Tag Archief van: recensie

Muziek / Concert

Fokko brengt ´Geluksmomentje´ naar Arnhem

recensie: ‘FF Touren’-tour van Fokko, 5 juni 2022 Luxor Live
Malin Hollaar

Nadat Fokko in 2021 een ware coronahit had gescoord met ´Karin Heeft Geen Corona´ was het een kwestie van tijd tot de volledige EP werd uitgebracht. De EP FF werd begin 2022 uitgebracht en in april begon de bijbehorende tour. Het concert van 14 april in Luxor Live in Arnhem kon, ironisch genoeg, niet doorgaan vanwege een coronageval in de band en werd daarom verplaatst. Gelukkig werd dit gemis ruimschoots ingehaald met het energieke optreden dat zich uiteindelijk op 5 juni 2022 afspeelde.

Het concert vond plaats in de bovenste zaal van Luxor Live. Bij binnenkomst waren de leadzanger van Fokko en zijn support act Tim Koehoorn aan te treffen bij de merchandise stand. Toen het natgeregende publiek druppelsgewijs de knusse zaal binnen was getreden werd het tijd voor de show om te beginnen.

Het doorzettingsvermogen van support act Tim Koehoorn

Singer-songwriter Tim Koehoorn verzorgde de support act van deze avond, ondanks de obstakels op zijn reis naar Luxor Live. Zo vertelt hij dat hij vanuit het autoluwe centrum van Arnhem zijn spullen in containers met vuilniszakken en ducttape te voet naar de concertzaal heeft moeten slepen. Dit had gelukkig weinig invloed op zijn stemming en zo opende hij de avond met het nummer ‘Het Gaat De Slechte Kant Op Met Mijn Pessimisme’. De zanger blijkt niet alleen droogkomisch te zijn in de aankondigingen van zijn eigen nummers, maar hij toont in deze nummers ook aan over een goede dosis creativiteit en humor te beschikken. Zo gaan de nummers over de meest uiteenlopende onderwerpen, zoals zijn onafwendbare dood, het missen van Hyves, opgroeien in de provincie en Guus Meeuwis. Voor laatstgenoemde had Tim namelijk nog wat constructieve feedback op hoe geschikt het ritme ‘kedeng kedeng kedeng kedeng’ is voor de geïmpliceerde nachtelijke activiteiten uit het nummer ‘Per Spoor’.

De muzikant omschrijft zijn muziek als ‘alternatieve nederpop voor mensen die grapjes maken als verdedigingsmechanisme’. Hoe dat klinkt valt binnenkort te beluisteren op zijn nieuwe album Suikerspin dat 17 juni verschijnt. Enkele nummers van dit album, zoals het kneuterig romantische nummer ‘Als het moet (maar liever niet)’, liet hij tijdens het concert al horen. Dit toverde duidelijke glimlachen op de gezichten van het publiek.

Wachten tot er iets gebeurt

Het warmgedraaide publiek hoefde niet lang te wachten tot de nederrockband Fokko het podium betrad. Bandleden Fokko, Jurro, Sebastian en Gelke gingen energiek van start met het nummer ‘Wachten Tot Er Iets Gebeurt’, wat zonder aarzelen overliep in het vervolgnummer. Het is meteen duidelijk, de band heeft weer zin om te spelen en het publiek stuitert enthousiast mee. De catchy rocknummers met vrij directe teksten over uiteenlopende onderwerpen slaan duidelijk goed aan bij het publiek. Nummers zoals ‘KTLL’, die gaat over het hebben van een gemeenschappelijke ex-vriendin met iemand die je niet aardig vindt, worden vol volume meegezongen.

Publieksinteractie door quizvragen en fun facts

Gelukkig is er tussendoor nog wel ruimte voor wat adempauzes en die worden door zanger en gitarist goed benut voor de nodige publieksinteractie. Zo vertelt hij bij de aankondiging van ‘Nog Twee Weken Op De Camping’ dat het nummer welgeteld vijf woorden in het Frans bevat en dat degene die ze weet te benoemen een Fokko sticker verdient. Een uitdaging die enthousiast werd geaccepteerd door de fans op de eerste rij, maar lastiger bleek te zijn dan gedacht. Uiteindelijk werd er beloofd dat iedereen een sticker zou krijgen voor de moeite, dat is mooi meegenomen.

Wie een beetje bekend is met de nummers van Fokko heeft vast opgemerkt dat bepaalde vrouwennamen zoals Sanne en Kim vaker in de nummers naar voren komen. Bij de aankondiging van het nummer ‘Wendy’ over zijn korte basisschoolverkering vertelt hij hier wat meer over. Wendy blijkt echt te bestaan, maar ze heet eigenlijk Chantal. Het nummer ontpopt zich in de concertzaal als een ware publieksfavoriet. Waar het publiek eerder al enthousiast leek mee te dansen en zingen, werd er hier zelfs nog heftiger mee gesprongen.

Akoestische onderbreking in het midden van de zaal

‘Wendy’ blijkt niet de enige publieksfavoriet te zijn, vanuit de eerste rij werd tijdens de show al meermaals gevraagd of het nummer ‘Anna’ nog gespeeld zou worden. Toen het eindelijk zover was, werd de elektrische gitaar omgeruild voor een akoestische en kwam Fokko, gevolgd door Gelke en Jurro, de zaal in lopen. De drie bandleden werden gauw omringd door een knusse cirkel van toeschouwers en zette zo het nummer ‘Anna’ in met Fokko op gitaar, Gelke met twee schudeieren en Jurro als tweede stem. Het publiek probeerde voorzichtig mee te zingen terwijl de fan, wiens lievelingsnummer ‘Anna’ was, uiteindelijk het tweede schudei van Gelke kreeg. Deze setting beviel de band dusdanig dat ze besloten het nummer ‘Zondagnacht’ ook in deze cirkel te spelen. Dit nummer werd door het publiek nog enthousiaster meegezongen. Zeker de ‘aah’s die volgden na zinnen zoals ‘dit weekend was er weer een voor de prullenbak’ werden extra hard meegezongen.

Een energieke afsluiting

Toen de volledige band weer op het podium stond, was het tijd voor hun grootste hit: ‘Karin Heeft Geen Corona’, waarmee het tempo en de ambiance weer mee werden opgevoerd. De band zet verder met nummers als ‘Met Een Biertje Op De Bank’ waarin wordt bezongen hoe ze het liefst met een biertje op de bank zitten en verder niks doen. Het is echter duidelijk dat voor dit concert een grote uitzondering wordt gemaakt. De geestdrift en de energie spat van de band af en werkt aanstekelijk op de volledige zaal. Een groot aandeel van het publiek loopt met shirts waar Fokko’s hoofd op geprint staat of T-Shirts met de tekst ‘StaDaarNietZoDoeIets’, wat gelijk het nummer was waarmee deze gebeurtenisvolle avond werd afgesloten.

