Tag Archief van: landscape

Boeken / Fictie

Alsof de redacteur heeft liggen slapen

recensie: Ivan Gontsjarov - Het Ravijn

Als Oblomov de roman van de verveling is, dan is Het Ravijn de roman van de hartstocht. Beide dikke pillen zijn van de Russische schrijver Ivan Gontsjarov, maar aan de eerste dankt hij zijn roem. Oblomov is de roman uit 1857, waarin de gelijknamige protagonist honderd pagina’s nodig heeft om uit bed te komen. In Het Ravijn uit 1870 komt de hoofdpersoon tot meer.

Ook Boris Rasjki is aanvankelijk bevangen door een existentiële lusteloosheid, de ennui. Rasjki’s fundamentele eigenschap is echter dat elk gaaf vrouwengezichtje zijn bloed sneller doet stromen. Daarom zoekt het 35-jarige lid van de Sint-Peterburgse aristocratie zijn levenstaak in zijn bestaan als kunstenaar. Hij wil de essentie van elk vrouwelijk wezen vangen in de kunsten. Hierin ligt tegelijkertijd het fundamentele ongemak van Rasjki: hij weet niet te kiezen tussen die kunsten. Hij kan heel aardig piano spelen, hij weet hoe te schilderen, schrijven en beeldhouwen. Maar zich werkelijk toeleggen op één van de vier lukt hem niet. Uiteindelijk blijft Rasjki steken in ontevredenheid.

Grootsteedse hartstocht

Rasjki besluit de zomer buiten het drukke Sint-Petersburg door te brengen. Aan de Wolga ligt namelijk het landgoed dat hij ooit van zijn moeder erfde. Nooit keek hij er naar om, het beheer liet hij over aan zijn oudtante Tatjana Markovna. Deze laatste bewoont samen met twee van zijn nichtjes, die inmiddels begin twintig zijn, en een keur aan personeel het huis en het omringende land. Rasjki verwacht bij zijn nichtjes (die volledig beschermd opgevoed worden) en zijn oudtante (een strenge en ascetisch levende vrouw) weinig van de grootsteedse hartstocht aan te treffen. Maar ook hier, ver van de urbane wereld, broeit onderhuids vanalles. Eén van de werksters is bezeten door een onbedwingbare hunkering naar mannen, en wordt steevast door haar jaloerse echtgenoot afgeranseld. Een oude schoolvriend van Rasjki is getrouwd met een prachtige vrouw, die gevaarlijk vaak gesprekken voert met ene monsieur Charles. En ook Rasjki’s nichtjes zijn volwassen geworden en hebben hun eigen geheime verlangens. Zonder uitzondering brandt in eenieder een hartstochtelijk vuur.

I.A. Gontsjarov
I.A. Gontsjarov

Gontsjarov heeft zijn roman, waarover hij zo’n twintig jaar deed, geen geëxalteerde schwung meegegeven. “Mijn haar valt uit van verveling”, schijnt Toergenjev te hebben gezegd toen hij nog maar een betrekkelijk deel van de 795 pagina’s had gelezen. Inderdaad sleept Het Ravijn zich gestaag voort. Het boek bestaat grotendeels uit lange dialogen en uitgebreide gedachtengangen van de personages. Hiernaast schrijft Gontsjarov weinig beeldend. Het is echter – en dat is de werkelijke kunst van deze schrijver – nooit een crime om de roman te lezen. Ook al ontspint het verhaal over Rasjki, zijn oudtante, zijn nichtjes en de vele bijfiguren zich op een nog al nonchalante wijze en is er pas na zo’n tweederde van het boek van een plot te spreken, toch houdt het werk een slepende kracht die liefhebbers van Het Bureau eveneens zal bevallen. Hinderlijk kan slechts zijn dat de personages af en toe onnavolgbaar zijn in hun bevliegingen. De meest wisselende emoties vliegen elkaar snel opvolgend van de bladzijden, alsof je met een handvol manisch-depressieven van doen hebt.

Tweedracht

Het Ravijn is literatuur die tweedracht zwaait. Terwijl Maarten ’t Hart en Michaël Zeeman de verveling die over de lezer heen komt prijzen, gruwt Doeschka Meijsing in haar essay in Vrij Nederland juist van Gontsjarovs wijdlopigheid. Meijsing prefereert Oblomov. Het Ravijn mag dan niet de grootste Russische klassieker zijn, het stemt zondermeer tot vreugde dat er nu een Nederlandse vertaling is. Gontsjarovs laatste grote werk is uitgegeven in de klassieke serie van Athenaeum – Polak & van Gennep: met harde kaft, rood leeslint en gestoken in een foedraal. Het is opvallend, helemaal bij zo’n luxe editie, dat deze uitgave van Gontsjarovs laatste grote werk ontsierd wordt door vele typfouten. Op een gegeven moment wordt de naam van Rasjki’s vriend Leonti zelfs verwisseld met die van Rasjki zelf, dat is toch het toppunt. Alsof de redacteur heeft liggen slapen.

Boeken / Fictie

Alsof de redacteur heeft liggen slapen

recensie: Ivan Gontsjarov - Het Ravijn

Als Oblomov de roman van de verveling is, dan is Het Ravijn de roman van de hartstocht. Beide dikke pillen zijn van de Russische schrijver Ivan Gontsjarov, maar aan de eerste dankt hij zijn roem. Oblomov is de roman uit 1857, waarin de gelijknamige protagonist honderd pagina’s nodig heeft om uit bed te komen. In Het Ravijn uit 1870 komt de hoofdpersoon tot meer.

Ook Boris Rasjki is aanvankelijk bevangen door een existentiële lusteloosheid, de ennui. Rasjki’s fundamentele eigenschap is echter dat elk gaaf vrouwengezichtje zijn bloed sneller doet stromen. Daarom zoekt het 35-jarige lid van de Sint-Peterburgse aristocratie zijn levenstaak in zijn bestaan als kunstenaar. Hij wil de essentie van elk vrouwelijk wezen vangen in de kunsten. Hierin ligt tegelijkertijd het fundamentele ongemak van Rasjki: hij weet niet te kiezen tussen die kunsten. Hij kan heel aardig piano spelen, hij weet hoe te schilderen, schrijven en beeldhouwen. Maar zich werkelijk toeleggen op één van de vier lukt hem niet. Uiteindelijk blijft Rasjki steken in ontevredenheid.

