Telkens als een van de Lehmans ‘een licht briesje langs het oor’ voelt, valt hem iets in, heeft hij een creatief inzicht. Zonder die invallen geen Lehman Brothers: elk nieuw inzicht betekent een lucratieve koerswijziging in het familiebedrijf. En nieuw product, een andere aanpak. Geen wonder dat de Lehmans zo langdurig de dienst uitmaakten, zo puissant rijk werden.
Hier te landen kennen we de naam ‘Lehman Brothers’ vooral van het begin van de jongste economische crisis. Die begon in september 2008. Toen ging de New Yorkse zakenbank van die naam failliet, al overleed de laatste echte Lehman al in 1969.
Hayum Lehmann
Een boeiend gegeven om in te duiken: wie zijn die Lehmans eigenlijk, welk verhaal zit er achter, en wat gaat er mis?
De Lehmans zijn van oorsprong Duitse Joden, afkomstig uit Beieren. De oudste, Hayum Lehmann, veramerikaanst tot ‘Henry Lehman’, zet in 1844 voet aan wal in Amerika. Later gevolgd door zijn broers Emanuel en Mayer. Ze bekwamen zich in Alabama in de katoenhandel, die drijft op arbeid door tot slaaf gemaakten. Wanneer de handel in Alabama vanwege de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) teloor gaat, verkast de familie naar New York. Daar gaan ze aanvankelijk op de beurs handelen, om vervolgens bankiers te worden die tot diep in de twintigste eeuw succesvol zijn.
De Italiaanse schrijver Stefano Massini bewerkte het familieverhaal tot gehistoriseerde fictie, waarin hij alle betrokkenen een stem geeft, woorden in de mond legt. Regisseur Cassiers gebruikt dat boek als basis voor een voorstelling die uiteenvalt in drie delen die elk een uur duren: Lehman Trilogy.
Trefzeker
Zes acteurs, drie mannen en drie vrouwen, spelen alle rollen, alles bij elkaar zo’n twee dozijn. Allen spelen zowel mannen- als vrouwenrollen. Chris Nietvelt bijt het spits af als Henry Lehman die verwachtingsvol maar op van de zenuwen in Amerika landt: ‘stijf als een lantaarnpaal’.
Cassiers laat zijn acteurs heen en weer springen van de ‘ik’-vorm tijdens monologen en dialogen, naar de ‘hij/zij’-vorm, waarin de acteurs vertellen wat het personage dat ze spelen denkt, doet en overkomt. Cassiers grijpt zijn publiek vanaf die eerste opkomst van Nietvelt bij de strot en laat het drie delen lang niet meer los in een voorstelling die voortdendert, spannend is, geestig, cynisch – en van tijd tot tijd meelijwekkend.
Hij houdt zijn acteurs strak aan de teugels: trefzeker en doelbewust. Wanneer een acteur een volgend personage moet neerzetten, veranderen er kleine dingen aan kleding, aan stemgebruik, aan lichaamstaal. Hij laat de acteurs zich bedienen van een mengelmoes van acteerstijlen, van volkomen naturel tot slapstick tot dansend spelen. Grote gebaren mijdt hij, de acteurs bedienen zich veelal van een soort betekenisdragende bewegingen, zonder dat het nadrukkelijk wordt.
Geloofwaardig
Op een of twee (te) snelle wisselingen na, is altijd duidelijk welk personage Cassiers nu weer naar voren schuift en met welke intentie. Acteurs dragen verknipte overjassen waarmee ze steile mannen verbeelden, bloesjes met pofmouwen waarmee ze schattige meisjes tot uitdrukking brengen. In de loop van de voorstelling veranderen de kleren van negentiende-eeuws zwart naar steeds uitbundiger, kleurrijk 21e-eeuws (kostuums: Devastator).
Chris Nietvelt is zes personages lang helder, snel, grappig, geloofwaardig; zo nodig onuitstaanbaar en beklagenswaardig. Gijs Scholten van Aschat is met pofmouwtjes om de bescheiden over elkaar geslagen armen, plus een enkel hoofdgebaar een huwbaar meisje. Met grote stappen en kleine, trefzekere gebaren zet Scholten van Aschat de gehaaide twintigste-eeuwse Philip neer: de personificatie van de nieuwe hebzucht. Maria Kraakman speelt de betweterige broer Emanuel bokkig als een onuitstaanbare ruziezoeker. En ze is de lompe patjepeeër Pete Peterson, de laatste bankier die de bank nog gauw alle mogelijke poten uitdraait voor de ondergang in 2008.
Geestig
Jesse Mensah is als jongste broer Mayer de eerlijke, naïeve loser die over zich heen laat lopen, maar die zijn kibbelende broers ook uit elkaar houdt. Aus Greidanus jr. speelt een palet van – voornamelijk – onhandige figuren; geestig, wereldvreemd. Vooral Robert Lehman, de laatste telg, die eigenlijk meer heeft met kunst en paarden dan met bankieren, zet Greidanus prettig onhandig, dandyachtig, verbluft neer. Hélène Devos speelt in die kluwen van graaiers een verontwaardigde neef Herbert, een democratische politicus en de enige die meer op heeft met burgers dan met bankiers.
Meer dan een handvol meubels hebben de acteurs niet tot hun beschikking. (Scenografie: Guy Cassiers en Bram Delafoneyne). Aan een lange glazen tafel legt Philip (Scholten van Aschat) aan zijn wereldvreemde zoon Robert (Greidanus) in een Poetin-achtige manipulatieve scène uit hoe je zo veel mogelijk mensen financieel onder druk kunt zetten.
De achterwand wordt ingenomen door vijf projectieschermen, symbolische wolkenkrabbers, waarop van alles wordt geprojecteerd van serene katoenvelden tot felgekleurde, ronddraaiende beurskoersen (video-ontwerp: Bram Delafonteyne). De langste twee beeldschermen staan voor de Twin Towers, ten onder gegaan op 11 september 2001, de dag waarop het geopolitieke speelveld voor altijd veranderde. Op een lichtkrant onderaan de speelvloer passeren jaartallen en historische gebeurtenissen, van 1844 tot 2008. Zij geven een tijdsbeeld van de periode waarin de levens van de Lehmans plaatsvinden. Het geluidsdecor beslaat muziek van klezmer en jazz tot Jimi Hendrix.
Failliet
Lehman Trilogy is geen vrijblijvend betoog. Er zit een volgende economische crisis in de lucht, met voorspelbare armoede als gevolg. Cassiers vertelt het verhaal over de opkomst en het failliet van het kapitalisme. Kritiseert hebzucht, de behoefte alles te willen hebben, ten koste van alles en iedereen. Als symbool voor het nemen van onverantwoorde risico’s door geldwolven voert hij een New Yorkse koorddanser op: er komt een moment waarop we, koorddansers, zullen wankelen en voor onze onbezonnenheid moeten boeten. Hebzucht drijft mensen uit elkaar en maakt alles stuk, is de boodschap van deze indrukwekkende en tegelijkertijd geestige voorstelling.
Middeleeuwse uitzichtloosheid
Ottessa Moshfegh neemt niet gauw een blad voor de mond en al helemaal niet in haar nieuwste roman Lapvona. In dit duistere sprookje neemt de Amerikaanse auteur ons mee naar de donkere, donkere middeleeuwen.
