Muziek / Achtergrond
special: Paaspop 2008 - zondag

De massa beloond

Zondag 23 maart staat bij Paaspop in het teken van de publiekstrekkers. Zo zien we een dwarsdoorsnede van de Nederlandse mainstream-acts van dit moment langskomen. Stevie Ann, Van Velzen, Racoon, Guus Meeuwis en Within Temptation delen het hoofdpodium. Saybia uit Denemarken is hier de enige buitenlandse band.

De zaterdag was een koude dag. Muzikaal was het allemaal prima in orde, maar echt heel druk was het nog niet. De zondag is daarentegen een heel drukke dag. Met tienduizend bezoekers mag het festival op deze tweede dag uitverkocht genoemd worden. Door de grote mensenmassa is het al direct veel minder koud. In de tenten merk je dat je gerust je jas kunt uitdoen. De beloofde paar uur sneeuwval blijft achterwege. De gladde bevroren moddersporen op de loopplanken zijn later dan ook helemaal verdwenen. Zaterdag ging het programma om vier uur van start. De zondag opent om een uur op het Masters of Rock-podium met Bloody Honkies.

Stevie Ann rockt

~

Als om kwart voor twee Stevie Ann het hoofdpodium betreedt staan er nog grote drommen mensen voor de hekken die nog door de uitgebreide controle heen moeten. Alles verloopt echter rustig, gedisciplineerd en netjes. Stevie Ann zet inmiddels een stevige countryrock-set neer. Ze is prima bij stem en de band die haar begeleidt heeft inmiddels al menig Nederlands podium mogen betreden. Dat ze lekker op elkaar zijn ingespeeld is goed te horen. Stevie Ann klinkt heel wat steviger dan je op grond van haar albums zou verwachten. Met een cover van Depeche Modes Personal Jesus verrast ze zeker. Het past echter prima in de set. Het rustpuntje vormt Baby Blue waarna ze lekker verder rockt in Day Break met heerlijke gitaar-soundscapes. Ze is al lang niet meer ’the girl next door’ zoals ze zelf zingt in het afsluitende nummer van haar optreden.

Podiumbeest

~

Terwijl wij even de neus om de hoek steken bij Textures in de Masters of Rock-tent wordt het podium omgebouwd voor Van Velzen. Textures heeft een zanger die naar mijn smaak te veel grunt. De muzikale begeleiding is echter sterk. Van Velzen is van een heel ander kaliber. Een klein kaliber als het gaat om de lengte van deze kleine grote man. Maar als het gaat om muzikaliteit en stembeheersing dan kunnen we al snel vaststellen dat Van Velzen ook buiten de studio groots kan zijn. Hij heeft dan ook met recht een plaatsje gekregen op het hoofdpodium van Paaspop. Van Velzen weet zijn publiek prima te bespelen. Voor het eerst zie ik het publiek dan ook flink in beweging komen en de aanwijzingen van de meester opvolgen. Een vergelijking met een rockende Elton John schiet al snel door mijn hoofd. De stem van Van Velzen is daar echter niet mee te vergelijken. Deels achter de piano weet Van Velzen een boeiende en ook beweeglijke show neer te zetten. Deze man is een echt podiumdier. In een enkel nummer zoals I’ll Stand Tall neemt hij ook de gitaar ter hand. Zijn favoriete band Queen eert hij met een weergaloze cover van Don’t Stop Me Now. Tijdens Baby Get Higher doet Van Velzen een kort stukje tekst voor doven, en levert, naar ik kan waarnemen, perfecte gebarentaal af. Ik hoor hem echter toch liever spelen en zingen! Met zo’n optreden ben je blij dat je oren het doen.

Braaf

~

Voor Racoon spelen De Heideroosjes hun set in de Masters of Rock-tent. Een optreden voor liefhebbers in het bezit van oordoppen. Dat is dus iets voor volgend jaar, oordoppen meenemen. Het derde optreden op het hoofd podium is van Racoon. De band uit Goes heeft inmiddels vier kwalitatief goede, en pakkende popalbums op zijn naam staan. Voor een festivaloptreden is natuurlijk wel wat meer nodig. Racoon zet een muzikaal perfecte set neer en doet zich voor als het braafste jongetje van de klas. Alleen met I Feel Like Flying krijgen ze de zaal in beweging. Die beweging is daarna weer snel weg als ze muzikaal verrassen met een mooie cover van Thomas Dolbys I Scare Myself. Na het brave optreden van Racoon vermaken we ons in de Masters of Rock-tent met de inmiddels twintig jaar oude band Levellers. Zij spelen een brede selectie uit hun met Schotse invloeden doorspekte Engelse folkrock-repertoire. De beste nummers zijn vaak de traditionelere nummers, waar viool en een heuse Schotse hoornpijp de aandacht opeisen. Jammer dat de zang af en toe overstuurd de zaal in wordt geslingerd.

Deense trots

~

Als we terugkomen van de Levellers staat er op het hoofdpodium een echte parel uit Denemarken klaar. Een band die de afgelopen tijd nogal geplaagd werd door tegenslag, waardoor de optredens niet door konden gaan. Wat ben ik blij dat het nu dan wel doorgaat. Saybia sluit een moeilijke periode af met een aantal donkere nummers van het nieuwste album. Zodra ze verlichting vinden met de single van het tweede album I Surrender krijgen het publiek meer lucht en breekt het geluid heerlijk open. We halen opgelucht adem, Saybia is nog steeds Saybia. Met de songs The Second You Sleep en het prachtig uitgesponnen The Day after Tomorrow grijpen ze terug naar hun debuutalbum. Ze doen dat echter zo overtuigend – en met toevoeging van stijlelementen van hun nieuwste album – dat je weer thuis lijkt te komen. Het warme bad van Saybia wordt visueel ondersteund met een heel subtiele lichtshow. Het zet niet de muzikanten in de schijnwerpers, maar juist de muziek. De wat meer alternatieve muziekliefhebber bij het hoofdpodium heeft met Saybia zijn hoogtepunt van het festival te pakken.

Waardige afsluiting

Terwijl de klanken van Peter Pan Speedrock nog over het festivalterrein denderen is het Within Temptation die na een moeizame start (lichtproblemen) het podium betreedt om Paaspop af te sluiten. Dat Within Temptation een prima slotakkoord kan bieden is bij iedereen die de band al eens live heeft gezien bekend. Ook deze keer weet Sharon den Adel met haar band een fantastische set neer te zetten. Een dwarsdoorsnede door het oeuvre van deze grootste gothic-band van Nederland, ondersteund door filmbeelden achter een prachtig decor (rode gitaristenpodia, standbeelden) met een glansrol voor Sharon. Met name het prachtige, op de Da Vinci Code gebaseerde The Truth Beneath the Rose profiteert van de krachtige beelden. Met een tweede toegift, Ice Queen, sluit Within Temptation af. Een geslaagde afsluiter van een geslaagd festival!

Film / Films

Vergruisde bruidssuikers

recensie: Margot at the Wedding

.

In Margot at the Wedding komen alle herkenbare gruwelen en irritaties die families eigen zijn voorbij. Iedereen gaat hier afwisselend door het lint op weg naar het hoogtepunt van het kunstmatig samenzijn, de trouwerij van Margot’s zus Pauline. Schrijver en regisseur Noah Baumbach wilde aanvankelijk een fantasie over een moeder en zoon in een trein maken, maar hij heeft een tumultueuze menselijke relatiekomedie afgeleverd.

