Film / Films
recensie: Valse wals

Ria Marks en Titus Tiel Groenestege hebben bij het muziektheatergezelschap Orkater het drieluik Valse wals (1998), Bankstel (2000) en Zucht (2002) gemaakt. Drie korte voorstellingen, die zij op theaterfestivals als de Parade speelden. De voorstellingen werden unaniem bejubeld. Toen het derde stuk af was, werden de drie producties samengevoegd tot een avondvullend theaterprogramma. Geïnspireerd op dit drieluik maakten Marks en Groenestege samen met regisseur en scenarioschrijver Mark de Cloe de filmproductie Valse wals.

Als op een schip deint de camera de titels in beeld. We zien een serveerster de kroeg schoonmaken. Het is een kroeg ergens bij een haven. Een klant komt binnen, broeierig cirkelen zij om elkaar heen. Man en vrouw in een paringsdans, vol hartstocht, sterke drank, passie en onverwachte klappen. De volgende ochtend, wanneer zij het ontbijt op tafel zet, gaat hij van wal en op zijn schip. Jaren later, hetzelfde paar. Zappend zitten zij op de bank. Met de televisie als middelpunt van hun universum, leven zij meer naast dan met elkaar. Zij probeerde nog wel een andere man, maar hij zat aan de verkeerde kant van de bank. Of erger, hij bleef niet zitten op die bank. Dus bleef ze maar bij hem. Samen op de bank glijdt het leven voorbij.

Stilte

~

Met uitzondering van de, meestal Amerikaanse, stemmen die er uit de televisie komen wordt er in Valse wals nagenoeg niet gesproken. Ze spreken met mimiek en dans, de universele lichaamstaal. Dat boeit. Juist zonder woorden zeggen zij het meest tegen elkaar. Blikken zeggen alles en de lichamen van Tiel Groenestege en Marks blijken meer dan flexibel. Hun personages zijn dat minder. Hoe langer het leven aan hun voorbij gaat, hoe langzamer zij dit kunnen bevatten. Als slakken dolen de twee bejaarden door een steeds sneller bewegende stad.

Dansen aan Zee

De film begint en eindigt aan zee. Van de ontmoeting in het havencafé, gaan we via een tussenstop op de bank voor de tv, naar een stad aan zee. Een stad die te snel lijkt voor het ouder wordende stel. Op een bed op wieltjes rijden zij de zee in. Terug naar waar de liefde en de passie ooit begon. De havenstad waar zij elkaar vonden, verloren en weer terugvonden.

~

Valse wals is een film waarin prachtig gedanst wordt, maar het is geen dansfilm. De acteurs blinken uit in slapstick en de film zit boordevol met humor, maar het is geen komedie. Het is een liefdesverhaal, maar geen romantische film, en ondanks de schrijnende situaties is het zeker geen drama. Theater- en dansliefhebbers die Valse wals in het theater gemist hebben, moeten zeker hun kans grijpen om dit nog op film te kunnen zien, maar Valse wals is meer dan een theaterregistratie. Bovenal is het een film waarin twee acteurs schitteren in hun spel en dans. Valse wals vertelt het universele verhaal over de liefde, de verveling en samenblijven ondanks alles. Of juist dankzij alles.

Muziek / DVD

Koude Oorlog

recensie: Cradle of Filth - Peace Through Superior Firepower

Natuurlijk zijn er nog steeds mensen die Cradle of Filth niet true meer vinden sinds de Britten een korte flirt hadden met platengigant Sony. De heren zijn met hun duistere ideeën alweer een tijdje neergestreken op het metalen nest dat Roadrunner heet. Zo’n zogenaamd commerciële stap wordt niet altijd gewaardeerd. Wie echter luistert naar de muziek van Cradle kan niet ontkennen dat het grotere budget alleen maar heeft bijgedragen aan een nog bombastischer geluid en zo zou het toch elke band gegund moeten worden zich steeds meer te verfijnen? Peace Through Superior Firepower is ook niet minder dan een klein kunstwerkje dat de fans weer een aantal leuke blikken achter de schermen biedt naast het aanwezige muzikale arsenaal.

~

En ik bedoel letterlijk arsenaal, met een dergelijke titel voor de dvd en hoofdstukken als: Target…Paris, Reinforcements en Extra Rounds vraag je je af of het hier inderdaad om een koude oorlog gaat of dat de Britten meer van plan zijn. Maar één ding staat vast, Parijs wordt platgespeeld.

Ready… Aim…

De locatie van het slagveld is de Elysée Montmartre, alwaar de band een fantastische show weggeeft met een gevarieerde selectie nummers. Van klassiekers als The Black Goddess Rises en The Forest Whispers my Name tot bijvoorbeeld het van het laatste album afkomstige Nymphetamine. Een show met een verscheidenheid aan salvo’s, elk van zwaar kaliber. Ook in de korte pauze(s) die de band zichzelf gunt houdt ze het publiek onder vuur door middel van een duistere gestalte die het podium betreedt. Later wordt er door hetzelfde figuur nog een leuk potje mee gebanged op de muziek. Al met al een mooi beeld van de show waarin de band hun muziek overtuigend ten gehore brengt.

Fire!!!

In de vorm van twee documentaires wordt er ook een beeld gegund in het dagelijks leven van dit Britse slagschip wanneer zij op tour zijn, met opnames bezig zijn of anderszins hun muziek promoten. Postcards from Vulgaria is de een uur durende documentaire waarin voornamelijk een hoop pranks voorbij komen die de bandleden elkaar flikken, gecombineerd met de enkele studiobeelden. Virgin on the stupid geeft de beelden van een signeersessie. Niet de meest interessante beelden om eerlijk te zijn, maar wel een getuigenis van de commotie die de band teweegbrengt en zeker een mooi contrast met de voorgaande shockumentary waarbij we de gehele band zonder make-up rond zien wandelen. Tijdens de signeersessie is echter de hele boel weer in de strakke pakken gehesen om het evil imago te laten zien. Het derde hoofdstuk van de dvd, Extra Rounds, biedt ons een veel interessanter iets; zes videoclips die zoals we gewend zijn weer uitblinken in artistieke verantwoordheid. Nu ben ikzelf nooit echt een voorstander van een slideshow op dvd, maar Cradle weet hier in ieder geval een aantal lekker onsmakelijke kiekjes te laten zien waarmee de dvd gecompleteerd wordt. Zeker de moeite waard dus, dit schijfje. Zowel voor de diehard fan als voor de nieuwbakken aanbidder.

