Moderne muziek op oude instrumenten
Hoe restaureer je een vaas die aan diggelen ligt? Lijm je die vaas in de originele kleuren, vul je ontbrekende stukjes aan? Of kies je ervoor om na het schoonmaken de breuklijnen gewoon te laten zien omdat er nu eenmaal iets is gebeurd? Het lijkt een van de vragen die het ensemble Ugly Pug zich heeft gesteld bij het maken van hun debuut-cd Crossroads. Vertaald naar muziek.
Het trio ‘Ugly Pug’, letterlijk vertaald ‘Lelijke Mopshond’, noemde zich naar de mopshond Sabba van de ex-partner van de gambist. Dan rijst de vraag: mag zo’n hond lelijk heten, of mooi, en wat ís mooi dan? Iets van die contradictie lijken Juho Myllylä (blokfluit, live elektronica), Miron Andres (viola da gamba, vihuela d’arco, middeleeuwse vedel) en Wesley Shen (klavecimbel), die elkaar op het Conservatorium van Amsterdam leerden kennen, tot uitdrukking te willen brengen. Hun programma bestaat uit hedendaagse werken voor oude instrumenten. Op een na werden deze composities voor het ensemble geschreven. Of, om uit het instructieve boekje bij de CD te citeren:
‘Ugly Pug reflects this very problem of aesthetic judgement and the contradictions in the concepts of beauty versus ugliness. The dichotomy in Ugly Pug’s fusion of divergent instruments and style, allows us to break away from all traditional expectations and standards of beauty to explore something different.’
Inventief omgaan met muziek
Hoe doe je dat? Ugly Pug heeft er iets inventiefs op gevonden. De achtdelige titelcompositie ‘Crossroads’ (2019) van de Zuid-Afrikaanse componiste/celliste Wilma Pistorius, actief in Nederland, wordt niet achter elkaar gespeeld, maar in stukjes gehakt en gevlochten door het meer dan een uur durende programma. Als de lijm die de brokken van een vaas tot een geheel maken. Hetzelfde wordt gedaan met ‘Reuse Music’ (2017) van Carlo Diaz, dat is gebaseerd op Sonates voor twee violen en klavecimbel van Pietro Marchitelli (1700), die fragmentarisch zijn overgeleverd.
Het menu wordt op deze manier in verschillende gangen opgediend. Het begint met een voorafje: ‘Introduction and Dance’ van de Finse componist Tero Lanu. Hierin smelt het hoge register van de sopraanblokfluit samen met de speldenprikken die het klavecimbel uitdeelt in hetzelfde register. Het stuk ‘Odds and Ends’ van de Fin Timo Kittilä fungeert als tussengerecht. Als hoofdschotel zou je ‘Wormhole’ van nog weer een andere Finse componist Eetu Lehtonen kunnen zien. Het toetje is dan ‘La Strada’ van de Pool Paweł Mykietyn. Dat is de enige niet voor het ensemble geschreven compositie, maar een bewerking die de uitwerking heeft van een oorwurm.
Sneller dan het licht
‘Wormhole’ van Lehtonen is een werk apart binnen de conceptuele opzet van het programma. Een wormgat, ook wel een Einstein-Rosenbrug genoemd, is de kortste route, zonder omwegen, om door de ruimtetijd te reizen. De naam heeft te maken met het idee dat het universum een appel is en een worm zich van de ene naar de andere kant van die appel een weg wil banen, rechtdoor in plaats van rondom via de schil. Dat zou in theorie tijdreizen mogelijk moeten maken, van de barok tot nu en misschien zelfs nog verder in de tijd. Het idee levert een buitengewoon fascinerend stuk op, waarin naast de drie barokinstrumenten ook live elektronica te horen is. Het is het eerste werk waarin Lehtonen hiervan gebruikmaakt. Hij mag dat vaker doen, en trouwens: het is een componist waar we wel meer van zouden willen horen.
De diva in dit stuk van Lehtonen is de subcontrabasblokfluit van Paetzold, een meer dan menshoge (2,45 meter) berkenhouten blokfluit die staand wordt bespeeld. Het is fascinerend om in dit filmpje te zien en te horen hoe de drie musici op elkaar zijn ingespeeld, naar elkaar luisteren en op elkaars spel reageren. Dat is van hoge klasse en we zullen vast meer van ze horen. In ieder geval zijn ze te beluisteren tijdens de presentatie van deze CD op zaterdag 7 augustus 2021, 20.00 uur in Museum ’t Kromhout in Amsterdam.