Tag Archief van: landscape

Theater / Voorstelling

Bizarre ontmoetingen in het bos

recensie: Omwille van de smeer (Droog Brood)

De genre-naam ‘cabaret’ beslaat in Nederland (en Vlaanderen) inmiddels een heel divers aanbod. Hoe omschrijf je bijvoorbeeld de stijl van “komisch duo, voorheen theater-hervormingsgroep” Droog Brood? Droog Brood houdt geen conferences en doet niet aan politiek-geëngageerde bespiegelingen; Bas Hoeflaak en Peter van de Witte houden zich verre van het traditionele ‘barkrukkencabaret’. Op twee nogal obligate liedjes na zetten ze met Omwille van de Smeer een sterke en vooral heel eigenzinnige voorstelling neer.

De derde voorstelling van Droog Brood gaat over ontmoetingen. Onbekenden, zielsverwanten of geliefden in elke denkbare verschijningsvorm: ze komen elkaar tegen bij Droog Brood. Ze ontmoeten elkaar voor het eerst, voor het laatst of voor de zoveelste keer. De emoties lopen vaak hoog op bij deze prachtig gespeelde scènes.

Underdog van nature

~

“Omdat wij ons bewust zijn van het gegeven dat wij onvolmaakt zijn en dus fouten maken, leven wij met een natuurlijk gevoel van minderwaardigheid”: een citaat uit de voorstelling dat typerend is voor alle personages die door Droog Brood worden opgevoerd. De twee slapeloze mannen die elkaar bij het aanbreken van de dag tegenkomen in het bos, of Chris en René die beiden wat anders hadden verwacht van hun blind-date: In Omwille van de Smeer ontmoeten we de underdog. Het is de kleine man die stilletjes wacht op zelden aanbrekende betere tijden. De man die zich niet kan verweren tegen verraad, kwade opzet of onverschilligheid – en omdat hij zich bewust is van zijn ‘dubbeltje-status’, is het leven voor hem een constante strijd.

Droog-komisch

In soepele vaart trekken de korte scènes aan het publiek voorbij. In de schijnbaar moeiteloze overgangen is de meesterhand van regisseur Ruut Weissman te herkennen. Daarbij wordt er flink met verwachtingspatronen gespeeld. Een voorbijganger wijst een opgefokte man met getrokken pistool beleefd de plek waar zijn kinderen zich hebben verstopt. Als twee oude vrienden elkaar na vijftien jaar weer zien, stapt de één na vijf minuten en een koele handdruk weer op het vliegtuig terug naar Australië, de zojuist gegeven bloemen uit de hand van zijn verbouwereerde vriend trekkend.

Met deze bizarre ontmoetingen met licht schrijnende ondertoon zet Droog Brood de ingeslagen weg van hun vorige voorstelling Scènes voor de mensen voort. De volslagen absurde humor die langs kwam in hun eerste programma Teer is gelukkig evenmin nooit ver weg. Zo zet Droog Brood met deze geslaagde voorstelling definitief een eigen, droog-komische stijl neer.

De voorstelling Omwille van de smeer is nog te zien tot en met 20 juni 2006. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.

Theater / Voorstelling

Bizarre ontmoetingen in het bos

recensie: Omwille van de smeer (Droog Brood)

De genre-naam ‘cabaret’ beslaat in Nederland (en Vlaanderen) inmiddels een heel divers aanbod. Hoe omschrijf je bijvoorbeeld de stijl van “komisch duo, voorheen theater-hervormingsgroep” Droog Brood? Droog Brood houdt geen conferences en doet niet aan politiek-geëngageerde bespiegelingen; Bas Hoeflaak en Peter van de Witte houden zich verre van het traditionele ‘barkrukkencabaret’. Op twee nogal obligate liedjes na zetten ze met Omwille van de Smeer een sterke en vooral heel eigenzinnige voorstelling neer.

De derde voorstelling van Droog Brood gaat over ontmoetingen. Onbekenden, zielsverwanten of geliefden in elke denkbare verschijningsvorm: ze komen elkaar tegen bij Droog Brood. Ze ontmoeten elkaar voor het eerst, voor het laatst of voor de zoveelste keer. De emoties lopen vaak hoog op bij deze prachtig gespeelde scènes.

Underdog van nature

~

“Omdat wij ons bewust zijn van het gegeven dat wij onvolmaakt zijn en dus fouten maken, leven wij met een natuurlijk gevoel van minderwaardigheid”: een citaat uit de voorstelling dat typerend is voor alle personages die door Droog Brood worden opgevoerd. De twee slapeloze mannen die elkaar bij het aanbreken van de dag tegenkomen in het bos, of Chris en René die beiden wat anders hadden verwacht van hun blind-date: In Omwille van de Smeer ontmoeten we de underdog. Het is de kleine man die stilletjes wacht op zelden aanbrekende betere tijden. De man die zich niet kan verweren tegen verraad, kwade opzet of onverschilligheid – en omdat hij zich bewust is van zijn ‘dubbeltje-status’, is het leven voor hem een constante strijd.

Droog-komisch

In soepele vaart trekken de korte scènes aan het publiek voorbij. In de schijnbaar moeiteloze overgangen is de meesterhand van regisseur Ruut Weissman te herkennen. Daarbij wordt er flink met verwachtingspatronen gespeeld. Een voorbijganger wijst een opgefokte man met getrokken pistool beleefd de plek waar zijn kinderen zich hebben verstopt. Als twee oude vrienden elkaar na vijftien jaar weer zien, stapt de één na vijf minuten en een koele handdruk weer op het vliegtuig terug naar Australië, de zojuist gegeven bloemen uit de hand van zijn verbouwereerde vriend trekkend.

Met deze bizarre ontmoetingen met licht schrijnende ondertoon zet Droog Brood de ingeslagen weg van hun vorige voorstelling Scènes voor de mensen voort. De volslagen absurde humor die langs kwam in hun eerste programma Teer is gelukkig evenmin nooit ver weg. Zo zet Droog Brood met deze geslaagde voorstelling definitief een eigen, droog-komische stijl neer.

De voorstelling Omwille van de smeer is nog te zien tot en met 20 juni 2006. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.

