Tag Archief van: landscape

wij kijken netflix the overnight
Film / Films

Ontsporend slaapfeestje

recensie: The Overnight (dvd)
wij kijken netflix the overnight

Ongemakkelijke humor over vastgelopen relaties. The Overnight lijkt op het eerste gezicht op een platte sekskomedie, maar graaft verrassend diep.

Hoe maak je nieuwe vrienden terwijl de rest van de wereld al gesettled is? Alex en Emily verhuizen met hun zoontje naar Los Angeles. Daar proberen ze een nieuwe vriendenkring op te bouwen. Het bestaan is eenzaam, totdat ze in de speeltuin de flamboyante Curt tegenkomen. Zijn zoon lijkt goed op te kunnen schieten met de zoon van Alex en Emily en voor ze het weten wordt het echtpaar uitgenodigd voor een slaapfeestje bij Curt en zijn vrouw Charlotte.

De twee echtparen lijken het aanvankelijk heel goed met elkaar te kunnen vinden. Een nieuwe vriendschap gloort. Maar wanneer er wat drank en drugs op tafel komen, lopen de seksuele spanningen op. Curt blijkt er een nogal bizarre hobby op na te houden en Charlotte acteert in borstvoedingsdemonstratievideos, een scrabble-woord om te onthouden.

Tolerantiegrens

wij kijken netflix the overnight 2Alex en Emily reageren steeds verrast op de ontwikkelingen en stellen zich open-minded op, maar steeds verschuift hun tolerantiegrens. Een blote duik in het zwembad is even eng, even later volgt een bezoek aan een Thaise massagesalon en moeten ze weer even slikken.

Regisseur Alex Brice gebruikt ongemakkelijke humor en plaatsvervangende schaamte om een paar serieuze zaken over echtelijke trouw en vastgelopen relaties aan de orde te stellen. Steeds wanneer het slaapfeestje iets te beklemmend dreigt te worden, pakt hij uit met een bizarre ontsporing.

Kleffe griezel

The Overnight speelt zich grotendeels af gedurende een etmaal op een locatie. Veel druk ligt bij een dergelijk kamerspel op de schouders van de acteurs en die leveren hier uitstekend ensemblewerk. Vooral Jason Schwartzman speelt een geweldige rol als de kleffe griezel Curt.

Hoewel The Overnight toewerkt naar een paar zorgvuldig opgebouwde en ijzersterke grappen, verliest regisseur Brice nooit de karakterontwikkeling uit het oog. Zelfs de verleidelijk Charlotte is uiteindelijk een veel complexer persoon dan de oversekste Française waar we haar eerst voor hielden. Waarschuwing: om ongemakkelijke situaties te voorkomen, bekijk je deze uitstekende ‘dramady’ nooit tijdens een gezellige avond met vrienden. Voor je het weet trekt iemand zijn broek uit.

wij kijken netflix the overnight
Film / Films

Ontsporend slaapfeestje

recensie: The Overnight (dvd)
wij kijken netflix the overnight

Ongemakkelijke humor over vastgelopen relaties. The Overnight lijkt op het eerste gezicht op een platte sekskomedie, maar graaft verrassend diep.

Hoe maak je nieuwe vrienden terwijl de rest van de wereld al gesettled is? Alex en Emily verhuizen met hun zoontje naar Los Angeles. Daar proberen ze een nieuwe vriendenkring op te bouwen. Het bestaan is eenzaam, totdat ze in de speeltuin de flamboyante Curt tegenkomen. Zijn zoon lijkt goed op te kunnen schieten met de zoon van Alex en Emily en voor ze het weten wordt het echtpaar uitgenodigd voor een slaapfeestje bij Curt en zijn vrouw Charlotte.

De twee echtparen lijken het aanvankelijk heel goed met elkaar te kunnen vinden. Een nieuwe vriendschap gloort. Maar wanneer er wat drank en drugs op tafel komen, lopen de seksuele spanningen op. Curt blijkt er een nogal bizarre hobby op na te houden en Charlotte acteert in borstvoedingsdemonstratievideos, een scrabble-woord om te onthouden.

Tolerantiegrens

wij kijken netflix the overnight 2Alex en Emily reageren steeds verrast op de ontwikkelingen en stellen zich open-minded op, maar steeds verschuift hun tolerantiegrens. Een blote duik in het zwembad is even eng, even later volgt een bezoek aan een Thaise massagesalon en moeten ze weer even slikken.

Regisseur Alex Brice gebruikt ongemakkelijke humor en plaatsvervangende schaamte om een paar serieuze zaken over echtelijke trouw en vastgelopen relaties aan de orde te stellen. Steeds wanneer het slaapfeestje iets te beklemmend dreigt te worden, pakt hij uit met een bizarre ontsporing.

Kleffe griezel

The Overnight speelt zich grotendeels af gedurende een etmaal op een locatie. Veel druk ligt bij een dergelijk kamerspel op de schouders van de acteurs en die leveren hier uitstekend ensemblewerk. Vooral Jason Schwartzman speelt een geweldige rol als de kleffe griezel Curt.

Hoewel The Overnight toewerkt naar een paar zorgvuldig opgebouwde en ijzersterke grappen, verliest regisseur Brice nooit de karakterontwikkeling uit het oog. Zelfs de verleidelijk Charlotte is uiteindelijk een veel complexer persoon dan de oversekste Française waar we haar eerst voor hielden. Waarschuwing: om ongemakkelijke situaties te voorkomen, bekijk je deze uitstekende ‘dramady’ nooit tijdens een gezellige avond met vrienden. Voor je het weet trekt iemand zijn broek uit.

Muziek / Concert

Destine is down and out

recensie: Afscheidstour Destine, locatie Bibelot

Na een succesvol crowdfundingproject dat leidde tot de productie van het derde album Forevermore, besloot de Tilburgse band om in november dit jaar er helemaal mee te stoppen. Nog slechts drie shows stonden gepland als afscheidstour met het nieuwe album, waarvan het optreden in Bibelot (Dordrecht) er eentje was.

Een stilteperiode van bijna drie jaar had Destine nodig om inspiratie op te doen voor een nieuw album. Hierin weten ze hun interpretatie van punk weer te leveren met invloeden van Paramore, Jimmy Eat World, en Simple Plan, maar dan met een betere structuur in de liedjes dan op het tweede album. De band leek weer terug van weggeweest met meer energie dan tevoren. Toch kondigden ze eind juli vanuit het niets aan te gaan stoppen. De reden daarvoor wordt niet eens duidelijk gegeven. Het enige wat ze erover zeggen is dat het “nu het juiste moment voelt om ons verhaal te eindigen”, in een lang bericht op de Facebookpagina van de band.

