Muziek / Achtergrond
special: Samantha Crain - Kid Face

Mysterieus juweeltje

Het derde volledige album van Samantha Crain, Kid Face, verscheen in andere landen reeds vorig jaar. Nederland kan sinds kort kennismaken met haar nieuwe cd.

Deze uit Amerika afkomstige zangeres is lid van de Choctaw Indianenstam. Misschien ligt daar de link met de hoes die een sfeer oproept van een vergeten folkalbum. Niets is minder waar, want de muziek van Crain is moeilijk in een hokje te plaatsen. Voor iedereen met een ruim muzikaal hart is Kid Face een absolute must.

Het album opent met ‘Never Going Back’, dat steunt op de begeleiding van viool, banjo, lichte percussie en drum. De zang van Crain doet de rest: een stem die helder en droog klinkt. Het nummer zet direct de toon waarin Kid Face is geschreven. In het daaropvolgende ‘Taught To Lie’ gaat het tempo omlaag en wordt galm toegevoegd. Mysterieus is misschien wel de beste omschrijving van het geluid van Samantha Crain. Dit derde album is een juweeltje dat broeit.

Muziek / Achtergrond
special: Elephant - Sky Swimming

Feeëriek

Het Londense duo Amelia Rivas en Christian Pinchbeck speelt zich met Elephant al een tijdje in de kijker. Met Sky Swimming maken ze de hooggespannen verwachtingen waar.

Er zijn van die bandjes die meteen de aandacht op zich weten te vestigen, zodat zowel de fans als de pers reikhalzend uitkijken naar een volledig debuutalbum. Maar vaak valt zo’n snel in elkaar gezet eerste plaatje dan tegen. Op het debuut van Elephant is echter goed te horen dat de band, na de debuutsingle ‘Elusive Youth’ en de Franse hit ‘Skyscraper’, niet over een nacht ijs is gegaan. De formatie heeft de tijd genomen om fraaie melodieën te koppelen aan elektronische keyboardklanken, met fijne uit de hip hop geleende beats. De loops van de strijkers passen goed bij de feeërieke zang van Rivas.

Sky Swimming nestelt zich eenvoudig tussen de oren en kietelt de herinnering. Je vraagt je alleen af hoe een dergelijk bandje zich nu verder moet ontwikkelen. Maar dat is eigenlijk zorg voor later; voor nu is het, in de zomerse zon, genieten van dit debuut van Elephant.

Muziek / Album

Volgende stap

recensie: Mathijs Leeuwis - Alweer geen revolutie

Het vierde album van Mathijs Leeuwis Alweer geen revolutie is in muzikaal opzicht een nieuwe stap. Tevens verschijnt deze schijf voor het eerst op zijn eigen label Bastaard Platen dat hij samen met Jeroen Kant oprichtte.

In Paradox in Tilburg, op eigen grond, presenteerde Mathijs Leeuwis zijn nieuwe album. De band, bestaande uit Dave Menkehorst op drums/backing, Niels Broos op synthesizer/piano, Guus van Mierlo op bas/Korg en Theo Sieben op gitaren en als backing vocals, staat strak onder leiding van Leeuwis: Er wordt niets aan het toeval overgelaten.

Organische psychedelica

~

Het beluisteren van de nieuwe cd zorgt ervoor dat tijdens de albumpresentatie de puzzelstukjes op hun plaats vallen. Leeuwis kiest met Alweer geen revolutie voor een meer organisch geluid. Er is ruimte voor psychedelica, elektronische en industriële klanken. Leeuwis kwam er pas na voltooiing achter dat het album een wat duistere inborst heeft. Er valt genoeg te genieten aan de twaalf composities, waarvan er elf op de hoes vermeld staan. De twaalfde, ‘Niemand weet’, is een zogenaamde hidden track, die wel in de cd-index terecht is gekomen. Doordat het album in de USA gemasterd is, ging het mis met de verborgen track, omdat die bedoeld was als toevoeging op ‘Het gaat prima’ met een stukje stilte. Voor de cd-liefhebber is dit foutje alleen maar handig. Wie dieper graaft in de teksten en de begeleiding onder het vergrootglas legt, ontdekt een wat donkerdere plaat dan de voorgangers van Leeuwis.

