelling Marat/Sade is een onderzoek naar de plaats van de kunstenaar in een democratie die niet meer dan een schijndemocratie is. Een interessant uitgangspunt in deze dagen. In dit stuk wordt glashelder aangegeven tot hoever het democratische principe getolereerd wordt. We worden steeds nieuwsgieriger hoe deze Bulgaren dat gaan brengen. Daarbij komt ook nog eens dat deze Bulgaren spelen met live projectie, rolstoelen, bloot, de guillotine en het bad. Trek voor deze voorstelling maar een hele avond uit, want na dit stuk zul je zeker nog de behoefte hebben om er over na te praten! (NvE)

7 november 2004

Dybuk

~

Dybuk van het Rozmatosci Theatre uit Polen begint bijna alsof het geen theater is. Op het podium zitten zeven mensen die elkaar om de beurt een verhaal vertellen. Er is geen handeling, geen dialoog. De verhalen, die stuk voor stuk fascinerend zijn, roepen de wereld van de chassidische joden op. Met het laatste verhaal dat naar blasfemie neigt, wordt deze wereld betreden. Voor onze ogen ontrolt zich de geschiedenis van Chanan en Lea, twee geliefden die aan elkaar beloofd waren. Als deze belofte wordt geschonden sterft Chanan. Op Lea’s bruiloft keert hij echter terug als dibboek (ronddolende verdoemde ziel) en neemt bezit van haar lichaam. Chanan wordt uitgedreven, maar keert niet veel later terug. De naakte lichamen van de twee geliefden naderen elkaar terwijl het op de muren geschilderde paradijs tot leven komt. Ze leggen zich te ruste op een matras en als Chanan ’s ochtends opstaat is hij veranderd in Adam die zo’n anderhalve eeuw later leeft. Dit vormt een subtiele overgang naar de geschiedenis van de naar Amerika geëmigreerde Adam S. die zijn in de holocaust omgekomen halfbroer als dibboek in zich draagt. Deze tweede, moderne dibboekvertelling voegt weinig toe aan de voorstelling, maar verder is Dybuk een krachtige en bijzondere voorstelling vol van de rijkdom van de joodse verhalentraditie. (MB)

7 november 2004

Blackland

~

Wie van politieke satire houdt, zit goed bij het Hongaarse gezelschap Krétakör Theatre dat de voorstelling Blackland (gebaseerd op Gogols Revisor) speelt. Het stuk is een vervolg op Fatherland (Hazámhazám) dat ook is geschreven door regisseur Árpád Schilling en co-auteur István Tasnádi. Fatherland ging over de recente geschiedenis van Hongarije en Blackland over de toekomstige geschiedenis. Op een plasmascherm komen sms-berichten binnen over Hongaarse actualiteiten: de nieuwe minister-president, de opkomst van een fascistische beweging, de porno-industrie en de Hongaarse Olympische medailles die moesten worden teruggegeven. Maar ook de situatie in Irak, en het DNA van Arnold Schwarzenegger – bezien vanuit het perspectief van zijn kauwgum – komen langs. De verhalen zijn gebaseerd op de sms-berichten die sinds 1 januari 2004 zijn verzameld. Dat alles is verpakt in een hilarisch jasje: acteurs op skippyballen en a capella een ballade zingen over een corrupte burgemeester. Een spraakmakend en integrerend stuk van deze Hongaren. (NvE)

9 november 2004

Crime and Punishment

~

Wie Dostojevski’s beroemde roman Misdaad en straf niet kent, zal de voorstelling Crime and Punishment: Raskolnikov’s Diary van Croatian Drama slechts met grote moeite kunnen volgen. Voor iedereen die het boek wèl kent, is het echter een feest van herkenning. Wat niemand voor mogelijk had gehouden, gebeurt: er ontstaat een ingetogen en integere voorstelling die geen afbreuk doet aan het boek, maar het eerder aanvult. Het omvangrijke boek van Dostojevski is teruggebracht tot enkele zeer fijn geënsceneerde scènes die zich afspelen rondom een stoel op een verhoging, daarbij slechts aangevuld met enkele eenvoudige attributen: een tweede stoel, een kaars en een kom water. Het toneel is diep en bijna leeg. In het midden hangt een oude olielamp. Het sneeuwt. De student Raskolnikov dwaalt rond, haast alsof hij buiten bewustzijn is. Ondertussen horen we zijn gedachten teruggaan naar zijn jeugd, toen hij moest aanzien hoe een klein paardje om niks doodgeranseld werd met zwepen en balken. Een gevoelige ziel, die Raskolnikov, maar tegelijkertijd ook een brute moordenaar. De rechter-commissaris Porfiri speelt een geslepen spel met hem en weet hem een bekentenis te ontlokken. Tussen hun gesprekken door zoekt Raskolnikov troost bij de diepgelovige hoer Sonja. Op de achtergrond worden de handeling geprojecteerd en uitvergroot in de korrelige zwart/wit beelden van een oude film of foto. Al met al een fenomenale voorstelling. (MB)

11 november 2004

Everybody for Berlusconi

~

Jong Hollandia, de jongerenafdeling van ZT Hollandia, speelt samen met het Sloveense Betontanc een voorstelling die officieel niet voor Paradise Regained? was bestemd, maar zo goed aansluit bij het thema dat het alsnog is opgenomen in de officiële programmering. Everybody for Berlusconi is de titel van deze bijzondere samenwerking. De voorstelling heeft de vorm van een congres: bezoekers nemen plaats aan tafels die opgesteld zijn in een u-vorm. Zij zijn de deelnemers van het congres, en hebben in verschillende stemrondes beslissende invloed. Het publiek bepaalt of er een moordaanslag zal komen op de Italiaanse premier Berlusconi. De twee groepen richten zich op Berlusconi, omdat hij voor een Europa-wijde verrechtsing staat: “Zijn persoon zegt iets over de ontwikkeling van de democratie in Europa, het nieuwe Europa waar zowel Betontanc als Jonghollandia deel van uit maken. Het Europa van vercommercialisering en populisme maar ook het Europa van zoeken naar een utopische eenheid.” De voorstelling is vorige week in Rotterdam in première gegaan en werd daar goed ontvangen. Meer info: berlusconi.zthollandia.nl (JAB)