Boeken / Strip

Strips uit ‘De Zwarte Loge’

recensie: De Passanten van het Maanlicht // De Dromenjagers

De Passanten van het Maanlicht en De Dromenjagers van uitgeverij Glénat maken beide deel uit van ‘De Zwarte Loge’, een collectie albums die allemaal iets met het bovennatuurlijke te maken lijken te hebben. Kenmerkend voor deze collectie zijn de korte reeksen waarbij een aantal onafhankelijke albums één verhaal vormt; de series zelf hebben onderling niets met elkaar te maken. Grote vraag is natuurlijk of deze series ook wat te bieden hebben, of dat ze slechts deel uitmaken van een grote marketingtruc.

Thomas Mosdi en Laurent Paturaud – De Passanten van het Maanlicht

Angelo wordt vergiftigd en sterft; zijn vriendin treurt en zijn omgeving blijft in het ongewisse over het hoe en waarom van de moord. Een mysterieus genootschap vraagt zich echter wat anders af: wilde Angelo deel gaan uitmaken van hun groep, de Fraternal Compagnia, of niet? Ze nemen de gok en laten hem weer tot leven wekken door Dionysos, de god uit de Griekse oudheid. De herrezen Angelo blijkt helemaal niet zo enthousiast, maar laat zich toch introduceren in de geheimen van de sekte. Kort samengevat houden die geheimen in dat hij niet alleen een dubbelganger, maar ook het eeuwige leven heeft gekregen, maar als hij dat eeuwige leven wil behouden moet hij een aantal vervelende dingen doen…

Klassieke oudheid

~

Thomas Mosdi’s verhaal is lekker mysterieus en doorvlochten met allerlei verwijzingen naar Satan en de klassieke oudheid, maar al met al weet het niet te overtuigen. Mosdi maakt gebruik van een aantal elementen die helaas niet helemaal op elkaar aansluiten, en daardoor ontstaan er enkele zwakke plekken in het scenario. Met een beetje meer moeite was het allemaal net wat overtuigender geweest. Toch doet dat het album niet helemaal de das om; het verhaal is prima te volgen, al is het te hopen dat een aantal (nu nog onrealistisch ogende) aspecten verklaard worden in een volgend deel.

Sterke scènes

Laurent Paturaud heeft mooi werk afgeleverd met zijn tekeningen, de sfeer ervan sluit perfect aan op het verhaal. Ook de personages komen dankzij zijn tekenwerk overtuigend over, vooral de vrouwelijke personages weet hij prachtig in beeld te brengen. Iets minder sterk zijn zijn landschappen en bij vlagen het perspectief van mensen. Dat wordt echter ruimschoots gecompenseerd door sterke scènes met demonische wezens, die overtuigend dreigend in beeld zijn gebracht.

De Passanten van het Maanlicht is een prima serie – tot nu toe welteverstaan. Het is immers nog maar afwachten hoe Mosdi en Paturaud het verhaal tot een einde brengen. Een klein nadeel is de vormgeving van de albums van Glénat: de kaft heeft een speciale glanslaag waar snel storende krasjes op komen, en dat is jammer aangezien je wel de prijs voor een kwaliteitsalbum betaalt.

Arnaud en Ferry – De Dromenjagers

In De Dromenjagers volgen we Liam en Emilie, twee kinderen die over telekinetische gaven blijken te beschikken. Een enorme cliché-slechterik, Forcass, wil de gaven gebruiken om zijn eigen krachten uit te breiden, en weet allebei de kinderen gevangen te nemen. Zijn ‘plan’ blijkt te werken: via zekere droommachines krijgt hij meer kracht, die hij aanwendt voor diverse duistere doeleinden. Ondertussen maakt Sigmund Freud zich zorgen over de dromen van allerlei jonge patiënten (ze dromen allemaal hetzelfde) en probeert een sekte Forcass met zijn rare plannen tegen te houden.

Slecht scenario

~

Het scenario van Ferry komt over alsof hij niets mysterieus wist te verzinnen en toen maar het meest absurde dat in hem opkwam heeft uitgewerkt. Alles wat niet normaal is, maar wat je toch voor waar zou kunnen aannemen in een stripverhaal komt geforceerd over, eigenlijk is het allemaal net iets té. De combinatie van een serieus verhaal met surrealistische elementen is faliekant mislukt en er zit totaal geen spanning in het verhaal. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar die spanning is nou juist waar dit verhaal op mikt. Ook een expliciete seksscène in het tweede deel komt geforceerd over, het lijkt alsof die er in is geplakt om het commercieel wat interessanter te maken en heeft absoluut geen toegevoegde waarde.

Uitblijvende redding

Dat slechte scenario had gecompenseerd kunnen worden door goede tekeningen, maar helaas: ook die stellen behoorlijk teleur. Arnaud tekent met behoorlijk dikke lijnen en gecombineerd met een matige inkleuring zorgt dat voor een zeer slecht resultaat. Alleen de droomscènes zien er nog wel redelijk uit: dat zijn potloodschetsen die laten zien wat Arnaud in de rest van het album aan capaciteiten verborgen houdt. Het lijkt erop dat Arnaud eigenlijk best goed kan tekenen, maar op de een of andere manier is dat bij De Dromenjagers totaal mislukt. Een gemiste kans, want goed tekenwerk had dit album kunnen redden.

De Passanten van het Maanlicht: De fraternal compagnia • Scenario: Thomas Mosdi • Tekeningen: Laurent Paturaud • Uitgever: Glénat • Prijs: € 12.95 (hardcover) • 44 bladzijden • ISBN: 90 6969 351 8

De Passanten van het Maanlicht: • Bokkenzang • Scenario: Thomas Mosdi • Tekeningen: Laurent Paturaud • Uitgever: Glénat • Prijs: € 12.95 (hardcover) • 44 bladzijden • ISBN: 90 6969 383 6

De Passanten van het Maanlicht: Sabazius • Scenario: Thomas Mosdi • Tekeningen: Laurent Paturaud • Uitgever: Glénat • Prijs: € 12.95 (hardcover) • 44 bladzijden • ISBN: 90 6969 426 3

De Dromenjagers: Emilie en Liam • Scenario: Ferry • Tekeningen: Arnaud • Uitgever: Glénat • Prijs: € 12.95 (hardcover) • 44 bladzijden • ISBN: 90 6969 370 4

De Dromenjagers: De Katten • Scenario: Ferry • Tekeningen: Arnaud • Uitgever: Glénat • Prijs: € 12.95 (hardcover) • 44 bladzijden • ISBN: 90 6969 423 9

Boeken / Fictie

De column is leuker dan het leven

recensie: Youp van 't Hek - Het leven is wél leuk

Wat kan er nog gezegd worden over Youp van ’t Hek en zijn verzamelboekjes met NRC-columns? Het recept is bekend: je neemt een seizoen columns, bundelt ze en geeft ze vervolgens in boekvorm uit. De enige Grote Vraag is welke kleur de omslag van het boekje deze keer zal hebben.