Wars van politiek
Anders dan de titel van het album suggereert, maakt Leeuwis nog steeds liedjes die wars zijn van politiek. Dat is wellicht gerustellend voor zijn fans. Wel heeft hij scherpe observaties over zijn eigen leven en zijn directe omgeving. Ook schrijft hij teksten met een kwinkslag, verpakt in een muzikale omlijsting die ruimte biedt aan het experiment, zoals in ‘Het wiegje’ waar de psychedelica waardig rondtiert. Live dringt zelfs even de vergelijking met DeWolf op als je toetsenist Niels Broos zo bezig ziet en hoort. In ‘Priester/Kinderklas’ worden zijn klanken samengepakt met folky banjogeluiden en in ‘Alles’ voegt Leeuwis industriële soundscapes toe. Openingsnummer van de cd ‘Het sterkste verhaal’ stijgt tijdens de albumpresentatie tot grote hoogte. Het wordt tijd dat Mathijs Leeuwis ook de aandacht trekt van festivalorganisatoren: Ze zullen niet teleurgesteld worden door zijn nieuwe, hechte geluid.

Boeken / Fictie

Leegstand

recensie: Marieke Aafjes e.a. - De kraker, de agent, de jurist en de stad

.

“Een fascinerende blik achter de schermen van onze democratische rechtsstaat”, staat er op de achterflap van het boek. Iets kan op vele manieren fascinerend zijn. Een kunstwerk kan fascinerend zijn, zoals de blik van Mona Lisa je een leven lang blijft boeien. De wiegende heupen van een meisje kunnen fascinerend zijn omdat je niet weg kunt kijken. Dit boek is ook fascinerend, zoals een mislukking fascinerend kan zijn. Wat is er misgegaan?

Vier perspectieven op een nieuwe wet
Vanuit vier perspectieven wordt ons een kijkje gegund in de totstandkoming van de Wet kraken en leegstand. De kraker die strijdt tegen uitzetting, de agent die de wet moet uitvoeren, de jurist die de nieuwe wet probeert te blokkeren en als vierde personage de stad Amsterdam die volgens het motto aan het begin van het boek ‘van ons’ is. Wie is ons? De krakers? Alle inwoners van Amsterdam?

De perfecte voorzet: drie journalisten en drie tekenaars maken een boek dat alle facetten van het kraken laat zien. Wat zijn de ideeën en idealen van de krakers? Wat ondervindt de agent die tegen de burger wordt ingezet die hij geacht wordt te beschermen? Hoe komt een wet tot stand en wat is hiervan het gevolg voor ons allemaal? Wat een prachtige mogelijkheid om de argeloze lezer eindelijk eens te laten zien wat kraken inhoudt en waarom dit voor ons allemaal belangrijk is. Dit boek laat zien dat een open doel zelfs na de perfecte voorzet volledig kan worden gemist.

De leegte
Wat een blamage, wat een oppervlakkigheid, en vooral: wat een leegte! Het boek gaat niet verder dan de vooroordelen die we al hadden. Krakers willen gratis wonen, denken enkel aan hun eigen hachje, zijn kwaad op alles en iedereen, vinden dat ze tekortgedaan worden en drinken elke avond goedkoop bier terwijl ze naar keiharde punkmuziek luisteren. Wat laten de journalisten hier veel liggen. Of is er domweg niet meer?