12 november 2004

Wrestling Dostoievsky

~

Het lijkt een onmogelijke opgave om een complexe ideeënroman als Misdaad en straf van Dostojevski uit te beelden in een dansvoorstelling. De Sloveense dansgroep Betontanc heeft met Wrestling Dostoievsky een poging gedaan om het onmogelijke mogelijk te maken, helaas met wisselend succes. Hun stuk begint vrij zwak met een in het donker uitgesproken monoloog over dood, zelfmoord en andere zaken. Naast het feit dat de monoloog van clichés aan elkaar hangt, hadden de thema’s beter via de dansen aangestipt kunnen worden. Het doet vermoeden dat Betontanc niet genoeg vertrouwen heeft in hun eigen kunnen. Later wordt de voorstelling gelukkig beter. We zien gehaast door elkaar heen lopende mensen die betekenisloze zinnetjes uit het alledaagse leven mompelen, zoals “hoe gaat het?” en “mooi weertje hè?”. Een van de dansers, die in de loop van het stuk de rol van Raskolnikov op zich neemt, doet een beroep op deze willekeurige ‘voorbijgangers’ en wordt door hen genegeerd. Verder wordt de ziekelijke geestesgesteldheid van een man die op het punt staat een moord te begaan goed opgeroepen en ook de uitbeelding van de moord is uitstekend. De muziek die de voorstelling ondersteunt is mooi, eigenlijk te mooi. Misschien is dat de reden dat je nergens bevangen wordt door de sinistere en beklemmende sfeer die Dostojevski’s roman zo onvergetelijk mooi maakt. (MB)

13 november 2004

Oedipus Rex

~

Het verhaal van Oedipus die zijn vader vermoordt en met zijn moeder slaapt is het meest gespeelde stuk uit de klassieke oudheid. Sinds de herontdekking in de negentiende eeuw zijn honderden uitvoeringen en interpretaties op de podia gebracht. Het Litouwse Oskaras Korsunovas Theatre heeft nu onder leiding van regisseur en naamgever Korsunovas een eigenzinnige opvoering aan die waslijst toegevoegd. Het kind staat centraal in Korsunovas’ levensfilosofie, en dat zie je terug in de voorstelling. Zijn Oedipus speelt zich af op een kinderspeelplaats, compleet met schommels, wip en klimrek. In dat decor kruipt het koor rond als baby’s met gigantische hoofden, terwijl koning Oedipus, zelfverzekerd in zijn maatpak, belooft de pest de stad uit te drijven. Maar uiteindelijk blijkt alle ellende die Thebe over zich uitgestort krijgt terug te gaan op de baby Oedipus die door zijn ouders in de wildernis werd achtgelaten om daar te sterven. En zo zijn volgens de Litouwse regisseur alle dilemma’s van ons volwassen leven niet meer dan variaties op de moeilijkheden die we als kind ervoeren. Dit gegeven weet Korsunovas te verwerken in een schitterende voorstelling vol bizarre kostuumwisselingen, mooie beelden en opvallende geluids- en lichteffecten. Het begin van de voorstelling roept veel vragen op, maar eenmaal gewend aan Korsunovas’ stijl valt alles op
zijn plaats. (WP)

14 november 2004

La morte di Danton

~

Büchners verhaal over de Franse revolutie en de strijd tussen de gematigde Danton en de radicale Robespierre is maar weinig in de theaters te zien. Nederlandse gezelschappen spelen het stuk uit 1835 maar sporadisch; de enkele keer dat het te zien is, komt het uit het buitenland. Zo was er ruim twee jaar geleden de uitvoering van het Belgische Toneelhuis. Paradise Regained? presenteert nu een Italiaans/Macedonische samenwerking. Het zijn overigens niet alleen de gezelschappen die de voorstelling niet zien zitten. Ook het publiek komt er niet massaal voor naar het theater: de Amsterdamse stadsschouwburg was gisteren verre van gevuld. De mensen die wel waren gekomen, kregen een erg goed geacteerde, maar niet altijd even sprankelende voorstelling voorgeschoteld. De Macedonische regisseur Aleksander Popovski poogt de moraal van het verhaal over de teloorgang van de idealen van de Franse revolutie een actuele betekenis te geven. Zijn voorstelling, waarin het conflict tussen ethisch relativisme en fundamentalisme in een aantal schitterende monologen en dialogen wordt belicht, verzandt echter in een praatstuk. En dan worden de beperkingen van een Italiaanse voorstelling met boventiteling overduidelijk. Ondanks enkele indringende scènes is La morte di Danton daarmee geen hoogvlieger van het festival. (WP & JAB)

15 november 2004

Long Life

~

Je wordt naar je stoel geleid via een halfduister gangetje. Je bukt voor de was, er staat een oude fiets en het ruikt er naar kliekjes en te lang bewaarde vochtige dingen. Zo begint Long Life, een voorstelling waarin het Riga Theatre het dagelijkse leven schetst van de oudste generatie in Letland. Deze mensen zullen de vruchten van de vooruitgang niet meer plukken en moeten nog vaak leven in kommuna’s: kleine ruimtes met weinig privacy. Je ziet de oudjes ieder op hun eigen wijze de dag door redderen in hun piepkleine kamertjes. Omringd door hun dierbare spullen uit een gekoesterd verleden, die in onze ogen hun glans al lang hebben verloren. De vijf jonge acteurs, zorgvuldig geregisseerd door Alvis Hermanis, zetten de ontroerende portretten heel fijntjes neer. Enkel met lichaamstaal, want het stuk heeft geen gesproken tekst. Het geeft een aandoenlijk maar ook schrijnend beeld. Zo schrijnend, dat bij komische situaties mijn glimlach vaak niet komen kon. Het geheel had wellicht wat korter gemogen. Maar misschien, bedacht ik me heel comfortabel vanachter mijn glaasje na afloop, paste het wel precies bij deze integere voorstelling. Dat af en toe opkomende verlangen gedurende Long Life: een verlangen naar het einde. (EodW)

16 november 2004

Peasant Opera

Onder regie van de jonge Béla Pintér staat het Hongaarse Krétatör Theatre op het toneel met de voorstelling Peasant Opera: opera van de kleine boer. In de sombere, zielige armoede en met types als een sigaarrokende, verleidelijke schoonmoeder en een lallende stationschef, herkennen we de liederlijkheid van Hongarije. Een individu is in dit melodrama over een Hongaarse boerenfamilie nog niet veel waard. Maar de muziek, de satire en de retorica in de levens van deze personages is geweldig. De acteurs en het snaarorkestje spelen de sterren van de hemel en hun gevoel voor humor is schrijnend goed. Zelfs om Nederland wordt even zwartgallig gelachen, als de schoonvader beweert dat hij ooit, toen zijn vrouw zich met een cowboy verschanste, net een protestantse bijeenkomst in Nijkerk bijwoonde. Nijkerk, of all places. Welke folklore wordt hier eigenlijk bespot? Ondertussen dringt de prikkelende geur van de sigarenrook langzaam onze neusvleugels binnen. Met zelfkennis en absurde sensaties maakt deze soapopera eigentijdse, grootse Hongaarse cultuur. (SB)

