Theater / Voorstelling

Dédé zoekt de weg

recensie: Dédé le taxi (Theater Antigone/Veenfabriek/La Compagnie du Tire-Laine)

Dédé de taxichauffeur rijdt altijd ’s nachts. Hij houdt van de donkere wereld, dan hebben de mensen minder haast. Dédé brengt ze thuis, en vertelt ze zijn verhalen. De verhalen van de straten van de stad. Ook luistert hij naar de verhalen van de mensen op zijn achterbank. De verhalen van het leven, van de dood en de liefde, en van alles wat daar tussen is. Theater Antigone brengt Dédé le taxi.

~

Dédé doet aan geheugentraining. In zijn hoofd heeft hij een ongelofelijke hoeveelheid feiten en weetjes. Over de stad, haar geschiedenis, haar bewoners, over elektronische apparaten en over het hoe en waarom de dingen zijn geworden wat ze zijn. Ondertussen laten de verhalen van zijn passagiers hem de binnenkant van het leven zien. Het leven, dat zich niet zo makkelijk laat ontleden als een strijkbout, of een stadsplan, of de tochten van Napoleon. Want wat is wreedhied? Wat is liefde? Wat willen vrouwen? En wat zijn dromen? Dédé heeft een zwerversjongen geadopteerd waarvoor hij zorgt, en die hij onderwijst als een zoon. Wat zal Dédé hem leren, en waarom?

Multimediaal

~

‘Multimediaal’ belooft de programmafolder, en ondergetekende houdt wel van spektakel. Maar dat hippe woord ben ik glad vergeten tijdens deze kleine, haast toevallige voorstelling met slechts twee acteurs: Jos Verbist en Djamel Hadjamar. Toch ontbreekt het echt niet aan multimedia. Mooie muziek: eigentijds raffinement met scherpe zigeunerziel, een samenwerking tussen de Veenfabriek en La compagnie du Tire-Laine. De zeven muzikanten nemen aan de voorstelling deel als wonderlijke stadsnomaden. Ook is er een niet te missen scherm, met mooie filmbeelden van Peter Monsaert, dat moeiteloos de autoruit wordt, waarachter de zwarte wereld voorbij glijdt. Of de achteruitkijkspiegel waarin de strak gekaderde portretten van de passagiers opdoemen om hun verhaal te vertellen. Misschien komt het ook door de teksten van acteur/schrijver Josse de Pauw, meester van het bijzondere in het gewone. Maar steeds wordt er de kleine wereld van een auto in de nacht geschapen. De ruimte tussen licht en donker, de ruimte voor verhalen.

Weten en wijsheid

Aan het eind van de voorstelling is de nacht ten einde en breekt de dag weer aan. Het wordt licht, de wereld wordt wakker, het rumoer komt op gang en Dédé en zijn zoon gaan slapen. “Slaap nog wat jongen,” bromt Dédé hem toe. Wat is het verschil tussen droom en werkelijkheid? Tussen kennis en wijsheid? Weten en verwachten? Tussen instinct en intuïtie? En wat is wreedheid? Wat is liefde? Wat willen vrouwen? En wat zijn dromen? Wat moet er geleerd worden, en waarom? Dat vroeg ik me op de terugweg af. En achter de donkere autoruit gleed de wereld voorbij.

Dédé le taxi wordt nog tot en met 22 januari 2005 in Nederland opgevoerd.

Muziek / Album

Te hoge verwachtingen?

recensie: Razorlight - Up All Night

Na de meest recente editie van Lowlands waren de berichten rondom Razorlight duidelijk: deze band moest je gezien hebben. Meestal moet je dit soort berichten met een korreltje zout nemen, maar ook maanden later bleven de geruchten gonzen. Razorlight was de veelbelovende sensatie uit Engeland. Maar bij het beluisteren van Up All Night krijg je steeds meer de indruk dat dit de Londense tegenhanger van het succes uit het noorden moest worden. Het werd per luisterbeurt duidelijker dat de Britse muziekpers weer eens een zeepbel geblazen had. Jammer genoeg bleek er niemand de vinger te bieden die de zeepbel door ging prikken.

~

De dagen waarin je berichtgevingen uit Engeland moest geloven zijn geteld. Zeker als het gaat om popmuziek. Week na week staat er een nieuwe Engelse band op, die een week later aan de kant wordt geschoven voor een nieuwe hit. Deze keer zijn het Kasabian of The Go! Team of the 22-20s die de eventuele leemte van Razorlight zouden kunnen vullen. Maar voor dit moment heeft nog Razorlight genoeg poten onder zich om zich staande te houden in deze woelige tijden. Dat ligt waarschijnlijk aan de jonge uitstraling van de band. Om de conspiracy theory compleet te maken is misschien deze uitstraling de reden waarom ze onderdak hebben gevonden bij Vertigo/Mercury (o.a. Bon Jovi en Dire Straits), zodat de jonge en hippe telg Razorlight de platenmaatschappij een beetje van zijn ouwe-lullenimago af kan helpen.

Slap aftreksel

Eerlijkheidshalve dient te worden gezegd dat Razorlight wel goed is, maar niet goed genoeg om de hype waar te maken. Ze spelen een rustige variant van de muziek van de immens populaire Libertines. De piepjonge zanger Johnny Borrell draagt bijna pratend zijn teksten voor, over de springerige manier van spelen heen. Wanneer hij een poging doet om te zingen hoor je invloeden van The Cure voorbij komen. Het heeft soms wat weg van The Strokes of the Velvet Underground. Verder moet de invloed van Blondie tijdens haar CBGB’s periode genoemd worden. Razorlight mixt deze invloeden tot een bepaalde muzikale melange, waarbij steevast de pit en de energie van de voorbeelden ontbreekt.

