Theater / Voorstelling

Holland Festival opent met een overdonderende voorstelling over een vergeten geschiedenis

recensie: Holland Festival - Openingsvoorstelling

Met The Head and the Load van William Kentridge opent Holland Festival met een sterke voorstelling die de toon zet voor de rest van het festival.

Afgelopen week ging het Holland Festival weer van start in Amsterdam. Vorig jaar nam Ruth Mackenzie na vier jaar afscheid als artistiek directeur, volgend jaar neemt Emily Ansenk (directeur van de Rotterdamse Kunsthal) het stokje over. Je zou dit jaar dus kunnen spreken van een intermezzo-editie. Het festival experimenteert met zogeheten ‘associate artists’; te weten de Congolese choreograaf Faustin Linyekula en de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Hun werk zal de komende weken centraal staan op het theaterfestival. Met deze twee Afrikaanse makers als middelpunt kiest het Holland Festival voor een duidelijk politiek accent in de programmering, waarin thema’s als racisme en dekolonisatie nadrukkelijk aan bod komen.

Zo ook in de indrukwekkende openingsvoorstelling The Head and the Load van William Kentridge, die afgelopen dagen in Theater Amsterdam te zien was. Deze muziektheatervoorstelling vertelt het verhaal van de honderdduizenden Afrikaanse zwarte mannen die tijdens de Eerste Wereldoorlog gerekruteerd werden door een van de Europese koloniale grootmachten. Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook Duitsland bezaten tijdens het uitbreken van de Eerste wereldoorlog grote kolonies in Afrika; wat deze Europese oorlog onvermijdelijk naar het Afrikaanse continent bracht. Deze rekruten werden vaak niet zozeer als soldaten, maar als dragers van oorlogsmateriaal ingezet. Want anders dan in Europa kon dit materiaal wegens het ontbreken van spoorlijnen vaak niet per trein vervoerd worden. Het werd daarom op schouders en hoofden verplaatst.

Fragmentarisch

Dit verhaal wordt associatief en fragmentarisch verteld waarbij het uitdrukken van ideeën en gevoelens voorrang geniet boven het vertellen van een conventioneel narratief. Kentridge brengt in deze voorstelling theater, muziek, bewegingskunst en beeldende kunst samen op een podium van vijftig meter breed, waarop gedurende de voorstelling bijna veertig performers actief zijn. Tezamen zetten zij een strak gestructureerde montagevoorstelling neer die vele aspecten aanstipt en soms uitdiept. Het fragmentarische karakter van de voorstelling is soms overdonderend, maar ook gepast, omdat het resoneert met de niet-eenduidige ervaring van oorlog en de niet-rechtlijnige ontwikkeling van politieke geschiedenis.

Indrukwekkend is onder meer de minutenlang durende mars die halverwege de voorstelling wordt ingezet waarin de spelers, als dragers van wapentuig en andere oorlogsgoederen, van de ene kant van het enorme podium naar de andere kant marcheren. Op de eveneens enorme achterwand vermenigvuldigen deze dragers zich in een metershoge schaduwmars. Deze achterwand vervult ook in de verdere voorstelling een belangrijke rol; hierop dansen niet alleen de uitvergrote schaduwen van de spelers, maar worden ook veel tekeningen en animaties geprojecteerd. Zoals landkaarten waarop militaire bewegingen uitgestippeld zijn en vele van de kenmerkende houtskooltekeningen van Kentridge.

Paradox

Ook muzikaal heeft The Head and The Load een fluïde karakter; van opera, naar marsmuziek tot dadaïstische koren. Indrukwekkend is onder meer het gezamenlijk aanheffen van het Britse volkslied God Save the King. In het zingen van dit lied wordt een paradox uitgedrukt die het hart vormt van de voorstelling. Hoewel het misschien tegenintuïtief voelt, zijn oorlogen niet zelden emancipatoire processen, waarin mensen die voorheen als tweederangsburgers werden beschouwd hun plek opeisen in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar de vele vrouwen in Nazi-Duitsland en Groot-Brittannië die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, omdat de mannen zich aan het front bevonden, voor het eerst werk buiten het huishouden vonden. In Afrika bleef soortgelijke emancipatie uit. Zwarte mannen werden gevraagd om in gelijkheid te sterven voor Koning of Kaiser, maar daar hield de broederschap ook wel op. Hoewel deze mannen een enorm offer brachten, bleef de zwarte bevolking in koloniale rijken een tweederangspositie behouden.

Dat bewustzijn klinkt door wanneer de regels God Save our Gracious King keer op keer herhaald worden, plechtig maar in vol besef van deze paradoxale ironie.

Zo opent deze editie van Holland Festival met een indrukwekkende productie.

Meer werk van Kentridge is dit festival onder meer te zien in Defence of the less good idea en de gratis te bezoeken 3D-tentoonstelling The Invisible Exibition in Frascati. Verder is in filmmuseum EYE tot september de tentoonstelling William Kentridge – Ten Drawings for Projection te bezoeken waarin verschillende korte houtskoolanimaties van Kentridge te zien zijn.