In het fictieve dorp Lapvona woont de misvormde Marek samen met zijn vader Jude, die schapenherder is. Hun leven kenmerkt zich door doffe ellende. Zijn het geen plunderende bandieten, of aanhoudende droogte, dan hanteren de twee wel een zweep voor de nodige zelfkastijding. Veel financiële vooruitzichten hebben Marek, Jude en de andere dorpelingen niet. Zonder al te veel protest strijken landheer Villiam en pater Barnabas het gros van de opbrengsten van het primitieve dorp op. Ook Marek stelt zich niet al te veel vragen, totdat het noodlot zijn leven plots een andere wending geeft.
Droogkomisch
Op het eerste gezicht lijkt Lapvona niet meer dan een aaneenschakeling van weerzinwekkende taferelen. Lijken in diverse stadia van ontbinding passeren de revue, om nog maar te zwijgen van het in geuren en kleuren beschreven kannibalisme waartoe de dorpelingen door de droogte worden genoodzaakt.
Ondanks de gruwelijke gebeurtenissen is het moeilijk om Lapvona weg te leggen. Moshfegh bezit de gave om op eender welke setting haar stempel te drukken en de lezer mee te voeren. Net als in haar eerdere romans, waaronder Mijn jaar van rust en kalmte en De dood in haar handen, treffen we ook hier haar onderkoelde gevoel voor humor. Hilarisch zijn de passages waarin pater Barnabas zich probeert te herinneren wat er ook alweer in de Bijbel stond – als ongeletterde moet hij het hebben van vage herinneringen aan zijn opleiding uit een ver verleden.
Doelloosheid
Moshfeghs personages zijn als schaakstukken die worden bewogen door een kleuter – wat zeker geen beschimpende kritiek is. De schrijfster speelt met verwachtingen die uitblijven, ontwikkelingen die volledig aan de personages voorbijgaan en ontknopingen die tot weinig leiden. Geen catharsis, geen conclusie, enkel ploeterende en zelfzuchtige figuren in wisselende juxtaposities.
Hoewel een echt plot ontbreekt, zijn er wel universele thema’s te herleiden. Zoals het tragikomische en willekeurige karakter van het bestaan. Het mag dan uitvergroot en grotesk worden getoond, maar het zijn eigenschappen die het leven ook in de 21e eeuw kenmerken. Het is het talent van Moshfegh om een zwaarmoedige boodschap als deze luchtig te brengen en dat is wat Lapvona ondanks alle smerigheid onweerstaanbaar maakt.
Lapvona
Schrijver: Ottessa Moshfegh (vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman)Uitgever: De bezige bij
Prijs: € 24,99
Bladzijden: 350
ISBN: 9789403182711
Misschien ook iets voor u
Radicaliteit terugkerend thema op festival
/ door: Jeroen Hoenselaar / beeld: Jeroen Hoenselaar 0 SterrenOp het Brainwash festival 2022 gingen filosofen, wetenschappers, schrijvers en theatermakers op zoek naar antwoorden op de grote vragen van vandaag. Rond het Leidseplein in Amsterdam was er een veelheid aan lezingen, discussies en theatervoorstellingen. Het terugkerende thema: radicaliteit. Een thema vatbaar voor brainwash.
Hedendaagse onderwerpen kwamen voor het voetlicht: activisme in ongelijkheid, in gender, in feminisme en in klimaat. Maar ook de invloed van technologie, marktwerking en de politiek op ons bestaan. Over het algemeen kwam er geen positief wereldbeeld naar voren. Niet zo gek in de huidige tijd natuurlijk. Schrijver David van Reybrouck waarschuwde zelfs dat we voor de toekomst rekening moeten houden met rationering en een soberder bestaan. Houd je hart dus maar vast!
Radicaal klimaatactivisme
Activisme – en dat van het klimaat – speelde een grote rol bij het evenement. Van Reybrouck pleitte er bijvoorbeeld voor dat we de toekomst moeten gaan ‘koloniseren’, oftewel een strengere handhaving van de problemen. Bij zijn onderzoek voor de Huizinga lezing kwam hij erachter dat de noordhelft van de wereld overdadig meer schadelijke gassen uitstoot dan de zuidhelft, terwijl het Zuiden veel meer last heeft van de klimaatuitersten. In zijn ogen kan je hierin een vergelijking trekken met de historische kaarten van het kolonialisme; met degene die invloedrijk waren en wie niet.
Concreet gaf hij een aantal oplossingen: Rijke landen moeten betalen voor duurzame antwoorden. Richt een globale burgerraad op die burgers laat meebeslissen over belangrijke onderwerpen. Richt een emissierechtenbetalingssysteem op dat de uitstoot laat afnemen. En wees radicaal, want eigenlijk had de verandering gisteren al plaats moeten vinden.
Radicaliteit kan voor klimaatwetenschapper en politiek activist Andreas Malm zelfs niet ver genoeg gaan: hij betoogde bij zijn talk ‘How to fight in a world on fire’ om niet te kiezen voor de vastlijm- en soepsmijtacties van activisten, maar te richten op zaken die er meer toe doen. Blaas bijvoorbeeld een oliepijplijn of een benzinepomp op. Malm vindt dat je je mikpunten beter moet uitkiezen, anders verlies je het doel uit ogen. Zijn uitgangspunt is logisch te verklaren maar het laat je wel balanceren op de grens van activisme en extremisme. En het is de vraag of je die scheidslijn wilt passeren.
De radicale filosoof Timothy Morton ambieert eerder verandering in gedachtengoed. Hij verhoogt ecologie zelfs tot een religie. Zijn theorieën schuren tegen de esoterie aan en hebben een aparte mix van mindfulness en punkrock. Hij praat over hyber-objects; objecten die zo wijdverspreid verdeeld in tijd en ruimte zijn dat ze ‘het lokale’ overstijgen, zoals klimaatverandering en radioactief plutonium. Volgens Morton worden hyperobjecten niet alleen zichtbaar bij een tijdperk van ecologische crises, maar waarschuwen ze ook voor de ecologische dilemma’s die het tijdperk bepalen. Jammer dat zijn gesprek verzandde in lege frases en de zoektocht naar een ‘soundtrack’ van onze tijd met onnodige muzikale intermezzo’s.
Is technologie de oplossing?
Technologie is actueler dan ooit. Zo ook op het festival. Hoe verhoudt content moderatie van Twitter zich bijvoorbeeld tot de vrijheid van meningsuiting? Wat is onze relatie tot de realiteit en de metaverse? En kunnen we nog zelfbeschikking hebben in tijden van algoritmes? Volgens filosoof Miriam Rasch kan dat laatste wel. In haar ogen zijn de algoritmes niet almachtig, zoals bijvoorbeeld in de documentaire ‘The Social Dilemma’ wordt verkondigd. Zij zegt dat er niemand ‘achter de knoppen’ zit die onze autonomie doet opgeven. Haar oplossing ligt in wat schrijver Marian Donner ‘de grote weigering’ noemt; het niet meer gebruiken van sociale media. De vraag is natuurlijk of dit een reële oplossing is, aangezien algoritmes niettemin een enorme invloed op onze gesteldheid en gedrag hebben. En de mens best een gewoontedier te noemen is. Toch, meningsverschillen mogen er zijn, ook op dit festival.
