Film / Achtergrond
special: Deep Throat / Inside Deep Throat

Het einde van de seksuele drooglegging

Dat de seksuele revolutie nog maar nauwelijks veertig jaar achter ons ligt bewijst deze speciale dvd-uitgave van Inside Deep Throat. Alleen al historisch gezien is de dvd de moeite waard om in de collectie te hebben. De box bevat de originele film – die als pornofilm het grote publiek haalde – en de grappige en zeer interessante documentaire, die Fenton Bailey en Randy Barbato maakten over de opkomst en ondergang van de befaamde film. Deep Throat was voor een hele generatie een politiek statement en stond als een icoon voor de vrijheid van meningsuiting. Wie had ooit gedacht dat een pornofilm die versmelting in zich zou hebben en voor zoveel commotie zou zorgen in het preutse Amerika.

~

Deep Throat komt uit in 1972. De hoofdrol is voor de goedlachse en speelse Linda Lovelace, die als hoogste kwaliteit in het liefdesspel de kunst verstaat de penis van een man compleet in haar mond te laten verdwijnen, zonder in ademnood te raken. Begin jaren zeventig was het condoom net uit de kast en de pil als anticonceptiemiddel in Nederland nieuw op de markt. Porno was alleen verkrijgbaar in het illegale circuit en bestond voor een groot deel uit ranzige 8mm-filmpjes, waarop de standjes en andere seksuele fetisj – in eindeloze herhalingen als voorloper van de live peepshows – in achterafzaaltjes werd vertoond. Deep Throat was dé film die een einde maakte aan de seksuele drooglegging. Van huisvrouw tot filmster, iedereen stond ervoor in de rij.

Fellatio

Met blozende wangen zullen velen erachter komen dat hun ouders deze film ook gezien hebben. Het paringsritueel is generatieloos maar van het idee dat ouders ‘het’ óók doen wordt elke volgende generatie als vanzelf verlegen. De ontluikende seksuele vrijheid van onze ouders zou tot van alles leiden, maar in beginsel was de seksualiteit in de kleinschalig gemaakte pornofilms vooral bedoeld de beleving en het experiment te propageren en seks uit het verdomhoekje te halen. Als mijlpaal in de porno-industrie getuigt het ongecensureerde optreden van Linda Lovelace van naïviteit en goede bedoelingen van de maker, Gerard Damiano, die niets anders voor ogen had dan de verbreiding van het genot naar vrouwen. Simplistisch voorgesteld is Deep Throat dan ook niets meer dan een aangeklede doktersroman waarin het gebrek van ‘zuster Lovelace’ – haar clitoris zit in haar keel – wordt gebruikt als haar bevrijdingsexcuus. Het is vooral grappig te zien hoe de heren worden geslachtofferd en de vrouwen de regie voeren in de zoektocht naar Lovelaces exploderende orgasme. Niks mis mee, ware het niet dat Deep Throat gemakkelijk kan worden gezien als een film die vooral fellatio prijst. Het zogenaamde hele gewone van Lovelaces kunsten staat in het heden nog net zo hard ter discussie. Zelfs nu, ruim dertig jaar na dato, is fellatio voor mannen nog te vaak onbespreekbaar en voor vrouwen een variant van gruwel. Met een kleine seksuele correctie in het heden is Deep Throat zonder de documentaire dan ook niets meer dan een vintage seksfilm die in het huidige repertoire achterhaald is en niets meer doet dan amateuristisch met funky muziek de vrijheid van de zeventiger jaren op Lovelaces specialistische wijze promoten en ontbloten.

Seksuele olievlek

De documentaire Inside Deep Throat (2005) geeft de film een breder perspectief. De seksuele revolte wordt aangenaam toegankelijk gemaakt doordat de film modern, maar geheel in stijl van de seventies is vormgegeven. Het repressieve seksuele klimaat en het onbedoelde effect van een pornofilm die een blockbuster werd, wordt als een narrative fact van alle kanten belicht. De inmiddels bejaarde makers en crew en de mannelijke hoofdrol spreken zonder gêne over de opnames, de seksuele mores en de popularisering van de film. Feministes, beroemdheden en schrijvers (o.a. Gore Vidal en de enige echte Xaviera Hollander) geven hierop aanvulling en commentaar. Hilarisch zijn de droge commentaren van Dick Cavett en de uitspraken van seksuologe Dr. Ruth (‘Sex is not only for penises’) die als tv-dokter een hele generatie van Amerikanen van advies heeft voorzien in het tijdperk voor Oprah.

~

De aanslag op het seksuele decorum die Deep Throat als een olievlek over Amerika verspreidde noopte de conservatieve overheid niet alleen tot reactie maar maakte Amerika ook rijp voor een nieuwe tak van industrie, de porno-industrie. De makers schromen dan ook niet alle neveneffecten van de regulerende overheidsmaatregelen bloot te leggen. Als een illegale roadmovie werd de distributie van de film door de onderwereld overgenomen, terwijl de overheid een morele kruistocht ondernam om de vertoning van de film wettelijk te verbieden. Zelfs de FBI kwam eraan te pas. De wetten die het verbod op Deep Throat ondersteunden zijn nog steeds van kracht en in retrospectief kun je gerust zeggen dat porno nog steeds als even moreel verwerpelijk wordt gezien. Als industrie valt het ondertussen niet te reguleren voor een overheid. Die historie en hedendaagse praktijk wordt in de documentaire helder, humoristisch en aan de hand van Deep Throat overtuigend gebracht.