Toch even een kort overzicht voor de nieuwkomers. Elke zaterdag schrijft Youp van ’t Hek een column in het NRC Handelsblad. Hierin behandelt hij de actualiteiten van de afgelopen week, en dat uiteraard op de karakteristieke Van ’t Hek-manier. Elke bekende of minder bekende Nederlander die zijn kop die week boven het maaiveld heeft uitgestoken, wordt aangepakt. Woorden als grachtengordel, jeuk, nicht en teef passeren regelmatig de revue. Het leven is wél leuk is de meest recente bundeling van deze columns.

Routine

~

Van ’t Hek zit al meer dan dertig jaar in het vak, en dat merk je. Zijn stukjes getuigen stuk voor stuk van een grote mate van routine. Regelmatig verdenk je hem ervan op de automatische piloot te werken; de grappen zijn vaak zo herkenbaar als een typische Youp-grap dat je wel eens denkt dat je het allemaal al eens eerder hebt gehoord. En dat is misschien ook zo, maar Van ’t Hek doet het allemaal zo professioneel dat het toch elke keer weer leuk is. Niet voor niets blijven de mensen naar zijn voorstellingen stromen. Datgene wat hij zegt raakt blijkbaar nog steeds de juiste snaar.

Tragikomisch

De wijze waarop hij zijn punt maakt mag dan ondertussen bekend zijn, het maakt dat wat hij zegt niet minder waar. Zo is daar de verbazing over de in de computer van Tonino aangetroffen kinderporno: op de Youp-manier verwoordt hij precies wat de gemiddelde Nederlander van deze affaire denkt. En daarmee legt hij op een komische wijze de tragiek van een onmachtige rechtsstaat bloot, een staat waarin iedereen gelijkwaardig zou moeten zijn, maar waarin sommigen toch net wat gelijkwaardiger zijn dan anderen.

Zelfs het feit dat hij ondertussen zelf onderdeel is geworden van de door hem zo bespotte grachtengordelkliek maakt hem niet minder geloofwaardig. Hij deinst er namelijk niet voor terug ook zichzelf onderwerp te maken van die spot, en daarmee blijft hij toch een beetje de rebel van de golfclub, de zwerver onder de grachtenpandbezitters. En stiekem ook een beetje één van de jongens.

Vijftig

Na al die jaren theater, liedjes en columns kunnen we eigenlijk maar één ding concluderen: Youp kan ook op de automatische piloot mensen vermaken. Hoewel sommigen hem hierom zullen verafschuwen (succes maakt niet altijd geliefd), is respect wel op zijn plaats. Met die succesvolle dertig jaar achter zich zal Van ’t Hek zijn vijftigjarig jubileum ook wel halen.

De bundel Het leven is wél leuk is wederom ideaal voor op het nachtkastje; voor het slapen even nog wat columns doorlezen en dan lekker slapen. Want wat is er mooier dan de dag afsluiten met de gedachte: het leven is wél leuk?

Boeken / Kunstboek

Een opeenvolging van open deuren

recensie: Patrick Süskind - Over liefde en dood

“Als ik 45 of 50 jaar ben, ben ik misschien veel wijzer”, zei Patrick Süskind bij de publicatie van zijn latere bestseller Das Parfum in 1985. “Dan pas kan ik interviews geven met mijn mening over bepaalde onderwerpen. Ik wil zeker niet over mijn privéleven praten en ik kan geen geleerde opinies geven over andere dingen.” Inmiddels is Süskind 56 jaar en acht hij zichzelf rijp genoeg voor een essay over de liefde en de dood.

Een veelschrijver is Süskind niet. Sinds medio jaren tachtig publiceerde hij niet meer dan een handvol werken, waaronder de novelle Die Taube, de verhalenbundel Drie Geschichten und eine Betrachtung en het filmscenario Rossin. Internationaal gezien teert hij nog altijd op het decennia oude succes van Das Parfum. Volgend jaar komt de verfilming Perfume: the story of a murder uit, geregisseerd door Ridley Scott en met Dustin Hoffman als een van de acteurs.

Reukpsychopaat

~

De rechten van deze fantastische thriller over de in 1738 geboren reukpsychopaat Jean-Baptiste Grenouille kostten zo’n tien miljoen euro. Financieel heeft Süskind dan ook niks te klagen. Maar hoe staat het met zijn schrijverschap? In 2004 ging de film Vom Sachen und Finden der Liebe in première. Süskind schreef mee aan het scenario en verzorgde in een speciale uitgave een nawoord onder de titel Über Liebe und Tod. Dit nawoord is in Nederland uitgegeven als een zelfstandig essay. Een jammerlijke beslissing: Süskinds beschouwing is een opeenvolging van open deuren.

Aan de basis van diens verkenning ligt zijn verbazing over de enorme kracht van de liefde. Een voorbeeld hiervan is de casus Thomas Mann. Het is 1950: de 75e verjaardag van de befaamde Duitse schrijver wordt groots gevierd. Hij heeft het druk met het schrijven van toespraken, essays en brieven. Tegelijk maakt hij zich zowel druk over de oorlog in Korea, de problemen in de Verenigde Staten – zijn huidige thuisland – als over de slechte gezondheid van zijn vrouw, zijn dochter en hemzelf. En toch, met dat alles aan zijn hoofd, laat hij zich bedwelmen door de fysieke pracht van een 19-jarige hulpkelner die hem en passant bedient. De verliefdheid verdrijft alle aandachtvragende zaken.

Verbazing

Elke regel die Süskind noteert, overstijgt dat niveau van verbazing niet. Opmerkelijker is het slot van zijn essay. Hij haalt Orpheus aan die met zijn prachtige lierspel de god Hades wist te vermurwen om zijn echtgenote Euridyce uit het dodenrijk los te laten. Naast deze mythe plaatst Süskind de overwinning van de dood door Jezus. Die laatste deed alles met veel aplomb, stelt hij, en was bovendien slechts uit op macht. Orpheus daarentegen was een mens die in zijn hartstochtelijke verlangen alles deed om zijn grote liefde terug te halen. Süskind verwijt Jezus een afstandelijke berekendheid. Het is ongeveer hetzelfde als wat Nietzsche de slavenmoraal van de joden noemde: de hatelijke sluwheid die onderdoet voor de veel mooiere kracht van ‘het blonde beest’. Het is een vreemd en flauw einde van een verwaarloosbaar boekje: ook op zijn 56e moet Süskind zich nog van geleerde opinies onthouden.