Technologie kan de oplossing zijn voor onze klimaat- en politieke problemen, zegt blockchain- en crypto-ondernemer Kevin Owocki. In zijn ogen kan crypto zelfs de planeet redden. Hij is uitvinder van Gitcoin, een platform voor open source softwareontwikkeling. Zijn geloof: dankzij de crypto-economie kunnen we een nieuwe wereld bouwen waarin niet geld maar het welzijn van de mens en planeet centraal staat, met de hoofdfocus voor circulariteit. Hij biedt voornamelijk nog een technische blik waar weinig iets van zullen snappen, zoals NFT’s, stablecoins of de toekomstpotentie voor de financiële markt van web3. Daarnaast is het de vraag of crypto echt de oplossing is, aangezien de energie uitstoot van mining-datacentra nog flink de pan uitrijst.
Economie en politiek
Econoom Barbara Baarsma ging in discussie met politicoloog Daniel Mügge in ‘Onze obsessie met groei’. Zij verschilden van mening over het feit dat Baarsma ervoor pleitte om economische groei uit het verdomhoekje te halen en te focussen op ‘groene groei’; groeien binnen ecologische grenzen. Zonder groei kun je, in haar ogen, niks financieren. Mügge wil er juist van af dat alles langs de maatstaven van cijfers – zoals die van de BBP – gelegd wordt. De politiek gaat zo shoppen voor andere of betere alternatieven en kiest dan geregeld minder lucratief. Met kortetermijndenken tot gevolg.
Op dat principe werd ook afgegeven in het gesprek ‘De boer is boos’ met denkers Ad Verbrugge en Gabriël van den Brink. Volgens hen komt de wrevel bij de boeren door het kortetermijndenken van de politiek. Te lang zijn uitstootproblemen voor ons uitgeschoven en daar is de boer nu de dupe van. ‘Hij’ wordt daarnaast op meerdere vlakken aangetast in zijn hele identiteit maar tevens ook in zijn portemonnee door het opgekomen consumentisme. Een kat in het nauw maakt gekke sprongen, zeggen de gespreksdeelnemers. Pas als de politiek verandert, zullen we een ommekeer zien. Ze verwachten dan ook veel meer protesten en ondeugdelijk gedrag.
Ook al staan we als maatschappij negatief tegenover dit soort gedrag, we moeten het niet uitbannen, vindt filosoof Mandi Astola. Een rotte appel in een mand hoeft niet altijd alle appels aan te tasten. Ons maatschappelijk collectief is er bij gebaat en kan zichzelf zo ijken in haar mening. Ook rare, opruiende uitspraken van een politicus zijn dus niet negatief. Ondeugden en deugden zijn even belangrijk, zegt ze. Zo achterhalen we wat we echt betekenisvol vinden en komen we erachter wat we als goede deugden zien.
Het Brainwash festival kan misschien wel zo samengevat worden: als een collectiviteit voor het ijken van onze deugden. Ook al werd er niet gehakt met spaanders, het bijschaven is net zo belangrijk – pas na polijsten krijgt een sculptuur haar ware schoonheid.
Brainwash festival vond plaats op 30 oktober 2022. Er zijn filmopnames gemaakt bij De Balie en door omroep HUMAN. Via hun kanalen zijn die terug te kijken.
Misschien ook iets voor u
8WEEKLY Playlist: Eerste Hulp bij Keuzestress
/ door: Malin Hollaar0 SterrenHet einde van 2022 komt al voorzichtig in zicht en dat betekent dat het alweer bijna tijd is om te stemmen voor de Top2000. Het zal dus ook niet lang duren en de discussies over welk nummer op de eerste plek thuishoort zullen ook weer losbarsten. Wordt het alwéér Queen met Bohemian Rhapsody, of zullen de Eagles met Hotel California ze dit jaar van de troon stoten? Kiezen wat het ‘beste nummer allertijden’ is, is ook best een lastige opgave. 8WEEKLY biedt je graag wat ondersteuning hierbij aan, daarom hebben onze redactieleden enkele van hun favoriete nummers allertijden én hun favorieten uit 2022 op een rijtje gezet.
Op reis door de verhalen van Nick Cave
De naam van Nick Cave komt naar voren op meer dan één lijst, zowel Joost als Sanne zijn duidelijk fan van de artiest. Cave draait al meerdere decennia mee als succesvolle artiest die vooral live een uniek fenomeen schijnt te zijn. Sanne vertelt hierover dat Cave keer op keer het voor elkaar krijgt om zijn gehele publiek, tot aan de allerlaatste rij, muisstil te krijgen. Cave is een verhalenverteller die elke keer in een spanne van enkele minuten een complete wereld weet te scheppen waar de toeschouwer in wordt opgeslokt. Sanne kiest voor het nummer ‘Hollywood’, een van de langere nummers uit het oeuvre van Cave en ze raadt je aan om er eens goed voor te gaan zitten, niks anders te doen en je 14 minuten lang te laten onderdompelen in dit lied. Misschien is het geen toeval dat het nummer ‘Hollywood’ heet, want wanneer je het luistert heb je het gevoel je daadwerkelijk in een film te bevinden. Sanne is dan ook verwonderd hoe het kan dat Nick Cave vrijwel nooit de Top2000 haalt. Kortom, tijd om te genieten van Nick Cave en daar dit jaar verandering in te brengen!
Keuzestress vanwege The Doors
Een andere gedeelde favoriet van de 8WEEKLY redactie zijn The Doors. Marcel en Sanne zijn allebei enthousiast over deze band. Marcels voorkeur gaat uit naar het nummer ‘The End’ en omschrijft dat dit nummer zo mooi is door de prachtige wisselwerking tussen het Apollinische en het Dionysische, terwijl het nummer verder ook heerlijk Freudiaans is. Sanne kan maar lastig kiezen wat haar favoriet van The Doors is en vindt naast ‘The End’ het nummer ‘You Make Me Real’ prachtig. Ze zou dan ook graag met een tijdmachine terugreizen om Jim Morrison live te zien optreden, zeker met dit echte liefdesliedje.
Invloed van de theater- en filmwereld
Naast deze gedeelde favorieten zien we ook de invloed vanuit de theater- en filmwereld terugkomen in de lijsten van onze redactieleden. Zo gaat de voorkeur van Jorien uit naar ‘Laat Me’ in de uitvoering van Maarten Heijmans, een nummer dat hij coverde in de tv-serie Ramses. Els heeft een van haar favorieten in het theater leren kennen. Tom Waits zijn ‘Waltzing Mathilde’ zag zij bij een Shakespeare-voorstelling en daar is ze enorm van gaan houden. Ook in Judith’s voorkeur is de invloed van zowel theater- als film terug te zien in het nummer ‘Strangers Like Me’ van Phil Collins, een nummer uit de indrukwekkende soundtrack van Tarzan.
Ben je benieuwd naar de volledige lijst met favorieten van Jeroen, Jorien, Els, Judith, Joost, Karen, Marcel, Sanne, Vick en Malin? Het volledige overzicht is hieronder te lezen en te beluisteren in de nieuwste playlist!