De keerzijde

De grote afwezige in dit ‘porn chic’-document is Linda Lovelace in persoon. Haar afwezigheid – als icoon van een generatie – blijft intrigeren. Ze nam in het openbaar afstand van Deep Throat, beweerde door haar ex-man te zijn mishandeld en dat Damiano haar tot de porno heeft gedwongen. Met open armen werd ze door bekende feministen ontvangen en als voorbeeldig slachtoffer ter illustratie gebruikt. Lovelace kwam niet meer van het imago af, maar kon er ook niet in het openbaar mee leven nadat ze verdween uit het pornocircuit. In 1980 schreef ze het omstreden en bizarre boek Ordeal, waarin ze terugblikt op haar pornoperiode. Ze verkocht de rechten ervan aan Hollywood-producent Ron Howard wegens geldgebrek. Haar 15 minutes of fame hebben haar nooit veel opgeleverd, en zijn haar tot aan haar dood in 2002 altijd achtervolgd. Lovelaces afwezigheid maakt de documentaire onbedoeld sterker en de makers misschien wel des te vakbekwamer. Haar positie als mogelijk slachtoffer wordt goed afgewogen middels derden, maar haar echte drijfveren en motieven blijven een groot mysterie. Deep Throat heeft geschiedenis gemaakt en zal haar altijd een cultstatus geven.

~

Daarom is het geheel dan ook meer dan de moeite waard, als tijdsbeeld en terugblik, en verfrissend in het heden. Het relativeert onze door seks opgevoerde hedendaagse maatschappij en het erotisch consumeren waarmee we worden doodgegooid. De maatschappelijke vergelijkingen met deze tijd zijn herkenbaar en niet alleen op de Amerikaanse situatie toepasbaar. Zedenzaken en de door de overheid gepropageerde strijd voor hernieuwde normen en waarden staan haaks op het pornografisch gedrag van landen en de miljoenenindustrie die porno tegenwoordig is. In de slaapkamer of in de openbaarheid is de documentaire een aanvulling op het origineel en een opsteker, die vraagtekens zet bij de hedendaagse seksualiteit in deze dwangmatige pornografische tijd. Als collector’s item fijn om in de kast te hebben en ermee te doen wat het origineel vierendertig jaar geleden al propageerde: de discussie aanzwengelen om eens te kijken wat er is gebeurd met ons respect, de individuele beleving en de maatschappelijke mores aangaande onze zo vermeende en geprezen seksuele vrijheid.

Deze Special Edition van Inside Deep Throat wordt uitgebracht door Dutch Filmworks. Lees hier onze recensie van de bioscooppremière.

Muziek / Album

De lastige jaren tachtig

recensie: Wilderness - Vessel States

De jaren tachtig. Dat is misschien de beste associatie die je met Wilderness kunt bedenken. De jaren zonder uitzicht, de jaren van de duistere klanken en periode van de lome muzikale benadering. Het viertal uit Baltimore laat het op Vessel States in ieder geval allemaal horen. Spannend is het album zeker, al duurt het hier en daar iets te lang. Dit Amerikaanse retrogenootschap valt op, zeker in vergelijking met de steeds troebeler wordende stroom bands uit Engeland, bands die steeds maar weer aanspoelen op onze kust.

~

Met de donkere klanken die tegenwoordig vooral uit Canada komen en met de erfenis van de grondleggers van het duistere jaren tachtig-geluid op de achtergrond, komen de songs een voor een in telkens een iets ander jasje op je af. Je hoort Joy Division, Echo and the Bunnymen en een zwaar gedrogeerde variant van postpunk. Qua sfeer doet de muziek hier en daar denken aan een slome versie van Simple Minds, terwijl zanger James Johnson klinkt als gitarist Brian Case van 90 Day Men, die de vocale aanzetten van Eddie Vedder probeert te kopiëren. De klank van zijn stem is even wennen, de overdreven dramatiek en theatrale benadering van Johnson zijn pas na vijf luisterbeurten enigszins te pruimen.

Wilderness eist geduld

Wilderness moet het meer hebben van het geluid. Fantastisch zijn de drumpartijen. Luister eens naar Last. Onnavolgbaar is iets te overdreven, maar spannend is het nummer wel. De baslijn in Emergency, die iets heeft van Guns n’ Roses’ Sweet Child O’ Mine, draagt het gehele nummer. Ook het piano-intermezzo, dat de titel Towered meekreeg, is prachtig, maar eigenlijk veel te kort. Het belooft veel, maar laat de luisteraar enigszins met lege handen achter. Gelukkig kan Gravity Bend Light het opvangen. Het nummer opent spannend door de fijne drums en krijgt middels een jaren tachtig-gitaarriff nog een extra dosis spanning mee.

Met Vessel States wordt door Wilderness enigszins antwoord gegeven op de enorme lading bandjes uit Engeland. Ook hier druipt de retro van af, Wilderness is echter lang niet zo toegankelijk en hitgevoelig als de rest van deze zichzelf en elkaar telkens herhalende groepen. Wilderness eist veel geduld van de luisteraar en de hoogtepunten van het album liggen niet op de prominente plekken. Wilderness put vooral kracht uit de aanhoudende sfeer op het album en de sporadische briljante aanslagen op drum en gitaar. Het wachten op die mooie momenten maakt van Vessel States een afwijkende, spannende plaat.