Film / Films

Documentaires op dvd

recensie: Echoes of War // Memoria del Saqueo // My Architect // Mur

Distributeur Total Film bracht de afgelopen maand een aantal interessante documentaires op de markt, over oorlogskinderen, de Argentijnse mafia, een Estische architect en de muur tussen Israël en Palestina.

Echoes of War

(Joop van Wijk • 2004)

Beelden van oorlogskinderen die je aanstaren met dikke tranen in de ogen doen je misschien niet altijd wat. Maar van Echoes of War, een documentaire waarin kinderen die de oorlogssituaties hebben overleefd hun herinneringen, nachtmerries en dromen met de kijker delen, krijg je absoluut kippenvel. De kracht van deze documentaire

~

zit in de opbouw en in het camerawerk. Door veel met close-ups te werken worden de verhalen ineens veel persoonlijker dan je wilt. Niet alleen de kinderen zijn mooi in beeld gebracht, ook de omgeving waarin ze wonen. Het is terecht dat Melle van Essen hier een Gouden Kalf voor kreeg. De levensverhalen van de oorlogskinderen (die niet alleen uit voor de hand liggende ontwikkelingslanden komen, maar ook uit Amerika waar ze 9/11 van dichtbij hebben meegemaakt) worden afgewisseld met een geanimeerd verhaal over een olifant. Daar moet je eerst doorheen prikken, omdat het even neigt naar een Disney-achtig moraalverhaal. Maar de animatie wordt steeds kort gesneden met de reacties van de kinderen die ook naar het verhaal luisteren, en zich identificeren met het olifantje dat z’n vader kwijt is. Pijnlijk worden de gevolgen van de oorlogen in de wereld duidelijk. Heel slim gedaan van regisseur Joop van Wijk. Zeventig minuten lang kijk je geïntrigeerd naar de kinderen, die heel open praten over hun angsten en verleden, en wens je met hen maar één ding: vrede. (Nathalie van Eck)

Memoria del Saqueo

(Fernando E. Solanas • 2004)

Verraden door de democratie. Dat waren de Argentijnen toen ze, slaand op potten en pannen, in 2001 de straat opgingen. In slechts vijfentwintig jaar tijd hadden corrupte politici hun florerende economie volledig met de grond gelijk gemaakt. Anno 2005 leeft nog steeds negentig procent van de bevolking onder de armoedegrens,

~

terwijl de overige tien procent zich baadt in luxe en weelde. In zijn documentaire Memoria del Saqueo legt Fernando Solanas uit hoe mafiocratie het land en zijn inwoners op sterven na dood maakte. Hoewel Solanas met de Argentijnse malaise een zeer interessant onderwerp aansnijdt, is de film zelf van een mindere orde. Talloze feiten, namen en jaartallen maken het geheel tot zeer droge kost. Tijdens het interview met Solanas – dat als extra op de dvd staat, maar tien keer boeiender is dan de hele film – wordt duidelijk dat Memoria del Saqueo het eerste deel van een vierluik is en dat deze film voornamelijk dient als informatiebron. Het volgende deel, waarin de Argentijnen zelf aan het woord komen, is hoogst waarschijnlijk een stuk minder slaapverwekkend. (Sasja de Vos)

My Architect

(Nathaniel Kahn • 2003)

De uit Estland afkomstige Amerikaan Louis Kahn (1901–1974) geldt als een van de meest invloedrijke architecten uit de vorige eeuw. Na zijn dood liet hij niet alleen imposante gebouwen na in verschillende landen, maar ook meerdere kinderen bij verschillende vrouwen. Eén ervan is zoon Nathaniel. Doordat hij pas elf was toen Kahn stierf,

~

heeft hij zijn vader nooit goed leren kennen. Bijna dertig jaar later besloot hij naar zijn vader op zoek te gaan door middel van zijn gebouwen. In My Architect reist Nathaniel Kahn van Philadelphia tot aan Bangladesh om zijn vaders bouwwerken nader te bestuderen c.q. interpreteren en te praten met mensen die hem gekend hebben. Ondertussen zien we knap gemonteerde archiefbeelden waarop de oude Warhol-lookalike Kahn aan het werk is of enigszins verward over straat trippelt. Aangezien Kahn junior in vijf jaar tijd meer dan tweehonderd uur aan film vergaard heeft, moet het een opgave geweest zijn het geheel terug te brengen tot vijf kwartier. Indien hij de kijker echt had willen plezieren had hij er nog eens vijftien minuten tussenuit moeten knippen, want ook al is de film interessant, op een gegeven moment gaat ‘Lou’ je een beetje de keel uithangen. Aan de andere kant: zijn andermans familiefilmpjes niet altíjd net iets te lang? (Sasja de Vos)

Mur

(Simone Bitton • 2004)

Wat is de perfecte remedie tegen vervelende buren die onuitgenodigd je tuin binnensluipen? Precies: een schutting. Zo moet de Israëlische regering ook ongeveer gedacht hebben toen ze besloten tot het bouwen van een afscheiding tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Omdat de gemiddelde zelfmoordterrorist

~

geen rechtsomkeer maakt bij het zien van een houten Gamma-wandje, heeft men gekozen voor een massief betonnen, elektronisch beveiligde muur à 10 miljoen sjekel (ca. 2 miljoen euro) per strekkende kilometer. In combinatie met het metershoge prikkeldraad aan weerszijden is de muur een waterdicht obstakel voor elke kwaadwillende Palestijn. Aldus een generaal van het Israelische leger in de documentaire Mur. Alle andere Israeli’s met wie die Joods-Arabische filmmaakster Simone Bitton in deze film praat, zijn een stuk minder te spreken over het kolossale gevaarte dat het prachtige landschap domineert. Om over de Palestijnen nog maar te zwijgen. Hoewel de film soms door de vaak minutenlange shots nogal saai is, bereikt hij wel duidelijk zijn doel: het besef dat deze muur de problemen niet op zal lossen, maar ze alleen maar groter zal maken. Het staren naar dat grote grijze vlak doet je begrijpen hoe de mensen zich daar voelen: als gevangenen. (Sasja de Vos)

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: Bang Rajan // Promised Land // Millions // The Chronicles of Narnia

.

