Tag Archief van: film

Film / Films

Een bejaarde Hamlet

recensie: Hamlet - Sean Mathias
lina-white-K9nxgkYf-RI-unsplashUnsplash

Shakespeares Prins van Denemarken, Hamlet, kent verschillende gedaantes. Als een androgyne verschijning in de gelijknamige film van Asta Nielsen (1922), als Koerd (Theater RAST, 2012) of als bewoner van Nieuw-West in Amsterdam (Abdelkader Benali, 2020). Recent is daar Hamlet als tachtigplusser bij gekomen. Maar wat voegt dat precies toe?

Ian McKellen als Hamlet

Ian McKellen (1939) voerde Hamlet in de jaren zeventig van de vorige eeuw ook al eens ten tonele, en nu twee keer achter elkaar weer. Eerst in de vorm van het toneelstuk in het Theatre Royal, Windsor (2021) en recent in de filmversie daarvan in de regie van Sean Mathias. Onlangs was die versie te zien in de Pathétheaters, nu te huur of te koop via onder meer de streamingdienst Pathé Thuis.

In de openingsscène zit McKellen op de stoep voor het vervallen theater. Het is de tijd van de coronapandemie, waarin de theaters gesloten zijn. Of is het ook een voorbode waarin door alle bezuinigingen en een BTW-verhoging theaters weer dreigen te worden gesloten, maar dan wellicht voorgoed?
We gaan met de Engelse acteur naar binnen, waar het stuk der stukken begint. Gespeeld in alle hoeken en gaten van het theater. In een verkorte versie. Duurt een volledige toneelvoorstelling vier uur, de film krap aan de helft daarvan.
Eigenlijk kijk je – om te beginnen – niet eens zo op van een oude Hamlet, zo invoelbaar speelt McKellen hem. Hij is ‘gewoon’ de oudere geliefde van Ophelia (gespeeld door een met een gitaar rondlopende en later ook zingende Alis Wyn Davies). Is zij een mooi stukje intertekstualiteit, een soort Cordelia – een van de dochters van King Lear – die haar gevoelens niet over de lippen kan brengen en daarom zingt?
De vraag is of de 85-jarige McKellen wat toevoegt aan Hamlet, geschreven als een jeugdig personage. Misschien door zijn verstilde ouderdom en de zweem van kwetsbaarheid en sterfelijkheid die dit met zich meebrengt. Bijvoorbeeld op het moment dat hij het doodshoofd van de nar Yorick naast zijn eigen gezicht houdt.

Cameravoering en enscenering

Ophelia’s broer, Laërtes, wordt overigens gespeeld door een zwarte vrouw, Emmanuele Cole. Net als de geest van Hamlets vader die zijn zoon tot wraak aanzet vanwege de moord op hem door zijn broer Claudius (Jonathan Hyde). Claudius eist de troon op, wordt in plaats van Hamlet koning en trouwt met de weduwe van Hamlets vader. Hamlet kan dit niet verkroppen.

Deze filmversie lijkt niet te gaan over kleur, over sekse, over leeftijd. De camera (Neil Oseman) komt vaak zo dicht op de gezichten van de spelers, dat hun gezichtsuitdrukkingen evenveel zeggen als woorden. Kwetsbaarheid en kracht spreekt eruit. En waanzin, steeds meer waanzin, vooral in de monologen.

De enscenering werkt daaraan mee. Hierin wordt veel met spiegels gewerkt, die toch al voorhanden zijn in de kamers achter het toneel waar de spelers zich opmaken of worden opgemaakt. Het levert een dubbel perspectief op: de speler kan zich reflectief verplaatsen in zichzelf én kijkt het (afwezige) publiek indirect aan.

Uiteindelijk kan worden geconcludeerd, dat het vooral lijkt te gaan om een groot acteur die nog een keer de rol der rollen wil spelen en daarvoor de kans krijgt. De blikken vol verwachting die hij aan het begin van de film op de deuren van het gesloten theater werpt, geven daar aanleiding toe. Daar is niets mis mee. Als publiek geniet je mee van zijn spel en dat van die andere tachtigplusser: de militaristische Polonius, de vader van Ophelia en Laërtes (Steven Berkoff, 1937). Met andere woorden: de oudjes doen het nog goed, lenig als ze zijn!

Film / Films

Een bejaarde Hamlet

recensie: Hamlet - Sean Mathias
lina-white-K9nxgkYf-RI-unsplashUnsplash

Shakespeares Prins van Denemarken, Hamlet, kent verschillende gedaantes. Als een androgyne verschijning in de gelijknamige film van Asta Nielsen (1922), als Koerd (Theater RAST, 2012) of als bewoner van Nieuw-West in Amsterdam (Abdelkader Benali, 2020). Recent is daar Hamlet als tachtigplusser bij gekomen. Maar wat voegt dat precies toe?

Ian McKellen als Hamlet

Ian McKellen (1939) voerde Hamlet in de jaren zeventig van de vorige eeuw ook al eens ten tonele, en nu twee keer achter elkaar weer. Eerst in de vorm van het toneelstuk in het Theatre Royal, Windsor (2021) en recent in de filmversie daarvan in de regie van Sean Mathias. Onlangs was die versie te zien in de Pathétheaters, nu te huur of te koop via onder meer de streamingdienst Pathé Thuis.

In de openingsscène zit McKellen op de stoep voor het vervallen theater. Het is de tijd van de coronapandemie, waarin de theaters gesloten zijn. Of is het ook een voorbode waarin door alle bezuinigingen en een BTW-verhoging theaters weer dreigen te worden gesloten, maar dan wellicht voorgoed?
We gaan met de Engelse acteur naar binnen, waar het stuk der stukken begint. Gespeeld in alle hoeken en gaten van het theater. In een verkorte versie. Duurt een volledige toneelvoorstelling vier uur, de film krap aan de helft daarvan.
Eigenlijk kijk je – om te beginnen – niet eens zo op van een oude Hamlet, zo invoelbaar speelt McKellen hem. Hij is ‘gewoon’ de oudere geliefde van Ophelia (gespeeld door een met een gitaar rondlopende en later ook zingende Alis Wyn Davies). Is zij een mooi stukje intertekstualiteit, een soort Cordelia – een van de dochters van King Lear – die haar gevoelens niet over de lippen kan brengen en daarom zingt?
De vraag is of de 85-jarige McKellen wat toevoegt aan Hamlet, geschreven als een jeugdig personage. Misschien door zijn verstilde ouderdom en de zweem van kwetsbaarheid en sterfelijkheid die dit met zich meebrengt. Bijvoorbeeld op het moment dat hij het doodshoofd van de nar Yorick naast zijn eigen gezicht houdt.