Een avondje Fokko staat garant voor een strakke rockshow, komische teksten, een stuiterende frontman én dito publiek. Het is dan ook een wijs besluit om dat biertje op de bank om te ruilen voor een biertje bij een optreden van Fokko!

Link naar live video van Fokko:

 

Link naar Tim Koehoorn:

Muziek / Concert

Fokko brengt ´Geluksmomentje´ naar Arnhem

recensie: ‘FF Touren’-tour van Fokko, 5 juni 2022 Luxor Live
Malin Hollaar

Nadat Fokko in 2021 een ware coronahit had gescoord met ´Karin Heeft Geen Corona´ was het een kwestie van tijd tot de volledige EP werd uitgebracht. De EP FF werd begin 2022 uitgebracht en in april begon de bijbehorende tour. Het concert van 14 april in Luxor Live in Arnhem kon, ironisch genoeg, niet doorgaan vanwege een coronageval in de band en werd daarom verplaatst. Gelukkig werd dit gemis ruimschoots ingehaald met het energieke optreden dat zich uiteindelijk op 5 juni 2022 afspeelde.

Het concert vond plaats in de bovenste zaal van Luxor Live. Bij binnenkomst waren de leadzanger van Fokko en zijn support act Tim Koehoorn aan te treffen bij de merchandise stand. Toen het natgeregende publiek druppelsgewijs de knusse zaal binnen was getreden werd het tijd voor de show om te beginnen.

Het doorzettingsvermogen van support act Tim Koehoorn

Singer-songwriter Tim Koehoorn verzorgde de support act van deze avond, ondanks de obstakels op zijn reis naar Luxor Live. Zo vertelt hij dat hij vanuit het autoluwe centrum van Arnhem zijn spullen in containers met vuilniszakken en ducttape te voet naar de concertzaal heeft moeten slepen. Dit had gelukkig weinig invloed op zijn stemming en zo opende hij de avond met het nummer ‘Het Gaat De Slechte Kant Op Met Mijn Pessimisme’. De zanger blijkt niet alleen droogkomisch te zijn in de aankondigingen van zijn eigen nummers, maar hij toont in deze nummers ook aan over een goede dosis creativiteit en humor te beschikken. Zo gaan de nummers over de meest uiteenlopende onderwerpen, zoals zijn onafwendbare dood, het missen van Hyves, opgroeien in de provincie en Guus Meeuwis. Voor laatstgenoemde had Tim namelijk nog wat constructieve feedback op hoe geschikt het ritme ‘kedeng kedeng kedeng kedeng’ is voor de geïmpliceerde nachtelijke activiteiten uit het nummer ‘Per Spoor’.

De muzikant omschrijft zijn muziek als ‘alternatieve nederpop voor mensen die grapjes maken als verdedigingsmechanisme’. Hoe dat klinkt valt binnenkort te beluisteren op zijn nieuwe album Suikerspin dat 17 juni verschijnt. Enkele nummers van dit album, zoals het kneuterig romantische nummer ‘Als het moet (maar liever niet)’, liet hij tijdens het concert al horen. Dit toverde duidelijke glimlachen op de gezichten van het publiek.

Wachten tot er iets gebeurt

Het warmgedraaide publiek hoefde niet lang te wachten tot de nederrockband Fokko het podium betrad. Bandleden Fokko, Jurro, Sebastian en Gelke gingen energiek van start met het nummer ‘Wachten Tot Er Iets Gebeurt’, wat zonder aarzelen overliep in het vervolgnummer. Het is meteen duidelijk, de band heeft weer zin om te spelen en het publiek stuitert enthousiast mee. De catchy rocknummers met vrij directe teksten over uiteenlopende onderwerpen slaan duidelijk goed aan bij het publiek. Nummers zoals ‘KTLL’, die gaat over het hebben van een gemeenschappelijke ex-vriendin met iemand die je niet aardig vindt, worden vol volume meegezongen.

Publieksinteractie door quizvragen en fun facts

Gelukkig is er tussendoor nog wel ruimte voor wat adempauzes en die worden door zanger en gitarist goed benut voor de nodige publieksinteractie. Zo vertelt hij bij de aankondiging van ‘Nog Twee Weken Op De Camping’ dat het nummer welgeteld vijf woorden in het Frans bevat en dat degene die ze weet te benoemen een Fokko sticker verdient. Een uitdaging die enthousiast werd geaccepteerd door de fans op de eerste rij, maar lastiger bleek te zijn dan gedacht. Uiteindelijk werd er beloofd dat iedereen een sticker zou krijgen voor de moeite, dat is mooi meegenomen.

Wie een beetje bekend is met de nummers van Fokko heeft vast opgemerkt dat bepaalde vrouwennamen zoals Sanne en Kim vaker in de nummers naar voren komen. Bij de aankondiging van het nummer ‘Wendy’ over zijn korte basisschoolverkering vertelt hij hier wat meer over. Wendy blijkt echt te bestaan, maar ze heet eigenlijk Chantal. Het nummer ontpopt zich in de concertzaal als een ware publieksfavoriet. Waar het publiek eerder al enthousiast leek mee te dansen en zingen, werd er hier zelfs nog heftiger mee gesprongen.

Akoestische onderbreking in het midden van de zaal

‘Wendy’ blijkt niet de enige publieksfavoriet te zijn, vanuit de eerste rij werd tijdens de show al meermaals gevraagd of het nummer ‘Anna’ nog gespeeld zou worden. Toen het eindelijk zover was, werd de elektrische gitaar omgeruild voor een akoestische en kwam Fokko, gevolgd door Gelke en Jurro, de zaal in lopen. De drie bandleden werden gauw omringd door een knusse cirkel van toeschouwers en zette zo het nummer ‘Anna’ in met Fokko op gitaar, Gelke met twee schudeieren en Jurro als tweede stem. Het publiek probeerde voorzichtig mee te zingen terwijl de fan, wiens lievelingsnummer ‘Anna’ was, uiteindelijk het tweede schudei van Gelke kreeg. Deze setting beviel de band dusdanig dat ze besloten het nummer ‘Zondagnacht’ ook in deze cirkel te spelen. Dit nummer werd door het publiek nog enthousiaster meegezongen. Zeker de ‘aah’s die volgden na zinnen zoals ‘dit weekend was er weer een voor de prullenbak’ werden extra hard meegezongen.

Een energieke afsluiting

Toen de volledige band weer op het podium stond, was het tijd voor hun grootste hit: ‘Karin Heeft Geen Corona’, waarmee het tempo en de ambiance weer mee werden opgevoerd. De band zet verder met nummers als ‘Met Een Biertje Op De Bank’ waarin wordt bezongen hoe ze het liefst met een biertje op de bank zitten en verder niks doen. Het is echter duidelijk dat voor dit concert een grote uitzondering wordt gemaakt. De geestdrift en de energie spat van de band af en werkt aanstekelijk op de volledige zaal. Een groot aandeel van het publiek loopt met shirts waar Fokko’s hoofd op geprint staat of T-Shirts met de tekst ‘StaDaarNietZoDoeIets’, wat gelijk het nummer was waarmee deze gebeurtenisvolle avond werd afgesloten.