Verschillende tekenen wijzen op een stervende band: de bandleden verkopen de merchandise voor spotprijzen. Zelfs spullen uit de beginperiode van de band komen weer tevoorschijn voor een laatste verkoop. Het merendeel van het publiek is vrouw, en de gemiddelde leeftijd ligt net onder de twintig. Daarnaast is het kleine podium in Bibelot, de Power Stage, lang niet uitverkocht (in tegenstelling tot Hedon, Zwolle). Waar is het misgegaan?

Niet bijzonder, wel leuk, klungelig voorprogramma

Heel toepasselijk wordt Destine in het voorprogramma bijgestaan door Call It Off, eveneens een punkbandje dat klinkt als een mix van Green Day en Blink182, maar dan jonger en minder strak. Het zijn een stel losgeslagen halve garen; de jongens draaien helemaal door op het podium, letterlijk. De jonkies stuiteren over het podium alsof ze beschikken over een onuitputtelijke energiebron, wat de tweestemmigheid er niet zuiverder op maakt. De uitvoering is superklungelig, waardoor we ons kunnen afvragen hoe vaak (of hoe weinig, beter gezegd) ze eigenlijk op een soortgelijk podium gestaan hebben. Draden raken verwikkeld om instrumenten heen, de microfoons blijven nog maar net staan en draaien een andere kant op, snoeren vliegen uit de instrumenten… Daarnaast lijken ze ook maar één volumestand te hebben: keihard. En dat terwijl de microfoonsterkte varieert door steeds te wisselen van de beschikbare microfoons op het podium.

Als de leadgitarist aangeeft geen inspiratie te hebben voor een solo, komt hij met het idee om te gaan crowdsurfen — een enorm gewaagde actie met zo weinig publiek voor het podium. Het gaat dan ook maar nét goed. De zanger lijkt hierdoor wat jaloers en probeert het een lied later ook. Hij faalt echter en valt bijna direct op de grond, tot groot vermaak van het publiek. Dit soort uitstraling en persoonlijkheden mogen we wel vaker zien in voorporgamma’s. Het publiek gaat er echt van leven, alleen zullen deze rookies nog erg moeten werken aan hun techniek.

Gemiste potentie

Gelukkig verschijnt er nog meer publiek voordat Destine begint aan hun set. Ze weten precies waar de mensen voor gekomen zijn. Met een soort ‘best of Destine’-optreden passeren alle bekende liedjes de revue, zoals ‘Stars’, ‘Down’, ‘Thousand Miles’, ‘Burn’, en liedjes van het nieuwe album, waaronder ‘Anywhere You Wanna Go’, ‘More’, en ‘Forevermore’. Ze spelen een show waar ze zelf helemaal achter staan. De band is allesbehalve dood in dit opzicht en is prima op elkaar ingespeeld. Zelfs als er gaten vallen tussen de nummers, weten de bandleden het met een beetje humor op te vullen. Als blijkt dat er een Noor en een Let aanwezig zijn in het publiek, praten ze ineens over een internationaal optreden. Ook de anekdotes over het schrijven van de liedjes ontbreken niet. Zo vond zanger Robin van Loenen het heel erg tof toen zijn buurvrouw en tantes zeiden dat ze het gaaf vonden dat hij in een bandje ging spelen.

Tom Vorstius KruijffToch zit de show vol met minder toffe momenten. Nog vrij aan het begin van de set gaat er iets mis met de gitaar van Robin. Hij staat er wat verloren bij met zijn hand op zijn rug. Ook laat hij het publiek bij zo’n beetje elk lied klappen, wat op een gegeven moment echt gaat vervelen. Bij ‘Down’ hoort Robin dat zijn gitaar begint te ontstemmen, en door aan de knoppen te draaien wordt dit zelfs nog iets erger. De bandleden proberen zich te gedragen als echte popidolen terwijl sommige meiden uit volle borst meezingen, maar missen net dat beetje charisma. Dat maakt voor sommigen niets uit; naast me barst een fan in tranen uit.

De show is één groot voorbeeld van een band met gemiste potentie, een band dat het simpelweg niet heeft gehaald in de muziekwereld. De muziek mist net dat extra randje van finetuning en de band lijkt dat zelfs met onderliggende toon te erkennen. Voor ze beginnen aan de afsluiter ‘Down and Out’ maakt bassist Tom Vorstius Kruijff nog even een sarcastische opmerking: “Wie wil er nog merch van een dooie band? We raken het aan de straatstenen niet kwijt,” wat overigens helemaal niet waar is. Een groot deel van de spullen vloog gisteren over de toonbank in Zwolle. Hij doet er echter nog een schepje bovenop: “We geven de shirts haast voor niets weg. Binnenkort zie je gewoon Syriërs in onze shirts lopen.” Een opmerking die door de humoristische toon nog net door de beugel kan.

De herinneringen aan de geweldige shows die Destine heeft gegeven, zullen de bandleden altijd blijven koesteren. In het voorprogramma staan van onder andere Fall Out Boy, Sum 41, en All Time Low, plus zelf op Pinkpop en Lowlands spelen en een uitverkochte tour… dat zijn geen kleine prestaties. Maar Destine is door de jaren heen niet ouder geworden en heeft zich muzikaal niet verder ontwikkeld. Over een paar jaar zal hun muziek alleen nog klinken in een vergeten hoekje van de achterhoofden van midden-twintigers en die-hardfans.

Muziek / Album

Luisterboek

recensie: Marco Martens - Ieder Huis Is Uit Vertrekken Gebouwd

Marco Martens (1982) mag inmiddels best een nederhopveteraan genoemd worden. Hij maakte deel uit van Macronizm en De Nuance, die garant stonden voor intelligente, sterke nederhop. Nu brengt hij zijn eerste soloplaat uit: Ieder Huis Is Uit Vertrekken Gebouwd.