Cameravoering en enscenering

Ophelia’s broer, Laërtes, wordt overigens gespeeld door een zwarte vrouw, Emmanuele Cole. Net als de geest van Hamlets vader die zijn zoon tot wraak aanzet vanwege de moord op hem door zijn broer Claudius (Jonathan Hyde). Claudius eist de troon op, wordt in plaats van Hamlet koning en trouwt met de weduwe van Hamlets vader. Hamlet kan dit niet verkroppen.

Deze filmversie lijkt niet te gaan over kleur, over sekse, over leeftijd. De camera (Neil Oseman) komt vaak zo dicht op de gezichten van de spelers, dat hun gezichtsuitdrukkingen evenveel zeggen als woorden. Kwetsbaarheid en kracht spreekt eruit. En waanzin, steeds meer waanzin, vooral in de monologen.

De enscenering werkt daaraan mee. Hierin wordt veel met spiegels gewerkt, die toch al voorhanden zijn in de kamers achter het toneel waar de spelers zich opmaken of worden opgemaakt. Het levert een dubbel perspectief op: de speler kan zich reflectief verplaatsen in zichzelf én kijkt het (afwezige) publiek indirect aan.

Uiteindelijk kan worden geconcludeerd, dat het vooral lijkt te gaan om een groot acteur die nog een keer de rol der rollen wil spelen en daarvoor de kans krijgt. De blikken vol verwachting die hij aan het begin van de film op de deuren van het gesloten theater werpt, geven daar aanleiding toe. Daar is niets mis mee. Als publiek geniet je mee van zijn spel en dat van die andere tachtigplusser: de militaristische Polonius, de vader van Ophelia en Laërtes (Steven Berkoff, 1937). Met andere woorden: de oudjes doen het nog goed, lenig als ze zijn!

Film / Films

Te veel vragen, te weinig antwoorden

recensie: Elevation - George Nolfi
Knuffel vader en zoon©Filmdepot

In een post-apocalyptische wereld jagen monsterlijke wezens – die niet boven de grens van 2400 meter kunnen komen – op mensen. Al drie jaar gaat dit goed, maar dan raken de medicijnen van Will’s zieke zoon Hunter op. Will heeft geen keuze: om het leven van zijn zoon te redden moet hij afdalen.

George Nolfi’s Elevation werd gepresenteerd als een nieuwe A Quiet Place. Helaas komt de film niet in de buurt van die belofte. Waar A Quiet Place spanning en subtiliteit meesterlijk combineert, blijft Elevation hangen in clichés, een overdaad aan vragen zonder antwoorden en een te serieuze toon die het geheel weinig aantrekkelijk maakt.

Leuk idee lijdt onder te serieuze toon

Will (Anthony Mackie) gaat samen met wetenschapper Nina (Morena Baccarin) en vriendin Katie (Maddie Hasson) onder de 2400 meter om medicatie te halen voor Hunter. Nina denkt een manier te weten om de monsters te verslaan en wil daarom ook langs haar laboratorium. Het laat zich raden dat ze niet ongeschonden uit de strijd komen. De oplettende kijker vraagt zich af waarom de monsters niet boven de 2400 meter kunnen komen. Antwoord van Nina: ‘I just hope they don’t change their minds’. Een betere verklaring komt er niet.

Het grootste probleem van deze film is dat hij zichzelf te serieus neemt. Er is geen moment van luchtigheid, geen greintje humor om de spanning te doorbreken. Dit resulteert in een ‘zware’ kijkervaring die eerder vermoeid dan meesleept.

vrouw met geweer

Mysterie met weinig betekenis

Elevation lijkt zijn mysterie centraal te willen stellen, maar vergeet dat er uiteindelijk antwoorden nodig zijn voor een bevredigende conclusie. Waarom gebeurt dit fenomeen? Wat zijn de oorzaken? Wie heeft deze wezens naar de aarde gebracht? Of zijn ze op aarde ontstaan? De film hint voortdurend naar een grote betekenis of onthulling, maar levert die nooit. Het resultaat is daardoor onbevredigend.

Humorloze ernst

Wat A Quiet Place zo goed maakte was de menselijke emotie en af en toe een lichtpuntje in de vorm van relatieve normaliteit te midden van de horror. Anthony Mackie (Will) en Morena Baccarin (Nina) spelen goed en doen hun best, maar hun prestaties kunnen de film niet redden. Een scène waarin de hoofdpersonages herinneringen ophalen aan een normaal leven voelt ongemakkelijk en slecht getimed. De serieuze toon maakt de film komisch terwijl dat niet de bedoeling is. Een vleugje humor of luchtigheid had de film enorm kunnen helpen.

Visueel doet de film het beter; mooie landschappen en goed gemaakte special effects. Al zijn ze wel wisselvallig. De monsters zijn een soort mix tussen een groot uitgevallen kever en de Alien van Ridley Scott. Je hoort en ziet ze al van mijlenver aankomen en ze zijn niet angstaanjagend genoeg om indruk te maken.

Mindere uitwerking van een interessant concept

Elevation heeft de ambitie een intelligente thriller te zijn, maar mist de balans, humor en subtiele spanning om de film naar grotere hoogten te tillen. De film neemt zichzelf te serieus en overspoelt de kijker met vragen zonder enige bevredigende antwoorden.

Deze derde samenwerking tussen regisseur George Nolfi en hoofdrolspeler Anthony Mackie is een prima film voor derde kerstdag, wanneer je – ietwat katterig – op de bank hangt na drukke kerstdagen. Of in studentenhuizen na een lange avond stappen. Een film waarbij je niet hoeft na te denken, je niet hoeft te concentreren op het verhaal en waar je ook geen verhoogde hartslag van krijgt.

 

Sinds 28 november te zien in bioscopen in Nederland.

Film / Films

Robert Zemeckis verlegt de grenzen

recensie: Here van Robert Zemeckis
Here_st_1_jpg_sd-highFilmdepot

Jaren gaan voorbij, mensen komen en gaan, maar de plek blijft constant dezelfde. Robert Zemeckis’ verfilming van Richard McGuire’s strip Here brengt iets volledig nieuws op filmgebied: op één plek de tijd van dinosauriërs tot aan de coronapandemie de revue laten passeren, zonder ooit buiten de kaders te treden.

Dat regisseur Robert Zemeckis een uitdaging niet schuwt, bewees hij al in 1988 toen hij animatie combineerde met live-action beelden in Who Framed Roger Rabbit en in 1994 met Forrest Gump door Tom Hanks in historisch beeldmateriaal te integreren. Nu is hij de dubbele uitdaging aangegaan om zowel de camera vast te zetten op één punt, als de acteurs te verouderen en verjongen met AI.

Robert Zemeckis schreef het scenario samen met Eric Roth, met wie hij ook samenwerkte bij Forrest Gump. Ze hebben de strip als letterlijke template genomen en gebruiken in beeld eveneens kaders in kaders. Zo leiden ze ons door de geschiedenis die verteld wordt in korte en – helaas – soms saaie fragmenten.

