Kunst / Expo binnenland

Ik ben een man, wat nu?

recensie: Claiming Masculinity: ZERP Galerie 2015

Het mannelijk geslacht verkeert in onzekere tijden. Claiming Masculinity probeert in kaart te brengen hoe kunstenaars de man binnen hun werk een identiteit proberen toe te dichten.

Er heerst een verbod op het ware macho-schap. Mannen die nog stoer over willen komen ontsnappen niet aan het cynisme dat daarbij wordt geacht vertoond te worden. Vanuit een verkleinde tussenvorm van hun genre proberen veel mannen uit verschillende subculturen om beetjes aan masculiniteit terug te winnen.

Wie was hij?

Claiming Masculinity Erwin Olaf, Troy (serie Grief), 2007 achtergrond, Ronald Bal, Untitled, 2015

Erwin Olaf, Troy (serie Grief), 2007.

De tentoonstelling Claiming Masculinity in de ZERP Galerie vat het gevoel van onzekerheid, dat in het werk van diverse getoonde kunstenaars terugkeert. Enkele werken zijn doeltreffend en met vaste hand gemaakt. Ze proberen te tonen welke persoonlijkheden de man kan aannemen. Een mooi voorbeeld hiervan is het werk van Mathieu Ficheroux (1926-2003, Rotterdam), dat geometrische sculpturen onderbreekt met ongedefinieerde organische vormen. De werken zijn duidelijk seksueel getint, maar hebben nog geen uitgesproken rol opgeëist. Ze zijn masochistisch noch sadistisch; mannelijk, vrouwelijk, noch uniseks.

Ook het werk Troy (portret) uit 2007 van Erwin Olaf (1959, Hilversum) laat een begrip (rouw) zien dat niet lijkt te passen bij mannelijkheid. In een verneuteld vormgegeven vertrek zit een man rouwend op zijn knieën. De foto straalt veel rust uit, die zou verdwijnen als de man op zou staan. Op zijn knieën past hij nog net in de kamer, als ware die op de juiste maat gemaakt en ingericht.. Het is een té grote man die moet inschikken, maar ook zichzelf wil blijven.

Dwalende heren

De jonge kunstenaars Barry Marré (1980, Rotterdam) en Jelle Mollema (1978, Terneuzen) zijn onzeker in hun werk. De foto’s van Marré zijn gemaakt in een algemene, bekende stijl. Een drietal van de foto’s is met felle flits op een witte achtergrond geschoten. De andere werken lijken vluchtige momentopnames van een intieme relatie. Het zijn allemaal portretten. Beide series stralen een vertwijfeling uit over het hebben van een eigen stijl. Ze maken gebruik van veel bekende beelden en durven daar nog geen eigen stem in te laten weerklinken.

Claiming Masculinity Barry Marré, The Last Boys (6, 7, 8 en 9), 2014

Barry Marré, The Last Boys (6, 7, 8 en 9), 2014.

Mollema is huisfotograaf van Schorem (Haarknipper en barbier) in Rotterdam. In zijn portretten maken de bebaarde barbieren gebruik van visuele attributen, zoals snorren, whisky en tatoeages, die soms geheel tegengestelde betekenissen dragen. Ze staan symbool voor een onzekerheid die zich heftig uit. Een portret van Mollema dat naast Marré’s werken hangt, heeft de clichématige retro-stijl ingeruild voor een beschouwelijke methode die veel doet denken aan de portretten van Thomas Ruff. Net als in het werk van Marré lijkt de angst voor een consequente stijl overheersend.

Weten niet te weten

In Claiming Masculinity geven veel onvaste werken een indruk van de wanhopige pogingen die mannen ondernemen om hun imago terug te winnen. Een klein aantal ervaren kunstenaars houdt het thema duidelijk. Geen denkbare opstelling had het thema beter kunnen sieren. De werken worden gekend door het ontbreken van een identiteit en daarmee legt Claiming Masculinity de vinger op de zere plek.