Theater

Zelden verrassend

recensie: Sjaak Bral - Op ware grootte

.

~

Sjaak Bral is bekend geworden vanwege zijn Haagsche accent. Toch brak hij al in 1992 landelijk door, via een optreden in het programma RUR van Jan Lenferink. Daarna richtte hij het komediegezelschap A night of comedy op, waarmee hij in het hele land optrad. Deze groep organiseerde ook de jaarlijkse Big night of comedy in Den Haag. Bovendien is Bral aan het eind van dit jaar te zien in Den Haag met zijn eigen eindejaarconference.

Bij de les blijven

~

Wat allereerst opvalt is dat Bral optimaal gebruik maakt van belichting, decor en rekwisieten. Ook heeft hij een drietal ijzersterke muzikanten achter zich staan en maakt gebruik van projecties om zijn rode draad van ‘de gehaktstaaf’ kracht bij te zetten. Hiermee weet hij een weloverwogen contrast te maken tussen de delen waar hij op het podium staat te vertellen en onderdelen van het programma waar hij bijvoorbeeld in een stoel zit voor te lezen. Dit zorgt er voor dat je redelijk goed bij de les blijft tijdens het programma.

Aardige grappen

Bral heeft echter een groot probleem en dat is zijn verschijning. Hij heeft nauwelijks interessante uitdrukkingen in zijn gezicht en hij weet zelden zijn grappen met sterke gebaren kracht bij te zetten. Hij moet het dus vooral van zijn teksten hebben. De grappen zijn best aardig, maar dat is het dan ook. Het is jammer dat zijn fysieke aanwezigheid zijn verhaal nauwelijks ondersteunt.

Grappen zie je mijlenver aankomen

Met sterke grappen kun je dit alles natuurlijk prima opvangen. Maar deze zijn helaas niet van een dusdanig kaliber dat ik er steil van achterover sla. Ze zijn zelden verrassend en klinken vaak alsof je ze ergens anders al een keer gehoord hebt. Dit komt misschien ook deels door het vrij slome tempo van de show, maar ook zie je de clou van veel verhalen vaak mijlenver aankomen. Als je een keer per jaar een cabaretvoorstelling ziet, dan ga je vast wel uit je dak, maar als cabaretfanaat zul je niet veel plezier aan Bral beleven.

Volledig en ongekuisd

Waar ik zeer veel respect voor heb is de manier waarop Sjaak Bral samen met CNR zijn show op dvd heeft gezet. Het is een stuk beter dan de veelgeziene tv-rip van de VARA, waar grote stukken uit zijn geknipt. Sjaak Bral heeft zijn show volledig en ongekuisd op dvd gezet. Het beeld is top, het geluid strak en de schijf is voorzien van een degelijke ‘making of’. Voor de liefhebber is er tevens een extra cd met popliedjes van Bral bijgevoegd. Het is jammer dat het veel top-cabaretiers op dvd-gebied niet lukt wat Bral met zijn middelmatige show wel voor elkaar weet te krijgen.

Boeken / Kunstboek

Exotisch, toverachtig en introvert

recensie: W. Jos. De Gruyter - Zelfportret als zeepaardje: Memoires

Als er iemand de term ‘cultuurvreter’ verdiende, dan was het wel W.Jos. de Gruyter, voormalig directeur van het Groninger Museum, voormalig kunstcriticus en voormalig hoofdconservator Moderne Kunst van het Gemeentemuseum in Den Haag. Hij blijkt zich niet alleen te hebben geïnteresseerd voor de beeldende kunst, maar ook voor architectuur, niet-westerse kunst, ballet en fotografie en is daarmee te beschouwen als een klassiek voorbeeld van een culturele omnivoor.

~

W. Jos. de Gruyter schreef vanaf de jaren twintig over moderne kunst. In zijn kritieken in onder andere het Haagse dagblad Het Vaderland gaf hij helder aan hoe deze kunst te begrijpen is. Als een van de eersten bewonderde hij het werk van Mondriaan. Bekend werd hij om zijn kritiek op de machtige kunstpedagoog H.P. Bremmer, die hij een verstarrende invloed op Charley Toorop en Bart van der leck verweet.