Muziek / Album

Met zoveel kwaliteit hoor je mij niet klagen

recensie: I Love You but I've Chosen Darkness - Fear is on our Side

Postrock. Dit moet haast wel postrock zijn. Tenminste, als je die onmogelijk lange bandnaam beziet. Emo kan eventueel ook, vanwege die quasi-humoristische link met the dark side. Moet je denk ik van houden. Postrock of Emo, zo klaar als een klontje. Toch blijkt het bij nader inzien vooral de sound van de new wave-bands uit de jaren tachtig. Het zijn Joy Division, New Order, The Cure, Echo & The Bunnymen en hippe youngsters als Interpol en Editors waar het uit Austin, Texas afkomstige I Love You but I’ve Chosen Darkness met haar debuutalbum aansluiting bij zoekt. Hmnn… waar hebben we die namen toch eerder gehoord? Inderdaad, in de recensies van die duizend andere nu-wave-bands die de afgelopen vijf jaar plotseling zijn opgestaan. Wanneer houdt die *()*^()%^*%-revival nu eens op? Gelukkig citeert ILYBICD niet enkel de verplichte kost, maar is er qua invloed ook ruimte voor een popband als Talk Talk. En als je echt heel goed luistert hoor je in de vocalen af en toe zelfs wat Sting (We Choose Faces).

~

I Love You but I’ve Chosen Darkness werd in 2002 opgericht door voormalig Windsor for the Derby-leden Jason McNeely – die de band inmiddels al weer schijnt te hebben verlaten – en Christian Goyer. Versterking werd gevonden in Ernest Salaz, Timothy White en bassist Edward Robert, tevens bassist/toetsenist in het postrock/electro/pre-industrial gezelschap van hun beroemde stadgenoot Paul Newman. ILYBICD’s debuutalbum werd geproduceerd door niemand minder dan voormalig Ministry bassist/producer Paul Barker, die de band een sound heeft aangemeten die nog beter aansluit bij het jaren tachtig-geluid dan Interpol en Editors al deden. Kan dat dan? Ja, dat kan. Luister maar eens naar de holle drums en de ruimtelijke vocalen (die zo nu en dan wel iets weg hebben van die van New Order zanger Bernard Sumner).

Een graantje meepikken

Wat dat betreft is Fear Is on Our Side heel wat anders dan ILYBICD’s in 2003 verschenen eerste ep, die vooral klonk als een mix van postrock en muziek zoals wij die nu kennen van Arcade Fire, Wolf Parade en misschien een vleugje dEUS. Niets wees er destijds op dat ILYBICD zich zou ontwikkelen tot een nu-wave-band (met postrockinvloeden!). Als ik heel eerlijk ben, ik krijg er een beetje een nare smaak van in mijn mond. Een band die in zo’n relatief korte periode haar sound zo drastisch wijzigt en dan ook nog eens ‘heel toevallig’ naadloos aansluit bij de laatste trend, het lijkt een typisch geval van ‘hoe-kunnen-we-een-graantje-meepikken-van-die-jaren-tachtig-revival?’.

Wat niet wil zeggen dat Fear Is on Our Side geen goede plaat is, want dat is het dus wel. Vernieuwend? Allerminst, maar met Fear Is on Our Side heeft ILYBICD wel een van de betere nu-wave platen van de afgelopen jaren afgeleverd. Wat zeg ik: ILYBICD heeft nu al meer diepgang dan Interpol en Editors ooit zullen krijgen (maar die verstaan de kunst van het schrijven van hits beter, en daarmee bereik je dus wel een groter publiek!). De hoogtepunten: Lights, het esoterische, bijna Godspeed You Black Emperor-achtige The Owl, dat overigens fungeert als intro voor het schitterende Today (postrock met new wave feel..erg mooi!!) en het prachtige instrumentaaltje Fear Is on Our Side. Er dan staat er zelfs nog een potentiële hit op, According to Plan, een nummer dat met het grootste gemak kan concurreren met het beste materiaal van Interpol en Editors (en daar qua sound dan ook nauw op aansluit). Wat wil een mens nog meer. Originaliteit misschien? Ach, zolang de composities van dit hoge niveau zijn zul je mij niet horen klagen.

Film / Films

Voor kinderen van 9 tot 99

recensie: Opal Dream

Regisseur Peter Cattaneo verwierf in 1997 internationale bekendheid met zijn bioscoophit The Full Monty. Na dit gigantische succes doofde zijn sterrenstatus al snel. In 2001 maakte hij nog een Britse comedy, Lucky Break, die erg in het verlengde lag van zijn hitfilm over arbeiders die als strippers de kost willen verdienen. Tijd om het over een andere boeg te gooien, moet hij gedacht hebben. De lieve familiefilm Opal Dream is hiervan het resultaat.

~

Het verhaal speelt zich af in een klein plaatsje in de woestijn van Australië waar opaal in de grond zit. Het gezin bestaat uit vader, moeder, broer en zus. Vader besteedt bijna al zijn tijd in de mijnen, moeder werkt in de plaatselijke supermarkt, waardoor de kinderen vaak alleen zijn. De jongste, dochtertje Kellyanne, heeft weinig vrienden maar is niet eenzaam. Ze heeft namelijk twee onzichtbare vriendjes: Pobby en Dingan. De rest van het gezin heeft hier erg veel moeite mee en doet vele pogingen om het meisje te laten inzien dat haar speelkameraadjes niet bestaan. Langzaam leert men dat iedereen de werkelijkheid anders interpreteert en dat dromen net zo belangrijk zijn als de realiteit van alledag.

