Muziek / Achtergrond / Reportage
special: De viool in Napels

Online Festival Oude Muziek (II)

Dit jaar geen Festival Oude Muziek in Utrecht (FOMU), maar vanaf juni 2020 stelt het Festival een jaar lang gratis concertopnamen online beschikbaar. Op deze manier is het mogelijk om festivalmomenten uit vorig jaar opnieuw te beleven of gemiste concerten alsnog te bekijken. Dat is leuk, maar, is dan de vraag: als je niet zo thuis bent in de oude muziek, waar moet je dan beginnen? We geven wat tips.

Het festival geeft zelf ook altijd al wel wat rode lijnen aan. Verleden jaar, toen de muziek in Napels centraal stond, waren dat bijvoorbeeld ‘Napels klavierstad’ en ‘De viool in Napels’. We begonnen verleden maand met ‘Napels klavierstad’. Op een manier zoals we dat van grote websites kennen: Houdt u van ….., luister dan ook eens naar ….

Deze maand het tweede thema: ‘De viool in Napels.’
Dit thema is zelfs moeilijker dan het eerste, omdat ook het dikke programmaboek bij het festival in de inleiding strooit met namen die zelfs doorgewinterde liefhebbers van oude muziek onbekend voor zullen komen. Een ding is duidelijk: ‘Een typisch Napolitaans fenomeen is het omvangrijke repertoire van sonates voor drie violen en basso continuo’ (doorgaande baslijn, meestal gespeeld op klavecimbel of orgel en cello).

Ensemble Aurora

Op het eerste concert rond dit thema, op 28 augustus 2019 in Hertz (TivoliVredenburg), komen de namen voorbij die ons (nog) niets zeiden. Hieronder een van de eersten die zich met dit Napolitaanse genre bezighielden: Pietro Marchitelli (1643-1729). Van hem werden zelfs twee stukken gespeeld: een Concerto en een Sonate, allebei uit een manuscript dat in Napels werd gevonden.

De sonate (vanaf 21’36”) is prachtig, met duidelijke kenmerken van de barokmuziek: dramatisch, vol echo’s en een soms virtuoos samenspel tussen de verschillende instrumenten. Leuk is om een blik te werpen op de aan elkaar geplakte bladmuziek op de lessenaar van het orgel. Wat we zien is namelijk slechts een notenbalk, terwijl de noten voor toetsinstrumenten toch regulier over twee balken is verdeeld. Maar hier zit de crux: de organist van het in 1986 door de Italiaanse violist Enrico Gatti opgerichte ensemble, Guido Morini, improviseert de rest van de noten erbij. Dat was de gewoonte in die tijd. Zelfs de cijfertjes onder de noten (basso continuo wordt ook wel becijferde bas genoemd) lijken te ontbreken, zodat je kunt constateren dat hier iemand aan het werk is die gepokt en gemazeld is in zowel het continuospel als de barokmuziek.

Enrico Gatti van Ensemble Aurora
Bron: FOMU

Cailò en zijn discipelen

Tijdens het tweede concert, dat een dag eerder ook in Hertz werd gegeven, speelden Eva Saladin (viool), Daniel Rosin (cello) en Johannes Keller (klavecimbel). De overkoepelende titel van dit concert luidde ‘Cailò en zijn discipelen’. Gian Carlo Cailò (1659-1722) was, hoewel afkomstig uit Rome, net als Marchitelli een vooraanstaand violist en componist in Napels. Van Cailò werd een Sonate voor viool en basso continuo uitgevoerd (vanaf 16’11”). De enige sonate die van hem bekend is. Ook dit werk bevindt zich in een handschriftenverzameling, in dit geval in Leuven. Het is een zesdelige sonate nog wel, met als vreemde eend in de bijt een Canzona als tweede deel, van oorsprong een (liefdes)lied uit de tijd van de troubadours.

Violiste Eva Saladin werd onder meer opgeleid aan het Amsterdamse Conservatorium en staat bekend om de manier waarop ze historische speeltechnieken, versieringen en improvisaties uitprobeert. Dat maakt het extra spannend. Neem alleen al hoe ze haar viool vasthoudt: zonder schoudersteun, niet onder de kin, maar tegen de bovenarm. En dan: basso continuo met cello? Het zij zo – maar de cellist zat er tijdens de Sonate werkloos bij.  Nu we toch aan het kijken zijn: laat de ogen eens over de binnenkant van het deksel van het klavecimbel gaan en zie daar, een bevallige, naakte dame ligt er lang uitgestrekt.

Zo is het FOMU: spannend qua muziek en een lust voor oor en oog. In 2021 hopen we weer op een live editie! Tot die tijd valt er op internet genoeg te genieten.

Eva Saladin en Johannes Keller
Bron: FOMU

Online Festival Oude Muziek Utrecht 2019 – Napoli, de vergeten hoofdstad van de muziek

Elke maand (t/m september 2020) komen nieuwe concerten beschikbaar

Boeken / Non-fictie

Autobiografie Woody Allen is er dan toch

recensie: Woody Allen - À propos. Autobiografie

Er is veel te doen geweest om het MeToo-gehalte van cineast Woody Allen, ook weer toen het hem vrijwel of helemaal onmogelijk gemaakt werd nog een film te maken of uit te brengen, en ook een uitgever voor zijn memoires te vinden. Die laatste zijn er nu toch.

A rainy day in New York, zijn voorlaatste film, heeft in Europa, weer meer zoals zijn films in Amerika zelf, een min of meer goed onthaal gevonden. En uitgeverij Prometheus heeft een peloton van zes vertalers aan het werk gezet om de vertaling van Apropos of Nothing, kortweg À propos. Autobiografie, snel in de winkels te krijgen. Haastwerk zonder dat het eraan is af te zien. De Amerikaanse uitgever wordt in het colofon niet vermeld: Arcade Publishing durfde publicatie aan nadat Hachette Book Group was bezweken voor protesten van eigen personeel.

Arm kwijt

De mastodont is niet onverwacht opgedragen aan zijn jonge geliefde Soon-Yi, ‘de allerbeste.’ Waaraan toegevoegd: “Ze at uit mijn hand, en toen zag ik dat ik mijn arm kwijt was”, wat natuurlijk slaat op het vermeend kwestieuze van Allens betrekkingen met meisjes en jongedames. Het niet al te moeilijke doordenkertje is typisch voor de wise-cracks van Allen: narigheid inbouwen met humor om de narigheid weg te zetten.

Toch hebben psychiaters goed aan hem verdiend. Het ergste verdraagt hij beter, maar tegen meer verandering heeft hij zich verzet, waarschijnlijk uit vrees voor artistiek verlies. Pagina 66 tot 69 bevatten sleutelzinnen over zijn innerlijk. “Ik heb nog altijd de angsten, conflicten en zwakheden die ik op mijn zeventiende en twintigste ook had.” De illusie dat je iets doet om je doorheen “de zich ontvouwende nachtmerrie te trekken, kan op zichzelf al helpen.” Hij voelt zich “een passieve slak die belaagd wordt door de irrationele gekte van het universum of door de sores die je zelf veroorzaakt.” Je hebt het gevoel dat hij veel van zijn belevenissen verzuchtend af had kunnen sluiten met een zogenaamd terzijde als ‘de rest is geschiedenis, maar dat geldt ook voor de Holocaust.’