19 november 2004

By Gorki

~

De Oost-Europeaanse theaterkunst werd hier al verschillende keren geroemd vanwege het sterke acteerwerk en de zorgvuldige regie. By Gorki door het Letse New Riga Theatre overtuigt met overdaad. In een glazen, conceptueel-hippe, ruimte op het podium zijn zestien (!) acteurs voortdurend bezig zichzelf af te leiden, zo lijkt het wel, met de wonderlijkste handelingen. Een bord spaghetti krijgt een clownsmond van ketchup, die vervolgens uitvoerig getongzoend wordt. Figuurtjes worden op lichaamsdelen van medespelers gestempeld. Als de kale lilliputter van ons wegloopt zien we het zwart kruisje midden op zijn achterhoofd. Fenomenaal. Ondertussen zoomt een camera op de situaties in. Je weet gewoon niet wat je ziet: al die mensen, al die rekwisieten! Het schouwspel lijkt enerzijds te tonen dat de mens, mits hij in vrijheid leeft, elke handeling naar believen kan vormgeven. Anderzijds: wat is het nut van die performances? Boven de ingang staat: “De mens – dat klinkt trots.” Hoe zit het met die trots door de jaren heen? Het bedrukte Letland blonk er niet in uit. Maar houdt de mens in Europa zich aan de oppervlakte? De voorstelling By Gorki spoort aan de veelzijdigheid van de huidige tijd een tíkje minder losbandig te leven. (SB)

22 november 2004

Fini

Vandaag wordt Paradise Regained? afgesloten met het liefdesdrama Romeo en Juliet door Oskaras Korsunovas Theatre uit Litouwen. Uiteraard zullen zij ook hun eigen draai aan dit verhaal geven. De voorgangers van dit Litouwse theatergezelschap hebben ons al overtuigd van hun kunnen tijdens dit festival dat bij ons er in de smaak is gevallen. De stukken hebben ons geraakt, zoals dat hoort bij theater. Soms met heel weinig middelen, puur theater, zonder poespas. Zo kan het dus ook, Nederlandse theatergezelschappen! Zelfs zonder woorden wisten ze bepaalde gebeurtenissen pijnlijk uit te beelden. Maar deze theatermakers zijn ook creatief: met hun bijzondere attributen weten ze de taalbarrière te verkleinen. En die taal is natuurlijk helemaal geen probleem. Dankzij de boventiteling bijvoorbeeld, maar nog meer dankzij het gepassioneerde toneelspel van deze heren en dames. Deze lui gaan er echt voor en nemen geen genoeg met een suffe regie. Zij willen zelf hun verhaal kwijt en al hun emoties tonen. De kracht van de Midden- en Oost-Europeanen zit hem voornamelijk in dat gevoel, de passie. Fascinerend hebben we zitten kijken, luisteren en lezen. Vol verwachting kijken we al uit naar de volgende serie Paradise. (NvE)

Boeken / Non-fictie

‘A minha unica patria é o Português’

recensie: Fernando Pessoa - Brieven 1905-1919

De Heineken Music Hall eind oktober 2004. De Braziliaanse wereldster Caetano Veloso treedt op voor een zaal van Nederlanders, Brazilianen en zo nog een handvol andere nationaliteiten. Vanaf het begin is het publiek verdeeld: expat Brazilianen die vooral verlangen naar Caetano’s oude hits nemen het op tegen de rest van de zaal, die zich eigenlijk alles dat de meester verzint laat welgevallen. En omdat de meester zoveel goeds verzint oogst het luidkeels geuite Braziliaanse protest vooral tegenprotest. Nirvana’s Come As You Are ruilt de rauwheid van de grunge in voor de zachte aanraking en de onmiskenbare pijn van de bossanova en brengt zelfs Brazilianen tot zwijgen.

~

Halverwege het concert, na zijn landgenoten te hebben terechtgewezen, richt Veloso zich tot het publiek als geheel en legt, in het Engels, uit dat hij alles kan en wil vertalen, op één strofe na: “A minha unica patria é o Português.” Het is een zin van Fernando Pessoa, die als schrijver en dichter maar ook en vooral als schizofreen, manisch-depressief en eeuwig twijfelend het dilemma van niet alleen Portugal, maar eveneens de Portugese taal verbeeldt. Portugal, ooit een wereldnatie voordat het, net als Nederland, ten onder ging aan het verschil tussen zijn beperkte eigen middelen en onverminderde ambitie. Brazilië, dat ondanks zijn omvang, cultuur een historie en dankzij het eigen onvermogen nog altijd tweede viool speelt ten opzichte van ogenschijnlijk veel nietiger naties.

Naast de zin die ik net noemde bleef me een opmerking bij van Veloso, namelijk dat Pessoa in het Portugees een vloeiendheid bezat die in een andere taal hoekig en geforceerd was. Het is de verdienste van vertaler August Willemsen dat veel van het werk van Pessoa dat in het Nederlands werd vertaald die natuurlijkheid wel lijkt te bezitten. Uiteraard kan ik geen vergelijking maken met het Portugees, een taal die van alle Romaanse talen wellicht nog het grootste mysterie voor me is, maar de werken die tot dusverre bij de Arbeiderspers verschenen waren een traktatie.

Zucht naar vernieuwing

Want Pessoa was geen alledaags auteur, zelfs als je aan zijn persoonlijkheid voorbijgaat. Het eerste dat opvalt is zijn onvermogen om een taak, eenmaal begonnen, te voltooien. Dat geldt voor bijna zijn gehele zijn oeuvre (met als enige uitzondering de bundel Mensagem), maar ook een groot deel van zijn persoonlijke geschiedenis toont die gretigheid om het onbekende op te pakken. Pessoa hield zich bezig met logica, metafysica en het schrijven van korte verhalen, maar hij is toch vooral bekend geworden als dichter. Die zucht naar vernieuwing uitte zich onder meer in zijn continue toevlucht tot alter ego’s om zich een nieuwe persoonlijkheid te verschaffen.

De periode in deze collectie brieven omvat het ontstaan van de belangrijkste drie van die heteroniemen, die allemaal hun eigen literaire persoonlijkheid kregen. Als Alváro de Campos schreef Pessoa in vrije vormen, als Alberto Caeiro (hoewel op een heel andere wijze) eveneens. De gedichten van Ricardo Reis gebruiken metrum maar geen rijm. Als zichzelf was Pessoa echter het minst vrij en schreef hij louter rijmende, metrische poëzie. Dat laatste is veelzeggend, evenals het feit dat hij niet tevreden was met het neerzetten van louter poëtische personae – ze werden voorzien van een hele – fictieve – sociale kring met vrienden, invloeden, maar eveneens politieke en religieuze standpunten. Het zou te ver gaan om te zeggen dat Pessoa’s alter ego’s complementair waren maar ze vullen elkaar in veel opzichten heel aardig aan. Later zou hij het aantal op vijfenzeventig brengen (zichzelf niet meegerekend).

Er is in de brieven veel moois te vinden, van zowel Pessoa als zijn heteroniemen. Mijn favoriete delen zijn eigenlijk die waarin Pessoa zijn literaire stellingname verdedigt, zoals in de brief aan William Bentley van december 1916. Op een grootse wijze kleinerend maakt Pessoa korte metten met een (Braziliaanse) criticus en gaat verder in een beschouwing die geduldig op de grens tussen arrogantie en bescheidenheid blijft balanceren.