Here in hoofdlijnen

Net na de Tweede Wereldoorlog betrekken Al en Rose het huis en daarmee de woonkamer die het kader vormt voor de film. Ze krijgen drie kinderen, van wie de oudste, Richard (Tom Hanks), in zijn tienerjaren een relatie krijgt met Margaret (Robin Wright). Margaret raakt al snel zwanger, waardoor de dromen en toekomstplannen van het stel bijgesteld moeten worden. In plaats van advocate (Margaret) en kunstschilder (Richard) te worden, trekken ze in bij Al en Rose en neemt Richard in allerijl een baan bij een verzekeringsmaatschappij om de kost te verdienen. Uit deze fuik komen ze nooit helemaal.

Naast deze familie passeert ook een inheems koppel de revue tot aan de dood van de vrouw; de familie van Benjamin Franklin komt vluchtig voorbij; een piloot met zijn vrouw (gespeeld door Michelle Dockery, bekend van Downton Abbey) en dochter bewonen als eerste het huis nadat deze gebouwd is. Vervolgens zien we nog Leo (uitvinder van de La-Z-Boy stoel) en Stella in de roerige jaren twintig, en als laatste een gezin waarvan de zoon een lesje ‘omgaan met de politie’ krijgt.

Tijdgeest

In de film worden veel maatschappelijke thema’s aangesneden: de positie van de vrouw, de man als kostwinner, de industriële revolutie, discriminatie en epidemieën die de bevolking teisteren. Ook de verschillende manieren waarop de woonkamer is ingericht geven een mooi tijdsbeeld. Het heen en weer schakelen tussen de verschillende periodes zorgt voor een interessant contrast en hier draagt de inrichting van de woonkamer, die per periode anders is, fraai aan bij.

Te veel hooi op de vork?

Op zijn 72e is Robert Zemeckis nog steeds een pionier op filmgebied. Het gebruik van AI-technieken om hoofdpersonen Richard en Margaret te verouderen en verjongen is overtuigend en zeer goed gedaan. Maar de template van de strip naar het witte doek brengen heeft nog wat werk nodig. Door de onbeweeglijke camera op één plek te richten en de vaste kaders die hij daarmee moet aanhouden, beperkt Robert Zemeckis zich. Daardoor worden de vlagen die je van de levens meekrijgt hier en daar wat saai en oppervlakkig. Toch kan je niet zeggen dat het experiment niet geslaagd is. De film is grensverleggend, zowel door camerapunt als door het gebruik van AI, en al is hij hier en daar wat saai, hij is nooit vervelend.

 

Sinds 28 november in bioscopen in Nederland.

Film / Films

Futuristische fabel is meer schets dan blauwdruk

recensie: Megalopolis – Francis Ford Coppola
Megalopolis_st_1_jpg_sd-high_2024-Caesar-Film-LLC-All-Rights-Reserved2024 Caesar Film LLC All Rights Reserved

Over Megalopolis, de nieuwe film van meesterregisseur Coppola, is al veel gezegd en geschreven. In Nederland zal hij binnenkort ook in de theaters draaien. Wat kun je ervan verwachten? De film is beslist een bioscoopavondje waard, maar op een belangrijk punt schiet hij wel tekort.

Zoals misschien bekend heeft Coppola decennia lang met het idee rondgelopen om een film te maken over de analogie tussen de ondergang van het Romeinse Rijk en de dreigende teloorgang van de moderne westerse beschaving. Dit jaar kunnen we dan het resultaat van zijn hartenwens aanschouwen. In het groots opgezette en ambitieuze Megalopolis wordt ons een cruciale keuze voorgehouden. Gaan we verder op de ingeslagen weg en proberen we de boel nog maar wat aan de gang te houden, terwijl het vertrouwen en geloof in ons bestel alom afbrokkelt? Of kiezen we samen voor een geïnspireerde sprong vooruit, in het onbekende? Net als eeuwen geleden bevindt ‘onze republiek’ zich in een zeer kritieke fase, constateerde de regisseur op de première in Cannes. Inderdaad. Toespelingen op Caligula, de pathologische keizer, doen je bijvoorbeeld vrezen voor een land gerund door crimiclowns.

New Yorkse fabel

De film heeft als ondertitel meegekregen: een fabel. En dat is terecht, want in veel opzichten doet Megalopolis (bewust) erg artificieel aan. New York mag dan het deels realistische decor van de film vormen, je hebt continu het gevoel dat je naar een geënsceneerd theaterstuk kijkt. Dit zit hem niet alleen in de namen van de belangrijkste protagonisten – architect en design authority Cesar Catilina (Adam Driver) en burgemeester Franklyn Cicero (Giancarlo Esposito) – maar ook in de shakespeareaanse dialogen en fantasievolle beeldconstructies. Wagenrennen aan Times Square… Visueel maakt Coppola er zeker een indrukwekkend spektakel van.

De kern van de film bestaat uit Cesars utopische droom om New York om te toveren tot een ideale nieuwe stad. Tegengewerkt door de corrupte burgemeester Cicero en de opruiende loudmouth Clodio (Shia LaBeouf), dreigt de architect/ontwerper het onderspit te delven. Maar de film heeft een hoopvol verloop, waar Coppola in Cannes ook nog een interessante uitspraak over deed. Gevraagd op wie wij onze hoop moeten vestigen als ‘redders van de republiek’, wees de regisseur op kunstenaars. Wat we nodig hebben zijn nieuwe perspectieven, nieuwe dromen, en die vinden we zelden bij politici, was zijn duidelijke en niet te missen boodschap.

Megalopolis

© 2024 Caesar Film LLC All Rights Reserved

Dat Cesar in de eerste plaats een kunstenaar is, kan je moeilijk ontgaan. Zijn droom is gebaseerd op een wonderbaarlijk nieuw materiaal dat hij heeft uitgevonden (en waarvoor hij ook de Nobelprijs heeft ontvangen): megalon. In de loop van de film blijkt dit materiaal verschillende bijzondere eigenschappen te hebben, maar als bouwstof voor een nieuwe, organische architectuur is het in ieder geval ook revolutionair. Hail Cesar! Dat hij de tijd kan stilzetten – zoals al te zien in de mooie openingsscène bovenop het Chrysler gebouw – is natuurlijk ook een element dat naar de kracht van de kunstenaar verwijst.

Schetsmatig

Zwakker aan de film is helaas dat belangrijke ideeën en karakters te schetsmatig blijven. De regisseur van Megalopolis schotelt ons nergens een echt inspirerende, uitgewerkte visie voor. Hoe ziet Cesar een betere toekomst precies voor zich, afgezien van een grote architectonische vernieuwing? Wat beweegt hem? Welk antwoord heeft hij op corruptie en politieke en maatschappelijke verloedering? Mogelijk heeft Coppola dit soort vragen expres omzeild en zich geconcentreerd op de ‘symbolische’, ideële rol van zijn held, maar met veel symboliek maak je nog geen indringend meesterwerk. Met uitzondering misschien van de dolende Wow Platinum (Aubrey Plaza) – ex van Cesar – spreken ook andere, ‘ontworpen’ filmpersonages te weinig tot de verbeelding. De rollen die ze krijgen toegemeten in deze fabel zijn functioneel, maar niet erg bezield. Het had wel iets concreter en karaktervoller gemogen allemaal.