Martens vertelde ondergetekende eens dat hij niet de rest van zijn leven wilde blijven rappen. Op Ieder Huis Is Uit Vertrekken Gebouwd rapt hij nog wel, maar minstens zo vaak zingt hij of doet hij aan spoken word. Muzikaal ligt de plaat ook een eindje van hiphop af: veel gitaren, hoofdzakelijk akoestisch, maar soms elektrisch en met een fijne laag distortion voor een mooie muzikale uitloop. De muziek heeft meer te maken met roots en folk dan met beats, al komt Martens in de buurt van Amerikaanse artiesten als Sage Francis en Cecil Otter, die hiphop met americana kruisen. Martens’ album komt opvallend genoeg ook uit op Bastaard Platen, dat niet bekend staat als een hiphoplabel, maar wel een neusje heeft voor rootsmuziek met Nederlandstalige teksten.

Plattelandsjongen

Maar hoe interessant de muziek vaak ook is, Ieder Huis Is Uit Vertrekken Gebouwd draait vooral om het verhaal, waarover straks meer. Het album klinkt vaak als een luisterboek met een fraaie soundtrack. Daarin schuilt ook een minpunt van de plaat: niet zelden wordt een nummer nooit echt een liedje, maar blijft het eerder een soort poëzievoordracht op muziek. Daar is op zich niets mis mee, maar ‘echte liedjes’ als ‘Madam Jeannette’ en ‘Tien Tellen’ zijn toch overtuigender omdat ze nu eenmaal wat ‘makkelijker’ klinken en zo beter je aandacht vasthouden.

Maar zoals gezegd: het verhaal steelt de show. De verteller groeide op in een dorp, verhuisde naar de stad, is muzikant (hij heeft wel wat weg van Martens zelf), en komt op een dag Harm tegen. Eerstgenoemde beschrijft de laatste als iemand naast wie hij toevallig in de klas zat, een jeugdvriend — misschien zelfs zijn beste vriend. Harm heeft een glazenwassersbedrijf en houdt van auto’s, happy hardcore, Kane, en ‘gewoon wat er op de radio is’. Hij wordt enigszins neergezet als een plattelandsjongen die weinig op heeft met ‘hoge’ cultuur; het zit net niet tegen stereotypering aan. Maar tegelijkertijd is hij een geloofwaardig, herkenbaar personage.

Rusteloosheid

Het sterke is echter dat de verteller ook niet gespaard wordt. Harm zet de zaken bijvoorbeeld onbedoeld in perspectief als hij vraagt waarom de ‘ik’ nog nooit een hit heeft gehad als hij al zo lang met muziek bezig is. Maar Harm heeft ook wat de ‘ik’ niet heeft gevonden: berusting. Laatstgenoemde komt in afsluiter ‘Madam Jeanette’ weliswaar tot de conclusie dat hij uit z’n comfort zone komt, maar ook ‘voor vertrekken continu [is] bestemd’. Ook hij heeft wat stereotype-achtige trekjes: die van de rusteloze kunstenaar. Dat zorgt voor balans; er wordt niet alleen voorzichtig de draak gestoken met Harm, maar hij is tegelijkertijd op zijn eigen manier benijdenswaardig.

De relatie tussen de verteller en Harm blijft fascineren; ze spiegelen elkaar tot op zekere hoogte, en hebben beide hun goede en mindere kanten. Er valt veel te ontdekken in Ieder Huis Is Uit Vertrekken Gebouwd, eigenlijk zoals een goed boek ook steeds iets nieuws lijkt te bevatten bij herlezing. Martens heeft met recht een luisterboek gemaakt, in de beste zin van het woord.

 

Boeken / Fictie

De man die zijn vader was

recensie: Botho Strauss - Herkomst

Het ouderlijk huis van Botho Strauss (1944) wordt leeggehaald. Zijn moeder wordt in een verpleeghuis gestopt, zijn vader is allang overleden. In Herkomst graaft de Duitse schrijver naar herinneringen aan zijn vader, maar had hij wel iets dieper mogen wroeten.

‘Ik ben geboren onder één lachend en één levenloos, kapotgeschoten oog. Hoe zouden symmetrie en evenwicht mij ooit te hulp kunnen komen?’ Botho Strauss zoekt het antwoord voor zijn wankele ik bij de verwonding die zijn vader in de Eerste Wereldoorlog oploopt en hem zijn linkeroog kost. Ook in de relatie tot zijn vader staat de schrijver wankel. Affectie, afgunst en schaamte wisselen elkaar in hoog tempo af. Zo geneert de jonge Botho zich kapot wanneer hij met vrienden lopend over straat, zijn vader toevallig tegenkomt. Hij durft hem niet te groeten. ‘Ik wilde een gewonere vader hebben, ik wilde dat hij niet opviel, niet deftig was, maar een doorsneemens van deze tijd.’

Een gerechtvaardigde vraag

De man die zijn vader was, lijkt zich steeds meer in de ouder wordende Strauss te manifesteren. Dit moet de schrijver geconstateerd hebben toen hij aan zijn verhaal begon. De strengheid waarmee hij anderen beziet, sommige van zijn opvattingen; alle opvattingen die Strauss eerder als hopeloos verouderd beschouwde, vindt hij nu in zichzelf. De schrijver als de conservatief zoals hij vaak wordt getypeerd.

Toch had Strauss wat dieper mogen wroeten, morrelen en ploeteren. Soms lijkt hij op het punt te staan te ontvlammen, maar deze vlammetjes worden vakkundig gedoofd. Hij beschrijft tientallen herinneringen die een beeld scheppen van een man uit vroeger tijden, iemand die gemakkelijk voor te stellen is. Maar bij een beschrijving blijft het dan ook. Grote thema’s als liefde, schaamte en schuld worden niet uitgediept, de analyse blijft beperkt waardoor de gerechtvaardigde vraag opkomt: wat zit er voor de lezer van dit relaas in?

Erkenning

Strauss haat zijn vader en heeft hem lief. Liefde voelt Botho wanneer de ‘eenling van het oude slag’ hem iets uitlegt. Haat voelt hij wanneer hij klein gehouden wordt. De drang naar erkenning is enorm. De man die niet in hem geloofde, die dacht tot het einde van zijn dagen voor zijn zoon te moeten zorgen, als een nooit opgroeiende puppy, laat hem geen andere keus dan de pen op te nemen:

Ik zag hem elke dag schrijven en soms heb ik het gevoel dat hij me dwong die gebogen houding over te nemen en hem in mij te bewaren door hem te imiteren. Dat had niets te maken met een besluit of met vrije wil.