Verstoffen in de kast

De single Up All Night is bovenal sterk te noemen. Het spijtige is echter dat het ook duidelijk het beste nummer van de plaat is. Het probleem is echter dat Razorlight het veerkrachtige dat ze live hebben, nauwelijks weten om te zetten op de plaat. Zo nu en dan is er een lichtpuntje te ontdekken, bijvoorbeeld bij het enigszins breekbare Fall, Fall, Fall, tevens het laatste nummer van de plaat. Ook To the Sea, Which Way Is Out en Golden Touch geven een beetje kleur aan Up All Night, maar helpen geen van allen de indruk van de plaat te verbeteren. Wie de berichtgeving laat voor wat het is en het debuut met een minder grote verwachting gaat beluisteren, zal er waarschijnlijk meer plezier aan beleven. Maar of dat plezier lang zal duren valt te betwijfelen. Volgend jaar staat Up All Night waarschijnlijk te verstoffen in de platenkast.

Kunst / Expo binnenland

Curry in het museum

recensie: Rirkrit Tiravanija - A Retrospective (Tomorrow Is Another Fine Day)

De van origine Thaise kunstenaar Rirkrit Tiravanija (spreek uit: Tie-ra-va-nee-dja) woont en werkt in New York, Thailand en Berlijn. Als zoon van een diplomaat leerde hij zichzelf al vroeg een nomadische levenshouding aan. Rirkrit Tiravanija verwierf begin jaren negentig bekendheid door meerdere performances. Hij ging in galeries en musea Thaise maaltijden koken, om de onleefbaarheid aan te tonen van de stereotype ‘white cube’, die sinds de hoogtijdagen van het modernisme in galeries en musea zetelt.

~

Rirkrit is een van de grootste voorvechters van het dagelijks leven in de kunst weer te geven. Hij kookte daarom ook niet zozeer als een performance (om naar te kijken), maar om het gehele publiek mee te laten doen. Op deze manier worden de bezoekers van een tentoonstelling niet alleen een participant van het kunstwerk, maar in bepaald opzicht ook een deel van het kunstwerk. Zo heeft hij verschillende installaties gemaakt waarin hij de sociale aspecten van de bezoekers op de voorgrond probeerde te brengen. Waaronder een supermarkt, een currykeuken, een oefenruimte voor bands, een exacte kopie van zijn New Yorkse appartement (24 uur per dag open, voor iedereen toegankelijk).

Verwachtingen doorbreken

~

Wat zou je dan kunnen verwachten op de eerste overzichtstentoonstelling van een kunstenaar in wiens werk de sociale aspecten de belangrijkste rol spelen? Een video of foto’s van de ‘performances’, restanten van de maaltijden die hij z’n publiek heeft voorgeschoteld, misschien zelfs wel kopieën van installaties die hij heeft gemaakt? Al deze vormen lijken toch niet geheel te kunnen omvatten waar het in zijn werken om ging: de sociale aspecten van een kunstwerk. Dus wat laat hij wel zien? Nou: bijna niets!

Fantasie

Hij laat enkel en alleen de afmetingen van de plekken zien waar de performances en installaties hebben gestaan. Verder wordt er soms op een theatrale manier een performance gehouden, zijn er rondleidingen zoals bij vrijwel elk andere expositie (soms door Rirkrit zelf), en is er een audiofoon (zo’n museumwalkman) te lenen met informatie over de voorbijgegane tentoonstellingen. Rirkrit meent dat het opnieuw opbouwen van z’n installaties geen zin heeft, omdat de installaties eenmalige gebeurtenissen zijn geweest voor enkele mensen. Het unieke karakter zou onmogelijk na te maken zijn. Wat er in het Boijmans te ‘zien’ is, vraagt dan ook wel erg veel van het inlevingsvermogen, fantasie en het geduld van de toeschouwer, want dat is wat je bent: een ‘bezoeker’ in tegenstelling tot hetgeen wat je was bij de voorgaande kunstwerken van Rirkrit: een participant, en deel van het kunstwerk.

Context

Daarom is de kwaliteit van Rirkrits overzichtstentoonstelling ook tweeledig. Als representatie van de kunstwerken van Rirkrit Tiravanija zou je het gevoel kunnen hebben dat je wat tekort komt, maar het is maar net de vraag of deze overzichtstentoonstelling beter had gekund. In de catalogus geeft hij zelf aan dat dit een van de mogelijkheden is voor een overzichtstentoonstellingen (ik neem dan aan dat hij nog verschillende versies uit zal gaan proberen). Als overzichtstentoonstelling an sich blijft er echter de vraag hangen of het überhaupt nodig was geweest om Rirkrits ‘werk’ in een museale context te plaatsten. Alle informatie zou ook enkel door de uitgave van een boek, of het verspreiden van een audio-cd tot de toeschouwer gebracht kunnen worden.
Zo zien we dat het werk van Rirkrit Tiravanija niet alleen een uitspraak doet over de museale context, maar ook dat het die museale context nodig heeft om mensen de tijd en de ruimte te geven om er over na te denken. Dit lijkt tegenstrijdig, maar zoals het lichaam de geest huisvest, huisvest de kunst zich toch nog steeds voornamelijk in musea.