Grootsteedse hartstocht

Rasjki besluit de zomer buiten het drukke Sint-Petersburg door te brengen. Aan de Wolga ligt namelijk het landgoed dat hij ooit van zijn moeder erfde. Nooit keek hij er naar om, het beheer liet hij over aan zijn oudtante Tatjana Markovna. Deze laatste bewoont samen met twee van zijn nichtjes, die inmiddels begin twintig zijn, en een keur aan personeel het huis en het omringende land. Rasjki verwacht bij zijn nichtjes (die volledig beschermd opgevoed worden) en zijn oudtante (een strenge en ascetisch levende vrouw) weinig van de grootsteedse hartstocht aan te treffen. Maar ook hier, ver van de urbane wereld, broeit onderhuids vanalles. Eén van de werksters is bezeten door een onbedwingbare hunkering naar mannen, en wordt steevast door haar jaloerse echtgenoot afgeranseld. Een oude schoolvriend van Rasjki is getrouwd met een prachtige vrouw, die gevaarlijk vaak gesprekken voert met ene monsieur Charles. En ook Rasjki’s nichtjes zijn volwassen geworden en hebben hun eigen geheime verlangens. Zonder uitzondering brandt in eenieder een hartstochtelijk vuur.

I.A. Gontsjarov
I.A. Gontsjarov

Gontsjarov heeft zijn roman, waarover hij zo’n twintig jaar deed, geen geëxalteerde schwung meegegeven. “Mijn haar valt uit van verveling”, schijnt Toergenjev te hebben gezegd toen hij nog maar een betrekkelijk deel van de 795 pagina’s had gelezen. Inderdaad sleept Het Ravijn zich gestaag voort. Het boek bestaat grotendeels uit lange dialogen en uitgebreide gedachtengangen van de personages. Hiernaast schrijft Gontsjarov weinig beeldend. Het is echter – en dat is de werkelijke kunst van deze schrijver – nooit een crime om de roman te lezen. Ook al ontspint het verhaal over Rasjki, zijn oudtante, zijn nichtjes en de vele bijfiguren zich op een nog al nonchalante wijze en is er pas na zo’n tweederde van het boek van een plot te spreken, toch houdt het werk een slepende kracht die liefhebbers van Het Bureau eveneens zal bevallen. Hinderlijk kan slechts zijn dat de personages af en toe onnavolgbaar zijn in hun bevliegingen. De meest wisselende emoties vliegen elkaar snel opvolgend van de bladzijden, alsof je met een handvol manisch-depressieven van doen hebt.

Tweedracht

Het Ravijn is literatuur die tweedracht zwaait. Terwijl Maarten ’t Hart en Michaël Zeeman de verveling die over de lezer heen komt prijzen, gruwt Doeschka Meijsing in haar essay in Vrij Nederland juist van Gontsjarovs wijdlopigheid. Meijsing prefereert Oblomov. Het Ravijn mag dan niet de grootste Russische klassieker zijn, het stemt zondermeer tot vreugde dat er nu een Nederlandse vertaling is. Gontsjarovs laatste grote werk is uitgegeven in de klassieke serie van Athenaeum – Polak & van Gennep: met harde kaft, rood leeslint en gestoken in een foedraal. Het is opvallend, helemaal bij zo’n luxe editie, dat deze uitgave van Gontsjarovs laatste grote werk ontsierd wordt door vele typfouten. Op een gegeven moment wordt de naam van Rasjki’s vriend Leonti zelfs verwisseld met die van Rasjki zelf, dat is toch het toppunt. Alsof de redacteur heeft liggen slapen.

Theater / Voorstelling

Nuchtere Oom Vanja moet oppassen voor onverschilligheid

recensie: Oom Vanja (Theatergroep Würz)

De Rotterdamse Theatergroep Würz speelt Tsjechovs Oom Vanja in een verrassende bewerking van regisseur en acteur Jules Terlingen. Het resultaat is een luchtige, niet heel evenwichtige maar desondanks onderhoudende voorstelling.

De oude huishoudster schilt appels. Het is een hele schaal vol en er komt geen einde aan. Niet dat het wat uitmaakt, meer werk zal er vandaag toch niet uit haar handen komen. Ook Wanja en zijn nichtje Sonja brengen niets meer van hun dagelijkse harde werk op hun landgoed terecht. De oorzaak ligt in het bezoek van professor Serebrjakov en diens oogverblindend mooie en jonge vrouw Jelena. Het huishouden is geheel ontregeld. Het eten wordt niet meer op tijd geserveerd, de thee wordt koud en niemand komt meer aan zijn werk toe. Wanja is smoorverliefd op Jelena en ook huisvriend dokter Astrov heeft het zwaar van haar te pakken. Sonja weet zich op haar beurt geen raad met haar onbeantwoorde liefde voor Astrov, Jelena verveelt zich te pletter en de professor is boos omdat hij niet genoeg aandacht van zijn familie krijgt. Het resultaat van al deze onbeantwoorde liefdes is allesoverheersende eenzaamheid en lamlendigheid.

Lachspieren

~

Würz speelt Oom Vanja in een eenvoudig wit decor. Centraal staat een brede witte houten trap, in een ongekunstelde en heldere belichting. Een Russische versie van The House of the Rising Sun klinkt te pas en te onpas snoeihard uit de boxen en werkt na een tijdje behoorlijk op de lachspieren. De vormgeving van beeld, licht en geluid is zeer rechttoe rechtaan en heeft als primair doel de zwaarte van het stuk vooral te relativeren.

Maar ook op andere vlakken weet deze Oom Vanja te verrassen. Terlingen heeft in zijn bewerking tekst en personages geschrapt en een groot deel van de teksten van de slappe Wanja aan de meer gepassioneerde Sonja gegeven. Daarnaast zijn de personages in zijn regie nogal schetsmatig vormgegeven. Zo krijgt elk een helder basismotief, wat de voorstelling overzichtelijk en behapbaar maakt.

Nuchterheid

Vaak wordt bij stukken van Tsjechov de verveelde, uitzichtloze situatie van de personages als hoofdthema genomen. Het smachten naar verandering, maar dat niet kunnen bereiken is een typisch Tsjechoviaans thema. Zo maakte Toneelgroep Amsterdam vorig seizoen een uitermate trage en gedetailleerde Oom Wanja die zich bijna letterlijk van scène naar scène voortsleepte en zo de hopeloosheid indringend voelbaar maakte.

~

Würz pakt dit anders aan. Zonder de situatie te willen ontkennen, proberen de acteurs die toch zo licht mogelijk te presenteren. Dit levert een luchtige, vaak grappige voorstelling op die – zeker voor een Tsjechov – met vaart wordt gespeeld. De slome lijdzaamheid waarmee Tsjechovs personages vaak hun lot dragen is hier vervangen door een vrolijk soort oprechte nuchterheid. Als Astrov tegen Wanja zegt: “eigenlijk heb je een nieuw leven nodig, maar ach, je zou toch niet weten wat je ermee aan zou moeten”, lachen beiden smakelijk om deze wrange waarheid.

Realiteitszin als moderne variant van de Tjechoviaanse onontkoombaarheid van het lot, het is een interessante insteek. Maar er ligt een gevaar op de loer. Die realistische nuchterheid ligt namelijk dichtbij onverschilligheid. En onverschillige theaterpersonages zijn niet interessant omdat ze niet ontroeren. Het gesnurk van de dienstmeid mag dan hilarisch zijn, het haalt wel alle ontroering uit de liefdesscène tussen Jelena en Astrov. Het evenwicht tussen die nuchterheid en onverschilligheid zal hopelijk tijdens de verdere speelperiode gevonden worden. Dan heeft Würz een sterke voorstelling in handen.