Een avondje Fokko staat garant voor een strakke rockshow, komische teksten, een stuiterende frontman én dito publiek. Het is dan ook een wijs besluit om dat biertje op de bank om te ruilen voor een biertje bij een optreden van Fokko!

Link naar live video van Fokko:

 

Link naar Tim Koehoorn:

Theater / Voorstelling

EEN WERVELWIND VAN EEN OPERAVOORSTELLING

recensie: A Midsummer Night’s Dream - Opera Zuid

De voorstelling van de opera A Midsummer Night’s Dream van Benjamin Britten (1960) door Opera Zuid begon eigenlijk al op de statige trappen van Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Terwijl je tussen bloemetjes op de treden rustig naar boven liep, kwam je gaandeweg toneelspelers tegen die telkens een citaat uit het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare voor je opzegden. Zoiets als: ‘Puck zegt: “Hebben wij schimmen u niet bevallen, denk dan: “Ik was in slaap gevallen.” Wat u in die slaap verscheen, vluchtte als een droombeeld heen’.

Zo heb je gaandeweg al heel wat poëtische teksten te horen gekregen, maar als je dacht dat het daarbij bleef, dan had je het als bezoeker mis. De opvoering begon met een vragenvuur dat vanaf het podium op de zaal werd losgelaten. ‘Gaat u staan als u het eens bent met …’. En dat waren vaak geen gemakkelijke vragen, zoals: ‘Heeft u uw grote liefde wel eens bedrogen?’ Citaten, en nu vragen die allemaal voortkwamen uit het stuk van Shakespeare en aan de accenten van regisseur Ola Mafaalani, die hiermee haar debuut maakte bij Opera Zuid.

Accenten

Accenten die varieerden van het benadrukken van het verschil tussen droom en werkelijkheid, liefde en haat, donker en licht. En dat alles te midden van de komedie die A Midsummer Night’s Dream is. Het waren vragen die de komedie te boven gaan.

De hiervoor genoemde Puck, de dienaar van Oberon, de koning der schaduwen en elven, leek wel als een soort tussenpersoon te fungeren. De rol werd uitgevoerd door actrice, regisseur en aerialist (luchtacrobaat) Dreya Weber. De meeste tijd draaide ze rond in stukken stof, aangekondigd door snelle trompetloopjes en tromroffeltjes uit de orkestbak, waarin het op de toppen van hun kunnen spelende philharmonie zuidnederland zat, het orkest van Noord-Brabant, Limburg en Zeeland dat stond onder leiding van de Belgische dirigent Karel Deseure.

De opvoering

Componist Benjamin Britten (1913-1976) vraagt veel van de uitvoerenden. Zowel van het orkest als van de vocale solisten en het kinderkoor (de elfjes, gezongen door de Limburgse koorschool). Onderwijl zijn zij doende om samen met chefkok André Amaro in de keuken van Theseus chocola te smelten. Dit vervangt het magische bloemensap uit het stuk van Shakespeare. Ze zijn er al mee bezig als het publiek de zaal inkomt, net zoals zes werklieden reeds aan het timmeren zijn voor het stuk echt begonnen is. Later voeren zij het stuk Pyramus en Thisbe op ter gelegenheid van het huwelijk van Theseus en Hippolyta. Opvallend is, dat Theseus en Hippolyta in het libretto van Britten en zijn partner tenor Peter Pears pas heel laat in de opera op het toneel verschijnen. Maar dan heb je ook wat: bas-bariton Quirijn de Lang zong zijn rol koninklijk en het timbre van de alt-mezzo Eva Kroon is prachtig.

Eigenlijk is het geen doen om alle solisten bij naam en toenaam te noemen; daarvoor verschijnen er teveel op het podium. En zijn ze stuk voor stuk goed gecast en voor hun rol toegerust.
Opvallend is de teddybeer (!) waarmee Bottom (bas-bariton Marc Pantus) rond zeult. Puck heeft zijn hoofd niet omgetoverd in dat van een ezel, zoals in het origineel, maar in het lijf van een teddybeer; wellicht een toespeling naar de beren die tijdens de pandemie massaal voor de ramen stonden. Een pandemie die twee jaar geleden roet gooide in de toen al geplande première in Eindhoven.

Alles is in de geest van Britten eigenlijk, want ook de componist doet aan (stijl)citaten. Soms denk je het begin van de ouverture uit A Midsummer Night’s Dream van Mendelssohn-Bartholdy te horen, dan weer een barokaria door een countertenor (Oberon, gezongen door Jan Wouters, begeleid door klavecimbel en harp) om slechts twee dwarsstraten te noemen.
Kortom: een avond om met volle teugen van te genieten. Het kan nog tot en met 21 juni (!). Mafalaani heeft weer een prachtige Shakespeareregie op haar conto geschreven. Dit keer van een opera.

 

Kunst / Expo binnenland

Het dagelijks leven kleur geven

recensie: Kleur als Taal
Etel Adnan, 'Zonder titel', 2014, olieverf op doek, 38 x 46 cm. Collection Jean Frémon. © The Estate of Etel Adnan. Courtesy Galerie Lelong & Co., Paris/New YorkThe Estate of Etel Adnan. Courtesy Galerie Lelong & Co., Paris/New York

Ze hangen naast elkaar: een doek Zonder titel van Etel Adnan (1925-2021) uit 1983 en het bekende Veld met irissen bij Arles uit 1888 van Vincent van Gogh (1853-1890). De curator van de tentoonstelling Kleur als Taal, Sara Tas, wil ons zo wijzen op de kleurvlakken die beide schilders neerzetten en de manier waarop ze diagonalen gebruikten. Naast overeenkomsten zijn er echter ook duidelijke verschillen.

Vergeet om te beginnen niet dat Van Gogh in zijn late werk, zoals Veld met irissen bij Arles, veel geel gebruikte. Op een manier die volgens de Vlaamse oogarts Frank Joseph Goes in zijn boek The Eye in History (2013) zou kunnen wijzen op de aanwezigheid van glaucoom, een oogziekte. Het geel is, ook na restauratie, veel minder uitgesproken dan dat op Adnans Zonder titel dat ernaast hangt en bijna een eeuw later werd gemaakt. Het is de eerste vergelijking die je als bezoeker van de tentoonstelling tegenkomt. Het is een vergelijking die een beetje voor verwarring kan zorgen en je op het verkeerde been dreigt te zetten. Is dat erg? Nee – het is net zoiets als de opmerking ‘Ik kijk even of je wel oplet’. Het zet je op scherp, omdat je als bezoeker vermoedt dat hier iets bijzonders staat te gebeuren.

