Tag Archief van: landscape

Theater / Voorstelling

1001 platvloerse vertellingen

recensie: Vertellingen van 1001 nacht

Niets mis met een beetje seks op de planken. Logisch zelfs wanneer je de Vertellingen van 1001 nacht gaat vertolken. Het Zuidelijk Toneel slaat de plank echter totaal mis. Het resultaat: een inhoudsloos, fragmentarisch geheel, doorspekt met platvloerse grappen.

Vertellingen van 1001 nacht gaat vertolken. Het Zuidelijk Toneel slaat de plank echter totaal mis. Het resultaat: een inhoudsloos, fragmentarisch geheel, doorspekt met platvloerse grappen.

~

Na Reis om de wereld in 80 dagen uit 2009, staat Het Zuidelijk Toneel voor de tweede keer op de planken met een grote voorstelling. Wederom worden artiesten van buitenaf ingevlogen: deze keer Marc-Marie Huijbregts en de acrobatische Ashton Brothers. De voorstelling wordt opgehangen aan het raamwerk van de vertellingen van 1001 nacht, waarin een door een vrouw bedrogen sultan zweert nooit langer dan één nacht een vrouw lief te hebben. Hij trouwt een maagd, eet met haar, slaapt met haar en laat haar vervolgens ter dood brengen. Huijbregts kruipt in de huid van Sheherazade, de bruid die de sultan verleidt met haar erotische verhalen en daarmee haar executie steeds uit weet te stellen.

Typisch Huijbregts

~

Het getuigt van lef om Marc-Marie Huijbregts te casten in de rol van Sheherazade. Aan het begin van de voorstelling zien we Huijbregts nog even als verteller. Hij vertelt op karakteristieke wijze de geschiedenis van de sultan totdat het verhaal van Sheherazade begint: ‘En toen koos hij zijn duizendeerste vrouw. Mij.’ Bepruikt en bejurkt vervolgt Huijbregts het verhaal. Door zijn typische maniertjes en stem is het voor het publiek onmogelijk om een Sheherazade te zien in plaats van gewoon Huijbregts met een pruik.

Niet dat het veel uitmaakt dat Huijbregts onovertuigend is als Oosterse schone. Er gebeurt zoveel op het podium dat de aandacht nergens lang blijft hangen. Het Zuidelijk Toneel wil simpelweg te veel: verhalen, zang, muziek, beelden en acrobatiek. Het liefst allemaal tegelijk. Een enkele keer leidt dit tot een goede integratie van het kaderverhaal van Sheherazade en het verhaal dat zij de sultan vertelt. Op die momenten vullen de twee verschillende verhaallijnen elkaar mooi aan. Vaker, helaas, wordt het een onoverzichtelijk geheel. Muziek wordt dan niet gemaakt omdat dat bijdraagt aan de voorstelling, maar omdat het kan. Het lijkt alsof regisseur Matthijs Rümke het geld voor de Ashton Brothers terug wil verdienen door hen in iedere scène in te zetten. Dit is onnodig en met grote regelmaat zelfs irritant. Less is more gaat voor deze voorstelling zeker op.

Smaakloze grappen over seks

~

Wat deze voorstelling gedenkwaardig maakt, in de negatiefste zin van het woord, zijn de enorm platvloerse sekstaferelen en grappen over seks. Het publiek krijgt verhalen voorgeschoteld over een vrouw die met apen slaapt of een dwerg die een vrouw bevredigt. Het absolute dieptepunt is de man die luchtgitaar speelt op zijn enorme penis alvorens er drie zussen mee te penetreren, maar niet voordat het publiek wordt blootgesteld aan een verbale diarree van synoniemen voor zowel de mannelijke als vrouwelijke geslachtsdelen. Oh, er wordt echt wel om gelachen, maar hoogstwaarschijnlijk meer uit gène dan van plezier.

Slechts een enkele keer is enige authenticiteit te bespeuren. Het verhaal van Aziez en Azieza komt nog het dichtst in de buurt en ook de ontmaagding van Sheherazade leek even de angst van een tienermeisje bloot te leggen. Dit soort momenten is van korte duur voordat zij ruw onderbroken worden door de zoveelste schuine grap of een vorm van onnodig visueel spektakel.

Vertellingen van 1001 nacht was de populairste voorstelling van het jaar voor Theaters Tilburg, met de langste wachtlijst voor kaartjes. Toch zijn de mensen op de wachtlijst het meest benijdenswaardig, want hun zijn vele momenten van plaatsvervangende schaamte bespaard gebleven.

Vertellingen van 1001 nacht is nog te zien t/m 12 mei 2012 op verschillende locaties. Klik hier voor de speellijst.

Theater / Voorstelling

1001 platvloerse vertellingen

recensie: Vertellingen van 1001 nacht

Niets mis met een beetje seks op de planken. Logisch zelfs wanneer je de Vertellingen van 1001 nacht gaat vertolken. Het Zuidelijk Toneel slaat de plank echter totaal mis. Het resultaat: een inhoudsloos, fragmentarisch geheel, doorspekt met platvloerse grappen.

Vertellingen van 1001 nacht gaat vertolken. Het Zuidelijk Toneel slaat de plank echter totaal mis. Het resultaat: een inhoudsloos, fragmentarisch geheel, doorspekt met platvloerse grappen.