Misschien willen wij graag dat er meer achter het kraken huist. Dat het niet slechts een manier is om gratis op een mooie plek wonen. Zijn echt alle krakers rechtlijnige leeghoofden? Zijn alle agenten gedienstige burgersulletjes? Zijn alle juristen hardwerkende dertigers en veertigers die in de gauwigheid hun eigen gezin vergeten? Het vermoeden rijst dat de journalisten niet echt geïnteresseerd waren in de personages.

Drie personages, drie stijlen
De drie hoofdpersonen hebben elk een eigen tekenaar. De stijl voor de krakers is zoals we de krakers kennen: chaotisch en schreeuwerig. In rood, zwart en wit (de kleuren van de antifascisten) wordt een wereld van vergaderingen, spandoeken, bier en vuil getoond. De jurist moet het doen met een kinderlijke en naïeve stijl in groene tinten. Het verhaal van de agent krijgt de mooiste tekeningen. In blauwe tinten wordt gevarieerd met de harde inktpen en waterverf. Ook wat betreft perspectief, vorm en creativiteit valt er op deze pagina’s veel te genieten.

Omdat er gekozen is voor drie verschillende verhaallijnen met elk een eigen stijl, krijgt het boek een caleidoscopisch karakter en zorgt het ervoor dat je als lezer steeds benieuwd blijft naar de andere kanten van het verhaal. Het probleem hiermee is dat de werelden naast elkaar blijven staan en nergens echt met elkaar in gesprek gaan. De enige uitzondering is de kraker die advocaat wordt om hun belangen beter te kunnen verdedigen. Hij staat tussen twee werelden in. Maar waarom vindt hij kraken zo belangrijk? Wat is het belang volgens hem? Zoals alle wezenlijke vragen blijft ook deze onbeantwoord.

De leegstand in de hoofden van de krakers
Het is een leeg boek geworden. Ja, je begrijpt dat het heel wat voeten in de aarde heeft om een wet te maken. En ja, die agenten hebben het ook niet gemakkelijk als ze geweld moeten gebruiken. En kraken in de winter is koud. Maar wat een vreselijke leegstand in de hoofden van de personages. En dan vooral in de hoofden van de krakers. Die leegte lijkt me een veel groter probleem dan de leegstand van een aantal kantoorpanden in Amsterdam.

Theater / Achtergrond
special: Festival VERTIGO III

Ongepolijst, jong en ambitieus

.

Vier dagen lang is het Theater aan het Spui in Den Haag de thuishaven van Festival VERTIGO III, georganiseerd door productiehuis De Kosmonaut. Dit productiehuis wil met het jaarlijks terugkerende festival beginnende toneelschrijvers de kans geven hun werk te presenteren. Vier toneelschrijvers, die zich ditmaal lieten inspireren door het thema ‘beat’, worden gekoppeld aan eveneens jonge regisseurs: het resultaat is een ongepolijst festival waar de ambitie van deze nieuwe generatie voelbaar is. Soms leidt dat tot een voorstelling die eigenlijk het repetitielokaal niet had mogen verlaten, soms tot puur en wonderschoon toneel.

We zien de bandleden Tim, Jessie en Arthur zich klaarmaken voor een optreden tijdens een benefietconcert. Jessie, de bassiste, staat op een verhoogd podium in het midden, de mannelijke bandleden ernaast. Vanaf de eerste minuut is duidelijk dat deze band geen lang leven beschoren is. Terugvallend op oude sentimenten – de één wil nog wel, de ander niet meer – is het definitieve einde nabij. Ingrediënten die in principe best een aardige voorstelling op kunnen leveren, ware het niet dat schrijver De Waard en regisseur Schoots deze clichématig en voorspelbaar uitwerken. Nergens een verrassende wending, een ontroerend moment of gelaagd spel. Het dieptepunt is Jessie in de rol van verteller, het overstijgt het niveau van de weekafsluiting op de basisschool soms niet. Snel weer terug naar het repetitielokaal.

