We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Disclaimer en privacybeleid
In je lichaam zijn
Het boek Zo hevig in leven van dichter, essayist en columnist Marjoleine de Vos begint als een monoloog, uitgesproken vóór de gordijnen in een schouwburg omhoog gaan. Het is een gedicht over de ons uit De Vos’ dichtbundels al bekende Mevrouw Despina.
Hier leest mevrouw Despina een psalm. Over het leven, dat net zo kort duurt als het gras. Over lange middagen en angstige nachten aan de ene kant. Optimisme en een hevig in leven zijnde koolmees aan de andere kant. Een tekening van zo’n vogeltje van Chr. J. van Geel siert het mooie omslagontwerp van Christoph Noordzij.
Zó ambivalent sta je in het leven als je hoort dat je kanker hebt. Marjoleine de Vos schrijft erover, zoals meer schrijvers. Zij doet dat bijna een half jaar lang, van oktober 2022 tot en met maart een jaar later. In het Noord-Groningse Zeerijp, waar ze woont en waarover ze het al eerder had in bijvoorbeeld Je keek te ver. Toen rouwde ze over haar overleden echtgenoot, neerlandicus en dichter Ton van Deel. Nu komt daar haar eigen sterfelijkheid bij, en wat ze in het genoemde deeltje in de onvolprezen serie Terloops omschreef als ‘het echte leven’, de natuur.
Tussen die uitersten wordt ze, net als mevrouw Despina, heen en weer geslingerd. Met – natuurlijk – herinneringen aan de mooie momenten die ze samen met haar man beleefde in bijvoorbeeld een Frans weiland, met brood en kaas.
Merleau-Ponty en Leibniz
Associatief lopen de herinneringen daar en hier, toen en nu, in elkaar over. De binnen- en buitenwereld gaan in elkaar op. Dat laatste is bijvoorbeeld ook het geval in het recente boek Averij van Robbert Welagen, een auteur die in zijn hals een bobbel aantrof. Het kwaad komt van binnenuit. Ook Welagen werkt met tegenstellingen en vindt troost buiten, in de natuur. In zijn geval het bos met zijn wiegende bomen. Beide boeken zullen filosofisch geïnteresseerde lezers aanspreken die een verlies lijden in welke vorm dan ook; van gezondheid en/of een naaste.
De gemene deler is bij De Vos het lichaam (‘in je lichaam zijn’). Het lijkt dat de Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty – die stelt dat we een lichaam zijn en door het lichaam de wereld kennen– over haar schouders meekijkt. Al noemt ze zijn naam niet, maar wel die van de zeventiende-eeuwse Duitse Verlichtingsdenker Leibniz. Hij vroeg zich af waarom iets er is en niet gewoon niets. Zoals in het geval van De Vos een bobbeltje onder de kaak, bij het rechteroor. Het blijkt een speekselkliertumor te zijn. Ze vraagt zich af, – ook met Leibniz in het achterhoofd – ‘waarom we er zijn, de aarde er is, de dagpauwoog en de spitsmuis bestaan’. En tegelijk waarom het zo lang moest duren voor ze werd geopereerd; het is ‘de werkelijkheid (…) van de overbelaste zorg (…), een aaneenschakeling van sloomheid, onverschilligheid en drukte [die] nu dus leidt tot een veel zwaardere ingreep met mogelijk blijvende schade, en in het ergste geval tot nog meer dan dat’. Over de operatie zelf is ze gelaten. Als lezer leef je mee en ben je benieuwd hoe ze uit de operatie komt.
Overgave aan het leven
Het levert een aparte leeservaring op. Aan de ene kant, door de bekende, zachtmoedige en zoekende toon van De Vos wil je langzaam lezen en alles rustig tot je nemen, en aan de andere kant wil je – haast voyeuristisch – weten ‘hoe het afloopt’. ‘Hevig lezen’ zou je het kunnen noemen, om het te zeggen met een variant op de titel van het boek.
De auteur begrijpt en voelt ‘dat wat er nu van mij gevraagd wordt niet zozeer verzet is, of dankbaarheid en feiten verzamelen, maar overgave. Niet aan de ziekte maar aan het leven’. Hoe indrukwekkend is dat – als iemand daarvoor zulke rake, soms ook nuchtere woorden vindt, op papier zet en met de lezer deelt. Een lezer die ze tot zich neemt met een knoop in de maag.
Dat het toch zo moge zijn, dat Marjoleine de Vos nog meer van zulke mooie, intieme, intense en troostrijke boeken en bundels met gedichten mag schrijven. Of vertalingen van het werk van Mary Oliver. In haar boek heeft ze al enkele gedichten van Oliver in een eigen vertaling opgenomen. Dat mag ook.
Zo hevig in leven. Over sterfelijkheid
Schrijver: Marjoleine de VosUitgever: Uitgeverij Van Oorschot
Prijs: € 15,00
Bladzijden: 96
ISBN: 9789028214057
Misschien ook iets voor u
De problematiek van landverhuizers overal ter wereld
Als je een Surinaamse Nederlander bent, bungel je onvermijdelijk tussen twee culturen. En vermoedelijk tussen nog meer, omdat de meeste Surinaamse Nederlanders ook oudere roots hebben: in Afrika, of in Azië. Hoe vind je desondanks je draai in Nederland – als dat al ooit echt lukt. Daarover gaat de meeslepende voorstelling Stepping Stones van Orkater.
Nederlanders met een Surinaamse achtergrond vertonen veel overeenkomsten met landgenoten met stokoude Nederlandse wortels: je hebt conservatieve en progressieve, je hebt ouderwetse en hippe, je hebt strebers en voorzichtigen, je hebt winnaars en losers.
Dat geldt ook voor de familie van de Surinaamse Oma Hedy (Manoushka Zeegelaar Breeveld). Die familie bestaat uit Orlando, de verweesde zoon van haar overleden broer, en uit Alyssia en Brian, kinderen van haar overleden dochter. Oma heeft ze opgevangen en opgevoed.
Zichzelf zijn
De drie ‘kinderen’ zoeken een weg om in Nederland zichzelf te mogen zijn. Modeman Orlando (Gery Mendes) zet vol in op het produceren van hippe sneakers. Alyssia is beeldend kunstenaar, op zoek naar een doorbraak als schilder. Brian heeft het ‘gemaakt’: hij is advocaat op de Amsterdamse Zuidas.
Orlando is nog het meest traditioneel. Spreekt alle talen door elkaar en vindt familie het belangrijkste wat er is. Alyssia is woke, ze tobt over belasting voor mens en milieu van supermarktproducten. Brian past zich aan aan het advocatenkantoor waarvoor hij werkt, ook als dat betekent dat hij zijn Surinaamse roots terzijde moet schuiven.
Zo denken alle personages vanuit een verschillend perspectief. Oma Hedy is de enige verbindende factor en zij ziet het allemaal fronsend aan.