Bang Rajan

(Thanit Jitnukul, 2000 • House of Knowledge)

Bang Rajan van de Thaise regisseur Thanit Jitnukul (eerder verantwoordelijk voor Kunpan) is de verfilming van het op ware feiten gebaseerde verhaal over het dorpje Bang Rajan uit het koninkrijk Siam (het huidige Thailand) dat in 1765 het optrekkende leger van de Birmese bezetter maandenlang wist op te houden,

~

totdat hun positie uiteindelijk echt onhoudbaar werd. Bang Rajan was voor Thaise begrippen een monsterproductie. Qua cameravoering, belichting en montage zit de film behoorlijk goed in elkaar, de special effects zijn niet altijd even geloofwaardig. De vele hak- en vechtscènes zijn vaak van dichtbij gefilmd – er spat zelfs modder op de lens van de camera – wat een realistische indruk wekt. Er is daarbij geen sprake van een ondubbelzinnige verheerlijking van geweld. De krijgers uit Bang Rajan worden bovendien neergezet als gewone mensen die twijfelen, fouten maken en verliefd worden. Helemaal geslaagd is de film echter niet, soms worden de emoties je wat al te duidelijk opgedrongen. Zo zijn de sterfscènes van een aantal van de hoofdpersonen achter elkaar gemonteerd, waarna ook nog eens een aantal geliefden in elkaars armen sterven. Daarnaast is het contrast dat gemaakt wordt tussen de domme bruutheid van het Birmese legers en de intelligente moed van de strijders uit Bang Rajan niet geheel objectief. Al met al is Bang Rajan een kundig, maar allerminst uitzonderlijk oorlogsepos. (Martijn Boven)

Promised Land

(Amos Gitaï, 2004 • Total Film)

Promised Land van de Hebreeuwse regisseur Amos Gitai (bekend van o.a. Kadosh) handelt over het gruwelijk gegeven dat meisjes en vrouwen ontvoerd worden om vervolgens per opbod verkocht te worden aan seksclubs. Deze moderne variant van de slavernij is gruwelijk en wordt in bijvoorbeeld Israël op grote schaal

~

gepraktiseerd, maar ook in Nederland schijnt het incidenteel voor te komen. Het is daarom in Amos Gitai te prijzen dat hij deze thematiek onder de aandacht wil brengen, helaas is Promised Land niet altijd even geslaagd: de film ontbeert richting en tempo. Op zichzelf zijn de scènes indrukwekkend genoeg, zoals een nachtelijke veiling in de Sinaï woestijn waarbij een aantal vrouwen per opbod verkocht worden. Er is echter geen lijn die deze scènes met elkaar verbindt. Daarnaast zijn veel scènes te lang, waardoor de film op bepaalde punten ergerniswekkend traag wordt. Promised Land is gefilmd in documentairestijl en wordt gekenmerkt door een losse cameravoering en ongepolijste beelden en geluiden. We zien een enkele verbijsterde blik, een korte huilbui en een paar korte onduidelijke flashbacks. Een van de vrouwen wordt hardhandig gedwongen een man oraal te bevredigen, een ander smeekt een vrouwelijke bezoeker van de seksclub om hulp, die echter op haar beurt zelf ontvoerd wordt. De kleuren zijn donker, soms zelfs zo donker dat je moet raden wat er gebeurt. Er zijn weinig totaalshots, de camera zit voortdurend op de huid van de acteurs waardoor er een claustrofobisch effect ontstaat. Gitai streeft er duidelijk naar dat de kijker door eenzelfde soort verwarring wordt overvallen als de ontvoerde vrouwen die opeens de rol van hoer aan moeten nemen. Deels werkt deze strategie, maar ze wordt hier wat al te ver doorgevoerd. Hierdoor kom je van de personages nauwelijks iets anders te weten dan dat ze in een hel beland zijn. (Martijn Boven)

Millions

(Danny Boyle, 2004 • A-Film)

Het lijkt erop dat de Engelse regisseurs van tegenwoordig weinig honkvast zijn. Zo heeft Danny Boyle, die in 1996 een culthit scoorde met Trainspotting, evenals zijn landgenoot Michael Winterbottom een grote variëteit aan films op zijn naam staan. Boyle tekende in 2000 bijvoorbeeld voor de ogenschijnlijke pulpfilm The Beach en

~

verraste in 2002 met de zombiefilm 28 Days later. Allebei kundige maar geen werkelijk briljante films. Desondanks was Trainspotting geen toevalstreffer. Boyle weet drommelsgoed wat hij doet, al zal niet iedereen zijn keuzes toejuichen. Zijn adaptaties van bekende filmgenres zijn niet altijd even geslaagd, maar bevatten wel altijd een ironische knipoog, waardoor de film net iets anders uitpakt dan de genreconventies voorschrijven. Zo ook Boyle’s laatste project Millions, dat wel heel dicht aanschuurt tegen de moraliserende familiefilm. De 7-jarige Damian praat in zijn zelfgebouwde hut met ingebeelde heiligen, als er opeens een tas met geld uit de lucht komt vallen. Hij denkt dat het een wonder is en wil het gebruiken om de armen te helpen. Zijn gehaaide broertje Anthony heeft echter andere plannen met het geld. Wat volgt is een hoop getouwtrek om het geld, die uiteindelijk uitmondt in het onvermijdelijke inzicht dat geld niet gelukkig maakt. Is het Boyle ernst met deze belegen moraal? Erg waarschijnlijk is dat niet, het ligt meer voor de hand om de film als een goedhartige parodie te beschouwen. De film bevat overduidelijk parodie-elementen. Zo wordt de promotiecampagne voor de Euro op de hak genomen met een hemeltergend slecht reclamefilmpje; we zien een laconieke politieman die de buurt komt uitleggen dat er met Kerst hoogstwaarschijnlijk zal worden ingebroken en daarbij doodleuk vertelt dat ze hem na afloop kunnen bellen; en de harkerige mormonen die spaarzaam zeggen te leven, geven een anonieme gift onmiddellijk uit aan een vaatwasser, een magnetron en andere luxegoederen. Deze parodiërende insteek maakt van Millions nog geen meesterlijke film, maar zorgt er wel voor dat de film het genre weet te overstijgen. Bovendien is het acteerwerk, met name van de beide debuterende kinderen Alex Etel and Lewis McGibbon, ronduit voortreffelijk. (Martijn Boven)

The Chronicles of Narnia: The Lion, The Witch and the Wardrobe

(Marilyn Fox, 1998 • Just Entertainment)