In de openingsscène wordt direct de toon gezet. Heel snel wordt duidelijk wat de cynisch kritische perfectionist Margot (Nicole Kidman) van haar puberzoon Claude (Zane Pais) en het familiefeestje vindt en verwacht. De rest van het verhaal evolueert voor het netvlies tot een emotionele detective, waarbij elk van de karakters onderweg op zijn eigen imperfecties wordt getrakteerd.

~

Het verlangen naar een familieband komt van de bruid in spe, Pauline (Jennifer Jason Leigh). Met haar vrije geest en impulsieve karakter is ze de tegenpool van Margot. Met het verleden verwerkt hoopt Pauline op hernieuwde vriendschap en intimiteit met haar zuster. Dat die daar slechts aan wil ontsnappen en onder alle schijnbare controle zelf in puin ligt, is haar onbekend. Op de rand van scheiding en diep onzeker over haar relatie met zoon Claude maakt Margot al snel misbruik van iedereen die ze tegenkomt. Met haar scherpe tong zaait ze overal chaos en twijfel, om zo elke persoonlijke teleurstelling te bezweren en te maskeren. Al snel bevinden de zusters zich in een niemandsland waar de emotionele stoppen wederzijds doorslaan. Margot’s afwijzing van de bruidegom, de sullige Malcolm (Jack Black), wordt gevolgd door ruzie met de buren en een wraakactie van Pauline waarbij Margot eindigt in de top van de familieboom in het midden van de tuin. De emoties en gebeurtenissen escaleren in rap tempo. En al snel gaat Pauline haar aanstaande met andere ogen zien, waardoor alles verandert.

Ongrijpbare zusternijd

~


De film intrigeert en balanceert in stijl tussen mooi en lelijk. Dat past goed bij het centrale thema: dat verwachting kan leiden tot teleurstelling en zelfs tot afwijzing. De gerafelde montage en documentaire-achtige cameravoering leiden soms tot een onrustig beeld, maar zijn wel passend voor de vele plotselinge gebeurtenissen die het verhaal telt. Dat expressionisme geeft de verschillende karakters een band maar geen verband. Terwijl het onpartijdige script met zijn venijnig realisme daar juist toe uitnodigt. De neerbuigende liefde van de kwijnende agressor Margot en de verzoenende adoratie van Pauline besmetten de hele omgeving, uitgezonderd de kinderen. Hun puberperikelen spelen zich dan ook af in een compleet andere dimensie, waar zelfs Margot ondanks al haar getrek en geduw geen vat op heeft. Het is een interessant zijpad dat jammer genoeg in het geheel ondergesneeuwd raakt.

In eerste instantie lijkt Nicole Kidman perfect gecast in haar rol als Margot, maar haar koele perfectie (onderhand haar enige handelsmerk) steekt uiteindelijk heel erg matig af bij de rauwere speelstijl van de zeer sterke Jennifer Jason Leigh (Pauline) en de komiek Jack Black (Malcolm). Noah Baumbach lijkt na het succes van The Squid and the Whale (2005) toch vooral te hoog te grijpen. Zijn talent als schrijver wordt overschaduwd door zijn regie, waarin vooral de onderhuidse humor niet sterk genoeg wordt uitgewerkt en uitgebuit. Scènes die alles in zich hebben om onvergetelijk en hilarisch te zijn, zijn nu afgeknepen en benepen. Daarmee lijkt Baumbach te kiezen voor een oppervlakkiger publiek, en de vraag is of hij zich als ‘independent’ met deze keuze niet verkeerd profileert. Nu is de film, die in potentie alles in zich heeft om boven de doorsnee uit te stijgen, een te ongrijpbaar en warrig zusterdrama in een bed van hippie-nostalgie en blijft de diepgang het grote mysterie achter de keukendeur.

Theater / Achtergrond
special: Babelfestival

Bruggen bouwen in Ostadetheater

.

Het overbruggen van culturele verschillen – met name religieuze – is dit jaar het thema van het Babelfestival. De politiek praat erover, maar al die praatjes vullen geen gaatjes en zeker geen lege magen. De dertiende editie van het cultureel festival van het Amsterdamse Ostadetheater combineert deze twee zaken. Tijdens verschillende exotische dinerbuffets kunnen bezoekers samen een begin maken met het overbruggen van culturele verschillen.

~

Ook in het bomvol programma met cabaret, toneel, muziek, film en lezingen worden nieuwe invalshoeken, vragen en oplossingen gegeven. Naast het kijken naar producties van bekende namen als Hakim Traïdia (Sesamstraat), Sabri Saad el Hamus (Het Schnitzelparadijs), De Varkensfabriek en Helmert Woudenberg, is er ook gelegenheid om te discussiëren na de verschillende lezingen. Of om te luisteren naar onder andere het Haytham Safia Qu4rtet of het Nederlands Philharmonisch Orkest. Het festival heeft ook aan de jongeren gedacht met voorstellingen die zijn gemaakt voor en door jongeren. En zelfs voor de allerkleinsten zijn in het programma twee voorstellingen voor kinderen vanaf 3 en 10 jaar opgenomen. Van 14 maart tot 23 maart wordt tijdens het Babelfestival in het Ostadetheater een begin gemaakt met het bouwen van bruggen.

8WEEKLY zag eerder Spreekuur van de Varkensfabriek en Fortuyn van Helmert Woudenberg.

Lees nu de recensies van:
|
|
|
|

Wie heeft de waarheid in pacht?
Ostadetheater, Amsterdam.

Dit jaar was het thema van het Babelfestival het bruggen tussen de verschillende geloven en culturen. Voor het bouwen van bruggen zijn stenen nodig. Tijdens het Babelfestival werden de stenen gebakken tijdens verschillende rondetafelgesprekken. Zaterdag gingen moslima Esmaa Alariachi en Protestante Marjolein Kraaijeveld aan tafel in gesprek onder leiding van Tom Helmers, dramaturg van toneelgroep Opium voor het Volk. Het onderwerp was ‘de gevoeligheid van religies over kritiek en cartoons’. Tijdens het gesprek maakten de gasten twee dingen al snel duidelijk: de intieme relatie tussen een gelovige en God of zijn profeet is niet te omschrijven aan iemand die niet gelooft. De reden werd pas aan het eind van het gesprek duidelijk: Het gevoel van een gelovige is te vergelijken met het gevoel dat je hebt voor bijvoorbeeld je moeder. Alariachi: ‘Iemand mag zeggen dat hij je moeder niet mag, maar niet dat je moeder een trut is.’

Ten tweede bleek de kloof tussen de geloven vooral in de hoofden van niet-gelovigen te zitten. Volgens de gasten willen niet-gelovigen graag alle geloven in aparte hokjes stoppen. In werkelijkheid vallen alle geloven onder de noemer ‘Geloof’. Vanuit verschillende religies in Amsterdam zijn de afgelopen tijd samenwerkingsverbanden opgezet om elkaar beter te leren kennen.
In het gesprek werd Helmer een paar keer ondergesneeuwd door Alariachi. Al snel nam zij de leiding over het gesprek en liet Helmers en Kraaijeveld ver achter haar. Het gevolg was dat Helmers een paar keer de draad kwijt was en Alariachi hem weer op weg moest helpen. Door de ondersneeuwing van Helmers werd de discussie vooral een Alariachi show. Toch wist Kraaijeveld haar standpunt duidelijk te maken in de korte momenten dat zij daar de kans voor kreeg. Opvallend was dat met deze middag geen fundament is gelegd tussen twee religies, maar vooral tussen gelovigen en niet-gelovigen. (Mariëlla Pichotte)

terug naar boven

Talk of the town
Ostadetheater, Amsterdam ● zondag 18 maart.