Onafhankelijk
Stepping Stones verwoordt eigenlijk de geschiedenissen van vele Surinamers in Nederland: rond het onafhankelijk worden van deze kolonie in 1975 kozen velen ervoor te vertrekken naar Nederland. Vaak stak maar een deel van de familie de oceaan over en bleven familieleden, ouders, soms een aantal van de kinderen achter. Zo kwamen er veel onvolledige gezinnen aan, en zochten de immigranten hun toevlucht bij hier wonende familieleden, bij de gemeenschap. Ze moesten in het koude, lichtelijk wantrouwige Nederland hun weg zoeken.
De Stepping Stones uit de titel van het stuk is de naam van de band waarvan Oma Hedy zangeres was; maar het zijn ook de mensen, de bloedverwanten via wie je terecht bent gekomen op de plek waar je nu bent. Hoe doe je dat: je eigen identiteit behouden en toch aarden, functioneren in een totaal andere cultuur?
Laag na laag
Stepping Stones is het laatste deel van een drieluik waarin Orkater de problematiek van Surinamers in Nederland verbeeldt. De eerdere delen waren Woiski vs Woiski en De Gliphoeve.
Schrijvers Roziena Salihu, Geert Lageveen en Maarten van Hinte (winnaar van de Toneelschrijfprijs 2023 voor zijn Queen of Disco) zijn er met Stepping Stones in geslaagd een geloofwaardige, meeslepende tekst te maken over deze problematiek. Ze laten de veelheid van lastige keuzes zien door steeds een ander personage in de schijnwerpers te zetten. Uiteindelijk blijkt iedereen geheimen te hebben voor de anderen; en iedereen heeft meerdere dimensies. De schrijvers hebben personages bedacht waarin laag na laag na schuilgaat.
Dit alles wordt ondersteund door swingende live muziek van een uitstekende vierkoppige band, waarin ook Gery Mendes figureert. Het decor symboliseert eveneens de ‘stepping stones’: het is een inventieve stapeling van verspringende speelvloeren waarover de spelers zich verplaatsen en dansen (decor: Ruben Wijnstok).
Emotie
foto: Bas de Brouwer
Sterk is Romy Vreden als de schilderende kleindochter Alyssia. Vreden acteert veel met haar gezicht: ze kan letterlijk elke emotie neerzetten door van gelaatsuitdrukking te veranderen. Fjodor Jozefzoon als Brian – gehuld in blauw-wit gestreepte corpsballentrui – switcht naadloos van aangepaste Amsterdammer naar ras-Surinamer. Gery Mendes is een multitalent dat heen en weer springt van zijn gitaar naar het gladde personage van zakenman Orlando: ‘Het geld is ligit!’ De oma-rol van Manoushka Zeegelaar Breeveld is het meest schetsmatig. Niettemin heeft zij een fraaie monoloog, waarin ze het land schildert waarin de Surinamers in de jaren 70 terechtkwamen, waarin Nederlanders ‘hun baantjes beschermden; hun zielen ommuurden.’
Zoetsappig
Hier en daar is de regie (Geert Lageveen) niet helemaal strak, of zijn acteurs niet goed te verstaan, maar dat zijn bescheiden uitglijdertjes. En het ‘wat houden we allemaal toch veel van elkaar’-einde is een beetje zoetsappig. Desondanks is Stepping Stones vooral een meeslepende voorstelling die verwijst naar de problematiek van landverhuizers overal ter wereld.
Tekst: Maarten van Hinte, Geert Lageveen, Roziena Salihu
Regie: Geert Lageveen
Spel: Fjodor Jozefzoon, Gery Mendes, Romy Vreeden, Manoushka Zeegelaar Breeveld
Muziek: Sophie Anglionin, Lito Mabjaia, Gery Mendes, Walther Muringen
Decor: Ruben Wijnstok
Kostuums: Arien de Vries
Lichtontwerp: Stefan Dijkman
Muzikale leiding: Gery Mendes
Fotografie: Bas de Brouwer
Stepping Stones – Orkater/ Bijlmer Parktheater
Gezien op zaterdag 05 oktober 2024 in Bijlmer Parktheater, AmsterdamNog te zien tot zondag 08 december 2024
Misschien ook iets voor u
Komische tekst komt niet goed uit de verf
Communicatie is een kunst apart. En al helemaal tussen ongelijkwaardige gesprekspartners. In Een man een man praten twee collega’s tijdens een etentje voortdurend langs elkaar heen. En omdat de een hoger in de pikorde staat dan de ander, heeft de superieur vanzelfsprekend gelijk. De tekst is geestig, maar komt onder regie van Kees Prins niet goed uit de verf.
Collega’s Van Wees (Peter Blok) en Burghardt (Peter Heerschop) ontmoeten elkaar tijdens een etentje, in een chique restaurant met een kristallen kroonluchter en linnen servetten. In een vorig leven gingen ze ooit samen met vakantie. Die trip resulteerde in een vriendschap waarvan nu alleen nog de echo over is. Van Wees heeft het verder geschopt dan Burghardt in het bedrijf waarin ze werken. Van Wees’ houding is daarom hautain, superieur. Hij schreeuwt over zijn collega heen, kleineert hem.
Comedy of errors
De gezelligheid is al meteen aan het begin van het stuk ver te zoeken: Burghardt (Heerschop) is naar de wc geweest, en is ondertussen vergeten waarover ze het voordien ook alweer hadden. Van Wees neemt hem zijn slechte geheugen enorm kwalijk. Dat is het startschot voor een comedy of errors waarin de personages elkaar voortdurend verkeerd begrijpen – of elkaar opzettelijk verkeerd begrijpen; dat zou ook kunnen. Ze stapelen misverstand op misverstand. Van Wees zuigt, pest zijn collega het bloed onder de nagels vandaan met wijsneuzigheid en arrogantie.
Van Wees is in alles een bullebak. De wijn is ook niet goed, natuurlijk niet – ongeacht welke dure fles wordt aangedragen. De serveerster (Jennifer Welts) wordt afgekat en de collega keer op keer in zijn hemd gezet. Van Wees denkt dat hij iedereen mag afzeiken omdat hij hoog op de maatschappelijke ladder staat.
Zelfde tekst
foto: Annemieke van der Togt
Een man een man (tekst: Kees Prins en Roel Bloemen) is in potentie een scherpe komedie over machtsverhoudingen, en over communicatie tussen twee mannen die gedoemd zijn elkaar niet te begrijpen. Het – toen nieuwe – stuk werd in 2018 onder regie van Gijs Scholten van Aschat gespeeld door Kees Prins, Pierre Bokma en Randy Fokke, onder de vlag van Hummelinck Stuurman Theaterproducties. Juist omdat die voorstelling sterk en hilarisch was, valt op dat diezelfde tekst in de huidige versie van Kobra Theaterproducties – de opvolgers van Hummelinck Stuurman – niet goed uit de verf komt.
Niet genoeg
Peter Blok als de bullebak is niet neerbuigend genoeg, en Peter Heerschop als de underdog is niet schlemielig genoeg. Bloks Van Wees is te weinig vilein, vals; daarvoor schmiert hij te veel. Zijn wijnproeverij mondt uit in een karikatuur die domweg te lang duurt.