Theater / Voorstelling

Lesbische Pygmalion nogal oubollig

recensie: Pygmalion (Ro Theater)

Hoe mooi zou het zijn als je je eigen Perfecte Geliefde in elkaar kon knutselen, om er vervolgens mee te trouwen. Dat is in een notendop het verhaal van de mythische Griekse beeldhouwer Pygmalion die verliefd wordt op een marmeren beeld dat hij zelf heeft gemaakt. Dit verhaal spreekt theatermakers enorm aan. Opera’s, toneelstukken en films zijn erop geënt, van het bekendste stuk van schrijver G.B. Shaw tot de film Pretty Woman. Shaw gebruikte het gegeven voor zijn klassieker Pygmalion, waarin een professor in de fonetiek een volks bloemenverkoopstertje leert praten en bewegen als een dame. Van dat stuk maakte A.J. Lerner vervolgens My Fair Lady. Het Ro Theater komt nu met een helemaal vrouwelijke variant, Pygmalion, platvloers en wederopgebouwd. Het bloemenverkoopstertje Eliza Doolittle heet in de Ro-versie Lieze Modderman, professor Henry Higgins is getransformeerd in de lesbische geleerde Hannie Higgins. Plaats van handeling: een nogal oubollig tehuis voor stoute lesbische dames.

~

Medio mei 1940: Rotterdam wordt plat gebombardeerd. We zien de droeve resten van de stad terug in een geprojecteerde zwart-wit film, waarmee de Pygmalion van regisseur Pieter Kramer begint. Na het bombardement volgt de wederopbouw, op de kale vlaktes verrijst nieuwbouw. De Pygmalion-mythe gaat deze keer een Rotterdams verhaal worden, zo begrijpen we. Ko van den Bosch schreef voor Kramer een eigen versie, waarin elementen van Shaw en liedjes uit My Fair Lady zijn verweven met nieuwe teksten en invalshoeken. Professor Higgins (Olga Zuiderhoek) is een oudere lesbische vrouw die woont in een pension vol lesbiennes, gerund door de hitsige Mevrouw Tetteroo. Higgins heeft met haar vroegere studievriendin Claudia Piekema (Ditha van der Linden) gewed dat ze de platte Rotterdamse Lieze Modderman, gespeeld door ras-Rotterdammer Loes Luca, netjes kan leren spreken.

Arme Loes Luca

Dus wat verwacht de toeschouwer die is afgekomen op een Grote Naam? Loes Luca als bloemenverkoopstertje! Wat een gouden vondst! Luca is niet alleen een uitstekend actrice, ze kan ook nog eens zowel plat Rotterdams spreken als bekakt Nederlands. Maar helaas, dat feest gaat niet door. Misschien waren Kramer en Van den Bosch bang dat het stuk te zeer een platte komedie zou worden met een schmierende Loes Luca. Want haar Lieze Modderman spreekt geen Rotterdams of een ander bestaand dialect, maar bedient zich van onnavolgbare krompraat in de orde van “Mij isset gekomen dat ze blijft” en “Wat mottet mij met dat?” Arme Loes Luca! Dat nep-dialect is een harnas waarin ze bijna niet kan bewegen: de volkse Lieze wordt geen moment naturel. De ellende is dat als het personage uiteindelijk gewoon ‘netjes’ mag praten, ze meteen tien keer geloofwaardiger en hartverwarmender is. Zo blijft over de hele linie in de lucht hangen waarom dit stuk überhaupt is vertaald naar wederopbouwend Rotterdam, want de stad speelt feitelijk geen inhoudelijke rol in het verhaal.

Hetero-man en opper-pot

Grosso modo volgt deze Pygmalion die van Shaw. Het experiment van Hannie Higgins slaagt, Lieze wordt een dame. Een extraatje is de liefde van het nette mannetje Freddie Haamappel Wagenaar voor Lieze. Hij komt haar dan ook redden wanneer Higgins haar uiteindelijk laat vallen, al is Higgins stiekem zelf verliefd geworden op haar pupil. Maar Freddie is de enige hetero-man op het podium, en dus raakt Higgins haar vlam aan hem kwijt. Opperpot en pensionhoudster Tetteroo komt dan nog even natrappen met de voorspelling dat Lieze zich in de toekomst te pletter zal vervelen in een ongelukkig burgermanshuwelijk met Freddie.

Orgie

Probleem is, het wordt allemaal net niet echt grappig of aangrijpend of meeslepend, al is Olga Zuiderhoek als de lesbische professor puntgaaf. Grootste misser in deze voorstelling is de setting. Bovenin het ingenieuze decor (van Thomas Rupert) draaien voortdurend stelletjes en triootjes van potten om elkaar heen. In toenemende wellust, moeten we begrijpen. Want in feite zijn de dansjes stijf gestileerd, verstoken van elke geilheid, en zijn twee van de lesbische dames ook nog mannen-in-travestie. Die wellust culmineert in een orgie in de huiskamer waaraan ook de heteroseksuele Lieze meedoet. Die orgie is behalve grappig misschien provocerend bedoeld, maar hij doet nog het meest denken aan de beelden van decadent Berlijn in de jaren twintig en dertig, en die schokken ons 21e eeuwers niet meer. Zo voegen zowel het Rotterdamse element als de lesbische invalshoek niets toe aan het verhaal dat van Shaw tot Pretty Woman zo ijzersterk was.