Oom Vanja speelt nog tot en met 8 oktober 2005.

Film / Films

Antieke Hollywoodfilms

recensie: Fury // House of Wax // Bad Day at Black Rock

Distributeur Warner presenteert deze maand fraaie dvd-edities van vier antieke Hollywoodrolprenten: Fritz Langs eerste Amerikaanse film, de inspiratie voor een recente horrorfilm, en een western van veteraan John Sturgess. Veel gemeen hebben ze niet, interessante films zijn het wel – en voor het eerst in degelijke vorm op dvd verkrijgbaar.

Fury

(Fritz Lang, 1936)

~

Fury is de eerste Amerikaanse film van Fritz Lang, de wereldberoemde Duitse regisseur van klassiekers als Metropolis en M. We zien Spencer Tracy als Joe Wilson, een man die wordt opgepakt omdat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij een ontvoering. Het onderzoek is nog gaande, maar door misverstanden en geroddel is de lokale bevolking ervan overtuigd dat Wilson de dader is. Verblind door woede eisen ze gerechtigheid en wanneer de politie niet meewerkt, steken ze de gevangenis in brand. Maar Wilson ontsnapt, zonder dat iemand het weet, en zint op wraak. De film werd geproduceerd door MGM, een studio die bekend stond om zoetsappige musicals en liefdesfilms. Deze rauwe sociale/politieke/geweldsfilm paste dan ook niet helemaal in hun straatje en het schijnt dat MGM behoorlijk wat scherpe randjes heeft weggevijld. Het is ook zeker niet Langs beste film, maar desondanks een grotendeels sterke film die niet aan kracht heeft ingeboet. De DVD is voorzien van een interessant audiocommentaar van regisseur Peter Bogdanovich (en van Fritz Lang, uit oude geluidsopnames), die uitlegt hoe zwaar de cultuurverschillen tussen Europa en Hollywood wogen bij het maken van de film.

House of Wax

(André de Toth, 1953)

~

Vincent Pryce is voornamelijk bekend geworden door zijn acteerwerk in horrorfilms. House of Wax, uit 1953, is een van de eerste waarin hij te zien is. Hij speelt professor Jarrod, een maker van wassen beelden, die ternauwernood een grote brand in het wassenbeeldenmuseum overleeft. Zijn handen en benen functioneren nauwelijks nog, maar toch weet hij een nieuw museum op te zetten. Wanneer Cathy, een plaatselijke jonge vrouw, het museum bezoekt, vindt ze dat de beelden verdacht veel op pas overleden of verdwenen mensen lijken. Het museum blijkt enger en gevaarlijker te zijn dan iemand had durven vermoeden. House of Wax is typisch zo’n film die er anno 2005 erg gedateerd uit ziet. Het acteerwerk is over the top en de kleuren zijn te rood. Er zitten echter wel enkele prachtige (en angstaanjagende) scènes in: bijvoorbeeld in het begin van de film als Cathy in nachtelijke straten achterna gezeten wordt door een misvormde moordenaar, en tegen het einde als ze in haar eentje ’s nachts door het wassenbeeldenmuseum dwaalt. Poppen die blijken te leven, echte mensen die tot beeld gewaxt worden, misvormde lichamen – al met al genoeg reden voor een spannend avondje uit 50 jaar geleden (met 3D-bril!). Leuk: de film waar House of Wax op gebaseerd is, Mystery of the Wax Museum van Michael Curtiz (Casablanca) uit 1933, staat als extra op de DVD.

Bad Day at Black Rock

(John Sturges, 1954)

~

Black Rock is zo’n stadje waar de tijd heeft stilgestaan. Een stadje in het oude Wilde Westen waar anno 1945 nog steeds de wet van de sterkste geldt (en dat is niet altijd een rechtvaardige wet). De eenarmige John Macreedy, gespeeld door Spencer Tracy, is om onduidelijke redenen op zoek naar de Japanner Komako die in Black Rock een ranch heeft. Hij blijkt onder verdachte omstandigheden te zijn verdwenen. De bewoners van Bad Rock zijn niet al te happig op de aanwezigheid van Mcreedy en hij moet zijn uiterste best doen om Black Rock levend te verlaten. Ondanks dat het verhaal zich in 1945 afspeelt, doet de hele film denken aan een western. Weidse prairies, een stad vol schurken, de langsreizende vreemdeling: de basisingrediënten voor een western. De film is dan ook geregisseerd door westernregisseur John Sturges (onder andere The Magnificent Seven). Wat verder opvalt aan de film is de kritische noot ten aanzien van de Jappenhaat in de Verenigde Staten na de aanval op Pearl Harbor. Voor de rest is Bad Day at Black Rock een weinig bijzondere film. Het verhaal is wel aardig, maar is erg voorspelbaar uitgewerkt en het acteerwerk is niet bijzonder. De beelden, de muziek, de montage, het is allemaal in orde, maar daar blijft het dan ook bij.

Boeken / Fictie

Ellis over Ellis

recensie: Bret Easton Ellis - Lunar Park

Bret Easton Ellis nam voor zijn nieuwe roman zichzelf als hoofdpersoon. Of niet. De romanschrijvende protagonist van Lunar Park heet Bret Ellis, had in de afgelopen decennia veel succes met controversiële boeken als Less then Zero en American Psycho en ging aan dat succes en de bijbehorende maalstroom van sex, drugs en onafgebroken feesten (“omdat het donderdag is!”) bijna ten onder. Net als de echte Ellis. Een publiciteitsstunt of een weloverwogen literaire truc? Voor de Ellis-liefhebber doet het er weinig toe. Maar een gelukkige Ellis, dat maakt wel verschil.

~

De delirische tocht door glamourland wordt beschreven in het soms tragische, maar vaak ook hilarische eerste hoofdstuk van Lunar Park en lijkt in eerste instantie bekentenisliteratuur. Op Ellis’ officiële website wordt zelfs het woord ‘memoires’ gebruikt. Maar bij deze schrijver is de omslag nooit ver weg. Vanaf het moment dat de verteller heeft verklaard dat “alles wat hierop volgt waar is” vangt een thrillerverhaal aan dat soms tegen het Stephen King-achtige aanhangt, maar ook herinnert aan het werk van David Lynch.

Surreële thriller

Hoofdpersoon Bret is getrouwd met zijn oude vriendin, de actrice Jayne Dennis (ook een real life-personage) en ze wonen in Amerikaans suburbia met twee kinderen – hun zoon en Jayne’s dochter van een andere man. Bret is een zomer lang gelukkig, maar dan beginnen drank en drugs opnieuw zijn leven in te sluipen: “in een tijdsbestek van twaalf dagen stortte alles in”.