‘Kunst geeft een ingang om over andere zaken te praten, al dan niet met een beetje hulp,’ was één van de conclusies van Sonja van der Valk, één van de organisatoren van Talk of the Town. In het kader van het thema van het Babelfestival organiseerde het Domein voor Kunstkritiek en het Ostadetheater in februari en maart een reeks masterclasses voor bewoners van stadsdeel Oud-zuid onder de titel Talk of the Town: Kunst in de geest van het Allerhoogste’.

In drie lezingen vertelden experts op het gebied van kunst en religie meer over de kunstuitingen binnen de bekendste wereldreligies. De masterclasses werden afgelopen weekend afgesloten met een wandeling langs voorbeelden van kunstwerken in stadsdeel de Pijp. Dinsdagavond presenteerde Van der Valk voor een handjevol mensen de conclusies, foto’s en reacties van de deelnemers op de website van het Domein voor Kunstkritiek. Op twee deelnemers na, lieten de deelnemers de avond aan hen voorbijgaan. Van der Valk: ‘De deelnemers keken met andere ogen naar de kunstwerken waar ze anders dagelijks langskwamen op weg naar werk, school of de winkels. De wandeling opende het gesprek over het verschil in religies en culturele achtergrond.’ De pilot van Talk of the Town is naar alle tevreden van de organisatie verlopen. De kritiek dat er weinig mensen meededen aan het project, wijst Van der Valk meteen af. ‘Het aantal deelnemers waar we op hadden gerekend heeft zich ook ingeschreven,’ zegt ze. ‘We hebben de grote groep in drie groepen verdeeld, zodat de begeleiders voor iedereen in zijn groep ruime aandacht had om vragen te beantwoorden.’
Het Domein van de Kunstkritiek kijkt naar de mogelijkheden om links te maken vanaf verschillende populaire websites, zoals de website van het wijkcentrum. Ze hopen op deze manier het gesprek over religies en kunst op gang te houden. (Mariëlla Pichotte)

terug naar boven

Achmed van Oranje – Hakim en Omar
Ostadetheater, Amsterdam ● zondag 16 maart.

Fotograaf: Geert Gratema
Fotograaf: Geert Gratema

Hoe grappig kunnen vooroordelen zijn en kunnen we er een avondvullende voorstelling van maken? Hakim Traïdia en Omar Ahaddaf denken van wel. In anderhalf uur gooien ze alle clichés en vooroordelen die over Marokkanen te bedenken zijn eruit in de cabaretvoorstelling Achmed van Oranje. Voor een keer hoeft Hakim zijn mond niet te houden. Hij mag los gaan op vooroordelen. Vooroordelen die hij uit op Omar, de Marokkaan die hij ‘via het CWI heeft gekregen’. De rolverdeling is simpel, Hakim is de Nederlander, omdat hij al dertig jaar hier woont en Omar is met drie jaar – ‘de andere vijf was je illegaal’ – een verblijfsvergunning nog steeds een allochtoon.

De voorstelling is letterlijk een aaneenschakeling van alle vooroordelen die over Marokkanen en soms ook Nederlanders bestaan. ‘Het zijn Nederlanders, ze blijven omdat ze betaald hebben,’ antwoordt Hakim op de vraag van Omar waarom het publiek niet wegloopt bij een terroristische dreiging.
Om de vooroordelen en het verhaal duidelijk te maken, wisselt het duo in razend tempo van personages. Zo komt natuurlijk de bebaarde terrorist voorbij, maar ook een Afrikaanse asielzoeker, een Nederlandse politieagent, een goochelaar.

De intentie en het idee om vooroordelen als humor te gebruiken krijgt het duo de lachers keer op keer op de hand, alleen is dit ook het zwaktepunt. Veel van de vooroordelen en grappen zijn een kwestie van afstrepen en zijn niet altijd meer grappig. De voorstelling doet op bepaalde momenten denken aan een try-out die zijn juiste vorm nog niet heeft gevonden. De heren improviseren, maar zijn nog niet genoeg op elkaar ingespeeld om de snelheid in de voorstelling te houden. De energie zakt soms wat in. Toch blijft Achmed van Oranje een leuke voorstelling om naar te kijken, als was het alleen maar om al je eigen vooroordelen hardop te horen. (Mariëlla Pichotte)

terug naar boven

Yasmine vs Khalid – Jongerentheater 020
Ostadetheater, Amsterdam ● vrijdag 14 maart

Fotograaf: Natascha Helmer
Fotograaf: Natascha Helmer

Met haar koffer in haar hand, haar djellaba aan en haar hoofddoek om verdwijnt Yasmine van het podium na een vurige monoloog over de relatie met haar moeder en haar verwachtingen. Het meisje dat aan het begin nog in een te kort jasje en strakke broek op 50 Cent stond te dansen, is weg.

Yasmine vs. Khalid bestaat uit twee monologen van een zus en een broer over de relatie met hun moeder. Waar Yasmine als een sterke meid wordt neerzet op het podium, met een eigen wil en een eigen toekomst, vervalt de invulling van Khalid in clichés. Khalid is weer die boze Marokkaanse jongen, een moederskindje dat niet meer naar school gaat, met iedereen ruzie zoekt – ook met het publiek -, een jongen die zijn zusje in de gaten houdt en zelfs langzaam in de handen van een terroristische beweging terecht komt. Hij heeft respect voor zijn moeder, maar naar hun relatie en hun meningsverschillen blijft het gissen. In de monoloog van Yasmine wordt heel duidelijk waar de meningen tussen moeder en dochter botsten.
Als even voor het eind het mobieltje van Khalid gaat, is het Michael, de Nederlandse vriend van Yasmine. Zij is naar hem toegegaan. Dat Khalid als reactie zijn mes pakt en wegrent, was natuurlijk te verwachten. (Mariella Pichotte)

terug naar boven

Theater / Voorstelling

De wondere wereld van de animatieporno

recensie: Hotel Modern - Rococo

Waren in eerdere voorstellingen van Hotel Modern tragische gebeurtenissen en de dood het uitgangspunt, voor de nieuwe voorstelling, Rococo, is er gekozen voor een vrolijk en levendig thema: seks. In een bomvol decor, met een nieuwe glansrol voor de vingercamera, wordt er een wondere wereld opgeroepen.

Foto: Hans Werlemann

Foto: Hans Werlemann

Wie maar drie dingen tegelijkertijd kan waarnemen, heeft een probleem bij de nieuwe voorstelling van Hotel Modern. De wereld die makers Pauline Kalker, Herman Helle en Arlène Hoornweg in het theater creëren is helemaal volgestopt met rekwisieten. Het lijkt wel een rommelmarkt. Grote elektronicadozen – vol met schedels, beenderen, ontstoppers, boeken, beeldjes en pvc buizen – staan torenhoog opgestapeld. Het houten skelet van een vliegtuig hangt boven het toneel en rechts staan een overvolle tafel en een uitpuilende kast.
Twee figuren met berenkoppen, van het mannelijke en vrouwelijke geslacht, lijken voor het eerst kennis te maken met deze ruimte. Ze beginnen de potentie van de aanwezige voorwerpen te verkennen met grote nieuwsgierigheid en fantasie. Van wat ontstoppers en buizen vallen bijvoorbeeld twee benen te maken waar je mee kunt wandelen. Als je met een kar over bobbeltjesplastic rijdt, geeft dat een geestig geluid.