Pygmalion, platvloers en wederopgebouwd is te zien tot en met 18 maart 2005.

Muziek / Album

Na regen komt zonneschijn?

recensie: Samael - Reign of Light

Na vijf jaar van stilte door problemen met platenmaatschappijen is er dan toch weer een lichtje in de duisternis. De Zwitsers van Samael leveren een album af dat wederom zijn tijd vooruit is, maar toch ook weer een stapje toegankelijker is dan de voorgangers.

~

Samael is een band die eigenlijk al vanaf het begin van hun carriere een vreemde eend in de bijt van de black/death-metal scene was, maar stiekem zijn tijd al ver vooruit was. Toegegeven, het debuut Worship Him was duidelijk geworteld in de black metal en op hun tweede album Blood Ritual kwamen de invloeden juist meer uit de doomy kant van het metal-spectrum dus tot zover geen verrassingen. Vanaf het album Ceremony of Opposites (1994) echter begint licht door te schemeren dat deze Zwitsers meer willen dan agressief of depressief op een gitaar staan beuken. Op de twee albums daarna wordt duidelijk wat op het voorgaand album nog enigszins verborgen bleef. Op zowel Passage als Eternal (resp. 1996 en 1999) zijn nummers te horen die bombastisch klinken, bol staan van staccato gitaarriffs en ingenieuze melodielijnen en bij tijd en wijle zelfs zeer dansbaar klinken. Dit laatste zal niet in de laatste plaats komen door de vaak met drumcomputer gegenereerde beats die de muziek als een pompende dieselmotor voortstuwen.

Experimenteerdrift

Anno 2004, vijf jaar na het verschijnen van hun laatste album, is er een nieuw kindje: Reign of Light. Een album dat een logische voortzetting is van de twee voorgaande albums en dat in deze tijd, waarin metalbands als Rammstein en Marilyn Manson bij een breed publiek aftrek vinden, eigenlijk nog steeds vooruit denkt. Niet alleen zijn de gitaarlijnen vaak net iets doordachter en melodieuzer dan die van hiervoor genoemde bands, maar ook experimenteert Samael op dit album met de meest uiteenlopende stijlen zonder van hun eigen stijl af te wijken. Zo horen we duidelijke oriëntaalse invloeden langskomen (Heliopolis, Moongate), wordt er gebruik gemaakt van breakbeats en andere invloeden die rechtstreeks naar drum’n’bass verwijzen (Inch’allah, Reign of Light) en hoort de oplettende luisteraar in As the Sun zelfs een verwrongen scratcher voorbij komen. Alle invloeden worden verpakt in de zware industrial-stijl die Samael kenmerkt sinds hun voorgaande twee albums. De nummers zijn doorspekt met vocalen die door hun Zwitsers accent de muziek toch weer een wat apart karakter geven.

Rare accentjes

De vocalen zijn een verhaal apart: naast dat ze vaak een heel duidelijk Zwitser-Duits accent hebben, zijn ze ook heel duidelijk meegegaan met de rest van de muziek. Veelal handelen de teksten niet over de standaard blackmetal-thema’s als Satan en brandende kerken, maar zijn ze juist diepgaander en hebben ze veelal een wat spiritueler thema. Genoeg stof tot nadenken dus.

No more schmink

Ben je Rammsteins Reise Reise zat en wil je iets dat meer biedt, heb je er geen zin meer om telkens visuals te krijgen van een geschminkte freak waar de drugs niet naar luisteren en ben je open minded genoeg om niet direct bij de eerste de beste door breakbeats onderstreepte gitaarriff gelijk in de stress te schieten over hoe onecht de metal tegenwoordig is, luister dit album dan gerust. Na zoveel jaar op de achtergrond zo overduidelijk het voortouw te hebben genomen verdient Samael het met deze plaat de hitparades te bestormen.

Film / Films

Het loopt niet altijd goed af

recensie: Lemony Snicket's A Series of Unfortunate Events

Verhalen voor kinderen moeten altijd goed aflopen. Dat is een stelregel waaraan bijna alle kinderboeken en -films voldoen. Tot een paar jaar geleden de boeken van Lemony Snicket, een pseudoniem van Daniel Handler, verschenen. In zijn serie Unfortunate Events (Ellendige avonturen) gebeurt er maar weinig goeds met de drie hoofdpersonen. Al na een paar bladzijden maakt een verwoestende brand een einde aan het fijne leven van Violet, Klaus en Sunny Beaudelaire.

~

Niet alleen hun huis, ook hun ouders worden door deze brand van de aardbodem weggevaagd. Wat volgt is een serie ‘ellendige avonturen’ waarin de wezen van de ene naar de andere voogd worden versleept, terwijl graaf Olaf, hun op gemene op geld beluste oom, allerlei manieren bedenkt om hun erfenis in handen te krijgen. Dat deze serie uiteindelijk dertien delen moet gaan tellen zal niemand verbazen.

Verontrust gevoel

~

Van de eerste drie delen is nu een film gemaakt: Lemony Snicket’s A Series of Unfortunate Events. Toegegeven, bij het zien van de naam van Jim Carrey die prominent op de filmposter staat was het moeilijk een verontrust gevoel te onderdrukken. Carrey heeft wel eens de neiging om in zijn eentje met een film aan de haal te gaan. Maar in dit geval bleek dit voorgevoel gelukkig niet terecht. Sterker nog, de rol van graaf Olaf lijkt hem op het lijf geschreven.