De playlist van november
Jeroen (Kunst, Film)
Uit 2022: Colter Wall – Let’s All Help The Cowboys (Sing the Blues)
Jorien (Theater, Muziek)
Uit 2022: Rammstein – Zeit, Falling in Reverse – Zombified, Motionless in White – Masterpiece, Floor Jansen – Fire, Skillet – Surviving The Game
Els (Muziek, Kunst, Boeken en Film)
Uit 2022: Nynke Laverman – Your Ancestor
*staat niet op Spotify, in de playlist te vinden in de uitvoering van Frank Blueka
Judith (Theater)
Uit 2022: Florence + The Machine – Free
Joost (Muziek, Boeken en Kunst)
Uit 2022: Lady Blackbird – Five Feet Tall, Angel Olsen – All The Good Times, The Slow Show – Blinking
Karen (Eindredactie)
Uit 2022: Anna Rune – The Secret
Marcel (Muziek)
Uit 2022: Bill Callahan – Coyotes
Sanne (Film, Podcast)
Uit 2022: Red Hot Chilli Peppers – Black Summer, Channel Tres – Just Can’t Get Enough
Malin (Muziek, Eindredactie)
Uit 2022: S10, Froukje – Nooit Meer Spijt, 5 Seconds of Summer – BLENDER, Stromae – Fils de joie, Eddie Vedder – Brother the Cloud
Vick (Podcast)
Uit 2022: Glass Animals – Heat Wave
Misschien ook iets voor u
Een roversdochter die zich recht naar de kern baant
De Noorse Ingvild Rishøi schreef met Stargate een ontroerende kerstvertelling over de (des)illusies van leven met een alcoholverslaafde vader. Wie nog een eindejaarscadeau zoekt om het bevroren hart van een aangetrouwd familielid te ontdooien, is met Stargate van succes verzekerd.
Rishøis boek valt moeilijk eer aan te doen in een samenvatting. De combinatie van de ondertitel (‘Een kerstvertelling’) met de ingrediënten ‘kinderperspectief’, ‘overleden moeder’ en ‘alcoholistische vader’ roept de zwaarte en kleverigheid op van eendimensionale tranentrekkerij. Het verhaal is echter allesbehalve zwaar en kleverig. Het zet zich zelfs expliciet af tegen de door het kapitalisme ingelijfde vermarkting van zielige kindertjes en twinkelende lichtjes.
Twee moederloze kinderen en een alcoholist
De lezer volgt een periode uit het leven van twee zusjes die zich grotendeels ouderloos een weg door het leven moeten banen. Of zoals zus Melissa, zestien jaar, het treffend verwoordt wanneer ze telefonisch de gezinssituatie omschrijft aan een schuldeiser: “hallo, we zijn twee moederloze kinderen en een alcoholist, kunt u ons twee weken uitstel geven?”
Het is precies die combinatie van vroeg volwassen verantwoordelijkheid en kinderlijke directheid die de zusjes tot ontwapenende personages maakt. Waar Melissa, onder meer Millitia gekoosnaamd, de harde realiteit vertegenwoordigt, worstelt de tienjarige Ronja volop met haar neiging om te hopen tegen beter weten in. We volgen het verhaal vanuit Ronja’s hardnekkig dromerige standpunt. Zo weet ze bijvoorbeeld wel dat haar vader niet in de zaal zal zitten bij de jaarlijkse schoolvoorstelling op Luciadag. En toch dwalen haar ogen steeds opnieuw de zaal in. “Want je kan altijd te laat komen. Je kan opeens wakker zijn geschrokken, het briefje op de koelkast hebben gezien en de hele weg naar school hebben gerend”.
Overweldigend is dan ook de ontroering wanneer Ronja in de zaal niet haar vader, maar de norse buurman ziet zitten, die om zes uur die ochtend urenlang haar Luciajurk voor haar uit de plooi streek. Wanneer Rishøi in deze context een zeldzame metafoor gebruikt om de buurman met een vuurtoren te vergelijken, blijft die dan ook bij. De boze buur wordt een baken voor een eenzaam kind dat niet op wonderen moet hopen.
Geen Disney-sprookje
Rishøi schrijft haar verhaal in de licht bevreemdende stijl waar de Noren een patent op lijken te hebben. Tegelijkertijd blijft de vertelstem dankzij een uitgepuurde woordenschat steeds geloofwaardig; de keet waar Melissa werkt wordt consequent ‘de keet’ genoemd, zoals kinderen hun universum opbouwen met de woorden die ze ter beschikking hebben. In de ritmisch kloppende afwisseling van korte en lange zinnen (hulde voor de vertaalster!) staat nergens een woord te veel.
Het is omwille van die stijl dan ook moeilijk niet het halve boek te citeren. Nog één korte passage van de dag van de schoolvoorstelling: “Maar toen werd het middag. En de wereld was gewoon de wereld, met de stoep en de klimrekken en de ouders die peperkoekjes meebrachten in een trommel. Het helpt niet om een Luciajurk aan te trekken in plaats van een t-shirt. Het helpt niet dat de juf rondloopt en slingers op hoofden legt en zegt zo ben je mooi.”
Pleidooi voor een Stargate-leesclub
Ronja is zich reeds op tienjarige leeftijd bewust van de hoop die haar vader voortdurend de das om blijft doen. Meer droom dan daad neemt hij zich volgens een terugkerend patroon voor om te stoppen met drinken. Om vervolgens met het vallen van de bladeren weer te beginnen. Het einde van dit verhaal is dan ook niet bepaald Disney-proof. Gezien hun vader niet kan of wil veranderen, trekken Ronja en Melissa op de nacht dat storm Gudrun door het land blaast het bos in, naar hun oude, in herinnering geromantiseerde vakantiehuisje. Of is dit de laatste koortsdroom van twee weggelopen kinderen die de ijskoude nacht doorbrengen onder de kerstboom waar ze jarenlang op wachtten?
Rishøi heeft slechts honderdvijftig bladzijden nodig om memorabele en diepmenselijke personages te scheppen die rechtstreeks naar het hart gaan. Haar boek had kunnen uitgroeien tot een zoveelste lijvige familieroman, maar de kracht ervan zit net in de beperking. Gebald zonder ergens overhaast te zijn, haakt het verhaal van Ronja en Melissa zich vast in het hoofd van de lezer. Dit boek verdient een leesclub die de stijl, de symboliek en de inhoudelijke gelaagdheid van het boek grondig nabespreekt.
Stargate
Schrijver: Ingvild H. RishøiUitgever: Koppernik
Prijs: € 22,50
Bladzijden: 150
ISBN: 9789083262123
Misschien ook iets voor u
Vergeten stemmen
Ze is een van de meest inspirerende en invloedrijke vrouwen ter wereld. Zarifa Ghafari maakt diepe indruk met haar autobiografie Zarifa – De strijd van een vrouw in een mannenwereld. In haar boek beschrijft ze niet alleen haar eigen gevecht voor vrijheid, maar spreekt ze ook voor de vrouwen uit haar gemeenschap. Als eerste vrouwelijke burgemeester van Afghanistan zette zij zich in voor gelijke rechten in haar land. Een zware taak die zij al meerdere malen bijna met de dood heeft moeten bekopen. Wat kunnen wij als westerlingen van haar leren?
Wanneer Zarifa Ghafari (Pashto, 1992) slechts vier jaar oud is, doet de Taliban zijn intrede in het land. Vanaf dat moment verandert haar leven radicaal. Ze mag niet meer naar school en moet verplicht een boerka dragen. Toch gaat ze stiekem naar school in een kelder en blijft dit volhouden ondanks de afkeurende blikken van haar ouders. Ze heeft maar één doel en dat is naar school gaan. Als de Taliban in 2001 worden verdreven, grijpt zij haar kans en vertrekt voor een studie Bedrijfseconomie naar India. Daar gaat er een wereld voor haar open.