~

Na Reis om de wereld in 80 dagen uit 2009, staat Het Zuidelijk Toneel voor de tweede keer op de planken met een grote voorstelling. Wederom worden artiesten van buitenaf ingevlogen: deze keer Marc-Marie Huijbregts en de acrobatische Ashton Brothers. De voorstelling wordt opgehangen aan het raamwerk van de vertellingen van 1001 nacht, waarin een door een vrouw bedrogen sultan zweert nooit langer dan één nacht een vrouw lief te hebben. Hij trouwt een maagd, eet met haar, slaapt met haar en laat haar vervolgens ter dood brengen. Huijbregts kruipt in de huid van Sheherazade, de bruid die de sultan verleidt met haar erotische verhalen en daarmee haar executie steeds uit weet te stellen.

Typisch Huijbregts

~

Het getuigt van lef om Marc-Marie Huijbregts te casten in de rol van Sheherazade. Aan het begin van de voorstelling zien we Huijbregts nog even als verteller. Hij vertelt op karakteristieke wijze de geschiedenis van de sultan totdat het verhaal van Sheherazade begint: ‘En toen koos hij zijn duizendeerste vrouw. Mij.’ Bepruikt en bejurkt vervolgt Huijbregts het verhaal. Door zijn typische maniertjes en stem is het voor het publiek onmogelijk om een Sheherazade te zien in plaats van gewoon Huijbregts met een pruik.

Niet dat het veel uitmaakt dat Huijbregts onovertuigend is als Oosterse schone. Er gebeurt zoveel op het podium dat de aandacht nergens lang blijft hangen. Het Zuidelijk Toneel wil simpelweg te veel: verhalen, zang, muziek, beelden en acrobatiek. Het liefst allemaal tegelijk. Een enkele keer leidt dit tot een goede integratie van het kaderverhaal van Sheherazade en het verhaal dat zij de sultan vertelt. Op die momenten vullen de twee verschillende verhaallijnen elkaar mooi aan. Vaker, helaas, wordt het een onoverzichtelijk geheel. Muziek wordt dan niet gemaakt omdat dat bijdraagt aan de voorstelling, maar omdat het kan. Het lijkt alsof regisseur Matthijs Rümke het geld voor de Ashton Brothers terug wil verdienen door hen in iedere scène in te zetten. Dit is onnodig en met grote regelmaat zelfs irritant. Less is more gaat voor deze voorstelling zeker op.

Smaakloze grappen over seks

~

Wat deze voorstelling gedenkwaardig maakt, in de negatiefste zin van het woord, zijn de enorm platvloerse sekstaferelen en grappen over seks. Het publiek krijgt verhalen voorgeschoteld over een vrouw die met apen slaapt of een dwerg die een vrouw bevredigt. Het absolute dieptepunt is de man die luchtgitaar speelt op zijn enorme penis alvorens er drie zussen mee te penetreren, maar niet voordat het publiek wordt blootgesteld aan een verbale diarree van synoniemen voor zowel de mannelijke als vrouwelijke geslachtsdelen. Oh, er wordt echt wel om gelachen, maar hoogstwaarschijnlijk meer uit gène dan van plezier.

Slechts een enkele keer is enige authenticiteit te bespeuren. Het verhaal van Aziez en Azieza komt nog het dichtst in de buurt en ook de ontmaagding van Sheherazade leek even de angst van een tienermeisje bloot te leggen. Dit soort momenten is van korte duur voordat zij ruw onderbroken worden door de zoveelste schuine grap of een vorm van onnodig visueel spektakel.

Vertellingen van 1001 nacht was de populairste voorstelling van het jaar voor Theaters Tilburg, met de langste wachtlijst voor kaartjes. Toch zijn de mensen op de wachtlijst het meest benijdenswaardig, want hun zijn vele momenten van plaatsvervangende schaamte bespaard gebleven.

Vertellingen van 1001 nacht is nog te zien t/m 12 mei 2012 op verschillende locaties. Klik hier voor de speellijst.

Boeken / Non-fictie

Diepte zonder diepgang

recensie: Céline Rutten - Gesprekken met Dick Bruna

Céline Rutten wil met Gesprekken met Dick Bruna dieper doordringen tot de mens Dick Bruna. Net als het werk van haar onderwerp blijft het alleen erg oppervlakkig.

Let wel, de stelling dat het werk van Dick Bruna oppervlakkig is, is hier positief bedoeld. Hét stijlkenmerk van Bruna is immers die constant doorgevoerde tweedimensionaliteit. Met zo min mogelijk een boodschap overbrengen, dat is wat hij als geen ander kan. En dit gebrek aan diepte staat de diepgang in zijn werk geenszins in de weg. Integendeel, niet alleen de boekjes over Nijntje Pluis, maar al zijn werk waaronder ook de 2400 boekomslagen die hij voor de Zwarte Beertjes serie van uitgeverij Bruna ontwierp, blijven fascinerend door de jaren heen. 

‘Ik ben nooit echt vrolijk’
Met Gesprekken met Dick Bruna van Céline Rutten is het eigenlijk net omgedraaid. In de voorbereiding van dit werk sprak ze in de loop van drie jaar tientallen keren met Bruna. Ook  sprak ze – in tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden – veel met mensen uit zijn omgeving, waaronder zijn drie kinderen en vrouw Irene. Bedenk daarbij dat ze daarnaast uitvoerig onderzoek heeft gedaan naar de familiegeschiedenis van Bruna en dan kan met recht gezegd worden dat ze de diepte in is gegaan. Rutten heeft duidelijk verder gekeken dan het cliché van Dick Bruna als vader van Nijntje Pluis.

Wat echter bij de bespreking van die andere kant van Dick – als zoon, vader en echtgenoot – ontbreekt, is diepgang. Alleen zijdelings raakt Rutten soms aan de kern, die eruit bestaat dat Bruna niet alleen attent en hartelijk, maar ook erg onzeker en eenzaam is. Iets wat in het verleden een behoorlijke wissel heeft getrokken op het gezin en vooral op Irene. Verbazingwekkend en ontroerend is het als de man die alles zou moeten hebben, zegt: ‘Ik ben nooit echt vrolijk. De meeste mensen gaan ervan uit dat ik een vrolijk mens ben. Ik ben helemaal niet vrolijk.’