Eerlijk

Het typeert ook de stijl van het hele boek: to the point, eerlijk, intelligent en doorspekt met grappige associaties. Tot ons schrijft een man die zich verwarrend genoeg slachtoffer weet van publieke meningen, maar die het hele toneel ziet als een waarschijnlijk vergeeflijke absurditeit.
In grote trekken bestaat de autobiografie, die Allens hele leven tot op de dag van gisteren beslaat, uit drie delen. Het eerste deel, het meest lezenswaardige, gaat over de omgeving waarin zijn geboorte plaatsvindt, over zijn jeugd en zijn schreden op het pad van onervaren liefdes, het verzinnen en te gelde maken van grappige teksten en zijn eerste succesvolle films. Van belang is ook zijn grote liefde voor jazz, hij blijft ook proberen net zo goed klarinet te spelen als zijn held Sidney Bechet.

Schuldvraag

Het tweede deel gaat gedetailleerd in op zijn conflict met Mia Farrow en alles wat daaruit voortvloeide. Opvallend dat hij haar geen spoor van haat lijkt toe te dragen. Opvallend is ook dat Allen, ondanks de dubbele rechterlijke vrijspraak voor onoorbare zaken, vóór publicatie van zijn verhaal aan menige galg werd gehangen, maar dat erna niemand zich meer druk maakt om de schuldvraag.

Het derde deel van het boek is een verplichte afronding aangaande het verdere verloop van zijn carrière. Iedere film komt schetsmatig aan bod en er vallen veel namen van en voorvallen met acteurs, producenten, cineasten die Allen aanbidt en wie al niet. Beetje warrig wordt dat wel, maar interessant voor wie de passerende films heeft gezien. Zijn au fond montere gezelschap was alle bladzijden lang sowieso geen straf.

Muziek / Album

Hoe Nederlandse hiphop klinkt op z’n Ghanees

recensie: Akwasi - Sankofa

Ongeveer een maand voor de regering van Ghana verkondigde dat het land in lockdown zou gaan vanwege corona, kwam rapper, dichter en acteur Akwasi terug naar Nederland. Hij verbleef voor langere tijd in het land waar zijn ouders zijn geboren, wat tot het nieuwe album Sankofa leidde. Daarin gaat hij terug naar de roots van zijn familie. Akwasi slaat met het album een brug tussen Nederlandse hiphop en Ghanese muziek. Een combinatie die bijzonder goed lijkt te werken.

Een mix van verschillende werelden

Het is duidelijk dat Akwasi ervoor heeft gekozen om op zijn nieuwe album zowel invloeden uit Ghana als Nederland te combineren. Wat opvalt is dat hij qua taal juist vooral in het Nederlands rapt en maar een beetje in het Ghanees. Een bewuste keuze zo lijkt het, want in het nummer Na wo se deng begint hij met de tekst: ‘Laat ze zien wie de beste Ghanese rapper in het Nederlands is’. De Ghanese invloeden komen juist muzikaal duidelijk naar voren. Met deze combinatie van Afrikaanse en westerse invloeden laat Akwasi zien dat hij niet in één hokje past, maar een mix is van twee werelden.

Ook de albumtitel, Sankofa, is wat dat betreft toepasselijk en laat zien dat Akwasi opzoek is gegaan naar wie hij is en waar hij vandaan komt. Dit wordt duidelijk in de gelijknamige titelsong, waar we stemmen horen van mensen die proberen uit te leggen wat Sankofa betekent, namelijk: ‘Ga terug om het te halen’.

Funky liveband

Om het nieuwe album te promoten kwam Akwasi hier 3 april over vertellen in de televisie-uitzending van het programma M. Hoewel de studio nog onwennig leeg was, de coronamaatregelen waren nog maar een paar weken van kracht, liet hij daar een mash-up horen van twee nummers van de nieuwe plaat: Na wo se deng (Ghanees voor ‘wat zeg je precies?’) en Je bent nodig – je kunt het optreden hier terugzien.

Tijdens het optreden valt op dat Akwasi een waanzinnige liveband heeft verzameld. Een strakke ritmesectie zorgt voor de nodige hoeveelheid funk, die wordt versterkt door het slagwerk van de gitaar. De afro-invloeden komen van de blazers en de toetsen, wat de sfeer compleet maakt. De zwakste schakel in het geheel is helaas Akwasi zelf. Hij is weinig subtiel is in zijn microfoongebruik en het ontbreekt hem, net als op het album overigens, aan toonvastheid. Ook heeft hij moeite met het ritme en de timing.

Het studioalbum

Dan het album zelf. Dit heeft duidelijk meer hiphopinvloeden dan het liveoptreden. Het begin is erg sterk, vooral muzikaal gezien, door de combinatie van afrobeat, hiphop en lounge. We horen blazers en hier en daar Afrikaanse percussie-elementen gecombineerd met hiphopbeats. Volgens Akwasi moet iedere track aanvoelen ‘alsof de Ghanese zon op je schijnt’. Wat dat betreft is dat in het eerste deel van het album zeker gelukt. De stijl is zomers en ideaal als sfeermaker tijdens een zomerse dag in het park. Naarmate het album vordert worden de tracks meer van hetzelfde en verdwijnt de Ghanese invloed een beetje. De lekkere afrovibe heeft plaatsgemaakt voor standaard hiphopbeats. 

Rap of poëzie?

De teksten van Akwasi lijken soms meer op gedichten dan op rapteksten. Omdat het ritmegevoel en de rijm vaak missen, lijken de teksten meer geschreven voor papier dan voor muziek. Dit lijkt Akwasi zelfs te onderschrijven wanneer hij rapt: ‘Als ik nu rap zonder beat, noemt men het poëzie’. Ook jammer is dat hij niet echt speelt met zijn stem zoals bij veel andere hiphop wel het geval is (denk aan de Jeugd van Tegenwoordig, Kanye West, Snoop Dog of Q-Tip). Dit maakt dat sommige nummers wat vlak en eentonig worden. Maar anders dan Akwasi zelf lijkt te vinden, is wat mij betreft ‘poëzie op muziek’ nog geen hiphop. Daar is iets extra’s voor nodig: ritme, timing, stemdynamiek en woordklanken die de muziek aanvullen.

In de teksten zelf zit gelukkig wel af en toe een diepere laag. Een mooi voorbeeld daarvan is: ‘Ben in de rouw want mijn ouwe ik bestaat niet. Een nieuwe ik maar ik ben nog steeds Akwasi’. Of: ‘Elke dag weer een zonnesessie. Veel talen, geen woord voor depressie.’ In Ghana worden ongeveer dertien talen gesproken en wordt depressie maar zeer zelden gediagnosticeerd. Helaas komt bij de meeste nummers de diepere betekenis niet altijd meteen naar boven doordat in de refreinen vaak voor een wat simpeler tekstueel thema is gekozen. Je zult als luisteraar de rest van de tekst er dus eerst bij moeten pakken om te zien dat Akwasi toch wel degelijk een boodschap voor ons heeft: wees trots op wie je bent.

