Muziek / Album

Ja, maar toch net niet

recensie: Adem - Love and Other Planets

Twee jaar geleden verraste Londenaar Adem met een prachtige singer/songwriterplaat die de gepaste titel Homesongs met zich meedroeg. Op zijn tweede album Love and Other Planets verruimt hij letterlijk en figuurlijk zijn horizon. Dat levert af en toe mooie vergezichten op. Maar ik blijf vooral met het gevoel achter dat ik naar een jehovagetuige aan het luisteren ben die je met alle geweld wil dwingen zijn boodschap over te nemen. Geniet verdomme van het leven.

Love and Other Planets staat in het teken van ruimte. Verwacht echter geen spacerock. Of in Adem’s eigen woorden: “Just because I’m writing about space, doesn’t mean I wanted it to sound like a 70’s sci-fi movie soundtrack”. Het ruimtelijke zit hem dan ook vooral in de songtitels en de teksten: Launch Yourself, Crashlander, Last Transmission from the Lost Mission. Enfin, het zal duidelijk zijn.

Kinderlijk positief

~

Homesongs uit 2004 liet zich het best beluisteren als een moderne folkplaat. Love and Other Planets is in vergelijking met die voorganger toch meer een popplaat geworden en dat komt voornamelijk doordat er her en der een relatief stevige drumbeat opduikt. Het resultaat is een plaat met een kinderlijke positieve sfeer zoals je die bijvoorbeeld ook bij Sufjan Stevens kunt terugvinden. Een nummer als X Is for Kisses zou zo uit de koker van Stevens kunnen komen. Al moet gezegd worden dat Adem een minder begenadigd zanger is. Hij zingt soms aarzelend soms fluisterend en af en toe volgt er een zeurderige aanloop naar een uithaal die nergens helemaal ten uitvoer wordt gebracht. Dat is waarschijnlijk maar goed ook, de kans dat Adem uit de bocht zou vliegen is groot.

Mart Smeets-effect

Drie kwartier lang balanceert het album op de rand van een volmondig ja en een net niet. Dat lijkt misschien moeilijk, maar dat is het niet. Adem wil je graag mee naar buiten nemen. Je hand vasthouden en samen met jou stargazen, wegmijmeren en hoofdschuddend afvragen waarom de rest van de wereld het niet snapt. Natuurlijk, ik ga graag mee met je mee, Adem. Ik wil uit alle macht de liefde belijden aan moeder aarde en alle andere planeten in het heelal. Maar als we daar dan samen staan en we naar de hemel turen loop dan niet zo verschrikkelijk aan mijn kop te zeuren over hoe mooi het allemaal is, met die zeurderige stem van je. Dat zie ik ook wel. Laat me gewoon genieten.

Adem gaat na een heldhaftige strijd uiteindelijk ten onder aan de gevolgen van het Mart Smeets-effect: continue blijven zeggen dat iets zo mooi is dat je er niets aan toe te voegen hebt. Waar hij in zijn debuut bij de basis bleef, verliest Adem het op Love and Other Planets van zijn eigen pretenties. Dat levert nog wel juweeltjes op als Something’s Going to Come en Love and Other Planets, maar uiteindelijk sterft het album in schoonheid. En dat is misschien mooi voor de romantische zielen onder ons, maar op de keper beschouwd is het gewoon heel jammer dat dit niet de plaat is die hij had kunnen zijn.

Muziek / Album

Uit protest

recensie: Cracker - Greatest Hits Redux

Platenmaatschappijen en bands staan lang niet altijd op goede voet met elkaar. De verzamelaar Greatest Hits Redux van Cracker is een direct gevolg van een moeilijke relatie. Eigenlijk stond Cracker op het punt een nieuw album met de titel Greenland uit te brengen toen Virgin Records te kennen gaf dat ze Get on With It: The Best of Cracker gingen uitbrengen. Dit viel verkeerd bij de band.

Uiteraard wilde Cracker de aandacht vestigen op hun nieuwe album, dat in maart zou moeten uitkomen. Nu werden zij gedwongen deze datum te verschuiven. Uit protest bracht de band bij een onafhankelijk label hun eigen compilatie uit. Met vrijwel dezelfde nummers erop, maar met als bonus: Ain’t Gonna Suck Itself. Een klein protestliedje tegen Virgin Records.

Historie

~

Cracker werd in 1991 opgericht door de zanger/gitarist David Lowery. Lowery had vlak daarvoor afscheid genomen van de alternatieve band Camper van Beethoven. Er volgde een periode van wisselende bezettingen binnen de band. Vooral de drums werden door verschillende personen onder handen genomen. Maar tegen het eind van de jaren negentig werd de line-up dan toch redelijk stabiel met drummer Frank Funaro en toetsenist/accordeonist Kenny Margolis. Samen met Lowery, Hickman (gitaar) en Rupe (bas) brachten zij in 1998 Gentleman’s Blues uit. Uiteindelijk zal Victor Krummenacher Rupe nog vervangen.