Boeken / Fictie

Geairbrushte romantiek is voorbij

recensie: Jo Baker (vert. Aleid van Eekelen-Benders en Marijke Versluys) - Landgoed Longbourn

Met haar verhaal over het personeel uit Pride and Prejudice creëert Jo Baker een onnodige verwantschap met Jane Austen. Dat wil zeggen: de hedendaagse auteur kan uitstekend op eigen benen staan.

Austens heerlijke roman uit 1813 viert het ware liefdesverhaal, met alle eerbaarheid, fatsoen en braafheid die daarbij hoort. Tweehonderd jaar later verbreedt de Britse Baker het genre met Landgoed Longbourn. Verwacht in dit verhaal geen hoofdrol voor Elizabeth Bennet en Mr. Darcy. De populaire personages worden incidenteel opgevoerd, spreken dan een of twee zinnen, en zoeken hun salons weer op. Niet omdat ze onvriendelijk zijn, maar omdat de auteur niet toestaat dat zij het verhaal domineren. En terecht.

Hoezo braafjes?

Sarah en James zijn de bedienden van de familie Bennet. De grondige beschrijving van hun taken geeft een mooi, maar ook drukkend beeld van het leven in de negentiende eeuw. Datgene waar Austen niet over sprak – dat kon ook niet in haar tijd – wordt door Baker opgepakt. We lezen hoe bedienden kamerpotten leegmaken, struikelen over varkensmest en hun handen tot bloedens toe kapot scrubben tijdens de wekelijkse wasdag. De auteur schuwt beslist geen ruwe randjes. Hierdoor distantieert het verhaal zich van Austens roman en is het resultaat origineel en eigen.
 
In Pride and Prejudice zijn de hulpen zo goed als onzichtbaar. Dat geeft Baker de ruimte om de personages naar eigen smaak te vormen, op een manier die voor de kenner van Austens boek ook direct acceptabel is. De auteur zet een driehoekig liefdesverhaal neer dat zo ongeveer parallel loopt aan de affaires in het originele verhaal. Baker houdt daarbij wel van een beetje melodrama; de personages krijgen veel lasten en angsten te incasseren. Maar dat helpt ook om de karakters volledig in de armen te sluiten. Bovendien wiebel je steeds op het puntje van je stoel, omdat de schrijfster meeslepende familiegeheimen en oorlogspanning toevoegt aan de romantiek.

Geurtjes en vlekjes

Baker beschrijft alleen de wereld van het personeel nauwkeurig, waarbij de omgang met hun meesters slechts vriendelijk oppervlakkig blijft – het beste wat bedienden konden verwachten. Landgoed Longbourn schetst zo een realistisch beeld van de wereld downstairs. Gelukkig heeft Baker de verleiding weerstaan om een herziening van het bekende verhaal te produceren. Het verbaast eigenlijk dat de auteur de noodzaak zag om Longbourn als setting te kiezen in plaats van een eigen landgoed te creëren. De schrijfster heeft meer dan genoeg literair gewicht om zonder steunauteur de wijde wereld in te trekken.

De ene lezer zal juichen dat het verhaal ‘achter de schermen’ van Pride and Prejudice wordt uiteengezet, en dat in een mooie verhalende vorm. Baker maakt de dagelijkse gang van zaken beeldend en levendig met haar intieme stijl. Andere lezers zullen gruwen van de echtheid van Bakers atmosfeer en terugverlangen naar de geairbrushte romances van toen, ontdaan van alle menselijke geurtjes en vlekjes. Aan deze laatste categorie het advies: probeer de roman los te zien van Austens fantastische werk, want Landgoed Longbourn mag er als eigen verhaal echt zijn.

Boeken / Reportage
special: De beste spannende boeken ooit

Spanning in de spotlight

.