En Heerschops Burghardt is te weinig onderdanig, niet gekwetst genoeg. Onder alle beledigingen blijft hij kalm. Heerschop gebruikt een lichaamstaal die verwijst naar die van Stan Laurel (de Dunne van De Dikke en De Dunne). Wat vooral jammer is, is dat Heerschops timing te wensen overlaat. Hij durft bijvoorbeeld geen echte stiltes te laten vallen, waardoor het zich-beledigd-voelen er onvoldoende uitkomt.
Jennifer Welts als de serveerster is dienstbaar. Ook haar rol krijgt weinig kleur, de ironie ontbreekt in dit personage.
De tekst van Een man een man is beslist komisch, maar deze voorstelling mist jammer genoeg de scherpte om hem echt bijtend en daardoor hilarisch te maken.
Tekst: Kees Prins en Roel Bloemen
Regie: Kees Prins
Spel: Peter Heerschop, Peter Blok en Jennifer Welts
Kostuums: Dorien de Jonge
Fotografie: Annemieke van der Togt
Een man een man – Kobra Theaterproducties
Gezien op woensdag 02 oktober 2024 in Kleine Komedie, AmsterdamNog te zien tot zaterdag 30 november 2024
Misschien ook iets voor u
Rauw discofeest in nieuw jasje
Wie nummers als ‘Stayin’ Alive’ of ‘Night Fever’ hoort, gaat vrolijk swingend de dansvloer op. De discohits van The Bee Gees zorgen altijd voor een feestelijke sfeer. Maar hoe feelgood en feestelijk is de musical met deze hits? De film met John Travolta, waarop de musical Saturday Night Fever gebaseerd is, is namelijk behoorlijk rauw.
De Graaf & Cornelissen Entertainment brengt dit theaterseizoen de vernieuwde versie van de musical Saturday Night Fever, met Buddy Vedder en Esmée Dekker in de hoofdrollen, naar verschillende Nederlandse theaters. Eerder was deze musical al te zien in 2001 en in 2012, toen was er zelfs een zoektocht op televisie naar Tony, de mannelijke hoofdrol. Deze vernieuwde versie onder regie van Martin Michel heeft een nieuwe vertaling, choreografie, ander decor en nieuwe kostuums.
DJ Monty (Barry Beijer) opent de show door het (jonge) publiek uit te leggen wat platen zijn en te vertellen hoe guur de straten van Brooklyn in het New York van de jaren ’70 zijn. De musical vertelt het verhaal van Tony Manero (Buddy Vedder) en zijn vrienden Bobby C (Michael Muyderman), Double J (Davy Reedijk) en Joey (Marvin Sikkema). Jonge jongens die hun dromen achterna willen gaan, maar ze komen uit een slecht milieu en krijgen weinig kansen. In het weekend dansen ze hun zorgen weg in de disco. Tony’s droom is om te dansen en als hij Stephanie (Esmée Dekker) ontmoet, weet hij dat zij zijn danspartner moet worden. Dit klinkt als een feelgood verhaal, maar ondertussen zitten de jongens vol woede en komen onderwerpen als abortus, zelfdoding, verkrachting en racisme aan bod.
Echte vrouwenverslinders?
De jonge jongens zijn grofgebekt en voelen zich echte vrouwenverslinders en hebben het idee dat de straten van Brooklyn van hen zijn. Ze komen eerder over als een stelletje onzekere jongens dat zich stoer voordoet, zeker Tony Manero. Het grote publiek kent Buddy Vedder natuurlijk van tv, waar hij het imago van ‘vriendelijke buurjongen’ heeft. Ondanks zijn goede looks, komt hij als Tony zeker niet over als een door zichzelf geobsedeerde vrouwenverslinder. Eerder als onzekere jongen die zich groter voordoet en zichzelf steeds overschreeuwt. Iets wat overigens prima in het verhaal past, want dat is natuurlijk ook gewoon wat Tony is.
Het stoere opgefokte gepraat tussen de vrienden komt niet altijd geloofwaardig over en is bij vlagen wat ongemakkelijk. De chemie tussen Esmée en Buddy (Stephanie en Tony) is daarentegen heel goed, ze zijn echt een droomkoppel. De sterke Stephanie walst zo over Tony heen. Esmée Dekker en Buddy Vedder zijn beide sterke dansers en zangers, al is Esmée vocaal beter en Buddy dansend iets sterker.
© Roy Beusker
Moderne versie
In deze nieuwe versie is de klassieke discovloer nergens te bekennen, toch wordt er een onmiskenbaar discofeestje neergezet. Op de achtergrond de wolkenkrabbers van New York en soms een gedeelte van de Brooklyn Bridge. Het decor is vrij abstract weergegeven. Zo spelen de klassieke eettafelscènes zich nu af op een geheel donker podium met alleen drie spotlights. Dit werkt goed en zo laat het ruziënde gezin meer indruk na. Ook wordt er inventief gebruik gemaakt van de grote spiegels van de dansschool. In diverse scènes draaien de grote spiegels om Tony heen, als hij opgefokt is en niet weet wat hij moet doen, of als hij zijn eigen spieren bewondert in de spiegel. Een goede vondst dus. Er zitten ook kleine grapjes in het weinige decor: acteurs vormen de schappen van de verfwinkel en twee acteurs zijn de platenspeler in de dansschool.
Noemenswaardige momenten zijn vooral de rustige nummers, zoals de solo van Esmée Dekker, en met name het nummer ‘Reddeloos’ door Michael Muyderman zorgt voor kippevel. Ook DJ Monty valt op, naast DJ lijkt hij een soort geweten van de jongeren, die hen enerzijds aanmoedigt om hun dromen na te jagen en anderzijds drugs aan hen probeert te verkopen.
Jukeboxmusical vertalen
Saturday Night Fever is een ‘jukeboxmusical’, een musical gebaseerd op bestaande liedjes, in dit geval gebaseerd op de muziek van The Bee Gees. Denk aan hits als ‘Stayin’Alive’, ‘Night Fever’, ‘Disco Inferno’ of ‘Tragedy’. Jukeboxmusicals zijn populair, want mensen luisteren graag naar populaire hits van bekende artiesten, denk aan musicals als Mamma Mia, TINA en The Bodyguard. Toch is er één groot dilemma: worden de pophits vertaald of niet? En zo ja, welke?
Opvallend is dan ook de keuze voor een geheel nieuwe vertaling door Florus van Rooijen. Dat het script moderner wordt gemaakt is logisch, maar wat was er mis met de liedvertaling van Daniël Cohen (2001 en 2012)? In die eerdere vertaling werden ‘onvertaalbare’ iconische woorden goed geïntegreerd in Nederlandse zinnen en werd ‘Stayin’ Alive’: ‘Leven in een ghetto is leven met het motto van Stayin’ Alive’. Nu is dit : ‘Ga het leven te lijf’, iets wat in de snelheid van de ensemblezang klinkt als ‘levende lijf’. Het indrukwekkende ‘Tragedy’ wordt van ‘Radeloos’ nu ‘Reddeloos’. De vraag is of dat echt nodig is.