Veelvuldig publiceerde De Gruyter ook over Vincent van Gogh, waarover hij later verklaarde: “Natuurlijk bewonderde ik Van Gogh, maar ik schreef te vaak over hem, kon hem op het laatst soms niet meer uitstaan”. Soms is het inderdaad beter om een bepaald onderwerp even aan de kant te leggen, hoe zeer je er ook aan verknocht bent.

Bevlogenheid

In het voorwoord verklaart Allied Ottevanger (redactie Rijksbureau Kunsthistorische Documentatie):

Bij het noteren van zijn herinneringen stelde De Gruyter zich zonder enige terughoudendheid op. Met een soms tot blozen aanzettende mededeelzaamheid vertelt hij hoe hij de mens is geworden die hij was en waarom hij het werk heeft gedaan dat hij deed. Hij had, op late leeftijd terugblikkend op zijn leven, blijkbaar niet de behoefte om daar al te geheimzinnig over te doen. Hij schetst zichzelf als een zowel lichamelijk als geestelijk niet sterke persoonlijkheid.

Met dat laatste lijkt hij zich ernstig te kort te doen, want het beeld dat na het lezen naar voren komt is dat van een man die weet wat hij wil, een man die handelt uit een zekere bevlogenheid, uit passie voor zijn onderwerp.

Aanvankelijk leek De Gruyter trouwens niets te moeten hebben van het schrijven van zijn memoires (valse bescheidenheid?), maar na aandringen van zowel Lambert Tegenbosch – de toenmalige kunstcriticus van de Volkskrant – als Kees van Dongen (jeugdig bewonderaar van de Gruyter: na hun eerste contact was een intensieve vriendschap ontstaan) ging hij uiteindelijk overstag. De vruchten daarvan kunnen we nu eindelijk plukken.

Langdradig

De inleidingen voorafgaand aan de twee delen van de memoires (waarin het leven en werk van De Gruyter en de aard en het belang van diens levensherinneringen in een historische context worden geplaatst) zijn geschreven door kunsthistoricus Peter de Ruiter, als docent verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Een kleine kanttekening: ik begrijp niet helemaal waarom De Ruiter op pag. 29 t/m 35 in beknopte vorm het verhaal uit de doeken doet dat De Gruyter ons in de daaropvolgende delen zelf ook zal vertellen. Maar over het algemeen biedt de meer beschouwende tekst van Peter de Ruiter een mooi tegenwicht aan de soms wat langdradige De Gruyter.

Multatuli

Het schrijversschap had Jos niet van een vreemde (al duurde het lang voordat hij een definitieve keuze had gemaakt en het etsen en schilderen liet voor wat het was), vader Jan speelde al in 1909 met de gedachte om een zelfstandig bestaan als schrijver op te bouwen. Een selectie van zijn artikelen (ondermeer verschenen in de Schoonhovensche Courant) werd in 1884 gebundeld in In Memoriam en in 1920 verscheen van diens hand een biografie over Eduard Douwes Dekker. Jan de Gruyters twee grote liefdes waren literatuur en politiek.

Azijnpisserij

W. Jos. de Gruyter vestigde zijn naam met het in 1954 verschenen boek De Europese schilderkunst na 1850. De vraag waarom de memoires pas 25 jaar na De Gruyters dood in boekvorm verschijnen, wordt door Peter de Ruiter in de inleiding terecht aan de orde gesteld. Zijn verklaring is echter niet helemaal bevredigend, want al heeft De Ruiter natuurlijk gelijk als hij stelt dat het een “uniek document betreft, dat de levensherinneringen bevat van een man die een prominente positie in de Nederlandse kunstwereld heeft ingenomen,” het verklaart nog niet waarom dat idee blijkbaar pas na 25 jaar op waarde wordt geschat. Maar genoeg azijnpisserij: beter laat dan nooit.