Weemoedige herinneringen

Meer dan een zoektocht naar de vader is Herkomst een ode aan de herinnering. En op dit punt is het waar de schrijver balanceert op de scheidslijn tussen liefdevolle beschrijvingen en sentimentaliteit. Uithalen als: ‘Wie zou nu de bewaker zijn van de ongeplukte bomen, de overvloedige rijpe vruchten’, doen wel heel zijig aan. Bijkomend punt is de snelheid waarmee deze herinneringen voorbijflitsen. Door het ontbreken van details blijft het bij een kortstondige blik op een foto van een onbekend persoon. Alsof je met een oude, weemoedige man door het plakboek van zijn jeugd bladert. Het is aan het schrijfvermogen van Strauss te danken dat de balans niet naar de verkeerde kant doorslaat.

Film / Serie

Absurde Britse dorpssoap

recensie: The Casual Vacancy

Nadat J.K. Rowling de Harry Potter-reeks had afgerond, richtte ze zich op romans voor volwassenen. The Casual Vacancy is haar eerste post-Potter boek waar de BBC en HBO nu een driedelige miniserie van hebben gemaakt.

Het verhaal speelt zich af in Pagford, een iets te idyllisch dorpje in de Cotswolds. Het ansichtkaartenuiterlijk is maar schijn, want het kleine Pagford kent grootstedelijke problemen. De werklozen en drugsgebruikers zijn uit het zicht weggestopt in een getto aan de rand van het dorp.

Wellnessresort

Wanneer een investeerder zijn oog heeft laten vallen op het gemeenschapscentrum raakt de dorpsraad verdeeld. De helft wil het dorpshuis verkopen zodat er een luxe wellnessresort kan komen. De onderklasse moet dan maar met de bus naar de dichtstbijzijnde stad om daar de methadon en voedselpakketen te halen. Daar knapt het straatbeeld in het oude centrum ook weer van op.

De andere helft ziet de plannen als een vorm van apartheid en wil de sociale voorzieningen juist behouden. De kwestie komt op scherp te staan wanneer Barry Fairbrother, de liberale voorvechter in de raad, onverwacht overlijdt en beide kampen de vrijgekomen zetel proberen te vullen.

Bovennatuurlijk

De serie schetst een ietwat karikaturale wereld, waarin conservatief, de tabloid-lezers, en links, de Guardian-lezers, recht tegenover elkaar staan. De bewoners van de achterstandswijk lijken weg te zijn gelopen uit een moderne bewerking van Dickens. Toch weten de makers dit overdreven contrast nergens echt geestig uit te spelen, The Casual Vacancy is geen satire als Little Britain.

De hand van Rowling is te herkennen in het bovennatuurlijke element. Vanuit het hiernamaals post de overleden Fairbrother onthullingen op internet die de verkiezing van de dorpsraadzetel beïnvloeden.

Toch blijft The Casual Vacancy een beetje vis noch vlees. Er gebeurt te weinig om de serie spannend te houden. Als sociale satire is de miniserie weer veel te subtiel. Wat overblijft is een ietwat absurde Britse dorpssoap, aangenaam kijkvoer voor verstokte anglofielen, maar voor de verwende seriekijker net wat onder de maat.

Kamelot@013, Tilburg, 16-10-2015
Muziek / Concert

Ultieme test voor nieuwe zaal 013

recensie: Interview met metalen meesters Kamelot in 013, Tilburg
Kamelot@013, Tilburg, 16-10-2015

Na Gregory Porter, Rowwen Hèze en de Stereophonics, was het nu de beurt aan het zware werk, de metalmuziek van Kamelot, om de nieuwe zaal te testen voordat deze definitief in gebruik wordt genomen op 13 november. 8Weekly was er bij en interviewde niemand minder dan toetsenist Oliver Palotai over de nieuwe richting die Kamelot is ingeslagen.

In de vernieuwde, grote zaal van 013 is er nu meer ruimte voor het podium, waardoor er zo’n duizend man meer in kan dan voorheen. De karakteristieke trapstructuur is gelukkig behouden. Door de extra ruimte is ook de foyer groter geworden en zijn er twee lange barren aan de zijkanten van de zaal geïnstalleerd. De nieuwe zaal is minstens net zo fijn als dat het al was.

Op het podium is er nu ook extra ruimte, waardoor artiesten beter gebruik kunnen maken van attributen. Maar niet voor Kamelot. Zelfs het gebruik van kleine elementen of attributen op het podium is ingewikkeld en kost veel geld. Je zou er bijvoorbeeld een nieuwe truck voor nodig hebben om het te vervoeren en daar heeft Kamelot simpelweg het geld niet voor, legt Oliver uit. Gelukkig is er veel support van metalmuziekfans, waardoor ze veel inkomsten halen uit de verkoop van hun producten om zo de tour in de plus af te sluiten. Nederland heeft volgens Oliver waarschijnlijk de beste podia van de wereld:

“The standard here is really high compared to the rest of the world. Even the small stages are really well equipped. That is so cool, also for young bands. We basically have the same list of good and less good countries. The venues in Holland are usually on first or second place.”

Goede samenwerking en communicatie backstage

Backstage hangt er in ieder geval een ontspannen sfeer en iedereen lijkt er zin in te hebben. “I don’t have tension. I’m not the person for that,” vindt Oliver, terwijl de zanger van Gus G haastig de gangen doorloopt op zoek naar eten. De samenwerking en de communicatie tussen de bands verlopen erg goed.

“Both support acts are really nice guys, it’s a very relaxed tour, which is not always the case. Sometimes, especially young support bands, have really big egos. We make it very clear what their position is. That is necessary because if else, the show doesn’t run well. Everybody has to know his place, we do that too when we support. When we were supporting Nightwish we were definitely not number one, but some support bands just don’t understand that.”

Maar niet alleen de artiesten houden rekening met hun positie, het publiek laat ook zeker wel blijken dat er onderscheid is tussen de support acts en het hoofdprogramma. Zij lijken toch echt alleen voor Kamelot te zijn gekomen.

Kobra and the Lotus brengen hun optreden een beetje overdreven theatraal. Door de grote mate van vibrato is de zangeres nog nauwelijks te verstaan. De concertgangers blijven dan ook stijf staan; ze kijken en huiveren, niet zo goed wetende wat ze hiervan moeten vinden.