Kunst
special: De digitale toekomst van de kunstwereld

Themamaand: de waarde van kunst

Na drie maanden zonder theatervoorstellingen, bioscopen en musea mogen we eindelijk weer op pad. Het leek ons een mooi moment om de balans op te maken: wat betekent kunst precies voor ons? Deze maand publiceren we daarom een serie artikelen over de waarde van kunst.

Redacteur Sofie Renap trapt af met een essay over hoe de pandemie de kunstwereld volledig veranderde – en tegelijk helemaal niet. Lees hieronder haar artikel ‘De digitale toekomst van de kunstwereld’.

Aan het begin van februari 2020 werd het eerste kunstevenement, Art Basel Hong Kong, geannuleerd naar aanleiding van de wereldwijde impact van het virus COVID-19. In de maanden die volgden werd het ene na het andere evenement afgelast en sloten musea systematisch hun deuren. De kunstwereld stond voor een nooit eerder geziene uitdaging; hoe kon kunst tot de mensen komen als de mensen niet meer naar de kunst konden komen?

Een utopisch verhaal

Het was het begin van zwoegend en razendsnel zoeken naar digitale alternatieven voor zowel lopende als toekomstige tentoonstellingen. Nieuwe virtuele platformen schoten als paddenstoelen uit de grond, het coronavirus zorgde voor een gigantische digitale opgang. Waar de kunstwereld lang terughoudend tegenover digitale alternatieven stond, werden alle mogelijke oplossingen toch omarmd. Bijna de volledige artistieke productie werd toegankelijk voor iedereen met een WiFi-verbinding. Laten we hierover even verder fantaseren. Deze digitale revolutie zou kunnen leiden tot een flinke reductie van onze CO2-voetafdruk, prachtige tentoonstellingen zouden in virtual reality kunnen verrijzen. Daarnaast zouden alle mogelijke kunstwerken samen en in elke mogelijke combinatie zichtbaar gemaakt kunnen worden, zelfs in meerdere exposities tegelijk…

Hoewel dit utopische verhaal in eerste instantie fantastisch klinkt, krijg ik het een beetje benauwd. Het belangrijkste wat kunst te bieden heeft – het verroeren van zielen – zou dan wegvallen. Een kunstwerk in het echt heeft een grootte, een kleur, straalt een gevoel uit, of net helemaal niet. Toeschouwers kunnen van alles voelen en vinden, en heerlijk paradoxaal ondertussen hun gedachten volledig leeg maken. Op zoek gaan naar een kunstwerk, of het zien in zijn ‘natuurlijke habitat’, maakt het ontdekken ervan daarnaast extra speciaal, positief of negatief. Ik denk maar aan het meest iconische voorbeeld; wat had ik ernaar uitgekeken om de Mona Lisa van Leonardo Da Vinci (1452-1519) in het echt te zien, en hoe teleurgesteld was ik toen ik besefte dat ik het toch niet zo’n mooi werk vond. Kunst lijdt eronder als we via een computerscherm kijken.

Portrait of Lisa Gherardini
Wife of Francesco del Giocondo
© RMN-Grand Palais (musée du Louvre) / Michel Urtado

Kunst op YouTube

De visuele kunsten zijn daarnaast veel breder dan enkel schilderijen en beeldhouwwerken. Denk aan installaties, die een totaalpakket aan zintuiglijke ervaringen bieden. Of een performance, een afgebakend kunstwerk in tijd en ruimte. YouTube staat vol met korte en lange filmpjes van bijvoorbeeld The Artist is Present van de Servische kunstenares Marina Abramovic (°1946), maar het werk is voorbij. Wat op internet staat, zijn herinneringen aan een enorm lange performance die de perceptie van tijd in vraag stelde. Abramovic zat stil aan een kant van een houten tafel, geduldig te wachten tot mensen tegenover haar plaatsnamen. Gedurende drie maanden keek ze acht uur per dag meer dan duizend bezoekers recht in de ogen, wat voor sommigen een heel emotionele ervaring was. Geen enkele virtual reality kan dat gevoel van een live-performance, of een live-kunstwerk in het algemeen, evenaren of vervangen. Zonder het bezoek aan een fysieke ruimte, wordt het begrijpen van kunstwerken extra moeilijk.

Elk kunstwerk is bovendien uniek, kunstwerken zijn niet gemaakt om oneindig verspreid te worden via het internet. Hun gebruikswaarde – ik noem het even zo – krijgt een gigantische deuk. Wat Walter Benjamin (1892-1940) in 1935 al als ‘aura’ beschreef in zijn essay Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid, wordt opnieuw razend actueel. Wat hij ‘aura’ noemt, is het hier en nu van een kunstwerk, de originaliteit. Benjamin stelde dat de nieuwe media (toen film en fotografie) ervoor gezorgd hebben dat de dagelijkse ervaring van de werkelijkheid niet langer authentiek is. Volgens hem is een beeld sneller en gemakkelijker te reproduceren dan de kundigheid van de mens, waardoor de traditionele waarde, het aura dus, van het kunstwerk verdwijnt. Het werk zweeft als een losstaand object rond in tijd en ruimte, zonder zijn originele culturele context. Wat dus ook gebeurt als elk werk verspreid wordt via het internet.

Uit de documentaire The Artist is Present (EUA / Marco Anelli, 2004)
Marina Abramovic, 512 Hours

Naar een nieuwe modus vivendi

Het was een nieuwe ervaring om vanuit huis rond te struinen in een gigantisch online kunstaanbod. Wat musea en kunstinstellingen geleerd hebben tijdens de coronacrisis, zijn zeker interessante vaardigheden die in de toekomst nog van pas zullen komen. Geen enkele investering is voor niets geweest, het was (en is nog steeds) fascinerend om de kunstwereld zo snel te zien innoveren. Toch zullen veel kunstliefhebbers, waaronder ook ik, opgelucht ademhalen dat ze hun favoriete kunstwerken, en elkaar, weer in het echt kunnen zien. De kunsten zijn klaar, volgens mij, voor een nieuwe modus vivendi, waarbij digitale catalogi een waardevolle aanvulling op het fysieke kunstaanbod kunnen zijn.

Muziek / Album

Grootheden van Americana

recensie: Americana Update 5: Greg Copeland, The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood, Robert Jon & The Wreck

We duiken in deze editie van de Americana update in een aantal releases, die dingen naar een plaats op het jaarlijstje van de Americana en misschien wel naar het totale jaarlijstje van 2020. Naast een oude legende bespreken we twee artiesten die met hun nieuwe albums extra schitteren.

Soms word je als journalist verrast met muziek die je totaal niet had verwacht. Zo ontvingen we de de nieuwe cd van de tot dan toe totaal onbekende Greg Copeland, maar als je dan gaat lezen blijkt het hier te gaan om een artiest, die een heel bekende vriend heeft. Het album van Robert Jon verrast in zijn enorme schoonheid en energie, wat je doet graven in zijn verleden. Shawn Amos is een oude bekende, die meteen het hart sneller doet kloppen, maar dit album moest eerst even rijpen.

