Tag Archief van: film

Film
special: Rijk en divers filmprogramma
vlaggen (LIFF)©Jan Willem Beutler

Leiden International Film Festival 2024

Het Leiden International Film Festival (LIFF) presenteerde dit jaar opnieuw een rijk programma met meer dan 80 films, specials en evenementen. Het festival bood filmliefhebbers een unieke kans om alvast een glimp op te vangen van aankomende Oscar-kanshebbers, onbekende parels te ontdekken die in Nederland (nog) niet zijn uitgebracht, Q&A’s bij te wonen met internationale filmmakers, en nog veel meer.

Ook dit jaar bestaat het festival uit drie competities. De American Indie Competition richt zich op innovatieve en onafhankelijke Amerikaanse films. In de First Feature Competition presenteren veelbelovende regisseurs hun speelfilmdebuut, terwijl de Bonkers! Competition een podium biedt aan grensverleggende, absurde en vaak experimentele films.

Naast deze competities zijn er ook Selections, waarin een breed scala aan films en voorpremières wordt gepresenteerd. Independent: Selections toont de nieuwste werken van bekroonde regisseurs – films die binnenkort in Nederlandse bioscopen verschijnen, maar hier exclusief te zien zijn. Emerging: Selections richt zich op nieuwe verhalen en onafhankelijke stemmen, en Extraordinary: Selections verrast met unieke vertoningen en speciale evenementen. Tot slot is er ook aandacht voor korte films in de vorm van Independent: Shorts, Emerging: Shorts en Extraordinary: Shorts. Keuze genoeg dus.

De charme van het Leiden International Film Festival ligt dan ook in de toegankelijkheid en diversiteit: of je nu pers bent, een Cinevillepas hebt, of gewoon tijd over hebt op een dinsdagmiddag, iedereen kan kaarten kopen voor de voorstellingen. Door de grote diversiteit in het aanbod trekt het festival een breed publiek van jong en oud, en kun je relatief onbekende films zien in grote, uitverkochte zalen. De sfeer in het publiek is dan ook altijd bijzonder; waar het in reguliere bioscoopzalen vaak stil blijft, wordt er tijdens LIFF juist volop gejoeld, gelachen en soms gehuild. In deze special worden vier films besproken die elk op hun eigen manier een indruk hebben achtergelaten – de een meer geslaagd dan de ander.

My Old Ass

Megan Park, 2024
Sterren: 3/5
American Indie Competition

beeld film

© Marni Grossman – Amazon Content Services LLC

Het festival werd dit jaar geopend met My Old Ass, een verrassende coming-of-age komedie geregisseerd door Megan Park. De film volgt de 18-jarige Elliott (Maisy Stella), die in de laatste zomer voordat ze gaat studeren tijdens een paddo trip een onverwacht figuur ontmoet: haar 39-jarige zelf, gespeeld door Aubrey Plaza. De originele opzet van de film zet meteen de juiste toon: een mix van humor en introspectie, waarin Elliott en haar oudere zelf in een scherp dialoog de twijfels, angsten en dromen bespreken die met volwassen worden gepaard gaan. Dit maakt My Old Ass een toegankelijke film, die zware onderwerpen over ouder worden, keuzes maken in het leven en de dood op een inventieve manier communiceert.

My Old Ass probeert clichés te vermijden met scherpe dialogen en een frisse queer-setting. Toch lijkt het verhaal wat in te zakken wanneer 18-jarige Elliott haar ex Chad ontmoet die door haar oudere zelf verafschuwd wordt. Vanaf dat moment verdwijnt het personage van Aubrey Plaza naar de achtergrond, wat pijnlijk duidelijk maakt dat de kracht van de film vooral ligt in de dynamiek tussen de jonge en oude Elliott. De boodschap van de film is helder en voelt – ondanks de pogingen om een frisse draai te geven aan het genre – misschien wat voorspelbaar aan; hoe vaak hebben we in coming-of-age films al gezien dat de oplossing ligt in het doorbrengen van meer tijd met je familie? My Old Ass is misschien niet baanbrekend binnen het genre, maar het is een vermakelijke film met een oprechte boodschap.

A Different Man

Aaron Schimberg, 2024
Sterren: 4/5
American Indie Competition

beeld uit A Different Man

©Matt Infante – Courtesy of A24

Het is duidelijk dat acteur Sebastian Stan een nieuwe richting in zijn carrière inslaat. Ondanks zijn doorbraak als The Winter Soldier in de Marvel-films, kiest hij nu duidelijk voor meer uitdagende projecten en schittert hij tijdens het festival in niet één maar twee opvallende films: A Different Man en de Donald Trump-filmbiografie The Apprentice. In A Different Man, een surrealistische thriller-komedie, vormen hij en Adam Pearson het hart van deze gedurfde film van veelbelovende regisseur Aaron Schimberg.

A Different Man volgt het verhaal van Edward, een misvormde acteur die na een ingrijpende operatie aan zijn gezicht worstelt met zijn identiteit en een rol probeert te spelen in een toneelstuk gebaseerd op zijn eigen leven. Adam Pearson, die zelf met een vergelijkbare aandoening leeft, geeft de film een unieke authenticiteit. De film is niet bang om confronterende vragen te stellen over uiterlijk en identiteit, en functioneert bijna als een dialoog van de filmmaker met zichzelf; is het oké om een acteur met make-up een beperking te laten spelen? In een meta-tekstuele benadering onderzoekt Schimberg niet alleen wat schoonheid betekent, maar ook hoe mensen met een beperking worden weergegeven in film.

De film biedt geen simpele boodschap of een moralistisch verhaal over ‘schoonheid van binnen’. In plaats daarvan kiest A Different Man voor een genuanceerde en soms ongemakkelijke benadering van deze thema’s. De wereld rondom Edward brokkelt langzaam af, samen met zijn besef van de realiteit. Het voelt alsof elk moment het kleed vanonder zijn voeten kan worden weggetrokken waardoor hij in totale horror terechtkomt. De film, gedrenkt in een jaren 80-stijl en begeleid door de donkere soundtrack van Umberto Smerilli, roept een beklemmende en unieke sfeer op die je als kijker steeds verder het ongemak in trekt. Is A Different Man dan een horrorfilm? Niet helemaal. Ondanks de druilerige sfeer blijkt A Different Man verrassend grappig, en weet hierdoor, dankzij de chemie tussen Sebastian Stan en Adam Pearson, de perfecte balans te vinden.

Blitz

Steve McQueen, 2024
Sterren: 2/5
Independent: Selections 

beeld uit Blitz

© Apple

De teleurstelling van het festival was Blitz. Na zich gericht te hebben op een aantal documentaires en korte films is dit de langverwachte terugkeer naar de speelfilm van regisseur Steve McQueen, bekend van de Oscar-winnende film 12 Years a Slave. Blitz vertelt het verhaal van Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog, te midden van de bombardementen van de Duitse Blitz in 1940-1941. Het verhaal wordt verteld vanuit twee perspectieven: dat van de jonge moeder Rita (Saoirse Ronan), die ondanks het gevaar in Londen blijft om haar gemeenschap te ondersteunen, en dat van haar zoon George, die als gevolg van de kinderevacuaties naar het platteland wordt gestuurd om aan de bombardementen te ontsnappen. Onbenut, en bijna niet-existent in de film, is het personage Jack (Harris Dickinson), die af en toe op de achtergrond sluimert als brandweerman, maar weinig weet toe te voegen aan het geheel. Een bijzondere keuze, waardoor de focus van de film op Rita en de zoektocht van George ligt.

