Muziek / Album

Debuut deel 2

recensie: Amusement Parks On Fire - Out of the Angeles

Wonderkind, zo werd de jonge Michael Feerick genoemd. Want hij was pas twintig toen in augustus 2005 het fantastische, titelloze debuut van de Britse band Amusement Parks on Fire door de pers de lucht in werd geschreven. Oftewel: het debuut waaraan hij in zijn eentje, drie jaar eerder, was begonnen. Het bracht de band op allerlei podia over de hele wereld. En nu, nog nauwelijks uitgetoerd en een klein jaartje verder, is de opvolger Out of the Angeles klaar en de verwachtingen zijn hooggespannen. Te hooggespannen misschien.

Ter illustratie: het titelloze debuut is, met terugwerkende kracht, verreweg het meest overtuigende album van 2005. De energie, de aanzetten, de sfeer, de emotie, de intense en opwindende gitaren: alles maakte het tot een geweldige, overdonderende, postrockende, shoegaze trip. Niet bijster origineel, maar wel heel goed in elkaar gezet. En hoewel Feerick & co live behoorlijk tegenvallen – temeer omdat de arrogante Feerick niet kan zingen en ze op het podium de spanning van de plaat niet kunnen opwekken – bleef het debuut draaiende en vaak ook.

~

Loftrompetten

En wie Out of the Angeles luistert zal het weten: de loftrompetten vernielden het kleine wonderkind. Het lijkt erop dat de blauwdrukken van het vorige succes ter hand zijn genomen en daarmee is verder gewerkt. Het resultaat laat zich raden: opnieuw fantastische songs, maar met dezelfde soort aanzetten, dezelfde soort sfeer, dezelfde emotie en ook dezelfde opwindende en intense gitaren. En met dezelfde soort rustpunten, op bijna dezelfde plekken. Het enige verschil met de vorige is dat de nodige energie ontbreekt, wat waarschijnlijk komt door het gebrek aan songs als het krachtige Venus in Cancer of het bloedstollende Eighty Eight van het debuut.

Cynisme

Ondanks meer melodie lijkt Out of the Angeles jammer genoeg niet op een volwaardige tweede plaat. Het lijkt eerder verzameling van nummers die de eerste plaat net niet gehaald hebben. De overloop, zoals bij de vorige, ontbreekt meerdere keren en halen hier en daar de spanning uit de plaat. Of, ook plausibel, dit is het enige dat Feerick kan en dan sta je als wonderkind snel met de mond vol tanden. De titel van het nummer A Star is Born lijkt dan ook iets te vroeg gejuicht en waarschijnlijk iets te hoopvol. Maar wie een broertje dood heeft aan cynisme, kan genieten van Await Lightning, In Flight, Cut to Futureshock of van het gehele Out of the Angeles. Want als je van de eerste Amusement Parks on Fire hebt genoten, is dat op zich helemaal niet zo moeilijk.

Boeken / Non-fictie

Bonte couleur locale

recensie: Helena Drysdale - Moedertalen. Een reis door Europa

De wens een groot Europa te vormen, lijkt gepaard te gaan met een verlangen naar eenheid, misschien zelfs een gezamenlijke identiteit. Maar Europa is geen staat waarin iedereen aan eenzelfde cultuur onderworpen kan worden. Daarvoor is het continent te divers, bestaat het uit te veel kleine gebieden, landjes, culturen, talen. Helena Drysdale gaat in haar boek Moedertalen. Een reis door Europa kriskras door ‘het oude continent’ op zoek naar die talen en culturen die niet door landsgrenzen worden bepaald, maar juist door deze grenzen en de drang naar uniformiteit bedreigd worden.

Drysdale, die op de afdeling Filologie van de London Library onderzoek deed naar eeuwenoude volken op de Balkan, raakte geïnteresseerd in al die andere volken die zich in de uithoeken van Europa bevinden, en wier talen met uitsterven worden bedreigd. Ze nam zich voor om haar leven in Londen op te geven en al rondreizend door Europa te onderzoeken hoe ‘levend’ deze talen nog zijn. Daarnaast wilde ze de drijfveren van lokale bewoners om hun moedertaal levend te houden in kaart brengen.

Angstaanjagend

Bartolommeo Bellano, 'Europa en de stier', Museo Nazionale del Bargello, Florence
Bartolommeo Bellano, ‘Europa en de stier’, Museo Nazionale del Bargello, Florence

Reizend met de Mob, een Volkswagenbusje omgebouwd tot camper, komt Drysdale met haar man en twee jonge dochtertjes terecht in de prachtigste uithoeken van Europa. In elk hoofdstuk beschrijft ze een bepaalde regio, zoals Saamiland, het land van de Lappen, maar ook Friesland, Vlaanderen, Tirol en Macedonië worden door de familie aangedaan. Drysdale ontmoet interessante mensen die soms gepassioneerd, soms gelaten over de ‘onderdrukking’ van hun cultuur praten. Haar verhaal is niet alleen een relaas over half-vergeten culturen, maar vooral over de hedendaagse moeilijkheden; hoe verhouden mensen zich tot hun ‘moedertaal’ en de veranderende omgeving?