Greg Copeland – The Tango Bar

Wie de naam Greg Copeland hoort zal vaak geen belletje met muzikale herinneringen horen rinkelen in het hoofd. Vreemd is dat overigens niet: deze vierenzeventigjarige singer-songwriter is niet bepaald productief te noemen. Dit album, genaamd The Tango Bar, is zijn derde album in vele jaren. Zijn eerste album verscheen in 1982, gevolgd door een tweede in 2008. Copeland schreef in de jaren ’80 ‘Candy’ voor zijn vriend Jackson Browne en ‘El Salvador’ dat werd opgenomen door Peter, Paul and Mary, alsmede door Joan Baez.

Steeds wanneer ik The Tango Bar opnieuw opzet word ik getroffen door de schoonheid van het openingsnummer met prachtige zang van Inara George en pianowerk van Tyler Chester. Het maakt ‘I’ll Be Your Sunny Day’ tot een heel warm welkom. Pas in ‘Let Him Dream’ horen we de stem van Greg Copeland, die zijn jaren op de stembanden laat doorklinken. Copeland is overigens wel componist van alle liedjes op het album, al krijgt hij op vier van de negen liedjes wel assistentie van een van de medemuzikanten. Het album rolt zich als een weldadige deken over je heen om je niet in één keer te overrompelen, maar je als het ware helemaal in te pakken. Copeland moet het album in zijn hoofd hebben gehad.

‘Scan the Beast’ wordt gekenmerkt door het prachtige, indringende gitaarwerk van Val McCallum en de lapsteel van Greg Leisz, terwijl Copeland zijn zang dan inmiddels gekend laat klinken in een tikje praatzang, terwijl de band je helemaal meezuigt. Na de opening hebben we eigenlijk honger naar meer vrouwelijke zangpartijen. Die krijgen we, maar dan met zangeres Caitlin Canty en wel in twee liedjes achter elkaar. ‘Mistaken For Dancing’ en ‘Better Now’ herbergen de klanken van haar stembanden. Beide dames kunnen de vergelijking doorstaan met bijvoorbeeld Norah Jones, waarbij Canty het meest in de buurt komt van Jones. Copeland weet zijn zangeressen wel uit te zoeken! De afwisseling en de enorm hoge kwaliteit van de liedjes maakt dat The Tango Bar hoog op de aaibaarheidslijst is gekomen en zeker terug te vinden zal zijn op mijn jaarlijstje, of er moeten nog talloze overtreffende albums uitkomen in dit bijzondere jaar.

The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood – Blue Sky

Blue Sky van The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood is de opvolger van Breaks It Down, dat zo’n twee jaar geleden verscheen. In datzelfde jaar trad hij ook op in Nederland, o.a. bij Meneer Frits in Eindhoven. In de begeleidingsband van Shawn Amos, die zelf naast zang ook de mondharmonica bespeelt, zitten een aantal gelouterde bandleden. Naast het gitaarmaatje van Amos, Chris “Doctor” Roberts, spelen in The Brotherhood: Drummer Brady Blade, die speelde met Indigo Girls en Buddy & Julie Miller en bassist Christopher Thomas, die zijn sporen verdiende bij Norah Jones en Macy Gray.

In ‘Trouble’ horen we Ruthie Foster als gastzangeres wat het album iets extra’s biedt, maar zij is niet de enige gastvocaliste. Op ‘The Pity and the Pain’ en ‘Albion Blues’ horen we Kanya Hathaway die uit een jazz- en R&B-vaatje tapt. Deze afwisseling geeft het nieuwste album van Amos en zijn mannen een extra kwaliteitsimpuls door de fijne afwisseling. Het album is al even uit, maar moest wel even rijpen voor het op waarde geschat kon worden. Na heel veel rondjes in de cd-speler wordt langzaam maar zeker duidelijk dat The Reverend Shawn Amos & The Brotherhood een wel heel fijn en vooral afwisselend album hebben gemaakt.

Met zijn optreden in gedachten zie je deze bijzondere verschijning met zijn onafscheidelijke hoedje en zonnebril ineens weer voor je de leiding hebben over dit muziekgezelschap. Bij iedere draaibeurt kruipen de liedjes van Blue Sky een millimeter verder onder je huid. Shawn Amos heeft het hem toch opnieuw geflikt om zich steeds weer op te dringen voor een nieuwe draaibeurt van zijn album.

Robert Jon & The Wreck – Last Light on the Highway

De dynamiek van het album van Robert Jon & The Wreck is groot. Gooi de stijlen en zang van Bruce Springsteen, Bob Seeger, Southside Johnny en The Eagles in een smeltkroes en je kunt je laven aan de energie die Robert Jon met zijn band over je heen laat stromen. Het album Last Light On The Highway stond vanwege de Covid-19 perikelen een tijdje in de wachtkamer, maar is in juni alsnog verschenen. De muziek van Robert Jon & The Wreck schuift zich na wat luisterbeurten al snel in de richting van de albums die misschien langer houdbaar zullen blijken dan het moment. Het is muziek die een gevoel geeft van tijdloosheid met sterke wortels in het verleden maar ook in het heden: een beetje feelgood muziek voor de liefhebbers.

Toch weet Jon er zijn eigen jasje aan te geven met composities die staan als een huis. Met ‘Gold’ doet Jon een gerichte gooi naar het mooiste breakup-liedje van het jaar. Daar zou hij wel eens heel succesvol in kunnen zijn. Het sluitstuk van het album is het in twee delen geknipte titelnummer. Dat heeft de bombast van Bruce Springsteen met een welhaast Meat Loaf-achtige benadering. Of moet ik voorzichtig meer gaan richting de progmetal met een southern-rock-inslag. Ik denk dat het een mix is van beide, maar het laat onverlet dat Robert Jon & The Wreck hiermee een kunststukje neerzet, dat zijn toekomstige shows met een enorme drive zal laten afsluiten om het publiek in een duizelingwekkende euforie achter te laten. Southern-Rock-Kunst met kapitalen geschreven! Wat een heerlijke plaat!

Muziek / Album

Americana van vele snit

recensie: Americana Update 4: Gretchen Peters, Lucinda Williams & Don Bryant

Voor veel mensen is Americana ongrijpbaar en dat is het zeker ook voor de kenners. Met alle stijlelementen die we mogen rekenen onder het genre is het lekker breed. In deze editie van de Americana update knopen we drie albums aan elkaar, die nog maar eens bewijzen hoe breed het spectrum van Americana eigenlijk is. Een tribute-album, een origineel top country-album en een album dat soms zo dicht tegen soul aan hangt dat het zelfs volledig zo lijkt.

Gretchen Peters – The Night Your Wrote That Song: The Songs of Mickey Newbury

Heel mooi dat Gretchen Peters – na eerst een behoorlijk gevecht te hebben gevoerd in haar carrière om haar eigen liedjes te kunnen laten uitbrengen en inmiddels een fraaie catalogus aan albums heeft gemaakt – nu Mickey Newbury eert. Newbury stond in de jaren zestig en zeventig aan de wieg van de hervorming van de countrymuziek, maar heeft ondanks zijn ongeveer dertig albums zelf nooit echt succes gehad. Wel werden zijn liedjes door groten als Elvis Presley, Don Gibson, Andy Williams, Eddy Arnold en Kenny Rogers tot grote hits gezongen.

