Boeken / Non-fictie

Betekent schrijven altijd lijden?

recensie: Ranne Hovius - Vogels van waanzin. Psychiatrie in Nederlandstalige romans en gedichten.

Dat schrijvers dikwijls excentriekelingen zijn, behoeft geen betoog. Maar zijn ze ook vaak waanzinnig? Geheel in het thema van de afgelopen Boekenweek begeeft psychologe Ranne Hovius zich in Vogels van waanzin op het snijvlak van de psychiatrie en de literatuur.

Veel schrijvers ondervinden waanzin aan den lijve. Niet zelden worden zij daar lange of minder lange tijd voor opgenomen in een psychiatrische inrichting, een ervaring waar vaak over geschreven wordt. Zoals Hovius uitvoerig beschrijft, hangen de leefomstandigheden in zo’n inrichting sterk af van de tijd. Wie tegenwoordig opgenomen wordt, kan rekenen op sympathie en therapie die erop gericht is zo snel mogelijk een terugkeer naar de normale leefomgeving te bewerkstelligen. Maar de weg hiernaartoe was lang, vol gedwongen maatregelen die maar al te vaak niet of nauwelijks het gewenste resultaat hadden.

Putten uit waanzin

Vanaf haar opkomst zo’n tweehonderd jaar geleden, heeft psychiatrie invloed gehad op de literatuur. Ook voor schrijvers die de waanzin niet aan den lijve ondervonden, blijkt psychiatrie een onuitputtelijke bron van inspiratie. Soms dienen mensen uit de eigen omgeving als voorbeeld. Zo had Louis Couperus een krankzinnige broer die model stond voor Ernst in De boeken der kleine zielen. Anderen hebben het voordeel zelf psychiater te zijn, zoals Frederik van Eeden die zijn Hedwig uit Van de koele meren des doods modelleerde naar een aantal krankzinnige patiënten die hij heeft gehad.

De meest tot de verbeelding sprekende casussen in Vogels van waanzin zijn echter de portretten van schrijvers die zelf met waanzin te kampen hebben. De aaneenschakeling van tragische levensverhalen, van onder andere Willem Bilderdijk, François HaverSchmidt, Willem Kloos en Simon Vestdijk, doen vermoeden dat zwaarmoedigheid intrinsiek is aan het schrijverschap. Niet zelden maakten zij zelf een einde aan hun leven. En wat te denken van Gerrit Achterberg, die meerdere malen ex-vriendinnen bedreigde met een revolver en uiteindelijk zijn hospita doodschoot?

Nog altijd relevant

Dat het onderwerp nog lang niet is uitgeput, bewijzen hedendaagse schrijvers als Myrthe van der Meer.  Haar opname vormde de inspiratie voor PAAZ. Kenmerkend voor de hedendaagse psychiatrie is het positieve daglicht waarin de verpleging door Van der Meer wordt gezet. In de eerste helft van de twintigste eeuw waren maar weinig schrijvers te spreken over hun opname en de bijbehorende verpleging.

Hovius is er met Vogels van waanzin in geslaagd het verband tussen literatuur en waanzin in al haar diversiteit te tonen. De vele voorbeelden uit de Nederlandstalige literatuur geven blijk van een zorgvuldig en compleet onderzoek. Hovius laat zien dat waanzin en literatuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De ongrijpbaarheid van de waanzin maakt het een dankbaar onderwerp. En voor een getormenteerde auteur kan het schrijven, naast een kwelling, ook therapeutisch zijn.

Muziek / Concert

Die arme kerel toch…

recensie: Concert Gang of Four

Het hoogtepunt van de funky postpunkgroep Gang of Four ligt alweer zo’n 35 jaar achter ons. Toch verschijnt vanavond een grotendeels jonge band op het podium. De reden is dat met het vertrek van zanger Jon King, zo’n drie jaar geleden, gitarist Andy Gill het enig overgebleven originele bandlid is. Lukt het de groep, beschikkend over een compleet nieuwe stem, om de energie van vroeger enigszins te vangen?

Voordat we daar achter komen, moeten we eerst door het voorprogramma Av Okubo heen. Bij dit Chinese gezelschap vallen het bas- en drumspel positief op, maar daar is alles ook mee gezegd. Met name de zang (af en toe op zijn Kraftwerks vervormd), het goedkope keyboardgeluid, en het zachte inmixen van de gitaar vallen een stuk minder in de smaak. Daar komt bij dat een groot deel van het publiek óf nog niet gearriveerd is, óf zich niet in de buurt van het podium begeeft, waardoor het lijkt alsof de band voor een bijna lege zaal staat te spelen. Het geringe enthousiasme van het beetje publiek dat er wel staat maakt het een wat ongemakkelijk gezicht.