Niet alle nummers zijn vertaald, zoals bij de meeste jukeboxmusicals worden de liedjes die het verhaal niet vooruitbrengen, niet vertaald. Dus het dansnummer van Tony en Stephanie ‘More than a woman’ blijft in het Engels. Grappig detail is dat op deze moment ‘de platenspeler’ wordt aangezet, dit is een duo acteurs dat steeds komt zingen. Bovendien is er aan het einde nog even een Engelstalige megamix, waarop het publiek mee mag swingen.
Al met al is Saturday Night Fever een musical die je gemengde gevoelens geeft, het is én een discofeestje én een rauw verhaal. De show heeft mooie, grappige en inventieve momenten én slaat af en toe de plank een beetje mis.
Saturday Night Fever de musical
Regie: Martin MichelArtiest: Buddy Vedder, Esmée Dekker, Barry Beijer, Michael Muyderman, Davy Reedijk, Marvin Sikkema
Gezien op zondag 29 september 2024 in Theater aan de Parade in Den Bosch, 's-Hertogenbosch
Nog te zien tot zondag 30 maart 2025
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Gezond economisch verstand
Irene van Staveren schrijft al sinds 2017 columns voor dagblad Trouw. Haar professionele blik op actuele economische thema’s is ook voor leken erg verhelderend en de bijdragen zijn altijd prettig om te lezen. In De vrije markt bestaat niet (2024) zijn nu 89 van die columns gebundeld.
Wie snakt naar een constructieve, progressieve kijk op economie is bij Van Staveren aan het goede adres. Als hoogleraar pluralistische ontwikkelingseconomie aan het Institute of Social Studies (EUR), breekt ze al jaren een lans voor meer ethiek in de economie en alternatieven voor het neoliberale denken. Maatschappelijke verantwoordelijkheid, duurzaamheid, hergebruik en meer inkomensgelijkheid zijn terugkerende onderwerpen in haar werk. En natuurlijk ook in de columns die ze om de week voor Trouw schrijft.
Failliet van het aandeelhouderskapitalisme
Soms zegt een goed voorbeeld al genoeg. Neem Van Staverens column ‘Laat drinkwater niet aan de markt over’ (p. 249-251). Hierin beschrijft ze kraakhelder hoe onder Thatcher de Engelse drinkwatervoorziening werd geprivatiseerd en welke rampzalige gevolgen dit had. Zo kwam het cruciale Londense bedrijf Thames Water jarenlang in handen van een Australische bank. De balans anno nu? In 2023 zit het bedrijf diep in de schulden, is er veel te weinig geïnvesteerd in onderhoud en modernisering, maar is er wel tien miljard pond uitgekeerd aan de aandeelhouders. ‘Inmiddels vrezen Londenaren dat er op een ochtend geen druppel water meer uit de douche komt.’ Ook nog goed om te weten: Engelse huishoudens betalen momenteel twee keer zoveel voor hun drinkwater als Nederlandse.
Je hoeft geen geschoolde econoom te zijn om te beseffen hoe schrijnend het aandeelhouderskapitalisme in de praktijk kan uitpakken. Doorgeschoten privatisering en misplaatst vertrouwen in de werking van de ‘vrije markt’ staan maar al te vaak haaks op verantwoord economisch beleid. Van Staveren heeft het helemaal gehad met de neoliberale ideologie. Tegenover de focus op rendement – lees: particulier cashen – op korte termijn, pleit ze consequent voor keuzen die ook echt ten goede komen aan de samenleving en rekening houden met onze kwetsbare planeet.
Alternatieven en instrumenten zijn er
Een zure toon zul je overigens nergens tegenkomen in de columns. De econoom houdt het niet bij het hekelen van slecht beleid, maar presenteert graag zinnige en praktische alternatieven. Waar de ‘vrije markt’ in veel gevallen niet bestaat of niet goed werkt, ziet ze bijvoorbeeld een duidelijke rol voor de overheid. (De slingerbeweging tussen markt en staat is er natuurlijk ook altijd al geweest.) Een simpel voorbeeld. De kinderopvang is nu vaak in handen van buitenlandse private-equity fondsen. Als je dat zo houdt en kinderopvang voor ouders gratis maakt, zoals bepleit, blijft de crèche een (kwetsbaar) speeltje voor beleggers. ‘De oplossing op langere termijn is dat kinderopvang weer een publiek goed wordt, aangeboden door gemeenten, maatschappelijke organisaties en lokale gemeenschappen’ (p. 242). Of neem de invoering van een ‘groene btw’, waarmee je meerdere vliegen in één klap slaat.
Daarnaast kunnen bedrijven en consumenten natuurlijk van alles doen om de economie gezonder te maken. Van Staveren wijst bijvoorbeeld op de good practices van ondernemingen als bierconcern Carlsberg en witgoedfabrikant Bosch. Die hanteren een ‘rentmeestermodel’ waarbij de meeste stemrechten verankerd zijn in een onafhankelijke stichting en een deel van de winst naar wetenschappelijke of mooie maatschappelijke projecten gaat. Zo kan het ook! En ook voor de consument zijn er allerlei mogelijkheden om de markt een (kleiner of groter) zetje te geven. Waar geven we ons geld het beste aan uit? Welke burgerinitiatieven zijn er allemaal niet denkbaar?
Oud papier en clusteren
Zonder iets af te doen aan de inhoud van de columns, die inhoudelijk altijd onderbouwd en informatief zijn, kun je je wel afvragen of het boekformat zich hier goed voor leent. Columns lees je vaak niet achter elkaar door, na drie of vier heb je wel weer even genoeg gedachtenvoer geconsumeerd. Een scheurkalender is misschien nog niet zo’n gek idee. De stukken die je niet hoeft te bewaren, kunnen dan bijvoorbeeld mooi bij het oud papier (over ‘circulaire columns’ gesproken!). Bovendien kun je ze dan zelf thematisch clusteren. Een stapeltje over de bankensector hier; over het falen van de vrije markt ernaast; een bundeltje over je mogelijkheden als consument daar… Zo kun je verwante stukken ook nog eens gericht doornemen. Bijvoorbeeld ter verbreding van je eigen inzicht of ter voorbereiding van een interessante discussie. Aan goede gespreksstof geen gebrek.
De vrije markt bestaat niet - Naar een economie van verbinding
Schrijver: Irene van StaverenUitgever: Ten Have
Prijs: € 22,99
Bladzijden: 288
ISBN: 9789025912758
Misschien ook iets voor u
Een oorlog kent alleen verliezers
Een oorlog kent per definitie alleen verliezers. Van vermorzelde soldaten kun je niet eens zien of ze tot de ene of tot de andere partij hoorden. Zelfs als vechten in dienst van je land onvermijdelijk lijkt, sterven mensen uiteindelijk voor een twijfelachtige zaak. Aldus de anti-oorlogsvoorstelling Antigone van regisseur Nina Spijkers.