Door al die ontmoetingen bevat Moedertalen veel leuke anekdotes. Zo is het vermakelijk te lezen hoe de Friezen zich naar Drysdales mening niet gepassioneerd genoeg uitlaten over zelfbestuur of over hun cultuur. Maar veel gedeeltes zijn ook treurig, zoals de schaamte van bewoners voor de plaatselijk cultuur, of zijn op een andere manier erg indrukwekkend, zoals de beschrijvingen van het Baskenland, waar ETA-aanhangers op rotsen rond de zee rondhangen en iedereen Drysdale en familie argwanend bejegent. Dit angstaanjagende gevoel wordt nog eens – hoe filmisch – versterkt door het slechte weer, de ruwe zee en de dreigende rotsen. Drysdale betoont zich in dit hoofdstuk niet alleen een onderzoeker, maar ook een goede schrijver. Haar sfeerimpressies en de beschrijving van de dreiging zijn voelbaar voor de lezer. Dit hoofdstuk is ook nog eens bijzonder interessant, omdat Baskenland eigenlijk de enige regio is waar zo nadrukkelijk wordt gevochten voor vrijheid, voor afscheiding – een wens die bij andere ‘moedertalen’ veelal ontbreekt.

De reis is indrukwekkend en groots geweest; in 18 maanden, van 1996 tot en met 1997, trok het gezin van het noordelijkste puntje van Noorwegen naar het diepe zuiden van Italië en naar Griekenland. Door de grootse opzet van de reis had het boek een onoverzichtelijk, opsommerig relaas kunnen worden. Drysdale geeft echter een zeer goed en overzichtelijk beeld van en interessant inzicht in de lokale culturen, tradities en talen waarmee ze in aanraking is gekomen. Moedertalen. Een reis door Europa is door alle informatie ontzettend leerzaam, maar biedt vooral een prachtig inzicht in een Europa met – gelukkig – veel gezichten.

Muziek / Concert

Slagwerk-soundscapes

recensie: Terry Bozzio & Slagwerkgroep Amsterdam - Ionisation

Hoe noem je iemand die omgaat met muzikanten? Een drummer. Iedereen die wel eens een tijdje in het rockbandjescircuit heeft meegedraaid denkt dat dit clichégeintje op zijn minst een kern van waarheid in zich draagt. Voor al díe mensen is er de show van Slagwerkgroep Amsterdam met ex-Zappa-drummer Terry Bozzio. In een twee uur durende show laten ze horen dat slagwerk veel meer is dan ritme alleen.

Slagwerk en percussie-optredens zijn in de afgelopen decennia steeds populairder geworden als een op zichzelf staand muziektheatergenre. De drumshows van Japanse slagwerkers als Wadaiko Ichiro en Wadaiko Yamato, maar ook bijvoorbeeld het Nederlandse slagerij van Kampen doen het goed in concertzalen en schouwburgen. Het was dan ook onverwacht dat de grote zaal van de Haarlemse Philharmonie maar halfvol zat bij de première van Ionisation, een project van topdrummer Terry Bozzio en de Slagwerkgroep Amsterdam (of Amsterdam Percussion Group) dat dit jaar door Nederland toert. De afgelopen jaren heeft Bozzio Nederland een aantal keren aangedaan. Zijn solotheatertour uit 2001 was een groot succes en ook zijn optreden met het Metropole Orkest vorig jaar was in een mum van tijd uitverkocht.

Eerbetoon

~

De tanige en verlegen Bozzio (1950) is een vreemde, etherische verschijning. Hij lijkt na tientallen jaren (solo)podiumervaring nog steeds slecht op zijn gemak op iedere andere plek op het podium dan achter zijn drumstel.  De vijftig al ruim gepasseerd, oogt hij jonger dan de jaren jongere medespelers van APG.  En zij steken op het toneel hun bewondering voor de gelauwerde drummer ook geen moment onder stoelen of banken. Het heet een samenwerkingsproject, maar het lijkt meer op een – terecht – eerbetoon.

Het onwaarschijnlijk uitgebreide drumstel van Bozzio heeft dan ook een centrale plek op het podium, geflankeerd door het instrumentarium van slagwerkers Vicent en Schäperclaus. Hun melodische basis wordt gevormd door xylofoon en marimba maar met veel plezier worden veel andere percussiemiddelen ingezet; Vicent bespeelt zijn marimba zelfs met een strijkstok. Dromerige soundscapes worden afgewisseld met ruig up-tempo drumwerk, en Bozzio is duidelijk dan pas echt in zijn element. Hij gaat helemaal los tijdens de opzwepende harde stukken. De kracht en precisie waarmee hij speelt doet denken aan martial arts, en daarmee eigenlijk ook weer aan de Japanse slagwerkers; de grens tussen drumstel en drummer vervaagt.