Niet alleen met Bret zelf lijkt het mis te gaan, de wereld om hem heen gaat steeds meer lijken op een sinistere karikatuur van ons hedendaagse Rijke Westen. Terrorisme is overal, aan het milieu valt niets meer te redden, kinderen verdwijnen en worden nooit meer teruggevonden. Ondertussen verdooft iedereen (volwassenen, kinderen en zelfs de hond) zichzelf permanent met alle mogelijke antidepressiva en aanverwanten. Mede hierdoor begint de beschreven werkelijkheid steeds onwerkelijker te worden. Net als in Ellis’ voorlaatste boek Glamorama en in American Psycho zijn we als lezer afhankelijk van een weinig betrouwbare en misschien wel licht krankzinnige verteller. Komt de speelgoedvogel van Jayne’s dochter echt tot leven? Staat de grafsteen van Bret’s vader opeens in de tuin? Komt hij werkelijk personages uit zijn eerdere romans (detective Kimball uit American Psycho, studenten uit The Rules of Attraction) tegen? En zichzelf, zij het op veel jongere leeftijd?

Schemerige binnenwereld

Het lijkt allemaal deel uit te maken van het spel dat Ellis altijd speelt, het spel met de werkelijkheid als onderdeel van fictie. Na een uiterst plausibel, realistisch begin worden we ongemerkt – in Lunar Park gaat het vrij subtiel – een surreële schijnwereld binnengeleid. De droge stijl en de vaak ironische toon helpen daarbij, totdat je (als zo vaak bij Ellis) ontdekt dat je niet meer in een thriller zit, maar in de schemerige binnenwereld van een verwarde verteller. Dan begint ook Ellis’ huisstijl weer te domineren: dubbele vertellers, meta-commentaar en onderbroken zinnen.

De plot doet er tegen die tijd niet zoveel meer toe en is trouwens weinig boeiend, net zomin als de helaas veelvuldige ‘realistische’ scènes waarin Bret diepgaande gesprekken met vrouw en zoon voert. Geharde fans zullen, als ze moeten kiezen, toch opteren voor wat meer passages van het soort dat begin jaren ’90 de Amerikaanse National Organisation for Women zo boos maakte. Goed, Ellis was aan vernieuwing toe en karakters die elkaar bij herhaling oprecht ontroerd huilend in de armen vallen, dat is zeker iets anders. Maar het is nauwelijks een verbetering te noemen.

Intertekstueel en autobiografisch

Autobiografisch is de roman niet zozeer in de zin dat we meer details over het leven van de schrijver te weten komen. Hoewel de marketingcampagne rond Lunar Park de nadruk legt op het ‘wel of niet echt’-element, lijken de motto’s voor in het boek te benadrukken dat ieder publiek beeld van een beroemd persoon een constructie is en blijft. Misschien wel autobiografisch is de moeizame houding van de hoofdpersoon tegenover zijn vroeggestorven vader. Naar deze despotische vastgoedmagnaat heeft de schrijver naar eigen zeggen deels ook zijn beroemdste personage gemodelleerd, de misschien wel seriemoordende yup Patrick Bateman uit American Psycho. Zowel zijn vader als dat zo vaak bediscussieerde boek achtervolgen hem in Lunar Park, en met beide probeert Ellis af te rekenen. Kafka-vergelijkingen zullen naar te vrezen valt niet lang op zich laten wachten.

Waarmee allerminst gezegd is dat Ellis niet lustig speelt met intertekstualiteit. Met klassiekers als Lord of the Flies en het werk van Shakespeare, maar liever nog met zijn eigen werk. Want Ellis is een oeuvrebouwer nieuwe stijl: alles wat hij publiceert lijkt een aanvulling op, verdraaiing van, verwijzing naar of omkering van eerder of later werk. Op een lezer die zijn vroegere werk niet gelezen heeft zal dit boek een andere indruk maken dan op de verwoede Ellis-fan: de beginnende Ellis-lezer zal niet opmerken dat Lunar Park die eerdere werken in een ander licht zet.

Catharsis

Ellis’ nadrukkelijke literaire zelfreflectie kan storend werken. Het hangt er vanaf of je houdt van de dingen waar Ellis sterk in is: een stijl als een vlakke woestenij, cynische beschrijvingen, bij vlagen geniale humor, een paranoïde sfeertje en een indrukwekkende emotionele catharsis tot besluit. Wat wel en niet ‘echt’ is doet er niet toe.

De Nederlandse vertaling van De Heer en Jonkers is acceptabel, zij het niet groots. Net als in Glamorama – waar zich vanwege de noodzaak tot snelle publicatie maar liefst drie vertalers aan vergrepen – lees je het Amerikaans er duidelijk achter, iets wat onnatuurlijk werkt. Het originele en trouwens zeer begrijpelijke Engels van Ellis blijft te prefereren. Voor wie nog nooit iets van de schrijver heeft gelezen is Lunar Park ook in dat opzicht misschien wel de meest toegankelijke roman. En voor de Ellis-fanaat is het boek weer een volgend zij het misschien wat zoeter stukje “poisoned candy“.

Nederlandse vertaling: Bret Easton Ellis • Lunar Park • vertaald door Inge de Heer en Johannes Jonkers • Uitgeverij Anthos • prijs: €19,95 (paperback) • 380 pagina’s • ISBN 9041409602

Theater / Voorstelling

20 jaar lang aanstormend cabarettalent

recensie: Cabarestafette (Diverse cabaretiers)

Cabarestafette viert dit jaar het 20-jarig jubileum. Het publiek heeft in deze jaren kennis kunnen maken met zo’n 140 cabaretiers onder wie Bert Visscher, Hans Teeuwen, Theo Maassen en Sanne Wallis de Vries. De avond is opgebouwd uit drie optredens en is meer een festival dan een wedstrijd, zoals vaak ten onrechte wordt gedacht. Iedere avond komen er allerlei vormen en stijlen van cabaret aan bod. Vanavond staat de meer traditionele vorm van Micha Wertheim, de kleinkunst van GEEN FAMILIE en de meer gedurfde vorm van Ilse Warringa op het programma.

De presentatie is zoals altijd in handen van de spitsvondige Jan J. Pieterse. Hij draagt tussen ieder changement kort voor uit eigen werk. Zijn frisse en grappige poëzie over het alledaagse leven past goed bij de avond. Na een gedicht te hebben voorgedragen gooit hij zijn boek als cadeau het dankbare publiek in. “Laat dat voorlezen maar, gooi meteen maar weg!”, aldus Pieterse.