Cowboy

Hoewel de grondleggers van Cracker uit het alternatieve circuit komen is Cracker zelf alles behalve alternatief. Vanaf de eerste tonen van de cd tot aan de laatste noten heb je een vreemd gevoel van herkenning. Ook wanneer je nog nooit eerder iets van de band gehoord hebt. De muziek glijdt makkelijk naar binnen. Er gebeuren geen hele spannende dingen, waardoor de muziek lang niet altijd opwindend is. Cracker laat regelmatig horen dat het affectie heeft met de countrymuziek.

Een goed voorbeeld hiervan is het meer dan negen minuten durende Euro-Trash Girl. Na een anderhalve minuut durende intro, waarin niets gebeurd, sukkelt het nummer nog acht minuten door met rustig voortkabbelende Lonesome Cowboy-gitaartjes en zeurderige zang. Gelukkig staan op deze verzamelaar ook nummers die wat meer ballen hebben. Sweet Thistle Pie zou bijvoorbeeld op een album van Aerosmith niet misstaan en Low is zo’n heerlijk relaxed nummer, waarbij je jezelf midden in een LSD-trip waant. Lekkere psychedelisch gitaargejank en teksten zoals:

Blue blue is the sun.
Brown brown is the sky.
Green green were her eyes.
A million miles a million miles.

De jaren zeventig vloeistofprojecties trekken aan je innerlijke oog voorbij bij het horen van dit nummer.

Behoudend maar ook nieuw

De band lijkt sowieso veel beïnvloed door de muziek uit het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig. Big Dipper bijvoorbeeld voelt als een ouderwets Pink Floyd nummer en regelmatig steken er pianodeuntjes de kop op die zo van The Beatles afkomstig zouden kunnen zijn.

Greatest Hits Redux is een zowel een prima introductie voor degene die nog niet bekend was met het werk van deze band, maar ook een aardige toevoeging voor de fan. Zo wordt bijvoorbeeld I See the Light in de uitgebreide versie gespeeld, zoals dat in de loop der jaren tijdens de liveoptredens is ontstaan. En in Low is een intermezzo met een Egyptisch accordeon toegevoegd. Het zijn van die kleine wijzigingen die de fan kan waarderen.

Boeken / Fictie

Leven we te lang?

recensie: Juan Carlos Onetti - Het korte leven

Hoewel de naam Juan Carlos Onetti (1901-1994) weinigen bekend in de oren zal klinken, is hij niet de eerste de beste. Als één van de meest vooraanstaande Zuid-Amerikaanse auteurs van de vorige eeuw schreef hij een indrukwekkend oeuvre bij elkaar. Zijn werk leverde hem bovendien een hele reeks prestigieuze literaire onderscheidingen op, waaronder de Premio Miguel de Cervantes. Toch is dat geen garantie voor aandacht uit de Lage Landen: meer dan vijftig jaar heeft het geduurd voor Het korte leven (La vida breve), één van Onetti’s bekendste romans, in het Nederlands werd vertaald.

~

Het korte leven vertelt de lotgevallen van Brausen, een tamelijk saaie man met een weinig interessante job in een reclamebureau. Zijn leven komt echter in een stroomversnelling terecht wanneer zijn vrouw Gertrudis een borst laat amputeren. Al snel bloedt hun relatie dood: Gertrudis kan met haar veranderde lichaam geen vrede nemen, en ook Brausen weet na de operatie zijn draai niet meer te vinden. Hij zoekt dan troost in de dikke armen van zijn buurvrouwprostituee en verliest zich in het filmscenario dat hij aan het schrijven is. Beide laten hem toe zijn kleurloze bestaan achter zich te laten en een nieuwe, meer opwindende identiteit aan te nemen.

Doolhof

Ware en verzonnen identiteiten, fantasie en werkelijkheid, ze lopen in dit verhaal allemaal door elkaar. Uit frustratie met zijn uitzichtloze situatie begint Brausen zich meer en meer op zijn alter ego’s te fixeren: Arce, de schoft die de prostituee misbruikt en het plan opvat om haar te vermoorden, en Diaz Grey, de koele dokter uit het filmscenario die op avontuur trekt met de onweerstaanbare Elena Sala. Die fixatie van Brausen leidt zelfs tot een perspectiefwissel aan het einde van het boek: de ik-verteller is plots Diaz Grey geworden. Droom en werkelijkheid zijn nu definitief met elkaar vervlochten.

Dat spel met verschillende identiteiten en werkelijkheden kan je zien als Onetti’s manier om de complexiteit van de wereld weer te geven. Iedereen in de moderne wereld vervult verschillende rollen, en wie droomt er nooit van uit zijn soms voorspelbare bestaan te ontsnappen? Die ingewikkelde doolhof van parallelle werelden maakt ook de leeservaring er niet eenvoudiger op. Geen van de subplots – als die term al van toepassing is – bestaat uit een rechtlijnig verhaal: vaak blijft het ‘waarom’ achter de gebeurtenissen onduidelijk, en bij momenten laat Onetti de lezer zelfs in het ongewisse over ‘wat’ er precies heeft plaatsgevonden. Het gevolg is een soms onontwarbaar geheel van gesprekken, overpeinzingen en voorvallen, waarin de lezer, net als Brausen, meer dan eens riskeert verloren te lopen.