Etel Adnan, 2016. Courtesy Galerie Lelong. Foto: Fabrice Gibert

Etal Adnan

Etal Adnan werd geboren in Beiroet als dochter van een Grieks-orthodoxe moeder en een Syrisch-Islamitische vader. Ze begon als dichter en schrijver. Vanaf 1949 studeerde ze filosofie aan de Sorbonne in Parijs, waar ze werd gegrepen door het werk van Jean-Paul Sartre. In Parijs zag ze ook voor het eerst schilderijen van Vincent van Gogh. Met name diens zelfportretten maakten grote indruk op haar. Zonder kunstzinnige opleiding begon Adnan toen ze ruim dertig jaar was te schilderen. Ze woonde inmiddels in Californië en was daar tot 1972 docent kunstfilosofie en esthetiek.

Na enkele tussenstops keerde ze in 1980 terug naar Californië. De Mount Tamalpais werd haar belangrijkste thema, op een soortgelijke manier als de Mont Sainte-Victoire dat was voor Paul Cézanne. Pas in 2012 kreeg Adnan ruime erkenning toen Hans-Ulrich Obrist ervoor koos om haar werk tentoon te stellen op de Documenta in Kassel. De tentoonstelling Kleur als Taal is de eerste overzichtstentoonstelling van haar werk in Nederland. Ze heeft weet gehad van het idee, maar de opening niet meer meegemaakt, want ze overleed in 2021.

 

Etel Adnan, 'Mount Tamalpais', 1985, olieverf op doek, 126.5 × 149 cm. © The Estate of Etel Adnan. The Nicolas Ibrahim Sursock Museum, Beirut (schenking van de kunstenaar, 2007)

Etel Adnan, ‘Mount Tamalpais’, 1985, olieverf op doek, 126.5 × 149 cm. © The Estate of Etel Adnan. The Nicolas Ibrahim Sursock Museum, Beirut (schenking van de kunstenaar, 2007)

 

Etel Adnan, 'California #9', 2013, olieverf op doek, 30.5 × 41 cm, © The Estate of Etel Adnan, Museum Voorlinden, Wassenaar

Etel Adnan, ‘California #9’, 2013, olieverf op doek, 30.5 × 41 cm, © The Estate of Etel Adnan, Museum Voorlinden, Wassenaar

 

Er zijn maar liefst 78 werken van Adnan te zien, naast 10 van Vincent van Gogh. Naast schilderijen worden er leporello’s (als een accordeon gevouwen boekjes), drie tapijten, aquarellen en literair werk getoond. De schilderijen voeren de boventoon. Zonnige werken zijn het, in tegenstelling tot haar somberder dichtwerk. Al moet gezegd dat ze dit zelf zag als twee zijden van dezelfde medaille. Vaak is een los ‘hangend’ blokje of bolletje te zien, dat de zon moet voorstellen. Hoewel klein zijn ze niet te missen, net zoals op een andere manier de enorme zon op De zaaier van Van Gogh (1888). Soms is de zon zelfs helemaal niet te zien, maar toch qua sfeer overduidelijk aanwezig, zoals op Zonder titel (2000-2005) op een wand pal bij De zaaier: een rozerode lucht nadat de zon is ondergegaan. Het gaat duidelijk om de natuurbeleving van beide kunstenaars.

Van Gogh en Adnan

Misschien ligt hierin wel de overeenkomst tussen Van Gogh en Adnan. Adnan gaat daarin een stap verder dan haar voorbeeld. Haar schilderijen zijn abstract, maar toch herken je in een serie die ze in Californië maakte niet alleen duidelijk die zon, maar ook de contouren van de bergen, een brug en de vlakken van het landschap en het water. In tegenstelling tot Van Gogh ontbreken op Adnans schilderijen mensen en dieren.

Vincent van Gogh, 'Korenveld', 1888, olieverf op doek, 54 x 65 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Vincent van Gogh, ‘Korenveld’, 1888, olieverf op doek, 54 x 65 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

 

Etel Adnan, 'Zonder titel', 2014, olieverf op doek, 38 x 46 cm. Collection Jean Frémon. © The Estate of Etel Adnan. Courtesy Galerie Lelong & Co., Paris/New York

Etel Adnan, ‘Zonder titel’, 2014, olieverf op doek, 38 x 46 cm. Collection Jean Frémon. © The Estate of Etel Adnan. Courtesy Galerie Lelong & Co., Paris/New York

Grote verrassing

Een grote verrassing volgt in de Sompa Gallery, een verdieping hoger in het museum. In deze kleine zaal hangen over twee wanden verdeeld Adnans kleinere werken. Een rij schilderingen in waterverf op papier op de ene wand en een rij olieverfschilderijen op doek op de wand er tegenover. Adembenemend mooi. En prachtig ingericht, net als de hoofdmoot van de expositie.
Je komt vrolijk en verrijkt uit het museum, en dat was ook Adnans bedoeling met haar werk. Zoals haar partner Simone Fattal het eens verwoordde: ‘They help you live your everyday life’.

 

Kunst / Expo binnenland

Misleiding in Leiden

recensie: Misleiden – Fakes uit kunst en wetenschap
Rog gevouwen in de vorm van een draak, naturalis, Cees de JongeCees de Jonge

Kunst heeft vaak tot doel om te verleiden, maar soms wil ze ook misleiden. In de wetenschap zijn namaak en bedrog evenmin onbekende verschijnselen. De Lakenhal in Leiden brengt ruim twintig objecten uit plaatselijke musea bijeen die bezoekers eeuwenlang op het verkeerde been hebben gezet. Het is een wat willekeurig allegaartje, maar de ‘fakes’ zijn een bezoekje waard.

Leiden kent veel musea en onder hun schatten bevinden zich ook de nodige die het label ‘nep’ verdienen. De Lakenhal heeft uit diverse plaatselijke collecties een kleine expositie van originele fakes opgesteld. Het is geen tentoonstelling met een diepere ‘filosofische’ vraagstelling over de betekenis van misleiding in kunst en wetenschap. Aan de hand van gedetailleerd kritisch onderzoek krijg je wel inzicht in de vaak vermakelijke ontstaansgeschiedenis van bijzondere historische objecten.

Japanse zeemeermin

Een opmerkelijk voorwerp is bijvoorbeeld een Japanse meermin, in elkaar geknutseld met uiteenlopende materialen als vissenhuid, metalen draad, een menselijke schedel en de kaak van een hond. In Japan werden zulke objecten in de 18e eeuw volop geproduceerd en tentoongesteld als goddelijke tempelwezens. De verklaring daarvoor moet worden gezocht in eeuwenoude Japanse mythen over meerminnen. Die zouden over bijzondere (natuur)krachten beschikken en als onderdeel van de maaltijd zelfs onsterfelijkheid kunnen garanderen.