En hoe indrukwekkend de techniek ook mag zijn, maar het is de kracht van de werken die de waarde bepaalt. Het is melodischer en gevarieerder dan alleen het genadeloze ritmische werk van Bozzio’s laatste solo-show en verveelt ook daarom geen moment.

 Zappa

Ook ditmaal ontbreekt The Black Page niet, naast het eigen werk een vast  onderdeel van het repertoire van Bozzio. In 1978, toen Bozzio nog deel uitmaakte van diens band, schreef Frank Zappa deze solo voor voor hem. Hij gaf het hem met de woorden “Here Terry, see if you can play this!” De titel is een accurate omschrijving van het ene, van de noten zwart ziende A4tje dat Zappa had volgeschreven. Naar eigen zeggen was het het eerste stuk in jaren waar Bozzio weer op had moeten oefenen. En bijna 30 jaar later is het nog steeds de  lakmoesproef voor drummers, zelfs voor Bozzio. Halverwege de wat onzeker ingezette solo begon hij maar weer van voren: “You know what? I’m gonna try again and see if I still know how to play this.” Het bleek vooral een illustratie van zijn ongekende techniek, want de de tweede poging was haarscherp.

En niet alleen zijn techniek doet kleinejongensharten sneller kloppen; ook zijn setup is de chroomdroom van veel drummers. Tientallen bekkens, china’s, splashes, een veelvoud daarvan aan toms, een stuk of acht bassdrums en heel veel chroom en pedalen. Maar al dat spektakel dient toch vooral een muzikaal doel. Bozzio verkent de grenzen van het slagwerk; in 2001 verraste hij met zijn in toonladders gestemde toms ‘zodat hij eindelijk ook akkoorden kon spelen’. Ook tijdens deze show valt op hoe hij door de grote hoeveelheid toms veel nuance en verfijning in zijn geluid weet aan te brengen. Zoveel, dat ik tijdens de solostukken van Bozzio de percussie eigenlijk niet miste.

Dat heeft ook te maken met de verschillende kwaliteiten van de gezamenlijke composities en de solowerken. Samen verrassen ze door hun vermogen om als volwaardige muziek te boeien en aan te spreken. De solodrumwerken van Bozzio zijn toch meer een eerbetoon aan ritme en techniek; maar van zo’n hoog niveau, dat ook niet-drummers zich eenvoudig kunnen laten meeslepen.

In November wordt de tournee van Ionisation in Nederland voortgezet.

Film / Films

Een duivelse truc van de afdeling marketing

recensie: The Omen

Voor deze nieuwe versie van The Omen (Richard Donner, 1976) hebben de producenten niet de moeite genomen een nieuwe schrijver in te huren, aangezien de originele scenarist David Seltzer zijn oude aantekeningen nog in een laadje had liggen en niet te beroerd was om hier even naar te kijken.

Op een aantal momenten na bewandelt de film precies dezelfde paden als de klassieke versie. Ambassadeur Robert Thorn (Liev Schreiber) is gelukkig getrouwd met Katherine Thorn (Julia Stiles). Wanneer zijn vrouw tijdens de bevalling van hun eerste kind haar baby verliest, besluit hij buiten haar weten om een kind te adopteren dat zelf net zijn moeder heeft verloren. Het blijkt een minder gelukkige keuze, aangezien de moeder van de baby een jakhals was, en de vader Satan. Al snel blijkt hun zoontje, dat ze Damien noemen, te aarden naar zijn vader, wat de nodige spanningen oplevert in huize Thorn.

Een kopie van het origineel

~

Zoals gezegd is vrijwel de hele film een kopie van de dertig jaar oude originele versie. Regisseur John Moore, die eerder Behind Enemy Lines maakte, heeft er wel voor gekozen om een aantal oprecht griezelige droomscènes van de hoofdrolspelers toe te voegen, die door hun hoge kwaliteit een wat vreemde dissonant vormen tussen het verder overbodige kopieerwerk. Ook speelt hij wat met de moordscènes, waarbij zijn frivole onthoofding van de fotograaf bij ieder respectabel publiek toch tot wat gejuich zou moeten leiden. Los van deze uitzonderingen voegt deze versie weinig toe aan het origineel, wat dus blijkbaar ook nooit de intentie is geweest van iedereen die heeft meegewerkt aan de remake. In tegendeel, uitzonderingen daargelaten verliest deze marketingtruc het op cruciale onderdelen van de klassieker.

Slechte casting

Zo wordt bijvoorbeeld iedere mogelijke chemie in een jong huwelijk door Liev Schreiber en Julia Stiles vanaf de eerste seconden vakkundig om zeep geholpen. Beide acteurs voegen een niet noemenswaardig nieuw hoofdstuk toe aan hun al nietszeggende carrières, en leveren acteurswerk dat meer rammelt dan een vooroorlogse fiets. De zogenaamd intieme momenten veroorzaken alleen kippenvel door de ongeloofwaardige dialogen en slecht getimede tederheden. Dat Schreiber als 34-jarige ambassadeur gespierder is dan de Juggernaut in X-Men: The last Stand is nog tot daar aan toe – zelfs Vinnie Jones zou een geloofwaardiger diplomaat hebben weten neer te zetten. Toch spant Julia Stiles als houten Klaas de kroon. Wie dacht met deze blonde wonderdochter uit Save the Last Dance het ergste achter de rug te hebben, kan vol vertrouwen uitkijken naar verdere dieptepunten van deze MTV Movie Award-winnares.