Het hoogtepunt van Blitz is Saoirse Ronan, die een sterke prestatie levert en zich ongetwijfeld plaatst in de race voor de Oscar voor Beste Actrice. Toch blijft Blitz als geheel niet overeind. Hoewel de schaal van de productie indrukwekkend is en McQueen experimenteert met gedurfde beelden, blijft de film teleurstellend conventioneel. Het verhaal volgt een voorspelbare lijn – alsof het slechts een standaard oorlogsdrama is – terwijl er soms iets bijzonders door de scheurtjes heen schijnt dat helaas nooit volledig tot bloei komt. De abstracte beelden van de bombardementen en de chaos op straat zijn indrukwekkend. Ze behoren tot de weinige momenten in de film waar de spanning echt voelbaar is en je het idee hebt dat McQueen iets unieks laat zien.

McQueen lijkt ambitieuze ideeën te willen communiceren, maar door de bijna clichématige elementen en de wisselende sfeer blijft Blitz helaas hangen in oppervlakkigheid. Van al het werk van McQueen voelt Blitz als zijn meest zielloze. Waar zijn stempel in eerdere films als 12 Years a Slave en Shame onmiskenbaar aanwezig is, ontbreekt die hier bijna volledig. Het eindresultaat is als een goed glas whisky dat is verdund met kraanwater; de potentie voor een krachtige impact is er, maar blijft jammer genoeg grotendeels onbenut.

Dìdi

Sean Wang, 2024
Sterren: 4/5
American Indie Competition

beeld uit Dìdi

© Courtesy of Focus Features

Dìdi, het speelfilmdebuut van Taiwanese regisseur Sean Wang, is een nostalgische coming-of-age film die zich afspeelt in 2008 en het verhaal vertelt van de 13-jarige Dìdi. Terwijl de laatste dagen van de zomervakantie verstrijken, is Dìdi volop bezig met de dingen die zijn wereld op dat moment vormen: de eerste keer flirten, avontuurlijk skateboarden en de ingewikkelde band met zijn moeder. Het resultaat is een film die op charmante wijze de verwarring, het verlangen en de kleine triomfen van de puberteit weet over te brengen.

Wat Dìdi bijzonder maakt, is de manier waarop het erin slaagt om de sfeer van 2008 opnieuw tot leven te brengen. De film voelt als een tijdcapsule; je waant je weer even in die zomerse dagen waarin alles nieuw en onwennig aanvoelt. Van Windows XP screensavers en korrelige camcorder-beelden tot het ongemak van onlinegesprekken. Elk detail wekt nostalgische herinneringen op aan de charme van toen.

Met een bescheiden speelduur van 95 minuten is Dìdi een compacte film, maar eentje die met weinig veel weet over te brengen. Wang kiest ervoor om het verhaal volledig vanuit het perspectief van Dìdi te vertellen, wat zorgt voor een intiem en soms ontwapenend eerlijke kijk op zijn wereld. We zien het verhaal door zijn ogen, waardoor zelfs alledaagse momenten – zoals een eerste onbeholpen poging tot flirten of een stille ruzie met zijn moeder –  begrijpelijk en voelbaar worden.

Het is verfrissend om een bescheiden, kleinschalige film te zien die zich niet verliest in grote gebaren, maar juist uitblinkt in de herkenbare kleine details. Een verborgen pareltje, wat het zo jammer maakt dat er voor Nederland (nog) geen release gepland staat.

Film
special: Rijk en divers filmprogramma
vlaggen (LIFF)©Jan Willem Beutler

Leiden International Film Festival 2024

Het Leiden International Film Festival (LIFF) presenteerde dit jaar opnieuw een rijk programma met meer dan 80 films, specials en evenementen. Het festival bood filmliefhebbers een unieke kans om alvast een glimp op te vangen van aankomende Oscar-kanshebbers, onbekende parels te ontdekken die in Nederland (nog) niet zijn uitgebracht, Q&A’s bij te wonen met internationale filmmakers, en nog veel meer.

Ook dit jaar bestaat het festival uit drie competities. De American Indie Competition richt zich op innovatieve en onafhankelijke Amerikaanse films. In de First Feature Competition presenteren veelbelovende regisseurs hun speelfilmdebuut, terwijl de Bonkers! Competition een podium biedt aan grensverleggende, absurde en vaak experimentele films.

Naast deze competities zijn er ook Selections, waarin een breed scala aan films en voorpremières wordt gepresenteerd. Independent: Selections toont de nieuwste werken van bekroonde regisseurs – films die binnenkort in Nederlandse bioscopen verschijnen, maar hier exclusief te zien zijn. Emerging: Selections richt zich op nieuwe verhalen en onafhankelijke stemmen, en Extraordinary: Selections verrast met unieke vertoningen en speciale evenementen. Tot slot is er ook aandacht voor korte films in de vorm van Independent: Shorts, Emerging: Shorts en Extraordinary: Shorts. Keuze genoeg dus.

De charme van het Leiden International Film Festival ligt dan ook in de toegankelijkheid en diversiteit: of je nu pers bent, een Cinevillepas hebt, of gewoon tijd over hebt op een dinsdagmiddag, iedereen kan kaarten kopen voor de voorstellingen. Door de grote diversiteit in het aanbod trekt het festival een breed publiek van jong en oud, en kun je relatief onbekende films zien in grote, uitverkochte zalen. De sfeer in het publiek is dan ook altijd bijzonder; waar het in reguliere bioscoopzalen vaak stil blijft, wordt er tijdens LIFF juist volop gejoeld, gelachen en soms gehuild. In deze special worden vier films besproken die elk op hun eigen manier een indruk hebben achtergelaten – de een meer geslaagd dan de ander.

My Old Ass

Megan Park, 2024
Sterren: 3/5
American Indie Competition

beeld film

© Marni Grossman – Amazon Content Services LLC

Het festival werd dit jaar geopend met My Old Ass, een verrassende coming-of-age komedie geregisseerd door Megan Park. De film volgt de 18-jarige Elliott (Maisy Stella), die in de laatste zomer voordat ze gaat studeren tijdens een paddo trip een onverwacht figuur ontmoet: haar 39-jarige zelf, gespeeld door Aubrey Plaza. De originele opzet van de film zet meteen de juiste toon: een mix van humor en introspectie, waarin Elliott en haar oudere zelf in een scherp dialoog de twijfels, angsten en dromen bespreken die met volwassen worden gepaard gaan. Dit maakt My Old Ass een toegankelijke film, die zware onderwerpen over ouder worden, keuzes maken in het leven en de dood op een inventieve manier communiceert.

My Old Ass probeert clichés te vermijden met scherpe dialogen en een frisse queer-setting. Toch lijkt het verhaal wat in te zakken wanneer 18-jarige Elliott haar ex Chad ontmoet die door haar oudere zelf verafschuwd wordt. Vanaf dat moment verdwijnt het personage van Aubrey Plaza naar de achtergrond, wat pijnlijk duidelijk maakt dat de kracht van de film vooral ligt in de dynamiek tussen de jonge en oude Elliott. De boodschap van de film is helder en voelt – ondanks de pogingen om een frisse draai te geven aan het genre – misschien wat voorspelbaar aan; hoe vaak hebben we in coming-of-age films al gezien dat de oplossing ligt in het doorbrengen van meer tijd met je familie? My Old Ass is misschien niet baanbrekend binnen het genre, maar het is een vermakelijke film met een oprechte boodschap.