Blijven hangen op anekdotisch niveau
Intieme ontboezemingen als deze komen weliswaar aan bod, maar worden overschaduwd door alle, veelal mierzoete anekdotes die Rutten de revue laat passeren. Anekdotes over Dick die ’s ochtends vroeg tekeningetjes achterlaat voor Irene, die altijd op een stuk taart kon rekenen als één van de werknemers van de drukkerij jarig was, of in zijn atelier bij elk cadeau dat hij ooit van bewonderaars heeft gekregen (en inderdaad: allemaal bewaard heeft) het achterliggende verhaal weet te vertellen.

Het beeld dat in deze anekdotes naar voren komt van een overweldigend lieve Dick Bruna zal ongetwijfeld kloppen. Eén blik op de coverfoto is genoeg om je ervan te overtuigen dat deze man wel intens goed móet zijn. De worsteling met zijn onzekerheid en zijn drang naar eenzaamheid maken Bruna echter naast intens goed, ook heel erg menselijk. Als die aspecten van zijn persoonlijkheid aan bod komen, weet Rutten echt dieper door te dringen tot de mens Dick Bruna. Maar meestal blijft ze hierom heen draaien met verhalen over hoe kinderen tijdens voorleessessies tegen hem aankruipen en hoe mooi zijn vijfenzestigste verjaardag was.  Hierdoor blijft Gesprekken met Dick Bruna over het geheel genomen vrij oppervlakkig.

Muziek / Voorstelling

Een religieuze opera van een atheïst

recensie: Nikolaj Rimski-Korsakov - De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja

.

Met De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja heeft De Nederlandse Opera (DNO) een weergaloze productie neergezet. Vier uur lang wordt het publiek meegevoerd in de wonderlijke wereld van Russische sprookjes, Russische orthodoxie, folkloristisch geïnspireerde muziek en een overweldigend natuurdecor.

~

De componist Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908) en de schrijver Vladimir Belski ontmoetten elkaar in 1901. Samen schreven ze een libretto, gebaseerd op de legende van Kitesj, de stad die door een Tatarenhorde belegerd werd, en op een tweede verhaal over de heilige Fevronja van Murom. Het thema van de zondige stad die door God gestraft wordt met vernietiging, is vooral bekend uit het Bijbelverhaal van Sodom en Gomorra, maar komt in veel sprookjes voor. Meestal probeert in zo’n  verhaal één rechtschapen held of heldin op het laatste nippertje het dreigende onheil af te wenden.

Het natuurkind Fevronja, bij DNO schitterend gezongen door de sopraan Svetlana Ignatovich, verenigt in deze opera geloof, hoop en liefde in zich tot een totaal positieve persoonlijkheid. Fevronja staat symbool voor het Russisch ideaal van barmhartigheid en trouw. Haar tegenspeler is de sadistische dronkaard Grisjka, die haar ten slotte doodtrapt. Zij probeert tegelijk met de stad Kitesj ook de mens Grisjka te redden van de ondergang. Hier mengen zich elementen uit een romantisch-heidense natuurgodsdienst met het traditionele christelijke gedachtegoed van berouw en verlossing.

Redding in een gouden mist
Het eerste bedrijf speelt zich af diep in het bos waar de jagende prins Vsevolod de onbezorgde Fevronja ontmoet. Ze worden  verliefd, maar direct op de idylle volgt de tragedie. Kitesj bestaat uit twee gedeeltes. Het ‘slechte’ Kitesj wordt met de grond gelijk gemaakt en alle inwoners worden afgeslacht in een realistische terreuraanval, waarbij Fevronja en Grisjka gevangen worden genomen. In het ‘goede’ Kitesj, gebouwd aan de oever van een meer, wachten de vrome inwoners het einde af. Onder leiding van hun vorst Joeri bidden ze om genade. Op voorspraak van Fevronja daalt een gouden mist over Kitesj, zodat de Tataren het spoor bijster raken. Dan zien ze plotseling de stad op de bodem van het meer liggen. Door het water heen horen ze de kerkklokken luiden. Ze raken in paniek en slaan op de vlucht. Ondertussen is Grisjka waanzinnig geworden en Fevronja aan het eind van haar krachten. Ze probeert haar metgezel te bekeren, maar komt niet verder dan een ‘gebed tot Moeder Aarde’ waarna hij haar mishandelt en wegvlucht. Vogels uit het paradijs brengen Fevronja naar de verzonken stad waar zij samen met haar prins voor eeuwig gelukkig zal zijn.

Modern pantheïsme

~

Rimski-Korsakov wilde ‘nationale muziek’ schrijven. Hij baseerde zich op volksmelodieën en thema’s uit de Russisch-orthodoxe liturgie. Toch is de partituur veel moderner geworden dan een potpourri van Wolgalied, Kalinka, Sabeldans en klokgebeier. Aan Richard Wagner ontleende hij een doorgecomponeerde vorm, zonder aria’s of recitatieven die de handeling stil zetten. De chromatiek van Wagner en de daarmee verbonden lijnen van leidmotieven die een eigen muzikaal verhaal vertellen heeft Rimski-Korsakov op geheel eigen wijze verwerkt. De herhalingen van motieven suggereren een cirkelvormig tijdsverloop, samenhangend met de seizoenen in de natuur en eeuwigheid, gesymboliseerd in het liturgisch jaar. Daarachter ligt de gedachte dat het goddelijke kenbaar is in de schepping en in het harmonisch samengaan van mens en natuur. Dit pantheïstisch wereldbeeld is muzikaal verweven met de nadrukkelijk christelijke symboliek, waarin Wagner’s Parsifal naklinkt.