Maakt dit de film tot een mislukking, een gestileerd luchtkasteel, zoals regelmatig wordt geoordeeld? Nee, hoewel Megalopolis zijn gebreken heeft, is Coppola’s fabel visueel, als gedachtenexperiment en als theatraal spektakel zeker interessant voor filmfans. Verwacht alleen geen overrompelend verhaal.

 

‘Megalopolis’ draait vanaf 5 december in de Nederlandse bioscoop.

Film / Films

Een magisch meesterwerk

recensie: Wicked: Part I - Jon M. Chu
Cynthia Erivo en Ariana Grande als Elphaba en GlindaUniversal Pictures

Menig musicalfan keek reikhalzend uit naar het moment dat Wicked eindelijk in de bioscoop zou verschijnen. Hele algoritmen op social media draaiden de laatste maanden alleen nog maar om deze langverwachte film van regisseur Jon M. Chu, met Ariana Grande en Cynthia Erivo in de hoofdrollen. En laten we het maar meteen zeggen: de film overtreft alle verwachtingen.

In een interview zei Jon M. Chu dat hij zich heeft voorgenomen om de ziel van de Broadway-musical zo nauwgezet mogelijk te vertalen naar het grote scherm, en dat is te merken in elke scène. De musical, die sinds zijn première in 2003 een wereldwijd fenomeen is geworden, draait om de vriendschap tussen de groene Elphaba en de blonde Glinda (of, zoals ze zichzelf graag noemt, Galinda). Dit verhaal over loyaliteit, identiteit en de dunne lijn tussen goed en kwaad blijft even krachtig en relevant als toen het voor het eerst op de planken verscheen.

Chu heeft er zichtbaar alles aan gedaan om dit complexe en magische verhaal recht te doen. Het opsplitsen van de film in twee delen is een slimme keuze geweest, omdat het hem de ruimte geeft om alle lagen van het verhaal gedetailleerd uit te werken. Het voelt als een liefdesbrief aan de fans en aan het origineel, zonder ooit in nostalgie te verzanden.

Waanzinnige sets en kostuums

Het Land van Oz is in deze film een waar visueel spektakel. Van de Smaragdstad tot de onheilspellende bossen en de Universiteit Shiz, elk decor ademt leven en magie. De aandacht voor detail is verbluffend; het is alsof de sets rechtstreeks uit je eigen verbeelding zijn geplukt. Je ziet en voelt de passie van de ontwerpers in elke scène, wat de positieve kijkervaring alleen maar versterkt. Ook de kostuums lijken direct uit de musical te zijn gehaald, met een perfecte balans tussen extravagantie en authenticiteit. Van Glinda’s schitterende jurken tot Elphaba’s iconische hoed en cape – elk ontwerp is doordacht en versterkt de karakters.

Uitblinkende cast

Cynthia Erivo en Ariana Grande overtreffen de hoge verwachtingen in hun vertolkingen van Elphaba en Glinda. Erivo brengt een rauwe emotie in haar zang en acteerwerk die je bij de keel grijpt, terwijl Grande een onverwacht komische kant van zichzelf laat zien in haar sprankelende uitvoering van ‘Popular’. Haar timing is onberispelijk, en vocaal weet ze moeiteloos te overtuigen.

Jonathan Bailey schittert als prins Fiyero en maakt van ‘Dancing Through Life’ een hoogtepunt van de film. Zijn charisma spat van het scherm, en hij laat zien dat hij veel meer is dan alleen die knappe man uit de serie Bridgerton, waar de meesten hem van zullen kennen. Jeff Goldblum als de tovenaar en Michelle Yeoh als Madame Morrible voegen extra klasse toe met hun krachtige prestaties. Ook het ensemble verdient lof; het vakmanschap en de chemie binnen de cast maken het een feest om naar ze te kijken.

Meeslepende muziek

De muziek van Stephen Schwartz is altijd al een belangrijk onderdeel van Wicked geweest, en Chu heeft besloten dicht bij de oorspronkelijke arrangementen te blijven. De nummers die fans al jaren kennen en liefhebben – van ‘Defying Gravity’ tot ‘What Is This Feeling?’ – klinken fris en vernieuwend, zonder hun essentie te verliezen. De orkestraties zijn groots en meeslepend, waardoor de emoties in de film nog sterker worden. Er werd vooraf gevreesd voor een ‘Lion King-scenario’, waarbij de liedjes zo zouden worden aangepast dat ze hun herkenbaarheid verliezen. Gelukkig is dat hier absoluut niet het geval. De muziek vormt een solide brug tussen het theater en de bioscoop, en vanaf de eerste noten van de opening ben je volledig ondergedompeld in de wereld van Wicked.

Die onderdompeling is zo krachtig, dat je nauwelijks in de gaten hebt dat de film eindigt. De laatste scène laat je snakken naar het tweede deel, maar helaas moeten we nog even geduld hebben. Dit verschijnt pas volgend jaar in november. Gelukkig kun je in de tussentijd het eerste deel zo vaak zien als je wilt.

 

Wicked: Part I is vanaf 4 december te zien in de bioscoop.

Film / Films

Fluisterende rebellie

recensie: Small Things Like These - Tim Mielants

In het rooms-katholieke New Ross in Ierland werkt Bill Furlong (Cillian Murphy) hard om aan de kerstwensen van zijn vrouw en vijf dochters te voldoen. De stille man wordt geleefd door zijn werk en de mensen om hem heen, maar lijkt hier genoegen mee te nemen. Zijn barmhartigheid wordt op de proef gesteld wanneer hij in het lokale klooster ziet hoe de Magdalenazusters hardhandig omgaan met de jonge vrouwen die er worden opgevangen.

Vanaf een jonge leeftijd lijkt Bill zijn mond te hebben gehouden over potentiële ontucht, omdat hier simpelweg niet over gesproken dient te worden. De film toont hoe hij zijn innerlijke strijd voert terwijl hij geen teken van emotie wil laten zien aan de mensen om hem heen. We spreken met regisseur Tim Mielants, die ons meeneemt in het zeer persoonlijke verhaal dat in eerste instantie zo ver weg van hem lijkt te liggen.