Krakers

Tegen de tijd dat Gang of Four opkomt is het gelukkig beduidend drukker, en ook aan het enthousiasme van het publiek zal het niet liggen. Vanaf het begin is er echter al het een en ander aan te merken op het optreden. Dat zit ‘m vooral in de nieuwe zanger, John “Gaoler” Sterry. Waar de zang van de King altijd hoekig en energiek was, heeft Sterry een totaal andere stijl. Je zou hem een technisch betere zanger kunnen noemen, maar zijn gladdere, meer dramatische vocalen passen eigenlijk beter bij het nieuwe materiaal (dat richting een soort electrorock gaat) dan bij de oude krakers.

Hoewel Sterry’s zang misschien niet ideaal is voor de muziek, is het oude werk van Gang of Four van een niet kapot te krijgen niveau. Met de muzikale uitvoering zit het grotendeels wel snor, en dat merk je in de zaal. Dus zelfs al is er af en toe het gevoel dat je naar een veredelde coverband staat te luisteren, toch komen nummers als ‘Return the Gift’ en ‘Damaged Goods’ mede door het heerlijke gitaarspel van Gill goed uit de verf.

Een magnetron aan gort

Toch is het anderhalf uur durende optreden maar een maf schouwspel. Allereerst is de combinatie van drie jonge bandleden met de 59-jarige Andy Gill, die er stoer tussendoor paradeert, een beetje een vreemd gezicht. Het is echter vooral weer de schijnbaar uit een modeblad gestapte Sterry die opvalt — in negatieve of juist hilarische zin. Het is maar hoe je het bekijkt.

Bij aanvang van het optreden komt hij verveeld over en lijkt hij soms niet te weten wat hij doet, al zal dat een gespeelde nonchalance zijn. Maar naarmate het optreden vordert nemen zijn frustraties toe. Hij zit er kennelijk niet lekker in en heeft constant ruzie met zijn bedrading en microfoonstandaard (“This fucking micstand…“). Dat zijn bierblikje tot zijn ergernis overstroomt kan er dan ook nog wel bij. Meermaals schijnt Gill hem zelfs een kleine peptalk te geven, waardoor het lijkt alsof je naar verliezend voetbalteam staat te kijken. Zo verandert Sterry gedurende de show van iemand met rocksterallures in een gefrustreerd jongetje; het heeft wat meelijwekkends.

Desondanks komt de Gang nog tweemaal het podium op voor een encore, waarbij Sterry bij de laatste keer een magnetron meeneemt en deze met een metalen buis aan gort begint te slaan. Zijn geïrriteerde blik is tekenend voor de hele avond. Als iedereen na een buiging en een bedankje van Andy Gill definitief van de bühne stapt, keert laatstgenoemde zich nog even tot het publiek om met een handbeweging aan te geven wat al duidelijk was: ondanks het aanbod van fantastische nummers was het maar een matige bedoeling.

Muziek / Album

Opnieuw uitgevonden

recensie: K's Choice – The Phantom Cowboy

Soms is daar ineens een album dat even niet verwacht was. Zo voelt het nieuwe album van K’s Choice in ieder geval wel. Het net iets meer dan een half uur durende The Phantom Cowboy verbreekt de stilte – en hoe!

Om maar met de deur in huis te vallen – want dat doet K’s Choice duidelijk ook – het album The Phantom Cowboy pakt stevig uit. Het geluid van K’s Choice is niet lieflijk, het tempo ligt meteen hoog en de band vraag direct om alle aandacht. K’s Choice dendert letterlijk de huiskamer binnen met dit nieuwe album.

Niet de eerste de beste

Dat het album The Phantom Comboy geen katje is om zonder handschoenen aan op te pakken is, merken we als halverwege het album bij het titelnummer de teugels enigszins worden gevierd. K’s Choice heeft er een stevige hap van gemaakt.

Als we in de ontstaansgeschiedenis van het in één week opgenomen album duiken dan is het helemaal niet vreemd dat het album zo klinkt. Producer Alain Johannes, bekend van heel veel stoner rock uit California, zit aan de knoppen. Johannes is tevens een trouwe vriend van Dave Grohl en muzikant bij Queens of the Stone Age en Them Crooked Vultures. Hij produceerde albums voor Live, Mark Lanagan en Arctic Monkeys. Niet zomaar de eerste de beste, en zeker iemand die een stevig stempel drukt op The Phantom Cowboy.

Het geluid voldoet wel aan de eisen die broer en zus Bettens – die samen K’s Choice vormen – vooraf stelden aan de songs op dit album. Ze moesten allemaal bijdragen aan een goed live geluid van de band. Nou, met dit album kan K’s Choice gerust de festival podia aandoen als ze daar dit jaar geraken.

Steen op de maag

De songs schreven Gert en Sarah Bettens samen tijdens een intensieve schrijfsessie in Kapellen. Voorheen schreven ze hun composities altijd los van elkaar. Dit gekoppeld aan een krappe week opnamesessies, resulteert in een compact en vooral stevig album dat volgens de maatstaven van K’s Choice niet hun beste album zal zijn, want dat is altijd hun volgende album – zoals ze dat zelf altijd zeggen. Of het hun op één na beste album is valt te betwijfelen. Of de tijd zou de ware schoonheid van The Phantom Cowboy nog moeten ontsluiten. Voor nu zal het album het met het oordeel moeten stellen dat het een stoner rock album is geworden dat in eerste instantie als een steen op de maag is gevallen of als een brok in een plasje rimpelend water is.