De moorden in de Rue Morgue en andere verhalen (Kasper Nijsen)
Als het over spanning en literatuur gaat, mag de naam Edgar Allan Poe eigenlijk niet ontbreken. Anderhalve eeuw na zijn sterven blijft hij de grootmeester van het ijzingwekkende verhaal. Poe’s temperament bestond uit gelijke delen angst en melancholie. Waar hij de weemoed beperkte tot zijn poëzie, speelde hij in zijn verhalen op haast sadistische wijze met de irrationele angsten van hemzelf en zijn lezers. Veel van de beelden zijn inmiddels clichés geworden – begraafplaatsen, verlaten kastelen, donkere steegjes – maar de zwarte magiër van het korte verhaal weet zijn lezers nog steeds de stuipen op het lijf te jagen.

~

Umberto Eco  De naam van de roos (André van Dijk)
Met dit weergaloze kloostermoordmysterie uit 1980 heeft Umberto Eco de historische misdaadroman definitief op de kaart gezet. Talloze schrijvers plukken daar vandaag nog steeds de vruchten van, maar een evenaring van deze spannende megabestseller is nauwelijks te vinden. Boordevol verwijzingen naar hoge en lage cultuur, verrassende filosofische invalshoeken én Eco’s virtuoze manier om de semiotiek in te passen, maken dit duizelingwekkende verhaal tot een ongekende leeservaring. Ondertussen probeert de monnik William van Baskerville met zijn hulpje Adson (‘Elementary, my dear Watson’) een serie opeenvolgende en gruwelijke moorden op te lossen die uiteindelijk leiden naar een geheim in de labyrintische bibliotheek van de abdij.

James Dickey – Deliverance (Kasper Nijsen)
Deliverance (1970) is tevens bekend van de verfilming door John Boorman (1972). De roman werd geschreven door de Amerikaanse dichter James Dickey. Met zijn poëtische proza vertelt Dickey het verhaal van een stel vrienden dat een weekendje gaat kanoën in de bossen van Georgia. In de wildernis worden ze op bruuske wijze losgerukt uit hun zelfvoldane en burgerlijke bestaan. De kracht van Deliverance ligt in de manier waarop Dickey de natuur beschrijft: geen idyllisch decor voor een vakantiereisje, maar een primitieve, dreigende kracht die de menselijke indringers dwingt de schaduwkanten van hun psyche te verkennen.

Boeken / Fictie

Een schrijver op de toppen van zijn kunnen

recensie: David Vogel (vert. Kees Meiling) - Huwelijksleven

David Vogel is één van de grootste Europese schrijvers uit de twintigste eeuw. Wie dat nog niet weet, leze Huwelijksleven.

Eerder verscheen er op 8WEEKLYeen stuk over de onlangs ontdekte roman Een Weense romance van David Vogel. Tegelijk met de publicatie van dat boek verschijnt bij Athenaeum – Polak & Van Gennep ook de midprice editie van Vogels meesterwerk Huwelijksleven. Waar Een Weense romance niet helemaal wist te overtuigen, bewijst Vogel met deze roman uit 1929 zijn meesterschap.

Een inzicht in de tijd

De beste romans uit de jaren tussen de twee wereldoorlogen blijken later voorspellende gaven te bezitten. Je kan de grote Midden-Europese romans uit deze tijd – die van Robert Musil, Joseph Roth of Sándor Márai – lezen om een beter inzicht in de tijd te krijgen, in de oude verwarringen en nieuwe bevliegingen. Ook Vogel, geboren in Galicië in West-Oekraïne en opgegroeid in het Oostenrijk-Hongaarse rijk, heeft met Huwelijksleven zo’n roman geschreven. Naast het verhaal van Rudolf Gurdweill geeft het boek een prachtige inkijk in een verloren gemeenschap, waarin de zaden van het latere nazisme al te herkennen zijn.

Gurdweill, een jonge intellectueel, laat zich ten gronde richten door een barones met wie hij haast per ongeluk getrouwd is. Hij verzet zich niet tegen alle vernederingen die hij doorstaat, al drijven ze hem tot het uiterste. ‘Je mag vannacht bij me slapen,’ zegt zij, nadat hij een hele reeks van bevelen heeft uitgevoerd. In zo’n scène zijn op de achtergrond niet alleen de vele modernistische meesters aanwezig; ook Sigmund Freud en zijn ideeën over de menselijke geest hangen over de roman.