Met dit eerbetoon zet Peters deze bijzondere songschrijver én zichzelf in de schijnwerpers. De kracht van de liedjes van Newbury schittert in een gloedvolle vertolking van Peters. Peters trekt de liedjes naar zich toe, waardoor je bij beluistering geenszins het idee hebt naar een coveralbum te luisteren, als je die liedjes niet herkent van Newbury. Wie zich verdiept heeft in het werk van Newbury hoort hier een klasse zangeres zich ontfermen over de nalatenschap van een begenadigd songsmid, die duidelijk respect heeft voor het liedje.

Lucinda Williams – Good Souls Better Angels

Het legendarische album Car Wheels On A Gravel Road staat veel countryliefhebbers in het geheugen gegrift sedert 1998. Een artiest als Lucinda Williams moet steeds maar moeite doen om dat meesterwerk te evenaren of te overtreffen. Met Good Souls Better Angels doet Williams opnieuw een heel goede geslaagde poging. Het album neemt bij iedere beluistering meer bezit van je. Wie het meesterwerk van 1998 nog even draait hoort hoe de stem van Williams is veranderd richting de donkere regionen en meer rafels heeft gekregen, maar de loodzware begeleiding van haar band heeft een heel andere impact. De overeenkomst is dat producer Ray Kennedy weer van de partij is.

Feitelijk trapt Williams af met een country-blues van het zuiverste water. ‘You Can’t Rule Me’ zet direct de toon voor de rest van dit album. Williams blijft niet in de blues-hoek hangen, maar keert gelukkig terug naar de wat stevigere alternatieve country. Ze blijft daarbij dicht bij haar roots, maar heeft de toon van haar muziek wel aangepast aan haar stem. Het wordt daarmee een album dat zich kan meten met haar veel geprezen en gelauwerde album. Opvallend genoeg wordt vermeld dat de vinyl-editie van dit album een aantal akoestische versies van liedjes van het album herbergt. Dat maakt me overigens wel nieuwsgierig.

Don Bryant – You Make Me Feel

Het album van Don Bryant zou al begin mei uitgekomen zijn, maar laat door de Covid-19 perikelen wat langer op zich wachten. Een paar singles zijn in de tussentijd verschenen op de streaming platforms. Bryant is een artiest die na zijn debuut in 1969 er tot 2017 over deed om met een opvolger te komen. De 78-jarige Bryant klinkt helemaal niet zo oud, maar heeft inmiddels wel meer haast dan gemiddeld om nog een catalogus bij elkaar te zingen.

Bryant verdiende zijn sporen als songwriter voor Ann Peebles, Al Green, O.V. Wright en Otis Clay. Zelf bleef hij vooral op de achtergrond en in de Gospelmuziek actief. Maar op zijn oude dag verschijnen er ineens albums onder zijn eigen naam en horen we hoe fijn Bryant nog bij stem is; ook zijn songschrijvers skills zijn nog steeds uitstekend. Zijn muziek zit ergens in de hoek van soul, R&B en blues. Moeilijk in een hokje te stoppen. Alle reden om hem bij de Americana-hoek te vegen al horen we niet echt country-invloeden in zijn muziek, maar wel alles wat de stroming behelst van blues, folk, soul en rock.

Boeken / Non-fictie

Een filosofisch leven

recensie: Kate Kirkpatrick - Simone de Beauvoir, een leven

Zeg je Simone de Beauvoir dan zeg je Sartre. Of toch niet? De Beauvoir stond altijd in Sartres schaduw en werd vaak eerder beoordeeld als vrouw dan als filosoof. Kate Kirkpatrick werpt met haar biografie een nieuw licht op een van de belangrijkste denkers van de twintigste eeuw.

Simone de Beauvoir werd bij het grote publiek vooral bekend als feminist na de uitgave van haar omvangrijke werk Le Deuxième Sexe (1949). Ze was in één klap geliefd én gehaat. De kerk plaatste het boek op de index van verboden boeken en in de Amerikaanse vertaling werden stukken weggelaten omdat de mensen er nog niet klaar voor zouden zijn. De ongelijkheid waarover zij schrijft, tussen man en vrouw, maar ook die tussen zwart en wit in Amerika, was nog niet eerder aan de kaak gesteld. Het boek wordt gezien als de spirituele moeder van de tweede feministische golf.

Dankzij de eerste feministische golf was het voor Simone de Beauvoir mogelijk om überhaupt als vrouw te studeren (als ze vijf jaar ouder was geweest had dat niet gekund) en te stemmen. Op eenentwintigjarige leeftijd behaalde ze als jongste student óóit het agrégation-examen. De Beauvoir heeft sinds het moment dat ze ging studeren tot aan haar dood onophoudelijk geschreven – en een groot deel van die tijd ook lesgegeven. Essays, romans, artikelen, interviews en tal van voorwoorden bij en kritieken op andere filosofische boeken. Ze stond samen met Sartre aan de wieg van het tijdschrift Les Temps Modernes dat nog tot 2019 heeft bestaan.

De onvergelijkbare vriend van mijn denken

Toch wordt – en werd ook in háár tijd – De Beauvoir vooral gezien als ‘de vriendin van Jean-Paul Sartre, de grote filosoof’. Vanaf hun studietijd zijn Sarte en De Beauvoir samen geweest, op een manier die voor sommigen als inspiratie dient en voor anderen geldt als afschrikwekkend. Ze spraken af samen door het leven te gaan, in volledige eerlijkheid, maar zonder elkaars vrijheid te ontnemen. Geheel in lijn met hun beider filosofieën. Zowel Sartre als De Beauvoir hadden verschillende liefdesrelaties met anderen en na enige tijd ook geen seksuele relatie meer met elkaar, maar hun intellectuele band en diepe vriendschap bleef tot het eind van hun levens bestaan. De Beauvoir noemde Sartre de ‘onvergelijkelijke vriend van mijn denken’. Er is geen boek of artikel van Sartre uitgegeven voordat dit volledig door De Beauvoir was geredigeerd en voordat ze er samen talloze gesprekken over hadden gevoerd. In een interview noemt Sartre de rol van De Beauvoir in zijn leven ‘essentieel en uniek’. Toch werd De Beauvoir verguisd om haar andere liefdesrelaties en Sartre niet. Deze biografie laat op pijnlijke wijze zien op welke manier De Beauvoirs ‘vrouw-zijn’ een belangrijke rol speelt in de waardering van haar werk én persoon.

De ander

Kate Kirkpatrick schrijft deze biografie aan de hand van nieuw materiaal: dagboeken uit haar studententijd en brieven van en naar De Beauvoir. Dit werpt een nieuw licht op de filosofie van De Beauvoir, die zij al vroeg ontwikkelde en die een grote inspiratiebron voor Sartre is geweest. Zo is het onderscheid tussen het ik en de ander (die Sartre de ‘hel’ noemt), waar Sartre beroemd mee is geworden, al terug te vinden in vroege dagboeken van De Beauvoir. Al jaren voordat zij Sartre ontmoette heeft zij dit idee uitgewerkt. Ten onrechte is dus beweerd dat De Beauvoir dit onderscheid van Sartre heeft overgenomen en onorigineel was. De werkelijkheid is precies andersom. Bovendien beïnvloedden zij voortdurend elkaars denken, ze dachten sámen en lazen en redigeerden al elkaars stukken.