Foto: Hans Werlemann
Foto: Hans Werlemann

Schaamteloos onderzoek
Het onderzoek van deze beren heeft veel weg van onschuldig kinderspel. Als kleine kinderen verwonderen zij zich over de wereld waarin ze terecht zijn gekomen. Maar de beren zijn tegelijkertijd schaamteloos en weten meer van de volwassen wereld dan zij in eerste instantie doen vermoeden. Het thema seks wordt door hen op alle mogelijke manieren verkend. Bijvoorbeeld door een vinger door een schedel te steken, zodat het lijkt alsof de schedel een tong heeft. De schedels likken zo heel wat af. Vaste prik bij Hotel Modern zijn de animatiefilmpjes met vingercamera’s, die live geproduceerd en vertoond worden. Kleine rococobeeldjes worden door de beren in verband gebracht met ranzigheid; een roodachtige gelei die sterk aan ingewanden doet denken wordt over de hoofdjes van de beeldjes gesmeerd. Hilarisch, maar tevens obsceen om deze onschuldige, sierlijke beeldjes zo te bewerken.
Gekleide poppetjes met grote piemels doen een trapezeact voor de camera. Daarbij komen ze op en in elkaar te zitten, al rijdend op een eenwieler op een koord. Vulgariteiten en absurditeiten gaan in de voorstelling hand in hand.

Foto: Herman Helle
Foto: Herman Helle

Animatieporno
De vingercamera’s brengen een soort realisme in de absurde scènes. Hoewel er gerefereerd wordt aan de bekende beelden van pornofilmpjes die in het internettijdperk als vanzelf voor ons opdoemen, hebben de primitieve animatiefilmpjes een heel ander effect. Er wordt gespeeld met veel humor en verbeeldingskracht. Het leven wordt gevierd, inclusief haar obsceniteiten. Hotel Modern is zeker niet tegen porno, maar pleit voor meer verwondering en verbeelding.
Toch wordt het onderzoek uiteindelijk verstoord, door een katrol die het onderzijl onder de installatie wegtrekt. Het complete decor stort in. De beren weten nog een grill te vinden waarin een haardvuurtje brandt (een plastic zak aan de roterende grill schuurt langs de kop van een bezem met als resultaat het geluid van knisperend haardvuur), zodat ze kunnen overleven in deze ravage.

Rococo van Hotel Modern is nog te zien t/m 26 april. Voor meer informatie en speellijst, klik hier.

Theater / Voorstelling

Gezinstherapie in een berenvel

recensie: BloodyMary - Hol

.

Een voorstelling die begint met een lesje geschiedenis over de Steentijd, het is niet wat je in eerste instantie verwacht. Maar Ötzi, de wereldberoemde Oostenrijkse gletsjermummie is een bron van inspiratie voor Hol, het nieuwe stuk van theatergroep BloodyMary. Evert van der Steen introduceert Ötzi als ‘ons aller oervader’, die leefde in een tijd dat mensen nog verstandig met elkaar omgingen. Maar biedt de Steentijd echt de oplossing voor alle dagelijkse gezinsproblemen? Al snel blijkt van niet.

Foto: Rene den Engelsman
Foto: Rene den Engelsman

Het gezin wordt wel eens de ‘hoeksteen van de samenleving’ genoemd. Maar Evert, zijn vrouw Tera en dochter Puma vormen bepaald geen warm gezinnetje. Sterker: ze zijn volledig van elkaar vervreemd. Het script vertoont in dit opzicht opvallend veel overeenkomsten met de Oscar winnende film American beauty van regisseur Sam Mendes uit 1999.
Evert, een uitgerangeerde leraar en hobbyarcheoloog, wordt gespeeld door Rogier in ’t Hout. Hij voelt dat zijn gezin ten onder dreigt te gaan. Hij neemt vrouw en dochter mee naar ‘zijn’ prehistorisch openluchtmuseum om nader tot elkaar te komen. Gedwongen wel te verstaan. Zijn vrouw Tera, gespeeld door Lies Visschedijk, is volledig van hem vervreemd. Ze maakt snel carrière bij een vrouwenblad, maar kampt met overbelaste zenuwen en een sluimerende burn-out. Ze houdt voor haar gezin geheim dat ze plannen heeft om op Aruba haar carrière te vervolgen.
Dochter Puma voelt zich verwaarloosd en niet door haar ouders gewaardeerd. Evert en Tera zien dat anders. Ze hebben haar immers kort geleden nog bevrijd uit een ‘sektarisch drugspand’. Tera’s collega Hilde is in eerste instantie een ongewenste indringer, maar mag toch blijven.

Foto: Moon Saris
Foto: Moon Saris

No happy family
Als kijker hoef je niet veel moeite te doen om de personages te leren kennen. Ook de onderlinge verhoudingen liggen er ‘dik bovenop’. Het kernthema van het stuk is gebrek aan respect en onderlinge communicatie, en het destructieve langetermijneffect dat dit heeft.
Dit wordt prachtig neergezet, en is een collectieve prestatie van het gezelschap als geheel. Zonder de andere acteurs te kort te doen, is een compliment aan Ilse Warringa op zijn plaats. Als ‘gothic’ Puma vertolkt ze als geen ander het tragikomische karakter van Hol. Haar uitspraken en houding zijn even triest als grappig. Haar filosofische inslag ook: ‘In de wereld is het donker; in mijn hart schijnt de zon’. Haar bekentenis tegenover Hilde dat haar moeder haar kamer heeft verbouwd en ‘haar altaar, zwarte muur en bottenverzameling heeft verruild voor een poster van K3 en een roze muur’, houdt ook het midden tussen komisch en schrijnend. Het contrast maakt het komisch. De schone schijn die zo ver verwijderd is van de werkelijkheid is schrijnend.

De lacht wint het van de traan
De humor is ten opzichte van de triestheid uiteindelijk toch de bovenliggende partij in Hol. Evert die per ongeluk een met pijl en boog in Tera’s billen schiet, de paringsdans van Evert en Hilde en het schijnbare optimisme en naïviteit van Evert: voor de kijker valt er veel te lachen. De rol van de muziek in het stuk is niet heel groot. De quasi-Oostenrijkse jodelliederen, vormen hooguit een rustgevend intermezzo tussen de scènes door. Verder voegen ze niet veel toe. Dat is jammer.

Verrassende ontknoping
De charmante, menslievende en sensuele Hilde, goed gespeeld door Rian Gerritsen, speelt een cruciale rol in het stuk. Ze geeft terloops Evert zijn zelfvertrouwen en ‘mannelijkheid’ terug. En op het gezicht van Puma verschijnt steeds vaker een welgemeende glimlach.
Maar dan staat Hilde ’s ochtends opeens in een Caribische outfit klaar om naar Aruba te gaan. Ze blijkt Tera’s aanstaande baantje te hebben ingepikt, en ze laat Evert in nog grotere vertwijfeling achter. Uiteindelijk blijkt Puma nog de meest heldere kijk op de situatie te hebben: ze schopt Ötzi in een krachtige monoloog van zijn voetstuk. Kernboodschap van haar pleidooi: modder niet door in een situatie die uitzichtloos is, maar regisseer je eigen leven. Een serieuze noot, aan het eind van een avondje heel hard lachen.
Hol van BloodyMary is nog te zien t/m half september. Zie www.tgbloodymary.nl

Boeken / Fictie

Misantropie als levenselixir

recensie: Rudolph Delson (vert. Sandra van de Ven) - Maynard & Jennica

.