K’s Choice heeft zichzelf misschien wel opnieuw uitgevonden, maar van de lieflijkheid waarmee de band zich ook vaak weet te vereenzelvigen, is nu nauwelijks nog een spoor van te bekennen. Recht-voor-zijn-raap-rock van een hoog niveau is even wennen. En och, misschien went het als je het album even luistert zonder dat je weet welke band je aan het werk hoort.

Live in Nederland:

27 juni Night At The Park, Den Haag
6 december, Effenaar, Eindhoven
7 december, Stadsschouwburg, Rotterdam
8 december, Oosterpoort, Groningen
9 december, Pardiso, Amsterdam
10 december, Doornroosje, Nijmegen

Kunst / Expo binnenland

Ik ben een man, wat nu?

recensie: Claiming Masculinity: ZERP Galerie 2015

Het mannelijk geslacht verkeert in onzekere tijden. Claiming Masculinity probeert in kaart te brengen hoe kunstenaars de man binnen hun werk een identiteit proberen toe te dichten.

Er heerst een verbod op het ware macho-schap. Mannen die nog stoer over willen komen ontsnappen niet aan het cynisme dat daarbij wordt geacht vertoond te worden. Vanuit een verkleinde tussenvorm van hun genre proberen veel mannen uit verschillende subculturen om beetjes aan masculiniteit terug te winnen.

Wie was hij?

Claiming Masculinity Erwin Olaf, Troy (serie Grief), 2007 achtergrond, Ronald Bal, Untitled, 2015

Erwin Olaf, Troy (serie Grief), 2007.

De tentoonstelling Claiming Masculinity in de ZERP Galerie vat het gevoel van onzekerheid, dat in het werk van diverse getoonde kunstenaars terugkeert. Enkele werken zijn doeltreffend en met vaste hand gemaakt. Ze proberen te tonen welke persoonlijkheden de man kan aannemen. Een mooi voorbeeld hiervan is het werk van Mathieu Ficheroux (1926-2003, Rotterdam), dat geometrische sculpturen onderbreekt met ongedefinieerde organische vormen. De werken zijn duidelijk seksueel getint, maar hebben nog geen uitgesproken rol opgeëist. Ze zijn masochistisch noch sadistisch; mannelijk, vrouwelijk, noch uniseks.

Ook het werk Troy (portret) uit 2007 van Erwin Olaf (1959, Hilversum) laat een begrip (rouw) zien dat niet lijkt te passen bij mannelijkheid. In een verneuteld vormgegeven vertrek zit een man rouwend op zijn knieën. De foto straalt veel rust uit, die zou verdwijnen als de man op zou staan. Op zijn knieën past hij nog net in de kamer, als ware die op de juiste maat gemaakt en ingericht.. Het is een té grote man die moet inschikken, maar ook zichzelf wil blijven.

Dwalende heren

De jonge kunstenaars Barry Marré (1980, Rotterdam) en Jelle Mollema (1978, Terneuzen) zijn onzeker in hun werk. De foto’s van Marré zijn gemaakt in een algemene, bekende stijl. Een drietal van de foto’s is met felle flits op een witte achtergrond geschoten. De andere werken lijken vluchtige momentopnames van een intieme relatie. Het zijn allemaal portretten. Beide series stralen een vertwijfeling uit over het hebben van een eigen stijl. Ze maken gebruik van veel bekende beelden en durven daar nog geen eigen stem in te laten weerklinken.

Claiming Masculinity Barry Marré, The Last Boys (6, 7, 8 en 9), 2014

Barry Marré, The Last Boys (6, 7, 8 en 9), 2014.

Mollema is huisfotograaf van Schorem (Haarknipper en barbier) in Rotterdam. In zijn portretten maken de bebaarde barbieren gebruik van visuele attributen, zoals snorren, whisky en tatoeages, die soms geheel tegengestelde betekenissen dragen. Ze staan symbool voor een onzekerheid die zich heftig uit. Een portret van Mollema dat naast Marré’s werken hangt, heeft de clichématige retro-stijl ingeruild voor een beschouwelijke methode die veel doet denken aan de portretten van Thomas Ruff. Net als in het werk van Marré lijkt de angst voor een consequente stijl overheersend.

Weten niet te weten

In Claiming Masculinity geven veel onvaste werken een indruk van de wanhopige pogingen die mannen ondernemen om hun imago terug te winnen. Een klein aantal ervaren kunstenaars houdt het thema duidelijk. Geen denkbare opstelling had het thema beter kunnen sieren. De werken worden gekend door het ontbreken van een identiteit en daarmee legt Claiming Masculinity de vinger op de zere plek.