A Different Man

Aaron Schimberg, 2024
Sterren: 4/5
American Indie Competition

beeld uit A Different Man

©Matt Infante – Courtesy of A24

Het is duidelijk dat acteur Sebastian Stan een nieuwe richting in zijn carrière inslaat. Ondanks zijn doorbraak als The Winter Soldier in de Marvel-films, kiest hij nu duidelijk voor meer uitdagende projecten en schittert hij tijdens het festival in niet één maar twee opvallende films: A Different Man en de Donald Trump-filmbiografie The Apprentice. In A Different Man, een surrealistische thriller-komedie, vormen hij en Adam Pearson het hart van deze gedurfde film van veelbelovende regisseur Aaron Schimberg.

A Different Man volgt het verhaal van Edward, een misvormde acteur die na een ingrijpende operatie aan zijn gezicht worstelt met zijn identiteit en een rol probeert te spelen in een toneelstuk gebaseerd op zijn eigen leven. Adam Pearson, die zelf met een vergelijkbare aandoening leeft, geeft de film een unieke authenticiteit. De film is niet bang om confronterende vragen te stellen over uiterlijk en identiteit, en functioneert bijna als een dialoog van de filmmaker met zichzelf; is het oké om een acteur met make-up een beperking te laten spelen? In een meta-tekstuele benadering onderzoekt Schimberg niet alleen wat schoonheid betekent, maar ook hoe mensen met een beperking worden weergegeven in film.

De film biedt geen simpele boodschap of een moralistisch verhaal over ‘schoonheid van binnen’. In plaats daarvan kiest A Different Man voor een genuanceerde en soms ongemakkelijke benadering van deze thema’s. De wereld rondom Edward brokkelt langzaam af, samen met zijn besef van de realiteit. Het voelt alsof elk moment het kleed vanonder zijn voeten kan worden weggetrokken waardoor hij in totale horror terechtkomt. De film, gedrenkt in een jaren 80-stijl en begeleid door de donkere soundtrack van Umberto Smerilli, roept een beklemmende en unieke sfeer op die je als kijker steeds verder het ongemak in trekt. Is A Different Man dan een horrorfilm? Niet helemaal. Ondanks de druilerige sfeer blijkt A Different Man verrassend grappig, en weet hierdoor, dankzij de chemie tussen Sebastian Stan en Adam Pearson, de perfecte balans te vinden.

Blitz

Steve McQueen, 2024
Sterren: 2/5
Independent: Selections 

beeld uit Blitz

© Apple

De teleurstelling van het festival was Blitz. Na zich gericht te hebben op een aantal documentaires en korte films is dit de langverwachte terugkeer naar de speelfilm van regisseur Steve McQueen, bekend van de Oscar-winnende film 12 Years a Slave. Blitz vertelt het verhaal van Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog, te midden van de bombardementen van de Duitse Blitz in 1940-1941. Het verhaal wordt verteld vanuit twee perspectieven: dat van de jonge moeder Rita (Saoirse Ronan), die ondanks het gevaar in Londen blijft om haar gemeenschap te ondersteunen, en dat van haar zoon George, die als gevolg van de kinderevacuaties naar het platteland wordt gestuurd om aan de bombardementen te ontsnappen. Onbenut, en bijna niet-existent in de film, is het personage Jack (Harris Dickinson), die af en toe op de achtergrond sluimert als brandweerman, maar weinig weet toe te voegen aan het geheel. Een bijzondere keuze, waardoor de focus van de film op Rita en de zoektocht van George ligt.

Het hoogtepunt van Blitz is Saoirse Ronan, die een sterke prestatie levert en zich ongetwijfeld plaatst in de race voor de Oscar voor Beste Actrice. Toch blijft Blitz als geheel niet overeind. Hoewel de schaal van de productie indrukwekkend is en McQueen experimenteert met gedurfde beelden, blijft de film teleurstellend conventioneel. Het verhaal volgt een voorspelbare lijn – alsof het slechts een standaard oorlogsdrama is – terwijl er soms iets bijzonders door de scheurtjes heen schijnt dat helaas nooit volledig tot bloei komt. De abstracte beelden van de bombardementen en de chaos op straat zijn indrukwekkend. Ze behoren tot de weinige momenten in de film waar de spanning echt voelbaar is en je het idee hebt dat McQueen iets unieks laat zien.

McQueen lijkt ambitieuze ideeën te willen communiceren, maar door de bijna clichématige elementen en de wisselende sfeer blijft Blitz helaas hangen in oppervlakkigheid. Van al het werk van McQueen voelt Blitz als zijn meest zielloze. Waar zijn stempel in eerdere films als 12 Years a Slave en Shame onmiskenbaar aanwezig is, ontbreekt die hier bijna volledig. Het eindresultaat is als een goed glas whisky dat is verdund met kraanwater; de potentie voor een krachtige impact is er, maar blijft jammer genoeg grotendeels onbenut.

Dìdi

Sean Wang, 2024
Sterren: 4/5
American Indie Competition

beeld uit Dìdi

© Courtesy of Focus Features

Dìdi, het speelfilmdebuut van Taiwanese regisseur Sean Wang, is een nostalgische coming-of-age film die zich afspeelt in 2008 en het verhaal vertelt van de 13-jarige Dìdi. Terwijl de laatste dagen van de zomervakantie verstrijken, is Dìdi volop bezig met de dingen die zijn wereld op dat moment vormen: de eerste keer flirten, avontuurlijk skateboarden en de ingewikkelde band met zijn moeder. Het resultaat is een film die op charmante wijze de verwarring, het verlangen en de kleine triomfen van de puberteit weet over te brengen.

Wat Dìdi bijzonder maakt, is de manier waarop het erin slaagt om de sfeer van 2008 opnieuw tot leven te brengen. De film voelt als een tijdcapsule; je waant je weer even in die zomerse dagen waarin alles nieuw en onwennig aanvoelt. Van Windows XP screensavers en korrelige camcorder-beelden tot het ongemak van onlinegesprekken. Elk detail wekt nostalgische herinneringen op aan de charme van toen.

Met een bescheiden speelduur van 95 minuten is Dìdi een compacte film, maar eentje die met weinig veel weet over te brengen. Wang kiest ervoor om het verhaal volledig vanuit het perspectief van Dìdi te vertellen, wat zorgt voor een intiem en soms ontwapenend eerlijke kijk op zijn wereld. We zien het verhaal door zijn ogen, waardoor zelfs alledaagse momenten – zoals een eerste onbeholpen poging tot flirten of een stille ruzie met zijn moeder –  begrijpelijk en voelbaar worden.

Het is verfrissend om een bescheiden, kleinschalige film te zien die zich niet verliest in grote gebaren, maar juist uitblinkt in de herkenbare kleine details. Een verborgen pareltje, wat het zo jammer maakt dat er voor Nederland (nog) geen release gepland staat.