Het in stand houden of versterken van mythen is wel vaker het doel van fakes. Zo is op de expositie ook een ‘Romeinse’ nepbaksteen met inscriptie te bewonderen die de glorieuze broederschap van het Bataafse volk moest uitdragen. In zijn poging het nationale verleden wat aan te dikken, toonde de zestiende-eeuwse maker zich al een serieuze kandidaat voor Heel Holland Bakt.

Prozaïsche motieven

Niet zelden blijkt er een vrij prozaïsch motief te schuilen achter het maken of etaleren van fakes. De apotheker die met een draakje op sterk water indruk wil maken op zijn klanten; de steenhouwer die munt wil slaan uit een vervalst Egyptisch reliëf; de schrijver die zijn avontuurlijke jeugd op een half verzonnen eiland bij elkaar fantaseert …

Maar nieuwsgierig maakt het altijd weer, we laten ons nog steeds wel graag een beetje bedriegen toch?

Ook online te zien

Bijzonder is dat je de hele expositie ook online kunt bezoeken, op de website van De Lakenhal. Niemand hoeft het te missen dus.

Theater / Voorstelling

Een nieuw perspectief voor de jonge kijker

recensie: De brieven van Mia - Koninklijk Theater Carré
Brieven van Mia, scenefoto,Bart GrietensBart Grietens, ROSE stories & George & Eran Producties

Op 3 mei was de première van de voorstelling De brieven van Mia in Koninklijk Theater Carré. De voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek door historicus, schrijver, onderzoeker en presentatrice Astrid Sy. Net als het boek, wil de voorstelling verhalen over de Tweede Wereldoorlog begrijpelijk maken voor een jong publiek. Vooral voor de jonge kijker is het een innemend en leerzaam stuk.

Het verhaal

De voorstelling vertelt het verhaal van een meisje Laila die gevlucht is uit Syrië. Tot haar grote verdriet moet haar vader in Syrië achterblijven. Nu woont ze in een asielzoekerscentrum met haar moeder. Laila zit op de middelbare school en moet als deel van een schoolopdracht helpen in het huis van de oude meneer Cohen. Omdat het in het begin niet zo klikt, laat meneer Cohen haar wat opruimklusjes doen. Tijdens het uitvoeren van een van de klusjes, vindt Laila een kist met brieven. De brieven van de Mia. Zij was de jeugdliefde van meneer Cohen. Tijdens de voorstelling zien we wat er in de brieven van de Joodse Mia stond en wat haar overkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Net als Laila moest Mia vluchten. Mia vluchtte voor de nazi’s omdat ze Joods was en vanwege haar betrokkenheid bij het verzet. De twee verhalen van Mia en Laila worden aan elkaar gerelateerd, de overeenkomsten zijn onmiskenbaar. We kunnen leren van de geschiedenis, dat is de boodschap die wordt herhaald. Aan de ene kant was het verhaal mooi, kwetsbaar en belangrijk. Toch miste er ook een stukje diepgang. Er ontbrak een artistieke laag in het script waardoor er voor de volwassen kijker weinig te ontdekken viel. De oudere kijker zal wellicht opmerken dat een aantal bijrollen wel erg kinderlijk werden vertolkt. De karakters van de bijrollen waren soms niet goed uitgewerkt en gekunsteld humoristisch. Dat schuurde met de kwetsbare toon van de rest van het verhaal.

Het decor

Vanwege het gemakkelijk te volgen verhaal, had het publiek uitgebreid de tijd om te kijken naar het schitterende decor. Dat was een hoogtepunt van de avond! Vooral de scene waarbij er oranje bloemachtige blaadjes uit de lucht kwamen vallen was spectaculair. Vanwege de verlichting deden de snippers denken aan brandend as. De referentie naar de werkkampen was schitterend, beeldend en ontroerend.

Een jongetje

Wat ook ontroerde had niet direct te maken met de voorstelling, maar met het publiek. In het publiek zat een jongetje van een jaar of negen. Zijn moeder had hem meegenomen naar de voorstelling. Tijdens de voorstelling stelde hij geëngageerd vragen en lachte vaak. De jongen viel in de beoogde leeftijdsgroep. Kortom, de voorstelling leek vooral voor een jong publiek intrigerend.

Boeken / Kunstboek / Non-fictie

Vergezocht, maar toch de moeite waard

recensie: Keith Haring, Muna Tseng & Tseng Kwong Chi: Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York

Keith Haring. De gemiddelde cadeauwinkel verkoopt minstens een mok, kussen of ansichtkaart met daarop een extreem herkenbaar icoon van de in de jaren tachtig bekend geworden graffitikunstenaar uit New York. Maar wie zijn Muna Tseng en Tseng Kwong Chi (1950-1990)? En wat hebben ze te maken met Keith Haring (1958-1990), afgezien van het feit dat ze alle drie actief waren in New York in de jaren tachtig? Redacteur Rose Heliczer zocht het voor je uit.

Het is lastig om je bij het zien van het boek Keith Haring, Muna Tseng & Tseng Kwong Chi: Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York, een beeld te vormen van wat je precies in handen hebt. Je zou zomaar kunnen denken aan een diepgravende excursie in de driehoeksverhouding tussen een bekende kunstenaar, een fotograaf en een danser. In werkelijkheid is het boek een enigszins bij elkaar geraapte bundeling van de samenwerkingen van Muna Tseng en Tseng Kwong Chi met Keith Haring. Hoewel in het openingsinterview door de Amerikaanse cultuurcriticus en curator Carlo McCormick beloofd wordt dat we vooral met het wat ondergesneeuwde werk van Muna Tseng (die de artistieke nalatenschap van haar broer beheert sinds zijn overlijden in 1990) gaan kennismaken, is dat niet helemaal waar. Keith Haring krijgt buitenproportioneel veel aandacht, waardoor de kneiterbekende kunstenaar op de voorgrond blijft staan. Zonde, want het werk van zowel Muna, als Kwong Chi is interessant genoeg om op zichzelf te behandelen. Het maakt dat hun samenwerking met Keith Haring enigszins als excuus aanvoelt. Het boek is mooi vormgegeven (de kleuren van de bladzijden!) maar mist de nodige context, waardoor lang niet al het besprokene goed uit de verf komt.

Herinneringen van oude kennissen

Boundless Minds opent met een uitgebreid vraaggesprek tussen Carlo McCormick en danseres en choreografe Muna Tseng, die de interdisciplinaire dansvoorstelling Epochal Songs met Keith Haring maakte. Muna Tseng en McCormick waren beiden actief in de jaren tachtig in New York. In hun gesprek halen ze herinneringen aan deze tijd op. Doordat belangrijke politieke en maatschappelijke thema’s benoemd maar niet geduid worden, voel je je als lezer een buitenstaander. Het was prettig geweest als McCormick zijn stem als interviewer had gebruikt om context te bieden aan de lezer. De positie van Muna Tseng en de Amerikaans-Aziatische gemeenschap in de New Yorkse kunstscene toentertijd wordt wel enigszins belicht.