Zowel regie als muzikale uitvoering zijn van zeer hoog niveau. De cast, bijna uitsluitend Russische zangers, sluit door expressie en timbre naadloos aan bij de sfeer van het werk. De decors, ontworpen door regisseur Dmitri Tcherniakov zelf, raken door de feilloze balans van eenvoud en romantiek precies de ‘Russishe kern’ van de voorstelling en krijgen een apart applaus. In tegenstelling tot de orkestmuziek van Rimski-Korsakov, met name Sheherazade, worden zijn opera’s zelden of nooit uitgevoerd. Het is daarom voor alle liefhebbers van opera en van Russische muziek aan te raden deze productie te gaan zien.

Er zijn nog voorstellingen op 20, 23 en 26 februari en op 1 maart.

Film / Films

Eenzijdig geschiedenisles

recensie: In the Land of Blood and Honey

.

Angelina Jolies ambitieuze regiedebuut is een hard oorlogsdrama waarin een onmogelijke liefde tijdens de Bosnische oorlog centraal staat. Maar wat aangrijpend zou moeten zijn, werkt juist averechts.

~

Voor een ambassadrice van de vluchtelingenorganisatie van de VN is het waarschijnlijk een logische keuze om politiek maatschappelijke discussies aan de kaak te stellen en hier een debuutfilm over te maken. Maar om je als buitenstaander te bemoeien met zulke gevoelige kwesties waarin etnische zuivering centraal staat, is wel erg gewaagd. Misschien iets te gewaagd, want al gauw vervalt In the Land of Blood and Honey in een stereotypering, die de kijker niet uitlegt waar de oorlog eigenlijk precies om draait.
 
Oorlog zonder drama
Op de vooravond van de Bosnische oorlog worden de Servische agent Danijel (Goran Kostić) en de Bosnische moslimkunstenares Ajla (Zana Marjanović) verliefd op elkaar in een bar die kort daarna wordt opgeblazen. Een paar maanden later wordt Ajla door Servische soldaten uit haar flat gehaald en met een groep vrouwen naar een kamp gebracht waar de Serviërs hun kwartier hebben opgeslagen. De commandant van het kamp blijkt Danijel te zijn. Hij behoedt vervolgens Ajla voor verkrachtingen en andere vernederingen door haar op te eisen als zijn eigendom. Al gauw krijgen de twee een relatie, maar deze blijft moeilijk in stand door de afschuwelijke gevechten en de tegenstrijdige opvattingen.

~

Terwijl Danijel midden in het gevecht zit en zich aan zijn vader, een nationalistische harde Servische generaal, moet bewijzen, is Ajla vrijwel passief in alles wat ze doet en laat. Vanwege zijn eigen tweestrijd komt Danijel menselijker over, maar zowel bij hem als bij Ajla is er weinig sprake van emotie of expressie. Ontroerende scènes moeten sterk worden aangedikt met een melodramatisch deuntje om het gevoel over te brengen. Dit alles gaat ten koste van de gepresenteerde realiteit.

Onduidelijkheid regeert

Al vanaf het begin wordt de toon van de film gezet: een zeer complexe geschiedenis wordt afgedaan in drie beknopte, slecht onderbouwde openingszinnen. De echte aanleiding voor de Bosnische oorlog wordt nooit echt duidelijk, omdat dit onderwerp alleen door Danijels vader kort en op een zeer subjectieve wijze wordt aangehaald. En omdat juist het kamp van Danijel de badguys vormt, is het voor de kijker en zelfs voor Ajla tot het einde van de film vrij onduidelijk waar de hele situatie om draait. Helaas leidt dit er toe dat In the Land of Blood and Honey ongeloofwaardig overkomt.

Eén ding moeten we Angelina Jolie wel nageven: ze kaart oorlogs-onderwerpen aan waar serieus over nagedacht moet worden. Naast de verkrachtingen, massamoorden en andere gruwelijkheden wordt nadrukkelijk de afwezigheid van een VN-ingreep onder de loep genomen. Op haar eigen wijze maakt Jolie een politiek statement, dat misschien wel heroïsch te noemen is. Maar dit streberige regiedebuut is helaas geen succesfilm.

Boeken / Fictie

Overdenkingen voor het nachtkastje

recensie: Ingmar Heytze - Ademhalen onder de maan

Liefhebbers van directe poëzie moeten Ingmar Heytzes nieuwe bundel Ademhalen onder de maan niet missen. Het aardige bundeltje is echter te licht voor lezers die zoeken naar een complexe beschouwing van het leven.

Ingmar Heytze vormt een brug tussen de gedichten in alledaagse taal, van bijvoorbeeld Campert of Marsman, en het zware, tergende werk van dichters zoals Ter Balkt of Demets. Via een nuchtere beschouwing van de realiteit leidt Ingmar Heytze de lezer naar diepere overdenkingen. In de situaties die Heytze schetst kan je jezelf zo zien staan. Hij maakt direct contact tussen gedicht en lezer door zijn open schrijfstijl.

Sleets simplisme
In Ademhalen onder de maan weidt Heytze keer op keer uit over dagelijkse overpeinzingen in zo’n veertig korte en begrijpelijke gedichten. Enkele gedichten, waaronder Hazen en Chaser, zijn sterk. Hun toegankelijke thema en doeltreffende manier om de redenatie achter een gebeurtenis te vervatten, weet Heytze te vangen in heel speelse creaties. Zo wordt in het gedicht Chaser een bordercollie op levendige wijze geobserveerd. Dit mondt uit in een dieper inzicht in het mens achter die observatie.