Boeken / Fictie

Detective zonder moord

recensie: A.B.Yehoshua - De missie van de human-resource manager

De missie van de human-recources manager is de nieuwste roman van de Israëlische schrijver Abraham B. Yehoshua. Het is een sprankelend boek van een in Nederland nog nauwelijks bekende schrijver. En dat is jammer, want het laat zich lezen als een spannende detective.

Het boek is niet alleen spannend, het is ook nog humoristisch. Als het hoofd Personeelszaken van een grote bakkerij op een goede avond zijn secretaresse naar kantoor laat komen, omdat ze dringend iets voor hem moet uitzoeken, neemt ze haar baby mee. Terwijl zij aan de slag gaat, zien we de manager door de gang hollen om de snel wegkruipende baby bij te houden, die vervolgens driftig met zijn speen op de deur van de directiekamer begint te rammen. Die hele baby speelt natuurlijk in de rest van het verhaal geen enkele rol, maar zorgt wel voor een glimlach. En draagt bij aan het gevoel dat we hier met échte mensen van doen hebben, een gevoel dat niet elke romanschrijver weet op te wekken.

Weg met de onverschilligheid

~

De missie van de human-resource manager (de titel verwijst naar de moderne, ietwat modieuze benaming voor de afdeling Personeelszaken) vertelt het verhaal van een 48-jarige vrouw, die vanuit een obscure republiek in de voormalige Sovjet Unie naar Israël emigreert. Ze is weliswaar ingenieur, maar komt niet als zodanig aan de slag. Daarom gaat ze maar als schoonmaakster in een grote bakkerij werken. Als de vrouw bij een zelfmoordaanslag in Jeruzalem om het leven komt en de plaatselijke krant de bakkerij aanklaagt wegens “onverschilligheid en onmenselijkheid”, besluit de directeur van de bakkerij om schuld te bekennen. Hij draagt zijn hoofd Personeelszaken op om met de doodskist mee te vliegen naar het geboorteland van de vrouw. Ook krijgt hij een zak met geld mee, om goede daden te verrichten en zo de goede reputatie van de firma te herstellen.

Yehoshua roept in zijn werk mooie beelden op. Zo omschrijft hij een regenbui die maar niet op wil houden als “een regenbui, die alleen maar feller wordt, alsof deze winter de hoop heeft verloren de hemel te legen en daarom geen andere keus heeft dan die hemel in zijn geheel naar beneden te trekken en met de aarde te versmelten.” En elders omschrijft hij de typische sfeer die bij een nachtdienst hoort: “Ze werpen al een eerste blik op de klok aan de muur om te zien of de tijd nog leeft en ademt en hen niet in de steek zal laten in de lange nacht.”

Bizarre trip

Maar er is nog iets dat opvalt aan dit boek. Yehoshua introduceert namelijk een stijlmiddel dat de lezer op verrassende wijze bij de les houdt. Op gezette tijden wisselt hij van perspectief en laat hij ons kijken door de ogen van al die mensen die de man van Personeelszaken op zijn nachtelijke speurtocht tegenkomt, als een soort van spiegel. De ene keer vertellen de buurmeisjes van de vermoorde vrouw bijvoorbeeld hoe hij op hen overkomt (“we schrokken ons meteen een ongeluk, want onze oma stond er niet, maar wel een vreemde man, sterk en groot, met een kaalgeschoren hoofd als dat van mamma voor ze slapen gaat”), de andere keer kruipt de schrijver in de huid van een vliegveldmedewerker, die moppert dat er alweer een doodskist uit Israël is gearriveerd (“O, beste mensen, zeg ons wat er aan de hand is in het Heilige Land”). Het is een aardige manier om een nieuwe fase in het verhaal te markeren.

Het boek is één grote, bizarre trip, want eenmaal geland in de republiek van de voormalige Sovjet Unie, eist de 14-jarige zoon van de vermoorde vrouw, die op dat moment de enige erfgenaam is, dat zijn moeder in haar geboortedorp wordt begraven, zodat zijn grootmoeder ook afscheid van haar kan nemen. Dat mondt uit in een vermoeiende expeditie, die uiteindelijk op een verrassende manier zal eindigen.

Theater / Voorstelling

Voor elke toeschouwer een leuke grap

recensie: Hard Gelach (Diverse cabaretiers)

Wie is jouw favoriete cabaretier? Speel je op safe en ga je altijd af op grote namen of probeer je ook wel eens iets onbekends? Of zou je wel willen, maar weet je niet welke grappenmaker je uit moet kiezen? Hard Gelach biedt uitkomst. Voor het tweede jaar op rij organiseerden CNR Entertainment, 3FM en Laughing Tears op 28 november een avond vol bekende en minder bekende cabaretiers in de Melkweg in Amsterdam. 8WEEKLY was er natuurlijk bij.

~

Eerder deze maand is de dvd Hard Gelach uitgebracht, waarop twintig fragmenten zijn samengebracht van cabaretiers als Sanne Wallis de Vries, Nuhr, Van Houts en de Ket, Claudia de Breij en Herman Finkers. Van elke groep of artiest wordt een tipje van de sluier opgelicht van een van hun recente voorstellingen. De fragmenten duren gemiddeld vijf minuten en dat is genoeg om even de toon van de cabaretier te proeven en je nieuwsgierigheid te prikkelen. Maar toch blijft het lastig om in die paar minuten te beoordelen of de cabaretier wel jouw type is: iemand kan in die korte tijd nét die grappen maken die je totaal niet liggen. Om een beter oordeel te vellen bood de avond in de Melkweg een uitkomst, want de veertien artiesten kregen steeds twintig minuten om te laten zien wat ze in hun mars hebben.

Agnew en Zweers

~

Het spits werd afgebeten door twee stand-uppers van de Comedy Explosion: Kristel Zweers en Alex Agnew. Zweers opende in de kleine zaal met verhalen over seks, strings en vibrators. Het publiek, dat duidelijk nog moest worden opgewarmd, reageerde amper. Uiteindelijk kon er nog wel een hartelijke lach vanaf voor haar geile imitatie van een vrouw die ’s avonds laat op de televisie oproept om haar te bellen – een sketch die overigens ook op de dvd te zien is. In de grote zaal deed de Britse Belg Agnew het een stuk beter. De winnaar (en enige Belgische winnaar) van het Leids Cabaret Festival van 2003 vertelde in razendsnel tempo over zijn jeugd en voorkeuren op het gebied van film en muziek. Vooral met het imiteren van stemmen uit het verleden wist deze stand-up comedian de aandacht op zich te vestigen. De parodie op Stevie Wonder, waarbij hij tijdens het zingen steeds met zijn microfoon heen en weer slingerde, was geweldig en vooral erg herkenbaar. Agnew was een van de meest overtuigende persoonlijkheden van deze avond.