Een kinderschepje. Zo eentje waarmee kleuters in de zandbak spelen. Zo’n schepje is gevonden naast het verminkte lichaam van Polyneikes, prins van Thebe. Met dat schepje heeft zus Antigone haar broer symbolisch ‘begraven’: door zand over hem heen te strooien. Daarmee overtreedt Antigone de wet die Kreon, koning van Thebe, heeft ingesteld: het ‘zwarte schaap’ Polyneikes mocht niet begraven worden. Door dat tóch te doen, tekent Antigone haar eigen doodvonnis.
Twijfelachtige keuzes
Met zijn Antigone schreef de Fransman Jean Anouilh (1910-1987) in 1942, midden in de Tweede Wereldoorlog, een stuk dat ethische vraagtekens zet bij oorlogvoeren en de twijfelachtige keuzes die daarbij horen. Het stuk is gebaseerd op de klassieker uit 442 voor Christus van de Griek Sophocles.
Nina Spijkers maakt er bij Het Nationale Theater een anti-oorlogsstuk van; aangevuld met trekjes die doen denken aan het idealisme van Extiction Rebellion. Een voorstelling over onverzettelijke mensen die elkaar in de haren vliegen, met argumenten waar een kern van waarheid in zit, ongeacht wie aan het woord is. ‘Nee’ zeggen, je verzetten tegen zaken waarmee je het oneens bent is belangrijk, stelt Spijkers; maar sommige keuzes zijn ook nodig om de maatschappij aan de praat te houden. Ook al zijn die keuzes ethisch minder verantwoord.
Mythe
De oorspronkelijke, mythologische Antigone is de dochter van koning Oedipus van Thebe. Die wordt waanzinnig wanneer hij zich realiseert dat hij – zonder het te weten – zijn vader heeft vermoord en met zijn moeder is getrouwd. Na zijn dood vechten zijn zonen Eteokles en Polyneikes om de macht.
Op het slagveld slachten de broers elkaar af. Oom Kreon neemt de macht over. Omdat Eteokles vocht uit naam van Thebe, krijgt hij een staatsbegrafenis. ‘Landverrader’ Polyneikes wordt boven de grond achtergelaten als prooi voor de gieren. En Kreon verbiedt eenieder hem te bewenen of te begraven.
Maar de emotionele, rebelse Antigone negeert het verbod. Ze weet dat ze erom ter dood zal worden veroordeeld, maar ze ‘begraaft’ met haar kinderschepje het lichaam van haar gesneuvelde broer.
Pijnlijke keuzes
In handen van regisseur Spijkers levert deze vertelling onvermijdelijk een actuele voorstelling op over een dictatoriale machthebber die doet alsof hij er niks aan kan doen dat hij pijnlijke keuzes moet maken. Over tegenstanders die verwanten van elkaar zijn, maar elkaar desondanks naar het leven staan. Over nabestaanden – Antigone en haar zus Ismene – die volkomen wanhopig zijn, en die in hun wanhoop hun waardigheid proberen te bewaren.
De verbale strijd speelt zich af in een witte, geïsoleerde kamer, waarvan de wanden versierd zijn met lijsten: een paleis, of een chique kantoor. Op een groot rechthoekig blok dat middenin de ruimte staat, zit, loopt, ligt, knielt Antigone meestentijds. Het blok dient als tafel, bed, grafzerk – als catwalk zelfs. En als ‘altaar’, zoals dat voorkomt in Griekse tragedies: zolang je bij het altaar in de tempel blijft, mag je niet opgepakt of vermoord worden in die vertellingen.
foto: Bart Grietens
Emotioneel
De Antigone van Yela de Koning is een idealistische, kwetsbare jongvolwassene die de wereld probeert te verbeteren en die ingaat tegen het gezag, ten koste van zichzelf. De Koning zet een gelaagde rol neer. Ze speelt de vrouw emotioneel, gekwetst, koppig. Wanhopig en rustig tegelijkertijd.
Mark Rietman als de pragmatische Kreon trekt alle emotionele registers open. De ijzersterke Rietman praat zich de blaren op de tong tegen Antigone. Hij redeneert rustig sprekend, smeekt, wordt kwaad, is liefdevol, bang, vriendelijk, onhandig. En vooral: vol twijfel.
Betty Schuurman als Eurydice, de vrouw van Kreon, krijgt van Spijkers erg weinig ruimte om méér te zijn dan de tuttige tante van Antigone. Zo’n onuitstaanbare, onbuigzame vrouw die verjaardagen terroriseert.
Jammer is ook dat Sander Plukaard als Haemon, de verloofde van Antigone, op grote afstand wordt gehouden. Misschien komt dat door dat grote blok op het podium, dat toenadering lastig maakt; maar het ontbreekt tussen Antigone en Haemon aan daadwerkelijke chemie.
Vraagtekens
Spijkers meldt dat ze met deze voorstelling bedoelt te zeggen dat we mensen van allerlei pluimage nodig hebben. Maar Anouilhs teksten, over de slachtpartij tussen broers Eteokles en Polyneikes, over het niet willen toegeven, over de rede die nu eenmaal vraagt om lompe, ethisch onverantwoorde beslissingen – maken deze Antigone vooral tot een voorstelling die wanhopige vraagtekens zet bij het nut van oorlogvoeren.
Tekst: Jean Anouilh
Regie: Nina Spijkers
Spel: Yela de Koning, Mark Rietman, Betty Schuurman, Emma Buysse, Sander Plukaard, Mike Zanting, Ṣayọ Cadmus.
Scenografie: Studio Dennis VanderBroeck
Kostuumontwerp: Esmée Thomassen
Lichtontwerp: Tim van ’t Hof
Muziek: George Dhauw
Techniek: Paul in het Veld
Fotografie: Bart Grietens
Antigone – Het Nationale Theater
Gezien op zaterdag 28 september 2024 in Koninklijke Schouwburg, Den HaagNog te zien tot donderdag 28 november 2024
Misschien ook iets voor u
Jaha Koo brengt de kimchihype terug naar cultuur
Heb je de laatste tijd kimchi of gochujang gegeten, of misschien een glaasje soju gedronken? Dan is Haribo Kimchi, de nieuwste voorstelling van Jaha Koo, iets voor jou. In een tijd waarin Koreaanse gerechten steeds populairder worden in Nederland en je zelfs bij de Coffee Company een kimchitosti kunt bestellen, houdt Koo zijn publiek een culinaire spiegel voor. Hij laat hen kennismaken met kimchi als symbool van zijn ’thuis’ – een gerecht dat zowel nostalgie als ongemak oproept.
foto: Bea Borgers
Jaha Koo, zowel theatermaker als componist, heeft een kenmerkende stijl. Hij combineert film, pratende robots en elektronische muziek met verhalende scènes over zijn leven en zijn reis van Korea naar Europa. Zijn voorstellingen zijn kleurrijk, ritmisch en documentair, met veel zelfspot en humor. In 2017 maakte hij indruk met Cuckoo, waarin hij in gesprek met een pratende rijstkoker thema’s als eenzaamheid sterk invoelbaar maakte. In Haribo Kimchi voegt Koo de rol van chefkok toe aan zijn vertellerspositie, wat een nieuwe, iets afstandelijkere, dynamiek creëert tussen hem en zijn publiek.