Een belangrijk verschil tussen hun denken is dat De Beauvoir de buitenwereld met de mensen daarin, ofwel de situatie als essentieel ziet voor iemands leven en vorming van zichzelf. Hierin was ze geïnspireerd door Heideggers begrip geworfenheit. Volgens De Beauvoir bevindt iedereen zich in een bepaalde omstandigheid en kunnen we met onze vrijheid, ín die situatie, onszelf en ons leven vormgeven. Volgens Sartre doet situatie er niet toe; we zijn volgens hem altijd vrij ons leven te bepalen, zelfs als we in de meest penibele situatie denkbaar zitten. Later is hij hierin bijgedraaid en vond hij dat de situatie wel degelijk een belangrijke invloed heeft op de manier waarop we ons leven kúnnen vormgeven. Bovendien moet de mens als vrij wezen ook de vrijheid van anderen erkennen, stelt De Beauvoir. Dit idee voor een ethiek van het existentialisme had De Beauvoir al in hun studententijd, maar Sartre wilde er destijds niks van weten. Toen hij ouder was zag hij de noodzaak van deze ethiek wél in, maar hij schreef zijn boek hierover nooit af.

Filosoof en vrouw-zijn

De Beauvoir heeft zichzelf publiekelijk niet altijd een filosoof genoemd, iets wat opmerkelijk is aangezien ze én filosofie had gestudeerd én in elke stap in haar leven bewust filosofisch bezig was. Ze schrijft: “Het is onmogelijk om filosofie en leven van elkaar te scheiden. Elke levensstap is een filosofische keuze.” In een interview aan het eind van haar leven zegt ze: “Voor mij was vooral mijn denken belangrijk, al het andere was bijzaak.” Ze had strikte werkschema’s waar ze nooit van afweek en was elke dag bezig met schrijven en lezen. De Beauvoir was een echte filosoof die in alles wat ze deed haar filosofie vermengde, ook de romans die zij schreef zijn filosofisch van aard.

Dat haar vrouw-zijn een belangrijke rol speelt in de manier waarop men haar werk waardeert wordt in deze biografie keer op keer pijnlijk duidelijk. Als De Beauvoir schrijft over gelijkheid en respect op seksueel vlak tussen mannen en vrouwen wordt spottend geschreven dat dit soort onderwerpen niet thuishoren in een literair blad. Terwijl de werken van beroemde (mannelijke) filosofen als Pascal, Kant of Mill over de liefde alom gewaardeerd worden. Veel kritiek gaat niet over haar schrijven, maar over haar als vrouw. Zelfs positieve kritiek benoemt vooral haar vrouw-zijn en haar uiterlijk (‘een slanke, mooie vrouw’). Na haar dood wordt in alle kranten geschreven over deze ‘leerling van Sartre’, terwijl uit alles blijkt dat deze twee filosofen volledig gelijkwaardig én samen dachten en schreven.

Kate Kirkpatrick haalt met deze biografie Simone de Beauvoir uit de schaduw van Sartre en zet haar in de spotlight die ze verdient. We leren De Beauvoir kennen als een echte existentialist, iemand die het leven en het denken onlosmakelijk met elkaar verbindt.

Muziek / Album / Concert

Verrassende jazzy arrangementen

recensie: Odelion Orchestra – Northern Lights

Odelion verraste ons in 2019 met een fraai album. Het muzikale hart van Odelion is singer-songwriter Margriet Sjoerdsma. Met de vorming van het Odelion Orchestra heeft ze haar album in een ander jasje gestoken met een aangename jazz-snit.

De clubzaal van de Verkadefabriek was op 22 december van vorig jaar voor het eerst een Bosch-podium voor Margriet Sjoersdma en haar jazzy benadering van het songmateriaal van haar album Odelion. De arrangementen zijn nieuw en zal zelfs gaan uitmonden in een nieuw album, zo vertelde Sjoerdsma ons tijdens deze show.

Jazzy benadering

De liedjes op het album Odelion zijn op zichzelf al bijzonder. Dat Margriet Sjoerdsma ervoor kiest om die liedjes in een nieuw jasje te steken zo kort na het verschijnen van het album laat zien hoe creatief deze dame is. In december vorig jaar maakten we kennis met deze arrangementen, die nu verder uitgewerkt zijn op dit album Northern Lights. Wat opvalt is dat de benadering van eind vorig jaar weer verder is gerijpt. Het album kent een heel andere setlist dan het studioalbum en ook de liedjes van het concert zijn niet allen terug te vinden. Opvallend genoeg is het titelnummer van het album niet aanwezig. Dit stuk, dat het concert opende met vooral de klanken van de zingende zaag, draagt alleen bij in de naamgeving van het album.

Het orkest bestaat uit twee violisten, een celliste, een pianist, een hoboïst en twee trombones. Een waarlijk bijzondere samenstelling van een (jazz)orkest. Bij een aantal liedjes speelt Sjoerdsma zelf de akoestische gitaar. Sjoerdsma is duidelijk de leider van het orkest, maar laat haar orkestleden af en toe ook de ruimte om te soleren, terwijl ze zichzelf heel geconcentreerd terugtrekt op haar kruk. Niets van wat gespeeld wordt ontgaat haar. Tegen het eind van ‘Enslaved to Grave’ horen we een van de blazers Oosterse zang/keelgeluiden maken. Tussen de liedjes door vertelt Sjoerdsma regelmatig het verhaal achter de liedjes. Deze verhalen missen we uiteraard op het album.

Odelion Orchestra

Dezelfde samenstelling als de live-setting vinden we terug op het album van Odelion Orchestra. Het jazzorkest is echter verder ingespeeld en heeft de benadering van de liedjes geperfectioneerd. Wat vooral opvalt bij het beluisteren van Northern Lights is dat soms vrije jazzy interpretaties heeft plaatsgemaakt voor een meer doordachte benadering, waarbij de rafelrandjes – die live-jazz bijzonder maakten – zijn verdwenen. Dit maakt het album lekker draaibaar, terwijl de liefhebbers nu genoeg aanmoediging lezen om vooral Odelion Orchestra ook live aan het werk te horen. Het album is van een andere dimensie dat prachtig op zichzelf staat, maar tevens een fijn souvenir is voor iedereen die hen al live aan het werk heeft gezien. Eenmaal geproefd van de jazzy geluiden van Sjoerdsma en haar orkest kun je er bijna niet meer onderuit om ze ook in het theater aan het werk te horen. Luister naar beide uitvoeringen van het geweldige ‘Blue Eyed Boy’ en je smelt gewoon weg voor de charmes van deze geweldige muzikante.

