Tag Archief van: recensie

Film / Films

Jonge studente staat voor duivels dilemma

recensie: Ninjababy - Yngvild Sve Flikke

De drieëntwintigjarige Rakel staat midden in het studentenleven als blijkt dat ze al zes maanden zwanger is zonder het te weten. Wat nu? Ninjababy volgt de strijd van een jonge vrouw die er nog niet klaar voor is om moeder te worden.

Herkenbaarheid

Het personage van Rakel (Kristine Thorp) is enorm herkenbaar voor alle jonge vrouwen. Ze studeert, woont in een typisch ranzig studentenhuis met haar beste vriendin en ze gaat veel en vaak uit. Ze droomt van een carrière als illustrator, maar is er nog net niet aan toe om er helemaal voor te gaan. Deze halfbakken zelfstandigheid maakt het proces dat Rakel doorloopt als ze ontdekt zwanger te zijn enorm ingewikkeld. In theorie vindt ze zichzelf verantwoordelijk genoeg om de situatie aan te kunnen. Ze is er alleen emotioneel nog niet klaar voor. Het feit dat Rakel een jonge student is maakt dat de kijker zich goed in kan leven in haar dilemma. In principe zou iedereen van haar leeftijd dit kunnen overkomen. Het gevoel van echtheid wordt versterkt door het passende acteerwerk van actrice Kristine Thorp. Gedurende de hele film straalt zij een bepaald soort chaos uit die de emotionele strijd benadrukt waar Rakel zich in bevindt. 

De kracht van animaties 

De kijker wordt op een originele manier meegenomen in het hoofd van Rakel. Zo worden er animaties ingezet die over het beeldscherm bewegen en terugpraten naar Rakel. Dit is een grappige knipoog naar het feit dat de film gebaseerd is op een stripboek  (Fallteknikken, Inga H Sætre) zorgt ook voor een humoristische aanpak van een verder zo serieus thema. Hoewel de animaties zeker een toevoeging zijn aan het verhaal, duurt het hierdoor wel even voor de kijker erin meegenomen wordt. In het begin lijkt alles wat over de top en uit context. Maar naarmate het verhaal vordert wordt een geheel geschetst waarbij, hoe komisch ook, de serieuze verhaallijn niet uit het oog wordt verloren. Hierbij helpt het dat de animaties vaak ontstaan vanuit tekeningen die Rakel maakt. Zo vormt alles een duidelijk verhaal.

Een heftig einde

Ninjababy gaat door waar andere films ophouden. Juist dát maakt deze film zo bijzonder. De fysieke pijn van de bevalling, de emotionele pijn van het vasthouden van een kind dat je eigenlijk niet wil: regisseur Yngvild Sve Flikke schrikt nergens voor terug. Zo breekt de film met het stereotype beeld dat een moeder toch wel meteen liefde voor haar kind gaat voelen zodra het geboren wordt. En met het idee dat alles uiteindelijk zonder meer goedkomt. Hoewel dit een gewaagde keuze is om te maken, onderscheidt deze film zich zo van veel andere verhalen over jonge zwangerschappen. Hierdoor is deze film dan ook een grote aanrader voor jonge vrouwen om te zien, omdat er een nieuw perspectief gegeven wordt. De film vertelt namelijk dat het soms ook oké kan zijn om voor jezelf te kiezen en niet alles hoeft te wijken voor een kind.

 

Film / Films

Jonge studente staat voor duivels dilemma

recensie: Ninjababy - Yngvild Sve Flikke

De drieëntwintigjarige Rakel staat midden in het studentenleven als blijkt dat ze al zes maanden zwanger is zonder het te weten. Wat nu? Ninjababy volgt de strijd van een jonge vrouw die er nog niet klaar voor is om moeder te worden.

Herkenbaarheid

Het personage van Rakel (Kristine Thorp) is enorm herkenbaar voor alle jonge vrouwen. Ze studeert, woont in een typisch ranzig studentenhuis met haar beste vriendin en ze gaat veel en vaak uit. Ze droomt van een carrière als illustrator, maar is er nog net niet aan toe om er helemaal voor te gaan. Deze halfbakken zelfstandigheid maakt het proces dat Rakel doorloopt als ze ontdekt zwanger te zijn enorm ingewikkeld. In theorie vindt ze zichzelf verantwoordelijk genoeg om de situatie aan te kunnen. Ze is er alleen emotioneel nog niet klaar voor. Het feit dat Rakel een jonge student is maakt dat de kijker zich goed in kan leven in haar dilemma. In principe zou iedereen van haar leeftijd dit kunnen overkomen. Het gevoel van echtheid wordt versterkt door het passende acteerwerk van actrice Kristine Thorp. Gedurende de hele film straalt zij een bepaald soort chaos uit die de emotionele strijd benadrukt waar Rakel zich in bevindt. 

De kracht van animaties 

De kijker wordt op een originele manier meegenomen in het hoofd van Rakel. Zo worden er animaties ingezet die over het beeldscherm bewegen en terugpraten naar Rakel. Dit is een grappige knipoog naar het feit dat de film gebaseerd is op een stripboek  (Fallteknikken, Inga H Sætre) zorgt ook voor een humoristische aanpak van een verder zo serieus thema. Hoewel de animaties zeker een toevoeging zijn aan het verhaal, duurt het hierdoor wel even voor de kijker erin meegenomen wordt. In het begin lijkt alles wat over de top en uit context. Maar naarmate het verhaal vordert wordt een geheel geschetst waarbij, hoe komisch ook, de serieuze verhaallijn niet uit het oog wordt verloren. Hierbij helpt het dat de animaties vaak ontstaan vanuit tekeningen die Rakel maakt. Zo vormt alles een duidelijk verhaal.