‘Ik hoef jullie solidariteit niet, ik wil mijn torens terug… want die versperden me zo fijn het uitzicht op de rest van Amerika.’ Tot deze wanhoopskreet van Maynard, in de nasleep van 11 september 2001, is Maynard & Jennica een typisch stuntelige-jongen-ontmoet-meisje-en-wordt-verliefd-verhaal, van het soort waar romantische komedies een patent op lijken te hebben. Maynard Gogarty, een gesjeesde muzikant en maker van documentaires over metroreizigers en hondenpoep, loopt op een zweterige morgen in augustus 2000 de tien jaar jongere Jennica Green tegen het lijf in de New Yorkse ondergrondse. Tussen de twee ontluikt een romance, kunstig beschreven vanuit het gezichtspunt van een slordige dertig vertellers, inclusief een papegaai, een noodrem en vijf doden.

Domme pech

Rudolph Delson
Rudolph Delson

Maar 11 september 2001 stelt de tortelduifjes op de proef. Maynard verbruit het bij Jennica met tirade na tirade tegen de patriottistische ‘oefening in gejank en stroopsmeerderij’ waaraan Amerika zich na de aanslagen overgeeft:

Maar dit moest wel een… tragedie zijn. Sla geen acht op je vermogen om onderscheid te maken tussen een tragedie en een bloedbad. Dit moest wel een tragedie zijn, anders zouden we niet zo verdrietig zijn! En onze tragische tekortkoming? Onze tragische tekortkoming is onze… vríjheid. Ze moeten wel… hélden zijn geweest, die brandweermannen. Doe geen moeite om onderscheid te maken tussen helden en mensen met domme pech. Het kúnnen domweg geen doodgewone vakbondsleden zijn geweest die het evacuatiebevel niet hebben gehoord. Ze kunnen niet het slachtoffer zijn geworden van een ongelukkig toeval, want ’terwijl de rest naar buiten rende, renden zij naar binnen’.

Rudolph Delson – 33 jaar, inwoner van Brooklyn en voormalig advocaat, een baan die hij omschrijft als ‘ongeveer even interessant als een gestijfd wit overhemd’ – kan zich wel vinden in de woorden van zijn mannelijke protagonist. “9/11 werd een nationale exercitie in publieke rouw. Zelfs mensen in Hicksville USA, die niet door de aanslagen getroffen waren en niemand hadden verloren, waren plotseling bang om het doelwit van een terroristische aanslag te worden. Maar wat is er louterend aan het uithangen van een Amerikaanse vlag? Waarom zo je solidariteit uitdrukken? Dat is na-aperij. Dat is het zonder nadenken uitvoeren van een voorgeschreven ritueel.”

Delsons personages houden er zo hun eigen manier op na om met 11 september om te gaan. Aartszwendelaar Ana Kaganova bijvoorbeeld, die Maynard probeert over te halen net te doen alsof zij is omgekomen in Toren Eén, om zo samen de miljoenen dollars slachtoffervergoeding op te kunnen strijken. Boeven zijn het leukst om te schrijven, vindt Delson. “Ana is de nihilist in de roman. Ze is continu op zoek naar de volgende zwendelarij. Haar eerste reactie na 9/11 is: hoe kan ik hier een slaatje uitslaan? Dat is misschien cynisch, maar het meest cynische gebruik van 9/11 was toch door onze eigen president. Literaire critici hebben het tegenwoordig steeds over ‘post-9/11 fictie’ als Jonathan Safran Foers Extremely loud and incredibly close of Falling man van Don DeLillo. Maar de tot nu beste fictie over 9/11 was van George Bush. De titel: de Irak-Oorlog.”

Misantropie

Oorspronkelijk wilde Delson zijn roman The misanthrope noemen, met de knorrige Maynard als enige hoofdrolspeler. Vanwaar die fascinatie voor misantropen? Delsons ogen spuwen vuur. “Mensen zijn zo bespottelijk! Wie zo dicht op elkaar leeft als in New York, wordt gebombardeerd met een nimmer aflatende stroom slechte smaak en idiotie. 19-jarigen met t-shirts met de tekst ‘Pornstar’, forenzen die hun vol geniesde handen afvegen aan de bankjes van de metro.”

Ten geleide van Maynard & Jennica schreef Delson een essay over misantropie, waarin hij een aantal beroemde fictieve misantropen de revue laat passeren. Zijn conclusie: de misantropen van Molière, Shakespeare en Griekse toneelschrijvers als Menander ontberen humor. “Een misantroop móet wel grappig zijn. Anders wordt hij weerzinwekkend. Een misantroop zonder humor is net een ‘right-wing politician’. Wie was de grootste misantroop uit de geschiedenis? Adolf Hitler. En Hitler had geen gevoel voor humor, of in ieder geval niet het soort humor dat niet-nazi’s konden waarderen.”

Clownesk

Delson ziet de misantroop als een uitermate geschikt narratief middel om maar zoveel mogelijk onheil over een hoofdpersoon te kunnen brengen. “Een misantroop is net een clown. Zoals een clown die overal tegenaan botst en serviesgoed uit z’n handen laat kletteren op onze lachspieren werkt, zo is het ook bij de misantroop. Misantropen balanceren op het slappe danskoord van hun eigen minachting voor de wereld. Het is alleen maar grappig om ze er vanaf te zien vallen.”

“Als schrijver heb je eigenlijk maar twee opties met misantropen: ofwel ze gaan aan het eind van het verhaal in zelfverkozen ballingschap, ofwel ze worden opgeslokt door de maatschappij en ‘genezen’ ze van hun kwaal. Dat laatste is een optimistisch idee, maar tegelijkertijd ook wrang, een travestie van de werkelijkheid. Het is alsof je Nietzsche aan de Prozac brengt. Nietzsche zou Nietzsche niet meer zijn als je hem zijn woede ontnam. Hij zou nog steeds die woeste snor hebben, maar hij zou aardiger voor zijn moeder zijn. En wat is er nou helemaal zo verkeerd aan een beetje foeteren?”

Een van Delsons favoriete fictieve misantropen is Mickey Sabbath, uit Philip Roths roman Sabbath’s theater. “Het einde van die roman verwoordt het dilemma van de misantroop op prachtige wijze: ‘How could he leave? How could he go? Everything he hated was here.’ Moet je als misantroop wegvluchten van de mensen die je haat, of kun je ze niet ontvluchten omdat je die haat nodig hebt? Haat geeft kracht. Kijk maar naar die blonde politicus van jullie, met die film. Wilders, ja. Ontneem je de misantroop zijn haat, dan blijft er niets van hem over. Misantropie is een levenselixir.”

Boeken / Non-fictie

Schijnbare eenvoud

recensie: J.M. Coetzee (vert. Peter Bergsma) - Wat is een klassieke roman?

John Maxwell Coetzee was in mei 2002 uitgenodigd voor een signeersessie in een Amsterdamse boekhandel. Hij las een aantal stukken uit zijn destijds laatste roman voor en zette vervolgens zijn handtekening in de door het publiek meegebrachte exemplaren van zijn boeken. Maar vragen stellen aan de schrijver, dat was niet de bedoeling. Wie het interview van Wim Kayzer in zijn prachtige VPRO-programma Van de Schoonheid, en de troost kent, weet waarom.