De liefde voor haar land
De liefde die Zarifa voelt voor Afghanistan is in elke letter voelbaar. Ondanks alle ellende die zich in haar land afspeelt, is ze enorm begaan met de mensen. Na haar afstuderen werkt ze een tijdje als docent Wiskunde en Engels. Ook zet ze haar eigen radiostation op om Afghaanse vrouwen op het platteland een stem te geven. “Dit was iets dat gedaan moest worden voor mijn land. Ik voel me op mijn sterkst als ik met vrouwen praat, luister naar hun problemen en meeleef met hun pijn.” Zarifa’s moed en strijdlust zijn een inspiratie voor mensen wereldwijd. De enigen die niet op haar zitten te wachten zijn de Taliban die in 2021 opnieuw de macht grijpen. Inmiddels is Zarifa dan al twee jaar burgemeester van Maiden Shahr, de hoofdstad van de provincie Wardak. Noodgedwongen verlaat ze haar geliefde land en duikt onder in Duitsland.
Onrecht
Zarifa’s verhaal gaat je niet in de koude kleren zitten. Voor iemand die in Nederland is opgegroeid klinkt haar verhaal misschien wat onwerkelijk, als van een andere planeet. Toch zijn de gebeurtenissen uit dit boek waargebeurd en snijden een belangrijk onderwerp aan. Ook krijg je een helder beeld van wat er zich op de straten van Afghanistan moet hebben afgespeeld tijdens de machtsovername van de Taliban. Er worden bizarre horrorscenario’s geschetst en dan is er nog die allesoverheersende angst die met geen woorden te beschrijven is. Dit boek zou tevens heel goed kunnen passen in het onderwijs. Zo zou je als docent bepaalde stellingen of issues met je klas kunnen bespreken. Denk aan: onderwijs voor meisjes, het boerkaverbod of vrijheid van meningsuiting.
Een geslaagde samenwerking
Voor de verdere uitwerking van haar boek zocht Zarifa de samenwerking op met de Britse journalist Hannah Lucinda Smith. Zij is al langere tijd Midden-Oostencorrespondent voor The Times en schreef ook de bekroonde biografie van Erdogan. De twee zijn er samen in geslaagd om een prachtige bundeling van familieverhalen te schrijven. Want Zarifa’s verhaal is ook dat van haar moeder, haar nichtjes en haar oma. Als lezer word je je daar naarmate het verhaal vordert steeds bewuster van. Het is dus niet alleen Zarifa’s levensverhaal dat verteld wordt, maar je voelt ook de pijn en frustraties van de generaties voor haar. Toch is dat niet hetgeen wat je bijblijft na het lezen van haar boek: het is vooral de liefde die zij voelt voor haar land. De hartstocht waarmee zij te werk gaat, en de onuitputtelijke kracht waarmee zij zich inzet voor de vrouwen daar.
Er zijn zoveel conflicten in de wereld die onze aandacht vragen: Oekraïne, Libanon, Syrië. Afghanistan kent al zo lang strijd, dat het soms vergeten wordt. Met dit boek brengt Zarifa haar land weer onder de aandacht. Ze laat zien hoe het was om op te groeien in een door de Taliban geteisterd land en beschrijft daarmee de turbulente geschiedenis van Afghanistan. Ook is haar nieuwe Netflix documentaire In Her Hands een absolute aanrader voor eenieder die geïnteresseerd is in de rol die ze gespeeld heeft als burgemeester tussen 2019 en 2021. Kortom: een indrukwekkend memoir van een indrukwekkende jonge vrouw.
Zarifa - De strijd van een vrouw in een mannenwereld
Schrijver: Zarifa GhafariUitgever: Alfabet
Prijs: 22,99
Bladzijden: 270
ISBN: 9789021341569
Misschien ook iets voor u
Gewaagde setlist heeft voors en tegens
Je neemt een zeker risico als je een setlist niet opbouwt rond je ‘greatest hits’ maar rond pas uitgebracht werk dat het publiek nog nauwelijks kent. De Tedeschi Trucks Band durft zich hier wel aan te wagen op de huidige Europese tour. In Rotterdam verzorgden ze een prachtig optreden, maar het publiek kregen ze er niet snel mee op de stoelen.
De 12-koppige Tedeschi Trucks Band (TTB) heeft als thuisbasis Jacksonville, de kuststad in het bovenste puntje van Florida. Inderdaad, de stad die bekend staat als geboorteplaats van de Southern rock, met illustere telgen als de Allman Brothers Band en Lynyrd Skynyrd. Denk aan lange jams en een gevarieerde mix van zuidelijke muziekstijlen als rock, blues, country, gospel en soul. Southern rock is ook precies wat de Tedeschi Trucks Band tot in de puntjes beheerst. Vooral live heeft de groep – met als spil het echtpaar Derek Trucks en Susan Tedeschi – een ijzersterke reputatie. Dit najaar touren de rasmusici door Europa en op 30 oktober deden ze Rotterdam aan (de RTM-stage in de Ahoy). Hun setlist is elke keer een verrassing, maar vooraf was wel duidelijk dat ze vooral veel nummers van het pas verschenen vierluik I am the moon zouden spelen. En zo geschiedde.
Klassiek thema in modern jasje
Het eerste deel van het optreden stond vrijwel geheel in het teken van deze meest recente release. Bron van inspiratie voor de 24 nummers van I am the moon was een oud Perzisch liefdesverhaal uit de twaalfde eeuw, genaamd Layla en Majnun. Het epische gedicht gaat over twee geliefden die noodgedwongen gescheiden van elkaar leven maar tot het eind van elkaar blijven dromen. De associatie met de coronatijd, met alle bijkomende gevoelens van isolement en scheiding, leverde de band meer dan genoeg ideeën op voor een moderne muzikale vertaling van dit klassieke thema. In Rotterdam bracht de band zeven lange nummers van het vierluik ten gehore, met als hoogtepunten Playing with my Emotions, de fraaie titelsong I am the Moon en het instrumentale Pasaquan. Het laatste nummer liet weer zien (horen) wat voor een virtuoze (slide-)gitarist Derek Trucks is. Ook het ingevoegde ‘duel’ tussen beide drummers was ronduit indrukwekkend.
Vooraan was het geluid in de RTM-stage van Ahoy ongekend goed. Van de uithalen van de drie blazers (trombone, trompet en saxofoon) tot alle keyboardklanken van Gabe Dixon; je kon er zelfs de kleinste details en nuances onderscheiden. Een band van deze omvang mag zich daar gelukkig mee prijzen, en het publiek natuurlijk helemaal. Muzikaal was het genieten van bijna twee en een half uur onversneden TTB-rock door een collectief dat uitstekend op elkaar is ingespeeld.