Een heftig einde

Ninjababy gaat door waar andere films ophouden. Juist dát maakt deze film zo bijzonder. De fysieke pijn van de bevalling, de emotionele pijn van het vasthouden van een kind dat je eigenlijk niet wil: regisseur Yngvild Sve Flikke schrikt nergens voor terug. Zo breekt de film met het stereotype beeld dat een moeder toch wel meteen liefde voor haar kind gaat voelen zodra het geboren wordt. En met het idee dat alles uiteindelijk zonder meer goedkomt. Hoewel dit een gewaagde keuze is om te maken, onderscheidt deze film zich zo van veel andere verhalen over jonge zwangerschappen. Hierdoor is deze film dan ook een grote aanrader voor jonge vrouwen om te zien, omdat er een nieuw perspectief gegeven wordt. De film vertelt namelijk dat het soms ook oké kan zijn om voor jezelf te kiezen en niet alles hoeft te wijken voor een kind.

 

Boeken / Film / Kunst / Muziek / Theater / Boeken / Film / Kunst / Muziek
special: De redactieleden van 8WEEKLY bespreken het recente cultuurnieuws en meer!

8WEEKLY podcast – Aflevering 7

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

In de nieuwe aflevering bespreken Sanne, Vick en Jorien het cultuurnieuws en raden ze de voorstellingen en films aan die ze bezocht en gezien hebben. In deze aflevering worden de volgende zaken besproken:

– Cultuurnieuws: tegenvallende bezoekersaantallen na corona voor de culturele sector, de uitreiking van de oscars en de nominaties van de musical awards.

– Recensies:

  • Come from away en het musicalcollege
  • Documentaire Kanye West
  • Aladdin
  • Concert Sting
  • Tina Turner de musical

– De vraag: in welk tv-, boek-, film- of musicalpersonage herken jij jezelf het meest.

Beluister de podcast via spotify of klik hier:

LAVALU
Muziek / Album

LAVALU lanceert nieuw album ‘Earthbound’

recensie: Earthbound - LAVALU
LAVALU

Vrijdag 8 april presenteerde de Arnhemse zangeres en pianiste LAVALU (Marielle Woltring) haar nieuwe album Earthbound in het Amsterdamse Concertgebouw. Het derde en tevens ook het laatste deel uit de Rise-trilogie die maar liefst zes jaar duurde. Op Earthbound is ze voor het eerst te horen in trio-formatie samen met altvioliste Roos Tuenter en cellist Paul Rittel.

Soms lopen dingen anders dan gedacht en sta je ineens met je voeten in de modder. Al ploeterend door het drassige moeras zak je steeds verder weg in een bodemloze put. Marielle Woltring (1979), beter bekend onder haar artiestennaam LAVALU, ging een periode van stilstand door die ze moest zien te verwerken in combinatie met een burn-out. Haar hele leven was ze gewend om altijd maar te vliegen. Altijd maar te presteren. Tot het moment dat haar vleugels afbraken en ze zichzelf ter aarde zag storten. Het besef kwam dat het zo niet langer verder kon. Met Earthbound laat ze die periode van onrust achter zich. Ze richt zich nu op de toekomst. Waarvan ze zelf zegt dat ze die neemt zoals het komt: ‘Je kunt in het leven wel een glitterpak aantrekken, maar uiteindelijk sta je toch met je poten in de modder’.

Zachte kracht

Door het toevoegen van zang zorgt Woltring er voor dat Earthbound niet alleen een klassiek album is, maar ook een popalbum. Met zachte, kwetsbare zang brengt ze haar muziek en diepe betekenisvolle teksten. Zo zingt ze over teleurstellingen op een manier die gevoelig maar nooit droevig overkomt. Ze nam de meeste liedjes thuis op, in haar woonkamer. Die intimiteit voel je in bijvoorbeeld het bloedstollend mooie Your Hand. Tegelijkertijd bemerk je ook een muzikale gevoeligheid, een stukje perfectionisme wellicht, in de composities. Noten die prachtig vallen, instrumenten die elkaar aandachtig beantwoorden, achtergrondvocalen die Woltrings stem perfect complementeren. Hierdoor wil je niet alleen maar in LAVALU’s stem kruipen omdat het er zo knus en fijn is, maar ook omdat die muziek gewoon heel erg goed in elkaar steekt.

Een album met vooral ingetogen klanken, een beperkt aantal instrumenten en zachte zang, kan over het algemeen snel wat saai worden. Earthbound is echter een album dat tien tracks lang blijft boeien, ongeacht hoe vaak je het album hoort. Ingetogen en tedere klanken domineren. Daarnaast zijn er nummers waarop Woltring laat horen dat ze ook jazzy en poppy kan klinken. Kortom: een prachtige afsluiter van een persoonlijke reis die door dalen en over bergen is gegaan.

 

Muziek / Album

Dwars en tegendraads

recensie: Indie-update vol. 7 King Hanna, Keeley Forsyth, Glitch Princess

Dat muziek soms dwars en tegendraads kan zijn is in de indie-hoek van de populaire muziek een heerlijkheid. In deze zevende editie van de indie-update geven we aandacht aan het soms schurende geluid van King Hannah, Keeley Forsyth en elektronische geluid van Yeule.