Coetzee is niet alleen publiciteitsschuw, hij is vooral ook een bedachtzaam mens. Een vraag krijgt hij liever schriftelijk, zodat hij over het antwoord lang en rustig kan nadenken. Waar zijn bedachtzaamheid toe kan leiden, blijkt uit een groeiend aantal essays van zijn hand. En deel daarvan is nu door uitgeverij Cossee uitgebracht onder de titel Wat is een klassieke roman?

Façade

Het grootste gedeelte is afkomstig uit de essaybundel Stranger shores: essays 1986-1999 (2001) aangevuld met twee essays uit de bundel Giving Offense: essays on Censorship (1996). Een aantal van de essays uit de eerstgenoemde bundel is eerder verschenen in The New York Review of Books waarvoor Coetzee geregeld kritieken schrijft. Het betreffen voornamelijk literaire studies van auteurs als Breyten Breytenbach, Amos Oz, Dostojevski, en van Nederlandse schrijvers als Mulisch en Nooteboom. De bundel wordt voorafgegaan door de lezing ‘What Is a Classic?’, waaraan de Nederlandse versie haar titel ontleent. Deze titel versterkt het idee dat het onderwerp censuur een vreemde eend in de bijt is tussen de essays uit Stranger shores, maar wat Coetzee erover zegt is beslist niet minder belangrijk of interessant.

In zijn essays is J.M. Coetzee niet de man van definities of gebaande paden. Toen hij uitgenodigd werd de Tanner Lectures aan Princeton te verzorgen, vertelde hij een verhaal met in de hoofdrol Elizabeth Costello, die op haar beurt twee lezingen moet geven aan de Universiteit van Appleton. Later keert zij vaker terug als zijn alter ego. Zijn essays bouwt hij op vergelijkbare wijze met zijn romans op. Ze zijn van een bedrieglijk soort eenvoud, voornamelijk op stilistisch niveau. Je hoeft dus geen ingewikkelde redeneringen of vertogen te verwachten. Maar daarmee is het ook wel gedaan. Achter de façade van de eenvoud lees je een origineel denker die de diepere lagen van zijn onderwerp blootlegt.

Klassieker

Wat is dan toch die klassieke roman? Coetzee illustreert dat aan de hand van een verhandeling over de Britse, van geboorte Amerikaanse, schrijver T.S. Eliot (die zijn lezing over Vergilius dezelfde titel meegaf) en zijn eigen ervaring in de achtertuin in Zuid-Afrika met de muziek van J.S. Bach. Coetzee arriveert bij een bepaalde paradox: de klassieker definieert zichzelf door zijn mogelijkheid te overleven. Kritiek is derhalve onderdeel van de geschiedenis van een klassieker. Als een klassieker beschermt dient te worden van aanvallen, dan is het dus nog geen klassieker. Kortom, de klassieker definieert de functie van een criticus; ze zijn aan elkaar verbonden. Zelfs de meest kritische beschouwing zorgt ervoor dat de status van klassieker behouden wordt en zal overleven.

Het tweede essay in de Nederlandse bundel gaat over censuur en is getiteld ‘Zbigniew Herbert en de figuur van de censor’. Hierin gaat Coetzee dieper in op het werk van de Poolse dichter en schrijver Herbert die in constante strijd met de Poolse (of Sovjet-)autoriteiten leefde en zich actief wapende tegen censuur. Coetzees positie ten opzichte van het onderwerp is ambigu. Zijn werk is nooit gecensureerd in de tijd van de Apartheid door het Zuid-Afrikaanse Publications Control Board, op een gedicht na. Het gedicht hoefde niet weg, maar werd gebannen, omdat het tijdschrift waarin het verscheen, gecensureerd werd. Hoewel Coetzee censuur in wat voor vorm ook verafschuwt, kan hij de onderliggende kracht ervan niet ontkennen. Het stelt de schrijver in staat bepaalde vermogens uit zichzelf te halen, die door deze druk van buitenaf, juist aan de oppervlakte komen. Censuur creëert grenzen. Gecensureerde boeken gaan de strijd aan met de wet en dat is boeiend. In de ogen van Coetzee kan hiermee aan de vaak oninteressante discussie over censuur, want vervuild geraakt door de politieke dimensie ervan, voorbijgegaan worden. Het is veel interessanter de wisselwerking tussen censuur en boek te analyseren. Zij zijn namelijk wel onder de censuur ontstaan en hebben mede daardoor een bepaald karakter gekregen.

Het is fascinerend om te merken hoe samenhangend het fictief en essayistisch werk van Coetzee is. Niet alleen qua stijl, maar ook qua onderwerp. Vooral treffend in de eerste twee essays. Coetzee is op zoek naar de onderliggende structuur en biedt hiermee geen kant-en-klare oplossingen, maar wel de broodnodige diepgang. Zo bezien passen de essays over de klassieker en de censuur uitstekend bij elkaar.

Muziek / Achtergrond
special: Paaspop 2008 - zaterdag

Piek in het midden

Op zaterdag 22 maart werd in Schijndel het jaarlijkse Paaspop afgetrapt. Het festivalseizoen 2008 kent hiermee een vroege opening. De bezoekers trotseren de kou om meer dan zestig acts verspreid over vijf circustenten te zien optreden. Het is niet alleen muziek wat de klok slaat. Er kan genoten worden van theater, disco en wat minder bekende muzikanten. Deze laatsten vullen de Restolounge-tent met de meest uiteenlopende muzikale versnaperingen. Maar Paaspop draait natuurlijk vooral om het hoofdpodium. Daar vinden de publiekstrekkers hun plek om te excelleren.

De programmering biedt voor beide dagen een afwisselend palet aan acts. Niet iedere bezoeker zal van begin tot eind één podium blijven volgen. Bij sommige acts liggen de muzikale roots hiervoor eenvoudigweg te ver uit elkaar. Guus Meeuwis en Saybia bijvoorbeeld zijn niet bepaald artiesten die dezelfde doelgroep aanspreken. Maar tussen de verschillende optredens op het hoofdpodium zijn er genoeg plekken op het terrein om even rond te gaan snuffelen. Zoals bijvoorbeeld bij de Masters of Rock-tent, die een onderkomen biedt aan de hardere rock.

~

De zaterdag is de ‘opwarmdag’ voor de zondag, al zal het die nacht naar verluidt eerst nog zo’n zeven graden gaan vriezen. De aankomst van de campinggasten verloopt even chaotisch maar dat lijkt dan ook de enige smet op het verloop van het festival. Op het festivalterrein is rekening gehouden met de winterse nattigheid door overal waar men loopt planken neer te leggen. De tenten zijn verwarmd en ook daar dekt hout de modder af. Nee, je hoeft dus niet thuis te blijven vanwege het slechte weer. Wel bleek het raadzaam warme kleding en stevige schoenen, of laarzen, mee te nemen.

Opening

Rond de klok van vier uur wordt het festival muzikaal geopend in de Masters of Rock-tent door de jonge band All Missing Pieces. De bandleden zijn tien, twaalf en veertien jaar oud en zetten een stevig potje rock ’n roll neer. Dat zo’n band nog een paar jaartjes moet rijpen is natuurlijk geen verrassing. Het is wel gedurfd wat ze neerzetten. De zanger schuwt het publiek niet, maar de bassist kan zijn instrument maar net dragen en doet met een jongensstemmetje de backing vocals. De drummer is de stuwende kracht maar zit helemaal verscholen achter zijn instrument. Al met al echter geen verkeerde opwarmer.