Verfijnd filmwerk

De kijker wordt meegenomen in het ‘simpele’ leven van een koolhandelaar. We zien Bills werkzaamheden in zijn bedrijf. Wanneer hij in zijn auto stapt om de kolen te bezorgen, kijken we via de camera vanaf de achterbak van zijn rammelende wagen mee hoe hij van de ene naar de andere locatie rijdt. De grootste uitdagingen die Bill lijkt te hebben, zijn een plek aan zijn overbezette eettafel vinden en een gesprek met zijn scherp getongde vrouw Eileen (Eileen Walsh) doorkomen. De kleine momenten waarop we Bill diep zien nadenken, zonder te weten wat er precies achter zijn ogen schuilt, zorgen voor de meest sprekende scenes van de film.

‘Ik voelde onmiddellijk dat de stiltes belangrijker zijn dan de woorden’, zegt Mielants. Om de film tot zijn recht te laten komen heeft Mielants de gedachtesprongen die Bill maakt uitgetekend. Door terug te gaan in zijn eigen verleden en de pijn die daarbij hoort, heeft hij onderzoek gedaan naar hoe dit het beste in beeld gebracht kon worden, zonder hier teveel woorden aan vuil te maken.

Een van de eerste shots waarin de stilte het luidst spreekt, is wanneer Bill in de late avond een stoel pakt en deze voor het raam zet. Zijn uitzicht is niet veel meer dan een muur die slecht belicht wordt door een straatlantaarn. Er lopen wat figuren langs, maar deze krijgen van de camera weinig aandacht. We zien Bill met grote ogen en zonder een vin te verroeren. De pijn is direct voelbaar, maar nog niet volledig te begrijpen. De film zit vol met prachtige momenten zoals deze.

Een broederlijke samenwerking

Mielants beschrijft dat de motor van het verhaal rouw is. De Vlaamse regisseur herkende stukken van zichzelf toen hij het boek van Claire Keegan las waar de film op gebaseerd is. Als Vlaming begrijpt Mielants hoe het rooms-katholieke geloof een sterk deel uitmaakt van de maatschappij. Het is een belevingswereld die hij deelt met de hoofdpersoon Bill Furlong, waardoor hij de drang voelde om dit verhaal in film te vertellen.

Cillian Murphy as Bill Furlong and Zara Devin as Sarah Raymond in Small Things Like These. Photo Credit: Enda Bowe

Dat Cillian Murphy de hoofdrol zou spelen, was snel duidelijk. Mielants en Murphy kennen elkaar al van Peaky Blinders (zij zijn na de opnames van Small Things Like These ook direct aan de slag gegaan met het opnemen van de aankomende film Steve). Het was Murphy’s vrouw die Mielants wees op het boek van Keegan, waarna Mielants snel overtuigd was dat hij deze film moest maken. Murphy heeft tijdens zijn jeugd ervaren dat Ierse mannen zwegen over de Magdalenazusters. Over emoties werd überhaupt weinig gesproken. Mielants en Murphy hebben elkaar veel gesproken over hun eigen ervaringen met opzwellende emoties, wat voor een beter begrip van elkaar heeft gezorgd.

Mielants beschrijft dat hij en Murphy elkaars werelden hebben gedeeld. Samen hebben ze de locaties van de film bezocht, gesproken over persoonlijke ervaringen en als producent heeft Murphy meegedacht over de vertelwijze die Mielants had uitgetekend voor de film. ‘Ik heb hem uitgenodigd om heel diep te gaan’, vertelt Mielants. Voor deze kwetsbare rol, die niet te vergelijken is met die van de stoere Tommy Shelby van Peaky Blinders, wist Murphy direct wat er van hem gevraagd werd. ‘Ik denk dat Cillian altijd goed is. Hij is een onwaarschijnlijk talent.’

Zelfs buiten de set hebben de twee contact. Toen Mielants de eerste foto zag van Louis Kirwan, die de jonge Bill Furlong speelt, stuurde hij een bericht naar Murphy waarin hij grapte dat hij niet wist dat Murphy een bastaard rond had lopen. Kirwan en Murphy delen namelijk dezelfde melancholische en sprekende blauwe ogen, die in de film goed tot hun recht komen.

Een uitbarsting van emotie

Met beperkte dialogen en sterk audiodesign weet Small Things Like These de onderhuidse gevoelens van het hoofdpersonage haarfijn bloot te leggen voor de kijker. Mielants beschrijft het als de eruptie van een vulkaan, waarin de gevoelens dermate onderdrukt worden totdat dit niet langer mogelijk is. Ook al klinkt dit spectaculair, de film weet tot op het einde klein te blijven en het publiek te ontroeren door een lichtpuntje in de donkere straten van Ierland te bieden. Small Things Like These is vanaf 21 november 2024 te zien in de bioscoop.

Film / Films

Een echo uit het verleden

recensie: Gladiator II - Ridley Scott
FilmstillFilmdepot

Vierentwintig jaar nadat we Russell Crowe op het grote scherm in de ring hebben zien strijden, is het tijd voor een nieuw schouwspel. Ridley Scott keert terug naar de Romeinse tijd om wederom een bruut wraakverhaal over kracht en eer neer te zetten. Op de vraag die zo duidelijk in het origineel gesteld wordt, ‘Are you not entertained?’, lijkt maar één antwoord passend: natuurlijk wel!

Het verhaal begint wanneer het Romeinse leger Numidië binnenvalt ter uitbreiding van het Romeinse imperium. Lucius (Paul Mescal) leidt het inheemse leger tegen de Romeinen, die geleid worden door generaal Acacius (Pedro Pascal). De twee aanvoerders lijken aan elkaar gewaagd, maar wanneer Lucius’ leger bezwijkt onder het geweld van de Romeinen, wordt hij als krijgsgevangene naar Rome gebracht. Die eens zo mooie stad lijkt in duigen te vallen onder de leiding van een duo tirannen, die het volk eensgezind proberen te houden met bloederig vermaak in het Colosseum. Als gladiator van slavenhandelaar Macrinus (Denzel Washington) moet Lucius zich omhoog vechten, gedreven door de belofte dat hij wraak kan nemen op Acacius.

Een waardige opvolger?

Gladiator (2000) is een iconische film. De integere rol van de harde Crowe, de prachtige muziek van Hans Zimmer en de venijnige antagonist vertolkt door Joaquin Phoenix hebben een hoge lat gelegd voor het vervolg. Zelfs na zoveel jaar is het moeilijk om de films niet naast elkaar te leggen, al helemaal omdat het verhaal van Gladiator II voortborduurt op dat van deel I.

Mescals repertoire bestaat vrijwel uitsluitend uit zachtaardige rollen. Wie hem kent van Aftersun (2022) of All of Us Strangers (2023) zal overtuigd moeten worden: komt Mescal geloofwaardig over wanneer hij anderen met de grond gelijk maakt? Zijn eerste speech, waarmee hij zijn Numidische leger opzweept, bevat direct de kracht die de rol vraagt, maar geeft ook de tedere zijde van Lucius sterk weer. Washington heeft in een interview aangegeven dat Mescal zomaar een van de grotere namen in Hollywood zou kunnen worden. Mescal dwingt dan ook respect af met deze ijzersterke vertoning.