Ilse Warringa

Ilse Warringa. Foto: Diana Wildschut
Ilse Warringa. Foto: Diana Wildschut

Het spits wordt afgebeten door Ilse Warringa, finalist van Cameretten 2003. Vanavond laat ze ons scènes zien uit haar avondvullende programma Bye Bye Blackbird. Ilses stijl is wrang en verwarrend. In een hoog tempo volgen bizarre sketches elkaar op met een duidelijke poging te shockeren. Helaas werkt dit soort confronterende humor hier meestal averechts. Het ligt er te dik bovenop en de onderwerpen zijn niet gelukkig gekozen. Deze lopen uiteen van een rampoefening met Moslims (gaap, haal de Moslims er maar weer bij) tot sekslessen voor kinderen. Het is allemaal erg platvloers, maar dat is duidelijk een bewuste keuze. Ze doet tussendoor een dansje met een klarinet, zingt hier en daar een liedje en vertelt het verhaal van de Kussenman. Dit laatste stuk is ook al zo’n vreemde eend in de bijt. Een tragisch verhaal, tussen al deze ludieke stukken. Ook is het geen verrassend verhaal als je dit theaterstuk van Martin McDonagh al kent.

Het publiek reageert niet erg enthousiast; een klein lachje kan er zo nu en dan wel af, maar echt schuddebuiken zit er niet in. Warringa is wel sterk in stemmetjes en typetjes; van kakmadam tot kindsmeisje en van clown die sekslessen aan kinderen geeft tot vals kreng. Ook heeft ze een goede zangstem, maar ze kan even goed vals zingen en dat is knap. Ze gaat voor verwarring, maar dat is meteen ook het slechte eraan: de coherentie is hierdoor verdwenen. Ilse Warringa lijkt nog zoekende naar haar eigen stem en stijl.

Bye Bye Blackbird is nog tot en met 19 mei te zien in de theaters.

Micha Wertheim

Micha Wertheim. Foto: Felix Kalkman
Micha Wertheim. Foto: Felix Kalkman

Micha Wertheim begint zijn show met een goochelact waarin hij hondjes van ballonnen maakt – en dan ook alleen maar hondjes. Wertheim won in 2004 het Leids Cabaret Festival. Al snel ontpopt hij zich op het podium als een arrogante artiest wiens roem naar zijn hoofd is gestegen. Dit is allemaal gespeeld, en ondanks de irritante zelfgenoegzaamheid blijft hij toch innemend. Al gaat dit trucje – want dat wordt het na verloop van tijd – wel op den duur vervelen omdat het de hele tijd terugkomt. Zo mag het publiek met zijn gewonnen beker op de foto (ja, hij heeft hem meegenomen en betast hem alleen met witte handschoentjes) en citeert hij uit lovende persberichten. Wertheim mag best laten zien dat hij meer in huis heeft en geen one trick pony is. Goochelen is bijvoorbeeld een terugkerend thema in zijn optreden en de show krijgt ook kracht door de vaart en de energie die de man uitstraalt. In het midden van de show zakt het heel even een beetje in, maar gelukkig herstelt hij zichzelf snel. Het publiek is enthousiast en Wertheim mag het meeste applaus van de avond in ontvangst nemen.

Micha Wertheim staat nog tot en met 31 maart in de theaters.

GEEN FAMILIE

GEEN FAMILIE
GEEN FAMILIE

GEEN FAMILIE bestaat uit Niels van der Laan en Jeroen Woe. In april 2005 won het duo het Concours om de Wim Sonneveldprijs. GEEN FAMILIE maakt voorstellingen die het midden houden tussen cabaret, toneel en muziektheater. De twee mannen zijn kleinkunstenaars in hart en ziel, en erg studentikoos. Je houdt ervan of niet en de teneur in de zaal is dan ook verdeeld. Ze zingen liedjes die wel erg in de buurt komen van Acda & De Munnik. Hier en daar hoor ik wel een hitje, zoals het nummer Dikke Doerak.

GEEN FAMILIE vertelt deze avond een verhaal over de boze Ralph. Ralph leidt een teruggetrokken bestaan in het huis van de nieuwe vriend van zijn moeder. Naast Ralph en de vriend komen er nog wat personages langs. Heel leuk gevonden is de rol van Toelichter, een personage dat tussendoor uitlegt wat er nu eigenlijk gebeurt. En dat is geen overbodige luxe, want het is allemaal erg versnipperd en qua verhaalstructuur niet echt boeiend. Gelukkig komt het verhaal aan het einde wel mooi samen, maar echt strak gebeurt het niet. Het is wel erg afwisselend; soms serieus, dan weer ludiek en zo nu en een liedje. Leuk, maar het kan allemaal wel wat gekker en meer overdreven. Het komt nu wat bescheiden, rommelig en bij vlagen zelfs knullig over.

GEEN FAMILIE gaat met een nieuwe voorstelling op tournee in het seizoen 2006/2007.

De Cabarestafette trekt door het hele land en is nog te zien tot en met 8 juni 2006. Elke avond is uniek, omdat er uit een bestand van 25 deelnemers steeds drie andere optredende cabaretiers met hun eigen stijl en vorm worden gekozen.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: El Abrazo Partido // Unborn but Forgotten // The Edukators // The Hillside Strangler

.

El Abrazo Partido

(Daniel Burman, 2004 • Paradiso)

~

Ariel (Daniel Hendler, Leche uit 25 Watts) is een jongeman van zo’n 25 jaar wiens hele leven zich lijkt af te spelen in een overdekt winkelcentrumpje in Buenos Aires, waar hij met z’n moeder een lingeriezaakje runt. Hij is, wat je noemt, zoekende. Zoekende naar zijn roots, naar zijn vader die hen in de steek heeft gelaten, naar zijn identiteit (Argentijns? Joods? Pools?). Hij slentert door het leven, zonder eens stil te staan en zonder te versnellen. Zijn enige doel lijkt te zijn om Pools staatsburger te worden zodat hij weg kan uit Argentinië. Tot zover het verhaal, over naar de stijl. Een van de meest opvallende kenmerken van El Abrazo Partido is dat de film erg onrustig is gefilmd. Anderhalf uur lang wordt de camera in de hand gehouden en er zitten erg veel jump-cuts in: de stijl die Godard bij het grote publiek heeft geïntroduceerd. Deze onrustige, onvaste belden staan in directe relatie met het onrustige en worstelende gevoel Ariel. El Abrazo Partido is een fijne film: klein, intiem, gezellig. Een klassieker zal het niet worden. Of, zoals Ariel zelf aan het begin van de film al zegt: “een verhaal dat niet wereldschokkend is maar wel de moeite van het vertellen waard is”. (Harrie de Vries)

Unborn but Forgotten (Hayanbang)

(Chang-jae Lim, 2002 • Total Film)

~

Dat een zwangerschap en een bevalling pijnlijk kunnen zijn is alom bekend. Maar dat een afgebroken zwangerschap even pijnlijk is en zelfs een dodelijke afloop kan hebben, wordt in Unborn but Forgotten duidelijk. Nadat diverse vrouwen bij een abortuskliniek hun vrucht hebben laten afdrijven sterven deze vrouwen 15 dagen later onder verdachte omstandigheden. Deze film is een van de vele varianten op The Ring. Dit keer geen videobanden die dood en verderf zaaien, maar een internetpagina van een abortuskliniek. Bezoek de site en binnen 15 dagen leg je het loodje. Unborn but Forgotten levert een mooi donker sfeertje met angstige stiltes en huiveringwekkende achtergrondmuziekjes. En niet zoals in de Amerikaanse tegenhangers een van voor tot achter uitgekauwd verhaaltje. Je blijft aan het eind met net genoeg vraagtekens achter om je nog even bezig te houden totdat het vervolg wordt uitgebracht. (Erik Mijers)