De geur van thuis: tussen verlangen en verstikking
De geur van kimchi, geliefd in Europese restaurants, roept bij Koo gemengde emoties op. Deze geur achtervolgt hem, zowel fysiek als cultureel. Tijdens zijn reis van Korea naar Europa reist de geur letterlijk met hem mee, omdat zijn oma twintig kilo gefermenteerde kimchi in zijn koffer had gestopt. Die grote zak kimchi herinnert niet alleen Koo, maar ook de mensen om hem heen aan de afstand die hij heeft afgelegd. De geur wordt zo een fysieke herinnering aan zijn thuis, aan wat hij achterliet.
Maar zelfs als de geur afwezig is, blijft hij aan Koo kleven. Cultureel gezien symboliseert de geur onuitgesproken oordelen en vooroordelen, zoals blijkt uit een scène waarin hij vertelt over een ontmoeting op een Europees treinstation. Kort nadat hij in de trein beroofd is, vraagt hij hulp aan een medewerker, die kijkt hem aan vanachter een glazen wand en vraagt Koo zijn hoofd af te wenden vanwege zijn vermeende ‘knoflookadem’. Voor Koo is niet de belediging het meest pijnlijke, maar het voortdurende gevoel van ‘sorry’ moeten zeggen.
‘Thuis’ lijkt Koo te achtervolgen wanneer hij eraan wil ontsnappen, maar ongrijpbaar op de momenten dat hij ernaar verlangt.
De Chef als regisseur
Net zoals kimchi tijdens het fermenteren naar zuurstof snakt, zoekt Koo naar ademruimte in zijn omgeving. Zijn constante ‘sorry zeggen’ onthult een innerlijke strijd: de balans tussen jezelf aanpassen aan anderen en voldoende ruimte voor jezelf innemen. In Haribo Kimchi onderzoekt Koo dit spanningsveld door zijn rollen als chefkok en theatermaker te combineren.
Als kok in de pojangmacha draait alles om gastvrijheid. Gastvrijheid draait om het creëren van een gevoel van welkom, afgestemd op de wensen van de gast. Koo vervult deze rol perfect door herhaaldelijk aan zijn uit het publiek gekozen gasten te vragen of alles naar wens is en of ze nog iets willen drinken. Het lijkt alsof hij de kunst van bescheiden gastvrijheid moeiteloos beheerst, maar in deze theateropstelling speelt er meer.
De gerechten die Koo bereidt zijn hier niet alleen bedoeld om zijn gasten te plezieren, maar ook om zijn performance en verhaal kracht bij te zetten. Als theatermaker heeft Koo de gave om ruimte in te nemen zonder zichzelf als superieur te presenteren. In Haribo Kimchi toont hij zich zowel bescheiden gastheer als autonome, krachtige kunstenaar die met veel liefde en een kritische blik vertelt.
Haribo Kimchi maakt van de kimchihype weer cultuur. Op speelse, grappige en eerlijke wijze toont Jaha Koo zijn verhaal achter de hype en de culturele ladingen van dit heerlijke gerecht. Na deze voorstelling zal kimchi niet meer hetzelfde smaken.
Haribo Kimchi – Jaha Koo
Regie: Jaha KooArtiest: Jaha Koo
Gezien op zaterdag 21 september 2024 in Theater Utrecht, Utrecht
Nog te zien tot donderdag 20 maart 2025
Misschien ook iets voor u
Kijken met twee paar ogen
De Stichting Oude Kerk in Amsterdam nodigt al geruime tijd gerenommeerde kunstenaars uit om een contextspecifieke tentoonstelling te realiseren. Dit keer kreeg Navid Nuur (1976, Teheran) de eer. Maar wat is in dit geval contextspecifiek? De Oude Kerk is immers een museum én herbergt een kerkelijke gemeente. Het nodigt uit om te kijken met twee paar ogen.
Om te beginnen gaan we een stukje terug in de tijd en noemen we enkele voorbeelden. Germaine Kruip wilde in 2016 het onzichtbare zichtbaar maken: dit deed ze onder meer door een daglichtlamp die in een etmaal een cirkel draaide. Nauwelijks te zien dat er beweging in zat, maar toch. Ook bracht ze in de Sebastiaanskapel maar liefst tien spiegels aan. Marinus Boezem liet een jaar later vanuit de nok in de kerk een ellenlang gordijn naar beneden aanbrengen. Hij had ook een boodschap voor de bezoekers, die vond je op een ronde spiegel als je met een hoogwerker zo’n vijftien meter omhoog was gebracht. Een ander voorbeeld: Meredith Monk liet een trap of piramide de lucht in reiken. In het hoogkoor zette ze in een ovaalvorm zes stoelen neer binnen een cirkel van stenen. Sara Vrugt tenslotte, liet in de Sebastiaanskapel mensen met naald en draad werken aan een plattegrond van de kerk, die ze gedurende de looptijd van de tentoonstelling nooit af zouden krijgen. Net zoals de bouwers van de kerk het eindresultaat nooit hebben gezien.
Het lijken sjablonen waar het gebouw kennelijk om vraagt. Die sjablonen keren telkens terug. Ook bij Nuur, al brengt iedere kunstenaar – ook hij – een eigen accent aan. In het begeleidende boekje wordt hij omschreven als ‘een speelse alchemist’.
Navid Nuur
Het toeval wil dat al eerder werk van hem in de Oude Kerk te zien is geweest. In de doopkapel tijdens de tentoonstelling SALON/Big Bang. Het was een takje dat uit een steen groeide. Een kaal takje nadat de wereld is vergaan als een stille getuige van een slagveld? Of een loot zonder blad die was ontsprongen uit een rots, een steen als een bevroren traan? Beide.
Die bevroren traan komt ook in de recente tentoonstelling van Nuur terug. Dit keer in de Heilige Grafkapel als een projectie van een traan die hij liet opdrogen op een diaraam, een traan van vreugd of een traan van verdriet? Beide.
Een rondgang langs enkele van de veertien werken laat zien welke accenten Nuur legt op de van eerdere tentoonstellingen al bekende sjablonen.
Rondgang door de expositie
foto: Aad Hoogendoorn
Het eerste sjabloon is het onzichtbare zichtbaar maken. Nuur doet dat door een visdraad met reflectieverf te spannen die alleen bij een bepaalde lichtval even zichtbaar wordt. Het is om het even of dit nu de zon door de ramen is of het flitslicht van een mobiele telefoon.
Het tweede sjabloon zijn de twee spiegels in de doopkapel. Een is intact en de tweede is afgeschraapt tot alleen het kale glas is overgebleven. Het derde zie je meteen bij binnenkomst: Cloudsweat Corridor, een aan staalkabels opgehangen, leeggelopen heteluchtballon die als een gordijn naar beneden valt. Het is zoals Julian Barnes schrijft in zijn boek Hoogteverschillen: ‘De aeronaut daalde neer vanuit de hemel, zocht naar een landingsplek, trok aan het ventielkoord, wierp het anker uit, en stuiterde vaak nog een meter of tien, vijftien de lucht in voordat het anker houvast vond’. Een bode vanuit de hemel die houvast vindt in een kerk.