Twee gedachten

De Ruiter blikt in de inleiding vooral terug op De Gruyters leven als kunstcriticus/museumdirecteur en stelt dat het doel van de memoires is om “een beeld van zichzelf te geven en van de tijd waarin hij leefde en werkte.” Daarbij zorgt de afwisseling van feitelijke informatie over personen, politieke of artistieke gebeurtenissen er volgens De Ruiter voor dat de lezer de ene keer “op afstand wordt gehouden van De Gruyters leven, om vervolgens te worden uitgenodigd zo ongeveer in zijn huid te kruipen.” De schrijver lijkt inderdaad menigmaal te hinken op twee gedachten, wordt als het ware heen en were geslingerd tussen zijn persoonlijke en zakelijke beslommeringen, al zijn die twee in De Gruyter’s geval onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gelukkig levert het voor de lezer in de praktijk weinig problemen op.

Genot

Wie verwacht dat De Gruyter in Zelfportret als zeepaardje uitsluitend ingaat op zijn werkzaamheden in de kunstsector, heeft het bij het verkeerde eind. Het zijn namelijk juist de beschrijvingen van de gezinssituatie, van de omgeving (hij gaat uitvoerig in op de vijf jaar die hij tijdens zijn jeugd in Oost-Indië woonde), van de oorlogen en van langdurige vriendschappen die het boek een genot maken om te lezen, ondanks zijn omvang van bijna 500 bladzijden. Dat vriend Kees van der Velden tenslotte wel erg veel ruimte gebruikt voor het plaatsen van zijn eigen tekeningen, doet daar niets aan af. Hoogstens hadden we graag iets meer willen lezen over De Gruyters periode als directeur van het Groninger Museum en stiekem waren we ook wel benieuwd naar hoe De Gruyter Sandberg zag, maar ja, je kunt niet alles hebben.

Muziek / Album

Niet zo’n zoet ventje als verwacht

recensie: Brian McFadden - Irish Son

Toen Brian McFadden begin maart dit jaar aankondigde de Ierse boyband Westlife te verlaten en solo verder te gaan, veroorzaakte dit vooral veel verdriet bij tienermeisjes. Westlife ging verder als kwartet en Brian dook de studio in. Nu, bijna een jaar later, is zijn eerste album Irish Son een feit.

~

Een vergelijking tussen Brian McFadden en Robbie Williams is snel gemaakt. Beide zaten in een populaire boyband en beide kozen ervoor om hun individu uiteindelijk belangrijker te vinden dan het uitputtende groepsplaatje dat de platenmaatschappijen zo graag zien. In beide gevallen gingen de resterende bandleden onder dezelfde naam verder. Ook wat betreft de muziek kunnen gemakkelijk allerlei links tussen Brian en Robbie gelegd worden. Zeven van de elf nummers op Irish Son zijn geschreven in samenwerking met Guy Chambers, de vaste co-writer van Robbie Williams. Dit klinkt sterk door in het eindresultaat.

Ideale schoonzoon

Net als bij Robbie weet Chambers van alle nummers door zijn arrangementen de meest spectaculaire levensdrama’s te maken. En daarbij maakt Brian, net als Robbie deed met de cover Freedom, korte metten met zijn boyband-verleden. Brian doet dit met de single Real To Me. Het eerste couplet “Bullshit dinners and the free champagne / Men is suits who think they know it all / No one knows me but they know my name / That’s not real to me” laat meteen duidelijk horen dat zijn vertrek niet zo zeer met de andere leden van Westlife te maken heeft, maar meer met de heisa er omheen. Het is de vraag of deze heisa tijdens Brian’s solocarrière ook maar enigszins anders zal zijn. Als de vergelijking met Robbie opgaat, zal het juk van stardom alleen nog maar zwaarder worden. In één ding verschilt Brian wel sterk van Robbie: hij mist diens sarcasme en eindeloze energie. Brian is milder, softer, misschien wat meer de ideale schoonzoon.

McFadden als individu

Brian is gelukkig niet zomaar een commerciële pion. Bij alle elf nummers staat hij als eerste bij de credits. Samen met de al eerder genoemde Guy Chambers, Paul Barry (werkte onder andere met Enrique Iglesias) en Mark Taylor heeft hij een aantal nummers gemaakt waarin best heftige onderwerpen naar voren komen. Voorbeelden zijn huiselijk geweld (Walking Into Walls), alcoholisme (He’s No Hero) en slapeloosheid door constante nachtmerries (Demons). Ook haalt Brian, net als vele Ieren voor hem, flink uit naar zijn streng katholieke opvoeding in de titeltrack Irish Son. Ondanks deze over het algemeen intense teksten blijft het muzikaal allemaal wat braaf. De arrangementen passen bij de boodschap, maar blijven herkenbaar Engels-boyband-ballad-achtig.