Chaser

In Amerika houdt een bordercollie
duizend speeltjes uit elkaar. Feilloos haalt ze
pop of rubberkip of bal of frisbee tevoorschijn
uit een andere kamer, van achter een zwart gordijn.

Ik weet inmiddels wel dat ik besta, dat falen
even weinig zegt als slagen, dat vragen die
beginnen met waarom verkeerde vragen zijn,
dat ik daardoor niet goed slaap en als ik slaap
hardnekkig van gordijnen droom.

Afgezien daarvan ben ik een hond. Iemand
leerde me de woorden, fluistert in mijn oor
over twee kamers en wat waarvandaan te
Halen en ik ren en blaf en doe apport.

Meer dan eens raakt het intelligente simplisme van Heytze echter een beetje sleets. Zo voegt het gedicht Het Blauwe Bord niet veel toe aan het corpus gedichten over ontmoetingen op een station. Ook in het gedicht Vriend, staat de poëet wellicht te dicht bij de persoon waaruit hij schrijft, en mist het gedicht daardoor zeggingskracht boven het persoonlijke drama.

Uit naam van de andere persoon
Heytze gaat in Ademhalen onder de maan door waar hij in zijn vorige bundel was gebleven. Waar hij in Elders in de wereld de mens als klein deeltje in zijn eigen bestaan beschouwt, wordt in deze bundel de kleinheid van ons besef benadrukt doordat verschillende personen vertellers worden.

De keuze om gedichten te maken voor en gezien vanuit andere personen wordt een te beperkt concept, waar dichters die gebeurtenispoëzie maken vaak op stuk lopen. Zo ook Heytze. De inhoud van veel gedichten en de vorm zijn niet mis en zijn welbespraakt, maar nergens bereikt de poëzie een catharsis. Deze verzen staan bovendien vol met dichtclichés die niet boven zichzelf uitstijgen. Neem bijvoorbeeld Agatha:

Ik ben ergens halverwege als ik naar je kijk met deze ogen.
Mijn testament kan wachten, eerst nog dit: misschien

heb ik nog drieëndertig jaar, misschien te weinig dagen
om jouw beeltenis te maken. Het kan me niet veel schelen

zolang jij er bent, mijn leven lang. Agatha – met je naam
vol aah’s om te fluisteren in de nacht, met je handen.

Zinssneden als ‘jouw beeltenis maken’ en ‘zolang jij er bent, mijn hele leven lang’ worden zonder sjoege neergepend. Ook al is het onderdeel van de strategie van Heytze om anderen aan het woord te laten, het beklijft niet. Het onderscheid met een beginnend dichter is in deze gedichten niet goed te maken. Ademhalen onder de maan is daarom zeker niet het beste van de hand van Heytze. Het is gelaten poëzie voor een breed publiek. Een boekje zonder grote openbaringen, maar een leuk bundeltje voor op het nachtkastje.

Film / Films

Ongewenste gast

recensie: Jack and Jill

Adam Sandler speelde met wisselend succes in komedies en verraste positief in het drama Reign over Me. In Jack and Jill trekt hij opnieuw de stoute schoenen én vrouwenkleren aan. Tenenkrommend.

Robin Williams deed het met veel elan en Eddie Murphy meestal over the top. Ook komiek Adam Sandler wilde wel eens een vrouwenrol spelen. In Jack and Jill wordt niet echt duidelijk of dit een parodie is of dat hij bewust op een vrouw moet lijken.

~

Een kind kan zien dat het een fout geschminkte man in een jurk is. Tel hierbij op de lompe gebaren, de dominante aanwezigheid en de verschrikkelijke stem die in het beste geval lijkt op die van Miss Piggy en je hebt de slechtste en ongrappigste metamorfose uit de filmgeschiedenis.

De grote Al Pacino
Reclameman Jack (Sandler) krijgt een ongewenste gast: zijn tweelingzuster Jill (ook Sandler). Zij heeft en is ongeveer alles wat een vrouw onaantrekkelijk maakt. Tijdens een uitstapje naar een basketbalwedstrijd van de LA Lakers ontmoeten ze Al Pacino. Terwijl Jack de filmster voorzichtig probeert te benaderen voor een donutcommercial, krijgt Al oog voor de lawaaierige Jill, eveneens afkomstig uit de Bronx. Het begin van een onmogelijke en ongeloofwaardige romance. Hij stalkt haar, maar zij wil niets van hem weten. Jack ziet geen andere mogelijkheid dan zich voor te doen als zijn tweelingzus Jill, om zo de grote Al Pacino voor de reclamecampagne te paaien.

Het blijft een raadsel waarom Al Pacino zich überhaupt heeft laten strikken. Beland in zijn herfstjaren zal hij het wel een leuk idee hebben gevonden om een karikatuur van zichzelf neer te zetten. Hoewel de dialogen uitermate zwak zijn, probeert hij van zijn eigen tekst het beste te maken. Met zijn welbekende schmieren en oreren geeft hij de grootste onbenulligheid toch nog charme. Wanneer Al Pacino als toneelspeler op Broadway toegewijd een stuk van Shakespeare doet, raakt hij compleet van slag door een mobieltje, dat bij nader inzien zijn eigen telefoon blijkt te zijn.

~

Humor is relatief
Dat humor relatief is, bewijzen incidenten met een dronken papegaai, een potje jetskiën in een privé-zwembad, een zeer luidruchtige stoelgang na Mexicaans eten en een pony die onder het gewicht van Jill door de hoeven zakt. Als je maar blijft proberen, zijn sommige momenten best raak. Zo draait Jill tijdens het televisiespelletje The Price is Right zó fanatiek aan het Rad van Fortuin dat ze er met haar hoofd tegenaan knalt en knock-out gaat. Heerlijk ironisch is het als ze later bij Al Pacino thuis per ongeluk zijn enige Oscar (acht nominaties!) kapot gooit.