Wat bode en boodschap betreft – dit brengt ons bij het vierde sjabloon, waarmee we in het hoogkoor belanden. Waar Monk zes stoelen neerzette binnen een cirkel van stenen, nodigt Nuur de bezoeker uit een perk met ronde strandkiezels te betreden en naar een zuil aan het eind daarvan te lopen. Daarin liggen envelopjes opgestapeld met een boodschap van de kunstenaar erin. Je wordt uitgenodigd twee steentjes mee te nemen, de wereld in. Zoals zondag-aan-zondag op dezelfde plaats de kerkelijke gemeente na de dienst weer de wereld wordt ingezonden. Op dit moment staan de kerkgangers dus rondom dit bed van kiezelsteentjes.
NN XXX
foto: Aad Hoogendoorn
Het spraakmakendste werk van deze expositie is NN XXX dat een looptijd heeft tot 2125. Nuur en wij zullen dat eind niet beleven. De kunstenaar maakt gedurende de expositie een serie van honderd vazen. Daarvoor zijn een werkplaats, een droogkas en een maalkamer ingericht. Hij vermaalt klei met grondstoffen die hij overal in Amsterdam opdelft. Letterlijk brengt hij er indrukken in aan van de stad; hij doet dit door een onaffe vaas ergens tegenaan te drukken. Dit proces blaast volgens hem de vaas leven in, zoals in de Bijbel God wordt voorgesteld als pottenbakker die de mens adem inblaast. De vazen worden aan het eind van de tentoonstelling opgeslagen in de IJzeren Kapel, die eeuwenlang de stadskluis van Amsterdam was. Elk jaar zal een vaas worden geveild. In 2125 is de laatste aan de beurt.
Tenslotte komt het thema adem in verschillende werken op de tentoonstelling terug. Een ervan, Breath/Breeze/Box, wordt – net als de droogkas – dagelijks tussen 13.30-13.45, 14.30-14.45 en 15.30-15.45 uur in werking gesteld. Het is een tip om juist dán te zorgen als bezoeker in de kerk te zijn, tussen alle toeristen die er rondlopen en vermanend kijken als je twee steentjes opraapt en meeneemt… Het mag, het is onderdeel van deze ruimtelijk ingerichte, mooie expositie die zich voegt naar eerdere tentoonstellingen van kunstenaars die hun eigen accenten hebben gelegd. Je mag het ervaren als een seculiere en religieuze dubbelslag. In een museum dat tevens kerk is.
Navid Nuur – When doubt turns into destiny
Gezien in: Oude kerk, AmsterdamNog te zien tot: zondag 09 februari 2025
Misschien ook iets voor u
Indrukwekkend spektakel met beklemmend verhaal
Een spektakelmusical over de Tweede Wereldoorlog vol technische hoogstandjes en met rijdende theatertribunes. Dat klinkt als de beschrijving van de al 14-jarige Soldaat van Oranje – De musical, maar dit is juist de kern van de gloednieuwe musical 40-45, die op 21 september in première ging in de vernieuwde Midden Nederland Hallen. Weet deze musical van Studio 100 net zoveel indruk te maken in Nederland als in Vlaanderen?
40-45, de Musical ging zes jaar geleden in Puurs (vlak bij Antwerpen) in première en is met 750.000 bezoekers de best bezochte Vlaamse theatervoorstelling ooit. Joop van den Ende liet Studio 100 baas Gert Verhulst destijds weten dat Nederland deze musical ook nodig had en daarna is het productiebedrijf gaan werken aan een Nederlandse versie. De verhaallijn van de musical is hetzelfde, maar de historische feiten en plaatsen zijn veranderd. Het verhaal speelt zich nu af in Rotterdam, na het bombardement, bij de Nederlandse familie Zegers, wiens bioscoop Luxor Palast als één van de weinige gebouwen overeind bleef staan.
IJzersterk verhaal
foto: Studio 100
‘Als er een oorlog zou uitbreken, dan ga ik in het verzet!’ Menig persoon hoopt in tijden van oorlog een heldenrol te vervullen en de goede partij te ondersteunen. Maar wie is de goede partij? En hoe vanzelfsprekend is het om in opstand te komen? 40-45, de Musical laat zien dat de situatie in tijden van oorlog niet zo zwart-wit is en maakt zelfs inzichtelijk hoe iemand kiest voor de verkeerde kant.
40-45 vertelt het verhaal van de familie Zegers, bij wie twee Duitse SS’ers in huis komen te wonen tijdens de oorlog. Vader Emiel (Kees Boot), eigenaar van bioscoop Luxor Palast, is hier fel op tegen, maar heeft geen keuze. Broers Louis (Soy Kroon) en Dirk (Dorian Bindels) wonen, net als veel andere Rotterdamse studenten, een bijeenkomst van de NSB bij en roepen beide vol enthousiasme allerlei leuzen mee.
Dirk is dan ook verbaasd als hij erachter komt dat zijn broertje Louis zijn antisemitische uitspraken niet deelt. Hij was toch ook enthousiast? Louis is juist verbaasd dat zijn broer, arts nota bene, zulke gedachten heeft en legt uit: ‘Het is net als bij Feyenoord in de Kuip, ook als je niet van voetbal houdt, juich je binnen de kortste keren met iedereen mee.’ Een rake uitspraak, die je als theaterpubliek echt voelt, want door de opzet van de NSB-bijeenkomst, met NSB-vlaggen op de tribunes en klappende acteurs tussen het publiek, moet je de neiging onderdrukken om mee te klappen.
De Tweede Wereldoorlog verscheurt de familie Zegers tot op het bot, automonteur Louis kiest voor het verzet en broer Dirk wordt opzichter in Kamp Westerbork. Vader en moeder staan er tussen in. Dit levert een hoop spannende en verdrietige momenten op.
Spektakel in balans
Een vliegend vliegtuig, een auto, een motor, een neergestort vliegtuig en zelfs een trein. 40-45 is een echte spektakelmusical, waar je dankzij de rijdende tribunes letterlijk middenin zit en bijna onderdeel van wordt. Toch maakt deze show geen spektakel van de Tweede Wereldoorlog en vertelt een mooi en ontroerend verhaal, doordat de spectaculaire momenten het verhaal echt ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan de scene ‘Doe maar’, waarbij de broers op een neergestort vliegtuig tegenover elkaar komen te staan. De theatertribunes draaien rustig in cirkels om deze scène heen, waardoor je deze dramatische situatie van alle kanten kunt bekijken en nog intenser beleeft.