Maar omdat dit deel brieven omvat van Pessoa’s vroegste jeugd tot zijn vroege volwassenheid is het totaalbeeld, bijna onvermijdelijkerwijs, wat onevenwichtig. Je kunt je zelfs afvragen in hoeverre het opnemen van brieven uit Pessoa’s tienerjaren niet meer toegeeft aan de behoefte om compleet te zijn dan aan een meer inhoudelijke wens.

Grote halen

~

Als (ex-)historicus moet ik me er over opwinden dat ik van de briefwisselingen alleen Pessoa’s kant mag lezen, met slechts minimale aanvulling. Hoe kan ik een brief als een literair medium zien als de verzamelaar van de brieven me niet toestaat om te lezen wat die brieven, en dus ook die literatuur, heeft geprovoceerd? Maar de allerbelangrijkste vraag is: is de literaire betekenis van louter de brieven genoeg om dat bezwaar op te lossen? Daar is geen eenvoudig antwoord op te geven. Wanneer Pessoa zich verliest in bespiegelingen is de aanwezigheid van de afwezige gesprekspartner bijna een hindernis – zoals je jezelf soms wilt uitzetten als je tegenover een vriend zit die een dierbare herinnering met je deelt. Op andere momenten snak je naar meer informatie. Voorbeelden zijn al die gevallen dat Pessoa praktische kwesties aansnijdt, zoals zijn beslommeringen rond het tijdschrift Orfeo 3 of onderhandelingen met uitgevers. Elders schroomt Willemsen zich er ook niet voor om met grote halen aan het werk te gaan: waarom worden we nu dan wel, zonder uitleg, geconfronteerd met naar het lijkt volslagen triviale mededelingen? ‘Naar het lijkt’, want zolang er geen inzicht bestaat in het antwoord of de oorzaak van die brieven blijft elke inschatting van de waarde ervan noodzakelijkerwijs speculatie.

Is het dan een bronnenuitgave? In enge zin natuurlijk wel, maar het biedt weinig van de voordelen die daarmee gepaard gaan. De veertig pagina’s die Willemsen aan begeleidend schrijven wijdt missen systeem, kader, gedachte. Soms zijn ze feitelijk, soms speculatief, soms associatief maar ze redden dit boek niet als een wetenschappelijke publicatie.

Ik ben er ook na een paar weken nadenken nog steeds niet uit waar deze collectie brieven van Fernando Pessoa me aan doet denken. Wat me meer dan wat ook is bijgebleven is dat ik, ondanks mijn liefde voor het werk van Pessoa, haar als een worsteling heb ervaren. Deels omdat veel van die liefde gebaseerd is op het mysterie dat hij nog steeds vormt en dat ik ergens niet graag ontrafeld zie, maar vooral omdat het gemis van zoveel informatie en referentiekader me ervan weerhoudt Pessoa’s brieven op hun literaire merites te waarderen – en het presenteren van brieven als literatuur is toch wat deze bundel ambieert.

Maar toch is dit een fantastisch boek. Nadenken en worstelen zijn tenslotte geen misdaden en het feit dat zijn brieven dat teweeg brengen is wellicht nog wel de beste reactie op een schrijver die hoopte een literaire intellectuele herstart teweeg te brengen.

Film / Films

Waardige documentatie van onverklaarbaar populaire serie

recensie: Seinfeld: Seizoen 1 en 2

.

~

Het belangrijkste karakter uit de serie is stand-up comedian Jerry Seinfeld die zichzelf speelt. Hij wordt terzijde gestaan door de mooie ex-vriendin Elaine Benes (Julia Louis-Dreyfus), een verstrooide Cosmo Kramer (Michael Richards) en de kale womanizer George Costanza (Jason Alexander). Alle vier de karakters zijn legendarisch en staan al jaren in mijn geheugen gegrift, waardoor het een feest van herkenning is als je een aflevering opzet. De serie is geschreven door Seinfeld samen met collega stand-upper Larry David. Deze tweede man werd groot als tekstschrijver bij Saturday Night Live en liet in 2000 nog even van zich horen met zijn nieuwe project Curb Your Enthusiasm. Interessant is dat de dvd van de eerste twee seizoenen begint met de voorloper van Seinfeld: The Seinfeld Chronicles uit 1989. Na deze eerste aflevering bleef het even stil voordat het eerste seizoen van maar liefst vijf afleveringen werd besteld door NBC. Met dit eerste seizoen breekt de serie echter definitief door en vanaf dat moment kijken miljoenen mensen wekelijks naar Seinfeld en zijn illustere vrienden.

That’s what men want to do

~

Het recept van een aflevering is eigenlijk telkens identiek. We zien Jerry op het podium staan als stand-upper in een nachtclub. Vervolgens gaan we terug naar het leven van alledag en krijgen twintig minuutjes sitcom te zien met een kleine climax aan het einde. Ik moet eerlijk bekennen dat Jerry mij zelden aan het lachen heeft weten te krijgen. Het was voor mij altijd een serie die op tv was op tijden dat er niets anders meer uitgezonden werd. Jerry’s grappen zijn mij gewoon te braaf. Bijvoorbeeld in Male unbonding: “So they run over to the guy. Now they don’t actually help the guy. No, they just want to hang around the area where work is being done. That’s what men want to do. We want to watch the guy, we want to talk to him, we want to ask him dumb questions.” Van dit soort grappen word ik dus niet echt warm of koud. Het is wel grappig om af en toe naar te kijken om te tijd te slijten, maar de serie kan mij zeker niet aan de buis gekluisterd houden.

Beter beeld

De beelden zijn technisch prima bijgewerkt waardoor de release op dvd ook echt een meerwaarde heeft boven de herhalingen op tv. Maar waar deze box vooral in uitblinkt zijn de waanzinnige hoeveelheid extra’s (12 uur, terwijl de serie zelf maar 7 uur duurt). Naast de degelijke commentaren, bloopers en making ofs staan bijvoorbeeld ook de optredens van Jerry Seinfeld en Michael Richards tijdens de Tonight Show in 1989 en 1990 op de schijf. Hierdoor krijg je een veel beter beeld van het andere werk van deze twee hoofdrolspelers. Je bent daardoor in staat om de toch unieke ontstaansgeschiedenis van de serie te begrijpen.

Waardige afsluiting

Ik heb me tijdens het kijken van de twee eerste seizoenen regelmatig zitten afvragen waarom de humor van deze serie me zo weinig doet. Seinfeld is de hele tijd eigenlijk wel grappig, maar niet zo indrukwekkend dat ik er van in de lach schiet. Er zijn schijnbaar miljoenen mensen die het niet met mij eens zijn, maar daar wordt het helaas niet grappiger door. Dit neemt niet weg dat de serie perfect gedocumenteerd wordt in deze box, doordat je veel interessante achtergrondinformatie over de serie en de spelers te zien krijgt. Het medium dvd wordt ten volle benut en de negen seizoenen Seinfeld worden op een waardige manier afgesloten.