Harings persoonlijke fotograaf

Na het interview start het boek niet met Muna Tseng, maar met de samenwerking tussen Tseng Kwong Chi en Keith Haring. Auteur Barry Blinderman wijdt hier een alinea aan de serie East meets West, de zelfportretten waarin Tseng Kwong Chi met de zelfontspanner in zijn hand poseert naast toeristische trekpleisters en beroemde mensen. Hij is gekleed in een tweedehands pak uit het regime van Mao, een van de meest gewelddadige dictators van de 20e eeuw. Een gewaagde en interessante fotoserie dus. Toch leest het essay van Blinderman overwegend als een ode aan Keith Haring.

Keith Haring in Subway, 1983, Tseng Kwong Chi

Keith Haring in Subway, 1983, Tseng Kwong Chi, © Muna Tseng Dance Projects, Inc.

Door het hele boek is er meer aandacht voor Tsengs fotografie van Harings streetart in de New Yorkse metrostations. Kwong Chi heeft kunst vastgelegd die anders verloren zou zijn gegaan aan het tijdelijke karakter van graffitikunst. Haring belde Tseng om te vertellen met welke metrolijn hij gereden had. Vervolgens reisde Tseng hem achterna om foto’s te maken van de graffiti die Haring op de stations achterliet. Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York bevat veel van deze foto’s. Die zijn interessant, maar ook hier mist het boek de nodige context. De foto’s lopen namelijk flink achter op de kwaliteit van onze hedendaagse beeldcultuur, waarin haast iedereen een hoge kwaliteitscamera in zijn broekzak heeft. Tseng Kwong Chi fotografeerde analoog. Hij moest snel zijn, want het was niet toegestaan om zonder vergunning foto’s te maken. Met de techniek van toen was het een stuk lastiger om onder tijdsdruk mooie foto’s te maken zonder daglicht. Zonder duiding van het maakproces van de foto, en de iconische betekenis van Harings werk (de blaffende hond, baby, berg mensen) op de affiches in de metro, blijven er matige, weinig zeggende foto’s over.

Muna Tseng en Keith Haring: Epochal Songs

Danseres en choreografe Muna Tseng maakte in 1982 samen met Keith Haring de interdisciplinaire dansvoorstelling Epochal Songs. De dansvoorstelling, waarvoor Keith Haring de tekeningen maakte, wordt gelukkig wel van toelichting voorzien. De inspiratie voor de voorstelling kwam voort uit gedeelde bezorgdheid over het beleid van Ronald Reagan en de nucleaire wapenwedloop. Tseng danste, Haring observeerde haar en kwam, volledig in lijn met zijn bekende werkmethode, een middagje langs om in één ruk veertig tekeningen te maken. Het werk schetst diverse ontwikkelingen in de evolutie van de mensheid. Van het eerste gebruik van vuur, naar auto’s en televisies, naar de atoombom. Het is het duidelijkste en meest volledige stuk van het boek, dat over het algemeen vooral vraagt om een overkoepelende stem die opheldering geeft over de specifieke beeldtaal en de context waarin het werk is gemaakt. Hierdoor voelt Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York enigszins aan alsof het vooral voor kenners bedoeld is. Toch is het de moeite waard. Het is een prachtig vormgegeven boek, dat plezierig is om door te kijken op de zaterdagochtend. Het laat je bovendien kennis maken met twee kunstenaars die je anders misschien wel nooit was tegengekomen.

Boeken / Non-fictie

Kleine en grote cirkels

recensie: Twee boekjes in de serie Van Oorschot Terloops
Zonsondergang in Texel, NLUnsplash (https://unsplash.com/photos/yUY4rEElc6E)

In de kostelijke serie boekjes Van Oorschot Terloops verschenen twee nieuwe deeltjes: De beloning van Stine Jensen, en Met moeder mee van Joyce Roodnat. De ondertitel luidt in deze, en overigens alle gevallen van de Terloops-serie: ‘Een wandeling’. Soms kun je ze door wat moeite te doen zó nalopen. Of in gedachten nalopen, als je de buurt kent. En je kunt de boekjes door hun formaat in je zak of tas meenemen en nalezen.

De ene keer wordt door de provincie gewandeld, zoals Marjoleine de Vos dat deed door Noord-Groningen (Je keek te ver) of Marijke Schermer door Zuid-Nederland (Gods wegen),  een andere keer door Amsterdam, met Thomas Rosenboom (De grote ronde) of Maartje Wortel (De groef). Zelfs het buitenland wordt een enkele keer aangedaan: de Dolomieten (Bregje van Bregje Hofstede), de Eifel (De drie bestaat niet van Gerbrand Bakker) en Ierland (Wat er werkelijk is van Nelleke Noordervliet). Het boekje van Stine Jensen voert naar Texel, dat van Joyce Roodnat naar de Watergraafsmeer in Amsterdam.

Stine Jensen: De beloning

Eerst het boekje van Stine Jensen. Zij wordt vanaf 1 juni 2022 bijzonder hoogleraar Publieksfilosofie aan de Erasmus School of Philosophy in Rotterdam. Samen met haar tweelingzus Lotte, hoogleraar Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen gaat ze al zo’n vijftien jaar twee, soms drie keer per jaar gedurende verschillende seizoenen naar het Waddeneiland. Ze lopen meestal hetzelfde rondje, de zogeheten blauwe ronde. Aan het eind wacht de beloning: koffie met appelgebak. Stine Jensen beschrijft het ritme van de seizoenen, maar op een andere manier zit er ook ritme in de beschrijving van hun wandelingen: stond dit bankje er nu altijd al, is het beeld van P.C. Thijsse nu opeens weg?

De een heeft meer zin in een rondleiding door een zeebioloog en maakt driftig aantekeningen (Stine), de ander kijkt wat zuinig als de bioloog over vogels wil gaan uitweiden (Lotte). ‘Door andermans ogen zien we verborgen bomen, geschoren takken, drie soorten bos en krom hout op sterven na dood’. Ze zien het niet alleen, ze praten – en soms kibbelen – erover. Stine Jensen schreef alles op zoals we dat van haar kennen: pretentieloos en geestig. Bijvoorbeeld in de manier waarop ze zichzelf vergelijkt met haar zus:

‘Van ons twee ben ik de twijfelaar, zij neemt stabiel haar beslissingen. Ik wik en weeg, zij is het type: zit de broek perfect, zoek dan niet verder en koop meteen drie dezelfde.’