Martijn Koning

Flitste het verhaal van Agnew nog alle kanten op, bij Martijn Koning was dat totaal anders. In zijn stuk, wat toevalligerwijs ook voornamelijk over zijn jeugd gaat, zat meer lijn dan bij Agnew. Helaas was zijn show voornamelijk een herhaling van zijn opvoering bij het Studenten Cabaret Festival in Groningen. Maar zijn verhaal bleef overtuigend; dit optreden overtrof zelfs het eerdere. Toch mag hij nog wel wat meer doen met zijn visie op de actualiteit. Zoals bijvoorbeeld zijn droge opmerking over de vrouw die zich in Jordanië probeerde op te blazen: “Je ziet maar weer dat vrouwen niet met een afstandsbediening om kunnen gaan.” En op het laatste nippertje werd ook de “domino-mus” (die tijdens deze avond regelmatig voorbij kwam vliegen) nog even onderwerp van gesprek. Bij Koning heb je het gevoel dat er meer potentie inzit, maar dat het er – in zo’n korte tijd in ieder geval – nog niet uitkomt.

Onderdelinden en Fields

~

Joep Onderdelinden had voor deze avond wat grappen uit zijn voorstellingen Joep en Strak in petto. Zo kwam de klaarkomende olifant voorbij, die ook op de dvd te zien is. En verder voerde hij voornamelijk de onzekere Joep op, die aardig gevonden wil worden door het publiek, die om een zakdoek vraagt en een maatje uit het publiek kiest. Geen diepgaande grappen, geen actualiteit, maar simpel vermaak. Wat dat betreft pakte Engelsman Adam Fields het een half uur later in dezelfde kleine zaal anders aan. De ene na de andere grap over terrorisme kwam uit zijn mond. Heel nuchter en vol cynisme sprak hij over de recente aanslagen, en hij nam ook geen blad voor de mond over Bush en Blair. Als ‘buitenlander’ wilde hij ook zijn verbazing delen over wat Nederlandse eigenaardigheden. Over de manier waarop we nieuwjaar vieren bijvoorbeeld – met de vieze kleffe oliebollen – en over de spaarzegels van Douwe Egberts (spreek dat als Engelsman maar eens uit). Een sympathieke man, die Fields, die mede met zijn briljante imitatie van Gollum (Lord of the Rings) een van de leukste en beste twintig minuten van deze avond vol maakte.

Leon van der Zanden

Potentie zit er zeker ook in Leon van der Zanden, die in de theaters te zien is met zijn voorstelling Zwarte hond. In de Melkweg denderde Van der Zanden begeleid door de muziek van een DJ met veel bravoure het toneel van de grote zaal op. Zijn felgele t-shirt met de woorden Hell yeah verraadden al wat de toeschouwer te wachten stond. En vanaf het eerste moment wist de uit Helmond afkomstige Van der Zanden te boeien met zijn ‘zoektocht mee naar de waarheid’, die hij met zijn expressieve mimiek en zijn lenige lichaam extra zeggingskracht gaf. “Wie zegt dat Jezus echt bestaan heeft en dat het niet de zoveelste uitvoering is van Jesus Christ Superstar, en wie zegt me dat Erica Terpstra echt heeft gezwommen?” Daarmee liet hij het publiek achter met heel wat nieuwe, verassende twijfels.

Terwijn en Oosterhuis

Aan het eind van dit jaar is Wilko Terwijn voor de tweede keer op televisie te zien met een Oudejaars-standup. Het is te hopen dat hij dan overtuigender is dan tijdens zijn optreden op Hard Gelach. Zijn grappen lagen te veel voor de hand. Boeiend werd Terwijn pas toen hij inging op de reis van de Paus naar de hemel. “Heb je al die priesters zien bidden? Wat voor hoop is er voor ons, als de plaatsvervanger van God op aarde niet verzekerd is van een plaatsje?” Hoewel de grappen soms best aardig waren, wist Terwijn ze niet te brengen met de overtuiging die je van een stand-up comedian mag verwachten. Cabaretier Martijn Oosterhuis bracht het er in de andere zaal beter vanaf. Over actuele zaken begon hij niet; hij hield het dicht bij huis. In sneltreinvaart vertelde hij over kakkers en rappers. En over zijn jonge jaren waarin hij met “net-niet-snoep” langs de klassen moest, omdat zijn vader tandarts was. Net als Alex Agnew eerder, gaf Oosterhuis ook nog een fijne imitatie van tandartsen. Dit theaterseizoen toert Oosterhuis met zijn nieuwe programma Van huis uit langs de theaters. Als je afgaat op wat hij deze avond liet horen, is het de moeite waard om deze voorstelling te gaan bekijken.

Op Sterk Water

~

De grootste verrassing van deze avond cabaret kwam van de heren van Op Sterk Water. Zij betrokken het publiek, dat de hele avond wat afwachtend stond toe te kijken, vanaf het eerste moment in hun optreden. Na korte interviewtjes met enkele toeschouwers, improviseerden de heren er lustig op los in liedjes en sketches. Daarbij maakte het niet uit waar het verhaal zich moest afspelen. Een mosterdmuseum of een politiebureau in Maarssen; de vier heren wisten van de meest saaie plek een bijzondere plaats te maken. Prachtig is bijvoorbeeld de ontmoeting van Sinterklaas met de zoon van Samir A., genaamd ‘het Zwaard van de Islam’. Om nog maar niet te spreken van het geile pietje, dat last heeft van schimmel en waarvan de zak te lang in Spanje is geweest.

Enge Buren

Wie inmiddels suf was geworden van het luisteren naar monologen, kon kijken naar de Enge Buren. Drie mannen in knalgele trainingspakken kwamen het podium op om vervolgens een muzikale gabbermix ten gehore te brengen. Gevolgd door de Bohemian Rapsody en een grappig voorronde van Idols. Een leuk tussendoortje waren deze mannen, maar niet meer dan dat. Aan het eind van de avond waren ze ook snel weer vergeten.