Film / Films

Toekomstloze liefde

recensie: 5 x 2

Er zijn regisseurs waarvan je met redelijke precisie kunt inschatten wat voor toon hun nieuwste film zal hebben. François Ozon lijkt anders te werk te gaan. Na het lugubere sprookje Les amants criminels kwam hij met een gevoelig en psychologische vrouwportret in Sous le sable. Voor liefhebbers van deze film betekende zijn volgende project een flinke omschakeling. In zijn moordmysterie 8 femmes barstten de acht hoofdrolspeelsters namelijk om beurten in zingen uit. Na Swimming Pool, de broeiende film die daar weer op volgde, was het duidelijk: bij een nieuwe film van François Ozon kun je alles verwachten, behalve iets dat lijkt op zijn voorgaande werk.

~

Zou je vol overgave in een nieuwe liefdesaffaire stappen terwijl je weet dat deze gedoemd is te mislukken? Dat is het dilemma dat François Ozon de kijker voorlegt in zijn nieuwste film 5 x 2. In vijf ‘hoofdstukken’ neemt Ozon de kijker mee naar episodes uit het leven van een stel. Al vanaf de eerste minuut weet je dat de relatie gedoemd is te mislukken. De film begint namelijk met het einde van de relatie, om vervolgens langzaam terug te gaan in de tijd. In een vijfstappenplan maakt Ozon ons duidelijk waarom deze liefde het niet heeft gered.

Hoop

~

In het eerste deel zitten Marion en Gilles bij de notaris om hun scheidingspapieren te ondertekenen. Na het officiële gedeelte trekt het vers gescheiden koppel zich terug in een hotelkamer. Nog één keer zullen ze samen het bed delen. Heel even gloort er nog een sprankje hoop aan de horizon, maar het botte handelen van Gilles maakt zowel voor Marion en de kijker duidelijk dat een nieuw begin er voor hen niet inzit.

Ozon zit zijn acteurs letterlijk dicht op de huid. Het is vooral daarom dat deze eerste scène zo pijnlijk confronterend is. In de hotelkamer is op geen enkele manier sprake van enige romantiek. Het samenzijn is een puur zakelijke transactie. De kleren worden zwijgend uitgetrokken om vervolgens nog één keer seks te hebben. Alsof ze na het officiële gedeelte bij de notaris ook lichamelijk afscheid moeten nemen om voorgoed een punt achter de relatie te kunnen zetten.

Avances

In het vierde deel vormen Marion en Gilles het stralende middelpunt op hun trouwfeest. Na het feest trekt het stel zich terug in een hotelkamer. Gilles is zo dronken en uitgeput dat hij al in slaap valt voor Marion terugkomt uit de badkamer. Wanneer ze nog even besluit te genieten van de frisse buitenlucht komt ze een Amerikaanse jongeman tegen. Ze kan zijn avances niet weerstaan en beleeft zo haar eerste nacht als getrouwde vrouw niet met haar man, maar met een volslagen vreemde. Hoewel ze ’s morgens verliefder op Gilles dan ooit het bed weer instapt, lijkt de eerste stap naar het einde hiermee gezet.

Door de indeling in hoofdstukken uit het leven van Gilles en Marion is het moeilijk je te laten meevoeren door het verhaal. Vermoedelijk is dat precies de bedoeling van de regisseur. Door niet in het verhaal te kunnen wegduiken, ben je je steeds pijnlijk bewust van het naderende einde van de relatie. Zelfs wanneer de film eindigt als een suikerzoete kasteelroman met een shot waarin Gilles en Marion bij zonsondergang de zee inlopen, is een ongemakkelijk gevoel dan ook niet te onderdrukken.

Film / Films

Leeg verdriet en een whiskyglas

recensie: The Door In The Floor

Door de boeken van John Irving lopen meestal tientallen verhaallijnen. Voor de verfilming van Irvings novelle A Widow For One Year heeft de scriptschrijver vooral veel weg moeten laten. Wat overbleef is de film The Door In The Floor. Schrijven is schrappen, maar bij Irving betekent het keuzes maken, delen van het verhaal weglaten. Bij eerdere verfilmingen als The Hotel New Hampshire en The Cider House Rules lukte dat en scoorden de films prijzen. The Door In The Floor bevat minimaal twee Oscarwaardige speelprestaties. De verhaallijn is eenvoudig en daar hebben vooral Jeff Bridges en Kim Basinger van geprofiteerd. Ze spelen met zoveel overtuiging een echtpaar dat op weg is naar een scheiding, dat prijzen niet kunnen uitblijven.

~

Ted en Marion Cole (Bridges en Basinger) wonen op het platteland. Hij is een succesvol kinderboekenschrijver die al vele jaren geen nieuw boek heeft uitgebracht. Zijn enige inspiratiebron is zijn vierjarige dochter Ruth en hij noteert af en toe een zin uit haar mond. “Ik hoorde een geluid, dat probeert geen geluid te zijn,” is zo’n zin en die typt hij keer op keer. Verder houdt hij zich bezig met schilderen. Hij is rusteloos op zoek naar steeds nieuwe modellen, die hij niet alleen schildert maar ze ook hun schoonheid afneemt. Ted schildert keer op keer zijn eigen leven. Elk model begint op papier in de fase van adoratie en mag afscheid nemen in de fase schaamte. Zijn vrouw is sinds de dood van hun twee oudere zoons in een shock. Ze delen de zorg voor hun dochtertje maar leven verder langs elkaar heen.

Wip

~

Ted besluit een assistent te nemen en met de komst van Eddie (Jon Foster) veranderen de relaties binnen het gezin. Marion helpt Eddie zijn masturbatiefantasieën te verwezenlijken en Ted gebruikt de jongeman vooral als chauffeur naar een volgende wip. Eddie wordt die zomer een stuk wijzer, volwassener en verliest zijn onschuld. Hij mag profiteren, doet dit vooral in bed en moet aan het einde van de film – veel adviezen wijzer – zijn eigen vragen beantwoorden.

Plat

Het is in een notendop de uit de novelle gekozen verhaallijn. Plat, rechtlijnig en voor de acteurs en actrices alle ruimte om hun personages in te vullen. En dat lukt wonderwel in The Door In The Floor. Bridges is een intelligente schrijver die moeiteloos de taal van kinderen spreekt, maar bij volwassenen blokkeert. Basinger speelt prachtig het lege verdriet over het verlies van twee van haar kinderen, geeft invulling aan het gegeven dat haar leven als moeder is mislukt door zich bijna afzijdig te houden van de opvoeding van haar dochtertje. De duik in het verleden wordt vooral door Ruth gedaan. Vier jaar en ze kent alle verhalen, alle details op de tientallen foto’s van de zoons in het ouderlijk huis. In haar onwetendheid houdt ze het verdriet in stand. Eddie is een schrijver in opleiding. Hij redigeert Teds zinnen, maar al snel is duidelijk dat hij slechts herhalingen noteert. Dezelfde zinnen in een nauwelijks groeiend verhaal. “Ik hoorde een geluid…”

Vals

Natuurlijk heeft de film ook mindere punten. De seksuele relatie tussen moeder en assistent zindert niet van sensuele momenten, Eddie masturbeert bij het ondergoed van de gastvrouw. Hij doet dit op een manier die alleen maar kan leiden tot halve niet geslapen nachten. Marion gaat zo kuis uit de kleren, dat fantaseren bijna onmogelijk wordt. De personages die door Ted worden misbruikt in zijn trofeeënrace naar nieuwe modellen, zijn plat en karikaturaal. Deze minpunten doen de film geen geweld aan, maar zorgen af en toe zelfs voor een komisch moment. The Door In The Floor, de titel van het best verkochte kinderboek van de schrijver, is vooral een goed geacteerde film. Er is nergens vals sentiment. De toeschouwer kan vooral blij zijn dat er nergens tissues nodig zijn. Verdriet om verlies verdient de lege blik van Basinger en Bridges’ whiskyglas.