The Edukators (Die Fetten Jahre sind Vorbei)

(Hans Weingartner, 2004 • Homescreen)

~

Voor iedereen die deze goed onthaalde film van Hans Weingartner niet in de bioscoop heeft gezien, verschijnt The Edukators nu op dvd. Even het geheugen opfrissen: Jan, Peter en Jule breken in bij luxe villa’s, herschikken het meubilair en laten een boodschap achter. Deze boodschap (“De vette jaren zijn voorbij.” of “Je hebt te veel geld.”) moet de rijken aan het denken zetten over hun weelde en andermans armoe. Sympathieke film met frisse jonge acteurs. De dvd bevat aardig wat extra’s, onder meer een aantal verwijderde scènes. Zoals vaak snap je waarom ze niet in de film hoefden: ze voegen weinig toe. Het alternatieve einde is in principe ook een verwijderde scène; de film gaat gewoon vijf minuten langer door. Dit had wat mij betreft wel in de originele versie gemogen, want het is net een iets fijnere, soepelere afloop. Verder nog een niet al te interessante making of en een leuk item over de perikelen rondom de premièrevertoning in Cannes. Het zijn relatief leuke extra’s, maar zoals bij alle goede films is de dvd ook zonder al de moeite van het huren of kopen waard. (Harrie de Vries)

Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie.

The Hillside Strangler

(Chuck Parello, 2004 • Lime Lights)

~

Maakte het moordende duo Henry en Otis uit Henry: Portrait of a Serial Killer het al behoorlijk bont, de wurgmoordenaar uit de titel van deze film (jaren 80-idool C. Thomas Howell in een bijzondere rol) en zijn neef doen er in dit ranzige werkje nog een schepje bovenop. Chuck Parello (wiens carrière bestaat uit het draaien van goedkope seriemoordenaarsfilms) is dermate toegeweid aan de kunst van het schockeren, dat zijn laatste film voor de liefhebber een zeer vermakelijk, ongegeneerd bruut stukje moordcinema werd. Vergeet Parello’s pretenties van autenticiteit (benadrukt door een op de dvd toegevoegde documentaire)- The Hillside Strangler biedt zijn selecte publiek met zijn jaren 70-sfeer en Howell’s hilarische vertolking meer dan genoeg fout vermaak. (Paul Caspers)

Boeken / Strip

Liefdesgeschiedenissen in Macedonië

recensie: Quintett 1 – Het verhaal van Dora Mars // Quintett 2 – Het verhaal van Alban Meric

Frank Giroud, vooral bekend van de door hem geschreven serie De Tien Geboden, is zoals hij al eerder deed een serie begonnen die per album een andere tekenaar kent. Quintett zal, wat de naam al doet vermoeden, uit vijf delen gaan bestaan. Het eerste deel werd getekend door Cyril Bonin, het tweede door Paul Gillon.

Het verhaal van Dora Mars

~

Tijdens een feestje wordt Dora Mars, een Franse zangeres die carrière probeert te maken, versierd door Armel, een piloot uit het Franse leger. Ze beleven een wilde nacht, maar als Dora ’s ochtends wakker wordt ontdekt ze dat Armel op het punt staat te vertrekken naar een basis in Macedonië. Na zijn vertrek schrijft ze hem vele brieven, waar ze echter geen antwoord op krijgt. Toch blijft ze geloven in zijn liefde voor haar. Als ze wordt uitgenodigd door het leger om voor een basis naar keuze op te treden laat ze die kans dan ook niet liggen en reist ze naar Pavlos, Macedonië, de basis waar Armel zit. Hier merkt ze dat hij ondertussen alweer een ander meisje heeft. Dora geeft de hoop echter niet op en probeert indruk op hem te maken, in de overtuiging dat hij uiteindelijk ook van haar zal gaan houden.

Introductiealbum

In dit eerste album van de Quintett-reeks worden diverse personages geïntroduceerd die we vermoedelijk terug zullen zien in de verdere albums uit deze serie. Elk album kent zijn eigen centrale figuur, en steeds is dat een van de leden van het kleine orkest dat op de legerbasis in Pavlos speelt; het quintett uit de titel. In het verhaal rond Dora ontmoeten we vluchtig de andere leden van het orkest, die in andere albums een grotere rol zullen spelen. Gezamelijke belevenissen van het quintet die we nu van de kant van Dora ervaren, zullen in andere delen van de serie vanuit andere perspectieven beschreven worden.

Plotwendingen

Tekenaar Bonin heeft een realistische stijl, maar wel met een geheel eigen karakter. De gezichten van de personages zijn helaas nogal vreemd getekend, wat ervoor zorgt dat het moeilijk is met ze te sympathiseren. Voor de rest zijn de tekeningen echter zeer goed: de landschappen en gebouwen worden prachtig in beeld gebracht en ook de vliegtuigen zijn een lust voor het oog. Met dank aan de documentatie van Giroud wordt alles zo veel mogelijk historisch correct in beeld gebracht.

Goed begin

Met dit album wordt een goed begin gemaakt voor een eventueel interessante serie. Het is echter wachten op de latere delen om te zien of er ook echt een centrale plot achter zit, of dat het vijfdelige verhaal niet meer dan een verkooptruc is om ons een serie te slijten.

Het verhaal van Alban Meric

~

In dit verhaal volgen we Alban Meric, luitenant in het Franse leger. Eigenlijk zou hij helemaal niet willen meedoen aan de oorlog, en dankzij zijn kennis van de Byzantijnse kunstgeschiedenis weet hij zichzelf gelukkig het ergste te besparen. Hij mag een oud standbeeld restaureren en houdt op die manier veel vrije tijd over. Hij krijgt een relatie met de jonge Griekse herder die hem als ordonnans is toegewezen. Helaas voor Alban werd homoseksualiteit ten tijde van de Eerste Wereldoorlog niet geaccepteerd, en het feit dat zijn Griek minderjarig is hielp ook niet mee. Op een dag wordt Alban benaderd door een man die foto’s genomen heeft van hem en zijn herder, en vanaf dat moment nemen de problemen toe…

Extra laag

Een van de attracties van deze serie is dat gebeurtenissen uit een album gevolgen hebben in de andere albums; dit geeft een extra laag aan het verhaal en Giroud weet dit goed uit te buiten. De tekeningen van Gillon zijn in realistische stijl en passen goed bij het verhaal. Pikant detail is dat een aantal tekenaars weigerde dit verhaal te tekenen in verband met de homoseksuele scènes. Maar ondanks het feit dat Gillon geen eerste keus was brengt hij het er zeer goed vanaf. Dankzij de schetsen van Bonin die hij als basis gebruikte voor zijn tekeningen lijken alle personages en omgevingen ook nog op die uit deel 1.