~

Zonder advocaat van de duivel te willen spelen, moet wel gezegd worden dat het acteurswerk niet alleen kommer en kwel is. Bijrolspelers David Thewlis (als de fotograaf die zijn hoofd er niet bij kan houden) en Pete Postlethwaite (als priester) doen hun werk naar behoren. Aangename verrassing was Mia Farrow, Woody Allens kroonjuweel uit de jaren tachtig, die na haar rol in Polanski’s klassieker Rosemary’s Baby een solide carrière leek op te bouwen. Satanisch nageslacht ligt mevrouw Farrow blijkbaar nauw aan het hart, want ook in The Omen valt aan haar vertolking als Damiens babysitter weinig af te dingen. Ze weet precies de juiste balans te vinden door een eigen draai te geven aan de rol, zonder te vrijmoedig om te gaan met het feit dat haar rol eerder gespeeld is.

Remakes

Het is een probleem van deze film in het bijzonder en van remakes in het algemeen: wanneer de commercie zo’n aanzienlijke rol speelt, en The Omen is wat dit betreft geen uitzondering, lijkt de kwaliteit van het eindproduct niet meer van belang te zijn. The Omen heeft de kosten er in een week al ruimschoots uit gehaald, niet in de laatste plaats door de release te laten vallen op zes juni 2006. Dat een remake van een film die amper 30 jaar oud is nergens op slaat, laat staan dat men even nadenkt over een eventuele toegevoegde waarde van de nieuwe film, is dan al snel oud nieuws.

Muziek / Album

Minimale koerswijzigingen

recensie: Mono-You are There

De instrumentale gitaarmuziek van het Japanse kwartet Mono is op zijn minst schitterend, op zijn best hemelbestormend; weinig andere bands produceren met zo weinig middelen (twee gitaren, een bas, een cello, drums en een fuzzpedaal) zulke overdonderende muziekstukken. Het probleem met You Are There (een antwoord op Mogwais We’re no Here?) is dat hij niet wezenlijk anders klinkt dan de vorige drie platen.

~

De band heeft nog steeds niet veel veranderd aan de inmiddels welbekende formule: het geroffel met paukenstokken op de bekkens, de mineur-arpeggio’s, de spaarzame cello’s, de ellenlange spanningsopbouw en de razende climaxen. Een delicaat, sereen begin maakt bijna altijd weer plaats voor een ontzagwekkende lading drumgemep en gitaren in overdrive.

Opvullers

De gitaarpartijen zijn op op You Are There hooguit iets meer uitgesproken, en de band zag deze keer ruimte voor twee Sigur Rós-achtige opvullers- flarden dromerige muziek, die een welkome afwisseling zijn voor de andere vier epische tracks. Op opener The Flames Beyond the Cold Mountain blijkt echter al dat de Japanners niet afwijken van het stramien dat ze zo geliefd maakte: als de welbekende donderslagen na twee minuten hun intrede doen, weet de liefhebber wel hoe laat het is.

Samenhang

Het is met zijn beperkt aantal nummers wel een meer samenhangend album dan voorganger Walking Cloud and Deep Red Sky, Flag Fluttered and the Sun Shined. De nummers hebben meer een eigen gezicht, de melodieën blijven beter hangen, en het geluid is minder ruw, ook al is ook deze plaat door Steve Albini opgenomen. In afsluiter Moonlight experimenteert de band verder voor het eerst met heroïsche, Pink Floyd-achtige melodieën. Minimale koerswijzigingen, die maar weer bewijzen dat iedere volgende plaat van Mono net iets geraffineerder dan de vorige is. Wie niet meer van een band verwacht dan op elke cd hetzelfde te presteren vindt in You Are There een fantastische plaat, wie een wat kritischere blik heeft zal wat ongeduldig op zoek gaan naar variatie.

Mono speelt op 5 juli in Paradiso, Amsterdam.

Theater / Voorstelling

Treffend zonder leedvermaak

recensie: Over zolen die maar niet slijten willen (La Pralinette de Papa Nugue)

Een voorstelling over een jongen met een dwarslaesie. Klinkt emotioneel en dramatisch. Maar het pakt anders uit. Over zolen die maar niet slijten willen van La Pralinette de Papa Nugue is vooral humoristisch, ontnuchterend en realistisch. Zonder dat je het gevoel hebt te lachen om andermans ellende. Maar vooruit, aan een brok in je keel zul je waarschijnlijk niet ontkomen. Al was het maar omdat het allemaal zo bijzonder gewoon is.