Het jongste Sandler-vehikel is gelukkig niet aan de lange kant. Om de martelgang op te rekken naar minimale bioscooplengte, kent de film een proloog en epiloog waarin een aantal eeneiige tweelingen anekdotes en karakteristieken vertelt. Ook het afsluitende filmpje met een donut aanprijzende Pacino geldt als extra. Nadat ze het reclamespotje hebben bekeken, walgt Al zichtbaar van het resultaat en roept gedecideerd: ‘Burn it!’ Het is niet ondenkbaar dat iemand bij Jack and Jill de daad bij het woord voegt. 

Boeken / Fictie

Tijd voor een doorbraak

recensie: Stephan Enter - Grip

Stephan Enter is een writer’s writer, een schrijver voor wie vooral andere schrijvers – en in hun kielzog recensenten, journalisten, ‘kenners’ – warmlopen. Misschien dat Grip, zijn beste roman tot nu toe, daar verandering in brengt.

Grip is een roman die, voor Enters doen, behoorlijk plot-driven is – hiermee is de laatste pseudo-interessante Engelse term gevallen. In het kort: vier vroegere alpinistenvrienden spreken na twintig jaar nog eens met elkaar af. Vincent, de geleerde die in Japan tegelijk succesvol en ongelukkig is geworden. Paul, die met een gouden lepel in zijn mond is geboren en zich nog altijd kleedt als de student die hij eigenlijk altijd is gebleven. Martin, de weinig charismatische leider van de vier, die naar Swansea is verhuisd. Lotte, het meisje waar alles om draait.

De vier vrienden van vroeger zijn eigenlijk helemaal geen vrienden. Geen echte vrienden, niet op de ‘ouwe jongens krentenbrood’-manier. Ooit tot elkaar veroordeeld omdat ze zich aangetrokken voelden tot het klimmen, en nu, veel later, nog altijd geestelijk aan elkaar verbonden door een bijna-ongeluk tijdens een reis naar de Lofoten. Paul en Vincent vertrekken met de Eurostar naar Groot-Brittannië om op bezoek te gaan bij Martin en Lotte, inmiddels getrouwd en ouders van Fiona. Het ongeluk in Noorwegen zit ze alle vier dwars. De reünie stevent af op een onafwendbare val, en dit keer is geen van de vier gezekerd.

Tijd zat
Tijd, herinnering en hoe die twee elkaar beïnvloeden, dat is de zon waar het kleine, maar prachtige oeuvre van Stephan Enter om draait. In Spel, zijn vorige roman, werd dat al benadrukt door elf schetsen uit de jeugd van zijn hoofdpersoon, geschreven in elf stijlen en bezien vanuit elf verschillende standpunten, bedoeld om de onbetrouwbaarheid van het geheugen en het verglijden van de tijd te vatten. In Grip gebeurt min of meer hetzelfde: dit keer is het slechts een gebeurtenis en kijken vier verschillende personages ieder op zijn eigen, licht afwijkende moment terug op dat bijna-fatale moment in Noord-Noorwegen. Het geheugen blijkt een weinig betrouwbare bondgenoot, de tijd heeft gaten in de werkelijkheid geslagen.

Wanneer je twee geleefde dagen van twee mensen naast elkaar legde, zou blijken dat beide ervaringen weliswaar volgens de klok dezelfde vierentwintig uur hadden geduurd maar in de psyche zou zich iets volkomen anders hebben afgespeeld (…) dat wat de een als groen ziet, door de ander heel goed als blauw kan worden gezien en dat je daar nooit achter komt en dat was de oorzaak van de fundamentele eenzaamheid van de mens.

Enters preoccupatie met de tijd komt voortdurend terug: in het krantenartikel over onsterfelijkheid waarover Paul en Vincent discussiëren, in de afwezigheid van klokken boven Britse treinperrons, in Fiona, in wie alle kenmerken die door de geheugens van de twee mannen aan Lotte worden toegeschreven terug te vinden zijn en in de vertraging die Fiona en Martin oplopen als zij de twee gasten van het station gaan halen.

Allemachtig
De vriendschap die louter op herinneringen en een gedeeld verleden is gefundeerd, blijkt in Enters boeken vaker weinig standvastig. Neem een van de verhalen uit Spel, waarin de ik-persoon en zijn buurjongen achterna gezeten worden door een groepje jongens, waarna de buurjongen de ander in de steek laat als het er echt om gaat. Vriendschap, zo houdt Enter zijn lezers voor, laat zich niet sturen door een gedeelde postcode of liefde voor klimmen. Daarvoor is het te ingewikkeld en te kostbaar.

Tijd is cyclisch. Gebeurtenissen kunnen zich eindeloos blijven herhalen, alsof er nooit een promotie, of een erfenis of een trouwerij heeft plaatsgevonden. Alsof er geen twintig jaar vergleden is. Fiona, die inmiddels meer Lotte is dan Lotte zelf ooit geweest is. En vooral de slotscène, in een baaitje aan de kust van Wales, die lijkt alsof de hoofdrolspelers het Noorse bijna-ongeluk nog een keer in detail na willen spelen.

Allemachtig, wat een boek. Laat het een bestseller worden.

Film / Films

Onbestemd bestaan

recensie: Perfect Sense

.

In een wereld waar de zintuigen een voor een uitvallen, wordt de liefde tussen twee mensen juist intenser. Een origineel uitgangspunt, maar dat leidt niet tot een goede film.