Wie weet wat nog komen gaat…

Nu de eerste soloplaat er ligt, is het enkel wachten op wat er nog komen gaat. De ervaring leert dat de plaat sowieso een succes zal worden. Daar zullen vele trouwe tienermeisjes wel voor zorgen. Interessant is echter wat er daarna zal gebeuren: wat meer experimenteren en zijn eigen weg in de muziekwereld vinden, of de bekende paden bewandelen en langzaam uitgaan als een nachtkaars? Brian McFadden lijkt genoeg drive te hebben voor de eerste optie.

Boeken / Fictie

Maartje in Glamourland

recensie: Maartje Duin - Je komt niet weg uit Hollywood

.

Deze alinea is het meest uitbundige stukje in het boek Je komt niet weg uit Hollywood van Maartje Duin. Het is ook het hoogtepunt in het boek, de auteur komt hier het dichtst bij de glamour van Hollywood. Arnold Schwarzenegger, net gekozen tot gouverneur, maakt een opmerking richting Maartje en grijnst. Volgens de tekst op de achterkant van het boek is het een lollig werkje over de achterkant van Hollywood. Het zou vooral lachen, gieren, brullen moeten zijn, maar het blijkt een verhaal van een jonge vrouw die worstelt met eenzaamheid en niet veel bijzonders te vertellen heeft.

Van Cruise tot Schwarzenegger

Maartje Duin schreef over haar leven in Hollywood onder andere in een tweewekelijkse column in NRC Handelsblad. Je komt niet weg uit Hollywood is haar tweede boek. In 2000 debuteerde ze met Mexico, Hier komen alleen slechte vrouwen. Duin neemt de lezer mee op een reis door de wereld van glitter en glamour en alles wat daar achter ligt. Van de Scientology Kerk van Tom Cruise tot het Kabbalah Centre van Madonna. Van de getto’s van Snoop Doggy Dogg tot het verkiezingsfeestje van Arnold Schwarzenegger.

En ach, wat zat ik eigenlijk krampachtig te doen over de toekomst. De zon scheen, de bougainville stond in bloei en ik had nog nooit in mijn leven zoveel ruimte en tijd gehad als hier en nu.
Maar ook nog nooit zoveel leegte.

Druk met zichzelf

De eerste helft van het boek is erg oppervlakkig en verhaalt bijvoorbeeld over huisgenoten en de aankoop van een auto. Maartje heeft het vooral druk met zichzelf. Zodra de auteur zich wat meer concentreert op het doel van haar boek, het beschrijven van de achterkant van het leven in Hollywood, komt er meer diepgang in het verhaal.

Goed bedoeld drama

Korte zinnen in spreektaal. Schokkerig lezen. In een column kan dat, maar in dit boek mis je een vloeiende lijn. Ook de ongebruikelijke verdeling van tekst over de bladzijde maakt het lezen van sommige passages onnodig vermoeiend. Op zo’n pagina passen heus wel meer dan vijf korte alinea’s. Het goed bedoelde dramatische effect van veel witregels blijft achterwege. Zeker omdat de tekst in kwestie helemaal niet zo dramatisch is: Duin heeft last van de Amerikaanse droom, haar ‘masterplan’. Ze kan zich voorlopig beter houden bij het schrijven van columns, haar manier van schrijven leent zich daar beter voor.

Ik overwoog zelf een oproep te plaatsen, maar wist niet hoe ik mezelf moest omschrijven of hoe ik mijn aanwezigheid hier moest verklaren.
‘Ik ben een zevenentwintigjarige female en ik zoek iemand voor wie ik gevulde eieren kan maken.’ Of zoiets.

Madonna achterna

Als journalist is Maartje weinig doortastend en ook haar doel, dat boek schrijven, verliest ze regelmatig uit het oog. Je wilt haar af en toe een schop onder haar kont geven. Ondanks de tekortkomingen in stijl en diepgang is het echter wel een eerlijk verhaal. Als je je niet uit het veld laat slaan door een bijna manisch-depressieve schrijfstijl en een overvloed aan twijfels, dan is het een verhaal in compacte stijl over de Amerikaanse droom.