fotograaf: Caroline Verweij
fotograaf: Caroline Verweij

Regisseur en schrijver van deze voorstelling Eveline Hesp heeft zich voor het verhaal laten inspireren door het leven van Elmer Kouwenberg, een jonge Amsterdammer met een dwarslaesie. Bijzonder is dat Elmer zelf de rol speelt van Erik, de hoofdpersoon van het verhaal. In een witte setting en in witte kleding zijn naast Elmer Kouwenberg vier valide acteurs te zien. Stukje bij beetje wordt het verhaal over het leven van Erik verteld aan de hand van allerlei alledaagse situaties. Eén van spelers fantaseert bijvoorbeeld dat hij wordt verzorgd door twee bloedmooie hitsige verpleegsters. Zijn fantasie slaat op hol, maar wordt wreed verstoord door Erik in zijn rolstoel. Want:
“Zo gaat het dus niet!”. Nuchter geeft Erik aanwijzingen hoe de zusters er uitzien (hoog opgetrokken joggingbroeken en chagrijnige hoofden) en hoe weinig tijd ze altijd voor hem hebben.

Humor

Terwijl de vier acteurs situaties schetsen uit het leven van een dwarslaesiepatiënt, zien we Erik op de achtergrond typen. Op een groot scherm verschijnen de zinnen die Erik schrijft. Hij laat zien hoe een dag van hem eruit ziet, compleet met tijdschema. Erg indrukwekkend. Juist ook omdat Erik heel droog over zijn situatie spreekt. De confrontatie met de vriend die het ongeluk veroorzaakte waardoor Erik gehandicapt raakte, is daardoor ook heel ontroerend en kenmerkend voor het stuk. Er is een perfecte balans gevonden tussen luchtige, goede grappen en pijnlijke situaties. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de vier acteurs om Elmer heen die, een enkele verspreking daargelaten, een perfecte timing hebben. Het zijn stuk voor stuk komische talenten.

Spiegel

fotograaf: Michelle-Aimée van Tongerloo
fotograaf: Michelle-Aimée van Tongerloo

Juist de spiegeling van de gehandicapte ten opzichte van de gezonde mens, maakt deze voorstelling grappig. Er is bijvoorbeeld een passage waarin alle acteurs vertellen over hun grootste angsten. Wat zullen andere mensen niet van hem/haar denken? De een is bang dat ze nietszeggend is en dat mensen haar vergeten en de ander dat iedereen denkt dat hij homo is. Net als Erik hebben ze hun onzekerheden en dat maakt Erik ook tot een heel normaal persoon. En als de personages elkaar afkraken, doet Erik zelf net zo hard en grof mee. Tot het iemand te veel wordt en de rolstoel van Erik met de afstandsbediening uit beeld laat rijden.

Treffend

In deze voorstelling wordt veel gebruik gemaakt van een videoscherm. Niet alleen de teksten die Erik typt verschijnen op het scherm, maar ook worden er regelmatig mooie filmbeelden uit het leven van Erik. Juist de eenvoudige minimalistische dingen die getoond worden, zijn heel treffend.

Zonder ook maar enige medelijden te wekken of treurnis te veroorzaken, zet deze voorstelling je wel aan het denken. Vooral over hoe gewoon Erik eigenlijk is en hoe bevooroordeeld je misschien zelf wel bent. Maar alles zonder moralistisch geneuzel, wat de boodschap alleen maar duidelijker maakt.

De voorstelling Over zolen die maar niet slijten willen wordt volgend theaterseizoen weer gespeeld. Klik hier voor meer informatie.

Boeken / Fictie

Er is iets gebeurd, we weten alleen niet wat

recensie: A.M. Homes – Dit boek redt je leven

.

Wel van de dialogen en de stijl. Met een paar grove pennenstreken zet A.M. Homes haar al te menselijke personages neer. Geen gepsychologiseer, maar hup, alle angsten, grillen, luimen, behoeften, wensen, drijfveren pardoes en regelrecht op het papier gekwakt. Ziedaar, daar heb je een mens, en weer een, en weer een. Haar personages praten en handelen, doen en denken, maar zijn ondertussen nog zo veel meer dan wat ze uiten. Als je zulke naturelle, zulke ogenschijnlijk niet-bedachte mensen kunt scheppen, ben je een hele goede schrijver.

~

De roman moet het ook hebben van de humor. De psychotische jongen die na Richard wordt binnengebracht, wordt vriendelijk te woord gestaan: “Hallo God, ik ben de verpleegkundige van de spoedeisende hulp – kun je me vertellen wat je hebt gebruikt?” Droog en onderkoeld, met milde spot beziet Homes het menselijk bestaan. Toch is dit boek geen satire over malle mensen in Los Angeles; de stad is dienstbaar gemaakt aan een verhaal over surrealisme, over echt en onecht, over imago en binnenkant en over vele schijnbare tegenstellingen.