Korte levens

Wat van dit boek overblijft is dan ook vooral een verzameling indrukken. Beelden van rokerige cafés, papperige prostituees, hulpeloze personages die het noorden kwijt zijn en met de moed der wanhoop naar een beetje zin in hun leven zoeken. Optimisme lijkt Onetti vreemd: de mensen die hij portretteert zijn onmogelijk te doorgronden, ware liefde is een illusie, en de dood blijkt nooit ver weg. Het moderne leven barst bovendien van decadentie, zinloosheid en onmacht. Toch is er nog een streepje hoop: Brausen komt tot het inzicht dat de mens niet over één lang bestaan, maar over een reeks korte levens zou moeten beschikken, waarin hij niet voldoende tijd heeft om zich “te compromitteren, spijt te hebben of te verouderen”. Hoe je zoiets kan bereiken, blijft echter onopgehelderd.

Het is duidelijk dat Het korte leven zich niet makkelijk laat samenvatten of interpreteren. De schijnbaar zinloze reeks gebeurtenissen ontsnapt aan elke vorm van logica, en waarschijnlijk wil Onetti vooral een algemeen gevoel overbrengen, de tijdgeest die heerste in het midden van de vorige eeuw. Hij gebruikt zowel de vorm als de inhoud van zijn boek om enkele Grote Onderwerpen aan te snijden – leven, liefde, zin,… – en het resultaat is even memorabel als bevreemdend. Met Het korte leven heb je een klassieker in handen, maar dan wel één voor de doorgewinterde lezer. Je bent gewaarschuwd.

Theater / Voorstelling

Zelfmoordaanslag in een glittertruitje

recensie: To Die For (het veemtheater)

Radicalisering en zelfmoordaanslagen zijn voor de meesten van ons een ver-van-je-bed-show, termen waarbij je waarschijnlijk denkt aan Palestina, Osama Bin Laden en 9/11. Irene Kriek, die ook al enkele jongerenvoorstellingen bij Toneelgroep Amsterdam regisseerde, brengt in het toneelstuk To Die For die termen opeens akelig dichtbij: naar de meisjeskamer van een normale, Nederlandse puber.

Fransie en Mira zijn op het eerste gezicht twee heel gewone meiden. In de nadagen van hun puberteit maken ze zich druk om jongens, seks, school, irritante ouders, Sex & the City, en de nieuwe Karl Lagerfeld-collectie bij de H&M. Fransie heeft een grote bek en vindt een schoolfeest zonder ook maar één keer gezoend te hebben, het ergste wat je kan overkomen. Mira worstelt met haar maatje meer en durft niet tegen haar moeder te zeggen dat ze een trut is. Niks aan de hand, zo lijkt het.

Grijze massa

~


Maar er blijkt onder die ogenschijnlijk onbezorgde oppervlakte een hoop onzekerheid te schuilen bij de twee meisjes. Deel uitmakend van een generatie die alles al heeft – iPods, mobieltjes, de nieuwste mode – dreigen ze te worden opgeslokt door de grijze massa zonder dat ze tot grote hoogte hebben kunnen stijgen. Want straks begint het aftakelen en zijn ze helemaal niemand meer.

Five minutes of fame

Dat zoeken naar een identiteit is iets wat alle pubers vroeg of laat overkomt. Van betekenis willen zijn, populair, bijzonder. Maar dat lijkt tegenwoordig niet zo makkelijk te bereiken. Want als je alles al mag en hebt, is er niets bijzonders meer aan je. Dat vraagt dus om een rigoureuze actie. Paraderend in hun nieuwe glittertruitjes van de H&M beramen de twee meiden een zelfmoordaanslag, de snelste manier om aan hun ‘five minutes of fame’ te komen.

De jonge (pas 18-jarige) actrices Fransie Groenendijk en Mira van der Lubbe spelen de onzekere pubers inlevend en overtuigend. Ze weten je aandacht het volle uur vast te houden en laveren mooi heen en weer tussen uitbundig en serieus, grappig en emotioneel. En dan te bedenken dat ze slechts met een aantal theaterworkshops op een dergelijk niveau weten te komen.

Van betekenis

Halina Reijn waarschuwde ons al in haar roman Prinsesje Nooitgenoeg: de jongste generatie heeft geen idealen meer. We doen niet veel bijzonders, en we zijn niet veel bijzonders. Regisseuse en bedenkster Irene Kriek gaat in To Die For nog een stapje verder met dit gegeven. Want als je dan tóch van betekenis wilt zijn in de huidige consumptiemaatschappij moet je het radicaal aanpakken. En dat is precies wat ze laat zien in deze voorstelling. Hoe een (te) ver doorgeschoten puberfantasie opeens in de realiteit wordt gebracht op een normale meisjeskamer ergens in Nederland.

To Die For is nog te zien tot en met 28 april en in oktober en november 2006. Klik hier voor een uitgebreide speellijst.

Film / Films

Vorm versus inhoud

recensie: Rize (Special Edition)

Tommy de Clown klopt poeder op zijn geschminkte gezicht. In 1992 begon hij op te treden op verjaardagspartijtjes en jongeren te ronselen vanwege hun danstalent. Tien jaar later zijn er meer dan vijftig van dit soort dansende clownsgroepen in de achterstandswijken van L.A. te vinden. Zit je bij een clownsgroep, dan laten de bendes je met rust. Met zijn werk redt hij dan ook levens, constateert Tommy, terwijl hij de rode ballonnetjes op zijn wangen oppoetst. Een paar maanden later zit hij huilend op de rand van zijn bed: zijn hele huis is net vernield door een rivaliserende dansgroep. Welkom in de getto.