De avontuurlijke luisteraar wordt op zijn wenken bediend als het gaat om muziek die geen eenheidsworst is. Het indie-genre is zo breed dat we in deze editie wederom vele uithoeken opzoeken. Nergens vliegt de muziek negatief uit de bocht, maar weet de kwaliteit te prevelleren.

King Hannah

De eerste noten van I’m Not Sorry, I Was Just Being Me, het tweede album van King Hannah doen zodra de zang klinkt zondermeer denken aan Patti Smith. Wat later druppelt een wat oudere referentie langzaam maar zeker door naar Nico van The Velvet Underground. De zang van Hannah is debet aan deze laatste vergelijking.

De donkere stem van Hannah Merrick en diep donkere bas, drum en gitaarlijnen maken van I’m Not Sorry, I Was Just Being Me niet het vrolijkste album. In ‘Ants Crawling ON An Apple Stork’ klinkt de wat hogere mannenstem van Craig Whittle. Whittle vormt met Hannah Merrick het duo King Hannah.

De muziek van het duo vergt de nodige luisterinspanning om het op waarde te kunnen schatten. Wie de tijd neemt zal ervaren dat de parels zich langzaam maar zeker laten ontdekken. De inspanning die geleverd moet worden zit in de toegankelijkheid van de liedjes, bij vluchtige eenmalige beluistering ontvouwt zich niet de ware schoonheid.

Het lawaaierige ‘It’s Me And You, Kid’ sluit het tweede album van King Hannah af als een statement. Voor sommige luisteraars zal het daarna een zucht van verlichting zijn om de stilte te ervaren, voor de liefhebbers is het zeker een sein om het album op repeat te zetten. Uw 8WEEKLY recensent behoort zeker tot de laatste soort.

Keeley Forsyth

Het nummer ‘Fires’ opent het album Limbs van Keeley Forsyth en trekt de luisteraar direct naar binnen. De stem van Forsyth roept een vergelijking op met Dayna Kurtz, maar muzikaal zitten de twee dames op een totaal andere golflengte.

De songs van Forsyth zijn breekbaar en kaal in de instrumentatie van de begeleiding. De sfeer die de muziek oproept is mysterieus en dreigend. Vrolijkheid lijkt ver weg evenals lichtvoetigheid. De spanning die het album Limbs oproept trekt de aandacht van de luisteraar zodat een aandachtige luisterervaring al snel ontstaat. Wie niet in de stemming is zal snel weg willen bewegen van deze muziek. Wie zich openstelt voor de composities zal al snel de pracht ontdekken die zich ontvouwt.

Tekenend voor de sfeer is het nummer ‘Silence’ waar uiteraard de stilte tussen de noten evenveel muziek lijkt te zijn als de karige instrumentatie met tingelende percussie en rustige zang. De album afsluiter ‘I Stand Alone’ kent naast klanken van een harmonium tevens strijkers die de zang van Forsyth begeleiden.

Het album ademt een enorme rust uit, als een oase. Het zal heerlijk zijn om na de drukte van alle dag weg te drijven op de zalvende deining van deze weldadige rustgevende klanken die nergens uiteenspatten. Forsyth weet de luisteraar te boeien en langzaam te ademen in de onderhoudende rustige melodielijnen.

Yeule

De uit Singapore afkomstige Yeulewerkt vanuit London. Ze maakt geen muziek voor tere zieltjes. In het ‘My Name is Nat Ćmiel’ van het album horen we haar uitspreken: “I Like Getting Fuck and I like Being Fucked”. Ze stelt zichzelf voor in deze track met haar echte naam Nat Ćmiel. Deze tekstregel klinkt natuurlijk heftig in een tijd waar de kranten vol staan over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Misschien wil Yeule hiermee wel een stevig statement maken of juist laten blijken dat ze een gewone twintiger is. Verderop in de negende track ‘Too Dead Inside’ horen we veelvuldig “I Love You” waardoor gelukkig ook de liefde lijkt te overheersen in de teksten van deze dame.

Muzikaal is het album niet bestemd voor tere oortjes die niet tegen piepen en kraken kunnen. Yeale tapt uit een elektronisch vaatje dat schuurt en piept, maar soms ook ineens heel toegankelijk kan klinken. De contrasten zijn heerlijk groot.

Het album Glitch Princess is allesbehalve eenheidsworst. Yeule verrast de luisteraar op een prikkelende wijze. Zowel tekstueel als muzikaal is er voldoende te ontdekken voor de avontuurlijk ingestelde luisteraar.

 

Theater / Voorstelling

Futuristisch theater dat verbindt

recensie: Kyoko Scholiers - Zone X

Met Zone X maakte actrice en theatermaker Kyoko Scholiers een futuristische toeristische stadswandeling waarin de grenzen tussen publiek en performer vervagen. Een eerste speelreeks van de voorstelling vond plaats in het stadscentrum van Antwerpen. Begin mei zal Zone X nog te zien zijn in Gent.

Voor aanvang van de voorstelling ontvangt het publiek van Zone X een folder met toelichting bij de voorstelling. Hier begint meteen de verwarring over de grenzen van de voorstelling. “Proficiat met uw hoge burgerscore,” valt in blokletters af te lezen van de folder. “Als beloning voor uw onberispelijke gedrag biedt stadsbedrijf De Natie in samenwerking met GreenSlaves u graag aan: een gegidste wandeling van 55 minuten in Zone X.”