Boeken / Fictie

Wat kan de wereld toch mooi zijn

recensie: Recensie: Graeme Simsion - Het Rosie Effect

Soms kun je bijna niet onder woorden brengen waarom een verhaal je grijpt, je laat lachen, je laat fantaseren, je zo in vervoering brengt dat je tot diep in de nacht doorleest. Zulke verhalen zijn niet om over te vertellen, maar zijn er om te beleven.

Don Tillman is een briljante, autistische Professor in genetica. In deel I van de Rosie-serie, Het Rosie project, ging hij op zoek naar een echtgenote die om kan gaan met zijn rariteiten en zijn ‘afwijkende’ gedachtegangen. En met de absurde, ongemakkelijke en ronduit genante situaties waar hij in terecht komt. Die vrouw werd Rosie.

Onder je huid

In dit vervolg zijn Don en Rosie getrouwd en hebben ze het uitstekend samen. Don heeft wat van zijn vaste patronen ingeleverd en kan een lichte dosis hectiek hebben. Rosie houdt van Don juist vanwege zijn gekkigheden. Ze heeft geleerd met hem in zijn taal te communiceren. Maar dan komt Rosie met heftig nieuws: ze is zwanger. Don is geschokt. Om grip te krijgen op de situatie bijt hij zich vast in de technische aspecten van de zwangerschap en laat hij Rosie alleen met het emotionele proces, waardoor zij gaat twijfelen aan zijn kwaliteiten als vader.

Simsion creëert een natuurlijke balans tussen bizar en humoristisch, waardoor je je simpelweg rotlacht om de droogklotische Don. Dat alleen maakt het lezen van dit boek het meer dan waard, maar er is meer. Veel meer. De auteur laat je inleven in een geweldige man wiens hersenen net even wat anders geprogrammeerd zijn.

Vóór haar zwangerschap ging Rosie soms vroeg naar bed, als ze uitgeput of dronken was, terwijl ze op andere dagen bleef doorleren tot na 01.00 uur ’s nachts, waarna ze opgewekt het bed in stapte en zelfs nog een gesprek wilde aanknopen. Om 01.00 uur ’s nachts! Soms had ze ook zin in seks, waarop ik mijn routine aanpaste en extra slaaptijd inplande voor de volgende nacht.
Ik was het inmiddels gewend om te worden gewekt en slaagde er over het algemeen in binnen een paar minuten weer in slaap te vallen. Maar het cumulatieve effect kom niet worden genegeerd, dus ik werd gedwongen mijn bedtijd dertien minuten te vervroegen.

Don weet heel goed wat zijn tekortkomingen zijn en je krijgt een mooi, zuiver en soms verdrietig beeld van hoe hij zichzelf ziet. Hoe hij de wereld ziet en zijn plaats daarin. Hoe hij worstelt om mee te doen met de standaarden. En niet alleen mee te doen, maar deze ook te begrijpen en te interpreteren. Want sociale interacties die gebaseerd zijn op emoties zijn in Dons oogpunt irrelevant, inefficient en onnodig. Hij neemt de lezer mee in zijn gedachtes, zijn ontdekkingen, en wekt daarmee ontzettend veel sympathie op. Doordat je in zijn hoofd zit, ga je hem niet alleen doorzien, maar ook waarderen en ja, liefhebben.

Gunning van een happy end

De wereld van iemand in het autistisch spectrum en zijn manier van denken, wordt nóg beter neergezet dan in het eerste boek. Het verhaal is een stuk droeviger dan Het Rosie project omdat er meer op het spel staat. Het is daardoor echter, eerlijker, ronder, voller. Het laat zien dat de omgang met iemand met autisme echt verdomde lastig kan zijn omdat je de ‘normale’ omgangsregels niet van hem kan verwachten. En vice versa voor diegene om iemand van wie hij houdt voldoende emotionele steun te bieden in een periode waarin dat belangrijk is.

Dat zorgt voor een spanningsveld die meer emoties oproept en daardoor wil je alleen maar sneller doorlezen om te zien wat voor bizarre oplossing Don nu weer verzint. En of de geliefden het redden. Want een gelukkig verhaal is ze van harte gegund. En jou als lezer ook.

Theater / Reportage
special: Griffioen/Zuidplein Cabaretfestival 2015

IJzersterk duo Roovers & Van Leeuwen wint Griffioen/Zuidplein 2015

De negende editie van het Griffioen/Zuidplein Cabaret Festival heeft met Roovers & Van Leeuwen een terechte winnaar opgeleverd. Het duo verraste met prachtig en sterk samenspel op zeer hoog niveau. De eigenzinnige solist Mark Waumans ging er vandoor met de publieksprijs.

Het gastopreden van Tim Fransen duurde twee keer zo lang als gepland; een teken dat de jury de tijd heeft genomen om een winnaar aan te wijzen. De jury merkte op dat het niveau erg hoog was en dat de vijf kandidaten ‘zeer aan elkaar gewaagd’ waren. Dit gold zeker voor de eerste en de laatste act, respectievelijk Roovers & Van Leeuwen en Mark Waumans.