Javier Guzman

~

Eén naam werd tijdens de avond in de Melkweg regelmatig genoemd: Javier Guzman. Het leek erop dat veel toeschouwers voor hem naar Hard Gelach waren gekomen. En niet voor niets, want Guzman boeide vanaf het eerste moment; na zijn show wilde je alleen nog maar meer Guzman. Vooral de verbazingwekkende snelheid waarmee hij zijn aanstekelijke grappen aan elkaar praatte, riep bewondering op. In korte tijd had Guzman het over de ontstaansgeschiedenis van wiet, de seksualiteit van spinnen en zijn visie op motoragenten (die eerder ook al was aangehaald door Martijn Oosterhuis). Zijn grootste kracht zat in de herkenbaarheid van de sketches en zijn verwondering over het dagelijkse leven. Twintig minuten was je een en al oor en was er zeker sprake van hard gelach!

Sjaak Bral

Tja, en daar had Hard gelach eigenlijk moeten stoppen. Terwijl Guzman aan een afgeladen grote zaal zijn grappen vertelde, was het de bedoeling dat Sjaak Bral in de kleine zaal ook voor nog wat vermaak zou zorgen. Maar voor een handjevol mensen was daar geen lol aan, dus werd besloten dat Bral na Guzman zijn verhaal kwijt kon. Dat was een regelrechte aanfluiting, want hij probeerde alvast wat grappen uit voor zijn oudejaarsconference. De humor van deze Hagenees viel echter in het niet na het vorige optreden.

Toch mocht dat de avond niet verpesten, want het publiek had zich zeker vermaakt met de verschillende kwaliteiten van de optredende artiesten. In het begin was het publiek een beetje mak en wilde men gewoon bezig gehouden worden zonder actief bij te dragen aan de avond. Maar gelukkig wisten de meeste cabaretiers het publiek ook wakker schudden. Het belangrijkste was echter toch dat deze avond een goede indruk bood van de optredende cabaretiers, zodat je voor komend jaar weet wie je wel nog een keer in het theater wilt opzoeken.

Als je Hard Gelach in de Melkweg hebt gemist, kun je op oudejaarsdag op SBS 6 een compilatie van de avond zien.

Film / Films

Een innige omhelzing

recensie: In Her Shoes

Fikse ruzies afwisselen met innige omhelzingen en tussendoor elkaar jaloerse of meewarige blikken gunnen. Dat kunnen eigenlijk alleen twee zussen elkaar aandoen. In Curtis Hansons In Her Shoes hebben de twee zussen weinig met elkaar gemeen, behalve hun DNA en schoenmaat.

Maggie (Cameron Diaz) loopt rond in sexy strings, bikini’s en rokjes, terwijl de bebrilde Rose (Toni Colette) liever coltruien en nette mantelpakjes draagt. Maggie leeft nog als een losbandige puber, terwijl Rose verstandig en
volwassen overkomt. Natuurlijk botst dat als Maggie bij Rose komt wonen. Na een fikse ruzie tussen de twee wordt Maggie het huis uitgezet en lijkt de vriendschappelijke relatie voorgoed voorbij, maar oma (Shirley MacLaine) grijpt in. Ver van elkaar verwijderd komen ze toch weer nader tot elkaar. Eerst in gedachten en daarna ook fysiek, met een innige omhelzing tot gevolg.

Sex and the City

~

Familie, vriendschap en relaties zijn de hoofdthema’s van de film. Dat kan uitdraaien op een zoetsappig, typisch Hollywoodverhaal (zeker met Cameron Diaz in een van de hoofdrollen), waarvan er dertien in een dozijn gemaakt worden. In het geval van In Her Shoes valt het best wel mee. Hoewel het verhaal best zoetsappig is, weet de film op sommige momenten wel de juiste toon te raken. De film is op zijn best als de ironie en het hoge camp-gehalte de overhand heeft. Op die momenten is de film het beste te vergelijken met Sex and the City. Er wordt lekker veel gezeurd over mannen, er wordt veel geklierd met dure kleren en schoenen en er wordt genoeg gezeken op elkaar. Dat zijn de leukste stukjes uit de film. Zodra de familieperikelen de overhand nemen, wordt de film dramatischer van toon en worden de grapjes gesmoord. Het laatste gedeelte van de film is onaantrekkelijker, kattig wordt dan schattig, met een innige omhelzing tot gevolg.

Echte zusterliefde

~

Cameron Diaz maakt van Maggie een verveeld, neurotisch en op sommige momenten zelfs manisch personage. Dat doet ze overtuigend. In dit soort rollen komt ze het beste tot haar recht. Af en toe deed ze me weer denken aan Mary uit haar doorbraakfilm There’s Something About Mary. Je gaat met haar personage meevoelen. Van opgewekt naar verdrietig en van ontdeugend naar zielig, ze kan je een hele film lang op sleeptouw nemen. Toni Collette geeft ook een prima prestatie weg als de verlegen zuster van Maggie en vooral haar komisch talent komt in deze film goed uit de verf. Ze heeft een perfect gevoel voor timing en vult Diaz op de juiste momenten aan. Hun samenspel is sowieso (met MacLaine erbij) van zeer hoog niveau. Innerlijk en uiterlijk lijken ze totaal niet op elkaar, maar toch klinkt het als zusterliefde wanneer Maggie een gedicht voor Rose afsluit met de woorden “I carry your heart with me…”, met een innige omhelzing tot gevolg.

Het verkeerde been

In Her Shoes is een luchtige, frisse film geworden met een sterke cast en een gedegen regie onder leiding van Curtis Hanson. Hij is een meester in het op het verkeerde been zetten van de publieke opinie. Van zijn hand zijn o.a. The River Wild, 8 Mile, L.A. Confidential en Wonder Boys. Allemaal kwaliteitsfilms, waarmee hij risico’s nam: hij maakte namelijk van Meryl Streep een actieheldin, van rapper Eminem een serieus acteur, van Kim Basinger een Oscarwinnares en van Michael Douglas een loser. Ik ging er daarom ook van tevoren vanuit dat In Her Shoes een goede film zou worden in plaats van een typisch Cameron Diaz-vehikel met een Hollywoodsausje eroverheen. Of ben ik nu toch weer op het verkeerde been gezet? Het voelde in ieder geval aan als een innige omhelzing.