De band van gitarist Gus G – onder andere bekend van Ozzy Osbourne en Firewind, nu op solotour met eigen band – haalt het publiek gelukkig uit de stijve toestand tijdens hun set. Pas halverwege wordt het publiek echt warm door de power van de band. Ze plaatsen ook wel een heel mooi en gelikt sologedeelte halverwege de set voor de muzikanten. Vingervlugge passages van zestiende triolen en dreigende tromslagen vullen de zaal. Zelfs de zanger lijkt er steeds meer zin in te hebben en zoekt meer en meer interactie met het publiek door ze mee te laten schreeuwen. Wanneer blijkt dat de band nog paar minuten over heeft voor ze plaats moeten maken voor de hoofdact, spelen ze nog even Ozzy’s ‘Crazy Train’ als toegift; het dak gaat er af. Bijna letterlijk, want aan de druppels te voelen is het dak toch nog niet helemaal waterproof.

Hervonden energie

Het laatste album Haven, wat eerder dit jaar werd uitgebracht, is met lovende recensies ontvangen. De band lijkt zich in een stijgende lijn te bevinden na het tegenvallende album Poetry for the Poisoned uit 2010. Volgens Oliver doet de nieuwe zanger Tommy Karevik veel goeds met de band.Tommy Karevik

“The thing is, before Roy (de vorige vocalist) left, I had the feeling that the pool of energy was being drained. The last album before he left, Poetry of the Poisoned, was in my opinion one of the weakest. When Tommy came in, he brought a lot of new energy and motivation with him, and he’s a very easy guy to work with. That experience was good for me.”

En dat geldt niet alleen voor Oliver, maar de hele band bloeide er weer van op. Het was de start voor een nieuwe fase van Kamelot, waarin ze succesvoller zijn dan ooit. In tegenstelling tot veel andere artiesten, leeft Kamelot niet van hun oude hits. Sterker nog, de laatste twee albums hebben zelfs meer aandacht gekregen dan alle voorgaande, wat voor de band nogal een verrassing is. Voor Oliver was dat bij zijn vorige bands niet het geval.

“I played guitars for eight years with Doro. All the fans wanted was the old stuff from the 80s and the new stuff was so quickly forgotten… That’s an example of a band that didn’t really make it. She is still successful though, but that’s one of the reasons I couldn’t stay.”

Kamelot heeft de overstap wel kunnen maken, zonder daarbij haar unieke positie in het metalgenre te verliezen: “It has a certain thing that is unique and that’s great, because I don’t wanna sound like any other band. That’s what I always tell young bands, saying that the things they have to work on, you’ve gotta find your uniqueness,” vertelt Oliver, hoewel hij zich er bewust van is dat het publiek natuurlijk het meest bepalend is voor het ontvangen van de concerten. Het is dan ook moeilijk te bepalen waar nu precies de kracht van Kamelot ligt; de bandleden missen een compleet overzicht gezien ze de shows alleen van binnenuit kunnen beoordelen.

Uitingen van filosofieën

Tegenwoordig gaan de ideeën van de band richting het science-fictionthema. Oliver legt het idee achter Haven uit. Hoewel het op eerste gezicht veel weg heeft van een conceptalbum, is dat niet zo. De verhaallijnen van de liedjes hebben wel een connectie met elkaar.

Thomas Youngblood“We are talking a lot during the night when we drive, about philosophies and current events. In Silverthorn there really was a story, this time it’s really about mankind at the moment: bio-technology, virtual reality, artificial intelligence, all these things are playing a role in there. That is definitely an open book right now, in which direction we are drifting. That’s why the album sounds a bit open; we just have to see in which direction we eventually go.”

Een van die richtingen is meer de kant op van liedjes met een zogenaamde hook, zoals bij ‘Fallen Star’ en ‘Insomnia’ het geval is; krachtige melodische lijnen en teksten die veel herhaald worden en blijven hangen. Deze liedjes zijn volgens Oliver toegankelijker voor de hele wereld, niet slechts de symfonische metalwereld. Deze worden dan afgewisseld met liedjes waarin meer geëxperimenteerd wordt, die meer cinematografisch klinken en minder makkelijk te grijpen zijn zoals ‘Here’s to the Fall’. Uiteindelijk is het een groot en lang werk, wat vooral in de details gaat zitten. Het is één groot proces, je blijft er als het ware aan sleutelen.

Epische uitvoering

Voor de aanvang van het concert, galmde backstage door de gang dat dit optreden een soort try-out is voor de dvd die ze volgend jaar willen gaan opnemen. Dat kan haast niet anders een spectaculaire show worden met veel vuureffecten (zoals blijkt uit de setlist). Toch maakt Kamelot de verwachtingen vanavond niet helemaal waar. Er worden vooral veel oudere liedjes gespeeld; slechts vijf van de dertien nieuwe liedjes op het album, en dat van de totale negentien liedjes op de setlist. Een aantal killers van het album ontbreken geheel. Tijdens het interview vertelt Oliver dat een live-performance altijd anders uitpakt dan in de studio;

“The funny thing is that sometimes songs that are killers on the album, don’t work live. An example is ‘Fallen Star’, we thought this would be the song to open the show because it is has great rhythm, melodic lines, hymne style… It’s a powerhouse. We played it about 10-15 times, but it never took off well and there’s almost too much. The orchestration is very dense, and live it is very difficult to mix it, so that’s reason why it’s no longer on the setlist.”

Desalniettemin gaan de vuisten en de corna (ook wel bokkegroet of duivelshoorns) aan het eind van elk nummer in grote getalen de lucht in. Er zijn vele spontane acties van het publiek tijdens de show, waaronder veel geklap en geschreeuw. Bassist Sean TibbettsBij ‘Forever’ neemt het publiek de band zelfs op voortouw als Tommy (te) lang wacht met het inzetten van de zang. Daarnaast wordt er met de hele zaal ‘Happy Birthday’ gezongen, want drummer Casey Grillo is vandaag jarig.

Visueel is het spel van de band een lust voor het oog. De bandleden gaan helemaal op in de show, waarbij het podium compleet benut wordt en de draaiende haren bij het headbangen als extra verbeeldend effect dienen. De energie straalt van het optreden af. Bassist Sean Tibbetts bespeelt zijn bas zelfs bij een paar nummers als een cello. En zoals gebruikelijk is voor de optredens van Kamelot, ontbreekt ook een gastartiest niet. Elize Ryd van Amaranthe verzorgt additionele vocals. Er werden echter wel meerdere gastartiesten verwacht door de grote collaboratie op het album.