Chaos

Enkele uren na zijn bijna-doodervaring staat Richard weer gewoon op straat, klaar om terug te gaan naar zijn kapitale villa in de heuvels van Los Angeles. Hij heeft goede zaken gedaan in wat hij “het geldspel” noemt en sinds zijn scheiding heeft hij alleen nog maar contact met de professionals die hem het leven makkelijker moeten maken. Hij hoeft ’s ochtends maar op de loopband stappen en de rest gaat vanzelf. Zo vanzelf, dankzij huishoudster, trainster, diëtiste, masseur, huisarts, makelaar en binnenhuisarchitect, dat je er catatonisch van zou worden…

Maar er is iets gebeurd… Wat was er eerst, de kuil of de pijn? En kwam met de pijn het gevoel van gemis, of andersom? We zullen het niet weten, omdat Homes er voor alles op uit lijkt om ons de schíjnlogica van het bestaan te laten ervaren. Zij kiest zoals in haar andere werk voor de uitvergroting, een bijna pathologische held in de stad van het hedendaags surrealisme. De compleet afgesloten, ingekapselde, ‘hersendode’ Richard Novak schiet wakker en schiet door. Hyperalert raakt hij in een maalstroom van duistere, bizarre voorvallen terecht, waar hij zich monter door laat meevoeren. De teruggetrokken Richard wordt zo warm, aardig en goed van vertrouwen dat je je hart vasthoudt. Zo veel authentieke medemenselijkheid in een plastic wereld, dat vraagt om moeilijkheden.

Homes speelt met allerlei narratieve conventies, uit literatuur, uit films. Action hero of Odysseus, oude en nieuwe sprookjes, stadsmythen, de Apocalyps, science fiction, alternatieve levensvormen, uitsterven of overblijven. In een razende rotvaart schiet je door een universum van clichés en waarheden over ‘het leven’ en toch is het geheel uiteindelijk zeer gelijk- want wankelmoedig. Het boek roept hierdoor sterke associaties op met zowel de evolutieclip van Fatboy Slim als Sofia Coppola’s Lost in Translation.

Zelfhulpboek

Zijn ex drijft een uitgeverij van lifestyle- en zelfhulpboeken, boeken waarin je kunt lezen hoe je moet leven – wat je moet doen op grond van welk dierenriemteken, welke bloedgroep, welke kleur, salontafelboeken over eenvoudig leven en hoe je tijd kunt maken als je geen tijd hebt en wat je moet doen als het bovenstaande allemaal niet van toepassing is.

Je leven in eigen hand nemen, jezelf redden of gered worden, er komen nogal wat wonderbaarlijke reddingen voor in dit boek. En afgaande op de titel moet dit fantastische boek ook ons leven redden. In een uitzending van Picabia zei Homes dat ze niet zozeer een commentaar heeft willen schrijven, als wel een observatie. Toch is het haast onmogelijk om het boek niet te lezen als een pleidooi voor positivisme, voor een nieuwe, naïeve, onbevooroordeelde mens die openstaat voor alles wat de mensen om hem heen te bieden hebben. Voor mensen die het leven serieuzer nemen dan zichzelf.

“Dus ik mag blij zijn dat ik nog leef?”
“Dat mag iedereen.”

Film / Films

Thaise films op dvd

recensie: Born to Fight // The Unborn // Baytong

Het westerse cultsucces van recente genrefilms als Shutter, Ong Bak en The Eye en de bij filmhuisgangers geliefde Tropical Maladay en Beautiful Boxer hebben de Thaise cinema de laatste jaren op de wereldkaart gezet. Daarom verschijnen er in Nederland de laatste maanden met enige regelmaat Thaise films op dvd; helaas is maar één daarvan de moeite waard.

~

Born to Fight (Kerd ma lui, Panna Rittikrai, 2005) is een aanstootgevend domme film. De belegering van een dorpje door terroristen wordt als excuus gebruikt voor een absurd overdreven nationalistische revolte van de dorpelingen, die allemaal hun vechtkunsten mogen laten blijken. Voor wie een film als Ong Bak (gemaakt door een deel van dezelfde makers) gezien heeft, ligt de enige nieuwwaarde van deze film erin dat al deze karakters door voormalige sportsterren gespeeld worden. Het enige dat de moeite waard is, is een reeks adembenemend halsbrekende stunts, die gelukkig ook in de trailer getoond worden, zodat je de film in zijn geheel kunt overslaan. Van zulke vechtpulp gaan er in Thailand inmiddels dertien in een dozijn over de toonbank (binnenkort verschijnt bij ons Honour of the Dragon) maar slechter dan Born to Fight is moeilijk denkbaar.

Oppervlakte

The Unborn (Bhandit Thongdee, 2003) is van hogere kwaliteit, maar niet meer dan een capabele genre-oefening. Niemand die de recente golf van Aziatische griezelfilms heeft gezien, zal opkijken van dit verhaal van een zwanger meisje dat lastig gevallen wordt door een rancuneus spook.