Film / Films

Meesterlijk kostuumdrama over zusterschap in een mannenwereld

recensie: Firebrand (2023) – Karim Aïnouz
FirebrandFilmdepot

Het historische drama Firebrand draait om de zesde vrouw van Hendrik VIII. De film is gebaseerd op het boek Queen’s Gambit van Elizabeth Fremantle. De ritmische montage voegt kracht toe aan het al sterke acteerwerk. De Braziliaanse regisseur Karim Aïnouz houdt met deze film de aandacht vast tot in de laatste momenten. Van een stoffig kostuumdrama is beslist geen sprake.

De geschiedenis van Hendrik VIII (1491-1547) is een donkere. Vijf vrouwen zijn Catharina Parr (Alicia Vikander) al voorgegaan als ze huwt met de notoire koning Hendrik (Jude Law). Het lot van zijn eerdere vrouwen is geen geheim. Als Hendrik enkele maanden in Frankrijk verblijft om oorlog te voeren, benoemt hij Catharina tot regent. Na een ongeluk is de koning ziek en heeft geïnfecteerde benen. Als hij bij terugkeer steeds zieker en paranoïde wordt, moet Catharina steeds meer vechten voor haar eigen voortbestaan.

Ritmische montage

Firebrand is geen duf kostuumdrama, alleen al door de dynamische montage. Zo maakt Aïnouz bij een dansscène gebruik van ‘rythmic editing’. Tijdens de scène danst Catharina met edelman Thomas Seymour (Sam Riley). Het beeld vibreert tegelijkertijd met bombastische muziek, een scène waar je als filmliefhebber van kan smullen. Daarbij lijkt de setting van de film geregeld de grillen van Hendriks stemming af te schilderen. Donkere wolken met grimmige muziek tegenover plots een helderblauwe lucht.

Imponerend acteerwerk

Law en Vikander zijn aan elkaar gewaagd. Jude Law staat voor menig kijker bekend als de hunky acteur uit films als The Holiday (2006) en Closer (2004). In Firebrand bewijst hij dat de rol van kwaadaardige en onbehouwen koning hem eveneens goed past. Vikander doet absoluut niet onder voor Law. Zij speelt haar rol als berekenende echtgenote feilloos. Hendrik wordt gedurende het verhaal tergend onvoorspelbaar en voert de spanning van de film op. De koningin is gehaaid en weet waar de kwetsbaarheden van haar echtgenoot zitten. Er zijn scènes met Law en Vikander in dezelfde ruimte die je uit je comfortzone trekken, lang nadat de aftiteling is geweest.

Mannen tegen vrouwen

Wat dit kostuumdrama onsubtiel aanstipt: de wereld is onverbeterlijk hard voor vrouwen. Hoewel we de geschiedenis kennen, blijft het shockerend om te zien. Eerdere echtgenotes aan het hof werden onthoofd of weggestuurd als het de koning zinde. Als je niet al voor een andere misstap was gestraft. Wat deze film anders doet en tegelijkertijd mooi benadrukt, is de vrouwenroedel om Catharina heen. Waar de verhalen zich vaak focussen op de koning als kwaadaardige tiran, gaat de aandacht nu uit naar de vrouwelijke bondgenoten in een mannenwereld. Aïnouz gebruikt daar prachtige beelden voor in Firebrand. En die beelden maken de film sterk om te zien.

Film / Serie

Een familietragedie

recensie: Monsters: The Erik and Lyle Menendez Story (2024) – Netflix

De Netflix-serie Monsters: The Lyle and Erik Menendez Story duikt in een van de meest schokkende strafzaken uit de Amerikaanse geschiedenis. De brute moord op het schijnbaar gelukkige echtpaar Menendez in hun Beverly Hills-woning in 1989 onthulde niet alleen de gewelddaad van hun eigen zonen, maar ook een duister familiegeheim dat jarenlang verborgen bleef. De vraag die de serie stelt, is hoe twee jongens, die ogenschijnlijk alles hadden wat hun hartje begeerde, tot zo’n gruwelijke misdaad konden komen.

Waar velen dachten dat Lyle en Erik Menendez hun ouders uit hebzucht hadden vermoord, werpt deze serie een ander licht op het verhaal. Het motief van hun daad is niet geldelijk gewin, maar een afschuwelijk verleden van seksueel misbruik. Vanaf jonge leeftijd werden de broers systematisch misbruikt door hun vader, Jose Menendez. Hun moeder, die van het misbruik afwist, deed niks en hield Jose de hand boven het hoofd. Deze traumatische ervaringen worden op aangrijpende wijze verteld door de broers. Vooral aflevering 5, waarin Erik tijdens een gevangenisverhoor openhartig vertelt over het misbruik, blijft bij. De minimalistische setting – slechts één scène in dezelfde ruimte – zorgt ervoor dat je als kijker, net als Erik, geen kant op kunt. Het claustrofobische gevoel versterkt de impact van zijn verhaal en dwingt je bijna om medelijden met de broers te krijgen.

Sterke cast

De casting van de serie is uitstekend. Javier Bardem schittert in de rol van de tirannieke Jose Menendez. Zijn performance als Jose maakt het begrijpelijk voor de kijker dat Erik en Lyle hun vader als grootste vijand zagen. Nicholas Alexander Chavez en Cooper Koch, die respectievelijk Lyle en Erik spelen, weten op indrukwekkende wijze de kwetsbaarheid en complexiteit van hun personages over te brengen. Vooral in de eerste afleveringen, wanneer de broers nog proberen hun onschuld te bewaren, slaagt de cast erin je op het verkeerde been te zetten. En ook naarmate de afleveringen vorderen, word je als kijker door de regisseur, maar zeker ook door het verhaal zelf steeds meer aan het twijfelen gebracht. Wat is er werkelijk gebeurd in huize Menendez en wat is slim geconstrueerd door de broers zelf? Zeker als blijkt dat Lyle en Erik bang waren om zelf vermoord te worden door hun ouders, vraag je je als kijker af waarom ze niet naar de politie zijn gestapt.

Meerdere perspectieven

Een van de sterke punten van de serie is de manier waarop het verhaal vanuit verschillende perspectieven wordt verteld. Deze aanpak zorgt ervoor dat je als kijker voortdurend wordt uitgedaagd om je eigen oordeel te vormen. Elke aflevering voegt een nieuwe laag toe aan het verhaal, waardoor je inzicht krijgt in de complexe dynamiek tussen de personages. Zo draait bijvoorbeeld aflevering 4 om Jose Menendez. De kijker ziet hoe hij als jonge man vanuit Cuba in Amerika werk zoekt en verliefd wordt op Kitty. In deze aflevering wordt ook duidelijk dat Jose, een paar weken voor zijn dood, wil proberen om het gezin te ‘fixen’ en om een goede vader te zijn. Dit gebruik van wisselende perspectieven maakt de serie niet alleen meeslepend, maar laat je ook stilstaan bij de subjectiviteit van waarheid. Het zorgt ervoor dat je je afvraagt welke versie van de gebeurtenissen je kunt vertrouwen, en wie er echt schuldig is.