Muziek / Album

Nostalgische pracht

recensie: At The Close Of Every Day - De geluiden van weleer

De geluiden van weleer weerklinken, weemoedig, vervuld van verlangens. Verlangens naar een tijd waarin mensen elkaar nog groetten op straat. Een tijd waarin er nog hard gewerkt werd. Behalve natuurlijk op zondag. Dan heerste immers de verdiende rust, enkel onderbroken door het geluid van luide kerkklokken, die de beminde gelovigen opriepen tot het zondagsgebed.

Minco Eggersman en Axel Kabboord debuteerden eind 2002 met de wereldwijd goed ontvangen cd Zalig zijn de armen van geest. David Eugene Edwards (Sixteen horsepower) was zo onder de indruk van het gezelschap dat hij hen meenam op een Europese tour. Het in 2004 verschenen album The Silja symphony werd door vpro’s 3voor12 zelfs uitgeroepen tot ‘Album van het jaar 2004’. Vooralsnog dus louter superlatieven voor At The Close Of Every Day. En terecht.

Oer-Hollandse zinsneden

~

Naast de uitgave van prachtige muziek hebben de heren ook een naam hoog te houden op het terrein van vormgeving en verpakking. Voor De geluiden van weleer heeft men gekozen voor een liedboek. Het album is uitgegeven in samenwerking met het Boekencentrum, de officiële uitgever van het Liedboek voor de Kerken. De tekst op de geluiden van weleer klinkt bij tijd en wijle dan ook archaïsch. Waar tref je heden ten dage in onze tijden van anglicismen en SMS-taal immers nog zulke oer-Hollandse zinsneden aan als:

O welk een vreugde zal het wezen,

O welk een pracht ons dan gegeven,

Schenk ons de moed het kwaad te ontvlieden en

Welks toorn ons dan nimmer zal doen verzwakken ?

De teksten op het album zijn eerder gedichten dan klassieke liedteksten. Ze zouden ook zonder muzikale omlijsting prima kunnen bestaan.

De geluiden

Maar naast het liedboek blijft de uitgave toch vooral een cd. Het oor wil daarom uiteraard ook wat. Muzikaal vallen de geluiden onder de noemers roots en singer-songwriter te vatten – elders heb ik al de term Hollandia, als in Americana, horen vallen. Hoewel het moeilijk is om uitschieters te noemen, verdienen Geef ons de ruimte, de Doe Maar-cover Bang, Ik weet, en de samenwerking met Spinvis in ’t Hellend vlak nog een extra vermelding. Om in dit Hallelujah-verhaal toch nog een paar puntjes van kritiek op te nemen: productioneel is het wat dof en de zang van Minco Eggersman klinkt een enkel moment toch echt té monotoon.

Toevluchtsoord

Het is overigens geen toeval dat Erik de Jong (Spinvis) te gast is op dit album. Hij is zeer zeker een geestverwant te noemen van At The Close Of Every Day. Hoewel er vooral op muzikaal gebied grote verschillen te herkennen zijn, ademen ze beide dezelfde sfeer. Een sfeer van weemoed en onvervulde wensen, maar ook van troost. En hoop. Ze bieden een toevluchtsoord voor dolende zielen in tijden van terrorisme en moslimextremisten.

Zoek je nog een cadeau voor je ouders of grootouders in deze vermaledijde tijden van Sint en Kerst? Geef ze dan vooral dit album cadeau. Met een beetje geluk overtuig je ze dat vroeger simpelweg niet alles beter was, omdat vroeger nog steeds bestaat en gewoon te beluisteren is. Misschien klinkt vroeger nú zelfs wel beter dan ooit. Opdat deze conclusie hen voorts mag bemoedigen en hen hernieuwd vertrouwen in de moderniteit zal schenken. Nu, en in het uur van hun gewisse dood… amen.

Boeken

Studie naar het Deense succesverhaal

recensie: Mette Hjort - Small Nation, Global Cinema: The New Danish Cinema

Wie niet heeft gemerkt dat er de afgelopen jaren een hoop gebeurd is binnen de Deense cinema, heeft niet opgelet. De Nederlandse filmliefhebber kan er eigenlijk niet omheen: het omstreden Dogma-concept oogst nog steeds succes, de VPRO zendt met regelmaat een Deense film uit, moderne Deense vrouwen als Susanne Bier en Hella Joof trekken bioscoopbezoekers, en Vet Hard, één van de grootste Nederlandse filmhits van dit jaar, was een remake van een Deense komedie.

Het zijn allemaal voorbeelden van de ‘New Danish Cinema’, die de Canadees-Deense professor Mette Hjort in haar nieuwe boek onder de loep neemt. De Deense golf werd medio jaren negentig, na jaren van onbeduidende films, ingeluid door plotselinge kassuccessen als Ole Bornedals Nattevagten (Night Watch) en Nicolas Winding Refns Pusher. Harde, door Hollywood geïnspireerde films, die de Denen van hun eigen filmmakers niet gewend waren. Aan de andere kant van het spectrum lag Lars von Triers Dogma-beweging, die een handvol bijzondere en experimentele films opleverde. Deze twee ontwikkelingen zorgden ervoor dat de Deense cinema binnen een jaar weer op de wereldkaart stond. Vandaag de dag worden er al gauw zo’n 30 Deense speelfilms per jaar geproduceerd, die veel publiek trekken; in Denemarken zorgen ze jaarlijks voor een kwart van alle verkochte bioscoopkaartjes. Ter vergelijking: In Nederland worden evenveel films geproduceerd, maar die zorgen slechts voor minder dan een tiende van het bioscoopbezoek.

Reddingsactie

Pusher
Pusher

De hausse is echter niet het gevolg van een paar toevallige kaskrakers en de Dogma-publiciteitsstunt van Von Trier. Zoals Hjort uitgebreid laat zien, spelen professionalisering van filminstanties, een hoge staatssubsidie en de oprichting van een aantal vernieuwende filmmaatschappijen een grote rol in de veranderingen. Het Deense Filminstituut heeft ook een wezenlijk aandeel in het succesverhaal, maar nóg belangrijker is de prestigieuze Filmacademie, die filmstudenten uit heel Scandinavië aantrekt. Veel van hun oud-studenten hebben het ondertussen tot zeer succesvolle regisseurs geschopt. Globaal gezien was het een reddingsactie: de Denen, die in het beginstadium van de film aan de top van de filmwereld stonden, weigerden de handoek in de ring te gooien toen hun filmcultuur ten dode opgeschreven leek, en gingen tot actie over.