Wie die folder begint te lezen, staat meteen al met één been in de voorstelling. Even later krijgen we van onze gids Miko een koptelefoon en begint de immersie officieel. Miko, Daisy Ip, gidst al zes decennia lang bezoekers door de Zone, waar de tijd al sinds De Ramp van 2034 stilstaat en de mensen dus nog leven zoals in de jaren 2020. Miko kan zich voor haar uitzonderlijke kennis van de Zone beroepen op de bij haar ingeplante geheugenchip van een achtjarig meisje dat leefde ten tijde van De Ramp. Gekleed in een prachtig futuristisch patchwork-pak leidt ze het publiek op een wandeling langs allerhande bezienswaardigheden in de kern van de Zone en toont hoe mensen ‘toen’ leefden.

De ‘fuck it’-mentaliteit

‘Toen’ is dus nu, en de mensen die we bestuderen zijn de inwoners en bezoekers van de stad Antwerpen. Miko wijst op cafés en restaurants waar inwoners van Zone X zich op rituele wijze overgeven aan de ‘fuck it’-mentaliteit en waar zelfs nog dierlijk vlees wordt geconsumeerd – een onwaarschijnlijk anachronisme, zo valt af te leiden uit haar verontwaardiging. Op die manier houdt de tekst ons een spiegel voor over ons eigen gedrag.

De vraag is wel hoe confronterend die spiegel nog is. Dat vlees eten steeds problematischer wordt en dat een ‘fuck it’-mentaliteit de mens niet siert, zijn zacht gezegd open deuren. Bijgevolg krijgt de tekst een gemakzuchtige en zelf-feliciterende toon.

Wat Miko over de toekomst laat doorschemeren, is vaak evenmin vernieuwend of uitgewerkt genoeg om echt te beklijven. Zo heeft ze het slechts in een bijzin over ethisch kannibalisme, een boeiend en futuristisch gegeven waarover minstens 55 minuten te discussiëren valt. Dat roept de vraag op of het niet boeiender was geweest om naar de toekomst te kijken in plaats van naar het al zozeer platbekritiseerde heden.

Wie is de toeschouwer?

Het boeiendste aan Zone X is dan ook niet de tekst, maar de immersieve ervaring. Zonder ingewikkelde kunstgrepen brengt de voorstelling participatief theater naar een nieuw niveau en onderscheidt zich op die manier van theater in een zaal.

Het publiek wandelt achter Miko aan doorheen de stad en loopt dus te kijk voor de inwoners van De Zone. Dat samen te kijk lopen, genereert een verbondenheid zoals die wel vaker voorkomt bij geleide tours: in de tijd waarin ze allen naar dezelfde gids luisteren groeit er een collectief uit de samenstellende groepjes en individuen. Daarnaast: waar bij participatief theater in een zaal een zeer groot zelfbewustzijn aanwezig blijft, wordt het publiek hier, dankzij de blik van de Zone X’ers, onderdeel van het stuk. Het publiek begint op die manier zelf mee te spelen – al is ‘spelen’ niet het juiste woord voor het ophouden van het gedeelde decorum dat we ons in een futuristische stadswandeling bevinden.

Theatrale registers

Ook Ip moet het merendeel van de voorstelling schijnbaar geen enkele moeite doen voor de rol van gids. Aan de hand van een zeer accurate bewegingstaal en stem laat ze het publiek moeiteloos geloven in haar rol van gids. Het is pas naar het einde van de voorstelling toe, wanneer ze meer uit haar rol van gids moet stappen en het verhaal van het vermiste meisje verder wordt uitgediept, dat ze echt speelt.

Die plotse verandering van theatraal register sluit niet aan bij de rest van de tour. Opeens staan de aanwezigen in een afgelegen plekje op een kluitje te kijken naar het drama dat zich voor hun ogen ontwikkelt en komen ze op die manier buiten het geheel te staan.

De aandoenlijke afsluiter waarin Ip ons wijst op de schoonheid van hetgeen ons omringt, en waarvoor twee mannen in Takeaway-uitrusting minutenlang blijven meeluisteren, maakt veel goed. Het is bijzonder en slim theater dat dit soort verbondenheid over theatrale grenzen heen kan teweegbrengen, maar de voorstelling had baat gehad bij meer tekstuele durf en nog strengere keuzes met betrekking tot de theatrale registers.

Allart van Everdingen, Zweeds landschap met waterval (détail), ca. 1650-1675, olieverf op doek, 105 x 89 cm, Rijksmuseum Amsterdam
Kunst / Expo binnenland

Naar het noorden met de Alkmaarse schilder Allart van Everdingen

recensie: Allart van Everdingen (1621-1675): het ruige landschap
Allart van Everdingen, Zweeds landschap met waterval (détail), ca. 1650-1675, olieverf op doek, 105 x 89 cm, Rijksmuseum Amsterdam

Stedelijk Museum Alkmaar pakt uit met een tentoonstelling over de Alkmaarse schilder Allart van Everdingen, een kunstenaar die zich heeft laten inspireren door het Scandinavische landschap. Een mooie overzichtstentoonstelling van een onbekende, maar veelzijdig kunstenaar.

In de zeventiende eeuw vertoefden schilders het liefst in Italië. Het werk van Italiaanse oude meesters als Rafaël, Michelangelo en Leonardo da Vinci sprak tot de verbeelding van veel kunstenaars uit de Nederlanden, evenals de ruïnes uit de Romeinse oudheid en de mediterrane landschappen die op schilderijen vaak lijken te baden in goudgeel zonlicht. Het is daarom niet verbazingwekkend dat Italië in de zeventiende eeuw een sterke aantrekkingskracht had op schilders en hun vaak rijke opdrachtgevers, maar dat geldt niet voor Allart van Everdingen (1621-1675). Hij is, voor zo ver bekend, de enige schilder uit zijn tijd die een reis ondernam naar het noorden in plaats van het zuiden.