Irritant

Je kunt je de eerste twintig minuten van de film erg irriteren aan Kellyannes voortdurende gedweep met de twee fantasiefiguren. Naarmate de film vordert word je meer en meer binnen de verbeeldingswereld van het meisje gezogen. Haar broer Ashmol fungeert als een gids in de film. Ook hij beleeft eerst irritatie en afkeer, om daarna de fantasiewereld van zijn zus te begrijpen en te accepteren. Kinderen zullen waarschijnlijk precies het omgekeerde denken (“wat zijn die volwassen toch rotmensen”) en vanaf de eerste beelden meeleven met het wel en wee van het jonge meisje.

~

Peter Cattaneo laat met Opal Dream zien dat hij na The Full Monty nog meer pijlen op zijn boog heeft. Hij begrijpt hoe je een familiefilm voor zowel ouders als kinderen moet maken. Deze kleine lieve film is een welkome afwisseling met al het Harry Potter-geweld van de afgelopen jaren. Er worden mooie thema’s aangesneden zoals de kracht van de verbeelding en de onvoorwaardelijke liefde tussen broer en zus. Ook de twee denkbeeldige figuurtjes worden benaderd als volwaardige personages in het verhaal zonder dat je ze ook maar één keer ziet. De vraag of Pobby en Dingan nu echt bestaan of dat het hersenspinsels van een kind zijn laten de makers dan ook wijselijk in het midden. Tenslotte een tip voor alle ouders die met hun kroost deze film gaan bekijken: neem alvast genoeg lolly’s mee. Dit snoepgoed vervult een sleutelrol in de film.

Kunst / Expo binnenland

Het fysieke perspectief van de levensgenieter

recensie: Mamabart - Feel free to be free

In de omgekeerde wereld tref je een ander perspectief. De kunstenaar Mamabart draait de wereld continu om. Feel free to be free is de titel van de foto-expositie met werk van Mamabart in Galerie Pennings te Eindhoven. Eigenlijk is Mamabarts perspectief heel simpel. Iedereen kan het volgen: boven is onder en onder is boven. Zijn wereld bestaat uit dezelfde elementen als de onze, alleen wordt die van hem in een ander perspectief gepresenteerd: een verlossing van de alledaagse perceptie. Op speelse wijze wordt de werkelijkheid hernieuwd en met frisse verwondering benaderd. De door Mamabart geschapen setting wordt daarbij vrij van enig rolpatroon opgevoerd, waardoor het lichaam – de fysieke mens – in vrijheid wordt gesteld.

~

Zo toont een foto in die omgekeerde wereld, in Mamabartwereld, het volgende: een vogel zit op een rail in een blauwe badkamer. Gelegen op de vloer in de openstaande deuropening reikt Mamabart de vogel voorzichtig een stukje brood aan. Het is een momentopname: de gekoesterde vogel kan elk moment wegvliegen. In werkelijkheid toont deze foto het plafond van een badkamer. Op de douchegordijnrail hangt, in werkelijkheid ondersteboven, een vogel. Op de foto staat de vogel rechtop op de rail. Vanuit de openstaande deur hangt Mamabart in het plafond, dat in de foto de vloer lijkt, en doet alsof hij de opgezette vogel een stukje brood aanreikt.

Een slag in de werkelijkheid


Als ik zou moeten uitleggen hoe een kunstenaar de werkelijkheid benadert, zou ik Mamabart vragen een illustratie te geven. Zijn werk is namelijk magnifiek in haar toegankelijkheid: Mamabarts perceptie van de werkelijkheid is vervreemdend en tegelijkertijd herkenbaar en speels. Hij agendeert de wonderlijkheid van de wereld op directe, poëtische wijze. Waar dit bij kunstenaars vaak tot complexiteit leidt, is dit bij Mamabart niet het geval terwijl zijn werk nooit flauw wordt. De foto’s van Mamabart zijn niet gefaket. Een reëel moment presenteert een surreëel beeld: een visser vist, maar dan in de omgekeerde wereld, vanonder het water. Een hand rijst uit het water omhoog en grijpt een vis in de lucht. De vis hangt, stevig in de hand van de visser, boven het wateroppervlak. Met deze momentopname zet Mamabart aardse elementen en menselijke rolpatronen naar zijn hand, draait ze om, waarmee hij de wonderlijkheid van de realiteit zichtbaar maakt.

~

Opleuken


Mamabart heeft geen grote verhalen, maar wel een ongekende drang tot het produceren van beelden in een ander perspectief. Om de expositie spannend in te leiden, maakte Mamabart een filmpje, zogenaamd live uit Eindhoven. Hierop zien we hem met champagne en een rondborstige vrouw in bad zitten. Hij stapt uit bad en gaat zijn tanden poetsen. Vervolgens slaat hij een handdoek om en stapt in de auto om een frisse onderbroek te kopen. Bij de HEMA aangekomen staat hij, enkel in handdoek gekleed, in de rij voor de kassa met een nieuwe onderbroek. Een oma zegt hem dat hij deze wel kan gebruiken en dat klopt. Vervolgens koopt hij nog een mooi bosje tulpen en gaat terug naar de auto. Hier trekt hij de onderbroek en de resterende kledij aan. Hij stapt weer in de wagen en rijdt naar Galerie Pennings. ‘Live’ zien we hem de trap naar de galerie oplopen, de deur openen, en… daar is hij: de kunstenaar, met een bosje tulpen voor de galeriehoudster. Het filmpje is illustratief voor de onbedwingbare productiedrang van Mamabart. Waar zijn foto’s niets aan visuele duidelijkheid overlaten, blijft de film echter nog wel eens haperen. De film is dan ook vooral bedoeld als ‘opleukertje’.