Harry Gregson-Williams, de componist van de film, brengt effectief de spanning in de arena. Ook de meer etherische momenten in de film worden versterkt door zijn muziek, al is het moeilijk de epische maar breekbare momenten van Zimmers meesterwerk ‘Elysium’ uit Gladiator (2000) te evenaren.

Qua antagonisten weet de film het origineel te overtreffen. De vele personages die geïntroduceerd worden, zijn verre van zwart-wit (wat niet gezegd kon worden van Phoenix’ Commodus). De ogenschijnlijke vijand heeft nobeler overtuigingen dan je vermoedt. Andere personages hebben meer kaarten achter de hand dan ze laten zien. De grote ego’s van alle machtsfiguren worden op verschillende momenten op de proef gesteld, wat zorgt voor een intrigerend politiek spel.

Niet volgens de boeken

Scott heeft niet stilgezeten sinds de eerste Gladiator-film. Zo bracht hij eind vorig jaar een andere historische blockbuster uit, namelijk Napoleon. De film werd vaak bekritiseerd omdat deze historisch niet accuraat zou zijn. Scott reageerde geagiteerd op deze kritiek: hij maakt films, en dat betekent dat hij niet gebonden hoeft te zijn aan de feiten.

Nu we een jaar later opnieuw een door de geschiedenis geïnspireerd verhaal aanschouwen, lijkt Scott deze critici zelfs te provoceren. In een onderspoelde arena roept een Romeinse orator de god van het water, Neptunus, bij zijn Griekse naam, Poseidon. Een kenner zal het niet ontgaan dat het ridicuul is om de verkeerde mythologie aan te halen. De slag die volgt, is dermate spannend en creatief in beeld gebracht dat het duidelijk is dat we deze film kijken voor het spektakel en niet voor een geschiedenisles.

Terug de ring in

Wie het origineel heeft gezien, doet zichzelf tekort door niet terug te keren voor dit vervolg. De film heeft meerdere sterke performances, een verhaal met verschillende lagen en bovenal bloedstollende vechtscènes. Ridley Scott bewijst zich weer als de meester van veldslagen op het witte doek en Paul Mescal verrast met een charmante, doch intense performance. Gladiator II draait nu in de bioscoop.

Film / Films

Ontketend

recensie: Ni chaînes ni maîtres (2024) - Simon Moutaïrou

Deze film is de eerste grote publieksfilm over het slavernijverleden van Frankrijk op Île de la France (het hedendaagse Mauritius). De verhalen van tot slaaf gemaakten en hun nakomelingen, die bijgedragen hebben aan de Franse rijkdom, hebben tot nog toe weinig tot geen aandacht gekregen in de Franse bioscopen. Simon Moutaïrou brengt daar nu op indrukwekkende wijze verandering in.

In Ni chaînes ni maîtres volgen we de tot slaaf gemaakte Mati (Anna Diakhere Thiandoum) en haar vader Massamba (Ibrahima M’Baye) die werkzaam zijn op een Franse suikerrietplantage. Mati droomt van een vrij leven, Massamba denkt dat ze zich beter kunnen schikken in hun lot, om op die manier te overleven. Onder de tot slaaf gemaakten gaat het verhaal rond dat er op het eiland een plek zou bestaan waar voormalige slaven in vrijheid leven en daar wil Mati naartoe. Na haar ontsnapping van de plantage wordt ze achtervolgd door de beruchte slavenjaagster Madame de la Victoire en haar twee zoons. Massamba gaat zijn dochter zoeken, voordat het te laat is.

Nederlands randje

Dit historische drama van Simon Moutaïrou gaat impliciet ook over Nederland. Het zijn de Nederlandse kolonisten die op Mauritius (vernoemd naar de Nederlandse prins Maurits) een nederzetting hebben gesticht. Het zijn ook zij die de productie van suiker met tot slaaf gemaakte Afrikanen en Aziaten hebben geïntroduceerd. Toen de Fransen het eiland in 1721 innamen, na het vertrek van de Nederlanders, bestond er dus al slavernij. De Fransen zijn verdergegaan waar de Nederlandse kolonisten het achterlieten.

Code noir

De meeste films over slavernijgeschiedenis laten alle wreedheden die ermee gepaard gaan zien. Denk bijvoorbeeld aan 12 Years a Slave van Steve McQueen. Het is essentieel om te laten zien wat tot slaaf gemaakten ondergingen. Ook in Ni chaînes ni maîtres wordt getoond wat er gebeurt als een tot slaaf gemaakte vlucht of andere dingen doet die in de zogenaamde Code noir staan. De Code noir is een decreet uit 1685 van de Franse koning Lodewijk XIV over de omgang met zwarte slaven.

Maar doordat de film gedraaid is vanuit het oogpunt van de Marrons, zoals gevluchte tot slaaf gemaakten werden genoemd, ligt de nadruk op de ongelofelijke moed, volharding en solidariteit die deze mensen tentoonspreiden. Daardoor worden Mati en haar vader Massamba trotse Marrons op zoek naar vrijheid in plaats van slachtoffers.

Parallel met het heden

Op Île de France gingen de Marrons, al vluchtend op zoek naar een beter leven, richting de zee waar ze met kano’s probeerden over te steken naar Madagaskar. De meeste van deze kano’s kwamen nooit aan. De stranden van het eiland lagen dan ook bezaaid met lichamen van verdronken mensen. In de film is dit indringende beeld te zien als Massamba, op zoek naar zijn dochter Mati, de lichamen checkt. Regisseur Simon Moutaïrou gebruikt dit om een parallel naar het heden te trekken: het beeld van slachtoffers van noodgedwongen migratie die op de stranden van Italië, Griekenland en andere landen aanspoelen.

Lessen

Ni chaînes ni maîtres is een film die je aan het denken zet. Er is geen voorstelling te maken van wat tot slaaf gemaakten te verduren hebben gehad. Het relativeren of, godbetert, goedpraten van het slavernijverleden is op geen enkele manier te rechtvaardigen. Het is onvoorstelbaar dat we anno 2024 een ‘Zwarte Pieten’ discussie hebben, dat we moeite hebben met excuses maken voor het slavernijverleden en dat op veel plekken donkergekleurde mensen nog steeds als minderwaardig worden gezien. Laten we hopen dat films als Ni chaînes ni maîtres, ook in Nederland, bijdragen aan een beter begrip en inzicht.

Film
special: Rijk en divers filmprogramma
vlaggen (LIFF)©Jan Willem Beutler

Leiden International Film Festival 2024

Het Leiden International Film Festival (LIFF) presenteerde dit jaar opnieuw een rijk programma met meer dan 80 films, specials en evenementen. Het festival bood filmliefhebbers een unieke kans om alvast een glimp op te vangen van aankomende Oscar-kanshebbers, onbekende parels te ontdekken die in Nederland (nog) niet zijn uitgebracht, Q&A’s bij te wonen met internationale filmmakers, en nog veel meer.