Als er een grootschalige productie van een boekverfilming aan komt, weten anderen daar altijd nog een slaatje uit te slaan. The Chronicles of Narnia draait nu in de bioscoop, maar wat bijna niemand zich meer herinnert is dat de BBC in de jaren tachtig het verhaal van C.S. Lewis al eens heeft verfilmd als miniserie. Om geld

~

in het laatje te krijgen is deze nu op dvd uitgebracht. Destijds was de serie, vooral in Engeland, een groot succes. Er werden voor die tijd (1988) prachtige special effects gebruikt, zoals getekende fantasiewezens die in de film ‘geplakt’ zijn, en een grote, pratende nepleeuw. Tegenwoordig zijn die effecten vooral lachwekkend en niet om aan te zien. Alle pratende dieren, op Aslan de leeuw na, zijn volwassenen in dierenkostuums, wat tegenwoordig te stom voor woorden is, maar destijds niet beter gedaan kon worden. Het verhaal wordt erg goed gevolgd – wat ook wel mag met een speelduur van tweeënhalf uur. De kinderen Peter, Susan, Edmund en Lucy Pevensie vinden het betoverde land Narnia als ze zich verstoppen in een grote kledingkast. Daar moeten ze het land bevrijden van de ijzige koningin. De jonge acteurs zien er braaf uit, en zo spelen ze hun rol ook. De White Witch (Barbara Kellerman) geeft iedereen een lesje in overacteren, en zet zo een meer afstotelijke dan angstaanjagende heks neer. De extra’s vallen behoorlijk tegen. Een kijkje achter de schermen van de special effects stelt niets voor: het zijn losse beelden zonder enig commentaar. Daarachter komt een preview van het volgende deel dat de BBC verfilmde, Prince Caspian. De andere extra is een reünie van de Pevensie-kinderen, die best vermakelijk is, maar erg weinig diepgang heeft. De volwassen kinderen halen alleen wat herinneringen op in ongeveer tien minuten. Snel een bezoekje aan de bioscoop brengen is aan te raden, wil je niet meteen zijn uitgekeken op de wereld van Narnia. (Nora Sinnema)

Film / Films

Kinderfantasy voor jong en oud

recensie: The Chronicles of Narnia: The Lion, The Witch and the Wardrobe

Het is praktisch onmogelijk om de boekenserie The Chronicles of Narnia niet met Lord of the Rings te vergelijken. Auteurs C.S. Lewis en J.R.R. Tolkien waren niet alleen tijdgenoten, maar ook goede vrienden en lid van hetzelfde literaire genootschap The Inklings. Daarnaast gaan beide series over een fantasy-land. Nu ook een deel van The Chronicles of Narnia verfilmd is, ligt het voor de hand de verfilmingen te vergelijken.

te vergelijken. Auteurs C.S. Lewis en J.R.R. Tolkien waren niet alleen tijdgenoten, maar ook goede vrienden en lid van hetzelfde literaire genootschap The Inklings. Daarnaast gaan beide series over een fantasy-land. Nu ook een deel van The Chronicles of Narnia verfilmd is, ligt het voor de hand de verfilmingen te vergelijken.

~

C.S. Lewis baseerde The Lion, The Witch and the Wardrobe op gebeurtenissen uit zijn eigen leven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen er kinderen bij hem schuilen, die interesse hadden in zijn immense kledingkast. Voor hen schreef hij het tweede deel uit zijn Narnia reeks, die vertelt over de vier Pevensie kinderen, die London moeten ontvluchten en naar een professor worden gestuurd. Daar ontdekken ze achter in de kledingkast een magisch land, Narnia, dat geplaagd wordt door een ijzige koningin.

Ook voor volwassenen

~


Waar Lord of the Rings vooral volwassenen aanspreekt, zijn de zeven boeken van Narnia geschreven voor een jonger publiek. De boeken zijn aanzienlijk dunner en laten hierdoor meer aan de fantasie over. De film volgt het boek nauw, er hoefde weinig weggelaten te worden. Gelukkig weet regisseur Andrew Adamson (Shrek) de film ook uitdagend te maken voor volwassenen, waardoor de boeken uit The Chronicles of Narnia de kans krijgen ook in Nederland bij een breder publiek bekend te raken. In tegenstelling tot in Engeland, waar de boeken een grootschalige bekendheid genieten, worden ze hier nog maar door een klein publiek gelezen.

Jonge cast

~


Het is altijd spannend om te zien hoe een film het gaat doen als de hoofdrollen in handen zijn van een jonge, onbekende cast. De vier Pevensie kinderen, Peter, Susan, Edmund en Lucie worden echter erg goed vertolkt door de vier kersverse acteurs. Vooral de blonde en heldhaftige Peter kan bij het tienerpubliek veel fans gaan trekken. De heks uit de titel wordt gespeeld door Victor en Rolf muze Tilda Swinton, die in haar prachtige kostuums een perfecte ijskoningin neerzet. Ze is kil, meedogenloos en straalt ijs uit. De leeuw uit de titel komt geheel uit de computer, en is prachtig. Zijn stem wordt vertolkt door Liam Neeson.

Nergens groots

Hoe groots ook opgezet, Narnia wordt nergens een echt grootse film. Er wordt te weinig tijd genomen om al de nieuwe personages degelijk voor te stellen. Daarnaast wordt ook het verzonnen land te weinig in overzichtshots getoond, waardoor er geen binding ontstaat met het magische rijk, zoals dat met Middle Earth van Tolkien wel gebeurde. Ook is het compleet ongeloofwaardig dat vier toch wat sullige kinderen binnen een paar uur uitgroeien tot waardige krijgers. De scène met de kerstman is een waar dieptepunt.

Faun

~


Gelukkig heeft de film ook een aantal positieve aspecten. Alle special effects, van pratende bevers tot een rivier van ijs, zijn tot in de puntjes toe verzorgd. De bijrol van Mr. Tumnus (James McAvoy), een Faun, brengt de nodige humor met zich mee, en het slotgevecht -waar geen fantasyfilm meer zonder kan- is spannend, hoewel de uitslag bekend mag zijn.
Bovendien is er voor de jongere kijkers een voordeel: de film heeft in Nederland, als eerste ter wereld, een dubbele leeftijdskeuring gekregen. De film draait zowel in de originele versie, voor twaalf jaar en ouder, als in een nagesynchroniseerde versie, voor kinderen vanaf zes jaar.