Superieure frontvrouw
Om één bandlid uit te lichten lijkt dan misschien wat onrechtvaardig, maar Susan Tedeschi is niet voor niets de frontvrouw van het gezelschap. Haar soulvolle stem kun je gerust het mooiste instrument van de Tedeschi Trucks Band noemen, al moet je haar gitaarwerk ook beslist niet onderschatten. Met name in de tweede helft van het programma stal ze de show met een aantal schitterende uitvoeringen. Uit haar vroegere solowerk trakteerde ze de bezoekers bijvoorbeeld op het bluesy Just Won’t Burn, inclusief fraaie solo op de Telecaster. De klassieker Angel from Montgomery speelde ze met minimale begeleiding en daar ontbrak helemaal niks aan. En ook met de verrassende cover van Sign of the times (Harry Styles!) pakte ze vocaal geweldig uit.
Dat er in de tweede helft meer ruimte voor ouder en bekender werk was, deed het publiek merkbaar plezier. De respons vanuit de zaal was zeker in het begin nogal lauw. Wat meer communicatie vanaf het podium en een minder avontuurlijke setlist hadden dit misschien kunnen voorkomen. Maar aan de andere kant, zo gauw het een ‘u vraagt, wij draaien’ show wordt, is de creativiteit vaak al ver te zoeken. Dat de Tedeschi Trucks Band vooral voor het laatste koos, bleek weer eens zijn voors en tegens te hebben. Hoe nieuw werk wordt ontvangen is – zeker live – vaak afwachten. Misschien wordt pas over tien jaar vol trots verteld: ‘Ik was bij de première!’ Maar dan is de Tedeschi Trucks Band ook al weer een decennium verder.
Tedeschi Trucks Band
Album: I am the moonPrijs: 59,96
Aantal tracks: 24
Gezien op zondag 30 oktober 2022 in RTM-stage Rotterdam Ahoy, Rotterdam
Link: Tedeschi Trucks Band
Misschien ook iets voor u
Hebzucht maakt alles stuk
Eens in de zoveel jaar staat bij de firma Lehman de pot met gele verf weer op de stoep: dan moet de naam worden veranderd omdat er een broer bij komt in de zaak, of omdat hun handel verandert. Anderhalve eeuw lang stond de naam ‘Lehman’ in de Verenigde Staten voor succesvol ondernemen. Regisseur Guy Cassiers maakte van dat familie-epos met het ITA-Ensemble de wervelende, fascinerende Lehman Trilogy.
Telkens als een van de Lehmans ‘een licht briesje langs het oor’ voelt, valt hem iets in, heeft hij een creatief inzicht. Zonder die invallen geen Lehman Brothers: elk nieuw inzicht betekent een lucratieve koerswijziging in het familiebedrijf. En nieuw product, een andere aanpak. Geen wonder dat de Lehmans zo langdurig de dienst uitmaakten, zo puissant rijk werden.
Hier te landen kennen we de naam ‘Lehman Brothers’ vooral van het begin van de jongste economische crisis. Die begon in september 2008. Toen ging de New Yorkse zakenbank van die naam failliet, al overleed de laatste echte Lehman al in 1969.
Hayum Lehmann
Een boeiend gegeven om in te duiken: wie zijn die Lehmans eigenlijk, welk verhaal zit er achter, en wat gaat er mis?
De Lehmans zijn van oorsprong Duitse Joden, afkomstig uit Beieren. De oudste, Hayum Lehmann, veramerikaanst tot ‘Henry Lehman’, zet in 1844 voet aan wal in Amerika. Later gevolgd door zijn broers Emanuel en Mayer. Ze bekwamen zich in Alabama in de katoenhandel, die drijft op arbeid door tot slaaf gemaakten. Wanneer de handel in Alabama vanwege de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) teloor gaat, verkast de familie naar New York. Daar gaan ze aanvankelijk op de beurs handelen, om vervolgens bankiers te worden die tot diep in de twintigste eeuw succesvol zijn.
De Italiaanse schrijver Stefano Massini bewerkte het familieverhaal tot gehistoriseerde fictie, waarin hij alle betrokkenen een stem geeft, woorden in de mond legt. Regisseur Cassiers gebruikt dat boek als basis voor een voorstelling die uiteenvalt in drie delen die elk een uur duren: Lehman Trilogy.
Trefzeker
Zes acteurs, drie mannen en drie vrouwen, spelen alle rollen, alles bij elkaar zo’n twee dozijn. Allen spelen zowel mannen- als vrouwenrollen. Chris Nietvelt bijt het spits af als Henry Lehman die verwachtingsvol maar op van de zenuwen in Amerika landt: ‘stijf als een lantaarnpaal’.
Cassiers laat zijn acteurs heen en weer springen van de ‘ik’-vorm tijdens monologen en dialogen, naar de ‘hij/zij’-vorm, waarin de acteurs vertellen wat het personage dat ze spelen denkt, doet en overkomt. Cassiers grijpt zijn publiek vanaf die eerste opkomst van Nietvelt bij de strot en laat het drie delen lang niet meer los in een voorstelling die voortdendert, spannend is, geestig, cynisch – en van tijd tot tijd meelijwekkend.
Hij houdt zijn acteurs strak aan de teugels: trefzeker en doelbewust. Wanneer een acteur een volgend personage moet neerzetten, veranderen er kleine dingen aan kleding, aan stemgebruik, aan lichaamstaal. Hij laat de acteurs zich bedienen van een mengelmoes van acteerstijlen, van volkomen naturel tot slapstick tot dansend spelen. Grote gebaren mijdt hij, de acteurs bedienen zich veelal van een soort betekenisdragende bewegingen, zonder dat het nadrukkelijk wordt.
Geloofwaardig
Op een of twee (te) snelle wisselingen na, is altijd duidelijk welk personage Cassiers nu weer naar voren schuift en met welke intentie. Acteurs dragen verknipte overjassen waarmee ze steile mannen verbeelden, bloesjes met pofmouwen waarmee ze schattige meisjes tot uitdrukking brengen. In de loop van de voorstelling veranderen de kleren van negentiende-eeuws zwart naar steeds uitbundiger, kleurrijk 21e-eeuws (kostuums: Devastator).
Chris Nietvelt is zes personages lang helder, snel, grappig, geloofwaardig; zo nodig onuitstaanbaar en beklagenswaardig. Gijs Scholten van Aschat is met pofmouwtjes om de bescheiden over elkaar geslagen armen, plus een enkel hoofdgebaar een huwbaar meisje. Met grote stappen en kleine, trefzekere gebaren zet Scholten van Aschat de gehaaide twintigste-eeuwse Philip neer: de personificatie van de nieuwe hebzucht. Maria Kraakman speelt de betweterige broer Emanuel bokkig als een onuitstaanbare ruziezoeker. En ze is de lompe patjepeeër Pete Peterson, de laatste bankier die de bank nog gauw alle mogelijke poten uitdraait voor de ondergang in 2008.
Geestig
Jesse Mensah is als jongste broer Mayer de eerlijke, naïeve loser die over zich heen laat lopen, maar die zijn kibbelende broers ook uit elkaar houdt. Aus Greidanus jr. speelt een palet van – voornamelijk – onhandige figuren; geestig, wereldvreemd. Vooral Robert Lehman, de laatste telg, die eigenlijk meer heeft met kunst en paarden dan met bankieren, zet Greidanus prettig onhandig, dandyachtig, verbluft neer. Hélène Devos speelt in die kluwen van graaiers een verontwaardigde neef Herbert, een democratische politicus en de enige die meer op heeft met burgers dan met bankiers.