Toen fotograaf David LaChapelle begon met het maken van Rize, wist hij nog niet dat het een documentaire zou worden. Hij wilde slechts het opkomende fenomeen ‘clowning’ zo mooi mogelijk in beeld brengen. De energieke dansvorm, waarbij razendsnelle bewegingen centraal staan, werd de afgelopen veertien jaar steeds populairder in de achterstandswijken van L.A. In plaats van zich bezig te houden met het harde straatleven begonnen jongeren in hun vrije tijd te dansen.

~

“Dit is geen trend. Dit is ons geloof.” Eén van de jongeren weet goed te verwoorden hoeveel dansen voor hem betekent. En clowning lijkt soms inderdaad op een religieuze ervaring: in extase springen de bezwete dansers door het beeld. Jong en jonger, dik en dun: iedereen stort zich vol overgave in de battles die gehouden worden. De piepjonge Lil’ Mama doet de strippersdans, jongens scheuren hun t-shirt van hun lijf of klimmen in hekken. Een enkele keer lopen de gemoederen zelfs zo hoog op dat een danser knock-out gaat: Daisy moet worden weggedragen als ze zich tijdens een dans volledig heeft laten gaan. Maar, verzekeren de dansers, clowning heeft niets te maken met geweld of seks; het heeft te maken met expressie.

Krumpen

Toch zorgt ook clowning uiteindelijk voor verdeling, want uit al die groepen wil er toch iemand de beste zijn. Zo zijn er de jongens en meiden die de ‘Tommy Academy’ hebben verlaten en hun eigen stijl hebben bedacht. Dit ‘krumpen’ zorgt misschien wel voor de meest spectaculaire beelden uit Rize, omdat het net even verder gaat dan clowning. De bewegingen zijn net wat sneller, de emoties net wat heftiger. Indrukwekkend is de scène waarbij beelden van een krump-sessie worden afgewisseld met beelden van dansende Afrikaanse stamleden. Memory genes noemt één van de dansers het na het terugzien van de scène: ze hebben nog nooit een Afrikaans stamhoofd zien dansen, en toch doen de jongeren uit L.A. precies hetzelfde.

~

LaChapelle gaat in Rize voortdurend de strijd aan met vorm en inhoud. Hij plaatst de dansers voor kleurrijke wanden of smeert ze in met glanzende olie. “Het ging me niet om klasse of ras. Het ging me om het erkennen van deze artiesten”, zegt hij in één van de extra’s op de Special Edition van deze dvd. Toch is het hem wel degelijk gelukt een film te maken die verder gaat dan vorm alleen. Rize laat zien hoe een generatie zwarte Amerikanen ten onder gaat in de achterstandswijken, en hoe een paar van hen aan hun lot willen ontsnappen met het enige middel dat ze hebben: dans.

Onderdrukking

Rize gaat niet over dansen, maar over onderdrukking en kansloosheid. Niet voor niets begint de documentaire met beelden van de Rodney King-rellen uit 1992. Het is jammer dat de extra’s op de dvd beperkt zijn en niet verder gaan dan een aantal oppervlakkige groepsgesprekken en verwijderde scènes. Toch biedt de film zelf niet alleen indrukwekkende beelden, maar ook nog eens genoeg stof tot nadenken.

Theater / Achtergrond
special: Seth "fucking" Gaaikema en andere kleinkunstjuweeltjes

Avond van het Nieuwe Lied

~

Heb je een zaal vol kanjers uit de kleinkunst, van Frans van Deursen tot Bill van Dijk en van Maaike Widdershoven tot Marjolein Touw, is de zaal niet eens helemaal uitverkocht. Maar los daarvan was het een memorabel feestje, zondagavond in het Amsterdamse Werkteater.

Als onderdeel van het Amsterdams Kleinkunst Festival 2006 werden vóór de pauze twaalf gloednieuwe Nederlandse liedjes gepresenteerd, die een jury uit 361 inzendingen had uitverkoren, terwijl ná de pauze een duik werd genomen in een schatkist met liedjes uit de Nederlandse kleinkunstgeschiedenis.
En zo konden cabaretliefhebbers genieten van een geestig liedje dat Guus Vleugel ooit voor Jasperina de Jong schreef, waarin de rollen in de Rosse Buurt nu eens zijn omgedraaid: de heren lonken achter de ramen met sensuele blikken naar de dames die schichtig voorbij trekken. Het liedje werd gezongen door Mieke Stemerdink, terwijl Marjolein Touw en Lucie de Lange de schichtige dames voor hun rekening namen.
Marjolein Touw zong ook Dirkie van Louis Davids, waarbij de zaal bijna in katzwijm lag, want dit is nou zo’n liedje (jongetje moet zijn hondje begraven) waarbij je het écht niet droog houdt.