Hedendaags Glasgow. Epidemioloog Susan wordt door haar collega gevraagd een nieuwe casus te beoordelen. Een net binnengekomen patiënt kan niet meer ruiken. Zijn vrouw vertelt dat hij eerst in huilen uitbarstte en daarna zijn reuk kwijt was. Onverklaarbaar. Dan blijken er wereldwijd meer van dit soort gevallen te zijn. Nog even en heel de mensheid is besmet met dit virus, omgedoopt tot Severe Olfactory Syndrome.

~

Terwijl artsen en onderzoekers zich over het eigenaardige virus buigen, leert Susan Michael kennen. Hij werkt als chef-kok in het restaurant waar zij tegenover woont. De twee voelen zich tot elkaar aangetrokken, maar er zijn wat obstakels. Hij kan niet slapen wanneer er iemand in zijn bed ligt. Zij heeft teleurstellende ervaringen in de liefde. Ondertussen neemt de chaos wereldwijd toe, want het virus verspreidt zich razendsnel.

Chaotische werkelijkheid
Ook Susan en Michael raken besmet. Het leven zonder reuk wordt anders en herinneringen vervagen. Maar in tijden van onzekerheid, angst en chaos neemt de liefde voor elkaar toe. En passen de mensen zich wonderwel weer aan aan hun situatie. Er wordt nog steeds gekookt, maar het eten is zuurder, zoeter en bitterder. En dan slaat het virus weer toe. Ongelofelijke honger gaat vooraf aan niet meer proeven. Woede gaat vooraf aan niet meer horen. Het virus blijft een onverklaarbaar fenomeen en roept de vraag op in hoeverre de mensheid in staat blijkt zich te herstellen en weer te leven volgens oude patronen. En heeft het leven in deze chaotische werkelijkheid gevolgen voor de liefde tussen Susan en Michael?

~

Perfect Sense doet qua thematiek denken aan films als Blindness en Children of Men. In beide films is ook sprake van een onverklaarbaar fenomeen (virus, epidemie?) dat uitmondt in een chaotische en verstoorde werkelijkheid. Toch is Perfect Sense eerder een romantisch drama dan een thriller. De liefde tussen Susan en Michael krijgt een centrale rol toebedeeld. Susan is tevens de voice-over in de film, haar opmerkingen lopen als een rode draad door het verhaal. Een bepaalde rust en bezinning is ingebed, waarmee de film ondanks het duistere thema een positief karakter krijgt. Namelijk die van doorgaan met je leven en er het beste van maken.  

Kunstmatig en kil
Toch wil Perfect Sense niet beklijven. De beelden zijn mooi, maar door het veelvuldige en bewuste gebruik van slow motion heeft de film iets kunstmatigs. Zo komen de scènes waarin de zintuigen uitvallen gedramatiseerd over. Slow motion gefilmd, met een aangrijpend muziekje eronder, zien we hoe mensen zich tegoed doen aan flessen azijn, hele vissen kapot scheuren, intens verdrietig zijn of hun inboedel aan gort slaan. Minder overdaad was hier op zijn plaats geweest.   

~

Ook zijn er kanttekeningen te plaatsen bij de liefde tussen Susan en Michael, waar het in deze film vooral om draait. Hun karakters (vertolkt door Eva Green en Ewan McGregor) hebben weinig diepgang en hun liefde is eerder geromantiseerd dan oprecht. Liefde moet wel heel erg sterk zijn om bestand te zijn tegen zoveel rampspoed in de wereld. Een film als Never Let Me Go wist met een combinatie van een zwaar thema, puur acteerwerk en een bepaalde berusting bijvoorbeeld wel te raken. Perfect Sense laat vooral een kille leegte achter.

Muziek / Album

Winnend elftal scoort in iedere minuut

recensie: Yevgueni - Welkenraedt

.

Dat Yevgueni een winnend elftal heeft opgesteld wordt al duidelijk bij de aftrap. Openingsnummer ‘propere ruiten’ is een lekker melodieus nummer, met sterke teksten én de stem van Sarah Bettens als bonus. Dit een-tweetje scoort geheid bij de luisteraar. Sowieso creëren de teksten van Yevgueni goede sfeer om een lekker potje op te spelen. Misschien niet meteen voor een heel stadion, maar tijdens een goed potje tafelvoetbal met vrienden zal het de pret alleen maar verhogen.

De frontlinie krijgt gedegen aanvoer vanuit het middenveld. Via ‘Welkenraedt’ (een catchy nummer met een jaren tachtig Toontje Lager klank) ‘Elisa’, ‘Verder zonder haar’ en ‘Veel te mooie dag’ voor een gevoelig middengedeelte van de cd. Op vrolijke toon verhaalt Delrue over “een echte wereldramp.” “Straks moet ik verder zonder haar.”

Reservespelers en achterhoede
“Maar elk nadeel heeft z’n voordeel” beseft Delrue op ware Cruyffiaanse wijze en stort zich niet veel later op ‘Zalige Zot’. Met ‘Zalige Zot’ komen we bij de enige mogelijke reservespeler van dit elftal. Deze cover van Eels’ ‘Beautiful Freak’ valt aan de ene kant op door zijn herkenbaarheid, maar heeft aan de andere kant een clowneske uitstraling. Alsof deze nummer 8 voortdurend balanceert tussen de perfecte balbeheersing en ontspoorde frivoliteit.

Maar op het moment dat de cynische recensent dreigt door te breken staat daar weer een solide verdediging met spelers als ‘Lege Handen’ en ‘Hofstraat’. En al is ‘Hofstraat’ een beetje dromerig en vol nostalgische gevoelens, dan kunnen we altijd nog rekenen op sluitpost ‘Robbie en de aftocht (Slot).’