Muziek / Album

Rauw naast pop, opvulling naast hits

recensie: The Freestylers - Raw As F**k

Deze zomer kende zoals ieder jaar een aantal aanstekelijke dansplaten. Eén daarvan was Push Up, populair niet in de laatste plaats om zijn sexy en vrolijke videoclip. Het nummer klinkt als een mix van funk en tachtiger jaren electro en bezingt het spel der verleiding op de dansvloer. Veel mensen vinden de zang lijken op Prince en er waren zelfs geruchten dat het door Justin Timberlake gezongen zou zijn. De werkelijkheid is minder verbazend: het nummer wordt gezongen door ene Theo, die hiermee een hoogstaande bijdrage leverde aan het dansproject The Freestylers.

The Freestylers

~

De drijvende kracht achter The Freestylers zijn de Britten Aston Harvey en Matt Cantor. Hoewel The Freestylers door hun hit eigenlijk nu pas echt bekend worden, bestaan ze al jaren en zijn ze niet weg te denken uit de Britse dancescene. Hun debuut maakten ze met het album We Rock Hard in 1998. Met name de hits Ruffneck en Warning (beide in samenwerking met Navigator) zorgden voor volle dansvloeren. Hun tweede album Pressure Point (2001) flopte echter enorm, mede door slechte promotie en distributie. Het duo kreeg vervolgens problemen met hun toenmalige, ondertussen failliet verklaarde platenlabel Freskanova, die ondanks het faillissement het platencontract niet wilde beëindigen. Harvey en Cantor wilden echter niet stoppen met muziek maken en tekenden bij Against the Grain, onder de naam Raw as F**k. Inmiddels hebben ze hun juridische problemen weggewerkt en werken ze weer onder de naam The Freestylers. Dit resulteerde uiteindelijk in hun derde album, niet verbazend Raw as F**k genaamd.

Raw as F**k

De single Push Up is één van de dertien nummers op het album. De andere twaalf nummers op Raw as F**k lijken echter helemaal niet op de hit. Verrassend genoeg is de rest van de plaat overwegend donker, hard en onstuimig. Het overheersende geluid is drum ’n bass op de onuitlegbare manier waarop alleen Engelsen dat kunnen bedenken en produceren. De vocalen zijn in de meeste gevallen ingevuld door de relatief onbekende MC Million Dan, Julie Thompson en Onalee. Deze laatste neemt de zang op zich van de nieuwe single van The Freestylers, Get A Life. Dit nummer is niet zo aanstekelijk als Push Up, maar zeker radiovriendelijk en hitgevoelig.

Vullertjes naast meesterwerkjes

Helaas zijn niet alle nummers op Raw as F**k zo meesterlijk als de twee singles. Volgende singles zouden misschien Dogs and Sledges (een ruige, opgefokte, maar dansbare rap) en Losing You (een bijna gevoelige ballade op een springerige beat) kunnen zijn. Maar nummers als The Slammer, Boom Blast en Warrior Charge klinken veel minder fris en vernieuwend. Hoewel de waarheid waarschijnlijk anders is, klinken deze nummers amper beter dan het resultaat van een avond met een sampleprogramma prutsen. De aanwezigheid van een aantal zeer magere nummers tussen een even groot aantal briljante platen geeft een pijnlijk contrast. Raw as F**k heeft hierdoor niet de consistentie en eenheid die je van een goede dansplaat mag verwachten.

Film / Films

Psychedelische cowboyfilm

recensie: Blueberry

Blueberry is een niet geheel geslaagde, maar bijzonder vreemde cowboyfilm, die helaas de bioscopen in ons land niet haalde. Deze peperdure productie is een gedurfd en compromisloos, eigenzinnig werk, met zijn deels in een Indiaanse taal gesproken dialogen en een grote hoeveelheid zwaar psychedelische scènes.

De Nederlandse Fransman Jan Kounen kent de filmliefhebber van zijn waanzinnige korte films (vorig jaar op DVD verschenen) en de vaak hysterische geweldsfilm Dobermann (1997), ook al met Franse superster Vincent Cassel in de titelrol. Met Blueberry, de langverwachte verfilming van de gelijknamige Franse strip van Jean-Michel Charlier en Jean Giraud (Moebius), neemt Kounen wat gas terug, hoewel zijn tweede speelfilm ook niet gespeend is van uitzinnige scènes. Het vage verhaal, dat in één grote flashback uit de doeken wordt gedaan, draait om een sheriff (Cassel) die tussen indianen opgroeide en te maken krijgt met zijn oude vijand Blount (Michael Madsen), die een berg zoekt om zich meester te maken van de geheimzinnige krachten die daar zouden heersen.

Geestverruimend

Kounen wist er een imposant internationaal gezelschap voor te strikken, waaronder naast Cassel en Madsen zichzelf, Juliette Lewis, inspirator Giraud, Ernest Borgnine en Colm Meany. De western waarin ze spelen is grotendeels conventioneel, en de de natuuropnames (in Mexico) zijn met ruim zwevende camerabeelden onweerstaanbaar mooi. Maar waar Blueberry afwijkt, en waar Kounen ook bijna de controle op zijn film verliest, is het feit dat een zeer groot gedeelte van de speeltijd gewijd wordt aan de consumptie van geestverruimende middelen, wat met behulp van sjieke maar overdadige CGI-effecten uitgebeeld wordt.

Overweldigend

Wanneer de rivalen met behulp van mysterieuze drankjes de strijd met elkaar aangaan, waarschuwen de Indianen nog, “Blijf binnen je lichaam!”. De film verandert dan namelijk in één grote hallucinante trip, wat van Blueberry een gewaagd en overweldigend schouwspel maakt, maar ook een halfbakken western met te veel computerbeelden. Aan deze scènes lagen ongetwijfeld Kounens eigen geestverruimende ervaringen in Zuid-Amerika ten grondslag, waar hij trouwens de documentaire D’autres Mondes over maakte. Hoe dan ook, de film is dankzij de bizarre structuur en Cassels ontoegankelijke vertolking enerzijds een kille, afstandelijke cowboyfilm, en anderzijds door de ellenlange tripscènes een onderdompeling in waanzinnige beelden geworden. Een bijzondere maar niet geheel geslaagde combinatie, die wel een curieus en daarom voor de liefhebber interessant geheel vormt.