Allart van Everdingen, Noors landschap met waterval en watermolen, 1650, olieverf op doek, 112,8 x 88,2, Bayerische Staatsgemälde Sammlung, Alte Pinakothek, München

Naar het noorden
Van Everdingen vertrok in 1644 voor enkele maanden naar Scandinavië. Het klinkt als een gewaagde, tegendraadse keuze, maar in feite was Scandinavië toen een gebied waar Nederland al enkele decennia lang goede handelscontacten mee had. Dus daar kon Van Everdingen handig op meeliften.

Het eerste deel van de tentoonstelling geeft een mooi overzicht van de indrukken die hij opdeed in Scandinavië. Eenmaal daar aangekomen legde hij rotsachtige landschappen met blokhutten vast op tekeningen. Na enkele maanden keerde hij terug naar Nederland om zijn studies uit te werken tot etsen en schilderijen van het Scandinavische landschap. Je ziet dat hij vaak dezelfde motieven gebruikt in zijn schilderijen, etsen en tekeningen. Zijn schilderijen zijn bovendien lang niet altijd volledig naar waarheid geïnspireerd op bestaande landschappen. Hij plaatste motieven vaak zodanig in composities om een zo mooi en indrukwekkend mogelijk landschap te creëren.

Zo zie je in zijn landschappen vaak kleine menselijke figuren die aan het werk zijn. De ondergeschiktheid van deze mensen aan de natuur doet denken aan de schilderijen van de Romantiek, een negentiende-eeuwse stroming waar Van Everdingen ook invloed op heeft gehad. Dat wordt echter in deze tentoonstelling buiten beschouwing gelaten. De kleine figuren in de landschappen van Van Everdingen worden omgeven door monumentale rotspartijen, kolkende rivieren en houten blokhutten. Zulke landschappen hadden schilders en rijke opdrachtgevers in de Nederlanden nog nooit gezien. Het tweede deel van de tentoonstelling staat daarom in het teken van zijn succes en de interacties tussen Van Everdingen en zijn tijdgenoten. Zo ga je merken dat de landschappen van Van Everdingen naar verloop van tijd grappig genoeg steeds minder “Scandinavisch” worden.

Allart van Everdingen, Berglandschap met rivier en kasteel, ca. 1660-1670, olieverf op doek, 219 x 193 cm, Statens Museum for Kunst, Kopenhagen

Steeds minder Scandinavisch
Aanvankelijk lijkt het schilderij Berglandschap met rivier en kasteel een typisch schilderij dat is gemaakt door Van Everdingen. Hiervan getuigen de kleine figuren op de voorgrond, de rotspartijen en de rivier. Maar hoe zit het met het kasteel op de achtergrond? Op de tekeningen die Van Everdingen maakte tijdens zijn reis zien we namelijk helemaal geen kastelen terug.

Van Everdingen verhuisde in 1652 naar Amsterdam waar hij in aanraking kwam met het werk van de Haarlemse schilder Jacob van Ruisdael (1628-1682). Van Everdingen nam enkele motieven van hem over, zoals vakwerkhuisjes en burchten, terwijl Van Ruisdael op zijn beurt de watervallen van Van Everdingen gebruikte in zijn schilderijen. Zo konden ze allebei een graantje meepikken van elkaars succes. Het is alleen jammer dat er geen schilderijen, tekeningen of etsen van de tijdgenoten van Van Everdingen tentoon worden gesteld die zich door hem hebben laten inspireren, of andersom.

Alleen maar Allart
De tentoonstelling draait alleen om Allart en raakt zijdelings aan zijn interactie met tijdgenoten en zijn rol in de Romantiek. Het is een mooi verhaal over een tegendraadse schilder die voor zijn tijd uitzonderlijke landschappen maakte. Dat maakt deze tentoonstelling een mooi initiatief en zeker een bezoek waard, maar het is vooral een goede opmaat naar een breder verhaal met tijdgenoten, negentiende-eeuwse bewonderaars en hedendaagse kunstenaars die reageren op zijn werk.

Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca 1650, Museum of Fine Arts, Budapest
Kunst / Expo binnenland

Helemaal terug van weggeweest: Aelbert Cuyp

recensie: In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough – Constable – Turner
Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca 1650, Museum of Fine Arts, Budapest

Lange tijd kon je de fraaie landschappen van Aelbert Cuyp, geboren in Dordrecht, alleen bewonderen aan de overkant van de Noordzee. De afgelopen decennia zijn enkele belangrijke doeken teruggekocht door Nederlandse musea. Ter ere van zijn 400e geboortedag eert het Dordrechts Museum haar plaatsgenoot met een prachtige overzichtstentoonstelling: In het licht van Cuyp. Aelbert Cuyp & Gainsborough – Constable – Turner.

Aelbert Cuyp (1621-1690) wordt tegenwoordig tot de grote landschapsschilders van de 17e eeuw gerekend. Maar in zijn eigen tijd was hij nauwelijks meer dan een lokale grootheid. Kenmerkend zijn de stralende landschappen, badend in het heldere licht van een net buiten beeld gepositioneerde zon. Op de voorgrond vaak een aantal minutieus geschilderde koeien, of schepen, op de achtergrond het herkenbare silhouet van zijn geliefd Dordrecht. Buiten die regio begaf hij zich zelden. Op bestelling werkte hij voornamelijk voor plaatselijke notabelen. Pas jaren na zijn dood begon zijn ster echt te rijzen, vooral in Engeland.