Ontknopingen

Dit verhaal maakt de belofte van deel 1 deels waar, en er worden toespelingen gemaakt op verdergaande plotwendingen in latere delen. Als we de persberichten mogen geloven wordt alles pas verklaard in deel 5. Als dat echter niet het geval is, zijn deel 1 en 2 in ieder geval leuk om als one-shots te lezen: beiden bieden een interessant liefdesverhaal, vol met situaties die vaak anders in elkaar blijken te steken dan je op het eerste gezicht zou denken.

Quintett 1 – Het verhaal van Dora Mars • Frank Giroud en Cyril Bonin • Uitgeverij Dupuis – Impressie(s) • ISBN 90-314-2709-8 • € 6.95

Quintett 2 – Het verhaal van Alban Meric • Frank Giroud en Paul Gillon • Uitgeverij Dupuis – Impressie(s) • ISBN 90-314-2710-1 • € 6,95

Boeken / Fictie

Harry Potter voor insiders

recensie: Harry Potter and the Half-Blood Prince/ Harry Potter en de halfbloed prins

De officiële uitreiking van de nieuwe Harry Potter vond plaats in het kasteel van Edinburgh. Een select groepje kinderen en de enthousiaste beheerders van de twee meest succesvolle fansites ontvingen, klokslag middernacht, het boek uit handen van J.K. Rowling zelf. Overal ter wereld konden gewone stervelingen het boek op datzelfde tijdstip aanschaffen, zodat ze er die nacht direct in konden beginnen.

In de vroege uurtjes, na een nacht stug doorlezen, mochten de volwassenen de schrijfster interviewen. Ze vroegen haar of ze na boek 7 nog een boek over Harry Potter zou schrijven:

The most likely thing, I’ve said this a few times before, would be an encyclopaedia in which I could have fun with the minor characters and I could give the definitive biography of all the characters.

J.K. Rowling heeft thuis namelijk dozen vol background story, met onder andere de favoriete kleuren van de hoofdpersonen en de vorm van Rons patronus: een Jack Russell.

Niet alleen voor fanatici

~

Zo’n encyclopedie is niet alleen leuk voor fanatici, hij is inmiddels wel haast noodzakelijk om het verhaal te kunnen blijven volgen. J.K. Rowling neemt aan dat haar lezers de toverwereld nu wel goed genoeg kennen om het zonder uitleg te kunnen stellen. Twee jaar is echter een lange tijd om een Profetie woord voor woord te onthouden, laat staan de vertakkingen van Sirius’ stamboom of de precieze werking van het pensieve! Het valt daarom aan te raden eerst boek 5 nog een keer te lezen, voordat je aan boek 6 begint.

Fudge

Desondanks leest Harry Potter and the Half-Blood Prince snel weg. Het is vlot en beeldend geschreven, waardoor het verhaal zich voor je ogen afspeelt. Dit geldt zeker voor de openingsscène op Nr. 10 Downing Street, waar de Engelse Prime Minister en Minister for Magic, Cornelius Fudge, overleg plegen. In de vorige boeken is Fudge (niet alleen het Engelse woord voor toffee, maar ook een werkwoord dat betekent ‘vaag, onduidelijk en onhandig bezig zijn’) neergezet als een typische bazige bureaucraat. Hier blijkt dat de Muggle Minister niet veel beter is, want: ‘It was precisely this sort of behaviour that made him dislike Fudge’s visits so much. He was, after all, the Prime Minister, and did not appreciate being made to feel like an ignorant schoolboy.’

Terroristisch gevaar

Het probleem is echter zo groot dat beide Ministers over hun ego moeten stappen, want Voldemorts activiteiten zijn niet meer te verbergen voor de Muggle-wereld. De problemen in de wereld van Harry Potter doen denken aan het huidige, terroristische gevaar. J.K. Rowling was oorspronkelijk van plan op het kasteel in Edinburgh het eerste hoofdstuk voor te lezen, maar na de aanslagen van 7 juli in Londen, vond ze een verhaal over een massale Muggle-moord ongepast. In plaats daarvan las ze Harry’s bezoek aan de grappenwinkel van Fred en George Weasley voor, misschien wel het beste (en zeker het inventiefste) hoofdstuk van het hele boek.

Post 9/11?

Dit is echter geen Harry Potter post-9/11. J.K. Rowling heeft eerst het hele plot van de serie bedacht en is daarna pas gaan schrijven. Dit is ook duidelijk te merken in de ontwikkeling van de boeken. Langzaam maar zeker wordt er toegewerkt naar een climax, en worden alle puzzelstukjes in stelling gebracht om in boek 7 naadloos op hun plek te vallen. Nadat in de vorige boeken Harry’s leven uit de doeken werd gedaan, pluizen hij en Dumbledore in deze aflevering het verleden van Voldemort uit. Zij hopen hier de sleutel tot zijn ondergang te vinden.

Tijd voor het eindspel

Boek 6 en 7, heeft Rowling al eens laten vallen, vormen sámen het sluitstuk van de serie. Dat is te merken. Harry Potter and the Half-Blood Prince is niet de spannendste Harry Potter, maar is wel een noodzakelijk onderdeel in de compositie. Nog één keer wordt alles op een rijtje gezet, nog één keer gaat Harry naar Hogwarts om daar te leren wat hij zal moeten weten om zijn – zelfgekozen – lot te vervullen. De informatiedichtheid is hoog, maar gelukkig wordt dat afgewisseld met romantische interludes, goede Fred en George grappen en de allerlaatste Quidditch-wedstrijd. Alle kaarten liggen nu op tafel, het is tijd voor het echte eindspel: boek 7.

De Nederlandse vertaling van Harry Potter and the Half-Blood Prince (Harry Potter en de halfbloed prins) is op 19 november bij uitgeverij De Harmonie verschenen.

J.K. Rowling • Harry Potter and the Half-Blood Prince • Uitgever: Bloomsbury (import: Penguin Benelux) • Prijs: € 22,50 (gebonden) • 607 bladzijden • ISBN 0747581088

Nederlandse vertaling: J.K. Rowling • Harry Potter en de halfbloed prins • Vertaling: Wiebe Buddingh • Uitgever: De Harmonie • Prijs € 19,50 (paperback) • 528 bladzijden • ISBN 9061697662

Boeken / Fictie

Ongelukkige levens aan de lopende band

recensie: Michel Krielaars - vanillevla met frambozen

Een boek vol met personen met wie de lezer zich niet wil identificeren, is op zijn zachtst gezegd ongewoon. De nieuwe verhalenbundel van NRC-redacteur Michel Krielaars, vanillevla met frambozen, is zo’n boek. Zijn uiteenlopende personages vechten tegen een bestaan dat ze niet willen leiden, huilen om verloren liefdes of blijven steken in hun zelfgekozen ongeluk. Ontrouw, ongeluk en dood staan centraal in Krielaars nieuwste werk, maar dat is niet het enige dat bij het lezen van dit boek voor een nare nasmaak zorgt.