~

“Misschien moet je eerst gaan
Om iets naar huis te schrijven
Toch blijf je staan zou het kunnen dat je wacht
Op een reden om te blijven”


En als luisteraar heb je zeker een reden om te blijven. Je wilt dit elftal namelijk nog een ererondje zien doen door het stadion. Na de glorieuze overwinning die ze hebben behaald op het kritische recensententeam lopen ze nog uren lang rondje na rondje over het veld onder het uitzinnige gejuich van de toegestroomde fans. En het was nog lang onrustig in de stad…

Theater / Voorstelling

Liefde in tijden van oorlog

recensie: Gijsbrecht van Amstel

.

Stand by your man – of toch maar weggaan? Kies je in oorlogstijd voor een veilige vluchtplek met je kinderen, of blijf je tussen het kanonnengebulder bij je Grote Liefde? Voor die keuze staat Badeloch, de vrouw van Gijsbrecht van Amstel. Een hedendaags dilemma in een antiek stuk bij Het Toneel Speelt.

~

Liefde in tijden van oorlog: de bijkomende ellende is door de eeuwen heen hetzelfde. Vluchten en je geliefde achterlaten, zonder de zekerheid dat je hem of haar nog ooit levend terugziet: een onmogelijke keuze. De scène waarin dat dilemma speelt is in Gijsbrecht van Amstel bij Het Toneel Speelt dan ook de actueelste. Amsterdam is belegerd. Gijsbrecht, de strijdende heer van de stad, wil dat zijn vrouw Badeloch en hun kinderen in veiligheid worden gebracht. Maar Badeloch wil niet weg. Ze smeekt, ze dwingt, ze argumenteert, ze wordt kwaad. Ze kan echter niet op tegen haar man. Die buldert, tiert, commandeert. Het huis dreigt in vlammen op te gaan, zijn gezin moet weg. Goedschiks of kwaadschiks. De zeventiende-eeuwse machtsstrijd tussen man en vrouw is niet alleen geloofwaardig, maar zelfs actueel.

Amsterdam niet belegerd

Vooropgesteld: Amsterdam is nooit zwaar belegerd geweest door omliggende gemeenten. Het verhaal van Gijsbrecht van Amstel (1639) is dus niet waar gebeurd. Wel waar gebeurd is de moord op graaf Floris V in 1296, toen Gijsbrecht heer van Amstel was. De aanleiding daartoe en de nasleep ervan gebruikte Joost van den Vondel om een heldhaftig verhaal te maken over een belegering van Amsterdam. Het stuk begint daarmee, op 24 december, vlak voor Kerstmis. Winnen ze het of verliezen ze het, de heren van Amstel. Traditioneel opende de Amsterdamse Stadsschouwburg er het jaar mee. Het Toneel Speelt pakt die traditie nu weer op.

~

Gijsbrecht van Amstel heeft – wat je noemt – zijn PR tegen: titel en plot kennen we doorgaans vagelijk van school. Een stoffig stuk van de belerende Joost van den Vondel, op rijm geschreven in de Gouden Eeuw, een tijd waarin mannen in harnassen en vrouwen in corsetten liepen. In die tijd declameerden acteurs hun teksten alsof het zware gedichten waren. Brrr!

Zo pakt de Gijsbrecht van Het Toneel Speelt echter totaal niet uit. Eventjes, een paar minuten maar, moet je als toeschouwer wennen aan de oude teksten. Maar dan komt het ook goed, dankzij de aanpak van regisseur Jaap Spijkers. Hij blaast om te beginnen het stof van het stuk door zijn acteurs de tekst proevend, nadenkend te laten vertellen. De eeuw van Vondel begint te leven, de tijd van de fraaie Rembrandt en van de komische en cynische Shakespeare. Spijkers maakt er een stuk van over bevoorrechte mensen wier levens worden verwoest door de oorlog. Daarnaast gebruikt hij waar mogelijk de maffe types die Vondel opvoert om een komische draai aan het zwaarwichtige verhaal te geven.

Allerbeste acteurs

~

Mark Rietman behoort inmiddels tot de allerbeste Nederlandse acteurs. Als Gijsbrecht is hij superieur. Zelfs van zo’n antiek personage weet Rietman nog een hedendaagse held te maken. Carine Crutzen is volstrekt geloofwaardig als de even verliefde als koppige echtgenote. De glaszuivere Marisa van Eyle neemt in een prachtige, Rembrandt-achtige jurk de Reien voor haar rekening: de burger die vertelt wat er met de stad gebeurt. Haar heldere betogen helpen de toeschouwer de ingewikkelde plot te blijven volgen. Belangrijk in deze voorstelling is de fraaie vormgeving van Guus van Geffen, waarin een kantelende vloer centraal staat. Kijken we tegen de onderkant aan dan zien we het slagveld, of het klooster. De bovenkant vormt de zwart-wit geblokte vloer in het huis van Rembrandt en Badeloch. Door de kleuren waan je je in een schilderij van Vermeer.

De personages van Daan Schuurmans, als de broer van Gijsbrecht, en de toch erg komische Bart Klever als spion en geestelijke komen het slechtst uit de verf. Dit stuk vraagt om zuivere stemmen en een beheerste voordracht, maar beiden raffelen hun teksten af waardoor het onverstaanbaar wordt.

Al met al. Gijsbrecht is geen makkelijke voorstelling, maar wel een mooie, en een bijzondere.

Gijsbrecht van Amstel is tot en met 18 februari te zien in diverse Nederlandse theaters te zien. Kijk op www.hettoneelspeelt.nl voor de speellijst.