Het zal voor Kamelot, gezien de Nederlandse metalcommunity, altijd fijn zijn om terug te keren naar Nederland.

“In some Eastern European countries metal music is still underground, but for us it’s nice to play for more people. That’s important, a concert is always giving and taking. If the audience is great, we feel great afterwards. But if that’s not the case and we really have to work for a concert, we’re dead after the concert. “

Het had zeker niet misstaan als de bandleden na het afwerken van de setlist inclusief drie encores nog wel een paar uur door zouden spelen. De energie en het enthousiasme straalde van het optreden af tijdens de laatste show van hun tour. Kamelot voelt zich duidelijk thuis op Nederlandse bodem.

Kunst / Expo binnenland

Rijk en indrukwekkend

recensie: Spiegeloog. Het zelfportret in de Nederlandse kunst 1900-2015

‘Je ziet wat hij ziet, maar je ziet vooral wat hij voelt, wat dat met hem doet, hoe dat bij hem aankomt’, zei schilder Chris Berens ooit over de zelfportretten van Vincent van Gogh. Een uitlating die je bij de tentoonstelling in Museum Arnhem vergezelt.

Niet dat er ‘een Van Gogh’ hangt, want de aandacht is gericht op de 20e en 21e eeuw. Maar het is een goed uitgangspunt. Zeker als je ‘hij’ regelmatig vervangt door ‘zij’. Want kunst door vrouwen is óók een aandachtsveld van het museum. Net als de bekenden uit de collectie die je terugziet: Jan Mankes, Dick Ket. Maar ook, en dat is een eyeopener, uit de kring om hen heen. Zoals werk van Mien Cambier van Nooten (1881-1972) en Johan Mekkink (1904-1991).

Je vindt ze terug in de eerste zaal, die zoals alle zalen van de expositie een eigen accent legt. Hierdoor verschuift eigenlijk ook de inhoud van de uitlating van Chris Berens telkens mee. Dit bij elkaar, de keuze van de werken, de achtergrond die eraan wordt gegeven en de diepte die daardoor meekomt, maakt de tentoonstelling bijzonder rijk en indrukwekkend.

Gerrit van 't Net, IK, ca. 1932, olieverf op paneel. Collectie Museum Arnhem

Gerrit van ’t Net, IK, ca. 1932, olieverf op paneel. Collectie Museum Arnhem

Figuratie en abstractie

Naast werk van Cambier van Nooten is er ook ander werk, zoals foto’s, van vrouwelijke kunstenaars. Daaronder zelfportretten van Eva Besnyö en Rineke Dijkstra. Uit deze portretten spreekt – om bij Berens aan te haken – duidelijk wat zij voelden, wat dat met hen deed en hoe dat aankwam.
In het vervolg valt ook bekend werk, van Mondriaan, Van Doesburg en Paul Citroen, naast onbekende maar indrukwekkende kunst te bewonderen, zoals het filosofisch aandoende beeld ± (plusminus) van Antoine Berghs (1997).

Hoofd en lichaam verbonden

Verder lopend kom je Citroen weer tegen, zoals ook met andere kunstenaars gebeurt. Zo wordt ook hierdoor een ontwikkeling getoond en worden de kunstenaars niet in een hokje gestopt, maar vergeleken met internationale ontwikkelingen.
In de zaal met surrealistisch werk wordt een zelfportret getoond van Gerrit van ’t Net. Hierop zijn hoofd en lichaam verbonden door middel van een porseleinen flesje, hetgeen herinneringen oproept aan het werk van Frida Kahlo. Zoals Hendrik Valk doet denken aan Magritte.

Marinus Boezem, The Absence of the Artist, 1970-1995. Courtesy Upstream Gallery Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij

Marinus Boezem, The Absence of the Artist, 1970-1995. Courtesy Upstream Gallery Amsterdam. Foto: Gert Jan van Rooij

Het zelfportret, de maatschappij en concepten

Verschillende zelfportretten richten de blik naar binnen. Mooi in dit verband zijn een krachtig zelfportret van de sterke Gisèle d’Ailly-van Waterschoot van der Gracht dat zij pal na de Tweede Wereldoorlog maakte, en een indrukwekkende video van Mathilde Heijne van een vrouw die zichzelf in brand steekt.
De identiteit (sekse, culturele achtergrond en dergelijke) komt in de loop van de tijd in het zelfportret steeds meer onder druk te staan. Afwezigheid van een persoon speelt een rol in een installatie van Marinus Boezem: een lege stoel, een paar lakschoenen en een borduurraam. Ook wordt in dezelfde zaal een sterke, en bekende video getoond: Piëta van Erzsébet Baerveldt.

Ik als de ander

Tenslotte toont de tentoonstelling werk waarin het ik een andere identiteit aanneemt, van clown tot acteur. Mooi zijn de installaties – of eerder egodocumenten?, zoals Sandra Kisters zich in de fraaie begeleidende publicatie bij de tentoonstelling afvraagt – van Caspar Berger en Maria Roosen die glas met wol verbindt.
Aan het eind wordt aangeknoopt bij de figuratieve kunst waarmee de tentoonstelling opent, door de nieuwe figuratieve kunst van Alphons Freymuth. De cirkel is rond.

 

Begeleidende publicatie: Spiegeloog (Uitgeverij Waanders) € 19,95

Muziek / Album

Via eigen problemen naar maatschappijkritiek

recensie: Fresku - Nooit Meer Terug

Fresku maakte eerder al een sterk (en gelijknamig) debuutalbum in 2010, waarmee hij zichzelf op de kaart zette bij hiphopliefhebbers. Daarna volgde Maskerade (2012), dat wat wisselvallig was, maar uiteindelijk ook gewoon overtuigde. Nu is plaat nummer drie gearriveerd, die Fresku’s status consolideert.

Aan Nooit Meer Terug ging een aantal singles vooraf. De eerste, ‘Ik Wil’, viel niet erg op; het was een nummer over Fresku’s twijfels en onzekerheden, eigenlijk zoals hij er al veel meer had gemaakt. ‘Kreeft’ was een gewoonweg fijn nummer waarop Fresku zijn humoristische kant weer liet zien. Maar met de derde single was het écht raak: ‘Zo Doe Je Dat’ zorgde voor opschudding. Het nummer was een aanklacht aan het adres van radiostations, en dan vooral aan 3FM, omdat er te weinig hiphop op de radio zou komen.