Alleen maar lange citaten

Maar zo over het verhaal praten is Vogel tekort doen. Huwelijksleven heeft namelijk heel wat meer in z’n mars dan een zeer ongelijkwaardige relatie. Gurdweills gelatenheid is misschien persoonlijk, maar er valt net zo goed – al dan niet Joodse – zelfhaat in te zien, en Freud (overigens wordt hij nooit direct aangehaald) geeft weer een heel ander interpretatiekader.

Er zijn romans waar je alleen maar lange citaten kunt geven. Deze roman is er zo een. Neem deze beschrijving: na een lange nacht met zijn (dan nog) verloofde, loopt Gurdweill door de straten van Wenen:

Een rij grote en hoge wagens, met enorme stapels van allerlei soorten groenten, reed traag en langzaam voort naar de markten van de stad; de zware wielen knarsten en schuurden over het wegdek en verbraken de hardnekkige stilte. Boven op de bok dommelden de koetsiers, in zakken gehuld tegen de eventuele regen en de ochtendkou, in zichzelf verzonken als levenloze bundels. Men kreeg haast de indruk dat ze al jaren achtereen aan het trekken waren, ja alsmaar doorreisden zonder onderbrekingen.

Waarna een even prachtige beschrijving van de wachtenden bij de tram volgt. De term ‘levenloze bundels’ zet gelijk de juiste onheilspellende sfeer neer die tekenend is voor zowel Gurdweills aanstaande huwelijk als de moeheid van de stad en zelfs van een heel continent. En dat een heel boek vol.

Precisie

Dit, en nog veel meer, is Huwelijksleven. Vogel is zwartgallig, pessimistisch en onderhoudend. Met een ongelooflijke precisie ontleedt hij Gurdweills huwelijksleven en met eenzelfde kracht portretteert hij de Weense samenleving. Dit is het Wenen van Mahler, Klimt en Wittgenstein, het Wenen waarin rijkdom en armoede naast elkaar bestaan, het Wenen getekend door de net afgelopen wereldoorlog. Een groot schrijver op de toppen van zijn kunnen. Een must-read.

Kunst / Expo binnenland

Een overvloed aan vertellingen

recensie: The Part In The Story Where A Part Becomes A Part Of Something Else

The Part In The Story Where A Part Becomes A Part Of Something Else is een tentoonstelling, in samenwerking met Spring Workshop Hong Kong, waarin het concept van verhaalvorming als nieuwe tendens in de kunst wordt gepresenteerd.

Patricia Reed, Present Perfect, 2013

Patricia Reed, Present Perfect, 2013

Verdeeld over drie verdiepingen worden in het Witte de With bijna 50 verhalen getoond. Een aantal van de kunstenaars heeft ervoor gekozen om hun werk een dialoog aan te laten gaan met de ruimte. Zo laat Chu Yun (1977, Jiangxi, China) met zijn project Unspeakable Hapiness II (2003) de zuiver esthetische opfleuring die hij eerder in Hong Kong installeerde, weer vervallen in de op kunst ingestelde panden van cultureel Rotterdam. Met een aantal slingers in felle kleuren, voor zover mogelijk vrij van betekenis, had hij eerder in Hong Kong de straten van de grijze krottenwijken opgevrolijkt. In het cultureel diverse centrum van de Witte de Withstraat is er van deze vlaggetjes alleen nog een verhaal over.