Aanwinst

De heropleving van de Deense cinema is een bijzondere en interessante geschiedenis, maar Small Nation, National Cinema besteedt daar op zich niet veel aandacht aan. Het boek is in de eerste plaats een sociologische studie die met behulp van theoretische modellen de dynamische processen belicht die ervoor zorgen dat een klein land als Denemarken zich binnen de wereldcinema staande weet te houden. Hjort presenteert in de kern van het boek een bijzonder complexe theorie die minder met films en filmcultuur te maken heeft dan met sociologie. Het is interessante leesstof (en bovendien de eerste op dit gebied), maar voor de lezer die wat over de nieuwe Deense films wil weten is het boek daarom veel minder geschikt. Aangezien niet-Scandinavischtalige literatuur over de hedendaagse cinema’s van het hoge noorden schaars is, is Hjorts studie toch een zeer welkome aanwinst op het gebied.

Festen
Festen

Het boek behandelt zware kost, maar is wel op een lucide manier geschreven. De auteur bezit het vermogen om complexe verbanden te leggen. Bovendien is ze één van de weinige Engelstalige auteurs die bekend is met de films die buiten Denemarken niet vertoond worden. Haar fouten zijn gering (Per Fly noemt ze Peter Fly), en haar kennis van zaken is imposant – van elke film die behandeld wordt heeft ze uitgebreide achtergrondinformatie paraat. Eén van haar vorige boeken was het waardevolle interviewboek, The Danish Directors: Dialogues on a Contemporary National Cinema (2001), dat een nieuwe editie verdient waarin ook de nieuwste Deense filmmakers opgenomen zijn. Zolang dat boek er nog niet is, zullen we het met deze sociologische studie moeten doen.

Film / Films

Spannende speelfilm

recensie: CSI: Grave Danger – seizoen 5 finale

De finale van het vijfde seizoen van CSI: Las Vegas werd niet alleen in de bioscoop vertoond, maar is ook nog eens apart uitgebracht op dvd. Zoveel ophef en hype rondom een seizoensfinale van een televisieserie kan eigenlijk maar één man op zijn geweten hebben. Quentin Tarantino, de filmmaker die na onder andere Pulp Fiction en Reservoir Dogs nauwelijks nog introductie nodig heeft, regisseerde de dubbelaflevering Grave Danger.

Het CSI-team lost al jarenlang de meest ingewikkelde moordzaken op, maar komt pas echt voor een uitdaging te staan als een collega ontvoerd en levend begraven wordt. Tarantino – die schijnbaar een diepgewortelde afkeer koestert tegenover levend begraven worden, aangezien hij het The Bride in Kill Bill: Volume 2 ook al aandeed – bedacht het verhaal, maar schreef niet het script.

~

Jammer, want zijn snelle en energieke dialogen zijn nog altijd een van Tarantino’s bekendste handelsmerken. Toch krijgen de personages zeker in het eerste deel van Grave Danger meer dan normaal de ruimte om onderling de banden wat hechter te maken. Nick (George Eads) en Warrick (Gary Dourdan) kletsen – ietwat onwennig – in de kleedkamer over Warrick’s uitgaansleven en de rollen binnen het team worden nog eens extra benadrukt: papa Grissom (William Petersen), mama Catherine (Marg Helgenberger) en puberdochter Sara (Jorja Fox). Deze extra aandacht voor de personages kan dankzij de sympathieke cast alleen maar verwelkomd worden.

Valse sporen

Tarantino, een uitgesproken CSI-fan, weet gelukkig op andere manieren zijn stempel op Grave Danger te drukken. Zo duiken overal in Las Vegas opeens cowboys op. Bovendien is vooral het tweede deel van Grave Danger ongekend spannend. Dat komt deels omdat het leven van een vertrouwd teamlid op het spel staat, maar ook door de vele valse sporen en dramatische wendingen die Tarantino uitzet.

De kracht van CSI: Las Vegas – ondanks spin-offs CSI: New York en CSI: Miami voor velen nog altijd de enige echte CSI – schuilt in het feit dat je de serie niet hoeft te volgen om met plezier naar een aflevering te kijken. Tegelijkertijd voegt het volgen van de serie alleen maar méér toe aan de personages en de afleveringen. Deze kracht wordt gedeeld door Grave Danger, die op deze dvd wegkijkt als een spannende speelfilm in plaats van een in tweeën geknipte televisieaflevering.

Actie

Tarantino, die in het verleden al eerder een uitstapje maakte naar de televisiewereld met de ER-aflevering Motherhood, heeft met Grave Danger een waardige seizoensfinale afgeleverd. Grave Danger kijkt bijzonder lekker weg en is uitermate spannend. Door het veelal ontbreken van de typerende dialogen is het misschien niet helemaal op-en-top Tarantino, maar het resultaat blijft trouw aan CSI, en zit boordevol actie. De aflevering zal waarschijnlijk ook op de boxset van seizoen 5 staan, die begin volgend jaar uitkomt. Voor diegenen die niet zo lang kunnen wachten ligt Grave Danger nú al in de winkels.

Theater / Voorstelling

Wunderbaum onderzoekt de wortels van agressie

recensie: Rollende Road Show (Wunderbaum)

.

~

Wunderbaum doet dit op een eigenzinnige manier. Hun zelfgeschreven stukken werken ze vaak zonder regisseur uit en de voorstelling komt tot stand door improvisatie. Voor Rollende Road Show gebruikten ze daarbij ook materiaal uit een enquête die ze onder Gentse buurbewoners hielden. Er is geen verhaallijn of plot, enkel associatief achter elkaar gespeelde scènes, soms zonder tekst, soms met zang, soms heel fysiek. Dit soort vernieuwend en experimenteel theater schijnt beter te gedijen in het Belgische theaterklimaat. Wellicht vertrokken daarom talentvolle regisseurs als Cassiers en Simons het afgelopen jaar naar het zuiden.