~

Nonzee Nimibutrs Baytong (OK Baytong, 2004) is aanzienlijk sterker, en representeert een genre van ‘lieve’ films, waar de kaskraker My Girl (2003) ook toe behoort. Een jonge monnik verlaat het klooster om zorg te kunnen dragen voor zijn nichtje, en leert de buitenwereld zo voor het eerst kennen. De meeste clichés die bij zo’n verhaal horen zijn aanwezig, maar Baytong is goed geacteerd, met veel geduld en gevoel voor menselijke details verbeeld en derhalve innemend. Terloops ontwikkelt zich nog een politiek getinte subplot, maar echt serieus wordt die nooit, zodat de film aan de oppervlakte blijft hangen en nooit echt buiten het kader van de verwachtingen treedt. De regisseur is een van de meest succesvolle Thaise filmmakers: Nimibutr was verantwoordelijk voor de spookfilm Nang Nak en een onderdeel van de griezelomnibus Three, maar produceerde ook het gros van de Thaise kassuccessen van de afgelopen jaren. De Thai heeft duidelijk een lucratief filmtalent, dat ver boven de capaciteiten van vele pulpfilmers uitstijgt.

Born to Fight en The Unborn verschenen bij distributeur Paradiso; Baytong bij Total Film. Geen van de dvd’s bevat noemenswaardige extra’s.

Film / Films

Pubers en parallelle werelden

recensie: MirrorMask

Burt Bacharach is een Amerikaanse liedjesschrijver van wie iedereen in de lente toch minstens één of twee keer een deuntje fluit. Is het niet Raindrops Keep Fallin’ on My Head (uit o.a. de laatste Bridget Jones), dan is het wel Little Red Book (uit bijvoorbeeld High Fidelity). Bacharachs talent om melodietjes te schrijven die dagenlang in je hoofd rondzeuren is nauwelijks te evenaren. In het magische MirrorMask (2005) van regisseur Dave McKean speelt een van Bacharachs meest bekende liedjes een belangrijke rol.

~

Een soort robotachtig koor van koninklijke garderobemedewerkers zingt zijn Close to You (bekend gemaakt door The Carpenters), terwijl deze vreemde en wat griezelige wezens een jong meisje aankleden en opmaken zodat ze beter door kan gaan als de dochter van een boosaardige koningin in een andere dimensie. Klinkt vreemd? Dat is het ook. Sinds Labyrinth (1986) is er geen wereld gecreëerd die er zo bijzonder uitziet als die in MirrorMask.

Helena (Stephanie Leonidas) is een meisje dat werkt in het circus van haar vader (Rob Brydon). Op een van haar meer puberachtige dagen wenst ze dat ze haar moeder (Gina McKee) nooit meer hoeft te zien. Diezelfde dag wordt haar moeder zo ziek dat ze misschien wel doodgaat, en Helena doet wat iedere vijftienjarige zou doen: ze geeft zichzelf de schuld, en verdwaalt in haar fantasiewereld. Deze wereld lijkt nog het meest op een collage, waarin reuzen rondvliegen als gigantische ballonnen, waar ogen rondlopen op griezelige spinnenpoten en waar boeken een eigen leven leiden. In deze wereld wordt ze rondgeleid door een gemaskerde jongleur, die haar probeert te helpen met het vinden van een masker dat haar moeder moet helpen beter te maken. Omdat in de parallelle wereld een boosaardige koningin (opnieuw Gina McKee) langzaam maar zeker haar vileine territorium aan het uitbreiden is, blijkt dit een lastige taak. Dat Helena sprekend lijkt op de weggelopen dochter van de koningin, maakt het vinden van het masker er niet makkelijk op.

Eerbetoon

~

In 2002 gaf regisseur Dave McKean al een voorproefje van zijn kunnen op het Filmfestival van Rotterdam. Zijn 28-minuten lange [N]eon (2002) kreeg weinig aandacht, ondanks dat John Cale optrad als verteller, maar maakte duidelijk in welke richting hij van plan was te gaan. Voor MirrorMask werkt hij samen met Neil Gaiman en creëert hij, net als in N[eon], een wereld die compleet uniek is, en tegelijkertijd doet denken aan werelden in films als Spirited Away, Alice in Wonderland en bijvoorbeeld The Matrix. Met Neil Gaiman als schrijver is dit geen toeval. Deze is buitengewoon succesvol op vele vlakken, waaronder het schrijven van fantasy-verhalen en het maken van comics. MirrorMask combineert al deze invloeden en maakt er een nieuw geheel van. Helena’s alter-wereld is lichtbrons van kleur, met donkere delen in het gebied waar de duistere koningin heerst en oogverblindend wit in het paleis van haar rivale.

Zwakkere Kanten

De overdonderende beelden verhullen echter niet altijd de zwakkere kanten van MirrorMask. Om te beginnen is Helena’s personage wat voorspelbaar, en lijkt ze wat te oud om compleet op te gaan in een fantasiewereld. Als actrice overtuigt ze nauwelijks – zeker in de kale scènes van het dagelijks leven in Engeland. In meer algemene zin zijn deze kale scènes zwak uitgewerkt, ondanks dat ze een heldere tegenstelling vormen met de warmkleurige fantasiewereld van Helena. De hele cast zwalkt wat, de meer emotionele scènes vallen tussen wal en schip, de openingsscène in het circus is saai en vervelend en niemand is erbij gebaat een mimespeler zoveel zendtijd te geven.