Eenbenige zeeman

Wanneer deze ambitieuze toneelspeler zijn voogdijschap over de wezen verliest, zet hij alles op alles om opnieuw zeggenschap te krijgen over hun erfenis. Bij ieder nieuw familielid weet hij zich, uiteraard in vermomming, naar binnen te kletsen. Zo transformeert hij van ‘elegante’ graaf naar een fanatieke laboratoriumassistent en vervolgens naar een éénbenige zeeman. Stuk voor stuk personages waar Carrey een heel eigen draai aan geeft.

Wulpse dame

Ook de rest van de cast is prima op zijn plek. Zo speelt Meryl Streep buitengewoon overtuigend de rol van de neurotische tante Josephine. De vijftienjarige Emily Browning, Violet in de film, valt vooral op vanwege haar volle lippen. Wanneer Angelina Jolie te oud wordt voor rollen als jonge wulpse dame, is Browning ongetwijfeld een waardige opvolgster.

Mysterieuze decors

Wat vooral opvalt aan de film zijn de buitengewoon mooie decors. Al vanaf de eerste beelden vertoont de wereld in Unfortunate Events grote gelijkenissen met die uit films van regisseur Tim Burton, dé meester als het gaat om het scheppen van donkere, mysterieuze settings. Echt toeval is dit overigens niet. Regisseur Brad Silberling heeft het scheppen van de duistere wereld namelijk overgelaten aan Rick Heinrichs, de man die een aantal jaar geleden ook het decor ontwierp voor Burton’s Sleepy Hollow.

Vertaalde brabbelgeluidjes

Toch is de film niet in alle opzichten overtuigend. Zo gaat de ondertiteling, of liever gezegd de vertaling van de brabbelgeluidjes van Sunny, de jongste telg van de Beaudelairefamilie, na een paar keer echt vervelen. Ook heeft de film een te open eind om de meeste kinderen tevreden te kunnen stellen. Wie de brand in het ouderlijk huis heeft gesticht wordt onthuld, maar dan blijven er nog de nodige vragen over. Bijvoorbeeld over de rol van hun ouders in een mysterieus complot. En wat hebben de steeds terugkerende verrekijkers hier mee te maken? Een paar vragen open laten om een vervolg te garanderen is leuk, maar in dit geval is het slot maar weinig bevredigend.

Film / Films

Pijnlijke beelden in een ‘fictief’ verhaal

recensie: 06/05

“Ik zou hier nog niet dood gevonden willen worden,” merkt soapster Birgit (Georgina Verbaan) op, terwijl ze op de foto wordt gezet voor het mediapark in Hilversum. Van Gogh weet direct je aandacht vast te houden en hij laat je twee uur niet meer los. Met een interessante mix tussen feit en fictie weet hij op een scherpe manier het boek De zesde mei van Tomas Ross in beeld te brengen. Een interessante theorie wordt nu ook een spannende thriller.

~

Het werk van Theo van Gogh is al jaren van zeer hoge kwaliteit. Met beperkte middelen weet hij een verhaal vrijwel zonder uitzondering goed in beeld te brengen. Zelfs de opzienbarende film Submission part 1 is door Van Gogh geen botte propaganda, maar een interessant verhaal geworden. 06/05 is echter beter te vergelijken met die andere film waar Tomas Ross het scenario voor schreef: De nacht van Aalbers. Roddel en achterklap in de ambtelijke en politieke wereld in Den Haag zijn de basis van een spannende intrige. Wie was het nu die er achter die moord op zes mei zat? Een groepje fanatieke idioten uit Wageningen of misschien wel iemand anders?

Interessanter dan een spannende thriller

~

De wrange voorgeschiedenis van 06/05 is bekend. De film over deze ene opzienbarende moord gemaakt door de man die wederom op een achterlijke wijze om het leven is gebracht. Aan de hand van de persfotograaf Jim de Booy (Thijs Römer) wordt langzaam maar zeker een complot onthuld waarbij duidelijk wordt dat de AIVD Pim Fortuyn eigenlijk heeft laten vermoorden. Dit wordt erg geloofwaardig in beeld gebracht, vooral door de mix met echte beelden uit die tijd. Om de film echter goed te kunnen volgen is het wel belangrijk dat je ten tijde van de moord op Fortuyn de actualiteit een beetje gevolgd hebt. Als je dit niet gedaan hebt, zul je soms moeite hebben met het onderscheid tussen feit en fictie. Als je telkens de overgang ziet tussen de nieuwe en oude delen is deze film een stuk interessanter dan een gewone thriller.