Onheilspellend

Het jonge acteursgezelschap Jonghollandia volgde regisseur Johan Simons van ZT/Hollandia in Eindhoven naar zijn nieuwe werkplek in Gent en gaat daar nu verder als Wunderbaum. De groep (wisselend van samenstelling maar met een vaste kern van vijf acteurs) werkt ook samen met Productiehuis Rotterdam en is nu in de havenstad Rotterdam te zien. Letterlijk in de haven zelfs, want de Rollende Road Show is een locatievoorstelling en speelt zich af in een industrieel pand aan het water, waar op de houten banken mooie witte wollen dekens klaar liggen tegen de kou. De kale speelruimte kreeg door kleine ingrepen van vaste vormgever van Otterdijk precies dezelfde combinatie van rauwe alledaagsheid en onheilspellende vervreemding die ook het spel kenmerkt.

~

De vijf jonge acteurs tonen agressie in al zijn vormen, van vandalisme en pesterijen tot openlijk sadisme en gevaarlijke ontkenning. Waardoor wordt agressie opgeroepen en wat doe je er vervolgens mee? Onderga je het lijdzaam, sloop je een tafel of sla je met een loden pijp een paar voortanden eruit? De acteurs lijken in hun teksten en personages vaak dichtbij zichzelf te blijven en dat maakt het sterke spel nog indringender. De kostuums zijn subtiel, keurig zelfs, maar de acteurs rollen er mee door het stof en spelen zich onafgebroken zo gedreven in het zweet dat je de meeslepende drive van het geweld kan voelen. De snoeiharde live ‘electro ’n roll’ van de drie muzikanten van Mascotte, die voor deze gelegenheid onder het Wunderbaum-label meespelen, draagt hieraan bij.

Vragen

Het laatste gedeelte van deze associatief samengestelde voorstelling is het indringendst. Hier lijken de acteurs tijdens een repetitie van gedachten te wisselen, maar ondertussen maken ze elkaar om beurten genadeloos af; dat alles onder het mom van een creatief en democratisch werkproces. Het geraffineerde machtsspel, met de subtiele kleinerende opmerkingen, de aanvallen op de zwakke plekken, de smalende lachjes en de heimelijk gewisselde blikken van verstandhouding is helaas heel herkenbaar. De loden pijpen blijven netjes in de kast, maar het is schrijnend om te zien hoe de groep steeds geniet van het pesten zelf en van de ontreddering van het slachtoffer.

Het ontbreken van een lineaire verhaallijn betekent niet dat een voorstelling als deze niets kan vertellen. Integendeel. De vragen die Wunderbaum hier zo levensecht en indringend oproept zijn actueel en belangrijk. Scherp genoeg om goed over na te denken, en fascinerend genoeg om twee uur naar te kijken. Rollende Road Show is betrokken, gepassioneerd en mooi theater met een springlevend kloppend hart.

Rollende Road Show is in 2005 nog te zien tot en met 26 november. Kijk hier voor een actuele speellijst.

Kunst / Expo binnenland

Fysieke betrokkenheid zet je aan het denken

recensie: Olafur Eliasson - Notion Motion

De Deense kunstenaar Olafur Eliasson heeft in de afgelopen tien jaar een bijzonder oeuvre opgebouwd. De meeste mensen zullen hem kennen van zijn Weather Project, de gele ‘zon’ die in 2003 te zien was in Tate Modern in London. Veel van Eliassons werk gaat over natuurlijke verschijnselen zoals regenbogen, zonsondergangen, watervallen, ‘geurmuren’, mist en lichtbundels. Speciaal voor de drie grootste tentoonstellingszalen van Museum Boijmans Van Beuningen heeft hij een project ontwikkeld waarin de visualisering van lichtgolven centraal staat.

Wheather report, in Tate Gallery (London, 2003)
Wheather report, in Tate Gallery (London, 2003)

Olafur Eliasson is geboren in Kopenhagen in 1967 en heeft er van 1989 tot 1995 op de Royal Academy of Arts gestudeerd. Hij heeft ondermeer deelgenomen aan tentoonstellingen in het Guggenheim Museum in New York en het Museum of Contemporary Art in Los Angeles. Voor al zijn werk gebruikt Olafur Eliasson grootheden en elementen die aan het weer gerelateerd zijn: water, licht, temperatuur en druk. Met zijn installaties creëert hij de illusie van natuurlijke verschijnselen in bebouwde omgevingen – zoals een straat of een kunstgalerie. Hiermee zet hij de bezoeker aan het denken over de betekenis en perceptie van de visuele omgeving en wil vragen oproepen als ‘Wat is mijn rol in deze omgeving?’, ‘Wat voor invloed heb ik op de omgeving?’ en ‘Hoe kan ik de omgeving beïnvloeden?’ Volgens Olafur Eliasson is verandering mogelijk door constant vragen te stellen. Eliassons werk getuigt van een kritische blik ten opzichte van de hedendaagse consumptiemaatschappij waarin iedereen maar klakkeloos consumeert wat hem voorgeschoteld wordt. Momenteel woont en werkt Olafur Eliasson in Berlijn.

Kubisme

Eliasson probeert met zijn werk de bezoeker bewust te maken van diens perceptie, een motief dat afkomstig is uit het kubisme. Kubisten begonnen al rond 1910 met het ontwikkelen van een andere kijk op kunst. De beleving en de relatie tussen de kijker en het schilderij stond hierbij centraal. Schilderijen verbeeldden niet langer statische stillevens of romantische landschappen, maar tijd en ruimte werden op een nieuwe manier onderzocht en vormgegeven. Door objecten van verschillende standpunten gefragmenteerd weer te geven, leek het alsof een object of beweging driedimensionaal vastgelegd kon worden op het platte, witte doek. Hierdoor wordt de toeschouwer geconfronteerd met tijd en ruimte.

Licht en water

De drie installaties in Museum Boijmans Van Beuningen zijn groots en indrukwekkend, maar tegelijkertijd van een geruststellende eenvoud. Door met een lichtbundel op water te schijnen, worden trillingen van het wateroppervlak op de wanden geprojecteerd. Kleine rimpelingen zijn van grote invloed op de wandprojecties. Langs de bakken met water fungeren houten planken als looproute door de gehele tentoonstelling.