Een mooie toekomst
Roovers & Van Leeuwen zijn Meeuw Roovers en Robert van Leeuwen, beiden bijna afgestudeerd aan de Koningstheateracademie in Den Bosch. Jawel, dezelfde academie waar de winnaar van het Leids Cabaret Festival zijn opleiding volgde: Thijs van de Meeberg. Goede reclame dus, ook nadat de nieuwste programma’s van oud-studenten Pieter Derks en Louise Korthals lovend werden ontvangen. Hoewel Roovers & Van Leeuwen pas aan begin staan van hun carrière, belooft het winnen van dit festival een mooi vooruitzicht. Wellicht kunnen ze volgend jaar in de voetsporen treden van Van de Meeberg?

~

Hoewel het verleidelijk is om allerlei vergelijkingen te maken met andere cabaretduo’s, zou dat Roovers & Van Leeuwen ernstig tekort doen. Deze jongens staan op zichzelf en het leuke is dat ze het maken van theater als uitgangspunt nemen. Termen als ’theaterwetten’, ‘vierde wand’ en ‘spelaanbod’ komen voorbij, wat een prettig startschot is voor de eerste act van de avond. Niet alleen het niveau, ook het tempo is hoog. In een kwartier komen meerdere sketches aan bod, van het raden van namen tot het ultiem uitbeelden van onafgemaakte moppen. Speltechnisch uitmuntend, van begin tot eind.

De tweede act wordt verzorgd door de tekstueel zeer sterke Thjum Arts, die zich geëngageerd toont door regelmatig in te haken op de actualiteit. Met leuke anekdotes over schoenen kopen en reizen met het OV windt hij het publiek om zijn vinger. Toch is duidelijk dat hij nog veel uren moet maken om zich helemaal lekker te voelen op het toneel; zijn motoriek is nog wat onwennig en het bewustzijn nog te groot, maar hij heeft het zeker in zich om een goede stand-upper te worden.

Weinig nieuws
Dorothée de Rooy is de enige vrouw in het gezelschap der finalisten. Ze neemt het leven als prinses van de Grachtengordel op de hak, door het als een sprookje voor te lezen uit een boek. Een ogenschijnlijk interessant begin, maar veel verder dan clichés over relatieproblemen gaat het eigenlijk niet. Het is ‘eentonig’ en ‘mist dynamiek’, aldus de jury, en daarmee geen kanshebber voor beide prijzen.

Dan Philip de Leeuwe. Hij won vorig jaar het Amsterdams Studenten Cabaret Festival, onder meer door zijn opening geheel opnieuw te spelen onder begeleiding van de hit van de Jackson 5, Can You Feel It (Philip)? Maar dat was vorig jaar. Heeft hij zich artistiek ontwikkeld? Nou nee. Hoewel het publiek zich vrij gemakkelijk laat verleiden tot ritmisch geklap en gezang, heeft De Leeuwe daarna weinig meer te bieden. Jammer, want hij kan zeker meer dan hij nu heeft laten zien.

Minimaal met groots effect
Als laatste act stond Mark Waumans op het programma. Slechts bijgestaan door een enkele spot en zijn bril, voert hij zijn hele show op binnen de vierkante meter. Zijn grappen vullen echter de gehele zaal met gelach; van solliciteren als hobby tot schapen tellen, van foto’s nemen met je iPad tot bijpinnen bij het goede doel. Waumans zoekt de grenzen op, maar komt er telkens mee weg. Toch heeft sympathie de overhand: hij is een vlotte verteller en komt met originele invalshoeken. Het publiek eet uit zijn hand. Met de publieksprijs heeft hij in elk geval een aanmoediging om door te gaan, want talent heeft Waumans zeker.

Dat geldt uiteraard ook voor de winnaars van het festival, Roovers & Van Leeuwen. Voor wie nieuwsgierig is naar de avondvullende voorstelling: de première van Alles Behalve Liefde is op 29 mei in Tilburg.

Kunst / Expo binnenland

Sprekende beelden?

recensie: World Press Photo 15

Het vastleggen van de meest weerzinwekkende, indringende, mooie en vooral unieke momenten, dat is het doel van de persfotografen die meestreden voor World Press Photo 15. De winnaars van deze jaarlijkse, internationale wedstrijd zijn nu te bewonderen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

Wand met foto's van de afgelopen 60 jaar

Wand met foto’s van de afgelopen 60 jaar

De tentoonstelling bevat 148 indrukwekkende persfoto’s in acht verschillende categorieën:  Algemeen nieuws, Dagelijks leven, Hard nieuws, Hedendaagse kwesties, Langetermijn-projecten, Natuur, Portretten en Sport. Foto’s in de categorie Hard nieuws zijn het meest aangrijpend.