~

Toch zijn dit uiteindelijk alleen maar kleinigheden. McKean en Gaiman toveren de ene na de andere visuele vondst uit de hoed. Al deze vondsten samen vormen een hecht sprookje met veel sfeer, zo veel dat iedere leeftijdsgroep wekenlang in bioscopen overdonderd had kunnen zijn. En dan Bacharach fluitend de bioscoop uit, de lente in.

Film / Films

Koningin van de brioche

recensie: Marie Antoinette

De honger van haar volk kon koningin Marie-Antoinette (1755-1793) niet veel schelen; liever gaf ze zich over aan de schone kunsten. Het verhaal gaat dat toen de massa om brood schreeuwde, zij bedacht dat het volk dan toch brioche kon eten. De opstand van de burgerij ging niet alleen aan Marie-Antoinette, maar aan de totale Franse aristocratie voorbij. Het besef dat het staatsbestel failliet was kwam pas toen het te laat was. De revolutie die van Frankrijk een republiek zou maken kostte veel aristocraten de kop en ook de door het volk gehate koningin belandde onder de guillotine.

Het verhaal in Marie Antoinette, de nieuwe film van Sofia Coppola, komt niet verder dan de aanloop naar de Franse Revolutie. De film draait voornamelijk om het luxe Franse hofleven en de eigenzinnige en jonge koningin. De Oostenrijkse Marie-Antoinette (Kirsten Dunst) wordt als veertienjarig meisje uitgehuwelijkt aan de Franse Dauphin Louis XVI (Jason Schwartzman) die slechts een jaar ouder is. Met een koets en haar gevolg arriveert de prinses in een niemandsland waar ze, volgens de heersende Franse hofetiquette, alles achter zich moet laten. Naakt en zonder haar lievelingshond Mops maakt ze de oversteek naar Franse bodem. Een voorproefje van de strenge hofregels en gebruiken die haar zwaar zullen gaan tegenstaan.

Pastel suikergoed

~

De verdere kennismaking met Marie-Antoinette is zuurstokroze, vol pastel suikergoed. Coppola’s stijl is modern en fris. Kirsten Dunst blijft er in kostuums en korsetten verbazingwekkend hip uit zien. Het geheel wordt bovendien ondersteund door muziek van o.a. The Radio Dept., The Cure en New Order, een combinatie die verrassend goed werkt. Coppola baseert zich op de biografie van Antonia Fraser (The Journey) en focust op het hofleven van Versailles, waar trouwens ook daadwerkelijk gedraaid is. De film zit vol kleine anekdotes die het koningskoppel menselijk maken. De op een MTV-clip geïnspireerde scène waarin Marie-Antoinette schoenen koopt als een heuse shopaholic, zal menig vrouw doen watertanden. Het uitblijven van kinderen maakt Marie-Antoinette en Louis tot een blijvend hot topic van Franse hofroddel. Het duurt zeven jaar voordat het paar hun eerste kind krijgt en het Oostenrijks-Franse verbond definitief is bezegeld.

Historisch twijfelachtig

Eenmaal moeder trekt Marie-Antoinette zich steeds meer terug in haar eigen oase (in het paviljoen Le Petit Trianon) om zich aan de opvoeding van de kinderen te wijden. Na haar eerste (en openbare!) bevalling omringt ze zich vooral met intimi. Dit is het moment in de film waarop de gekozen aanpak van Coppola gaat steken. De historische en dramatische context wordt hier teveel afhankelijk van bijkarakters waar de kijker geen wijs uit kan worden. De film blijft misschien nog wel visueel boeiend, maar de ontwikkeling van het verhaal is mager en historisch nogal twijfelachtig.

Biografen

~

De extreme omstandigheden waarmee de twee koningskinderen tegen het eind van hun leven geconfronteerd werden, vallen in de film helaas buiten beschouwing. De film stopt op het moment dat de revolutie uitbreekt en het drama voor Marie-Antoinette echt begint. Het imago van domme, lichtzinnige en geldverslindende koningin is de afgelopen eeuw bijgesteld, een aantal biografieën (o.a. Marie-Antoinette van Stefan Zweig uit 1933) heeft van de verguisde koningin een genuanceerder beeld geschapen. In een showproces wordt Marie-Antoinette op basis van valse beschuldigingen (incest en lesbische liefde) veroordeeld. Haar testament, de brieven geschreven tijdens haar gevangenschap, tonen een moedige, wijze vrouw in extreem beangstigende omstandigheden. Marie-Antoinette is achter Louis blijven staan en heeft voor haar kinderen gevochten. Toen ze voor het gerecht verscheen was haar enig commentaar op haar vermeende incest: “If I have not replied, it is because nature itself refuses to respond to such a charge laid against a mother”. Zeker is; Marie-Antoinette was interessanter dan de pruiken, kostuums en kastelen in Coppola’s film doen vermoeden.