De boeken van The Chronicles of Narnia zullen door deze film waarschijnlijk een grotere aanhang krijgen, en met nog meer films voor de boeg, is dat zeker handig. Disney heeft plannen om ook de andere zes boeken van C.S. Lewis te verfilmen; groot gelijk, want het is een goed verhaal. Ondanks de negatieve punten, is dit toch een blockbuster die makkelijk kan concurreren met andere hedendaagse kinderfantasy als Harry Potter.

Muziek / Album

Van vette funk tot vette hap

recensie: various - Dutch Rare Groove

.

En het klopt hoor. Er verscheen weliswaar niet spontaan een Mondriaan boven mijn toch al niet zo strakke bank, en mijn kapsel kan er nog altijd niet mee door, maar toch voel ik me stijlvol, met de Dutch Rare Grooves in de platenspeler. Wat een fantastische muziek is opgedoken uit de krochten van de Nederlandse muziekgeschiedenis. En helemaal niemand kent dit!

Obscuur

~

Nuja, dat verbeeld je je dan. Want met het uitbrengen van de Dutch Rare Grooves zijn deze pareltjes voor iedereen toegankelijk. In het buitenland schijnen de rare grooves al jarenlang een prominent genre te zijn. Onbekende – hoe obscuurder hoe liever – funkgeluiden vonden hun weg via hiphopproducers naar buiten. Noem een willekeurig Oostblokland of bananenrepubliek, en het had al zijn eigen rare grooves. En Nederland nu dus ook.

Funky Dutchmen

De muziek die achter titels als Funky Amsterdam, Hunky Dory, Funky Limbo, en Let’s Go Randstad schuilgaat heeft een swing van fijne oude Blaxploitationnummers. Maar dit komt uit ons eigen Nederland, en is geregeld gemaakt door blanke artiesten – wat bijvoorbeeld te denken van Vitesse met Herman Brood, die in 1975 Funky But Clean op plaat zetten?

De verzameling bestrijkt een periode van ruim tien jaar: de oudste bijdrage is Jerry van Rooyens The Great Bankrobbery (1967) en het recentste werk is Ronald Snijders’ Lenox (1980). Stuk voor stuk soul- en funknummers die vrolijk stemmen.

Vette remix

Bron: www.c-monandkypski.nl
Bron: www.c-monandkypski.nl

Maar het leukste aan de Dutch Rare Grooves is misschien wel de Dutch Rare Food. Dit is een extra cd, waarop C-mon en Kypski de oude nummers van een nieuw jasje voorzien. Op het eerste gezicht is dat volstrekt overbodig, want de rare grooves staan nog als een huis, maar het is op zo’n goede en vooral leuke manier gedaan dat de toegevoegde waarde onbetwistbaar is.

Passend bij naam van dit schijfje dansen een kaassoufflé, een gehaktbal met mosterd als haar en een frikadel speciaal op het hoesje. En ook inhoudelijk zijn de nummers aangepast aan het thema: zo wordt Oscar Harris & The Twinkle Stars originele Relax (Before Doin’ Sex) in de herziene versie Relax (Before Doin’ Snacks). Verder komen ‘Rivers of sauce’, ‘Fries of war’ en ‘Red hot chickenwings of love’ langs in het intermezzo Truckersball. En wat te denken van The Wall Part III, met de heerlijke zin “All I want is just a… All I want is just a… All I want is just a… Another snack from the wall”.

De rare grooves zijn al smaakvol, maar C-mon en Kypski geven het geheel nog meer smaak, mét een lekker sausje.

Muziek / Achtergrond
special: Minimaal met Christian Vogel, hard met The Locust en apekooien met Aux Raus

State X New Forms Festival

State X New forms is bedoeld voor iedereen die het nieuwste van het nieuwste wil ontdekken in de elektronische en experimentele muziek. Als het je niet nieuw genoeg kan zijn en als je het liefst de muziekprojecten in een vroeg experimentele fase al wil aanhoren, dan had je het tweedaagse State X New Forms in Den Haag (16 en 17 december 2005) niet mogen missen. Wat was er niet te zien: literatuur en hiphop. Wat er wel was te zien: bands, installaties, theater, heel veel dj’s en van alles daar tussenin.

Wie zijn de liefhebbers van deze nieuwe nieuwheid? Jonge kunstenaars, computernerds, bandjesspotters, journalisten en feestgangers op zoek naar nieuwe kicks. De grote afwezigen zijn hippe mensen (want nerd gehalte te hoog) en dertig-achtige cultuurliefhebbers met jasje en bril (want literair gehalte te laag). Wat mag je verwachten? Buzz woord is al een tijdje minimal. Minder is meer. Daar wordt in dit festival naar hartelust mee gestoeid, maar ook zwaar mee overdreven. Ook is er ruim plaats voor ‘het experiment’. Dat kan geweldig goed uitpakken, maar veroorzaakt nog vaker heel wat spierpijn aan de rechter dan wel de linker wenkbrauw. Ja, het bezoeken van een festival als State X vergt een behoorlijke portie ruimdenkendheid. Veel acts zijn erg extreem in hun performance en passen in veel gevallen totaal niet bij elkaar.

Pipslab
Pipslab

Misantropisch stemgeluid

Een mooi voorbeeld is de chronologisch vanzelfsprekende overgang van het absurdistische muziektheater Pipslab naar de legendarische avant garde pionier Pere Ubu. Bij de eerste drijven een groep jongens op alle mogelijke manieren de spot met wasmiddelenreclames. Strijkijzers en centrifuges zijn omgebouwd tot elektronische percussie, de hoofdpersonen gaan verkleed als karikaturen uit de reclames. Ze vechten met elkaar, in koor zingen ze Zappiaanse liedjes over welk wasmiddel het beste is en filmen ter plekke feedbackloops om het later in de voorstelling naadloos te laten aansluiten op het verdere verloop van hun hilarische show. Een bezoekje aan Pere Ubu vervolgens is zwaar af te raden, wil je je blije stemming behouden. Zeer secuur plant de band met theatrale elektronica en het misantropische stemgeluid van zanger David Thomas een acute depressie in je hoofd. Het maakt de felgekleurde beelden van verlate vakantieoorden op de achtergrond extra grimmig.