Perspectief van een levensgenieter


Het wonderlijke perspectief maakt de wereld van Mamabart een plezierige wereld om naar te kijken. De fysieke elementen, opgevoerd door zijn eigen lichaam in foto’s, nemen de kijker mee in zijn wereld. Zo presenteert hij een foto waarop we hem op een boom zien zitten. Nu zit iedereen wel eens op een boom, maar dan zitten we niet op de stam van de boom, terwijl deze rechtop staat. Door de camera echter een slag te draaien en aan de boom een steuntje te bevestigen waarop zijn lichaam rust, construeert Mamabart echter een overtuigend beeld. Hiermee toont Mamabart aan, dat je wel degelijk op een boom kan zitten, terwijl deze boom gewoon in de grond staat… Het is maar net hoe je het bekijkt en benadert.

De kijker wordt geconfronteerd met zijn eigen lichamelijkheid; zijn lichaam dat zich muf achter de computer schaart, de gang naar de supermarkt maakt en zo meer. Feel free to be free doet dan ook een beroep op de verwondering over de wereld en de fysieke vrijheid, ingegeven door een ongedwongen gemoed.

Boeken / Fictie

De eeuw van Seths oom

recensie: Vikram Seth - Twee levens

In onze tijd van schaalvergroting, mondialisering en eeuwige vooruitgang zijn steeds meer mensen op zoek naar hun identiteit en hun achtergrond. Ze keren terug naar hun persoonlijke geschiedenis om van daaruit weer greep te krijgen op de wereld om hen heen. Een paar jaar geleden was De eeuw van mijn vader van Geert Mak in Nederland een groot succes, omdat het zo sterk appelleerde aan onze zoektocht naar identiteit en aan onze gevoelens van verlies. Nu gaat Vikram Seth, de in India geboren schrijver van A suitable boy en An equal music, in Twee levens op zoek naar zijn familiegeschiedenis.

Twee levens, het verhaal van een eeuw en een alles overbruggende liefde concentreert zich op de levens van Seths oom Shanti, “Shanti-oom”, en zijn tante Henny, aan de hand waarvan hij de grote thema’s van de twintigste eeuwse geschiedenis kan bespreken. Shanti vertrok, net als zoveel jonge Indiërs in de vooroorlogse jaren, op jonge leeftijd uit India om uiteindelijk in Berlijn tandheelkunde te gaan studeren. Daar huurde hij een kamer in het huis van de moeder van Henny en werd hij al snel opgenomen in de vriendengroep van die laatste. Terwijl de joodse Henny in 1939 als enige van haar familie nog net naar Engeland kon emigreren, nam Shanti dienst in het Engelse leger en bracht hij de oorlog door in het Midden-Oosten en Italië, tot hij bij de slag om Monte Cassino zijn rechterarm verloor. De strijd van Henny en Shanti om elkaar en hun bestaan na de oorlog, en hun verwerking van de geschiedenis vullen de rest van het boek, inclusief de jaren dat Vikram Seth bij hen inwoonde toen hij in Engeland studeerde.

Bronnen en geschiedenis

Vikram Seth
Vikram Seth

Seth beschrijft de geschiedenis van zijn oom en tante aan de hand van gesprekken met zijn oom en andere familieleden, zijn eigen herinneringen en toevallig gevonden brieven van zijn tante. Na haar dood wilde Shanti-oom namelijk alles van haar vernietigen en geheel per ongeluk is een kist met persoonlijke spullen van haar bewaard gebleven, zonder welke een groot deel van het boek niet bestaan zou hebben. Deze brieven beslaan de onmiddellijke naoorlogse periode, waarin Henny ontdekte dat haar moeder en zus omgekomen waren in een concentratiekamp en dat niet al haar vroegere vrienden nog konden voldoen aan haar principiële opvattingen van vriendschap. Het zijn waardevolle documenten die Seth met respect behandelt en analyseert, maar dat heeft wel tot gevolg dat een relatief groot gedeelte van het boek over de oorlog gaat. Enerzijds is dat de beperking van de historicus, die moet werken met de beschikbare bronnen, anderzijds is het ook een keuze van de schrijver zelf.

Na de beschrijving van de oorlogsperiode en de publicatie van de brieven van Henny waagt Seth zich aan een bredere, historische beschouwing van dit tijdperk en de rol van Duitsland daarin, waarbij hij zich van tevoren indekt tegen de risico’s van eventuele veralgemeningen. Hierin vinden we Seths opzet: het boek is voor hem een persoonlijke zoektocht door een geschiedenis waarmee hij niet erg bekend is. Zijn scholing in India en later Amerika is er de oorzaak van dat Seth zich nooit verdiept heeft in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Helaas tillen Seths beschouwingen het verhaal van zijn familie niet echt op een hoger niveau.