~

Van een schrijver met een loopbaan als die van Michel Krielaars zou je grootse verhalen verwachten: hij heeft aan de Universiteit van Amsterdam geschiedenis en Ruslandkunde gestudeerd en bracht veel tijd door in Oost-Europa als correspondent bij het actualiteitenprogramma NOVA. Voor vanillevla met frambozen koos Krielaars er echter voor om over alledaagse thema’s te schrijven, en hij bleek meer dan genoeg dramatische teksten in zijn hoofd te hebben. De bundel bevat maar liefst zesentwintig verhalen verdeeld over honderddrieënzeventig pagina’s, en het langste verhaal telt vijftien pagina’s. Alle verhalen van Krielaars zijn van geringe omvang en complexiteit, helaas ontstaan daardoor enkele ongewenste neveneffecten. Sommige personages leer je namelijk zo oppervlakkig kennen dat je hun beweegredenen niet goed kunt volgen en dit zorgt logischerwijs voor irritatie tijdens het lezen.

Vreemd is meer

In de bundel worden mensen zonder ruggengraat en vreemde vogels afgewisseld met ‘normale’ mensen, herkenbare personen in herkenbare situaties. Sommigen maken verkeerde keuzes waar ze vervolgens een groot deel van hun leven voor moeten boeten, anderen komen juist in de problemen omdat ze geen keuzes maken. Ze komen hoe dan ook in de problemen. Met hun levensverhalen lijkt Krielaars dan ook niets anders te willen doen dan het benadrukken van het ongeluk in de wereld. Niet zelden wil je de personages een schop onder hun kont geven en ze zeggen dat ze niet zo veel medelijden met zichzelf moeten hebben. Sommige personages hebben zware psychische problemen, wat ze luguber genoeg bijzonder interessant maakt voor de lezer. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in het ultrakorte titelverhaal, waarin het verhaal wordt verteld van een verwarde man die in vanillevla met frambozen een goedkoop medicijn ziet. Hoewel dit verhaal erg kort is, valt het op prettige wijze uit de toon bij de verhalen over zwakkelingen en saaie personen.

Veel over niets

vanillevla met frambozen zou een stuk vermakelijker zijn als óf de personages wat beter uitgewerkt zouden zijn, óf er wat meer zou gebeuren in het boek. In veel van de verhalen gaan de hoofdpersonen op bezoek bij oude kennissen, vrienden, liefdes of onbekenden, waarna blijkt dat ook zij slechts in het verleden leven. Nu hoeft een boek uiteraard niet volgestouwd te worden met achtervolgingen, maar er moet wel iets zijn dat de aandacht van de lezer vasthoudt. Hier zou overigens tegenin gebracht kunnen worden dat Krielaars, zoals uit de beschouwing op de achterkant van het boek blijkt, de lezer juist wil confronteren met ‘normale’ mislukkingen in het leven. Met vanillevla met frambozen laat hij echter vooral zien dat hij het talent heeft om de lezer met simpele woorden te deprimeren.

Om het boek te lezen heb je geen uitgebreide woordenschat nodig en ook niet veel verbeeldingskracht. Eenvoud staat centraal in vanillevla met frambozen en helaas is het boek voornamelijk kort en nauwelijks krachtig. De personages zijn veelal simpel en persoonlijke kenmerken worden alleen uiteengezet als ze direct van belang zijn in het verhaal. De lezer wordt geconfronteerd met de zwartere kant van het leven, maar dan wel constant begeleid door Krielaars. De deprimerende thema’s in vanillevla met frambozen hebben zeer zeker potentie, maar op Krielaars’ uitwerking ervan valt nog wel het één en ander aan te merken.

Muziek / Album

Geen frisse herhaling

recensie: Röyksopp - The Understanding

Bijna één miljoen exemplaren gingen er van hun in 2001 verschenen debuutalbum Melody AM over de toonbank. Deze eerste cd van het Noorse Röyksopp werd nog voor een groot deel met geleende instrumenten gemaakt, maar inmiddels hebben Torbjørn Brundtland en Svein Berge meer dan genoeg geld op de bank. De heren hebben goed geboerd en zetten hun muzikale verhaal voort met het nieuwe album The Understanding. Je zou bijna wensen dat ze weer platzak waren, want het nieuwste album van de twee Noren is lang zo goed niet als hun debuut.

~

Toen Röyksopp in 1993 begon, haalden ze instrumenten bij de plaatselijke muziekwinkel, om ze een paar dagen later weer terug te brengen met de woorden “toch niet helemaal wat we zochten”. Ondertussen hadden Torbjørn Brundtland en Svein Berge dan met die geleende instrumenten een nieuw nummer in elkaar geflanst. Dit resulteerde uiteindelijk in het hitalbum Melody AM. Vooral in Engeland (waar ze alleen al 500.000 cd’s verkochten) is het Noorse duo wereldberoemd. Maar ook in de rest van de wereld kennen ze de loungy electropop van Röyksopp, dankzij hits als Poor Leno, Remind Me en Eple. Wie het opvallende fluitmelodietje van dat laatste nummer hoorde, had het de rest van de dag in zijn of haar hoofd zitten. Dat was ook de grote kracht van Röyksopp: opvallende nummers met een geheel eigen identiteit. Lekker freaky, fris en anders.

Volgesmeerd

Met het nieuwe album in aantocht, loopt menigeen zich al te verheugen op zomerse, herkenbare melodietjes om mee te neuriën. Helaas, deze mensen komen bedrogen uit. Op The Understanding is er namelijk minder ruimte voor de bekende freaky melodietjes en meer voor de echte songs. Torbjorn Brundtland en Svein Berge leerden echte pop-dance liedjes schrijven. Om de liedjes op te leuken, vroegen ze Dive-zangeres Karin Dreijer, Chelonis R Jones en de onbekende Kate Havnevik om de vocalen voor hun rekening te nemen. Verder lijkt het alsof de heren een hele berg nieuwe synthesizers van het met Melody AM verdiende geld hebben gekocht. En dat is goed te merken: The Understanding is van onder tot boven vol gesmeerd met geluid. Af en toe op het bombastische af, zoals op de huidige single Only This Moment.

Met deze nieuwe koers van lekker in het gehoor liggende electropop heeft Groove Armada er ineens een geduchte concurrent bij. Dezelfde ronde beats, dezelfde zoete melodieën en net zo rijk gearrangeerd. Toch is het brave The Understanding maar matig geslaagd. De scherpe kantjes (zoals op het bijzondere Eple) zijn er af. En echt goede liedjes ontbreken. Hierdoor ontstijgt The Understanding nergens het niveau van een gemiddelde pop-danceplaat en komt het bij lange na niet in de buurt van het frisse, vernieuwende Melody AM. Blokkeer de bankrekening maar en laat ze maar weer provisorisch knutselen!