Sjoerdsma heeft zich er niet gemakkelijk vanaf gemaakt door alle liedjes van Odelion te nemen en deze te transformeren met haar orkest. Nee, de helft van de composities van Northern Lights is niet terug te vinden op het andere album. Zo maken we kennis met ‘The Poet’, ‘Son Sit Down’, ‘Getting Stuck On What Could Be’, ‘Two Grown Ups’, ‘Won’t Be Coming Home’ en de afsluiter ‘Einzelhymne’. Dat laatste liedje verwijst naar de afzondering waarin Sjoerdsma zich ten tijde van het schrijven had teruggetrokken in de bergen. Zo wist ze de bijzondere muziek van Odelion vorm te geven. Wat heerlijk om daar nu de extra vruchten van te mogen horen! Northern Lights is in de studio een heel fijne beleving die aanzet om dit orkest ook live aan het werk te zien.

 

Live

11 juli, Cool Kunst en Cultuur, Heerhugowaard (cd-presentatie)
23 aug, Muziekkamer, Oegstgeest (Solo)
7 okt, Observant, Amerfoort (Solo)
20 nov, Jazz Festival, Amersfoort
20 dec, Schouwburg, Cuijk

 

Boeken / Reportage
special: Waar kijkt onze redactie deze maand naar uit?
Stichting Buitenkunst

8WEEKLY staat te trappelen

Elke maand zijn er zoveel mooie albums, voorstellingen en boeken te beluisteren, zien en lezen dat het soms lastig is om de parels ertussenuit te vissen. Daarom vertelt onze redactie in 8WEEKLY staat te trappelen waar zij zich de komende maand het allermeest op verheugen. Deze maand kijken we uit naar een boek over mysterieuze standbeelden, een zomers album en een week vol verrassingen.

A Beautifully Foolish Endeavor: een boek over mysterieuze standbeelden en vriendschap
Door Dorien Pool

Een boek waar ik erg naar uitkijk is A Beautifully Foolish Endeavor van Hank Green (de broer van schrijver John Green). Het is het vervolg op zijn youngadultdebuut An Absolutely Remarkable Thing uit 2018. Dat boek draaide om de jonge April May die midden in de nacht een reusachtig standbeeld ontdekt in New York. Overal ter wereld blijken dezelfde standbeelden te zijn verschenen. April is de eerste die hier een vlog over maakt en ze wordt daarmee wereldberoemd. Samen met een online community probeert ze het raadsel van de beelden op te lossen: waarom zijn ze er? Een heel tof verhaal met sciencefictionelementen, dat vooral gaat over vriendschap en de kracht en het gevaar van sociale media. Het verhaal stak goed in elkaar en bevatte genoeg spanning dat ik door wilde blijven lezen. Ik ben benieuwd of het vervolg even leuk is!

Mordechai: de soundtrack voor een lange, hete zomer
Door Joost Festen

Persoonlijk kijk ik heel erg uit naar het nieuwe album van Khruangbin, Mordechai. Hun eerdere album Con Todo El Mundo vond ik onweerstaanbaar, ondanks dat er geen zang was. Het is een album dat instrumentaal blijft boeien en dat je steeds maar weer wilt horen. Khruangbin maakt lome woestijnrock in een rustig ritme dat meedeint op de zinderende hitte van de woestijn. De afgelopen platen werkte de band wel met zang, zo maakten ze met Leon Bridges onlangs een EP met zijn vocalen. Nu zingen de bandleden Laura Lee Ochoa, Mark Speer en Donald Ray Johnson weer zelf. Op dit album gaan we de Texanen die een Thaise naam aan hun band gaven in het Spaans horen zingen.

Het is een persoonlijk voorrecht dat ik al heb mogen luisteren naar dit album dat binnenkort zal verschijnen. Ik vond Mordechaide perfecte soundtrack voor een lange, hete zomer. De prachtige zang voegt veel toe, maar ook de instrumentale herkenning blijft helder overeind. Khruangbin heeft een herkenbare instrumentale sound ontwikkeld die ze met dit album weer een stap verder brengen. Mordechai is een hele fijne mix kan ik jullie beloven!

Buitenkunst: een week vol verrassingen
Door Roos Wolthers

Buitenkunst is mijn lievelingsplek. Je kunt hier in de zomer een week komen kamperen in het bos. Overdag volg je kunstworkshops, ’s avonds zijn er voorstellingen, concerten en exposities. Het leukste aan Buitenkunst is dat je samen met een groep creatieve mensen een week lang totaal bent afgesloten van de buitenwereld, wat ieder jaar opnieuw leidt tot verrassingen, fantastische feestjes en grote avonturen. Er zijn weinig plekken waar ik zo veel nachten heb doorgehaald, zo hard heb gelachen en zoveel bijzondere voorstellingen heb gezien. Ik mis Buitenkunst het hele jaar door, maar volgende week even een weekje niet, want dan kan ik er weer naartoe.

Het wordt anders dan anders, vanwege alle maatregelen. Maar Buitenkunst is er altijd in geslaagd om onverwachte omstandigheden of tegenvallers te gebruiken om er iets extra bijzonders van te maken. Toen de batjes kwijtraakten pingpongden we met snijplanken en koekenpannen, toen er een hittegolf uitbrak werden er prachtige installatiekunstwerken gemaakt waarin je even kon afkoelen. Ik heb er dus het volste vertrouwen in dat dit juist een van de mooiste edities van de afgelopen jaren zal worden.

Boeken / Interview
special: Richard Russo over de rol die geluk in het leven speelt

‘Als schrijven er nu niet toe doet dan deed het er nooit toe’

Vraag een Amerikaan van begin 70 waar hij was op 1 december 1969 en hij zal een gedetailleerd verslag uitbrengen. Op die dag werden live op tv alle 366 mogelijke verjaardagsdata één voor één getrokken. Mannen geboren tussen 1 januari 1944 en 31 december 1950 die hun verjaardag vroeg hoorden afroepen, waren ervan verzekerd naar Vietnam gestuurd te worden.

De zogeheten ‘Draft lottery’ besliste ook over het lot van Richard Russo, wiens Chances are… vandaag in Nederlandse vertaling verschijnt. Hoewel de Amerikaan een Pulitzer op zijn naam heeft staan, brak hij nooit echt door in Nederland. Een flink gemis want Russo is een meesterverteller die als geen ander weet te schrijven over vergane glorie in kleinstedelijk Amerika.

In Er is een kans… ontmoeten drie jeugdvrienden elkaar weer op Martha’s Vineyard, waar ze veertig jaar geleden hun afstuderen vierde. Ze namen destijds hun vriendin Jacy mee: het meisje op wie ze alle drie verliefd waren en die na het weekend spoorloos verdween. Nog altijd houdt ze hun gemoederen bezig. Coronaproof sprak 8WEEKLY per mail met Russo over zijn nieuwe roman.

Veel schrijvers vonden de lockdown niet zo’n probleem, gezien ze gewend zijn veel binnen te zitten. Hoe bent u de afgelopen maanden doorgekomen?

Fotograaf: Elena Seibert

“Van de ene op de andere dag vervielen zo goed als alle verplichtingen die ik had. In het begin voelde het zoals de weken na 11 september. Doorgaan met schrijven alsof er niets aan de hand is voelde op z’n zachts gezegd bizar, zo niet immoreel. Toch ging ik vrij snel weer aan de slag en uiteindelijk bleek dat mijn redding te zijn. Ik word heen en weer geslingerd tussen mijn werk en de meedogenloze headlines over het virus, politiegeweld en Black Lives Matter. Mijn mantra dezer dagen is: als schrijven er nu niet toe doet dan deed het er nooit toe. Als het er ooit toe deed, dan doet het dat nog steeds.”