Persoonlijke zoektocht

Twee levens is vooral een erg persoonlijk boek, je krijgt als lezer als het ware een kijkje in de keuken van de schrijver. Seth vertelt in de ik-vorm over hoe zijn moeder hem het idee voor het boek aan de hand deed, hoe hij moest strijden met en om zijn (vaak beperkte) bronnen en hoe het boek steeds aangepast is na commentaar van zijn familie en uitgevers. Het veranderde, net als het leven zelf. Twee levens is dan ook geen ‘definitief boek’, met de zekerheden die in romans mogelijk zijn. Het is Seths eerbetoon aan twee voor hem belangrijke mensen en het is een persoonlijke zoektocht naar identiteit en hoe deze is opgebouwd. Twee levens is geen groots opgezette roman, zoals A suitable boy dat bijvoorbeeld wel was. Groots is Twee levens in zijn beschrijving van het gewone leven van gewone mensen, die er maar het beste van maken. Er spreekt vooral een groot gevoel van liefde uit en als we er iets uit zouden kunnen leren dan is het dit:

Ook van geschiedenis met een kleine letter kunnen we leren: de gedachte dat hetgeen gewone mensen besluiten en doen, gewichtig of onbeduidend, soms door nauw merkbare verschuivingen, soms met een enorme schok, en niet eens altijd in dezelfde richting, ertoe kan leiden dat de aarde een vriendelijker en relatief veiliger thuis wordt voor al zijn bewoners, óf een nog sterker verscheurd oord vol onzekerheid, verdriet, onrecht, angst, honger en pijn.

Boeken / Strip

De strip als literatuur

recensie: Paul Gravett - Graphic Novels: Stories to Change Your Life

.

De auteur, Paul Gravett, is een bekend gezicht in de Britse stripwereld. In de jaren tachtig was hij een centraal figuur bij het alternatieve stripblad Escape en de daaraan verbonden uitgeverij Escape Publishing – waar bijvoorbeeld Neil Gaiman (Sandman, Stardust) en James Robinson (Starman) hun schrijverscarrière begonnen. Van 1992 tot 2001 stond hij aan het hoofd van The Cartoon Art Trust, een organisatie die tot doel heeft de Britse strip te preserveren en te bevorderen. Tegenwoordig werkt Gravett als freelance journalist en schrijver. In 2004 kwam al zijn boek Manga: Sixty Years of Japanese Comics uit, over de ontwikkeling van de Japanse strip sinds de Tweede Wereldoorlog.

Ideaal voor de koffietafel

En nu ligt daar dus Graphic Novels: Stories to Change Your Life. Ongeveer het formaat van een Europees stripalbum, gedrukt op duur papier (192 bladzijden) en met een cover van Daniel Clowes (Eightball, Ghost World). Ideaal voor de koffietafel dus. In twaalf hoofdstukken probeert Gravett de beginnende striplezer over enkele algemene vooroordelen te helpen, kennis te laten maken met verschillende genres van strips, en behandelt hij werken die volgens hem de beste voorbeelden van deze genres zijn.

Het hoofdstuk over superhelden stelt bijvoorbeeld Frank Miller’s The Dark Knight Returns en Alan Moore’s Watchmen centraal. Beide titels worden kort geanalyseerd op hun gebruik van taal en beeld om een verhaal te vertellen. Hierna worden nog enkele andere titels voorgesteld voor wie na deze eerste ervaring verlangt naar meer. Mocht het je interesseren: Astro City, Promethea en Planetary worden aangeraden.

Een lust voor het oog

Graphic Novels is een solide boek dat duidelijk met veel enthousiasme en kennis van zaken is gemaakt. De korte introducties van elk genre zijn goed geschreven en staan vol met anekdotes van stripmakers. De analyses van verschillende strips zijn simpel en treffend. De overvloed aan afbeeldingen is een lust voor het oog, en maakt dat je het boek voortdurend doorbladert. Als je nog nooit strips hebt gelezen, is dit een fantastische introductie.

Het grote nadeel van Graphic Novels is dat het duidelijk op een Brits en Amerikaans publiek mikt. Al in de inleiding maakt de schrijver dit duidelijk: “I filtered my first, long shortlist through a number of criteria. First, they should be in English.” Weinig Frans of Belgisch werk, dus, en al helemaal geen Nederlandse klassiekers. Alleen materiaal wat ooit vertaald is, zoals van Moebius of Enki Bilal, maakt een kans. Graphic Novels is daarom niet zozeer een kennismaking met de wereld van strips, maar met de provincie van Engelstalig werk. De behandelde strips zijn een vreemde mengelmoes van oorspronkelijk Engelse en in het Engels vertaalde strips.

Bovendien plaatst Gravett wel heel erg de nadruk op ‘literatuur’. Hij wil de serieuze lezer binnenhalen, en laat commerciëlere strips daarom links liggen. Dit is een volkomen redelijke keuze, maar het feit blijft dat Graphic Novels zich daarmee beperkt tot een heel klein onderdeel van de Engelstalige stripmarkt. Hoe mooi vormgegeven het boek ook is, uiteindelijk is Graphic Novels zelfs als introductie zeer gelimiteerd in haar onderwerp en reikwijdte.

Theater / Voorstelling

Gevaarlijke woorden

recensie: Door Jou (Keesen&Co )

“Mensen luisteren niet naar je als je ze niet eerst complimenteert.” “Zei je iets?” Het is een voorbeeld van de wijze waarop het stel Anne en Johan met elkaar communiceert. Beiden zijn aan het toneel en ze hebben ogenschijnlijk al jaren een prima relatie. Maar onder de oppervlakte spelen ze een gevaarlijk spel met elkaar. Hier draait het om in Door Jou van toneelgezelschap Keesen&Co.