‘Zo Doe Je Dat’ is een soort korte hiphopopera geworden. Producer Teemong kruipt in zijn briljante couplet in de huid van een radioprogrammeur: ‘Het heeft niks te maken met huidskleur / We weten wat ons publiek het liefst luistert / Doe je rapjes met een melodietje / Gebruik geen slang, dat klinkt te negroïde’. Verderop zingt Fresku een Engelstalig refreintje met een warrige tekst, eigenlijk zoals je ze zoveel op de radio hoort: een geslaagde pastiche op de vage, nietszeggende teksten van veel rockbands en singer-songwriters.

Angstcultuur

Fresku heeft, net zoals op zijn vorige platen, weer veel te vertellen. Soms valt hij wat in de herhaling of is hij wat moralistisch met teksten over de losse seksuele moraal van velen. Daar staat het ijzersterke slotnummer ‘Angst’ tegenover, waarin de hedendaagse angstcultuur en de behandeling van islamieten behandeld wordt. Ook de media krijgen ervan langs: ‘Waar is het nieuws als moslims levens redden / Of als neonazi’s moskeeën tergen?’ Maar hij betrekt zijn eigen situatie er ook bij (hij is immers zelf ook moslim en niet-blank): ‘Is dit nou veiligheid? Ik voel me minder safe / Want jouw beveiliger mishandelt en fouilleert me steeds / En niet op basis van m’n daden, maar m’n kenmerken’.

Producer Teemong leverde al eerder uitstekende beats voor Fresku, maar zet zichzelf met Nooit Meer Terug echt op de kaart. Hij heeft alles geproduceerd, en laat een fraai geluid horen. Veel nummers hebben een snufje jaren tachtig-pop meegekregen (die beat van ‘Trots’!), of een flinke scheut van de atmosferische r&b van bijvoorbeeld Drake. De nadruk op synthesizers zorgt ervoor dat album als geheel ook een duidelijk geluid heeft, in tegenstelling tot Maskerade, dat soms alle kanten op schoot.

Maatschappijkritiek

Eerlijk is eerlijk, net als Maskerade is Nooit Meer Terug weer tien tot vijftien minuten te lang en hadden er makkelijk wat nummers weggelaten kunnen worden. Het eerste deel van de plaat is gewoon heel sterk, en ook ‘Ik Wil’ komt op het album echt tot bloei. Daarna gaat het tempo wat omlaag en zijn de nummers wat minder overtuigend, op het fantastische ‘Alzheimer’ na. Daarin ontmoeten de serieuze en melige kant van Fresku elkaar; de tekst heeft afgezaagde passages in het Duits, flauwe grappen, en een pijlsnelle verse over ‘rappers zien nog steeds m’n penis als ze mediteren’, maar het gaat eigenlijk over de angst om vergeten te worden. Die extra laag komt hard aan.

Fresku’s onzekerheden zijn ook deze keer weer een belangrijk thema. Maar de grootste kracht van Nooit Meer Terug is uiteindelijk dat hij om zich heen kijkt en hij niet in zijn eigen problemen blijft steken, maar die vaak aangrijpt voor scherpe maatschappijkritiek. Dat maakt het eenvoudig om die paar mindere momenten en te lange speelduur door de vingers te zien.

 

 

Song Dong
Expo binnenland

Verstilde ervaringen die ontroeren

recensie: Song Dong – Life is art, art is life in het Groninger Museum
Song Dong

Leven is kunst, kunst is leven, is de toepasselijke titel van een overzichtstentoonstelling van een oeuvre dat de Chinese gangbare politieke statement-kunst naast zich neerlegt. Song Dong heeft een eigen, oprechte en menselijke stem.

Song Dong

Original Fake, Cream Grass
© Song Dong courtesy of Pace Beijing

‘Je mag hier met water tekenen’, fluistert een meisje tegen haar vriend. Interactieve kunst”, lacht ze ongemakkelijk. De kunstwerken van de Chinees staan symbool voor iets – hij vangt ervaringen. Zijn wereld is rustig en helder en elk kunstwerk lijkt een residu van een beweging.

In de eerste grote zaal aan de rechterhand komt de bezoeker het concept van The Waterdiary tegen; de zelf uitgevonden praktische uitvoering van een misschien wel Westerse behoefte in combinatie met een Oosterse leer van vluchtigheid- de Tao. Zijn emoties en gevoelens besloot de kunstenaar op een blok steen in water te kalligraferen. Zo raakte hij ze kwijt, zonder dat hij iets vastlegde. Het is een zeer prettige ervaring, zo zegt hij in een van de zaalteksten. Een paar zalen verder heeft hij dan ook een verrassing: de bezoeker mag het zelf ook doen.

Water roerbakken

Nadat de bezoeker de grote openingstekst gelezen heeft komt hij in een klein zaaltje terecht waar aan de muren video’s hangen. Het zijn voorbeelden van geëvolueerde  ‘Apartment art’, zo leert de zaaltekst – kunst die eerst alleen voor vrienden en familie werd gemaakt.
Alle video’s laten handelingen zien waarbij alleen de video overblijft- een vaak voorkomend gegeven in de Westerse videokunst. Bijvoorbeeld de film Frying Water. Het water verdampt, op hoog vuur, er wordt rustig in geroerd. In de video’s waarin zijn vader een rol speelt wordt al duidelijk waar Song Dong eigenlijk groot in is: zijn voornaamste thematiek is hoe iedereen familiebanden en persoonlijke ervaringen beleeft. Daarbij zet hij zijn kunst in om familieproblemen op te lossen.

Song Dong

Waste Not, 2005
Courtesy Song Dong en Tokyo Gallery en BTAP

Nuttige bewaardrang

Een van die dingen waarvoor Song Dong de kunst bijvoorbeeld toepaste was het heftige rouwproces van zijn moeder na de dood van zijn vader – ze kon niet stoppen met dingen verzamelen, maar ze verzoop daarin. In de installatie Waste Not laat hij haar de kunstenaar zijn. ‘Dit maakte mijn moeder erg gelukkig. “Het was dus toch nuttig die dingen te bewaren!’” riep ze uit’,  vertelt hij hierover.
Het Coop Himmelblau paviljoen is er met zijn grove uitstraling perfect voor: het lijkt of er een soort garage sale gaande is. Geuren overheersen: hout, stof, slaapkamer-mens-geur. Esthetisch is het zeer prettig om de orde die er in de chaos is aangebracht te zien. Bezoekers slaan hand voor hun mond als ze de hoek om slaan. ‘Je zal maar zo’n moeder hebben’, zegt er één.