Wat een geluk

Maar er viel ook een hoop te lachen, want presentator Ralf Grevelink had de euvele moed om een tekst van oud-cabaretier Seth Gaaikema – die destijds een soort cabaret maakte waarbij je zelf peper en zout moest meenemen – te vergelijken met een liedje van Theo Nijland, dat Frans van Deurzen op het punt stond te gaan zingen. Quasi verontwaardigd stoof van Van Deurzen het toneel op: “Je gaat Theo Nijland toch niet vergelijken met Seth Fucking Gaaikema!”
Het was allemaal gespeeld, maar het gaf aardig weer hoe hoog de lat in kleinkunstkringen ligt. Of dat het een stelletje elitaire ballen zijn, dat kan natuurlijk ook. Ralf Grevelink trok zich daar niks van aan en zong zelf een liedje dat Rudi Carrell op het songfestival van 1960 had gezongen: Wat een geluk. Een schattig liedje, niet iets om je over te schamen. Maar Grevelink keek schichtig richting coulissen, omdat hij vermoedde dat ze Frans van Deurzen met vijf man moesten vasthouden om te voorkomen dat hij weer het podium zou bestormen.

~

Aanstekelijke ska

Dat was dus het programma ná de pauze, maar we waren natuurlijk gekomen voor het eerste deel van de avond. Daarin werden twaalf gloednieuwe Nederlandse liedjes gezongen onder begeleiding van een fantastische band onder aanvoering van Martin van Dijk.
Niet elk liedje sprong er uit, maar er zaten minstens vijf juweeltjes bij. En laten we eerlijk zijn: er zijn musicals die minder scoren. De eerste verrassing Ik heb u lief mijn Nederlands werd uitgevoerd door Bill van Dijk en was geschreven door Toine Paauwe, die er zich terecht aan ergert dat de Nederlandse taal sluipenderwijs door het Engels is vervangen. ‘Shoppen’, ‘stylen’, ‘call centres’ en ‘human resources managers’. Ach, was er nou niemand die zich aan “die waanzin” stoorde, zong Bill van Dijk, terwijl de band een aanstekelijk ska-ritme speelde.

Grijze vrouwen

De tweede klapper kwam van Gerrit Verbeek, die met het liedje Grijze vrouwen – getuige de reacties van de zaal – voor een schot in de roos zorgde. In dat liedje beschrijft hij het wonderlijke fenomeen dat vrouwen, als ze eenmaal op leeftijd zijn gekomen, geen mannen meer nodig hebben en liever met andere vrouwen op stap gaan. Het vuur is uit hun huwelijk, de passie is uit hun bed, maar ze willen nog zoveel, terwijl manlief niet meer vooruit is te branden. Het liedje werd uitgevoerd door cabaretduo Speelman en Speelman, die het liedje aan hun moeder opdroegen.
Een ander liedje dat er uit sprong was van Nelleke den Boer Wanneer zie ik je weer gezongen door Marjolein Touw. Het liedje beschrijft de spanning van het vreemdgaan. De muziek was van Martin van Dijk, die het een jazzy swing à la Sting had meegeven.

Wees een engel

Lucy de Lange had een fraaie zwarte jurk aangetrokken, om vervolgens met de overgave van een sopraan het grappige liedje De enige echte van Pauline van Buringen te zingen. Over een vrouw voor wie maar één de ware is: zijzelf. “Ik kan niet leven zonder mij; nee, ik laat me nooit alleen.” Nee, aan originaliteit ontbrak het deze avond niet.
Maar wellicht het leukste liedje van de avond was Wees een engel van Oda Visser, die al drie keer eerder tot de finale van de Avond van het nieuwe lied was doorgedrongen en inmiddels dus wel heeft bewezen dat ze over talent beschikt. Haar liedje kreeg een sprankelende uitvoering van Maaike van Widdershoven, die zong over een vrouw die na een ongeluk in de hemel terecht komt en haar man min of meer opdraagt zich snel bij haar te voegen. Ze neemt op een hilarische manier wraak als haar man besluit om toch nog even op aarde te blijven. Oda Visser leverde er een waar juweeltje mee af. Het lied verdient het om door zoveel mogelijk kleinkunstenaars op het repertoire te worden genomen. Maar eentje zou al mooi genoeg zijn.

Film / Films

Nederlandse dvd’s

recensie: Leef! // Guernsey // Diep

Leef!, Guernsey en Diep zijn drie prachtige Nederlandse films, waarvan alleen de eerste het grote publiek wist te bereiken. Nu ze op dvd zijn uitgebracht, hopen we dat de laatste twee alsnog massaal omarmd worden.

Leef!

(Willem van de Sande Bakhuyzen, 2005 • A-film)

~

Het 25-jarig jubileum van het Nederlands Filmfestival afgelopen jaar werd overschaduwd door het overlijden van regisseur Willem van de Sande Bakhuyzen. Ondanks deze trieste gebeurtenis werd zijn film Leef! bekroond met drie Gouden Kalveren. Ook won de film onlangs het Gouden Beeld, een prijs die wordt uitgereikt bij meer dan 100.000 bezoekers. De dvd van Leef! bevat niet alleen het indrukwekkende verhaal van vroedvrouw Anna Jongkind die haar oude passie schrijven weer oppakt, maar ook een making of die juist door Van de Sande Bakhuyzens dood een extra waardevol document is. Het is fascinerend om te zien hoe de sympathieke regisseur ondanks zijn ongeneeslijke ziekte het devies van de film ter hand neemt en de acteurs weet te inspireren en motiveren. Ook scenarioschrijfster Maria Goos komt uitgebreid aan het woord en acteurs als Peter Blok, Monic Hendrickx en Jeroen Krabbé laten zich uit over hun bevindingen op de set. Al zijn de interviews met deze laatsten nogal kort en oppervlakkig en vliegen de schouderklopjes over-en-weer, zijn ze toch aardig om te zien. Een tikkeltje vreemd is dat making-of en behind the scenes exact dezelfde filmpjes lijken te zijn.