Bij binnenkomst wordt de bezoeker verwelkomd door de foto van de Deense jaarwinnaar Mads Nissen. Een leuke toevoeging is de achterkant van deze enorme foto, die bestaat uit een overzicht van de winnaars van de afgelopen zestig jaar. De ontwikkeling van de persfotografie is hier duidelijk zichtbaar. Van zwart-wit foto’s naar kleur en weer terug, naar meer interpretatieve beelden aan het einde van de reeks.

Jerome Sessini, Crime without punishment, 17 july 2014, Magnum Photos for Time/ De standaard (eerste prijs Stories, Spot News)

Jerome Sessini, Crime without punishment, 17 july 2014, Magnum Photos for Time/ De standaard (eerste prijs Stories, Spot News)

Vernieuwing laat beeld minder spreken

De zwevende weergave zorgt er voor dat de foto’s goed tot hun recht komen. Bovendien werkt het ook functioneel, als bezoeker kun je onder de beelden door al zien of er een plek vrij is. Het kan namelijk erg dringen zijn om eens goed te kunnen kijken. Dit wordt versterkt door de nieuwe toevoeging dit jaar, waarbij de bezoeker een code kan scannen met hun telefoon, om zo nog meer informatie te krijgen, naast de gebruikelijke tekstbordjes bij de foto. Spijtig, want door deze overvloed aan informatie is het voor de bezoeker moeilijker om alleen het beeld op zich in te laten werken, om zo de foto het woord te laten doen. Een persfoto zou in één oogopslag het verhaal moeten kunnen vertellen, dit wordt door de informatie eromheen  een stuk moeilijker gemaakt.

Yongzhi Chu, Monkey training for a circus, 29 november 2014, Suzhou, Anhui Province, China (eerste prijs categorie Natuur)

Yongzhi Chu, Monkey training for a circus, 29 november 2014, Suzhou, Anhui Province, China (eerste prijs categorie Natuur)

De harde waarheid

Het zal niet verbazen dat de foto’s erg indrukwekkend zijn. Visueel wordt de bezoeker nog eens herinnerd aan, vooral, de gruwelijkheden die in het nieuws voorbij gekomen zijn. Zo is het beeld van een passagier uit het vliegtuig MH17 confronterend vastgelegd door Jérôme Sessini. Ook minder door de Nederlandse pers uitgelichte situaties zijn verbeeld, bijvoorbeeld het aapje dat traint voor het circus. Vastgeketend aan zijn fietsje kijkt hij vol angst op naar zijn trainer, die hem dreigend nadert met een zweep in zijn handen. De beelden hebben geen uitleg nodig, ze zijn een verhaal op zichzelf.

Juist doordat de foto’s zo sprekend zijn, of juist zo persoonlijk in te vullen door mensen, is het jammer dat de organisatie er voor gekozen heeft het nieuwe technische snufje aan de tentoonstelling toe te voegen. Hierdoor verliezen de beelden hun essentie, wat betreurenswaardig en vooral onnodig is. Er is immers al voldoende informatie beschikbaar naast de beelden zelf, mocht de bezoeker de afbeelding niet gelijk kunnen plaatsen. Toch grijpen de foto’s je weer en zou het pas echt een gemiste kans zijn om dit jaar World Press Photo over te slaan.

 

Boeken / Fictie

Ali Smith ziet alles dubbel

recensie: Ali Smith - Het een als het ander

Het nieuwste boek van Ali Smith bestaat uit twee delen en kan op verschillende manieren gelezen worden. Er wordt met taal geëxperimenteerd, met perspectieven geschoven en de personages staan in een bijzondere verhouding tot elkaar. De uitkomst is een tot de verbeelding sprekende roman.

De ene helft van de oplage van Het een als het ander begint met het verhaal van de zestienjarige Georgia in de huidige tijd in Engeland, de andere helft vangt aan met de geschiedenis van de frescokunstenaar Francesco del Cossa in het Italië van de vijftiende eeuw. Lezers beginnen met het ene of met het andere deel, wat een verschillende leeservaring oplevert en zal bijdragen aan de dynamiek in menige leesclubbespreking. De delen grijpen in elkaar als een stevige omarming en worden door Smith op indringende wijze gepresenteerd.

Visionaire blik

Beginnend in de Italiaanse Renaissance volgen we de schilder Francesco die vanaf zijn geboorte door zijn vader gepusht wordt om kunstenaar te worden. Hij blijkt een talentvolle tekenaar die gaandeweg – en door een verrassende misleiding – uitgroeit tot beroemd frescoschilder. Er is weinig meer van hem bekend dan zijn fresco’s in Ferara die hij, in opdracht van de hertog, in een plaatselijk paleis heeft geschilderd. De nogal hoogmoedige Franceso heeft in zijn schilderpraktijk te maken met een weerbarstige opdrachtgever, een eigenzinnige assistent en een geniale concurrent.