Ryan Murphy’s signatuur

De serie is ontwikkeld door Ryan Murphy, bekend van Glee en American Horror Story. Met Monsters zet hij een volgende stap in zijn anthologieserie na het succes van Dahmer – Monster: The Jeffrey Dahmer Story. Murphy is bedreven in het vertellen van verhalen over menselijke monsters, en ook hier wekt hij bij de kijker de vraag op of moordenaars altijd als monsters gezien moeten worden. De serie maakt het moeilijk om Lyle en Erik simpelweg te veroordelen. In een aangrijpende dialoog zegt Erik: ‘Misschien zijn we sociopaten, maar kun je ons dat kwalijk nemen als je weet wat ons is overkomen?’ Het is deze ambiguïteit die de serie krachtig maakt. Door de diepgaande focus op hun traumatische jeugd, roept Monsters op tot reflectie: was er voor de broers nog een andere uitweg?

Toch blijft het goed om te onthouden dat bepaalde aspecten zijn gedramatiseerd. Voor wie op zoek is naar een volledig waarheidsgetrouw beeld, biedt de documentaire over de Menendez broers, ook beschikbaar op Netflix, een diepere inkijk. In die documentaire doen de broers vanuit de gevangenis hun verhaal en delen ze hun versie van de gebeurtenissen. Toch blijft de vraag hangen: is dit wel de echte waarheid? Zelfs wanneer je hun eigen woorden hoort, blijft er een gevoel hangen van onzekerheid.

 

Film / Films

De film van je dromen

recensie: Daaaaaalí – Quentin Dupieux

Een eindeloze gang, een droom in een droom en een regen van dode honden. Het is een korte greep uit de absurde gebeurtenissen in Dupieuxs nieuwe werk Daaaaaalí (2024). De film introduceert hiermee een nieuw filmgenre: de anti-biopic.

Wie hoopt met deze film meer te leren over het werk van de bekende schilder Salvador Dalí, zijn leven of persoonlijkheid komt bedrogen uit: Daaaaaalí doet exact het tegenovergestelde en creëert meer vragen dan dat hij beantwoordt. Dupieux steekt overduidelijk de draak met het populaire biopic genre, gooit alle filmregels uit het raam en blaast het imago van de kunstenaar op tot extreme karikatuur. Het resultaat is een absurde komedie die een frisse wind blaast door het hedendaagse filmlandschap.

Waar te beginnen?

De film is een bewuste chaos, Dupieux gooit alle houvast de deur uit. Journaliste Judith (Anaïs Demoustier) heeft één droom: haar favoriete kunstenaar Salvador Dalí interviewen. Dat hij al zeker dertig jaar overleden is, doet er even niet toe. Bovendien wordt iedere poging tot een interview afgewimpeld door de kunstenaar met zijn sterallures. Naast Judith en Dalí ontmoeten we nog talloze absurde personages, onder andere de priester Père Jacques (Éric Naggar), die Dalí over zijn droom wil vertellen. De grap is dat de volledige film een droom in een droom wordt (overduidelijk een knipoog naar Christopher Nolans Inception (2010)) waar geen eind aan lijkt te komen. Dit is het moment waarop de film ontspoort in een reeks bizarre gebeurtenissen.

Surrealisme, film en dromen

Dat de film een droom in een droom blijkt te zijn, is niet verrassend. Dromen waren voor surrealisten als Dalí hét uitgangspunt voor hun kunst. Zij stelden het medium film gelijk aan een droom: passief kijken naar een eindeloze stroom beelden. Film kon volgens de surrealisten door de montage en de juxtapositie van beelden als niets anders de structuur van de droom weergeven: ineens ben je ergens anders of ziet iemand er anders uit. Wat in het echte leven absurd is, is in een droom volkomen normaal. Surrealisten waren geïnteresseerd in het bevreemdende en onverwachte in film.

Ook Dalí was bijzonder geïnteresseerd in het medium film en maakte zelf ook meerdere films. Met Luis Buñuel zou hij de controversiële Un Chien Andalous (1929) maken, en voor Alfred Hitchcock de droom sequens in de film Spellbound (1945).

Dupieux was zich zonder meer bewust van de overtuigingen van de surrealisten, want zijn film is niet alleen een ode aan Dalí, het is ook een ode aan de surrealistische film. Het bevreemdende en onverwachte karakter zit ook in Daaaaaalí. Zo wordt het karakter Dalí afwisselend gespeeld door zes acteurs (vandaar de zes a’s in de filmtitel) en we rollen van de ene absurde situatie naar de andere. Door het gebruik van optisch realisme en de poging tot een logische verhaalstructuur, komt het surrealistische van Dupieuxs film des te krachtiger uit de verf. De regisseur werkt dit vakkundig uit, zonder zich in de absurditeit te verliezen of de film onbegrijpelijk of saai te laten worden. Daarbij probeert hij zoveel mogelijk zijn eigen filmstijl te behouden en niet de film als Dalí-pastiche weg te zetten. Dit maakt dat de film uitzonderlijk goed in elkaar zit en authentiek aanvoelt.

Een kwestie van smaak

Hoewel de film vier sterren krijgt, zal hij niet door iedereen zo positief gewaardeerd worden vanwege zijn eigenzinnige karakter. Daaaaaalí is niet de standaard film met logische verhaallijn en afgerond begin–midden–eind narratief. Dat mensen halverwege de film de zaal verlaten is dan ook niet vreemd. Sterker nog, zo’n sterke reactie is precies wat Dupieux wil. Weg met de beknellende regels en weg met het realisme, surrealisme is terug!

Film / Films

Ken je die grap van de monnik en het geweer?

recensie: The Monk and the Gun (2023)
The-Monk-and-the-Gun_st_6_jpg_sd-highFilmdepot

De symbolische tegenstelling in de filmtitel The Monk and the Gun had haast niet groter kunnen zijn. De monnik die vrede en bedachtzaamheid symboliseert tegenover het geweer als symbool voor geweld en doodslag. Maar wat moet een monnik met een geweer?

Deze prangende vraag is wat The Monk and the Gun drijft. Filmregisseur Pawo Choyning Dorji laat het antwoord expres lange tijd in het midden. De film speelt zich af in Bhutan in 2006 tijdens een ingrijpende politieke verandering: de koning treedt af en het land krijgt voor het eerst een democratisch bestuur, al moet het volk de betekenis van democratie en stemmen eerst nog bijgebracht worden. Via proefverkiezingen wil de overheid de mensen kennis laten maken met deze principes, wat een hoop heisa teweegbrengt bij de bevolking en in hun levens. Wanneer de Lama (Keisang Choejay) van het dorpje Ura de aankondiging op de radio hoort, vraagt hij monnik en bediende Tashi (Tandin Wangchuk) om twee geweren te regelen, omwille van onduidelijke redenen.

Terwijl Tashi op zoek gaat naar de gevraagde geweren, komt ook de verhaallijn van Benji (Tandin Sonam) en de Amerikaanse Ronald (Harry Einhorn) in beeld. Ronald is een wapenverzamelaar die naar Bhutan is afgereisd om een zeldzaam geweer uit de Amerikaanse Burgeroorlog te kopen dat een dorpeling in bezit heeft. Dit wordt echter moeilijker dan aanvankelijk gedacht wanneer de dorpeling het wapen uit respect aan Tashi overdraagt. Naast deze personages volgen we ook Tshering Yangden (Pema Zangmo Sherpa), degene die verantwoordelijk is voor de voorbereidingen op de proefverkiezingen, en Choephil (Choeying Jatsho), een dorpeling wiens leven beschadigd raakt door de verkiezingen.