Iván Argote, White Cube (Piñata), 2005

Iván Argote, White Cube (Piñata), 2005

Verhalen over elkaar
Patricia Reed (1977, Ottawa, Canada) levert met haar Present Perfect (2013) subtiel commentaar op Félix Gonzalez-Torres’ (1957, Guáimaro, Cuba) Untitled (perfect lovers) uit 1987-1990, dat eveneens te zien is in de tentoonstelling. Waar Gonzalez-Torres met twee langzaam desynchroniserende klokken verbeeldde hoe mensen elkaar langzaam uit het oog verliezen, laat Reed deze romantiek verdwijnen in de realiteit van de globalisatie. In haar klok zijn alle wereldklokken vertegenwoordigd. Er zal altijd wel één wijzer gelijk staan.

Ook Iván Argote (1983, Bogota, Colombia), die met zijn als piñata kapotgeslagen White Cube (Piñata) uit 2005 laat zien hoe een feestobject (de piñata) geïnterpreteerd wordt in de stijve museumcultuur, wordt in zijn werk ondersteund door Lucas Lenglets (1972, Leiden) Soft Corners (2014), die de harde zalen van het museum ‘verzachten’ middels paarse, schuimrubberen plinten die de zaal verlossen van haar gebrek aan context. Beide werken zetten zich af tegen de witte vlakke muren met contextloze kunst in het museum.

Bik Van der Pol, Up Close, 2014

Bik Van der Pol, Up Close, 2014

Rotterdams verhaal
Two Vertical Rectrangles Gyrating (1969) van George Rickey (1907, South Bend, Verenigde Staten) is ook te zien. Het werk, dat jaren lang het gezicht was van het Rotterdamse binnenwegplein, is enkele jaren geleden weggehaald omdat het te dicht in de buurt zou komen van de mensen die op het plein rondliepen en zo een gevaar zou vormen. Voor de tentoonstelling in het Witte de With hebben Bik & Van der Pol (1959 & 1961) in hun eigen werk Up Close (2014) het werk van Rickey teruggehaald naar het publiek. In het museum blijft er van de grote, stalen platen niet veel meer over dan een verhaal.

Haegue Yang, Sonic Brass Dance & Sonic Nickle Dance, 2013

Haegue Yang, Sonic Brass Dance & Sonic Nickle Dance, 2013

Ontstaan van verhalen
Sommige werken ontwikkelen gedurende de tentoonstelling een eigen verhaal. Zo heeft Haegue Yang (1971, Seoul, Zuid-Korea) twee danspartners gemaakt van belletjes. Wie ze verplaatst ontketent een auditieve oorlog. Zo vertellen de werken aan elke bezoeker die ermee durft te dansen, middels een beangstigend lawaai, hoe kleine huis-tuin-en-keuken spullen als belletjes met duizenden tegelijk machinaal worden gemaakt. Gabriël Lesters (1972, Amsterdam) Chance Encounters (2011) wordt gevormd door de bezoekers. Bestaande uit meerdere sokkels, wordt het werk elke dag onbewust door bezoekers verplaatst, en krijgt het zo elke dag een nieuwe verhouding tot de andere werken.

The Part In The Story Where A Part Becomes A Part Of Something Else verkent een tendens in de kunst zonder dat er zekerheid is of dit onderwerp daadwerkelijk van belang gaat zijn. Dit maakt de tentoonstelling experimenteel en vernieuwend. Alle werken vergen vanwege hun verhalende thema wel veel inleeswerk. Het is daarom niet overbodig om de tentoonstelling meerdere keren te bezoeken. Dit biedt alle ruimte voor diepgang, mits de bezoeker in staat is om meerdere keren tijd vrij te maken voor de tentoonstelling.

Film / Films

Karakterstudie van een getormenteerde ziel

recensie: Joe

Voormalig Academy Award-winnaar Nicolas Cage heeft zijn status als serieuze acteur, door een reeks van slecht gekozen filmrollen dit laatste decennium, vakkundig om zeep geholpen. In Joe (2013), het nieuwste drama van David Gordon Green, dat gebaseerd is op de gelijknamige roman van Larry Brown, laat Cage echter zien dat hij zijn talent nog niet heeft verloren.