Lees ook de uitgebreide recensie van Leef!.

Guernsey

(Nanouk Leopold, 2005 • Total Film)

~

Guernsey is een film waarbij verhaal en dialogen een ondergeschikte rol spelen. Bij de tweede lange speelfilm van Nanouk Leopold draait het vooral om de mensen en hun onderlinge verhoudingen. Verhoudingen die scheef liggen, maar waar met geen woord over gerept wordt.

Althans: niet door hoofdpersonage Anna (Maria Kraakman). Sinds de dood van haar moeder zwijgt ze over alles dat haar raakt. Zelfs haar confrontatie met een lijk in een Egyptische badkamer, houdt ze voor haar man en familie geheim. De kracht van Guernsey is niet alleen de constante onderhuidse spanning die tussen de personages voelbaar is, maar ook de eenvoud en natuurgetrouwe reacties van de karakters. Want zoals Kraakman in de making-of zegt: alleen in films komen mensen schreeuwend een kamer binnen als ze boos of gekwetst zijn. Een waarachtige en intrigerende film.

Lees ook de uitgebreide recensie van Guernsey.

Diep

(Simone van Dusseldorp, 2005 • A-Film)

~

“Seks is als het eten van een boterham.” Zo beweert de losbandige moeder van Heleen, een 14-jarig meisje dat opgroeit eind jaren zeventig. Ook haar vader helpt door het overspel met zijn secretaresse niet bepaald mee aan een positieve beeldvorming van liefde en seksualiteit. Desondanks is Heleen toch nieuwsgierig naar alles wat ermee te maken heeft. Tijdens een vakantie in Frankrijk zet zij haar eerste schreden op het liefdespad, om zich na thuiskomst helemaal in het diepe te storten. Wat deze coming of age-film zo bijzonder maakt is de sfeer die hij oproept. De heldere kleuren en het warme licht illustreren hoe Heleen haar nieuwe gevoelens ervaart: als een soort van levende droom. Daarnaast zijn het vooral de acteerprestaties van hoofdrolspeelster Melody Klaver en Monic Hendrickx (moeder) die de kijker weten te imponeren. Wat overigens voldoende is, gezien het hier net als bij Guernsey draait om de mensen en hun gevoelens. De dvd is voorzien van extra’s als een korte making-of en diverse interviews.

Lees ook de uitgebreide recensie van Diep.

Film / Films

Een ongewone reis

recensie: Transamerica

Hoe verwarrend kan het zijn? Felicity Huffman, de chaotische moeder Lynette uit de populaire serie Desperate Housewives, is in Transamerica onherkenbaar. Ze speelt Bree, een transseksueel die aan de vooravond van zijn operatie tot vrouw ontdekt dat hij een zoon van zeventien heeft: Toby, gespeeld door Kevin Zegers. Zegers en Huffman zijn beiden onvergetelijk. In een lichtzinnige road-movie dwars door Amerika geven de kersverse moeder en de tegendraadse zoon elk een eigen draai aan het begrip puberteit.

~

Gedwongen door haar psychiater, die wil dat Bree haar verleden en het bestaan van een zoon een plek geeft, haalt Bree Toby uit de jeugdgevangenis. Vermomd als een zendelinge betaalt ze zijn borg en neemt ze hem mee. Bree komt van de regen in de drup terecht als ze ontdekt dat de jongen, net als zij, nergens thuishoort. Bree’s hele leven staat of valt bij haar aanstaande operatie, en daar kan ze haar zoon niet bij gebruiken. Opgescheept met de jongen besluit ze een auto te kopen en hem bij zijn ouderlijk huis te droppen, in de hoop op tijd terug te zijn voor haar operatie. Vastbesloten geheim te houden dat ze eigenlijk Toby’s vader is leidt dat tot wonderlijke, hilarische en komische momenten in hun fragiele relatie.

Mentale overgang

De rit dwars door Amerika symboliseert voor beiden een mentale overgang. Met het groeien van het contact komen er steeds meer geheimen vrij. Bovendien is de misbruikte Toby zelfstandiger en veel minder wereldvreemd dan hij overkomt. Bree moet alle zeilen bij zetten om zijn koppig verzet te doorbreken, en hem ervan te overtuigen op het rechte pad te blijven. De zoektocht naar wederzijds begrip is voor Bree en Toby slopend. Voor Toby – puberaal en bijdehand – is alles een gevecht, vernedering of uitdaging in zijn strijd om erkenning.