Ook dit jaar bestaat het festival uit drie competities. De American Indie Competition richt zich op innovatieve en onafhankelijke Amerikaanse films. In de First Feature Competition presenteren veelbelovende regisseurs hun speelfilmdebuut, terwijl de Bonkers! Competition een podium biedt aan grensverleggende, absurde en vaak experimentele films.

Naast deze competities zijn er ook Selections, waarin een breed scala aan films en voorpremières wordt gepresenteerd. Independent: Selections toont de nieuwste werken van bekroonde regisseurs – films die binnenkort in Nederlandse bioscopen verschijnen, maar hier exclusief te zien zijn. Emerging: Selections richt zich op nieuwe verhalen en onafhankelijke stemmen, en Extraordinary: Selections verrast met unieke vertoningen en speciale evenementen. Tot slot is er ook aandacht voor korte films in de vorm van Independent: Shorts, Emerging: Shorts en Extraordinary: Shorts. Keuze genoeg dus.

De charme van het Leiden International Film Festival ligt dan ook in de toegankelijkheid en diversiteit: of je nu pers bent, een Cinevillepas hebt, of gewoon tijd over hebt op een dinsdagmiddag, iedereen kan kaarten kopen voor de voorstellingen. Door de grote diversiteit in het aanbod trekt het festival een breed publiek van jong en oud, en kun je relatief onbekende films zien in grote, uitverkochte zalen. De sfeer in het publiek is dan ook altijd bijzonder; waar het in reguliere bioscoopzalen vaak stil blijft, wordt er tijdens LIFF juist volop gejoeld, gelachen en soms gehuild. In deze special worden vier films besproken die elk op hun eigen manier een indruk hebben achtergelaten – de een meer geslaagd dan de ander.

My Old Ass

Megan Park, 2024
Sterren: 3/5
American Indie Competition

beeld film

© Marni Grossman – Amazon Content Services LLC

Het festival werd dit jaar geopend met My Old Ass, een verrassende coming-of-age komedie geregisseerd door Megan Park. De film volgt de 18-jarige Elliott (Maisy Stella), die in de laatste zomer voordat ze gaat studeren tijdens een paddo trip een onverwacht figuur ontmoet: haar 39-jarige zelf, gespeeld door Aubrey Plaza. De originele opzet van de film zet meteen de juiste toon: een mix van humor en introspectie, waarin Elliott en haar oudere zelf in een scherp dialoog de twijfels, angsten en dromen bespreken die met volwassen worden gepaard gaan. Dit maakt My Old Ass een toegankelijke film, die zware onderwerpen over ouder worden, keuzes maken in het leven en de dood op een inventieve manier communiceert.

My Old Ass probeert clichés te vermijden met scherpe dialogen en een frisse queer-setting. Toch lijkt het verhaal wat in te zakken wanneer 18-jarige Elliott haar ex Chad ontmoet die door haar oudere zelf verafschuwd wordt. Vanaf dat moment verdwijnt het personage van Aubrey Plaza naar de achtergrond, wat pijnlijk duidelijk maakt dat de kracht van de film vooral ligt in de dynamiek tussen de jonge en oude Elliott. De boodschap van de film is helder en voelt – ondanks de pogingen om een frisse draai te geven aan het genre – misschien wat voorspelbaar aan; hoe vaak hebben we in coming-of-age films al gezien dat de oplossing ligt in het doorbrengen van meer tijd met je familie? My Old Ass is misschien niet baanbrekend binnen het genre, maar het is een vermakelijke film met een oprechte boodschap.

A Different Man

Aaron Schimberg, 2024
Sterren: 4/5
American Indie Competition

beeld uit A Different Man

©Matt Infante – Courtesy of A24

Het is duidelijk dat acteur Sebastian Stan een nieuwe richting in zijn carrière inslaat. Ondanks zijn doorbraak als The Winter Soldier in de Marvel-films, kiest hij nu duidelijk voor meer uitdagende projecten en schittert hij tijdens het festival in niet één maar twee opvallende films: A Different Man en de Donald Trump-filmbiografie The Apprentice. In A Different Man, een surrealistische thriller-komedie, vormen hij en Adam Pearson het hart van deze gedurfde film van veelbelovende regisseur Aaron Schimberg.

A Different Man volgt het verhaal van Edward, een misvormde acteur die na een ingrijpende operatie aan zijn gezicht worstelt met zijn identiteit en een rol probeert te spelen in een toneelstuk gebaseerd op zijn eigen leven. Adam Pearson, die zelf met een vergelijkbare aandoening leeft, geeft de film een unieke authenticiteit. De film is niet bang om confronterende vragen te stellen over uiterlijk en identiteit, en functioneert bijna als een dialoog van de filmmaker met zichzelf; is het oké om een acteur met make-up een beperking te laten spelen? In een meta-tekstuele benadering onderzoekt Schimberg niet alleen wat schoonheid betekent, maar ook hoe mensen met een beperking worden weergegeven in film.

De film biedt geen simpele boodschap of een moralistisch verhaal over ‘schoonheid van binnen’. In plaats daarvan kiest A Different Man voor een genuanceerde en soms ongemakkelijke benadering van deze thema’s. De wereld rondom Edward brokkelt langzaam af, samen met zijn besef van de realiteit. Het voelt alsof elk moment het kleed vanonder zijn voeten kan worden weggetrokken waardoor hij in totale horror terechtkomt. De film, gedrenkt in een jaren 80-stijl en begeleid door de donkere soundtrack van Umberto Smerilli, roept een beklemmende en unieke sfeer op die je als kijker steeds verder het ongemak in trekt. Is A Different Man dan een horrorfilm? Niet helemaal. Ondanks de druilerige sfeer blijkt A Different Man verrassend grappig, en weet hierdoor, dankzij de chemie tussen Sebastian Stan en Adam Pearson, de perfecte balans te vinden.

Blitz

Steve McQueen, 2024
Sterren: 2/5
Independent: Selections 

beeld uit Blitz

© Apple

De teleurstelling van het festival was Blitz. Na zich gericht te hebben op een aantal documentaires en korte films is dit de langverwachte terugkeer naar de speelfilm van regisseur Steve McQueen, bekend van de Oscar-winnende film 12 Years a Slave. Blitz vertelt het verhaal van Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog, te midden van de bombardementen van de Duitse Blitz in 1940-1941. Het verhaal wordt verteld vanuit twee perspectieven: dat van de jonge moeder Rita (Saoirse Ronan), die ondanks het gevaar in Londen blijft om haar gemeenschap te ondersteunen, en dat van haar zoon George, die als gevolg van de kinderevacuaties naar het platteland wordt gestuurd om aan de bombardementen te ontsnappen. Onbenut, en bijna niet-existent in de film, is het personage Jack (Harris Dickinson), die af en toe op de achtergrond sluimert als brandweerman, maar weinig weet toe te voegen aan het geheel. Een bijzondere keuze, waardoor de focus van de film op Rita en de zoektocht van George ligt.