Muziek / Album

Oneerlijke concurrentie

recensie: A Perfect Circle - Emotive

Het sterrenensemble dat voormalig Tool-roadie Billy Howerdel rond zich heeft verzameld, neemt zo langzamerhand indrukwekkende vormen aan. Naast opper-Tool Maynard James Keenan en Vandals/Devo-drummer Josh Freese maken inmiddels ook voormalig Smashing Pumpkins-gitarist James Iha, Jeordie White (a.k.a. voormalig Marilyn Manson-bassist Twiggy Ramirez) en Paz Lenchantin (ex-Zwan) deel uit van de major leaque school of rock. Voor al diegenen die de complexe gekunstelde 7/8-ritmes van Tool te moeilijk vinden maar de onheilspellende sfeer niet willen missen, geldt A Perfect Circle als een uitstekend alternatief. Daarmee is direct gezegd dat Tool eigenlijk de enige band is die met A Perfect Circle kan wedijveren.

~

Na de release van debuutalbum Mer de Noms (2000) met daarop juweeltjes als Hollow, Magdalena, Judith en Libras verscheen in 2003 opvolger Thirteenth Step met wederom edelstenen in allerlei kleuren en vormen, zoals Weak and Powerless, Blue en vooral The Outsider.

Blijkbaar hebben de mannen op het moment eventjes genoeg van hun eigen materiaal, want hun nieuwste wapenfeit, Emotive, is een coveralbum met daarop slechts twee originele composities (Passive en Counting Bodies Like Sheep To The Rhytmn Of The War Drums). Nu weet ik het normaal gesproken niet zo goed met coveralbums (al is die laatste cd van Paul Weller natuurlijk best te versmaden); covers waarbij wordt geprobeerd het origineel zo dicht mogelijk te benaderen, kunnen me cru gezegd gestolen worden. Dan luister ik liever naar de originele uitvoering (voordeel van een coveralbum is wel dat je de originelen er nog eens bij pakt).

Toch vooral een rockband

Gelukkig is A Perfect Circle wijzer. Howerdel en consorten gebruiken de tekst als uitgangspunt en creëren daaromheen nieuwe arrangementen. Het resultaat is helaas wisselvallig. Zo is de cover van John Lennons Imagine fenomenaal, maar is People Are People van Depeche Mode in mijn ogen nog nooit zo verkracht (sommige nummers moet je je als gitaarband niet aan wagen!), al hebben we in de OOR kunnen lezen dat Martin Gore via via heeft laten weten dat hij de versie van APC te gek vindt. Annihilation is dankzij het orgeltje bijzonder creepy terwijl het van Joni Mitchell bekende Fiddle and the Drum schitterend is in zijn eenvoud. Helaas slaat de Marvin Gaye-cover What’s Goin’ On de plank dan weer faliekant mis (waar is de soul??), waardoor de conclusie uiteindelijk luidt dat A Perfect Circle toch vooral een rockband is, alle experimenten ten spijt.

De rechtoe-rechtaanrocker Passive doet me vooral uitzien naar het volgende studioalbum (al dreigt de metal wel steeds meer naar de achtergrond te raken). Voordat het zover is, verschijnt binnenkort eerst nog de remix-cd/live-dvd-set aMOTION. Genoeg lekkers om je zoet te houden. Tot het moment dat Tool wederom van zich laat horen is A Perfect Circle voor mij onbetwist rockband numero uno.

Kunst / Expo binnenland

Verschrompelde mensjes uit het veen

recensie: The Mysterious Bog People

Veenlijken hebben op kinderen ongeveer dezelfde aantrekkingskracht als dinosaurussen en haaien: ze zijn een beetje griezelig, maar tegelijkertijd ook heel mysterieus. Om een kader rond de veenlijken te scheppen, heeft het Drents Museum samen met drie buitenlandse musea een internationale tentoonstelling over offeren gemaakt.

Rode Frans

De veengebieden in Noordwest-Europa worden al sinds de 10de eeuw afgegraven voor de winning van turf. Sinds die tijd worden in het veen ook allerlei voorwerpen gevonden. Vanaf de opkomst van musea in de 19de eeuw worden deze voorwerpen actief verzameld en is een bijzonder historisch beeld ontstaan. Door de bijzondere omstandigheden in het veen – een combinatie van een gebrek aan zuurstof, zuur water en een stof die in het veenmos zit – blijven organische stoffen (zoals wol en leer, maar ook de lichamen van mensen) goed bewaard.

Offers

Tempel

Dat er veel lichamen en voorwerpen in het veen zijn gevonden is eigenlijk heel vreemd, omdat mensen altijd op de hogere, droge plekken woonden. Opmerkelijk aan de vondsten in het veen is dat het vaak bijzondere en nog bruikbare voorwerpen betreft, soms in grote hoeveelheden, zoals muntschatten en collecties van bronzen fibula’s (mantelspelden). De gevonden lijken zijn vrijwel zonder uitzondering van mensen die op gewelddadige wijze om het leven zijn gebracht. Dit heeft er, samen met de vondsten van doodlopende wegen en in Drenthe een soort houten tempelgebouwtje, toe geleid dat archeologen denken dat de voorwerpen en personen als offer in het veen zijn gegooid. De hele breedte van deze offerpraktijk, vanaf de rendierjagers tot aan de 17de eeuw, is het onderwerp van de tentoonstelling.

Toeters en pannen

Hoewel de tentoonstellingstitel anders doet vermoeden, zijn er niet alleen veenlijken te zien in het Drents Museum. Bijzonder zijn bijvoorbeeld twee bronzen luren (rond 800 voor Chr.). De luur is een blaasinstrument dat altijd in paren in de venen wordt gevonden, met name in Denemarken. Ook buitengewoon is een depot (groep) van bronzen hellebaarden (strijdbijlen) uit de late Bronstijd. De groepering van deze vondsten is een duidelijke aanwijzing dat de voorwerpen zijn geofferd. Opmerkelijk zijn daarnaast vooral de offers uit de late middeleeuwen. Hoewel in het venengebied al lange tijd sprake was van christelijk geloof, werd er kennelijk nog op heidense wijze geofferd (hoewel dat door de kerk was verboden).

Veenlijken

Luren

Het zwaartepunt van The Mysterious Bog People ligt op de veenlijken. Dankzij hun eerder genoemde aantrekkelijkheid zijn zij als aanknopingspunt gebruikt om in het eerste deel van de tentoonstelling het verhaal over offeren te vertellen. Het tweede deel van de tentoonstelling draait om het onderzoek rond de veenlijken. Hier worden diverse vragen beantwoord over deze veenmummies. Zo worden er gezichtsreconstructies getoond van het overbekende Meisje van Yde en het Duitse veenlijk Rode Frans. Op zich leuk, maar wat de wetenschappelijke bijdrage van het reconstrueren van de gezichten van deze mensen is, blijft wat onduidelijk. Het lijkt vooral een methode van de tentoonstellingmakers om de bezoeker bij de materie te betrekken. De keuze in veenlijken die worden getoond, is voor de bezoeker wellicht een tegenvaller. Van de zes getoonde veenlijken is alleen de eerder genoemde Rode Frans nog nooit in het Drents Museum te zien geweest. De andere lichamen zijn normaliter opgenomen in de vaste collectie.