~

Felicity Huffman verdwijnt in de huid van Bree; haar make-up, accent, mimiek en strikte benadering van Toby zijn verbazingwekkend en consequent. Voor de opnames deed ze ruim twee maanden research, waarbij ze meetings bezocht, vocale training volgde en les kreeg in vrouwelijkheid alsof het een vreemde taal was. Het overmatig zelfbewustzijn dat ze voor Bree moest ontwikkelen – en weer loslaten – groeit en evolueert mee met de film. Huffman (43) is een laatbloeier. Niet eerder had ze een grote rol in een film, maar als Bree kreeg ze meteen al een golden globe en een oscarnominatie.

Haat en liefde

De film is herkenbaar en lachwekkend. Het onvermijdelijke kamperen met teveel drank, de bijeenkomsten van de supportgroep en Bree’s flirt met een man; de scènes worden overtuigend gespeeld. Huffman stuntelt subtiel met wc-rollen, lotgenoten en de andere sekse. Zegers speelt vooral intuïtief, maar ook hij laat zich zonder gêne gaan. Zijn gebrek aan vertrouwen in Bree is invoelbaar.

De haat-liefdeverhouding tussen Toby en Bree is sterk en scherp. Hun voorzichtige genegenheid groeit ondanks de geheimen en teleurstellingen onderweg. Zowel Toby als Bree raken meer vertrouwd met zichzelf en hun complexe identiteit. Het verband – de waarheid – wordt steeds onvermijdelijker.

Priscilla

Voor schrijver en regisseur Duncan Tucker (The Mountain King) is Transamerica de doorbraak naar het grote publiek. Alle karakters in de film zijn fictief – behalve Bree’s moeder Elizabeth. Dat personage is op Tuckers’ eigen moeder gebaseerd, en wordt ook door haar gespeeld. Tucker is vooral op zoek naar menselijke kant. Waar Bree staat na haar operatie blijft onduidelijk, maar de film laat goed zien dat zelfacceptatie en leugens universele thema’s zijn, die ook met humor kunnen worden aangekaart. Door juiste dosering van Huffman en het stuwende spel van Zegers blijft de film evenwichtig zonder karikaturaal te worden. Transamerica is vergelijkbaar met een film als The Adventures of Priscilla, Queen of The Desert – minder hilarisch en extravagant, maar als subtiel menselijk portret net zo ontroerend, pikant en onverwacht.

Film / Films

Liefde en lijken

recensie: Corpse Bride

Tim Burton houdt van horror. Als klein jongetje voelde hij zich verbonden met de monsters ‘omdat zij ook nergens bij hoorden’. Terwijl de toeschouwers om hem heen gilden van angst om de enge griezels, zag Tim Burton op het filmdoek een dolende ziel. Corpse Bride, de nieuwe animatiefilm van Burton, wordt bevolkt door zulke eenzame zielen – maar dat zijn niet de doden.

De monsters in de films uit Tim Burtons jeugd waren mannen in pakken of, vaker nog, poppen die frame voor frame bewogen moesten worden. In het digitale tijdperk komt deze techniek als special effect niet meer voor, maar Burton heeft er altijd een zwak voor gehad. Corpse Bride is dan ook niet de eerste speelfilm die hij op deze manier maakte; hij schreef en produceerde in 1993 The Nightmare Before Christmas. Elk frame dat op het scherm voorbij trekt is écht, gemaakt door vakmensen. Dat geeft de film een hele speciale, gepolijste sfeer.

Boven en beneden

~

Corpse Bride speelt zich af in twee werelden. Het verhaal begint in de wereld van de levenden, een stijf Victoriaans geheel. De adellijke en snobistische Everglots vrezen de bedelstaf en besluiten hun dochter Victoria uit te huwelijken aan Victor von Dort, zoon van de rijk geworden en sociaal ambitieuze visboer. Maar dan trouwt Victor de avond voor het huwelijk per ongeluk met Emily, het bruidslijk, en verhuist hij per direct van de wereld van de levenden naar de wereld van de doden.

Corpse Bride is een verhaal over wandelende doden en dansende skeletten zoals alleen Tim Burton dat kan; stijlvol, grappig en ontroerend. De doden zijn niet eng, integendeel. Bij elke new arrival wordt in de stamkroeg een feestje gebouwd, Mr. Bonejangles zingt funky jazzliedjes en overal klinkt gezellig geroezemoes. Nee, dan de kille, kleurloze wereld van upstairs. Het zijn de levenden (en dan vooral Victoria’s moeder!) die de koude rillingen over je rug doen lopen. Victor en Victoria lopen hier verloren tussen. Verlegen en onderdrukt door hun ouders proberen ze voorzichtig nader tot elkaar te komen, maar ze worden bruut uit elkaar gerukt. Elkaar leren kennen voor de bruiloft, dat is toch nergens voor nodig. Pas wanneer de doden zich onder de levenden mengen, krijgt de liefde van Victor en Victoria kans om te bloeien.

Gevoelige gezichten

~


Het verhaal van Corpse Bride is niet verrassend of bijzonder spannend. Eigenlijk is het een simpel sprookje over liefde. Bij Tim Burton draait het dan ook niet om pakkende verhaallijnen of vernieuwende dialogen, maar om de prachtige beelden: elk figuur heeft een eigen karakter en is direct herkenbaar, terwijl de werelden waarin ze zich bewegen trefzeker zijn neergezet, zonder af te leiden van de verhaallijn. Het mooiste zijn de close-ups van de hoofdrolspelers: op hun gezicht zie je de gevoelens voorbij trekken, beeldje voor beeldje.

