Boeken / Fictie

Een schrijver op de toppen van zijn kunnen

recensie: David Vogel (vert. Kees Meiling) - Huwelijksleven

David Vogel is één van de grootste Europese schrijvers uit de twintigste eeuw. Wie dat nog niet weet, leze Huwelijksleven.

Eerder verscheen er op 8WEEKLYeen stuk over de onlangs ontdekte roman Een Weense romance van David Vogel. Tegelijk met de publicatie van dat boek verschijnt bij Athenaeum – Polak & Van Gennep ook de midprice editie van Vogels meesterwerk Huwelijksleven. Waar Een Weense romance niet helemaal wist te overtuigen, bewijst Vogel met deze roman uit 1929 zijn meesterschap.

Een inzicht in de tijd

De beste romans uit de jaren tussen de twee wereldoorlogen blijken later voorspellende gaven te bezitten. Je kan de grote Midden-Europese romans uit deze tijd – die van Robert Musil, Joseph Roth of Sándor Márai – lezen om een beter inzicht in de tijd te krijgen, in de oude verwarringen en nieuwe bevliegingen. Ook Vogel, geboren in Galicië in West-Oekraïne en opgegroeid in het Oostenrijk-Hongaarse rijk, heeft met Huwelijksleven zo’n roman geschreven. Naast het verhaal van Rudolf Gurdweill geeft het boek een prachtige inkijk in een verloren gemeenschap, waarin de zaden van het latere nazisme al te herkennen zijn.

Gurdweill, een jonge intellectueel, laat zich ten gronde richten door een barones met wie hij haast per ongeluk getrouwd is. Hij verzet zich niet tegen alle vernederingen die hij doorstaat, al drijven ze hem tot het uiterste. ‘Je mag vannacht bij me slapen,’ zegt zij, nadat hij een hele reeks van bevelen heeft uitgevoerd. In zo’n scène zijn op de achtergrond niet alleen de vele modernistische meesters aanwezig; ook Sigmund Freud en zijn ideeën over de menselijke geest hangen over de roman.

Alleen maar lange citaten

Maar zo over het verhaal praten is Vogel tekort doen. Huwelijksleven heeft namelijk heel wat meer in z’n mars dan een zeer ongelijkwaardige relatie. Gurdweills gelatenheid is misschien persoonlijk, maar er valt net zo goed – al dan niet Joodse – zelfhaat in te zien, en Freud (overigens wordt hij nooit direct aangehaald) geeft weer een heel ander interpretatiekader.

Er zijn romans waar je alleen maar lange citaten kunt geven. Deze roman is er zo een. Neem deze beschrijving: na een lange nacht met zijn (dan nog) verloofde, loopt Gurdweill door de straten van Wenen:

Een rij grote en hoge wagens, met enorme stapels van allerlei soorten groenten, reed traag en langzaam voort naar de markten van de stad; de zware wielen knarsten en schuurden over het wegdek en verbraken de hardnekkige stilte. Boven op de bok dommelden de koetsiers, in zakken gehuld tegen de eventuele regen en de ochtendkou, in zichzelf verzonken als levenloze bundels. Men kreeg haast de indruk dat ze al jaren achtereen aan het trekken waren, ja alsmaar doorreisden zonder onderbrekingen.

Waarna een even prachtige beschrijving van de wachtenden bij de tram volgt. De term ‘levenloze bundels’ zet gelijk de juiste onheilspellende sfeer neer die tekenend is voor zowel Gurdweills aanstaande huwelijk als de moeheid van de stad en zelfs van een heel continent. En dat een heel boek vol.

Precisie

Dit, en nog veel meer, is Huwelijksleven. Vogel is zwartgallig, pessimistisch en onderhoudend. Met een ongelooflijke precisie ontleedt hij Gurdweills huwelijksleven en met eenzelfde kracht portretteert hij de Weense samenleving. Dit is het Wenen van Mahler, Klimt en Wittgenstein, het Wenen waarin rijkdom en armoede naast elkaar bestaan, het Wenen getekend door de net afgelopen wereldoorlog. Een groot schrijver op de toppen van zijn kunnen. Een must-read.