Smith laat Francesco met een visionaire blik naar de hedendaagse George (zoals Georgia wordt genoemd) kijken. Haar moeder is onlangs overleden en het verdriet zorgt dat het gezin in een wat losgeslagen toestand achterblijft: een alcoholische vader en een gevoelig broertje geven George een grote verantwoordelijkheid. In haar eenzame momenten denkt ze terug aan de reis met haar moeder naar Ferara, waar ze de fresco’s van Del Cossa hebben bewonderd.

Dubbel

Het is de taal van Smith die in een wervelende stroom van woorden een impressionistisch beeld van de wereld geeft. De wijze waarop ze – met een eigenzinnig gebruik van interpunctie, die soms helemaal ontbreekt – de wederwaardigheden van de schilder optekent, het heen en weer bewegen tussen realiteit en visioen, is op een speelse en haast intuïtieve manier tot stand gebracht. In zijn verbeelding beschouwt Francesco George in haar stille rouw terwijl hij ondertussen werkt aan het realiseren van zijn eigen fantasie op de muren van het paleis: ‘want het leven van schilderen en scheppen is een kwestie van tweevoudige kennis waardoor je eigen handen jou een wereld onthullen waarvoor je geestesoog, je bewuste oog, vaak blind is’.

Die dubbelheid in perspectief vormt tevens de basis voor deze roman. George wordt in Ferara door het werk van Francesco gegrepen en probeert zoveel mogelijk informatie te verzamelen om een werkstuk over de kunstenaar te maken. Op dit punt aanbeland brengt Smith een nieuwe laag aan in het verhaal: wordt het leven van Francesco door George beschreven met de vergaarde kennis of vanuit haar verbeelding? Wat was er eerst? Vervolgens wordt duidelijk dat de omdraaiing van de twee boekdelen een uitgekiende strategie van de schrijfster is.

Gaan dingen gewoon weg? zegt haar moeder. Bestaan dingen die zijn gebeurd niet, of niet meer, alleen omdat wij ze niet voor onze neus kunnen zien gebeuren? Ze bestaan niet meer als ze zijn afgelopen, zegt George.

Seksen

Het een als het ander gaat vooral over kijken en bekeken worden. In een grote zwaai worden tijdgrenzen overschreden en vervlecht Smith twee werelden die veelal bestaan uit dubbele elementen die in beide verhalen voorkomen. Dat ze hier vooral de identiteitsverwarring tussen de seksen een grote rol geeft is, gezien haar eerdere werk, niet verwonderlijk. Ook George, met haar jongensnaam, raakt in verwarring op het moment dat haar vriendin H. haar probeert te zoenen. Of is dit slechts de verbeelding van de beschouwer?

Met enige gekunsteldheid heeft Ali Smith een roman geschreven die in taal en inhoud een behoorlijke opgave zal zijn voor menig lezer. Hier geen lineaire vertelling met een kop en een staart, maar een avontuur dat de zintuigen op de proef stelt en fantasie en werkelijkheid indrukwekkend samenvoegt. Of beter gezegd, zoals George het geheel weet samen te vatten: ‘maar er is altijd meer te zien, als je kijkt’.

Muziek / Album

De schokgolven van een pijnlijke breuk

recensie: Björk - Vulnicura

Als na meer dan tien jaar je liefdesrelatie eindigt, is dat een enorme aanslag op je leven. Zo ook voor Björk, op wiens laatste album, Vulnicura, de schokgolven doorklinken van haar pijnlijke breuk met de Amerikaanse kunstenaar Matthew Barney.

Het levert het eerlijkste en meest gekwelde album op dat de eigenzinnige IJslandse artieste ooit maakte. Over hortende en stotende elektronica en door Björk zelf gecomponeerde strijkersarrangementen doet ze haar ontroerende verhaal. Om het allemaal nog pijnlijker te maken deelt ze in het cd-boekje precies mee hoeveel maanden de nummers, die grotendeels op chronologische volgorde blijken te staan, voor of na de breuk geschreven werden. Zo word je genadeloos meegesleurd in haar verhaal vol twijfel, intens verdriet, en uiteindelijk toch acceptatie.

Verzuipen in ellende

Show me emotional respect / I have emotional needs / I wish to synchronise our feelings” smeekt ze in het openingsnummer ‘Stonemilker’ (“9 months before”), begeleid door melancholische strijkers en holle percussie. Haar woorden, gezongen met de kracht die we van Björk gewend zijn, steken dwars door je heen. Het mag echter niet baten: “These abstract complex feelings / I just don’t know how to handle them“, worstelt ze verder in ‘Lionsong’ (“5 months before”).

Bij het vierde nummer is het misgegaan: in de tien minuten durende bak ellende ‘Black Lake’ (“2 months after”) verzuipt ze in haar ellende, terwijl het muzikale landschap verduistert en elektronische spasmes de kop opsteken. “My soul torn apart / My spirit is broken / Into the fabric of all / He is woven“, zingt ze. Maar er zijn ook boze verwijten: “Family was always our sacred mutual mission / Which you abandoned / You have nothing to give / Your heart is hollow“. Het is een verwijt dat terugkeert in het moeizaam uit de speakers druipende ‘Family’, waarin ze letterlijk rouwt om de dood van het gezin dat nooit zal bestaan.