~

Anne (Monique Kuijpers) en Johan (Michiel Nooter) lijken een relatie te hebben zoals vele andere stellen: met de nodige strubbelingen, maar ook met wederzijds respect en liefde voor elkaar. Anne is een gerenommeerd toneelschrijfster, Johan acteur in kluchten. De twee spelen in hun dagelijks leven een woordenspel, met tal van stemverheffingen, accenten en blikken, om elkaar op hun mindere kanten te wijzen zonder dat de buitenwereld daar weet van heeft.

Ongewild toeschouwer

Het onderlinge spel, en daarmee eigenlijk ook het beeld van hun relatie, verandert als de jonge Peter Witjes (Joerie Vos) bij het stel op bezoek komt. Hij is een beginnend toneelschrijver en een leerling van Anne. Door omstandigheden blijft hij langer dan de bedoeling is en wordt hij ongewild toeschouwer van de manier waarop Johan en Anne met elkaar omgaan. Mede door Peters duidelijke bewondering voor zijn grote voorbeeld Anne, wordt duidelijk dat er achter het woordenspel veel meer schuil gaat en hoe de verhoudingen tussen Johan en Anne echt liggen

Onder de oppervlakte

~

Peter heeft grote moeite met het maken van volzinnen. Maar de zinnen die hij weet te produceren, zijn vaak treffend en wijzen Johan en Anne akelig goed op wat er mis is onder de oppervlakte van hun relatie: vastgelopen posities, patronen en rituelen. Johan vindt Anne maar een egocentrische vrouw die parasiteert op hem, Anne voelt zich alleen serieus genomen als ze het slachtoffer uithangt.

Pas als Peter haar uitnodigt bij hem op zijn bescheiden studentenkamertje te komen wonen – met één stoel, crackers met jam en een kapotte televisie – dringt bij het stel het besef door dat ze het samen nog zo slecht niet hebben.

Even inkomen

Keesen&Co staat naar eigen zeggen voor hedendaags toneel dat – altijd met humor en zelfspot – de complexiteit van het leven blootlegt. Door Jou is geschreven door Esther Gerritsen, schrijfster van vele theaterteksten en twee romans. Dit is het derde toneelstuk dat Gerritsen voor Keesen&Co heeft gemaakt na Een vriendelijk stuk over aardige mensen (2002) en Hoe komt het kalf bij zijn maat (2003).

Door Jou is een toneelstuk waar je even in moet komen. Wel zullen de alledaagse relatiebeslommeringen voor velen herkenbaar zijn. Er wordt een stortvloed aan woorden gebruikt en dat maakt het soms lastig om de concentratie vast te houden. Het aantal stemverheffingen zou wel iets minder mogen, dit wordt op een gegeven moment wat storend. Toch spelen Monique Kuijpers en Michiel Nooter hun rollen met overtuiging. De rol van Peter blijft wat vaag. Joerie Vos laat veel stiltes vallen en schiet vaak bijna in de lach. Voor het publiek is het moeilijk in te schatten of het bij de rol hoort of niet. Peters liedje voor Anne aan het eind van het stuk is in ieder geval wel overtuigend en zeer innemend. En met dit sterke slot laat Keesen&Co toch zien dat Door Jou ook vóór jou bedoeld is.

Keesen&Co toert nog tot en met 17 mei 2006 door het land met het stuk Door Jou. De actuele speellijst vind je hier.

Film / Films

Krankzinnige daden in perspectief

recensie: Paradise Now

Het is altijd gevaarlijk om een film te maken over een concrete politieke problematiek, aangezien zo’n film al snel dreigt uit te monden in propaganda. Met zijn alom geprezen Paradise Now heeft de Palestijns-Nederlandse regisseur Hany Abu-Assad dit gevaar gelukkig weten te omzeilen.

~

De film schetst een overtuigend maar ingetogen portret van Said en Khaled, twee gewone jongens die op het punt staan om zichzelf voor de goede zaak op te blazen. Ondanks het beladen onderwerp ontbreekt in Paradise Now elke vorm van pathos. De alledaagsheid van het leven wordt benadrukt. We zien hoe Said en Khaled ruzie maken met een klant, samen een waterpijpje roken en flirten met een meisje. Dit zijn geen fanatieke gekken of gehersenspoelde radicalen. Hun leven verschilt in vrijwel niets van dat van honderden andere jongens. Alleen de bezetting van de Israëli’s maakt hun situaties anders. Deze bezetting is niet alleen onaangenaam, maar ook vernederend. Ze voelen zich er impotent door. Said nog meer dan zijn vriend, want zijn vader was een collaborateur.

Tragiek

In Paradise Now worden de zelfmoordaanslagen niet goedgekeurd, maar er wordt wel een poging gedaan om deze schijnbaar krankzinnige daden in een perspectief te plaatsen. We zien hoe de hoofdpersonen twijfelen over de rechtvaardigheid en wenselijkheid van hun missie. Verder blijkt dat hun eigen kamp hen niet eens vertouwt. De gordel met bommen die ze moeten dragen wordt zo bevestigd dat hij niet zomaar verwijderd kan worden, zonder daarmee de bommen tot ontploffing te brengen. De tragiek van jongens als Said en Khaled is dat de enige uitweg die ze nog zien – gewelddadige zelfmoordaanslagen – de situatie van de achterblijvers alleen maar verergert, aangezien die aanslagen de Israëli’s in feite een legitimatie verschaffen voor het voortzetten van de bezetting.