Afgetrapte apparatuur

Een simpele oplossing voor dit combinatieprobleem, zoals het zorgvuldig uitkiezen van de perfecte zaal en daar blijven hangen, biedt ook bij dit festival geen soelaas. Je wilt immers toch graag iets te zappen en te slenteren hebben. Dat vergt gelukkig niet al te veel moeite, omdat elke zaal gemakkelijk te betreden is, gezien de prettige bezoekersdichtheid. Ook hoef je nooit ver te lopen omdat alles geconcentreerd plaatsvindt in en rond Het Paard van Troje. In de grote zaal van Het Paard zien we vooral de gevestigde namen zoals Millionaire en Nid & Sancy, beide uit België. Millionaire brengt een explosieve set vol goedgemikte stoner. Dit is misschien wel de enige act van het hele festival die iets brengt dat gewoon ‘ouderwets goed’ is. Nid & Sancy klinken als goed rockende electro dj’s, maar ze zien er uit als een band zoals The Kills. Er komt slechts afgetrapte apparatuur aan te pas. Ze klinken dus niet alleen geweldig, ze zien er ook nog eens geweldig uit.

Pipslab
Pipslab

De hardste die je ooit gehoord hebt

Ook het vermelden waard zijn The Bug met MC Ras B en Tikiman. Met z’n drieën stoppen ze ragga en dub samen met hardcore en breakbeats in de elektrische gehaktmolen. Keihard klinkt het. Maar nog lang en lang niet zo hard als de hardste band die je ooit gehoord hebt. En dan heb ik het niet over een of andere metalband, maar over The Locust. De vorm die ze hebben gekozen voor hun geluid is mathcore. Je vraagt je af hoe een band zo’n hard geluid kan voortbrengen dat elke zintuiglijke waarneming je vergaat. Merkwaardige ervaring. Hoe zou het zijn in de oefenruimte met deze fijne jongens? Technoproducer/-professor Cristian Vogel vormt in zijn doktersjas een fijne subtiele tegenpool voor het terrorisme van The Locust. Minimale beats brengen de voorste rijen van technomuziek-adepten in opperste staat van verrukking.

De grote zaal is ook de plek die het langst open blijft om te dansen op grootheden als Mike Paradinas of T. Raumschmiere. Het zijn de echte feestgangers die overblijven om dansend het festival af te sluiten. Paradinas, ook wel bekend als Mu-Ziq en oprichter van het electro label Planet Mu, brengt een ingewikkelde mix van breakbeat en andere verfrommelde geluiden, maar dat weerhoudt de feestgangers er niet van om massaal te gaan dansen. T. Raumschmiere de volgende dag is een stuk toegankelijker. Hij is in een milde bui en bouwt zijn lange set op met disco, electro en sluit af met fijne knalbeats, zonder dat het ‘vet geluid’, waar hij om bekend staat, echt overtuigend wordt zoals we van hem gewend zijn.

Pere Ubu
Pere Ubu

Schuwe bands

De kleine zaal heeft zich gespecialiseerd in artiesten die het moeten hebben van minimale klanken. Hier vind je de hardcore nerds. De rest heeft hier niets te zoeken. Het Engelse Vibracathedral Orch. maakt het de niet-kenners wel heel moeilijk. Introvert en met de rug naar het publiek gekeerd laten ze de hele set lang één toon op het publiek los. Je wacht geduldig op een hoogtepunt, een ontlading. Die dus niet komt. Alsof je nodig moet poepen, maar het lukt niet, dat gevoel. Nu zijn er hier meer schuwe bands te vinden die zichzelf verstoppen en de versterkers hun zegje laten doen, maar het is niet allemaal even ontoegankelijk. Met een beetje goede wil kun je nog een heel eind weg trippen op The Psychic Paramount die wel een duidelijke opbouw aanbrengen in hun uitgestrekte gitaarlandschappen.

Een zeemanssprookje

Het Paard Café biedt een podium aan de kleinere of lokale bandjes. Aux Raus is een goede vervanger voor het onlangs ontbonden Suicidal Birds. Zanger Sebastiaan van dit gabberpunkduo uit Amsterdam bespringt bij de eerste noot al hondsbrutaal zijn publiek en de bar. Glazen, asbakken en zelfs barkrukken vliegen in de rondte door zijn provocatieve ge-apekooi. Op het hoogtepunt springt hij op de nek van een enorme security beer, die zich verder weinig van hem aan trekt. Aux Raus is een wervelwind. Met veel schade achteraf. Een heel andere café ervaring is het muzieksprookje van Hank & Lilly. De setting is een soort minitheater. Samen met hun vrienden gaan ze verkleed als personages uit Waterworld, een hertje, een zeemeermin en een matroos. Ze vertellen een zeemanssprookje in allerlei theatrale liedjes waarbij ze zichzelf begeleiden op drums, cello en trompet. Poppenkast, maar dan voor volwassenen. Onder de trap naar de grote zaal zit nog een schattig klein podiumpje verstopt dat precies groot genoeg is voor rare eenmansacts zoals DJ Koffergrammofoon (ziet er uit zoals het klinkt). Een prettige plek om even neer te strijken met je vrienden en je verstaanbaar te kunnen maken.

Pere Ubu
Pere Ubu

Tot het game over er op volgt

Wat veel mensen niet weten is dat in de schaduw van Het Paard van Troje heel interessante donkere clubs verstopt zitten. Aan linkerkant zit PG 8. Dat is een galerie, met daaronder een ruime danskelder. Daar draaien voor de gelegenheid dj’s als D44N & Source hun dansplaatjes om kleine groepjes mensen te vermaken die nieuwsgierig naar binnen en weer naar buiten druppelen. Echt los gaat het hier niet. Liever hangt men op de grote kussens of de gigantische opblaasbananen, onder het genot van een Japans miso soepje of een portie sushi.

De rechterbuur van Het Paard is Club one four, die is omgetoverd in een retro spelcomputerparadijs. In twee zalen zijn rekwisieten te bewonderen van vergeten symbolen uit de jeugd van de bezoekers. Remote controlers als zitkussens, kartonnen Mario’s en Pacman spelen op de muur. Drie schaars geklede dames met maskers van bekende politica duelleren als levende game heldinnen, tot het game over er op volgt. Op de podia zijn interessante bands te bewonderen zoals The Most Serene Republic. Deze Canadese labelgenoten van Broken Social Scene, die eerder op de avond in de grote zaal speelden, brengen voel-je-goed pop en dat is wel lekker, als je al het geëxperimenteer even helemaal zat bent.

Uiteindelijk heeft iedereen ruimschoots zijn deel gehad op dit zeer geslaagde festival. Bandjesspotters hebben veel nieuw talent kunnen ontdekken, jonge kunstenaars konden inspiratie opdoen, computernerds konden hun vingers aflikken bij de nieuwste piepkraakapparatuur, de feestgangers hebben hun nieuwe kicks gekregen en ik mijn verhaal. Nagenieten van dit festival kan binnenkort op de site van State X New Forms, waarop je bijna alle live performances gratis kunt downloaden.