Vrede met de situatie

Bij ‘Atom Dance’, dat een gastbijdrage bevat van niemand minder dan Antony Hegarty (van Antony and the Johnsons), lijkt het licht uiteindelijk toch enigszins terug te keren. Hoewel je niet bepaald kunt spreken van vrolijkheid in de spannende muziek en serieuze teksten, lijkt Björk enigszins vrede te krijgen met de situatie: “I am dancing towards transformation / Learning by love to open it up / Let this ugly wound breathe / We fear unconditional heart space / Healed by atom dance“.

Dat het verhaal door de directheid van Björks goed gekozen woorden, haar krachtige stem, en de soms stemmige, soms spannende muziek erg indrukwekkend is, moge duidelijk zijn. Het is daardoor alleen jammer dat een enkel nummer soms net wat te traag en stroperig is, waardoor enkele van de langere tracks enigszins langdradig aanvoelen. Aan de andere kant past die taaiheid juist uitstekend bij het gevoel dat je jezelf over een lijdensweg sleept. Het loodzware Vulnicura is om die reden geen gemakkelijk album en komt alleen goed tot zijn recht als het met aandacht wordt beluisterd. Als je dat dan doet, is de conclusie wel dat Björk, na meer dan twintig jaar meedoen in de alternatieve wereldtop, nog steeds iemand is om rekening mee te houden.

 

Boeken / Fictie

Thriller zonder verrassingen

recensie: Recensie: Ethan Cross - Ik ben de nacht

Wie een thriller openslaat hoopt op een verhaal dat de lezer van cliffhanger naar cliffhanger voert. Ik ben de nacht probeert dat effect ook te bewerkstelligen, maar het gebrek aan schrijverskwaliteiten nekt het boek.

Marcus verhuist naar het Amerikaanse plaatsje Asherton wanneer hij het huis van zijn tante erft. Hij wordt verliefd op de dochter van de plaatselijke sheriff die zijn moordlustige neigingen op zware criminelen botviert. Wanneer Marcus het geheim van de sheriff ontdekt moet ook hij vrezen voor zijn leven.

Twee gekken

Ondertussen houdt ook de beruchte seriemoordenaar Francis Ackerman huis in Asherton. De verwantschap die Ackerman voelt als hij Marcus voor het eerst ziet, zorgt ervoor dat hij Marcus wil betrekken in zijn bloedlustige spelletjes. Marcus moet er alles aan doen om niet in de handen van een van deze gekken te vallen.

Het samenzweerderige sfeertje in Ik ben de nacht is zeker vermakelijk. De macht van de sheriff is groot en daarom moet Marcus iedere keer twee keer nadenken voor hij iemand in vertrouwen neemt. Daarnaast is seriemoordenaar Ackerman een fascinerend personage. Zijn vader heeft bij wijze van experiment een moordenaar van hem gemaakt. Bij iedere moord die Ackerman pleegt speelt zijn geweten op, maar uit angst voor zijn overleden, sadistische vader kiest hij toch steeds weer voor het kwaad.

Trucje

Ackerman is echter het enige personage dat diepte krijgt. Andere personages komen niet tot leven en blijven bedroevend vlak. Zelfs hoofdpersonage Marcus leren we – ondanks de vele hoofdstukken die vanuit zijn gezichtspunt zijn geschreven – amper kennen. Sterker nog, Ethan Cross verzwijgt regelmatig belangrijke gedachten en ideeën die personages meer substantie hadden kunnen geven. Ook al lezen we vanuit Marcus’ gezichtspunt, de gedachten die latere plotwendingen zouden kunnen verraden worden achterwege gelaten.

Zo komt het meerdere keren voor dat Marcus in zee gaat met iemand die achteraf een slechterik blijkt te zijn. Marcus’ eerste reactie is dan dat hij dat allang wist. Het doet je afvragen of een andere vertelstijl niet beter had gepast bij het verhaal dat Cross wil vertellen. Nu is het hoofdpersonage eendimensionaal, ongeloofwaardig én het verrassingselement wordt alsnog om zeep geholpen, omdat je het trucje van Cross snel doorhebt.

Voorspelbaar

Er zijn nog meer dingen die Ik ben de nacht voorspelbaar maken. Zo gebeuren er aan het begin van het boek dingen die niet erg logisch zijn en niet goed verantwoord worden. Verdacht natuurlijk, zeker wanneer je een thriller leest en je weet dat de auteur een aantal mindfucks voor je in petto heeft. Wanneer blijkt dat deze gebeurtenissen inderdaad niet zijn wat ze lijken, voert teleurstelling de boventoon. Dat soort dingen stoort te veel om Ik ben de nacht met plezier te lezen. Alle hoop op onverwachte ontknopingen steeds weer de grond ingeboord. En wat is nu een thriller zonder verrassingen?