Moderniteit versus traditie

De film speelt continu met deze twee overkoepelende thema’s. Aan de ene kant het oude leven in Bhutan als absolute monarchie waar veel dorpelingen content mee zijn, en aan de andere kant de drang van buitenaf om mee te gaan met de Westerse wereld en te moderniseren. Deze moderniteit wordt gesymboliseerd door de democratisering en het televisie- en wapenbezit. Het is in deze spanning dat de ironie naar voren komt. Zo willen veel dorpelingen helemaal niet moderniseren en hebben ze geen ID om überhaupt te kunnen stemmen. Een ander voorbeeld is wanneer Ronald, als typische Amerikaan die enkel kan denken in geld, zijn oren niet kan geloven wanneer zijn bod op het vuurwapen als te hoog wordt gezien door de dorpeling.

Oppervlakkig en onwaarschijnlijk

De film blijft ondanks de grote thema’s zoals geloof, politiek, traditie en modernisme behoorlijk oppervlakkig en lijkt moeite te hebben om de toeschouwer de emotionele gevolgen van de proefverkiezingen te tonen. Dit komt met name tot uiting in de verhaallijn van Choephil, wiens familie uit elkaar gescheurd dreigt te worden door die verkiezingen. Zo wil hij niet meer met zijn schoonmoeder praten, wordt zijn dochter Yuphel gepest op school omdat hij achter een bepaalde kandidaat staat en weet zijn vrouw niet meer wat ze met de situatie aan moet. Toch wordt dit – afgezien van een korte shot van zijn dochter die in een plas water geduwd wordt en de schoonmoeder die kwaadspreekt tegen haar dochter, over Choephil – niet echt getoond. De film slaagt er hierdoor niet in om de kijker mee te nemen in de belevingswereld van de personages, waardoor de dramatische impact mist.

Bovendien berust het verhaal op zoveel toevalligheden dat het haast zijn geloofwaardigheid verliest, ook voor het genre van de komedie. Wanneer Ron het geweer overkoopt en met zijn gids Benji het geld gaat halen bij de bank, komt nét op het moment dat ze wegrijden de Monnik Tashi bij dezelfde man langs om te vragen naar het geweer. Wanneer Ron en zijn gids vervolgens terugkomen, krijgt Tashi nét een lift terug naar huis en lopen ze elkaar wederom mis. Hierdoor zit het plot vol met zo perfect getimede ’toevalligheden’ dat het eerder als storend dan als komisch wordt ervaren.

Spannende ontknoping

Daarbij stelt Dorji de clue van de grap net te lang uit, waardoor de eerste 75 minuten van de film lang aanvoelen. Toch weet hij de film met een spannende en verrassende climax te beëindigen. Niet alleen wordt de brandende vraag beantwoord waar de geweren voor dienen, ook geeft het einde een unieke kijk in de rituelen van het land en het boeddhisme. Hoewel de film een wat lange zit is, maakt het einde, samen met de prachtige beelden van de omgeving van Bhutan, uiteindelijk een hoop goed.

Film / Films

De kracht van een vrouw in de achttiende eeuw

recensie: Een schitterend gebrek - Michiel van Erp
Recensie Een Schitterend GebrekFilmdepot - by Mark de Blok

Kansen zien en grijpen, terwijl je geconfronteerd wordt met (veel) tegenslag. En dat als vrouw in de achttiende eeuw. Een verhaal over de kracht van de eerste en grootste liefde van Giacomo Casanova.

In Een schitterend gebrek zie je hoe Lucia de Venetiaanse vrouwenversierder Casanova ontmoet. Ze worden verliefd en beloven elkaar eeuwige trouw. In afwachting van Casanova’s terugkeer van een zakenreis wordt Lucia getroffen door de pokken. Ze overleeft, maar mét littekens. Ze besluit dat ze haar grote liefde de vernedering van een lelijke echtgenote niet wil aandoen, dus liegt ze hem voor dat ze iemand anders heeft ontmoet. Casanova gelooft het en gaat weg zonder haar.

Zestien jaar laten kruisen hun paden elkaar opnieuw. Casanova valt wederom als een blok voor haar, maar beseft niet wie hij voor zich heeft. Lucia heeft namelijk een manier gevonden om als onafhankelijke en vrijdenkende vrouw door het leven te gaan. Ze heeft zichzelf opnieuw uitgevonden als de mysterieuze en gesluierde courtisane Galathée. En op die manier jaren van tegenslag overwonnen.

Ander oogpunt

Het verhaal van Casanova is iedereen bekend. Sterker nog, hij heeft de reputatie van een ‘geobsedeerde versierder met sterke verleidingstechnieken’ (Ensie). Wat deze film zo krachtig maakt, is dat Casanova de bijrol speelt. De film gaat over Lucia en hoe zij tegenslag ombuigt in kansen. Hoe zij, in de achttiende eeuw waarin vrouwen niet vrij waren om eigen beslissingen te nemen, kans ziet om controle over haar eigen leven te houden en onafhankelijk te zijn.

De Israëlische Dar Zozovsky brengt Lucia/Galathée tot leven en doet dat zeer overtuigend. Door flashbacks en flashforwards krijg je steeds meer mee welke obstakels de hoofdpersoon moest overwinnen om over haar eigen leven te blijven beschikken, als vrouw in die tijd. En dan ook nog als verminkte vrouw. Misschien het enige minpuntje in de film: Galathée blijft een mooie vrouw, waarbij de verminking niet of nauwelijks te zien is door het masker dat ze draagt. Het was sterker geweest als het resultaat van de pokken, het schitterende gebrek, meer zichtbaar was gebleven.

De locaties van de film, die is opgenomen in Nederland, België en Italië, zijn prachtig. Met mooie close-ups. Vooral het begin van de film, wanneer Galathée zich klaarmaakt om uit te gaan, is meteen pakkend. Zittend voor een spiegel volg je al haar handelingen om haar schitterende gebrek te maskeren.

Michiel van Erp neemt boekverfilming over van Erwin Olaf

De film is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Arthur Japin, die samen met Ursula Rani Sarma ook het Engelstalige filmscenario schreef. Het boek won in 2004 de Libris Literatuurprijs en was in maar liefst 22 landen een enorm succes.

In 2015 werd bekend dat fotograaf Erwin Olaf aan een verfilming van Een schitterend gebrek werkte, zijn debuut als regisseur. Door gezondheidsproblemen kon Olaf de film niet maken. Pas in 2020 kondigde filmproducent Kaap Holland Film aan het script van Arthur Japin te willen verfilmen met een nieuwe regisseur: Michiel van Erp. Erwin Olaf is wel nauw betrokken gebleven bij het project.

Van Erp zegt zelf het volgende over de film: ‘Een terugkerend thema in mijn werk, zowel in mijn documentaires als dramaproducties, is de weg die mensen moeten afleggen om het leven en zichzelf te begrijpen. De weg die Lucia aflegt in A Beautiful Imperfection (de Engelse titel, red.) lijkt hard en bitter, maar doet haar – en mij – inzien dat het mogelijk is om tegenslag om te draaien tot kansen, van je gebrek je grote kracht te maken.’