Ontdekt door de Engelsen

In Engeland werd Cuyp vanaf het midden van de 18e eeuw een gevierde naam, met bewonderaars als Thomas Gainsborough, William Turner en de rijke landadel die zijn ode aan het buitenleven enorm waardeerde. Die hang naar het buitenleven is opvallend in een periode waarin de grauwe industrialisering een aanvang nam. Als je de overzichtstentoonstelling in Dordrecht bezoekt, valt het op dat  zijn werken nog steeds erg fris, levendig en harmonieus ogen. Ze ademen in alles een groot vakmanschap. Het is meteen begrijpelijk dat Cuyp de Engelsen wist te raken met zijn panorama’s vol warme gloed en ongerepte landelijkheid.

Invloedrijk

Engelse landschapsschilders als John Constable, Gainsborough, en Turner waren allemaal op de één of andere manier schatplichtig aan Cuyp. Zijn lichteffecten, wolkenpartijen, thema’s en composities werden door hen grondig bestudeerd en vervolgens naar eigen hand gezet. Veelzeggend is dat grootmeester Turner in de periode 1817-1835 vier keer naar Dordrecht afreisde om persoonlijk de wereld van Cuyp te bestuderen. De impact van Cuyp op de toonaangevende Engelse kunstenaars is een mooi uitgewerkt thema in de expositie.

Even helemaal terug in Dordrecht

Het gevolg van Cuyps grote overzeese populariteit was dat bijna al zijn werken rond 1800 waren opgekocht door Engelse aristocraten. In Nederland was toen amper nog een schilderij van hem te vinden. Hij raakte hier zelfs een beetje in vergetelheid. Gelukkig is er de afgelopen decennia gewerkt aan een inhaalslag. Eén van de topstukken van de expositie in Dordrecht is Cuyps Rivierlandschap met ruiters (ca. 1653-1657). Dit schilderij werd in 1965 als eerste belangrijke werk van Cuyp aangekocht door het Rijksmuseum in Amsterdam.

Met de expositie In het licht van Cuyp is de schilder weer even helemaal terug, thuis in het Dordrecht waar hij van geboorte tot dood leefde. Vanuit Engeland en de Verenigde Staten zijn meesterwerken als Het Valkhof te Nijmegen (ca. 1660) en De Maas bij Dordrecht (ca. 1650) beschikbaar gesteld. In totaal zijn er bijna 30 van zijn schilderijen te zien, geflankeerd door tientallen werken van Engelse bewonderaars. Een uitgelezen kans om je onder te dompelen in hun weidse landschappen.

Verlengd t/m 8 mei

In verband met onderbreking door de pandemie is de tentoonstelling verlengd en nog te bezoeken t/m 8 mei. Nieuwsgierig? Op de website van het museum kun je vooraf een leuke online rondleiding volgen!

 

Afbeelding boven: Aelbert Cuyp, Riviergezicht met koeien, ca. 1650 (Museum of Fine Arts, Budapest)

Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Een niet te missen les in vrouwelijk curatorschap

recensie: Portrait of a Lady - Art Deco museum Villa Empain

De tentoonstelling Portrait of a Lady, nog tot 4 september 2022 te zien in het Art Deco museum Villa Empain te Brussel, biedt in vijfentachtig zeer goed geselecteerde kunstwerken een niet te missen bijdrage aan de vervrouwelijking van de kunst.

‘It isn’t easy to inhabit the body, is what I’m trying to say; it isn’t easy to stop being a picture, pretty as or trying to be,’ schrijft Olivia Laing in haar essay Skin Bags[1]. In Portrait of a Lady wordt niet expliciet verwezen naar Laing, maar de expositie roept wel echo’s van Laings werk op door op dezelfde doorwrochte manier te wroeten in het beeldkarakter van de vrouw. In een tiental kamers passeert de toeschouwer een geschiedenis van de vrouw in de kunst.

Geen geschiedenisles

De hoofdstukken waarin de expo is onderverdeeld (zoals: Vrouwen in een interieur en De transformatie van het discours) vormen zeker niet het boeiendste onderdeel van de expo. Al was het maar omdat zich toch steeds de vraag blijft opdringen wat deze hoofdstukken voor hebben op andere thema’s. In vijfentachtig goed gekozen kunstwerken (overigens van consequent hoge kwaliteit), verdeeld over een tiental kamers, loopt het publiek langs een van de schier oneindige versies waarop het verhaal van de vrouw in de kunst verteld kan worden.

Wie deze expo bezoekt met als doel een eenduidige geschiedenisles te krijgen, komt bedrogen uit. Wie die ambitie echter los kan laten, krijgt iets zeer waardevols in de plaats. De expo roept bedrieglijk eenvoudige gevoelens op, waaronder een complex netwerk van interessante, intellectuele opvatting verborgen zit.

Meer dan de male gaze

Neem het voorbeeld van de twee werken in de volledige met azuurblauwe steentjes betegelde badkamer: Girl with Outstretched Arms van Alphonse Mucha en Voluptuous van Felix De Vigne. Frontaal in de nis van de badkamer hangt de potloodtekening van Mucha waarop een jonge vrouw haar armen uitstrekt, de palmen in een afwerend gebaar. Dieper in de nis hangt het schilderij van De Vigne. Het werk straalt sensualiteit uit en toont twee naakte, roomwitte vrouwen die zich baden in een rivier.