Het spektakel ondersteunt de acteurs in hun verhaal en maakt daardoor zoveel indruk. De musical heeft een top cast met onder andere Gaia Aikman, Soy Kroon, Dorian Bindels en Kees Boot. Er is niet één acteur die er met kop en schouders boven uitsteekt, ze zijn allemaal erg goed en dragen het verhaal dat zij echt met z’n allen vertellen. Noemenswaardige momenten zijn het liefdesduet tussen Louis en Leah, de strijd tussen de broers in het lied ‘Doe maar’ en de wanhoopssolo van Dirk, allemaal maken ze veel indruk.
foto: Studio 100
In 40-45, de Musical is alles in balans: het verhaal, het spektakel, het acteerwerk en de zang. Dat maakt de show ijzersterk en bijzonder. Je voelt de wanhoop en machteloosheid van de personages en je schrikt van de geweerschoten en huilt om de verschrikkingen van de oorlog. Hierdoor gaat 40-45 nog net een stapje verder dan Soldaat van Oranje en laat het publiek voelen hoe het is om bepaalde keuzes te maken in oorlogstijd.
40-45, de Musical - Midden Nederland Hallen, Barneveld
Regie: Frank Van LaeckeGezien op zaterdag 21 september 2024 in Midden Nederland Hallen, Barneveld
Nog te zien tot zondag 05 januari 2025
Misschien ook iets voor u
Vlekkeloos, maar dan beter
Revolver, Sgt. Pepper en nagenoeg de hele Magical Mystery Tour. Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar The Analogues speelden de drie klassieke albums van The Beatles op 20 september 2024 achter elkaar voor een vol Ziggo Dome. Vlekkeloos. Maar eigenlijk doet zo’n kwalificatie ze nog te kort. Je kunt iets noot voor noot spelen, en je kunt ook iets (opnieuw) beleven.
Voormalig perschef van The Beatles Derek Taylor noemde de Fab Four ooit ‘the greatest romance of the 20th century’. Een prachtige omschrijving, die de band misschien wel beter typeert dan wat ook. Beatlemania was meer dan een muzikaal fenomeen. Het was een – je mag wel zeggen: wereldwijde – begeestering, opgeroepen door de briljante muziek en inspirerende wits van vier jonge mannen uit Liverpool. Het was een historisch fenomeen.
De – naar we mogen aannemen bekende – missie die The Analogues tien jaar geleden zijn begonnen, komt dit jaar ten einde, met als klap op de vuurpijl drie shows in de Ziggo Dome. Alle albums uit de ‘studiojaren’ van The Beatles, plus Let It Be en een aantal singles, worden nog een keer integraal uitgevoerd. Een ware krachttoer, want zelfs al kun je ze tot in de kleinste details reproduceren, hoe creëer je opnieuw de betovering van het originele werk? Natuurlijk, het opsporen en gebruiken van de authentieke instrumenten en apparatuur is dan een cruciale voorwaarde. Maar er komt nog wel wat meer bij kijken.
Revolver revisited
Helemaal aan het begin van hun reis, toen ze nog onbekend waren en in kleinere zalen speelden, hebben The Analogues Revolver al een keer uitgevoerd. Voor vrijwel alle bezoekers van de Ziggo Dome betreft het vanavond een primeur, waar ze vast reikhalzend naar hebben uitgekeken.
‘Taxman’ – de uithaal in het gezongen titelwoord is geïnspireerd op de tune van de destijds populaire Batman-serie op tv – zet meteen de toon. Het is er allemaal, je hoort en ziet de minutieuze aandacht voor de juiste klanken, accenten en feel van Harrisons openingsnummer. Kunnen de vocale harmonieën op tijdloze McCartney-songs als ‘Here, There and Everywhere’ en ‘Eleanor Rigby’ worden geëvenaard? Het lijkt er verdacht veel op. De heerlijke riff van Lennons ‘Dr. Robert’? Het bezwerende ritme van ‘Tomorrow Never Knows’? Ja, alleen The Beatles zelf zouden het in topvorm (misschien) net zo goed of nog indrukwekkender hebben kunnen brengen, ben je al heel snel geneigd te denken. Revolver klinkt live zoals Revolver moet klinken: fris, mooi en vol, met alle toeters en bellen (die je op de plaat nog wel eens ontgaan).
All Together Now
Om elk nummer zo exact en compleet mogelijk te reproduceren, worden The Analogues steevast bijgestaan door een keur aan andere musici. Strijkers; blazers; aanvullende percussie; een specifieke zangstem; een harpiste; spelers van bijzondere (Indiase) instrumenten als tabla, dilruba en tambura… ze vormen samen ook een o zo belangrijk en onmisbaar onderdeel van het optreden. In de Ziggo Dome, waar het geluid uitstekend is, kun je ze allemaal onderscheiden.
Mark Lewisohn | foto: Ria van Dijk
Een verrassende en uitgekiende zet is het inlassen van een paar korte praatjes door dé Beatles-autoriteit (en -biograaf) Mark Lewisohn. Na Revolver en opnieuw na Sgt. Pepper neemt de Engelse historicus de zaal eventjes mee in de geschiedenis van de band, in het wel en wee van het viertal ten tijde van de drie albums. Zo staat hij stil bij hun enorme gedrevenheid en productie, bij de dood van manager Brian Epstein, en bij hun besluit om te stoppen met optreden en zich helemaal op studiowerk te concentreren. (The Analogues hebben ongetwijfeld ook flink profijt gehad van Lewisohns onderzoek naar de opnamesessies en gebruikte apparatuur van The Beatles.)
An Evening in the Life
Bijzonder is dat na Revolver niet meteen de klanken van Sgt. Pepper worden ingezet, maar die van de mogelijk mooiste dubbelsingle uit de popgeschiedenis: ‘Penny Lane’ / ‘Strawberry Fields Forever’. De aan hun geboortestad gewijde nummers van respectievelijk McCartney en Lennon werden – zoals vaak met singles gebeurde – weliswaar toen (nog) niet op een album gezet, maar ze dateren wel uit de Sgt. Pepper-periode en verdienen dit plekje helemaal. Zowel de songs als de plekken zijn nu monumenten.
Tijd om bij te komen is er niet. Na het ene meesterwerkje stomen The Analogues alweer door naar het volgende. Het is eigenlijk ondoenlijk om in zo’n show ‘hoogtepunten’ uit te kiezen. Als je vol bezieling gespeelde uitvoeringen van nummers als ‘Lucy in the Sky with Diamonds’, ‘She’s Leaving Home’, ‘A Day in the Life’ natuurlijk, tot en met ‘Hello, Goodbye’ en het afsluitende ‘All You Need Is Love’ in al hun rijkdom en perfectie voorgeschoteld krijgt, is het doorlopend smullen en genieten. Mensen op de voorste rijen kunnen zien hoe links in de coulissen ook Lewisohn staat mee te zingen. Het is vanavond weer één groot feest met The Analogues.
Op 2 november en 28 december 2024 staan The Analogues voor het laatst in de Ziggo Dome. Eerst met het ‘White Album’, en tenslotte met ‘Abbey Road’ en ‘Let It Be’. Hier zijn nog kaartjes voor beschikbaar!
The Analogues: Revolver & Sgt. Pepper
Gezien op vrijdag 20 september 2024 in Ziggo Dome, AmsterdamMisschien ook iets voor u