De film gaat op 6 september in première tijdens het Filmfestival By The Sea in Vlissingen, vanaf 12 september in Nederlandse bioscopen te zien

Film / Films

Met buikpijn kijken naar huiselijk geweld

recensie: L'amour et les forêts (2023) – Valérie Donzelli
filmstillFilmdepot

Regisseur Valérie Donzelli zet in een kleine twee uur een psychologische thriller neer die je wilt uitkijken. Met name Virginie Efira schittert in de film. Met veel succes etaleert zij het geniepige en verstikkende gevoel van emotioneel geweld binnen een relatie. Hierdoor ben je toch blij als de film is afgelopen.

Naar het boek van Éric Reinhardt toont L’amour et les forêts hoe Blanche (Virginie Efira) en Grégoire (Melvil Poupaud) binnen korte tijd stapelverliefd op elkaar worden. Blanche is een dromerige en ietwat verlegen vrouw; Grégoire is uitgesproken, charmant en spreekt gestadig in de gebiedende wijs. In sneltreinvaart ontwikkelt hun relatie zich, waarbij Blanche zwanger raakt. Grégoire vraagt haar voor zijn werk het zonnige zuiden te verruilen voor het druilerige noorden.

Eerste scheurtjes

Met lede ogen zien Blanches tweelingzus Rose (dubbelrol Efira) en haar moeder (Marie Rivière) de verhuizing aan. Hun geliefde Blanche verhuist ineens ver weg, ver van iedereen. Als Grégoires baas tijdens een etentje laat vallen dat Grégoire niet hoefde te verhuizen, valt Blanches droombeeld van haar geliefde langzaam in duigen. Manipulatieve trekken en bezitterigheid transformeren stapsgewijs tot emotioneel en uiteindelijk fysiek geweld.

Realistisch spel

Poupaud was eerder al te zien als bezitterige vriend in Woody Allens Coup de Chance (2023), al was dat een humoristischere rol. Hoewel hij ook in L’amour et les forêts een sterk karakter neerzet, blinkt Efira, als het lijdende voorwerp van Grégoires emotionele chantage, uit door haar gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Blanches blik als hij haar beschuldigt (‘Waarom laat je me zo’n monster worden?’); haar voorzichtigheid; haar nervositeit; haar angst ; haar fluwelen handschoenen waarmee ze haar grillige man benadert … Als kijker voel je Blanches toenemende wanhoop.

Verstikkend gevoel

Het is een ontzettend belangrijk en actueel onderwerp dat Donzelli in deze thriller aansnijdt en dat logischerwijs weinig lichtvoetigheid met zich meebrengt. De film slaagt er goed in om het verstikkende gevoel van een toxische partner over te brengen, zowel door Efira’s acteerwerk als door de keuze van de shots. Wat de film echter beduidend minder maakt, is de voorspelbaarheid van Grégoires karakter en het herkenbare maar toch wat stereotiepe plot. Helaas zijn er nog steeds veel van dit soort relaties, en kost het slachtoffers doorgaans heel veel tijd en psychische worsteling om uiteindelijk voor zichzelf te durven kiezen. Als ze die uitweg al vinden. Hoe het met Blanche afloopt, kun je zelf in de (thuis)bioscoop zien.

Film / Films

Indrukwekkende debuutfilm

recensie: Il Pleut dans la Maison (2023) - Paloma Sermon-Daï

Il pleut dans la Maison is een indringend portret van een broer en zus die in de steek worden gelaten door hun moeder. Ze zijn gedwongen al op jonge leeftijd, voordat het eigenlijk zou moeten, volwassen te worden.

Il pleut dans la Maison is geen luchtige film. Het is geen verhaal – er is ook geen ‘afloop’ – maar een documentaire-achtig gedraaide film over een broer en zus, Purdey en Makenzy, die aan hun lot overgelaten worden door hun moeder. De moeder heeft een alcoholprobleem en is om de haverklap een tijd weg. Purdey, de oudere zus van bijna achttien, beseft dat de zorg voor haar broertje van vijftien op haar neerkomt. Ondanks haar jonge leeftijd gaat ze op zoek naar manieren om het leven van haar en haar broer beter te maken.

Indringend

Er wordt in deze film veel verteld in weinig woorden. Je ziet de jeugdigheid van Makenzy, het broertje van vijftien, die eigenlijk alleen maar lol wil trappen en ook een beetje het slechte pad op gaat door toeristen te bestelen. Hij wil het liefste thuis blijven bij zijn moeder, ook al is die er vaak niet. Purdey van achttien, is al begonnen met een opleiding tot verpleegkundige, maar ziet dat dat in de huidige situatie niet gaat. Ze besluit daarom haar vakantiebaantje als schoonmaakster door te zetten, om zo voldoende geld te verdienen om te kunnen verhuizen.

Paloma Sermon-Daï

Sermon-Daï heeft duidelijk een voorliefde voor het vertellen en laten zien van familiedrama. Dit begon al met haar afstudeerfilm (Makenzy, 2017), waarin ze dezelfde hoofdpersonen een podium geeft, een film waarin broer en zus een middag samen ontsnappen aan de realiteit aan het einde van de paasvakantie. In haar volgende project, de documentaire Petit Samedi uit 2020, liet ze de relatie tussen haar moeder en haar aan drugs verslaafde broer zien. De Belgische regisseur zegt hierover zelf dat ze dit onderwerp te weinig vertegenwoordigd vindt in de filmindustrie en daarom juist wil laten zien, in al zijn complexiteit, hardheid, maar ook mooiheid.

Ze laat de levens van haar hoofdpersonen zien op zo’n indringende wijze alsof je erbij bent. Daardoor blijft de film lang in je hoofd doorwerken. Hij is ook beklemmend, omdat ze laat zien dat een oplossing niet zomaar voorhanden is.

In de prijzen

Il pleut dans la Maison ging in première tijdens het Cannes Filmfestival in de  Semaine de la Critique, waar het de French Touch Jury Prize won. Ook op de filmfestivals in Namen en Oostende viel Il pleut dans la Maison in de prijzen, alsook de twee hoofdrolspelers. Ze spelen echt geweldig, je hebt geen moment het idee dat je naar acteurs zit te kijken.

Film / Films

Nachtmerrie in de Duitse Alpen

recensie: Cuckoo – Tilman Singer

In het weekend van 22 juni stond bioscoop LAB111 in Amsterdam in het teken van de genrefilm met Club Imagine, georganiseerd door het Imagine Filmfestival als voorproefje voor het officiële festival in oktober. Ditmaal stond Cuckoo in de spotlight, de nieuwe horrorfilm van regisseur Tilman Singer.

Onder het vaandel van studio’s als A24 en NEON, waarbij NEON ook deze film heeft geproduceerd, is er een nieuwe golf van horrorfilms ontstaan. Er werd afscheid genomen van extreme gore of jumpscares en er kwam meer aandacht voor het creëren van een onheilspellende sfeer en langzame opbouw om zo het genre te ‘verheven’ van de B-film status. Voorbeelden hiervan zijn Hereditary (2018) en The Witch (2015), die thema’s zoals rouw en schuld naadloos verweven met beangstigende beelden in een arthousestijl. Tilman Singer combineert met Cuckoo het beste van twee werelden door te breken met de moderne conventies en terug te grijpen naar klassiekers van het genre. In plaats van realisme omarmt hij de surrealistische kant van horror; gevuld met bizarre ideeën, excentrieke personages en een vergezocht plot.

