Theater / Voorstelling

Vergeefs verlangen naar liefde

recensie: Oom Wanja (Toneelgroep Amsterdam)

Je kunt het werk van Anton Tsjechov laten spelen in een realistische setting, met als figuranten oude vrouwtjes die emmers vol aardappels schillen in een kneuterige keuken. Je kunt ook besluiten dat we dat realisme van Tsjechov nu onderhand wel kennen en alleen je eigen hang-up met de tekst uitspelen. Voor die laatste aanpak kiest Olivier Provily (1970), aanstormend regietalent. Hij regisseert bij Toneelgroep Amsterdam Oom Wanja. Niks keuken, niks melancholisch Russisch platteland. Het enige houvast voor de acteurs zijn wat stoelen. Verder is er niets dan een toneel-brede groene wand met bloemetjes, een verticale weide. De aandacht ligt daardoor volledig op de personages. Mensen die ondanks elkaars gezelschap verschrikkelijk eenzaam zijn. Voor Provily gaat Oom Wanja over de hunkering, het verlangen naar liefde en geluk. Maar zoals dat gaat bij Tsjechov hunkeren en verlangen de mensen tevergeefs.

~

Provily kiest voor leegte. Een leeg podium en lege mensen, met lege levens. Het enige waarvan ze vol zijn, is een onbestemd verlangen naar liefde en genegenheid. Alle personages zijn eenzame individuen, op hun eigen eilandje leven ze vooral langs elkaar heen. Ze kijken elkaar vrijwel niet aan, maar voor zich uit, de zaal met publiek in. Ze benaderen elkaar nauwelijks, alleen de oude bediende krijgt nu en dan een aai over haar bol.

Zootje

~

Oom Wanja is het verhaal van een ingedutte plattelandsfamilie, die bruut wordt wakker geschud door de komst van een bejaarde professor met stadse gewoonten. Die professor is de zwager van Wanja en de vader van Sonja. Hij is na de dood van zijn vrouw hertrouwd met de mooie, veel jongere Jelena. Sinds het paar op het familielandgoed woont, is niets meer zoals het was, constateert de oude bediende. Etenstijden, slaaptijden, het werk: het is een zootje, iedereen is in de war. Wanja is smoorverliefd op Jelena, en na aanvankelijke reserves is ook Sonja dol op haar stiefmoeder. De vrouw laat zich Wanja’s adoratie aanleunen, en vervolgens die van de lokale dokter. Maar Jelena beantwoordt in feite geen enkele liefde. Het enige wat ze doet, is zich te pletter vervelen.

Wellustig oog

Iedere uiting van affectie of ontroering ontbreekt. Wanja (Leon Voorberg) hangt wat rond, al zegt hij dat hij enorm van Jelena houdt. Jelena (Saskia Temmink) is niet in beweging te krijgen. De dokter (Barry Atsma) zuipt alleen maar, al heeft ook hij een wellustig oog laten vallen op de onbenaderbare schone. Deze mensen weten niet hoe je liefde moet geven en evenmin hoe je hem moet aannemen. Eenzaamheid is het sleutelwoord. Maar daarvoor neemt Provily wel erg veel tijd, want dat weten we na een half uurtje wel, en het duurt tot ruim na de pauze voordat hij een andere koers kiest.

Deksel van de kookpot

Want dan knapt er opeens iets in al die verveelde mensen. Als de professor meldt dat hij het landgoed wel eens even zal gaan verkopen, wordt Wanja eindelijk wakker. Hij ontploft. En daarmee vliegt in deze voorstelling eindelijk het deksel van de kooppot, opeens zijn alle remmen los. Alsof alle opgepotte gevoelens zich een weg naar buiten banen uit die geknotte zielen. Dan krijgt de voorstelling vaart, krijgt de vertelling een warm kloppend hart. Barry Atsma is van het begin af aan de ‘echtste’ mens die hier rondloopt, hij geeft de dokter schwung en vaart. In de tweede helft wordt dit definitief de Barry Atsma-show: zijn dokter is warm, levendig, gepassioneerd, gedreven.

Ontroerend

Waarschuwing vooraf: deze Oom Wanja is zo’n voetbalwedstrijd die pas na de rust echt spannend wordt. Het venijn zit hem in de staart. Dat is dan ook meteen de belangrijkste kritiek op deze voorstelling: het duurt wel erg lang voordat het verhaal je echt bij de kladden grijpt. Maar als het uiteindelijk zo ver is, dan is dit ook een oprecht ontroerende voorstelling.

Oom Wanja is nog tot en met 15 januari 2005 te zien.