Het respect voor de animatoren die 55 weken lang de scènes stap voor stap hebben opgebouwd wordt alleen maar groter bij het bekijken van de extra’s op de dvd. In kleine featurettes (variërend in lengte van drie minuten tot bijna een kwartier) wordt een tipje van de sluier gelicht over het stop motion-proces. Kort genoeg om niet te vervelen maar ruim voldoende om grenzeloos dankbaar te zijn voor de gekke mensen die een jaar van hun leven hebben opgeofferd om ons zeventig minuten naar zo’n prachtige film te kunnen laten kijken. Daarnaast is er ook een muziektrack, zodat je goed op je in kunt laten werken hoe belangrijk de muziek van Danny Elfman is voor de sfeer in een Tim Burtonfilm. Maar uiteindelijk houdt Burton er niet van om over zijn films te praten en dat is te merken aan de extra’s. Gelukkig spreekt het mooie sprookje van Corpse Bride voor zich.

Boeken / Strip

Songs als stripverhaal

recensie: Diverse auteurs - Strips in stereo

Popmuziek en strips zijn vaak een onafscheidelijke combinatie en dat gegeven, in combinatie met het boekenweekthema ‘muziek’, bracht striptekenaars Jean-Marc van Tol en Gerrit de Jager op het idee om een stripboek uit te geven met verstrippingen van bekende Nederlandstalige songs door een aantal van de belangrijkste Nederlandse striptekenaars van dit moment. Het resultaat is Strips in stereo, een verzameling van veertien strips met een cd met daarop de bijbehorende liedjes.


Fragment uit <i>Kinderballade</i>
Fragment uit Kinderballade

De veertien tekenaars zochten zelf een nummer uit om te verstrippen. Dat zijn allemaal heel verschillende nummers die op heel uiteenlopende wijze zijn geïnterpreteerd. Slechts twee tekenaars gebruikten figuren uit hun bestaande strips. Gerrit de Jager gebruikte de familie Doorzon om Peter Koelewijns Kom van dat dak af gestalte te geven en Hein de Kort gaf een heel vrije interpretatie van Je bent zo lekker lelijk van Jeroen Zijlstra met zijn personage Dirk Drie Keer Bellen in de hoofdrol.

Anders dan anders

Drie andere striptekenaars weken juist sterk af van de van hun bekende stijl. Mark Retera, bekend van Dirk-Jan, gebruikte een veel realistischer stijl dan we van hem gewend zijn voor zijn, precies de song volgende, versie van Guido Belcanto’s De verpleegster. Jean-Marc van Tol, die Fokke & Sukke tekent, tekent hier ook veel realistischer dan gewoonlijk. Maaike Hartjes, die bekend is van haar priegelige stokpoppetjes in de Viva, leefde zich voor Boudewijn de Groots Kinderballade helemaal uit in een setting die wordt gedomineerd door Jugendstilkrullen en Japanse landschappen. Hartjes heeft het nummer op interessante wijze heel vrij geïnterpreteerd, met een doodzieke jongen en een als geisha geklede engel die hem uit het leven komt halen, in plaats van met een directe verbeelding van het gezongen verhaal over de kalverliefde en moord van een jongen. Toch past haar interpretatie naadloos bij de tekst.

Ome Dirk vertelt…

Fragment uit <i>Ketelbinkie</i>
Fragment uit Ketelbinkie

Een aantal verhalen trekt speciaal de aandacht. De strip die Typex maakte van hiphopklassieker Moordenaar van de Osdorp Posse is bijzonder grappig, vooral omdat “m’n neef, D.J. IJsblok” ook daadwerkelijk een vierkant mannetje van ijs is. De strip die Hanco Kolk maakte van Voor ik vergeet is net zo ontroerend als het liedje van Spinvis. Hij toont met foto’s en strips het levensverhaal van wat waarschijnlijk zijn grootvader is. Dick Matena, bekend van zijn verstripping van De avonden, tekende een hilarische parodie op Ketelbinkie. Deze begint met een Ome Dirk die twee kindertjes wel eens wat echte muziek zal laten horen. Matena steekt in het in ballonnetjes getekende commentaar de draak met de originele tekst. Ketelbinkie is bij hem een lompe reus die de jenevervoorraad opzuipt en daarom overboord zal worden gezet, maar door zijn gewicht door het dek zakt en de boot tot zinken brengt.

Alle verhalen in Strips in stereo zijn van een bijzonder hoge kwaliteit. De veertien tekenaars hebben duidelijk hun best gedaan om te laten zien wat ze kunnen. Het plezier dat ze hebben gehad bij het tekenen straalt van de pagina’s. De vormgeving van het boek is daarbij passend. Het geheel ziet er uit als een oude lp en heeft vrijwel hetzelfde formaat (het scheelt net twee centimeter) en de strips krijgen daardoor volop de ruimte. Als je de cd er bij opzet ben je 54 minuten gegarandeerd van veel kijk- en luisterplezier.