Broeiende duisternis

Het verhaal begint met een bekende opzet binnen het genre: een afgelegen locatie waar mensen zich eigenaardig gedragen, doordrenkt met een duister geheim dat langzaam onthuld wordt door een buitenstaander. De buitenstaander is de 17-jarige Gretchen (Hunter Schafer), die na het overlijden van haar moeder met tegenzin moet verblijven in de Alpen in Duitsland. Haar vader woont hier met zijn nieuwe gezin inclusief haar doofstomme halfzusje in het resort van Herr König (Dan Stevens), die Gretchen hartelijk welkom heet in de prachtige Beierse bergen. Ondanks de schoonheid van het landschap broeit er echter iets duisters onder het oppervlak. Gretchen krijgt bloederige visioenen, gasten komen brakend aan bij de receptie en er klinken mysterieuze schreeuwen, echoënd door de nacht.

Om vernieuwend te zijn binnen deze formule is een uitdaging, mede omdat we dit soort films al in zoveel vormen en smaken hebben gezien. Cuckoo haalt inspiratie uit dezelfde bronnen als klassiekers zoals Invasion of the Body Snatchers (1956), The Shining (1980), en het recentere Get Out (2017), maar onderscheidt zich door een overvloed aan visuele motieven en obscure zijsporen. Je wordt als kijker bij de keel gegrepen zodra het gekrijs door de bergen galmt en je door de ogen van Gretchen in time loops terechtkomt waar keer op keer uit de duisternis de terreur opborrelt. Vervolgens verschuift de toon en wordt een zijspoor bewandeld waarbij Gretchen wordt meegezogen in de wereld van een detective, waarna je ineens à la Rear Window (1955) bij de buren in het resort naar binnen gluurt. De film speelt voortdurend met de realiteit en durft af te wijken van het plot, terwijl Gretchens zoektocht naar de waarheid haar langzaam dieper en dieper een doolhof van nachtmerries in trekt.

Feest voor de liefhebbers

Cuckoo is op zijn best wanneer er rondom alle absurditeiten een onverwachte emotionele noot naar boven komt drijven. Gretchens worsteling met het verlies van haar moeder en de relatie met haar doofstomme halfzus vormen het hart van de film, wat Cuckoo naast een horrorfilm ook een tint van coming of age weet te geven. Dit wordt versterkt door het overtuigende spel van Hunter Schafer, die laat zien dat ze een film prima op eigen schouders kan dragen.

Cuckoo probeert zowel qua plot als visueel veel te bereiken, wat resulteert in een filmervaring die allesbehalve saai genoemd kan worden. Echter is Singer hierbij ook meteen het slachtoffer van zijn eigen ambities: door de vele zijsporen die worden bewandeld verliest het algehele plot de nodige punch om de kijker tot het einde vast te houden. Het is alsof de film zichzelf overschreeuwt en er hierdoor niet in slaagt alle ballen die in de eerste helft zijn opgeworpen een juiste landing te geven. Dat is jammer, want aan talent is er bij Tilman duidelijk geen gebrek.

Ondanks de strakke speelduur van ruim anderhalf uur, weet Cuckoo een cocktail van klassieke horrorelementen te combineren zonder originaliteit te verliezen. Hoewel het onzeker is of en wanneer deze film in de Nederlandse bioscopen te zien zal zijn, is Cuckoo ondanks zijn tekortkomingen voor liefhebbers van het horrorgenre een hell of a ride.

Film / Films

Richard Linklater herdefinieert de hitman

recensie: Hit Man - Richard Linklater
Personages Hit Man© Copyright 2024 WW Entertainment

De huurmoordenaar lijkt een tijdloze figuur in de filmgeschiedenis. Alleen al tijdens de première van Hit Man op het filmfestival van Venetië waren er maar liefst drie andere films over hetzelfde onderwerp waar Hit Man mee moest concurreren. Regisseur Richard Linklater weet echter een andere kant op te sturen dan zijn voorgangers en steekt er met Hit Man met kop en schouders bovenuit.

De hitman in kwestie is Gary Johnson (Glen Powell): een Honda-Civic rijdende hoogleraar psychologie aan de universiteit van New Orleans met een bijbaan bij de lokale politie. Oftewel, iemand wiens leven allesbehalve lijkt op dat van een huurmoordenaar. Wanneer zijn excentrieke collega wegens wangedrag op non-actief wordt gesteld, zijn dat echter exact de schoenen die Gary moet gaan vullen: die van een fake-hitman. Al snel komt hij erachter dat hij geboren is om deze rol te spelen, maar naarmate hij dieper verstrikt raakt in zijn hitman-persona, begint de lijn tussen realiteit en fantasie steeds meer te vervagen.

Een mythe

Hit Man is hiermee binnen het genre een vreemde eend in de bijt. De film vertelt niet het traditionele verhaal over een man die moordt voor geld zoals de titel doet verwachten, maar ontleedt en herdefinieert het concept van de huurmoordenaar volledig. De mythe van de hitman wordt ontkracht en op de hak genomen: volgens Linklater is de huurmoordenaar zoals we die kennen niks meer dan een fantasie. Tegelijk durft de film dieper te graven. Wanneer we als kijker een aantal keren plaatsnemen in de collegebanken bij Gary, zien we hem vol passie filosofische vragen rondom identiteit en transformatie opwerpen, die vervolgens in praktijk worden gebracht wanneer we terugkeren naar de wereld van zijn alter ego. Zonder de lichtvoetigheid te verliezen, wordt hiermee een extra laag gecreëerd en wordt de subtekst rondom de huurmoordenaar op sluwe wijze naar de voorgrond gebracht.

Een mix van genres

Hoewel het scenario, geschreven door Powell en Linklater samen, gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, zijn de twee niet bang om een eigen draai aan het script te geven. Dit wordt duidelijk zodra Gary als zijn sexy alter ego Ron tijdens een operatie Madison (Adria Arjona) ontmoet. Vanaf het eerste moment springt de vonk over en neemt de film een wending die doet denken aan de screwball-comedy’s van de jaren ’40.  Denk hierbij aan films zoals The Lady Eve (1941) en de comedy’s van Howard Hawks, waar de romantiek en dialogen als kogels langs elkaar vliegen. Zoals we hebben gezien in zijn eerdere werk, is Linklater niet bang om op dit soort momenten het plot op de tweede rang te zetten en neemt hij alle tijd om te meanderen in de chemie tussen Ron/Gary en Madison. Is het dan een romantische comedy? Niet helemaal. Het verhaal zit vol met twists en weet de kijker op tijd wakker te schudden door ook te spelen met thriller-elementen die het geheel een verrassend rauw randje weten te geven.

De hele film opereert op een metaniveau: Hit Man wisselt net als Gary regelmatig van identiteit en de vignetten van arrestaties voelen als stempels op de carrière van zowel Glen Powell als het personage Gary. Zoals Gary zelf in de film zegt: Elke operatie voelde als een optreden en elke arrestatie als een staande ovatie. Ondanks de variaties in genre en toon weet Richard Linklater de balans te bewaren en levert hij met Hit Man wederom een charmant en uniek werk af. Een zoete film, met een bitterzoete nasmaak.