Meer dan een handvol meubels hebben de acteurs niet tot hun beschikking. (Scenografie: Guy Cassiers en Bram Delafoneyne). Aan een lange glazen tafel legt Philip (Scholten van Aschat) aan zijn wereldvreemde zoon Robert (Greidanus) in een Poetin-achtige manipulatieve scène uit hoe je zo veel mogelijk mensen financieel onder druk kunt zetten.
De achterwand wordt ingenomen door vijf projectieschermen, symbolische wolkenkrabbers, waarop van alles wordt geprojecteerd van serene katoenvelden tot felgekleurde, ronddraaiende beurskoersen (video-ontwerp: Bram Delafonteyne). De langste twee beeldschermen staan voor de Twin Towers, ten onder gegaan op 11 september 2001, de dag waarop het geopolitieke speelveld voor altijd veranderde. Op een lichtkrant onderaan de speelvloer passeren jaartallen en historische gebeurtenissen, van 1844 tot 2008. Zij geven een tijdsbeeld van de periode waarin de levens van de Lehmans plaatsvinden. Het geluidsdecor beslaat muziek van klezmer en jazz tot Jimi Hendrix.
Failliet
Lehman Trilogy is geen vrijblijvend betoog. Er zit een volgende economische crisis in de lucht, met voorspelbare armoede als gevolg. Cassiers vertelt het verhaal over de opkomst en het failliet van het kapitalisme. Kritiseert hebzucht, de behoefte alles te willen hebben, ten koste van alles en iedereen. Als symbool voor het nemen van onverantwoorde risico’s door geldwolven voert hij een New Yorkse koorddanser op: er komt een moment waarop we, koorddansers, zullen wankelen en voor onze onbezonnenheid moeten boeten. Hebzucht drijft mensen uit elkaar en maakt alles stuk, is de boodschap van deze indrukwekkende en tegelijkertijd geestige voorstelling.
Lehman Trilogy - ITA-Ensemble
Regie: Guy CassiersArtiest: Hélène Devos, Aus Greidanus jr, Maria Kraakman, Jesse Mensah, Chris Nietvelt, Gijs Scholten van Aschat
Gezien op zondag 30 oktober 2022 in ITA, Amsterdam
Nog te zien tot vrijdag 23 december 2022
Misschien ook iets voor u
Wandelen met de wáre Robert Walser
Na een moeizame schrijverscarrière werd de Zwitser Robert Walser (1878-1956) in 1929 op aandrang van zijn zuster opgenomen in een psychiatrische kliniek, en na verergering van zijn toestand vier jaar later onder dwang in een inrichting. ‘Hier ben ik niet om te schrijven, maar om gek te zijn.’ Weer vier jaar later kreeg de zestien jaar jongere Carl Seelig het gedaan om tot kerst 1955 geregeld voettochten met hem te ondernemen.
Zelf kwam Walser, obsessief wandelaar, in 1917 uit met de novelle Der Spaziergang. Maar te verkiezen is het pas vertaalde Wandelingen met Walser uit 1977, en wel omdat hij 44 tochten deelt met een geestverwant die hem steeds meer aan de praat weet te krijgen. Bijzonder, omdat Walser een meester in het zwijgen was, niet bijster uit op contacten, ongewoon wantrouwig als hij was.
Rumoerloos
Het proza van Walser is geen allemans thee. Jakob von Gunten gaat terecht door voor zijn beste roman (vertaald door Jeroen Brouwers). Na zijn herontdekking in de jaren 70 is veel van hem herdrukt en vertaald. De schrijver gaat goeddeels schuil achter observaties van zaken waar anderen weinig aandacht voor hebben, rumoerloze alledaagsheden. Dat levert meer verinnerlijkt proza op dan uitgewerkte personages. Je leert Walser kennen in zijn isolement van schijnbare harmonie, in een wereld waarin hij weerloos, eenzaam en vertwijfeld was.
Al wandelend naderen we dankzij tussenpersoon Seelig, zijn enige vriend, Walser zelf als nooit tevoren. De lezer lijkt persoonlijk mee te wandelen, deelt in de rust van Walsers blik op de wereld. De landschappen van dalen, heuvels en bergen, van stadjes en dorpen zijn door Seelig beeldend en in korte streken neergezet. ‘Gemzen, herten en reeën doemen als sprookjesfiguren op uit de dikke nevel van een schemerig bos.’ Walser geeft na een tocht steeds vaker te kennen ervan genoten te hebben, ook van de sigaren, het bier, de vermouth en de maaltijden, hoewel er ook in Zwitserland in oorlogstijd aan van alles tekort is.
Zo anders
Ondanks zijn kribbigheden raak je hoe langer hoe meer op hem gesteld, juist omdat hij op zijn authentieke manier zo anders is. In een tuin wordt hij nerveus van een paar zonnige plekken die op de tafel dansen. ‘Laten we liever naar de schaduw verhuizen.’ Hij bewondert een ontbloot dijbeen van een fietsend meisje: ‘Net een gedicht.’ Er haastig aan toevoegend: ‘Zonder dat je daarbij aan iets achterbaks hoeft te denken.’
Verrassend is zijn niet geringe kennis van de toenmalige Europese literatuur. De naam Gottfried Keller valt geregeld, Walser citeert van het begin tot het eind diens ‘Es wandert eine schöne Sage’. Het zinde hem niet dat de literatuur na de Eerste Wereldoorlog een giftig-venijnig, hatelijk karakter had aangenomen.
Pure sneeuw
De laatste wandeling begint Walser op 25 december 1956 ’s middags in zijn eentje. ‘Sneeuw, pure sneeuw, zover als je oog reikt,’ stelt Seelig zich voor. Waarschijnlijk te haastig bestijgt de hartpatiënt de Rosenberg, daalt daarna steil af naar een klein dal. Hij valt op zijn rug… en sterft. Twee schooljongens vinden hem. In zijn borstzakje zitten aan hem geadresseerde brieven en een ansichtkaart: Robert Walser.
Wandelingen met Walser
Schrijver: Carl SeeligUitgever: Koppernik
Prijs: 21,50
Bladzijden: 160
ISBN: 9789083237046
Misschien ook iets voor u
De ware identiteit van de kinderen blijft geheim. Een verhaal over Iran.
Op 21 oktober 2022 speelde de voorstelling Songs for no one van Nastaran Razawi Khorasani in Amsterdam bij Podium Mozaïek. Een heel leuk theater met goede atmosfeer voor diepgaande voor/nagesprekken over de voorstelling.
Makende speler Nastaran Razawi Khorasani biedt tijdens de voorstelling een podium aan twee kinderen uit Iran. Een jongen en een meisje van respectievelijk 13 en 11 jaar. Wegens de aard van de gesprekken moeten hun ware identiteiten geheim blijven. Door middel van telefonische interviews vraagt Nastaran hen hoe het is om jong te zijn in een Islamitische dictatuur. Zo vertellen de kinderen het publiek hoe zij hun leven in Iran ervaren. Wat ze vertellen is soms diepzinnig, soms aandoenlijk door de kinderlijke oprechtheid. Het 13-jarige jongetje zingt een Amerikaans nummer waarbij hij zichzelf censureert door alle alcohol, drugs en seks gerelateerde woorden niet uit te spreken. Toen Nastaran hem vroeg waarom hij dat deed, vertelt hij dat hij niet wist of in Nederland dergelijke woorden in het theater gezegd mochten worden. Nastaran stelt hem gerust, hij hoeft zich daar niet druk over te maken. De gedachte is mooi dat in Nederland niemand zichzelf op die manier hoeft te censureren. En dat is nogal wat, alles mogen zeggen en doen. Nastaran viert die vrijheid door in haar onderbroek zichzelf te verven terwijl ze een maatschappijkritisch nummer zingt. Nastaran verhuisde met haar ouders naar Nederland toen ze 6 was. Daarom spreekt ze vloeiend Farsi en spreekt ze dat tijdens de gehele voorstelling. Op een ontzettende mooie, creatieve manier wordt de voorstelling ondertiteld in het Nederlands. De nummers klonken krachtig door de Perzische klanken. Niet alleen een genot om naar te luisteren, maar ook visueel was de voorstelling aantrekkelijk. Simpel maar effectief om de boodschap kracht bij te zetten. Met vlagen voelde het alsof je een live videoclip bekeek.