Lincoln, Mickey en Teddy zijn in hun jeugdjaren alle drie verliefd op Jacy. Toch blijken ze haar uiteindelijk niet echt te kennen. Zijn ze verblind door liefde? Of is er iets speciaals aan vriendschappen tussen mannen en staan ze niet toe dat een vrouw te dichtbij komt?

“Voor mij gaat Er is een kans… over hoe liefde kan floreren bij een haast volledig gebrek aan kennis. Lincoln, Teddy en Mickey geloven alle drie dat ze het meisje waar ze verliefd op zijn kennen, maar zoals het boek wel duidelijk maakt doen ze dat niet. Het verschil zit ‘m wellicht in het verschil tussen ‘kennen’ en ‘kennis hebben van’. ‘Kennis hebben van’ suggereert feiten en informatie. De vrienden weten dat Jacy mooi, slim, wild en vrij is. ‘Kennen’ gaat meer over begrijpen en jong en onervaren als ze zijn, doen ze dit niet. Sterker nog, ze begrijpen niet dat het niet Jacy is, of toch niet alles aan haar, waar ze voor gevallen zijn. Het is haar hele wereld.”

“De vriendschap tussen Lincoln, Teddy en Mickey is vooral gebaseerd op hun afkomst: ze zijn de kinderen van arme afkomst op een dure privéschool. Ze willen Jacy (wie wil dat niet?) maar ze zijn ook verleid door haar afkomst en de tijdsgeest die ze representeert (seksuele vrijheid). Tegen het eind van de roman staan twee van de drie vrienden het toe dat vrouwen dichtbij hen komen. Mickey heeft het meest geleden onder zijn liefde voor Jacy en zal een dergelijke intimiteit misschien nooit vinden. Met name eerste liefde lijkt blind. Het is erg moeilijk om iemand te kennen wanneer je jezelf nog niet kent.”

Er is een kans… heeft kenmerken van een detective. Was het uw plan om een dergelijke roman te schrijven, of ontstond dit tijdens het schrijfproces?

“Van meet af aan wilde ik een serieuze roman schrijven die zou opereren als een thriller of detective. Het ding met genrefictie is dat de formule werkt, zelfs wanneer het boek zelf dat niet doet. Daarom zijn liefhebbers van detectives, romantische verhalen en thrillers soms teleurgesteld over de slechte uitwerking in een bepaald boek, zonder dat ze afknappen op het hele genre. Er is een kans… is een boek dat het één belooft, om vervolgens iets totaal anders af te leveren. Het is een gevaarlijke tactiek, maar erg belonend wanneer je het weet klaar te spelen. Sommige genreliefhebbers zullen teleurgesteld zijn wanneer ze erachter komen wat er met Jacy gebeurd is. Ik hoop dat anderen aangenaam verrast zijn dat het boek over meer gaat dan het aanvankelijk deed vermoeden.”

De Vietnam Loterij speelt een beslissende rol in het leven van Lincoln, Mickey en Teddy. Het bepaalt de loop van de rest van hun leven. Hoe beleefde u dit beslissende moment zelf?

“Mijn eigen beleving van dit moment komt goed overeen met hoe het in de roman beschreven is. Ik attendeerde dan wel aan een grote staatsuniversiteit in het westen, maar net als mijn hoofdpersonages was ik afwasser in een vrouwensociëteit. Alle afwassers keken samen op een waardeloze zwart-wittelevisie in een achterkamertje. Ik kan me de lange wandeling die ik na afloop over de campus maakte nog levendig herinneren. Mijn vriendin (met wie ik inmiddels al 48 jaar getrouwd ben) studeerde daar en ik had haar beloofd te laten weten hoe het me vergaan was.”

“Tijdens de boekentournee die ik voor deze roman maakte zijn veel mannen én vrouwen van mijn leeftijd naar me toegekomen om hun eigen ‘Draft lottery’-verhaal te vertellen. Dit is wat me het meest heeft verheugd aan de ontvangst van deze roman.”

Kans is een belangrijk thema in deze roman. Uw eigen verjaardag werd pas als 322e getrokken, dus u had erg veel geluk. Behalve dat u niet naar Vietnam hoefde, hoe heeft deze trekking uw leven nog meer beïnvloed? Bent u hierdoor meer bewust geworden van de rol van geluk in uw leven?

“Ik ben me altijd bewust geweest van de rol die kans in mijn eigen leven speelt. Mijn laatste vier boeken handelden over lotsbestemming en vrije wil. Terugkijkend heb ik altijd geluk gehad op momenten waarop ik dat het meest nodig had, zoals op de avond van de loterij. Succesvolle mensen baseren hun levensverhaal vaak op wilskracht en hard werken. Ze maken zichzelf wijs dat ze gescoord hebben in het leven. Veel van hen vergeten hierbij hun privileges als het hebben van witte-, hoogopgeleide- en welvarende ouders.”

“Ik ben erachter dat ik geboren ben op de juiste plek op het juiste moment. Hoewel mijn familie niet rijk was, kon ik relatief eenvoudig en goedkoop studeren omdat de overheid destijds garant stond voor studiebeurzen. Doordat ik uit een arbeidersgezin kom en opgroeide tussen optimistische en trotse eerste- en tweedegeneratie Europese immigranten is mij een dankbaar onderwerp in de schoot geworpen dat mij nog nooit heeft gefaald. Op mijn eigen manier ben ik ook met een voorsprong geboren.”

Tot slot: waar heeft u de afgelopen maanden tijdens de lockdown aan gewerkt? Kunt u een tipje van de sluier lichten?

“Op dit moment werk ik aan het vervolg op Nobody’s Fool en Everybody’s Fool. Dit deel speelt zich af in 2010 tijdens de kredietcrisis, tien jaar na het vorige boek. Toen ik drie maanden geleden aan dit boek begon, had ik goed in beeld welke kant ik op wilde. Nu ik honderd pagina’s verder ben, realiseer ik me dat dit boek niet geschreven kan worden op de manier waarop ik het voor ogen had. Waarom niet? De wereld is ertussen gekomen en daar kan ik niet omheen. De klassenstrijd waar ik altijd over heb geschreven zal nog steeds centraal staan, zoals het dat ook in het echte leven doet. Drie van de hoofdpersonages zijn zwart en de nationale discussie die we nu voeren over ras zal belangrijk zijn in dit boek, zelfs al speelt het zich tien jaar voor de huidige discussie af. Politieagressie is een ander actueel thema dat aan bod zal komen: drie belangrijke personages uit het tweede deel zijn agent, waarvan er twee zelfs geliefden zijn. Wie weet vindt het coronavirus op een dag ook zijn doorwerking in mijn romans. Het leven is het onderwerp van fictie, je kunt het er niet buiten houden. Waarom zou je dat ook willen?”

In 2016 sprak 8WEEKLY met Russo over Nobody’s fool en diens opvolger Everybody’s fool.