“U bent een minderwaardig persoon”

Los van het spannende verhaal is de manier waarop Van Gogh het in beeld heeft gebracht subliem. Specifiek de wijze waarop hij met camerastandpunten werkt is intrigerend. Op die manier blijft 06/05 elke minuut boeien. Wederom wordt duidelijk hoe raar er in Nederland op Fortuyn werd gereageerd. “Dit is geen gewoon rechts, dit is extreem-rechts,” zegt Rösenmoller. “Hierachter staat het huis van Anne Frank,” dweept Thom de Graaf met het leed van zijn voorouders. “U bent een minderwaardig persoon,” schelt Marcel van Dam. Van Gogh heeft erg veel moeite moeten doen om deze laatste beelden van de VARA te krijgen. Het zijn pijnlijke beelden die het fictieve verhaal van 06/05 een extra lading meegeven. Je zit regelmatig met de nekharen overeind te kijken en voelt die angst weer van de moord op Fortuyn. Cynisch genoeg voel je ook die angst weer van de moord op Van Gogh zelf…

Subtiele mix

Wat wel een groot nadeel is, is dat Van Gogh erg vaak met dezelfde acteurs werkt. Zo spelen Tara Elders (Zien, Najib en Julia) en Thijs Römer (Cool, Najib en Julia) wederom een hoofdrol. Ook Johnny de Mol (Cool) draaft weer op. Dit maakt de film minder vernieuwend dan hij had kunnen zijn. Toch heeft Theo van Gogh met 06/05 een goede laatste film afgeleverd. Hij weet subtiel een mix te maken tussen fictie en realiteit en bovendien een spannende thriller af te leveren. Helaas zullen we deze gezonde roker voortaan moeten missen in de Nederlandse filmwereld.

06/05 is vanaf eind januari te zien in de bioscoop.

Film / Films

Aandacht voor de verstilling

recensie: Il dono

Het platteland van het Italiaanse Calabrië wordt geteisterd door massale leegloop. Zo ook het stadje waarin Il dono zich afspeelt. Zo nu en dan schuifelt er nog iemand door de straten of wordt er een stoepje geveegd, maar doorgaans liggen de smalle, kronkelige straatjes er verlaten bij. Iets onder het op een heuvel gelegen stadje woont een oude man. Zijn huisje staat eenzaam ver weg, maar daar lijkt hij zich niet aan te storen. Hij kan alleen nog wachten. Wachten op zijn naderende einde.

~

Een tweede personage dat in Il dono wordt gevolgd is een achterlijk meisje waarvan de mensen denken dat ze bezeten is door boze geesten. Regelmatig rijdt ze op de fiets naar de supermarkt; een lange rit bergafwaarts. In ruil voor een lift terug naar huis, geeft ze haar lichaam aan automobilisten.

Minieme conversatie

~

De camera lijkt als bij toeval aanwezig en legt de dagelijkse routine van beide personages vast. De minieme conversatie tussen de bewoners van het dorpje is voor de kijker blijkbaar niet van belang. De weinige woorden die gesproken worden, zijn niet ondertiteld en het is de vraag of je het überhaupt zou kunnen verstaan, zelfs als je bekend bent met het Italiaans. Gesprekjes verdienen in Il dono net zoveel aandacht als het ruisen van de wind of het wegstervende geluid van een oude brommer.

Stuiterende bal

Een mooi moment in de film is die waarin een jongen zijn bal per ongeluk van de trap voor zijn huis laat vallen. De bal stuitert tegen de muur tegenover de trap en rol de straat uit. Het jongetje achtervolgt de bal, maar deze rolt en stuitert steeds verder naar beneden door de smalle, schuine straatjes. De achtervolging stopt pas wanneer de weg wordt geblokkeerd door een pony. Omdat de jongen niet langs dit beest durft te lopen, geeft hij de achtervolging met spijt op.

Betekenisvolle verlatenheid

Zonder dialoog en met een haast verstilde cameravoering heeft regisseur Michelangelo Frammartino de verlatenheid betekenisvol in beeld weten te brengen.
Een prestatie die de aandacht van internationale filmfestivals haast wel moest trekken. Zeker om dat Frammartino dit regiedebuut heeft gemaakt met een schamele vijfduizend euro. En inderdaad: op verschillende internationale festivals, waaronder het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden, viel de film in de prijzen.

Dode hond

Waarschijnlijk ligt het aan mijzelf, maar het kostte me moeite om mijn aandacht de volle tachtig minuten bij de film te houden. Zeker omdat er van een echte verhaallijn geen sprake is. Of het moet de fascinatie van de oude man zijn voor een pornografische afbeelding. Samen met een mobiele telefoon bleef deze achter in zijn tuin nadat twee jongens hem hielpen met het begraven van een dode hond. De mobiele telefoon doet de man weinig. Wanneer de telefoon overgaat, kijkt hij hoogstens even op. De afbeelding trekt echter wel zijn aandacht.

Wat de film toch de moeite waard maakt is de subtiele en ontroerende ontknoping. Maar zoals gezegd is er wel wat uithoudingsvermogen nodig om de film tot het einde geboeid te blijven volgen.

Film / Films

Een doortrapte film over een doortrapte maatschappij

recensie: Ce jour-là

Op het festival voor de Franse film in Nederland, Ciné Premières, draait dit jaar onder meer de nieuwe Raul Ruiz. Met Ce jour-là legt de Chileens-Franse magiër zich ditmaal toe op Zwitserland – de titelrol spreekt nadrukkelijk van een ‘Zwitserse film’. Op het eerste gezicht klinkt dit niet als de meest boeiende materie, maar Ruiz zou Ruiz niet zijn als hij zijn verhaal over een familie die twist over een grote erfenis niet naar een hoger plan zou tillen. In een fantastische komisch-surrealistische stijl neemt hij een kijkje in het moeras onder het ogenschijnlijk smetteloze Zwitserse plaveisel.