Tijdens de voorstelling wordt het 11-jarige meisje gevraagd over haar hoofddoek. Het meisje vertelt over hoe ze denkt over de hoofddoek in verhouding tot haar vrijheid. Ze vertelt dat haar hoofddoek warm is op haar hoofd en dat ze soms tijdens het spelen op school haar hoofdoek even af laat glijden. Expres, maakt ze duidelijk. Een kleine daad van verzet, zo omschrijft Narastan het. Een krachtige boodschap. Vooral dat deel van de voorstelling geeft krantenkoppen zoals “Iran schoolgirls remove hijabs in protests against government” (4 oktober 2022, BBC) kracht en context. Het maakt Songs for no one relevanter dan ooit.
Songs for no one
Regie: Nastaran Razawi KhorasaniGezien op vrijdag 21 oktober 2022 in Podium Mozaïek, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
Oorlog, gezien door vrouwenogen
Oorlog is een mannenzaak, die leidt tot een mannenverhaal. Vrouwen komen daarin op de tweede plaats. Zij zijn vooral slachtoffer, achterblijver, vluchteling. Tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne maakt Dood Paard Women in Troy, as told by our mothers: als je de vrouwen aan het woord laat, welk verhaal over de oorlog hoor je dan? Een interessant gedachtenexperiment. Helaas overtuigt het resultaat niet helemaal.
Oorlog is een mannenhobby. Vrouwen realiseren zich bij het begrip ‘oorlog’ vooral dat hun mannen en zoons het leven kunnen laten; zijzelf en hun dochters verkracht kunnen worden; dat er aan alles gebrek zal zijn. Het archetype voor alle oorlogen is de -al dan niet fictieve- tien jaar durende Trojaanse oorlog in het klassieke Griekenland. In het licht van de oorlog in Oekraïne is het een origineel idee vrouwen eens op de voorgrond te laten treden.
Slachtoffer
De Portugese schrijver en acteur Tiago Rodrigues nam als uitgangspunt de klassieke teksten over de Trojaanse oorlog. Die kennen we vooral als het verhaal van mannen zoals Achilles, Agamemnon, Hektor. De belangrijkste vrouw die langskomt is de verleidelijke Helena, om wie de oorlog zou zijn begonnen; terwijl je Helena volgens Rodrigues ook kunt zien als slachtoffer, als slaaf, als misbruikte vrouw, die opgesloten zit in dat vermaledijde Troje.
Zo zijn alle vrouwen die een rol spelen in de Trojaanse oorlog het slachtoffer. Ze zijn geen zelfstandig individu, maar de echtgenote, de dochter, de moeder van een man. Kassandra, Hecuba, Briseïs. Ze worden niet geloofd, er wordt over hen heen gewalst, ze worden doorgegeven van man naar man.
Omslachtig
De vier personages in Women in Troy, as told by our mothers verplaatsen zich in de Griekse vrouwen. Daarnaast proberen de acteurs hun eigen -niet aanwezige- moeders te laten vertellen over de Trojaanse oorlog, terwijl de portretten van die moeders worden geprojecteerd op de schermen die dienen als achterwand bij de voorstelling. Dit alles werkt niet helemaal: de associaties schieten alle kanten op.
Deze manier van vertellen is nogal omslachtig. De geschiedenis van de Trojaanse oorlog wordt bekend verondersteld; anders zijn de verwijzingen lastig te volgen. Misschien is het voor toeschouwers het verstandigste die Trojaanse oorlog meer te zien als kapstok voor het gesprek, dan als onderwerp van de voorstelling.
De tekst is Engelstalig, er is een Nederlandse boventiteling. Die keuze is te billijken: acteur Alesya Andrushevska is samen met haar moeder gevlucht uit Oekraïne, en spreekt geen Nederlands. Dat gegeven maakt deze voorstelling actueler en urgenter. De oorlog in Troje mag lang geleden zijn, in feite is oorlog natuurlijk nooit ver weg.
Beddensprei
Het toneelbeeld is minder gelukkig gekozen. Hoe zet je vier mensen neer die een gesprek voeren over vrouwen? Je laat ze met zijn allen haken aan dezelfde reuzensprei. De vier acteurs zitten elk op een krukje, hebben elk een haaknaald en haken al vertellend verder aan het beddengoed. Dood Paard geeft zijn voorstelling over vrouwen in oorlogstijd op deze manier vorm met behulp van een bijna pijnlijk clichébeeld. Het beste wat je hiervan kunt maken is dat een bed symbool staat voor huiselijkheid, rust en intimiteit.
Het achterliggende idee is volgens het gezelschap dat diverse textielkunstenaars dit materiaal gebruiken als vorm van protest; maar die betekenis haalt de nietsvermoedende toeschouwer er niet uit. Het gezamenlijk haken maakt van deze personages huisvrouwen. Een vreemde keuze voor een voorstelling die juist gaat over de feministische kijk op oorlog. Bovendien zitten de acteurs ongeveer aan die sprei vastgeknoopt, waardoor ze worden beperkt in hun spel en het geheel nogal statisch oogt. Je kunt deze voorstelling zien als een vorm van storytelling, maar dan nog gebeurt er wel erg weinig.
Urgentie
Zoals de vier vertelde verhalen nogal van elkaar verschillen, zo verschillen ook de acteeropvattingen. Sterk is vooral Manja Topper. Ze schakelt overtuigend tussen rustig vertellen, schreeuwen, verdrietig of juist sarcastisch zijn. Kuno Bakker zet een woedende Hecuba neer, schreeuwend, hatend. De Oekraïense Alesya Andrushevska is vooral dienstbaar vanwege het besef dat juist zij doorvoelt hoe ingrijpend en verwoestend oorlog is. Tomer Pawlicki krijgt het minst interessante gegeven mee van auteur Rodrigues: zijn personage leest samen met zijn moeder Homerus’ Ilias, wat een nogal gekunstelde vorm is om het te hebben over oorlog. Mooi is Pawlicki wel als hij de Trojaanse koningin Hecuba wraakzuchtig laat zijn over alle dierbaren die ze tijdens de oorlog verloor.
Women in Troy, as told by our mothers is zo een tamelijk onevenwichtige voorstelling, maar wel een met een actuele urgentie.
Women in Troy, as told by our mothers – Dood Paard
Gezien op donderdag 20 oktober 2022 in Frascati, AmsterdamNog te zien tot zaterdag 17 december 2022
Misschien ook iets voor u