Het hoogtepunt van Blitz is Saoirse Ronan, die een sterke prestatie levert en zich ongetwijfeld plaatst in de race voor de Oscar voor Beste Actrice. Toch blijft Blitz als geheel niet overeind. Hoewel de schaal van de productie indrukwekkend is en McQueen experimenteert met gedurfde beelden, blijft de film teleurstellend conventioneel. Het verhaal volgt een voorspelbare lijn – alsof het slechts een standaard oorlogsdrama is – terwijl er soms iets bijzonders door de scheurtjes heen schijnt dat helaas nooit volledig tot bloei komt. De abstracte beelden van de bombardementen en de chaos op straat zijn indrukwekkend. Ze behoren tot de weinige momenten in de film waar de spanning echt voelbaar is en je het idee hebt dat McQueen iets unieks laat zien.

McQueen lijkt ambitieuze ideeën te willen communiceren, maar door de bijna clichématige elementen en de wisselende sfeer blijft Blitz helaas hangen in oppervlakkigheid. Van al het werk van McQueen voelt Blitz als zijn meest zielloze. Waar zijn stempel in eerdere films als 12 Years a Slave en Shame onmiskenbaar aanwezig is, ontbreekt die hier bijna volledig. Het eindresultaat is als een goed glas whisky dat is verdund met kraanwater; de potentie voor een krachtige impact is er, maar blijft jammer genoeg grotendeels onbenut.

Dìdi

Sean Wang, 2024
Sterren: 4/5
American Indie Competition

beeld uit Dìdi

© Courtesy of Focus Features

Dìdi, het speelfilmdebuut van Taiwanese regisseur Sean Wang, is een nostalgische coming-of-age film die zich afspeelt in 2008 en het verhaal vertelt van de 13-jarige Dìdi. Terwijl de laatste dagen van de zomervakantie verstrijken, is Dìdi volop bezig met de dingen die zijn wereld op dat moment vormen: de eerste keer flirten, avontuurlijk skateboarden en de ingewikkelde band met zijn moeder. Het resultaat is een film die op charmante wijze de verwarring, het verlangen en de kleine triomfen van de puberteit weet over te brengen.

Wat Dìdi bijzonder maakt, is de manier waarop het erin slaagt om de sfeer van 2008 opnieuw tot leven te brengen. De film voelt als een tijdcapsule; je waant je weer even in die zomerse dagen waarin alles nieuw en onwennig aanvoelt. Van Windows XP screensavers en korrelige camcorder-beelden tot het ongemak van onlinegesprekken. Elk detail wekt nostalgische herinneringen op aan de charme van toen.

Met een bescheiden speelduur van 95 minuten is Dìdi een compacte film, maar eentje die met weinig veel weet over te brengen. Wang kiest ervoor om het verhaal volledig vanuit het perspectief van Dìdi te vertellen, wat zorgt voor een intiem en soms ontwapenend eerlijke kijk op zijn wereld. We zien het verhaal door zijn ogen, waardoor zelfs alledaagse momenten – zoals een eerste onbeholpen poging tot flirten of een stille ruzie met zijn moeder –  begrijpelijk en voelbaar worden.

Het is verfrissend om een bescheiden, kleinschalige film te zien die zich niet verliest in grote gebaren, maar juist uitblinkt in de herkenbare kleine details. Een verborgen pareltje, wat het zo jammer maakt dat er voor Nederland (nog) geen release gepland staat.

Film / Films

Meesterlijk kostuumdrama over zusterschap in een mannenwereld

recensie: Firebrand (2023) – Karim Aïnouz
FirebrandFilmdepot

Het historische drama Firebrand draait om de zesde vrouw van Hendrik VIII. De film is gebaseerd op het boek Queen’s Gambit van Elizabeth Fremantle. De ritmische montage voegt kracht toe aan het al sterke acteerwerk. De Braziliaanse regisseur Karim Aïnouz houdt met deze film de aandacht vast tot in de laatste momenten. Van een stoffig kostuumdrama is beslist geen sprake.

De geschiedenis van Hendrik VIII (1491-1547) is een donkere. Vijf vrouwen zijn Catharina Parr (Alicia Vikander) al voorgegaan als ze huwt met de notoire koning Hendrik (Jude Law). Het lot van zijn eerdere vrouwen is geen geheim. Als Hendrik enkele maanden in Frankrijk verblijft om oorlog te voeren, benoemt hij Catharina tot regent. Na een ongeluk is de koning ziek en heeft geïnfecteerde benen. Als hij bij terugkeer steeds zieker en paranoïde wordt, moet Catharina steeds meer vechten voor haar eigen voortbestaan.

Ritmische montage

Firebrand is geen duf kostuumdrama, alleen al door de dynamische montage. Zo maakt Aïnouz bij een dansscène gebruik van ‘rythmic editing’. Tijdens de scène danst Catharina met edelman Thomas Seymour (Sam Riley). Het beeld vibreert tegelijkertijd met bombastische muziek, een scène waar je als filmliefhebber van kan smullen. Daarbij lijkt de setting van de film geregeld de grillen van Hendriks stemming af te schilderen. Donkere wolken met grimmige muziek tegenover plots een helderblauwe lucht.

Imponerend acteerwerk

Law en Vikander zijn aan elkaar gewaagd. Jude Law staat voor menig kijker bekend als de hunky acteur uit films als The Holiday (2006) en Closer (2004). In Firebrand bewijst hij dat de rol van kwaadaardige en onbehouwen koning hem eveneens goed past. Vikander doet absoluut niet onder voor Law. Zij speelt haar rol als berekenende echtgenote feilloos. Hendrik wordt gedurende het verhaal tergend onvoorspelbaar en voert de spanning van de film op. De koningin is gehaaid en weet waar de kwetsbaarheden van haar echtgenoot zitten. Er zijn scènes met Law en Vikander in dezelfde ruimte die je uit je comfortzone trekken, lang nadat de aftiteling is geweest.

Mannen tegen vrouwen

Wat dit kostuumdrama onsubtiel aanstipt: de wereld is onverbeterlijk hard voor vrouwen. Hoewel we de geschiedenis kennen, blijft het shockerend om te zien. Eerdere echtgenotes aan het hof werden onthoofd of weggestuurd als het de koning zinde. Als je niet al voor een andere misstap was gestraft. Wat deze film anders doet en tegelijkertijd mooi benadrukt, is de vrouwenroedel om Catharina heen. Waar de verhalen zich vaak focussen op de koning als kwaadaardige tiran, gaat de aandacht nu uit naar de vrouwelijke bondgenoten in een mannenwereld. Aïnouz gebruikt daar prachtige beelden voor in Firebrand. En die beelden maken de film sterk om te zien.