Voicst

~

Op het hoofdpodium is het de Amsterdamse band Voicst die mag openen. Net terug van een Europese tournee kunnen ze in Schijndel laten zien wat ze waard zijn. Met twee succesvolle albums mag Voicst zich een gevestigde naam noemen in de Nederlandse popscene. Een aantal weken geleden mocht ik Voicst ook akoestisch meemaken tijdens een instore optreden bij een platenzaak in Tilburg. Toen was Tjeerd nog maar net genezen van een griep. Desondanks wisten ze het aanwezige publiek te boeien en vooral te laten zien en horen dat ze als band ook akoestisch, in een winkel, staan als een huis. Mijn verwachtingen voor dit optreden waren dan ook hooggespannen. Voicst misstaat zeker niet op een festivalpodium, al krijgt de band het publiek maar moeizaam in beweging. Pas bij het eerste singletje wordt enige reactie van de zaal naar het podium gestuurd. Het feest is pas compleet als ze als voorlaatste nummer hun Everday I Work on the Road inzetten. In het tweede couplet verschijnt Jacqueline Govaert van Krezip op het podium om even mee te zingen. Het publiek reageert onmiddellijk en geeft haar een warm onthaal. De balans opmakend kunnen we achteraf zeggen dat Voicst een verdienstelijk optreden afleverde. Een optreden dat in het tweede kwartier een dipje kende. Het herstel hierna maakte echter alles goed.

Los met Krezip

~


Na een uurtje pauze voor het ombouwen van het podium (in stijl, met witte monitoren) gaan we echt los met Krezip die als tweede het hoofdpodium betreedt. Krezip ‘doet’ voor de vijfde maal Paaspop, een prestatie op zich. Jacqueline is gekleed in een zwarte legging met een prachtige wijde tulerok erover, witte laarsjes en een leren jackje. Dit maakt deze rockvrouw van 25 jaar een weldaad voor het oog. De band maakt ook direct duidelijk uitgegroeid te zijn tot een Nederrockformatie van betekenis. Muzikaal laat Krezip ons alle hoeken van hun repertoire zien. Het Plug Me in van hun laatste album knalt net zo makkelijk de zaal in als nummers van hun eerste cd. Een cover van The Korgis, Everybody’s Gotta Learn Sometime, gaat er in de Krezip-bewerking lekker tussendoor. Een tweede cover, het Talking Heads-nummer Burning Down the House gaat er bij het Krezip-publiek ook makkelijk in. Het feest is compleet als het publiek het eerste couplet van I Would Stay zingt terwijl Jacqueline de begeleiding doet op de piano. Jammer genoeg zingt ze er niet zelf overheen. Dat doet ze pas in het tweede deel van de song. Verderop in de set gaat akoestische I Apologize op in het geroezemoes van de bezoekers. Krezip sluit het optreden echter rockend af, en met de woorden “het festival seizoen is hierbij geopend”, miszegt Jacqueline niets.

Fiction Plane piekt

~


Fiction Plane heeft met haar debuut-cd laten horen meer te zijn dan ‘die band van de zoon van…’ (Sting). Maar wat Joe Sumner ook zal doen, zijn stem alleen al laat de familiebanden niet verbergen. De tongval van Sting komt in een nummer als It’s a Lie dubbel en dwars naar voren. Als je dan net als je vader als bassist (en zanger) in een trio speelt is de vergelijking voor de hand liggend. Sumner wordt overigens terzijde gestaan door Seton Daunt op gitaar en Pet Withoit op drums. Ze hebben inmiddels één cd in de winkels liggen en een Nederlandse hit achter de kiezen met het nummer Two Sisters. Het optreden staat overigens als een huis. De sound is hard, maar heel open van structuur, en klinkt verzorgd. Hulde aan de geluidstechnicus. De band heeft echter duidelijk te lijden onder het feit dat ze alleen een debuutalbum uit hebben. Sommige nummers kunnen nog wel wat verdere uitwerking gebruiken. Gelukkig zitten de zwakkere songs tussen de goede ingeklemd en dat maakt dat het optreden uiteindelijk als de tweede topper van de dag beschouwd kan worden.

Moke is de een na laatste act die het hoofdpodium bestijgt. De band heeft net als Fiction Plane een sterk debuutalbum afgeleverd. Helaas weet de geluidstechnicus hier geen open geluid neer te leggen en klinkt Moke als een brei. De zang is niet verstaanbaar. Ondanks de hoge verwachtingen weet de band hierdoor niet te overtuigen. Claw Boys Claw liet korte tijd geleden opnieuw van zich horen met hun reünieplaat Pajama Day en is daarmee ook terug op de podia. Ze spelen om middernacht in de Masters of Rock-tent en sluiten samen met de allemansvriend Blöf een geslaagde eerste dag Paaspop af.

Kunst / Expo binnenland

Loco Motion dendert museum in

recensie: Job Koelewijn - Loco Motion

.

De werkelijkheid is het uitgangspunt van het werk van Job Koelewijn. Tot en met 8 juni aanstaande houdt hij een groot deel van De Pont bezet  met zijn fotografie en installaties. Maar daar blijft het niet bij, want ook op het plein voor de ingang van het museum is al één van Koelewijn’s installaties te zien. In deze tentoonstelling toont hij een combinatie van oud en nieuw, speciaal voor De Pont ontworpen werk.

In 1992 studeert Job Koelewijn (1962) af aan de Rietveld Academie. Zijn afstudeerproject omvat onder andere een schoonmaakbeurt van het tentoonstellingspaviljoen van de academie, wat hem meteen bekendheid geeft in de kunstwereld. In de jaren die volgen, sleept Koelewijn een aantal prijzen in de wacht, waaronder de Sandbergprijs in 1999 en de Dr. A.H. Heinekenprijs in 2006. Zoals gezegd opent de tentoonstelling al op het plein voor het museum, met Cinema on Wheels. Dit is een verplaatsbare bioscoop, compleet met stoelen, geluiden en de juiste sfeer. In plaats van een filmdoek is er een kader uitgesneden in de container, waardoor naar het plein en de straat gekeken kan worden. Hier is de werkelijkheid zelf te zien in plaats van een filmische weergave daarvan.

De Tijd loopt

~

De toeschouwer betreedt de tentoonstellingsruimte via één van de meest indrukwekkende installaties van Koelewijn. Het is een nagebouwde klokkenwinkel, gevuld met talloze klokken. Iedere klok is op een ander tijdstip stil blijven staan. Niet de wijzers van de klokken lopen, maar de winkel tikt als de slinger van een pendule. De bezoeker moet door de smalle opening die hierlangs ontstaat glippen; alles draait hier om timing. De installatie was eerder te zien in een Amsterdamse galerie. Om het gevoel van tijd en plaats extra te testen, is ook een deel van het interieur van de galerie nagebouwd in De Pont. Job Koelewijn speelt zo met de begrippen plaats en tijd: op het eerste gezicht hetzelfde, maar op een andere plaats en in een andere tijd. Hij is continu bezig met de zintuigen en communicatie, middels installaties, maar ook middels fotografie. Eén daarvan is een titelloos zelfportret. Hij is te zien met zwartharige hondenoren op de plek van zijn ogen, waardoor hem het zicht wordt ontnomen. De tijdelijke chirurgische ingreep levert een vreemd, surreëel beeld op.