De vastberaden vrouw in broze potloodlijnen lijkt haar seksegenoten te willen beschermen tegen begerige blikken. Zodat deze, niet verstoord door schaamte of zelfbewustzijn, naakt kunnen zijn. Hoewel dit contact over kaders en lijsten heen een werkelijk uitzonderlijk moment in de expo is, blijft de dialoog tussen kunstwerken en publiek zich door de hele tentoonstelling manifesteren.

Deze expo overstijgt met verve de eendimensionele antwoorden op het vraagstuk van de male gaze en legt de verantwoordelijkheid voor het denken en voelen bij de kijker. Dat je daarbij en passant ronduit schitterende werken van Seydou Keïta, James Ensor en Irina Rasquinet te zien krijgt, is balsem voor de soms pijnlijke vragen die overblijven. Met betrekking tot het werk van Rasquinet, te zien onder de bomen op het balkon van de villa, valt het overigens tegen alle goede gewoonten in aan te raden het museum op een stralend zonnige dag te bezoeken. Het spel van licht en schaduw op de glasvezel sculpturen is van een hypnotiserende schoonheid.

Museum van empathie

Portrait of a Lady sluit af met een reizende installatie van het Empathy Museum: A Mile in My Shoes. De bezoeker kiest een paar schoenen uit, stuk voor stuk vrouwenschoenen. Ze krijgt vervolgens in een koptelefoon het korte, bijbehorende (levens)verhaal te horen, ingesproken door de eigenaar van de schoenen zelf. Dat kan een heftig en geladen verhaal zijn, maar net zo goed het relaas van een ouder wordende vrouw die haar roeping vond als bloemist.

Door het laatste woord te geven aan vrouwen en aan een verbindend gegeven als empathie lijkt deze expo te willen zeggen dat in de feministische slag om musea, protest en zorg hand in hand moeten gaan.

Het is niet met zekerheid te zeggen, maar het vermoeden rijst dat dit een tentoonstelling is die gemaakt is voor vrouwen. Als het dan al niet de vrouwelijke kunstenaar of de vrouwelijke muze is die als kwantificeerbare winnaar uit deze vergelijking komt, dan toch zeker wel de vrouwelijke toeschouwer, die dankzij haar bezoek een wezenlijke en nog lang nazinderende dialoog over vrouwelijkheid kan aangaan. Portrait of a Lady is op die manier als een goed gesprek met een hartsvriendin, of als een essay van Olivia Laing. En bovenal is de expo een niet te missen les in vrouwelijk curatorschap.

 

[1] Laing, Olivia. 2020. Funny Weather: Art in an Emergency. Londen: Picador.

Boeken / Fictie

Alleen in Berlijn

recensie: Stadsnomade - Amy Liptrot

In haar overtuigende autobiografische debuut De uitweer beschreef Amy Liptrot haar dronken jaren in Londen en haar teruggevonden soberheid in haar thuisbasis op de Orkneyeilanden. Haar wederom autobiografische Stadsnomade pikt de draad op waar De uitweer eindigt.   

Eerlijk is eerlijk: de Orkneyeilanden zijn schitterend, maar nieuwe mensen ontmoet je er maar weinig. Laat staan de liefde van je leven. Liptrot windt er dan ook geen doekjes om: ze vertrekt naar de grote stad uit eenzaamheid. Idealiter ontmoet ze de ware en keren ze samen terug naar haar vertrouwde archipel. Zodoende waagt Liptrot een sprong in het diepe. Ze besluit zich een jaar lang onder te dompelen in Berlijn en te zien wat er op haar pad komt.  

Stedelijke wildernis

Glamoureus vangt het leven in Berlijn niet aan: Liptrot trekt van het ene onderhuuradresje naar het andere en voelt zich een beetje verloren. Als geheelonthouder en liefhebber van de zee lijkt de inlandse clubhoofdstad ook niet de meest voor de hand liggende bestemming, maar schijn bedriegt. Liptrots verfrissende blik biedt de lezer een nieuwe kijk op Berlijn. 

Zo ontwikkelt de natuurliefhebster al gauw een fascinatie voor de stedelijke fauna. Ze spot haviken en zoekt tevergeefs naar de vermeende wasberen die bij Berlijn rijk zou zijn. Ook stelt ze zich samen met haar nieuwe geliefde tot doel om op alle verkeerseilanden in Berlijn te zoenen en verslag uit te brengen van de locatie. Als voormalig alcoholist laat Liptrot het nachtleven grotendeels aan haar voorbij gaan, een enkele excursie naar Berghain daargelaten. 

Leven om te schrijven

Het Berlijnse avontuur lijkt niet louter ingegeven door een verlangen naar een andere omgeving. Liptrot creëert met haar onderneming ook haar schrijfonderwerp. In De uitweer was dat proces natuurlijker: Liptrot had een problematisch drankverleden te verwerken en wist dit op eigen wijze te vervlechten met verslagen over de woeste natuur van de Schotse eilandengroep. Een afrekening met het verleden dat leest als een reisverhaal.  