Mist en turfjes

In de tentoonstelling zitten een aantal gaten. Zo mist een van de spectaculaire Deense zonnewagens, een grote bronzen kar met een met goud bekleed schild erop, getrokken door een bronzen paard. Van de bijzondere houten sculpturen van Wittemoor (Dld.), abstracte beelden die gevonden zijn naast een veenweg, zijn helaas alleen replica’s te zien. Het bijzondere van de tentoonstelling zit hem vooral in de vormgeving. De vitrines zijn zo gemaakt dat het lijkt alsof je op ongeveer anderhalve meter diepte door een veenafgraving loopt. Om de tentoonstelling een mysterieus tintje te geven, zijn witte doeken opgehangen die mist moeten voorstellen. Voor iemand die nog nooit een veenlijk heeft gezien, is de tentoonstelling een redelijk interessante introductie, maar de kenner heeft er niet zoveel aan. Die kan beter twee uur doorrijden in oostelijke richting naar Oldenburg (Dld.), waar in het Museum für Mensch und Natur in een vergelijkbare presentatie nog drie andere veenlijken zijn te zien.

De verduidelijkende expositiecatalogus Schatten uit het veen is in het museum verkrijgbaar voor € 17,50.

Boeken / Fictie

Veredeld deel uit de Bouquetreeks?

recensie: Jessica Durlacher - Emoticon

“Ze had moeite om zich goed te houden en hem niet te verslinden, als een vers geurend brood, wanneer ze naar de zachte gladde huid van zijn borst keek en naar de spanning in de spieren van zijn armen – met in al zijn bewegingen die onweerstaanbare elastische traagheid.” Nee, dit is geen zin uit een deeltje van de Bouquetreeks, dit citaat kun je vinden in Emoticon, de nieuwe roman van Jessica Durlacher. Een boek dat je als onwetende koper denkt te plaatsen tussen de andere literatuur maar dat meer thuishoort bij romans zonder enige pretentie.

Als je dit boek openslaat zie je drie pagina’s met emoticons en hun betekenis. “Emoticons (emotional icons) worden gebruikt om uitdrukking te geven aan stembuigingen, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal in geschreven teksten door middel van leestekens op hun kant.” Een voorbeeld is (( )):**, wat lots of hugging and kisses betekent. Twee van de hoofdpersonen, die via internet corresponderen, gebruiken er af en toe eentje. Maar verder in het verhaal zelf kom je er niet veel tegen.

Boeiend verhaal

Na 18 jaar is Ester voor het eerst weer in Israël, waar ze binnen enkele uren na aankomst ternauwernood ontkomt aan een terreuraanslag. Om de schok te boven te komen logeert ze in Nederland bij haar oudste vriendin, Lola. Wanneer Ester hoort dat Lola’s zoon Daniel na zijn eindexamen als vrijwilliger naar Israël gaat, besluit ze terug te gaan om een oogje te houden op Daniel, van wie ze houdt alsof hij haar eigen zoon is.
Parallel hieraan loopt het verhaal van Aisja, een jonge Palestijnse vrouw, die zich boos maakt over de Israëlische bezetting en lijdt onder de mishandelingen van haar broer. Als ze voor een Palestijnse krant gaat schrijven over de drama’s in haar omgeving, moet ze zich zien te handhaven onder een strenge hoofdredacteur. De enige echte vrijheid die ze kent, vindt ze op het internet, waarop ze uren kan surfen.
Terwijl Ester in Israël probeert aan het werk te komen slaagt Daniel erin oog in oog met zijn vader te komen. Dan ontdekt Ester wie Daniels vader is en volgt een fatale keten van gebeurtenissen.

Het boek vertelt afwisselend vanuit de positie van Ester, Aisja en Daniel. Er wordt wat heen en weer gesprongen tussen verschillende periodes in tijd, maar dit is noodzakelijk om het verhaal te kunnen volgen. Wanneer de drie verhaallijnen uiteindelijk samenkomen, raakt het verhaal in een stroomversnelling.

Onduidelijk thema

Het hoofdthema in het boek is de vriendschap tussen Lola en Ester. Deze vriendschap wordt alleen niet voldoende uitgewerkt omdat andere thema’s strijden om evenveel aandacht. De zoektocht van Daniel naar zijn vader en Aisja’s strijd zijn voorbeelden van andere belangrijke thema’s. Misschien wilde de auteur de verschillende verhaallijnen evenveel aandacht geven, maar hierdoor mist het boek diepgang.
Vanaf de eerste pagina van het boek wisselt Durlacher tussen de hoofdpersonen. Daardoor duurt het lang voordat je elke verhaallijn op waarde kan schatten.
Geen van de hoofdpersonen wordt zo zorgvuldig uitgewerkt dat je er echt een karakter inziet.

Niet overtuigend

Dit is de derde roman van Jessica Durlacher en de kwaliteit gaat er niet echt op vooruit. Emoticon is misschien wel het meest ambitieuze boek maar voor mij blijft haar eerste boek, Het Geweten, favoriet. Edna, de hoofdpersoon in Het Geweten, is een sterk karakter waar je om kan lachen en ze is een persoon die gevoelens oproept. De hoofdpersonen in Emoticon komen echter niet tot leven en dit komt misschien door haar woordgebruik. Door de hoeveelheid bijvoeglijke naamwoorden laat ze te weinig aan je fantasie over.
Literatuur herken je aan een goed verhaal, een bijzondere stijl of een goede woordkeus. In dit geval sluiten het taalgebruik en de stijl niet aan op de inhoud van het verhaal. Het verhaal heeft een aantal lagen maar het taalgebruik kent maar één laag: die van teveel bijvoeglijke naamwoorden en te weinig variatie in woorden.

“Er klikten sloten open. De hemel werd azuurblauw, wind ging liggen, violen zetten aan.”

Dergelijke bouquetreekszinnen passen niet bij het toch wel complexe verhaal.

Het boek begint bij Aisja in Jeruzalem. Zo lijkt het de geschiedenis van Aisja te worden maar al snel neemt het boek een andere wending. Pas rond pagina 300 begint het boek te boeien en komt er vaart in. De vriendschap tussen twee vrouwen met een gezamenlijk verleden, de zoektocht van een zoon naar zijn vader, de strijd van Aisja, het zijn boeiende verhalen. Maar wat wil Durlacher nu precies vertellen? Wat is de boodschap van het verhaal? Emoticon is een ambitieus boek dat een rommelige indruk achterlaat.