Ze trekt weleens een wat ruimere cirkel, en komt dan bijvoorbeeld uit bij een citaat uit een boek dat haar heeft getroffen, zonder er verder al te diep op in te gaan.

Joyce Roodnat: Met moeder mee

Watergraafsmeer

Dan het boekje van Joyce Roodnat, werkzaam bij het NRC zoals de krant ‘geamputeerd’ van het (Algemeen) Handelsblad inmiddels door het leven gaat. Roodnat verkent hoe de buurt van haar jeugd, de Watergraafsmeer in Amsterdam, er nu uitziet. Ze loopt de wandelroute die haar moeder, broer en zij elke week liepen: naar school aan de andere kant van de Middenweg, of naar de bibliotheek in Betondorp, dat zichzelf is gebleven, zoals ze constateert.

Ze trekt ruimere cirkels om haar herinneringen dan Stine Jensen, zoals je van een journaliste misschien ook kunt verwachten. Dat wil zeggen: ze gaat dieper op een citaat in. Soms misschien wel een beetje te diep; haar boekje is dan ook iets dikker dan een gemiddeld deeltje in de serie.

Elk boekje heeft een eigen toon en insteek, en dat is de mede charme ervan. Het wachten is op de volgende deeltjes, zoals Lentehonger van Sander Kollaard (1 juni 2022) over de Zweedse lente.

 

Theater / Voorstelling

Tussen hilariteit en ontroering

recensie: Johan Goossens: kleine pijntjes
Johan Goossens, Kleine pijntjes, Jaap ReedijkJaap Reedijk

In de Kleine Komedie in Amsterdam trad op 9 mei Johan Goossens op met zijn voorstelling Kleine pijntjes. Tijdens deze voorstelling neemt Goossens zijn publiek mee in zijn leven van het afgelopen jaar. Een jaar lang maakte hij niets mee. Hij zat voornamelijk op de bank, waar volgens hem nu een ingesleten kuil zichtbaar is. Als je je brood verdient met het delen van geestige anekdotes is niets meemaken natuurlijk funest. Toch weet Johan een voorstelling neer te zetten die geen moment verveelt. De voorstelling was kwetsbaar, herkenbaar en uiteraard humoristisch.

Johan Goossens, Kleine pijntjes, Jaap ReedijkMuzikale begeleiding

“Les online, les online, ja wat is dat fijn.” Zo klinkt een van de nummers die Johan op de piano speelt. Klinkend als een jolige meezinger omschrijft het lied de nadelen van het onlineonderwijs. Herkenbaar voor de docenten die een groot onderdeel uitmaken van Johans vaste publiek. Naast docenten was er ook een schoolklas aanwezig uit Antwerpen. Op humoristische wijze werden de scholieren af en toe tot stilte gemaand door Johan die toegaf met gemak weer terug te schieten in zijn rol als docent. Hiermee bewijst hij ook te kunnen improviseren.

Is dit echt gebeurd?

Tijdens de voorstelling worden er verhalen gedeeld van een grandeur, dat het bijna wel verzonnen moet zijn. Is dit echt gebeurd?! Dat vraag ik me tijdens de voorstelling meermaals af. Smullend van taboes op het podium vertelt Johan in geur en kleur over het verwezenlijken van zijn droom om met een beroemde pornoacteur naar bed te gaan. Ook belangrijk om te noemen is dat Johan vanaf heden liever geen homo genoemd wil worden, maar iets leuks zoals “Doorpenisgepenetreerde”! Kortom, genoeg anekdotes en lichtelijk grove humor. Van het saaie Coronajaar valt qua materiaal niks te merken.

Verlies van zijn vader

Tijdens de voorstelling wordt er in de zaal regelmatig hard gelachen. Humor maar ook kwetsbaarheid kwamen in de voorstelling aan bod. Vooral in de op piano begeleidde nummers liet Johan die kwetsbaarheid zien. Tijdens een nummer waar de zaal heel stil van werd, deelde Johan het proces van overlijden van zijn vader. Treffend zingt hij over het proces, dat begon met zijn vader die een beetje hulp nodig had met het dichtritsen van zijn jas en eindigde in volledige zorgafhankelijkheid. Het thema van het verlies van een ouder paste schitterend in het thema van de voorstelling.

Kortom

U kunt natuurlijk een avondje thuis op de bank blijven hangen. Maar wat u ook kunt doen, is naar het theater gaan en een avondje hard lachen en een beetje huilen met Johan Goossens. Gegarandeerd een avond waar u met een lichter hart en een glimlach vandaan komt.

Kunst / Expo binnenland

Ode aan een vergeten held

recensie: Anton de Kom: schrijver, strijder, wegbereider - Nederlands Openluchtmuseum
Installatie kunstenaar Ken DoorsonPriya Wannet

Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem wijdt dit voorjaar een tentoonstelling aan de in Suriname geboren Anton de Kom (1898-1945), antikoloniaal denker, schrijver, dichter, mensenrechtenactivist en verzetsstrijder. Hij publiceerde onder meer in 1934 de aanklacht tegen racisme en uitbuiting Wij slaven van Suriname.

Eerder kreeg Anton de Kom al een ‘venster’ in de Canon van Nederland, de lijst van de belangrijke gebeurtenissen, personen en voorwerpen uit de Nederlandse geschiedenis die ook in Arnhem in beeld gebracht wordt. Samen met de Surinaamse kunstenaar Ken Doorson (Moengo, 1978) maakt het museum nu de expositie Anton de Kom -schrijver, strijder, wegbereider. Het wil De Kom en zijn gedachtegoed aan een breed publiek presenteren aan de hand van een aantal thema’s: de verbinder, de leraar, de aanklager, de strijder en de wegbereider.

Papa de Kom

Wat bij binnenkomst direct opvalt is de grote installatie Papa de Kom van Ken Doorson. Het is een meer dan levensgroot kunstwerk. Op de grond staat een wijde, naar boven taps toelopende koker, behangen met honderden terracotta gezichten. Daarboven zweeft het gezicht van Anton de Kom. Doorson maakte de installatie in samenwerking met studenten van de Nola Hatterman kunstacademie in Paramaribo en jongeren van het Forensisch Centrum voor Adolescenten in Amsterdam en Assen. De koppen symboliseren de vele mensen die Anton de Kom hoop gaf, door te luisteren en hen perspectief te bieden. Ook de maquette van zijn ouderlijk huis trekt de aandacht. Voor wie zijn oor hiertegen te luisteren legt, weerklinken de geheime lezingen van Anton nog steeds.