~

Bij de eerste bak met water tref ik een vrouw aan met twee kinderen. De vrouw ligt op de houten planken aandachtig te kijken naar de lichtgolven die op de wand worden geprojecteerd. Terwijl haar kinderen een beetje verveeld met hun vingers in het water zitten te spelen, kijkt ze naar de projecties alsof er elk moment iets spectaculairs staat te gebeuren. Boven de waterbak hangt een spons die met een touw in verbinding staat met een soort klok aan de wand. Na enkele minuten wachten, waarin ik mezelf als rationeel mens afvraag wat de bedoeling van het geheel is, maken de kinderen een enthousiast geluid; de spons valt in het water waardoor het hele wateroppervlak in beweging komt en de reflecties op de muur bewegen als op hol geslagen hartslagen. Ik heb nooit geweten dat zoiets simpels als bewegende lichtgolven zo mooi kan zijn.
Nieuwsgierig gemaakt door een hard piepend geluid loop ik verder naar de volgende bak met water. Er staat een aantal volwassen mensen op planken te springen waardoor die wat omhoog komen van het vloerniveau. Telkens als iemand op een plank gaat staan, kijkt de rest wat er met de lichtgolven gebeurt, in de hoop dat er een zichtbare verandering optreedt. Pas als ze met zijn vieren als een stel kleine kinderen springen, zien we de lichtgolven reageren. Tevreden lopen de mensen weer verder.

Aanrader

~

Veel van Olafur Eliassons installaties zijn gebaseerd op de vraag waar we in de samenleving nog onze zintuigen gebruiken om onze omgeving te definiëren. Doordat er een directe relatie ontstaat tussen de bezoeker en zijn omgeving, raakt het individu zich bewust van de mogelijkheden om zelf in te grijpen. Wat dat betreft, zijn de waterinstallaties in het Museum Boijmans Van Beuningen zeker geslaagd. Bezoekers vragen zich af waar de enorme installaties voor zijn bedoeld en worden geprikkeld om zelf op onderzoek uit te gaan. Ze worden nieuwsgierig naar de invloed die zij hebben op de lichtprojecties door het beïnvloeden van het wateroppervlak. Notion Motion is een tentoonstelling die je aan het denken zet. Op het eerste gezicht ziet het er een beetje rommelig uit, maar dat verdwijnt snel door de uitdaging betrokken te raken bij de objecten. Een echte aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de moderne kunst.

Notion Motion is nog tot en met 8 januari 2006 te zien in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.

Muziek / Album

Doorgewinterde debutante

recensie: Martha Wainwright - Martha Wainwright

Het Nederlandse publiek kon al eerder dit jaar kennismaken met Martha Wainwright tijdens het festival Bazar Curieux, waar haar optreden tot een van de hoogtepunten behoorde. Nu is er haar debuutalbum, met de titel Martha Wainwright. Een album waar ze anderhalf jaar aan heeft gewerkt en waar met veel nieuwsgierigheid naar werd uitgekeken. Niet in de laatste plaats omdat ze de dochter is van folkartiesten Loudon Wainwright III en Kate McGarrigle. En dan is er ook nog haar bekende broer, rijzende ster en muzikaal wonderkind Rufus Wainwright.

Goed, het is een beetje flauw dat haar bekende familie er te pas en te onpas wordt bijgesleept. Maar het is moeilijk de beste mensen onvermeld te laten. Sterker nog: het wordt je vrijwel onmogelijk gemaakt. Zo speelt haar moeder op twee nummers mee en horen we broer Rufus ook meerdere malen voorbij komen. Haar vader doet niet mee op de plaat, maar die zingt ze dan wel weer toe in Bloody Mother Fucking Asshole.

Levenservaring

~

Een van de redenen dat het vrij lang geduurd heeft voordat haar eigen album er kwam, is dat ze nogal kieskeurig was bij het uitzoeken van de producer. Die vond ze uiteindelijk in de persoon van Brad Albetta, met wie ze zo’n achttien maanden aan haar liedjes werkte. Een andere reden die Wainwright achteraf geeft, is dat ze eerst wat levenservaring moest opdoen voordat ze definitief voor een muzikaal bestaan zou kiezen. Bij het beluisteren van de liedjes lijkt het alsof de zangeres in de jaren dat ze die ervaring opdeed, vooral veel hartzeer heeft opgelopen. Haar teksten zijn heel persoonlijk (ze zingt zelfs over de gedachte aan zelfmoord) en gaan veelvuldig over liefde en leed. Ondanks alle ellende klinkt er echter ook altijd hoop door.

Tijdloos

Met haar stem weet ze in elk nummer moeiteloos de juiste emotie op te roepen. Zo klinkt ze soms klein en kwetsbaar (Don’t Forget), dan schreeuwt ze wanhopig (Ball & Chain) en dan weer klinkt ze sterk en ongelooflijk kwaad (Bloody Mother Fucking Asshole). Welke toon ze ook aanslaat, ze weet altijd te ontroeren. Soms doet ze denken aan andere grote vrouwen in de muziek, zoals Kate Bush, Stevie Nicks, Joni Mitchell of Tori Amos. Maar Wainwright heeft bovenal een heel authentiek en tijdloos geluid. Zowel wat betreft haar eigen materiaal als haar vertolkingen van andermans werk.

Net als haar broer put ze dankbaar uit de rijke muziekhistorie. Haar vertolking van Whither Must I Wander (geschreven door Robert Louis Stevenson, auteur van ondermeer Dr. Jekyll and Mr. Hyde) is een goed voorbeeld van dat tijdloze. Hoewel de melodielijn duidelijk een negentiende eeuwse oorsprong verraadt, trekt Wainwright het nummer op geheel eigen wijze naar het hier en nu.

Dertien prachtige warme nummers op een album dat ontroert. Martha Wainwright is een krachtige, nieuwe stem in de folkscene en daarbuiten, en haar debuut is er een met klassieke allure. De familie kan trots op haar zijn.

Martha Wainwright opent 25 november en 26 november 2005 voor haar broer in respectievelijk de Stadsschouwburg Groningen en Paradiso Amsterdam. Ze staat de 29e in Rotown Rotterdam en op 1 december in de Melkweg Amsterdam.