~

Paradise Now werd voor een groot deel in bezet Palestijns gebied opgenomen, wat de nodige problemen opleverde. In een interview (als extra aan deze dvd toegevoegd) vertelt Abu-Assad dat hij ernstig werd tegenwerkt door de Israëli’s, die bang waren dat hij het terrorisme goed zou praten. Daarnaast waren ook bepaalde Palestijnse fracties niet blij met zijn komst, aangezien ze vreesden dat zijn film de goede zaak geen goed zou doen. Andere extra’s bij deze dvd zijn een interview met Lubna Azabal en een overbodige making of, waarin wat lukrake shots van de opnames in Israël te zien zijn.

Lees hier onze recensie van de bioscooppremière.

Boeken

Renoirs Roestvrije Repeteerrepertoire

recensie: Bert Cardullo (Ed.) - Jean Renoir: Interviews

Geef mij zo’n oom; zo’n welwillende, intelligente, ervaren, door het leven getekende oom als Jean Renoir. Toegegeven: hij herhaalt zichzelf nog al eens, maar dat is eigen aan het oom-zijn, en echt hinderlijk is het niet, want Jean Renoir (1894-1979) is inmiddels al zo lang dood dat alles dat hij eindeloos herkauwde vanzelf weer actueel en interessant wordt. Tot ons genoegen harkte professor Bert Cardullo de beste interviews met Renoir bijeen, in het kader van de serie Interviews with Filmmakers, zodat we nu ons oor te luisteren kunnen leggen bij de man, bij wie de Nouvelle Vague-jongens de mosterd haalden.

Jean Renoir
Jean Renoir

Want dat deden ze; zij, en nog vele anderen. Na behoorlijke successen in Europa, met onder meer stille films als La Fille de l’Eau en het naturalistische Nana, en daarna La Grande Illusion over de Eerste Wereldoorlog als einde van een tijdperk en het profetische La Règle du Jeu (1939), maakte Renoir enkele films in Hollywood, onder meer voor Twentieth Century Fox. Niet dat deze zoon van schilder Pierre-Auguste Renoir lang voor deze studio werkte, overigens. Na Swamp Water, dat redelijk succesvol was, bleek Renoirs methode van improvisatie en filmen op locatie totaal niet in te passen in het studiosysteem. Daarna werkte hij dus enkel nog voor wat kleinere, onafhankelijke maatschappijen als RKO. Toch was de breuk met TCF helemaal geen breuk, meldt Renoir aan een jonge François Truffaut in Cahiers du Cinema. Directeur Darryl F. Zanuck was een goede vriend, die als geen ander de filmindustrie begreep, en als vanzelfsprekend Renoirs contract op diens verzoek verscheurde, glimlacht Renoir. In Renoirs universum heeft iedereen altijd gelijk, gaat veel vanzelf, en wat toch moeite kost blijkt achteraf altijd een zegen te zijn geweest voor de creativiteit. Renoir is een ambachtsman, een werker, zonder valse idealen van volksverheffing en boodschap:

Nowadays [1964, PB] everything is artistic. But, in the bottom of my heart, I don’t like it. You know, you make things, that’s all. And they are good of bad. Or they’re an expression of yourself or not, and that’s all.

Zeggen is één: in een sfeerverslag van een acteursrepetitie brengt Renoir zijn filosofie in de praktijk. Voorzichtig en geduldig legt hij uit aan het studentgezelschap van de universiteit van Berkeley wat hij denkt van toneelmaker Stanislavsky (peetvader van het zogeheten method acting), en telkens opnieuw onderbreekt hij de acteurs als ze gevoel in hun spel proberen te leggen. Te vroeg, zegt Renoir. Het gevoel komt vanzelf, zodra je de tekst achterstevoren kunt spellen.

Belcampo-speak

In de mindere interviews ontstijgt Renoir nog met gemak het niveau van de provinciale oom met eigen ideeën, maar met de juiste vragen heeft hij zelfs wel wat van een denker. In een meanderende Belcampo-speak verwerpt Renoir hele cultuurtradities, plaatst hij de wereldgeschiedenis in een nieuw kader, en legt hij met chirurgische precisie vingers op gevoelige plekken. (Vast en zeker een gezellig mollig vingertje, als we met enige goede wil de kaftplaat afmaken.) Een taxichauffeur die liefhebbert in kunstschilderen vraagt hem, terwijl Renoir en een verslaggeefster in 1968 doodsangsten uitstaan in de taxi, of hij misschien familie is van de schilder Pierre-Auguste Renoir. Half gezellige geinponem, half bescheiden twijfelaar geeft Renoir antwoord:

“Yes.”
“Of the painter Renoir?”
“Yes. He was my father.”
The driver goes on looking. “You are yourself, then… There was a famous man of the theater and the cinema…”
“That’s my nephew Claude. A cameraman. Or my brother Pierre, perhaps. The actor.”
“No, someone some time ago, a most famous man of the theater and the cinema, I believe.”
“Yes, I think you are right, I believe there was once another Renoir who worked in the theater. Not related.”

Een heerlijk boek vol met deze schutterige schelm: het vormt een contrast met de weinig enthousiaste uitvoering. Lelijke kaft, plichtmatig voorwoordje, geen foto’s (“een boek zonder plaatjes…”). Met deze afwerking krijg je soms de indruk dat Cardullo e.a. het tegen hun zin uitgaven. Misschien dat ze op den duur genoeg van hem kregen. In 1975 zette Renoir vraagtekens bij een Hollywoodsysteem dat dan eigenlijk niet meer bestaat. Laat oompje maar, hij wordt een dagje ouder.