In het personage van de ex-gedetineerde Joe heeft hij de leiding over een groep arbeiders die in opdracht van een bedrijf op illegale wijze bomen vergiftigen. Op een dag verschijnt de 15-jarige Gary (Tye Sheridan), die op zoek is naar werk. Joe is onder de indruk van zijn sterke arbeidsethos en neemt hem in dienst. Al snel komt hij erachter dat Gary in een kraakpand woont samen met zijn zusje, moeder en alcoholistische vader Wade (Gary Poulter), die hem regelmatig mishandelt en al het geld waar het gezin aan weet te komen verdrinkt. Joe doet wat hij kan voor Gary en er ontstaat een hechte vriendschap tussen de twee. Hij herkent zich in de jongen en wil hem behoeden voor het duistere pad dat hijzelf heeft afgelegd.

Gevangen in geweld

~

Ondanks dat Joe een steunpilaar is voor de lokale gemeenschap en hij goed wil doen door zich om anderen te bekommeren, kan hij zich niet losmaken van de duivels uit zijn verleden. Joe weet dat zijn driften negatieve gevolgen kunnen hebben, maar het lukt hem niet om te veranderen wie hij is. Zijn sterk opvliegende karakter, gevoel voor rechtvaardigheid en gebrek aan zelfcontrole leiden dan ook tot conflicten met de politie en de schlemielige psychopaat Willie-Russell (Ronnie Gene Blevins), die op wraak zint omdat Joe hem in een bar publiekelijk heeft vernederd.

Om aan het emotionele leed ten gevolge van zijn innerlijke conflicten te ontsnappen, zoekt Joe zijn toevlucht tot gokken, overmatig drankgebruik en betaalde seks. Als hij na de zoveelste confrontatie met Willie-Russell gefrustreerd en vol opgekropte woede een bordeel bezoekt, dat hij vanwege een agressieve hond niet kan binnentreden, laat Joe het beest in zichzelf los. Hij snelt naar huis , haalt zijn valse pitbull op en laat deze de andere viervoeter afslachten. Het is een dog-eat-dog samenleving.

Desolate wereld

~

In Joe heerst een gevoel van absolute hopeloosheid, dat nog eens versterkt wordt door de soms extreem troosteloze omgevingen. Zo is de film niet terughoudend in het tonen van het ruige Texaanse plattelandsleven, waar het nooit lang duurt voordat problemen uit de hand lopen en broeiende onderhuidse spanningen ieder moment tot uitbarsting kunnen komen. Het is een deprimerend universum vol misbruik, armoede en disfunctionele personen die gehard zijn door de bittere beproevingen van het leven en hun geschillen veelal beslechten met vuist of vuurwapen.

Om de rauwe sfeer in Joe nog realistischer te maken koos Green er voor om ook gebruik te maken van ongeoefende acteurs, waaronder Gary Poulter. Deze dakloze, die letterlijk van de straat is geplukt, heeft het eindresultaat van zijn arbeid echter nooit mogen aanschouwen. Nog voor de uiteindelijke première overleed hij als gevolg van zijn drankverslaving.

Joe is alles behalve blijmoedig en door de overvloed aan menselijke verdorvenheid soms moeilijk genietbaar. De film doet niets nieuws en stuurt vanaf het begin aan op het onvermijdelijke bittere einde. Desondanks wordt de lelijkheid van het verhaal gecompenseerd door de stijlvolle mise-en-scène en cinematografie die de fraaie natuur en de zuidelijke landschappen mooi in beeld brengen. Ook het acteerwerk is bovengemiddeld goed. Tye Sheridan, bekend van The Tree of Life (Terrence Mallick, 2011) en Mud (Jeff Nichols, 2012) weet, als jongen die hard probeert om zijn familie bij elkaar te houden, te overtuigen en Nicolas Cage speelt zijn beste rol van de laatste tien jaar.