Literaire Horizon

Wanneer je eenmaal in de grote zaal staat, wordt je blik onmiddellijk getrokken door het voor het eerst tentoongestelde Horizon. Een tientallen meters lange boekenwand met daarop talloze covers, van lectuur tot literatuur, van Heidi tot aan het Communistisch Manifest. Alleen de omslagen zijn te zien, weliswaar achter een laag plexiglas. Wat daarachter schuil gaat, blijft verborgen. Over de volle breedte van de wand stroomt water naar beneden. Koelewijn stelt zich hierbij de vraag of het water juist de verhalen uit de boeken tot leven brengt, of is het een reinigingsritueel ten afscheid?

Koelewijn heeft iets met boeken. Dit blijkt wanneer in een volgende ruimte een jukebox te zien is, waaruit in plaats van muziek de stem van de voorlezende kunstenaar te horen is. Op sokkels voor de jukebox liggen wederom boeken en stapels cassettebandjes, waarop de ingesproken tekst van de boeken. Ook hier weer zware kost, zoals Kritiek van de cynische rede.

Rood, of toch blauw?

~

De tentoonstelling Loco Motion van Job Koelewijn eindigt met de installatie Red, yellow and blue. Het werk manifesteert zich als een door de bezoeker te maken gedwongen keuze. Via één van de drie gekleurde poorten dien je de zaal verlaten. Achter iedere poort gaat een twintig meter lange perspex gang schuil. Hij maakt met deze installatie duidelijk dat het leven een continu proces van keuzes is; afhankelijk van je keuze kom je steeds op een andere plaats terecht. Opvallend veel bezoekers kiezen ervoor om via de rode gang verder te gaan, maar ik ga voor blauw en kom later terug om de andere twee kleuren te bewandelen. Ik wil namelijk niet kiezen, ik wil juist alles beleven. Koelewijn zoekt naar interactie met zijn publiek en lijkt hierin te slagen.

 

Theater / Voorstelling

Boertige Baal raast rond in een absurde wereld

recensie: RO Theater - Baal

.

De voorstelling begint met een tamelijk grof gedicht dat Baal schel zingend de zaal inslingert. Hemel en aarde en sterren en schijt en drank en genot – het hele universum passeert in harde woorden de revue. Terzijde staan de notabelen, ze nemen onverstoorbaar hapjes van het lekkers dat hun is voorgezet. Hoe onbehouwen Baal ook tekeer gaat, hij is een kunstenaar, dus de burgerij blijft beleefd luisteren. Baal loopt er lomp en boers bij, met een elastiek om zijn buik om zijn broek op te houden, maar zo doen dichters dat, is blijkbaar de gedachte. De kunstenaar is degene die de waarheid zegt; zijn gehoor luistert, maar trekt zich er niets van aan.

Sukkels

~

Deze Baal voelt zich een onafhankelijk denker. Een nonconformist. Een kritische geest. Wil zich aan niets en niemand binden. Mannen vindt hij voornamelijk sukkels, in hun vruchteloze beleefdheid. Vrouwen zijn niet serieus te nemen wezens, alleen geschikt om seks mee te hebben. Zijn vriend Johannes komt hem raad vragen. Die heeft een piepjong vriendinnetje, fris en onbedorven rondhuppelend. Johannes is dol op haar, maar hij wil haar onschuld niet bezoedelen met zijn geilheid. Wanneer Johannes niet kijkt, ontmaagdt Baal het meisje zelf, waarna zij er geknakt en treurig bijloopt. Zo maakt Baal steeds kapot en lelijk wat eerst mooi en puur was. Zelf wordt hij steeds viezer, van de inkt waarmee deze dichter zich ondersmeert. Hij wordt steeds dikker en lelijker.

Onbehouwen

~

De wereld waarin Baal speelt is grotesk en lelijk. Wanden van geverfd plastic. Lege flessen. Derdehands stoelen. Regisseur Zandwijk koos voor Fania Sorel, een vrouw dus, om de grove man te spelen. Al klinkt dat heel gewaagd, het maakt niet zoveel uit: Sorel is als een onbehouwen kerel gekleed, ze beweegt en praat lomp, zoals vrouwen doen wanneer ze een man neerzetten. De overige acteurs zijn op de achtergrond voortdurend bezig zich om te kleden om te transformeren van personage naar personage, met een rariteitenkabinet van absurde, rondspringende figuren als resultaat. Vooral Sylvia Poorta doet dit fenomenaal. Ze kruipt net zo gemakkelijk in de huid van een reusachtige houthakker, als in die van de truttige getrouwde minnares van Baal. Het mooiste is Poorta als de moeder van Baal, voorzien van een verschrikte tronie die het midden houdt tussen De Schreeuw van Munch en een cartoon-figuur uit The Corps Bride. Een pareltje is ook musicus en acteur Beppe Costa, die de voorstelling voorziet van een veelkleurig geluidsdecor, met alles van jazzy muziekjes tot een kinderlijk Italiaans volksliedje. Op een goed moment bespeelt hij in zijn eentje zelfs vier instrumenten tegelijk.

Lappendeken

Probleem aan Baal (1918) is dat het vooral niet zo’n goede toneeltekst is. De jonge Brecht (1898-1956) legt zijn personage teksten van allerlei kaliber in de mond. Baal lijkt het alter ego van de schrijver zelf. Hij draagt gedichten voor. Hij houdt tirades tegen de gevestigde orde. Hij geeft filosofische beschouwingen over het leven ten beste. Steeds in lange monologen. Het stuk is al met al een onsamenhangende lappendeken. Alsof Brecht zijn teksten over van alles en nog wat bij elkaar heeft geveegd en het predikaat ’toneelstuk’ heeft meegegeven.

Ergernissen

~

Het is de kracht van regisseur Alize Zandwijk om bestaande stukken te gebruiken om haar maatschappelijke ergernissen te verwoorden. Maar bij Baal blijft het een beetje raden wat ze nou eigenlijk wil zeggen. Het loopt met Baal niet goed af, hij wordt een cynische rotzak, ongezond en eenzaam. Moeten we hieruit begrijpen dat de onafhankelijke, van de maatschappij afgekeerde kunstenaar uiteindelijk zichzelf verstikt met zijn Grote Gelijk? Dat kunstenaars zich dus niet moeten afwenden van de maatschappij waarin ze leven, maar zich juist betrokken moeten opstellen? Mogelijk. In dat geval stopt Zandwijk de boodschap wel in een nogal chaotische verpakking, met dat decor vol afgeknaagde Leger des Heils-troep.

Knap aan deze Baal is wel dat Zandwijk je gedachten langdurig in haar greep blijft houden. Ontregelend is deze voorstelling. Unheimisch. De mensen moeten niet op hun lauweren gaan rusten, want er valt nog een hoop te verbeteren aan de wereld. Je ervan afkeren levert niets op – zoals Baal laat zien. De enige mensen die deugen, zijn de zuiveren van geest en de onbedorven jongeren. De rest wentelt zich in eigenbelang en egoïsme in een omgeving die steeds onleefbaarder wordt. Daar heeft Zandwijk wel een punt.

Baal is tot en met 17 mei 2008 op tournee in het hele land. Klik hier voor meer informatie over deze voorstelling.