~

Ce jour-là speelt zich af ‘in de nabije toekomst’, waarin Zwitserland eigendom is geworden van een soort junta van rijke families. Livia (Elsa Zylberstein) is de dromerige en labiele dochter, en bovenal erfgename van zo’n familie. Zij fantaseert over ‘ce jour-là’, de dag van haar leven, die zich in de sterren zou hebben aangekondigd. Wat deze dag haar precies moet brengen, is echter haar, noch de kijker duidelijk. Zoals gebruikelijk neemt haar familie meewarig kennis van haar hersenspinsels. In hun reactie schuilt echter, zoals gaandeweg blijkt, hun wetenschap dat Livia deze dag, omwille van het kapitaal dat op haar naam staat, het loodje moet leggen.

Ontmoeting

~

De bewuste dag vangt voor Livia aan wanneer Emil Pointpoirot zich aandient bij haar huis (hij staat zich buiten te scheren in het raam). Deze geflipte seriemoordenaar (geweldig gespeeld door Bernard Giraudeau), voor de gelegenheid ‘ontsnapt’ uit het plaatselijke gesticht, heeft de opdracht gekregen haar te vermoorden. De veronderstelde waanzin waaraan deze hoofdpersonages lijden, stelt Ruiz in staat dit verhaal op zeer komische, verknipte, en intelligente wijze te vertellen. De ‘naïeve’ Livia kan eenvoudigweg geen kwaad zien in Emil, en de bloeddorstige Emil laat zich ontwapenen door haar poëtische kijk op het leven (en niet te vergeten: door haar schoonheid). In hun ontmoeting wordt hun beider onschuld zichtbaar. Het wordt al snel duidelijk dat niet zij, maar de snode Zwitsers om hen heen, de ware gekken zijn.

Suikerspiegel

De moord is gepland met de precisie van een Zwitsers uurwerk (voortdurend horen we ook allerhande klokken tikken en luiden), maar dit plan blijkt helaas niet besteed aan Emil en Livia. Met even grote precisie ontvouwt Ruiz vervolgens de prettig gestoorde ontsporing van dit plan. De filmgeschiedenis heeft er met Pointpoirot weer een waanzinnige seriemoordenaar met allure bij. Hij lijdt aan diabetes, en voortdurend peilt hij zijn bloedsuikerspiegel – en het liefst ook nog die van zijn slachtoffers (ook in deze metingen, in deze ‘spiegel’, komt het thema van normale en afwijkende waarden naar voren). Aan zijn onberekenbaarheid geeft Ruiz vorm door middel van een soort slapstick-horror, de we kennen van andere Franse films. Om er één te noemen: C’est arrivé près de chez vous – maar zijn stijl grijpt feitelijk terug op de wijze waarop Godard c.s. van simpele B-film thema’s films maakten die tegelijkertijd onderhoudend en intelligent zijn.

Niets doen

En waar blijft de arm der wet in dit geheel? De corruptie en de hebzucht waarvan de maatschappij waarin Ce jour-là zich afspeelt is verzadigd, zijn geen expliciete thema’s voor Ruiz. Zij worden zijdelings blootgelegd door Livia en Emil. Maar hiertoe is ook een mooie rol weggelegd voor het lokale politieduo. De twee rechercheurs zien zich op de bewuste dag geconfronteerd met de ontsnapping van de beruchte Pointpoirot. Na een eerste krantje-met-koffie rijst er zowaar een idee over de te volgen strategie: “Niets doen.” “Niets doen?” luidt het antwoord, “dat is geen idee, maar werkelijkheid.” En daarmee kunnen de heren prima uit de voeten. Met grote toewijding leggen zij zich toe op de lunch, en op het biljartspel. Wanneer de ondergeschikte zijn chef hierin keer op keer verslaat, komt de chef met een verklaring: “Jij wint omdat je vooruitdenkt, terwijl ik met mijn gedachten steeds in het heden van spel zit.” Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van Livia en Emil. Maar uiteindelijk blijkt hun tegenwoordigheid van geest in het spel van list en bedrog waarin zij betrokken worden hun grote kracht te zijn.

Onbevangenheid

De grote kracht van Ce jour-là schuilt uiteindelijk in de ogenschijnlijke luchtigheid van het verhaal. Livia en Emil zijn weerloze slachtoffers van een doortrapt spel om de macht, dat schijnende en gruwelijke proporties aanneemt. Maar precies in hun onbevangenheid vinden zij een vorm van weerbaarheid, die hen tot sympathieke helden maakt. En zo is de film: schrijnend maar komisch, onbevangen en toch scherp. Raul Ruiz betoont zich aldus (wederom) een doortrapt filmmaker, die het verdient dat Ce jour-là ook buiten het festival in de roulatie genomen wordt.

Boeken / Non-fictie

Veertig jaar ploeteren voor een feeënpaleis

recensie: Bente Hamel, Spinvis en Ingmar Heytze - Het hoofd van Ferdinand Cheval

Iedereen zijn hobby. Een postbode die postzegels verzamelt, zal vast vaker voorkomen dan een postbode die stenen verzamelt. Ferdinand Cheval is de postbode die stenen verzamelt. Niet om ze in een houten kastje te leggen, maar om er een paleis mee te bouwen dat in zijn hoofd zit en dat hij niet meer uit zijn hoofd kan zetten. Vlakbij zijn huis in de Drôme in Frankrijk verrijst het paleis waar hij in 1879 aan begint te bouwen.