In Stadsnomade is Liptrot meer zoekende, zowel letterlijk als figuurlijk. Het siert Liptrot dat ze openhartig is over haar onzekerheden. Stadsnomade is waarschijnlijk niet het boek dat Liptrot wilde schrijven over Berlijn. Ze zocht een metgezel maar bleef zitten met liefdesverdriet. Stadsnomade is een eerlijk verslag van het leven zoals het ons toekomt, maar deze gegevens maken een vertelling niet per definitie boeiend. De urgentie waarvan De uitweer is doordrongen, is minder aanwezig in Stadsnomade. Volgens Liptrot wordt haar reis ingegeven door een verlangen naar nieuwe ontmoetingen, maar het idee om een boek te schrijven over deze periode zal niet pas achteraf in haar zijn opgekomen. Dit maakt Stadsnomade wat geknutseld, ondanks Liptrots unieke pen en overduidelijk talent.  

Gelukkig neemt het leven soms vlugge wendingen en wordt het schrijfmateriaal weer op een zilveren dienblaadje aangereikt. ‘Liptrot woont op de Orkneyeilanden met haar partner en zoontje’, zo valt te lezen in haar biografie op de binnenflap.  

Theater / Voorstelling

De geest swingt uit de fles

recensie: Stage Entertianment - Aladdin

Een geest die alles tovert wat je maar wenst. Leuk voor een tekenfilm, maar hoe breng je dit op het toneel? De musical Aladdin is het gelukt, want anders dan de naam doet vermoeden, steelt de geest de show.

De musical Aladdin is gebaseerd op de gelijknamige tekenfilm van Disney. De straatrat Aladdin wordt verliefd op prinses Yasmine en met de hulp van een geest probeert hij haar hart te veroveren. De musical vertelt hetzelfde verhaal, alleen enkele details zijn wat veranderd. Zo spelen dieren als het aapje Abu en voorwerpen zoals het kleedje een grote rol in de film en niet in de musical. Abu is nergens te bekennen, het kleedje komt alleen naar voren in het nummer ‘De Wereld wacht’ en Iago is het menselijke hulpje van Jafar geworden.

Arabisch sprookje met Nederlandse tint

Met kleurrijke kostuums en het decor probeert de show ons in Arabië te laten wanen. Dat lukt het grootste gedeelte van de tijd, zeker door de mooie kostuums, maar de erg Hollandse cast leidt hier weleens van af. Gelukkig heeft de show ook veel zelfspot, zo laten ze klompen zien als souvenirtje uit Agraba.

De Nederlandse vertaling van Erik van Muiswinkel is ook erg goed. De Engelse Disneyfilm had natuurlijk al een Nederlandse vertaling, maar de musical is weer hertaald en zit vol actuele grappen. Ook de bekende nummers zijn soms net anders ‘A whole new world’ is in de Nederlandse film ‘Een nieuw begin’ en in de musical ‘De wereld wacht’. De kwaliteiten van Van Muiswinkel als cabaretier klinken ook door in de vertaling, al lijken sommige grappen of verwijzingen aan een deel van het (jonge) publiek voorbij te gaan. Denk aan verwijzingen als ‘zo sterk zijn als Badr Hari’ of ‘Sammy kijkt nooit meer omhoog’.

Van moment naar moment

‘Hebben jullie me gemist?’ vraagt Stanley Burleson als de geest, wanneer hij na ruim 50 minuten na het openingsnummer weer op het podium verschijnt, omdat Aladdin over de fles wrijft. Een terechte vraag, want pas op dit moment met het nummer ‘Vriend als ik’ komt de show echt op gang. De show krijgt elke keer wat vaart als de geest op het podium is.  Dat is erg fijn, maar ook een nadeel, want op andere stukken is de show wat traag. Nummers die eruit springen zijn het openingsnummer ‘Arabische nacht’, ‘Vriend als ik’, ‘Prins Ali’ en het enige goede nummer waar de geest niet in zit: ‘De Wereld wacht’.  In dit laatste nummer stappen Yasmine en Aladdin op het kleedje en vliegen rond in een sterrenhemel, een bijzondere scene op het podium. Ook tijdens de andere genoemde nummers pakt de show groots uit met veel kostuumwisselingen en grootse choreografieën.

Het absolute hoogtepunt is het nummer ‘Vriend als ik’. Alleen al voor dit nummer verdient Aladdin Musical Awards voor kostuumontwerp, decorontwerp, choreografie en de acteerprestaties van Stanley Burleson als geest. Voor Nederlandse musicalbegrippen wordt er enorm groot uitgepakt in het nummer waarin de geest in een gouden grot uit de fles komt en zingt dat Aladdin nog nooit zo’n goede vriend heeft gehad als hij. Hierbij tovert hij van alles tevoorschijn, van eten, tot danseressen en meer. Dit nummer moet je live in het theater gezien hebben, om te begrijpen hoe geweldig het is.

Een gemiste kans ligt er voor de slechteriken Jafar en Iago, hun karakters zijn als slechteriken niet zo goed uitgewerkt. Zo hebbende meeste slechteriken van Disney een geweldig solonummer dat hun karakter vormt, dat is in het verhaal van Aladdin niet het geval. Daarnaast brengt met name Iago (Darren van der Lek) de nodige luchtigheid in de show met zijn niet altijd even geslaagde grappen. Wie ook aan deze luchtigheid bijdraagt is één van de boomlange vrienden van Aladdin, Babkak (Florian Avoux).

Een vergelijking met de musicalklassieker The Lion King lijkt snel gemaakt, maar de twee shows zijn totaal niet te vergelijken. Aladdin heeft een totaal eigen karakter met veel hoogtepunten die laten zien dat je een cartoon ook goed op toneel kan vertolken. Deze musical is een aanrader voor wie wil wegdromen bij een sprookje uit verre landen. Een familiemusical, die je gerust ook zonder kinderen kunt bezoeken.