Voorvechter voor vrijheid

Slavenketting tentoonstelling Anton de Kom

Veel mensen weten niet dat De Kom een belangrijke rol heeft gespeeld in het Nederlands verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij streed met zijn stem en pen. Zo schreef hij artikelen voor communistische kranten en distribueerde hij illegale kranten. Ook zette hij zich met zijn lezingen af tegen het naziregime. Een bijzonder detail dat verwijst naar zijn tijd als leraar zijn de ouderwetse schoolbanken die in de ruimte zijn geplaatst. Deze geven tevens ook aanleiding om met elkaar de dialoog aan te gaan over vrijheid. Door middel van de grote slavenketting die over de vloer loopt, kun je De Koms bewogen leven volgen. In de vitrines liggen de originele manuscripten die speciaal voor deze tentoonstelling door zijn familie De Kom zijn vrijgegeven. Ook is er aan de jonge bezoekers gedacht. Zij kunnen hun lol op met de moderne touchscreens en luisterstations. Met een paar drukken op de knop worden zij het verhaal ingezogen. Daarnaast zie je beelden van de Black Lives Matter demonstraties uit 2020. Hiermee laat het museum zien dat de strijd van De Kom nog altijd actueel is.

Al met al toont het Openluchtmuseum een interessante overzichtstentoonstelling van het leven en gedachtegoed van Anton de Kom. Als bezoeker word je uitgedaagd om vanuit een ander perspectief naar de geschiedenislessen van vroeger te kijken. Een mooie manier om buiten je eigen kaders te treden en tegelijkertijd stil te staan bij uitdagende actuele maatschappelijke thema’s. Een absolute aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de vaderlandse geschiedenis. De Kom heeft zich misschien losgemaakt van zijn kettingen, maar in onze huidige samenleving vind je nog altijd veel discriminatie, racisme en ongelijkheid. Daarom moeten anderen zijn strijd voortzetten.

Kunst / Expo binnenland

Zwierig én modern

recensie: Amsterdam - Fré Cohen

Zo kun je haar, op grond van foto’s en een film op de tentoonstelling Fré Cohen. Grafisch kunstenares in het Museum Het Schip in Amsterdam voorstellen: als een zwierige vrouw, met een bos (rood) haar. Zo is haar werk eigenlijk ook, vanaf eind jaren twintig van de vorige eeuw tot haar zelfgekozen dood in 1943.

Het is werk dat eenzelfde sfeer ademt als de bouwkunst uit die tijd in de Amsterdamse Westerparkbuurt, waar het Amsterdamse School Museum is gehuisvest. Een stijl die nog steeds doorwerkt, getuige de prachtige woningen van korthtielens architecten en Marcel Lok in de Krommeniestraat. Zij wonnen er in 2021 de prijsvraag van het Spaandammerhart mee. Ze zijn geïnspireerd door de Amsterdamse Schoolstijl van Michel de Klerk en toch modern, zoals het werk van Cohen zelf dat ook is, getuige bijvoorbeeld haar fotocollages.

Fré Cohen – leven en werk

Fré (Frederika Sophia) Cohen werd in 1903 geboren in een joods diamantbewerkersgezin. Van haar vijfde tot haar tiende jaar woonde ze in Antwerpen en ging daar naar school. Fré tekende eigenlijk altijd al

Fré Cohen aan het tekenen ca. 1928

en volgt, weer terug in Amsterdam cursussen, onder meer aan de Grafische School. Ze raakt beïnvloed door het werk van de Amsterdamse School en van architect en grafisch ontwerper Hendrik Wijdeveld, de man van het tijdschrift Wendingen. Wat ze van hem (en overigens ook van Berlage) overneemt, is de eenheid die ze nastreeft; ze ontwerpt zelf ook letters, die een combinatie zijn van dikke blokken en zwierige lijnen. Zelfs haar latere werk, dat de sfeer van de Nieuwe Zakelijkheid nabij komt, wordt hierdoor gekenmerkt. Een mooi voorbeeld op de expositie is de wijnkaart die ze ontwierp voor restaurant Schiller (1934).

In 1941 krijgt ze als joodse geen opdrachten meer van haar werkgever, de Gemeente Amsterdam. Ze wordt docente aan de Joodse Kunstnijverheidsschool W.A. van Leer en ondertekent haar werk met de naam Freco. Een jaar later duikt ze onder, op het laatst in Borne. Daar wordt ze opgepakt. Ze neemt gif in en na twee dagen in het ziekenhuis in Hengelo te hebben gelegen, sterft ze en wordt begraven op de Joodse begraafplaats in Hengelo. 

Grafisch werk

Behalve voor de Gemeente Amsterdam ontwierp Cohen ook voor bijvoorbeeld de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en een uitgever als Querido. Op de tentoonstelling zijn daar tal van voorbeelden te zien. Het begint met affiches voor een demonstratie in Den Haag voor de achturige werkdag, voor de 1 mei-viering in 1928 en boekomslagen, zoals voor een boek van Koos Vorrink, de voorman van de AJC en de jeugdafdeling van de SDAP.

Haar socialistische hart klopte ook in het werk dat ze vanaf 1929 voor de Gemeente Amsterdam maakte, geheel conform het idee van de culturele verheffing van de arbeidersklasse; het omslag van het giroboekje (1929) is daar een mooi voorbeeld van. Dit is één van de thema’s die in deze expositie naar voren komt. Verder valt het verhaal te volgen van het vooroorlogse Amsterdam, de rol van de joodse bevolking daarin (Cohen zette zich in voor joodse vluchtelingen), de vrouwenemancipatie en de strijd voor een ‘Nieuwe Samenleving’. 

Vrij werk

In de film van Kees Veling (Captain Video) die wordt getoond, wordt ook kort even gerept van Cohens vrije, niet in opdracht vervaardigde werk. Rie Keesje-Hellebregt, haar AJC-vriendin bij wie ze ook is ondergedoken, vertelt dat ze op een reis naar Ascona al mooie tekeningen en schilderijen vervaardigde. Daar blijft het een beetje bij. Ook op de tentoonstelling lijkt haar vrije werk in eerste instantie spaarzaam te zijn vertegenwoordigd; er lijken slechts enkele tekeningen uit bijvoorbeeld de collectie van het Stedelijk Museum in Amsterdam te zien (De rebbe uit 1936 en Maurice Schwartz uit 1935).
Dan komt de verrassing: in een pijpenla op het eind van de tentoonstelling wordt door middel van grote foto’s en enkele attributen een idee gegeven van Fré Cohens atelier in de Karel du Jardinstraat 11 (ca. 1933). Op een ezel staat een schilderij, op de lange wand hangen er veel meer, waaronder enkele modelstudies en een groot portret van haar vader Levie (ca. 1930). 

Natuurlijk: Museum Het Schip is een Amsterdamse School Museum, maar de invloed van de (zwierige!) Jugendstil en de Bergense School via Fré Cohens leermeester Wim Schumacher, en haar invloed weer op de grafische ontwerpen van bijvoorbeeld Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam hadden ook best aandacht verdiend, maar dit doet verder niet veel af aan deze mooie overzichtstentoonstelling van een belangrijke kunstenares in de eerste helft van de vorige eeuw.