~

Bente Hamel, de bedenker van dit pakketje, raakte zeer geïnteresseerd in het verhaal achter Ferdinand Cheval toen ze het Palais Idéal had gezien. Samen met Spinvis maakte ze een radioverhaal, waarvoor Spinvis onder andere de muziek componeerde. Ingmar Heytze schreef een kort verhaal over het leven van Ferdinand Cheval en verschillende kunstenaars maakten korte filmpjes bij het radioverhaal.

Bijzonder pakketje

Het hoofd van Ferdinand Cheval is een bijzonder pakketje, dat door mij eerst met allemaal a’s en o’s werd begroet. Het uiterlijk van een postpakketje bevat behalve een cd, een dvd en een boekje allerlei ‘goodies’ van Cheval, zoals een leuke ansicht van zijn Palais Ideal, een bouwplaat om het paleis thuis na te bouwen en een boekje met aforismen die Cheval in de gevels van zijn bouwsel hakte. Het meest bijzondere en mafste element uit het pakje is wel het kleine plastic zakje met een stukje steen met de tekst “Eens zal deze rots heel wat te zeggen hebben.”

Voetstappen in het grint

Het radioverhaal bevat alle elementen die ik hoopte te horen, zoals voetstappen in een grintpad, hakken op stenen en ook een krakende deur ontbreekt niet. Behalve die geluiden wordt het verhaal van postbode Cheval verteld. Hoe hij over een steen struikelde en toen het paleis voor zich zag. Dat hij getrouwd was, maar dat zijn vrouw en kind overleden zijn en dat hij toen besloot niet meer lief te hebben, maar toch weer verliefd werd. Soms is het wat dramatisch, maar er zitten ook gedeeltes in die bijzonder vermakelijk zijn en waar goed gebruik is gemaakt van dit medium, zoals wanneer wordt verteld hoe een postbode eruit moet zien en hoe hij zich voorbereidt op zijn ronde. Behalve dat Spinvis de stem van Cheval voor zijn rekening neemt, maakte hij ook de muziek. Er zijn mooie stukken met cello’s en hij heeft een mooi liedje gezongen over Alice, het overleden dochtertje van Cheval.

Andere draai

Ingmar Heytze schrijft op een dromerige manier over Cheval. Met grappige vergelijkingen en mooie zinnen doet het verhaal De steen die alles was denken aan zijn prozadebuut Ik ben er voor niemand. Hij volgt wel de lijn van het radioverhaal, maar is wel speelser en gebruikt zijn medium om een andere draai te geven door dingen er bij te verzinnen, zoals een grappige anekdote over Cheval die aan zijn toekomstige vrouw Marie brieven voorleest van haar aanbidder.

Dat soort brieven. En Cheval moest het maar allemaal uit zijn mond niet te krijgen! Terwijl hij de meest hijgerige onzin zat te debiteren alsof hij waterstanden voral, keek hij vanuit zijn ooghoek naar Marie en vond haar mooi. Niet op de overspannen manier van de schrijver uit Parijs, maar echt mooi, zoals een eenvoudige man een eenvoudige vrouw mooi kan vinden, zonder de halve ark van Noach en het hele Hooglied erbij te hoeven halen.

Katja Schuurman?

Het radioverhaal vormt duidelijk het uitgangpunt van het verrassingspakket. Het geschreven verhaal volgt de lijn van het hoorspel en de dvd bestaat uit verschillende soorten animaties die bij het hoorspel zijn gemaakt. Doordat alles zo rond een verhaal geconcentreerd is, krijg je een zeer coherent geheel. Aan de andere kant voegen niet alle delen evenveel toe aan het verhaal en is soms wat te veel van hetzelfde. De film is misschien nog wel het vreemdste element van de hele publicatie. Van delen van het verhaal zijn verschillende animaties gemaakt, maar er zijn ook live action beelden, Soms zijn er mooie animaties, maar vaker voegen de beelden niet veel toe aan het verhaal. De plaatjes zijn niet spannend of interessant genoeg om een leuke of bijzondere aanvulling te zijn op het verhaal. Ook is er een bizar stukje waarin een man met verschillende vrouwen naar bed gaat, zoals met Katja Schuurman. Het is een rare overgang van de leuke animaties naar de realistische beelden. De link met de tekst die er onder verteld wordt, is ook nogal duister. Cheval is verdrietig en boos omdat zijn dochtertje overleden is. Hierdoor wil hij het paleis vernietigen. Of deze agressie ook door Katja Schuurman gedeeld wordt, is me onduidelijk.

Vreemd bouwsel

Zoals Cheval verschillende stenen gebruikte voor zijn paleis, heeft Bente Hamel verschillende materialen gekozen om haar fascinatie voor dit paleis uit te drukken. Dat is zeker gelukt. Als lezer word je zeer enthousiast over dit romantische verhaal en bijzondere bouwwerk dat iemands leven zo in beslag nam, de energie die iemand heeft voor een bouwwerk dat eerst alleen in zijn hoofd zit. Hamel is geslaagd in de opzet om deze fascinatie voor het vreemde en bijzondere van dit bouwsel en het tragische levensverhaal van Cheval over te brengen. Net als Palais Idéal is Het hoofd van Ferdinand Cheval een vreemd bouwsel geworden, met verschillende bouwstenen. Er is een lichte chaos, maar dat kun je ook de charme van het boekwerkje noemen.