Touching

‘Toen kon ik de kracht van de kunst echt voelen, daar ben ik de kunst echt dankbaar voor.’ De zaaltekst van Touching my father is bedoeld om getuigenis te doen van een ander belangrijk moment in Song Dongs leven. Het kunstwerk: een (video van) een virtuele hand die op een beeld van zijn vader wordt geprojecteerd. Vader werd live gefilmd en deed op dat moment zijn bovenkleding uit. Zo leek het of hij hem huid op huid aanraken kon. De kunstenaar was zeer ontroerd, zo dicht was hij nog niet bij zijn vader geweest.

In het gastenboek is ‘ontroering’  het woord dat het vaakst voorkomt. Song Dong wil communiceren, hij wil dat de bezoeker zijn ervaringen begrijpt en omdat die zo universeel en menselijk zijn is dat wat deze tentoonstelling je als bezoeker oplevert: ontroering.

 

Kunst / Expo binnenland

Bezemsteel, haardvuur, ketel en kat

recensie: De heksen van Bruegel

Curator Dunja Hak vraagt op de multimediatour bij de tentoonstelling in Museum Catharijneconvent aan de bezoeker bij het laatst getoonde schilderij, Heksensabbat van Leonaert Bramer, wat er op dit schilderij ontbreekt. Het antwoord luidt: een haard.

Een haardvuur is één van de attributen die je op zo’n heksensabbat aantreft. Naast een bezemsteel, een ketel en een, meestal zwarte, kat. Dat het haardvuur bij de Delftse schilder Bramer ontbreekt, heeft volgens Hak tot gevolg dat de voorstelling minder leesbaar wordt: gaat het hier wel om een heksensabbat?
De consequentie die zij hieraan verbindt, lijkt ook het uitgangspunt van de expositie: close reading van de kunstwerken uit de tijd van heksenvervolgingen in de Nederlanden (1450-1700). Weinig meer en niets minder. Van voornamelijk kunstenaars die, in de voetsporen van Pieter Bruegel, heksen verbeeldden.

Heksenfluit-versierd-met-doodshoofd-en-rattenpoot-ca.-1850-Collectie-MAS-Museum-aan-de-Stroom-Antwerpen-foto-Louis-de-Peuter

Heksenfluit-versierd-met-doodshoofd-en-rattenpoot-ca.-1850-Collectie-MAS-Museum-aan-de-Stroom-Antwerpen-foto-Louis-de-Peuter

Bruegel

Bruegel ontwierp in 1565 twee heksenprenten: Jacobus bij de tovenaar en Jacobus en de val van de tovenaar (Rijksmuseum Amsterdam); voorstellingen van het verhaal van Jacobus en Hermogenes. Laatstgenoemde is de verpersoonlijking van het kwaad. Op die prenten vinden we de vier standaardattributen (bezemsteel, haardvuur, ketel en kat) voor het eerst terug.
De tentoonstelling laat zien hoe dit iconische beeld zich ontwikkelde, tot aan fragmenten uit griezelfilms voor kinderen uit onze tijd aan toe. Al zal een doorgewinterde volwassen toneelliefhebber bijvoorbeeld de drie heksen uit Shakespeares Macbeth of Het temmen van de feeks, missen.
Het overzicht wordt in de eerste zaal aangevuld met een onheilspellende wind als achtergrondgeluid. Voor kinderen is dit een leuke toevoeging, net als de virtuele heksenvlucht over Utrecht halverwege de expositie en de Hexpert-tour. Het magische rattenfluitje (Museum aan de Stroom, Antwerpen) zal voor kleintjes echter best eng overkomen: een fluitje uit ca. 1850, versierd met een doodshoofd en een rattenpootje.

Heksen toveren tijdens heksensabbat, Hans Baldung Grien (ontwerper), 1510, Staatliche Museen zu Berlin – Kupferstichkabinett, Berlijn

Heksen toveren tijdens heksensabbat, Hans Baldung Grien (ontwerper), 1510, Staatliche Museen zu Berlin – Kupferstichkabinett, Berlijn

Schatten

De wind is niet alleen sfeerverhogend, maar slaat ook op de rampspoed die West-Europa in de 16e en 17e eeuw trof in de vorm van noodweer, oorlogen en mislukte oogsten. Het waren immers heksen, in zeven van de tien gevallen vrouwen, die hiervan de schuld kregen en als zondebok dienden. Al was niet iedereen het hiermee eens, zoals ds. Balthasar Bekker, van wie een druk van De betoverde wereld (1691) wordt getoond.
Dit is één van de schatten uit de collectie van het museum zelf. Twee andere voorbeelden, prenten van Hans Baldung Grien (1510), komen uit respectievelijk het Rijksmuseum in Amsterdam en de Staatliche Museen zu Berlin.

Close reading

Het concept van de tentoonstelling is gebaseerd op het proefschrift Vrouwen op den besem en derghelijck ghespoock (2011) van gastconservator Renilde Vervoort. Dit verklaart de louter kunsthistorische insteek, waarbij je je als bezoeker betrapt op het, naast Shakespeare en dergelijke, missen van uitstapjes als het verschijnsel Walpurgisnacht. Tot je je beseft dat dit niet binnen het kunsthistorische accent van de tentoonstelling past. Gelijktijdig met de expositie verschijnen enkele boeken over het fenomeen heksen, waarin – meer dan je in het museum in Utrecht zou verwachten – de nadruk op de theologiegeschiedenis valt, zoals De duivel van Philip C. Almond en Duivelskwartier van Johan Otten. De belangstelling voor heksen leeft nog steeds voort.
In de bus tref ik een meisje voor mij dat in haar mobieltje roept: ‘Meisjes zijn heksen! Jaloers tot en met’. Maar volgens het informatieve, begeleidende boekje bij de tentoonstelling zou althans de bezoeker van de tentoonstelling na afloop beter moeten weten: ‘De volgende keer dat u een afbeelding van een heks ziet met een ketel vol toverdrank, een bezem en een haard dan denkt ú aan een Vlaamse meester’.