Het is niet duidelijk waarom Maartje niet weg komt uit Hollywood. Is het omdat haar grote idool, Madonna, zegt dat er iets in de lucht zit waardoor het je niet lukt om te vertrekken? Volgens mij woont ‘Esther’ tegenwoordig in Engeland en is het haar dus nu wel gelukt. Zal Maartje volgen?

Theater / Voorstelling

Real life drama van een Rotterdammer

recensie: Een nacht uit het leven van de stad (John Buijsman)

.

~

Het decor is sober, maar hierdoor juist effectief. Het is een backdrop met een grauwe foto van de Rotterdamse skyline, genomen op een regenachtige dag vanaf de Maaskant. Het doek verkleurt naarmate de verhalen vorderen, van zwart-wit naar rood en steeds donkerder. De nacht valt. De verhalen gaan volgens de publicaties over het nachtleven. Ik hoor en zie daar weinig van terug. Het nachtleven van de stad speelt geen rol. Wel ademt de voorstelling een rokerige jazzclubsfeer uit. Er staat een piano, een jazzband, een fles wodka, een cafétafel en er worden veel sigaretten gerookt. De inhoud van de vertellingen zijn wel donker en somber. Deze ademen een nachtelijke sfeer uit, maar gaan niet specifiek over het nachtleven. Voor mij voelt het typisch Rotterdams aan. Het is moeilijk daar een vinger op te leggen. Ik ben zelf opgegroeid in die stad en het is een soort gevoel dat volgens mij alleen Rotterdammers snappen. De humor, de levenshouding, het nuchtere en relativerende, maar ook het ontnuchterende en sobere.

Verhalen over het leven

~

De pure monologen vervallen nooit in melodrama, het blijft ingetogen en wordt niet sentimenteel of overdreven. Dit inhouden van woede en frustratie is knap en gedoseerd gespeeld. Het maakt het spannend, het kruipt onder je huid. Mensen in de zaal gniffelen en weten niet of ze om de situatie moeten huilen of lachen. Het is echt. De vijf monologen zitten vol openheid en worden zonder gêne verteld. Het zijn eerlijke verhalen over het leven, over het ouder worden en over herinneringen. Over fouten, verloren liefdes en lust. Over relaties en de kleine tegenslagen in het leven die je echt nekken. Een man die de passie met zijn vrouw kwijt is en vreemdgaat. Hij houdt duidelijk nog van zijn vrouw, maar het gaat gewoon niet meer. Een verhaal over een gefrustreerd echtpaar dat geen kinderen meer kan krijgen. Over een jongetje dat van zijn vader de belofte krijgt dat als hij oud genoeg is ze samen naar de hoeren zullen gaan. En diezelfde jongen die uiteindelijk zelf naar de hoeren gaat. Ten slotte een pathetische oude socialist die al bibberend in zijn ondergoed op zijn leven terugkijkt.

Sterke acteur

Hoewel de verhalen aangrijpend zijn, staan ze ver van me af, misschien ook omdat ze met een zekere afstandelijkheid worden gebracht. John Buijsman is een sterk acteur die al deze personages aangrijpend, realistisch en nooit overdreven neerzet. Ook zit er een zekere zwarte humor in waar ik van hou. Het zingen tussendoor hoeft van mij alleen niet zo. Ik vind Buijsman geen groot zanger en het Engels is niet al te best. De begeleidende jazzmuziek is wel erg mooi en sfeerversterkend. Melancholisch en somber neemt iedereen afscheid van de personages en loopt de nachtelijke stad in.

Een nacht uit het leven van de stad is nog te bezoeken tot 29 januari 2005.

Film / Films

Kabbelend Hollywood in Haarlem

recensie: Ocean's Twelve

Het succes van Ocean’s Eleven in 2001 was groot. Een sterrenensemble met onder meer Brad Pitt en George Clooney maakte onder leiding van Steven Soderbergh een snelle, goed gespeelde remake van het origineel uit 1960. In die eerste versie speelden Frank Sinatra en Dean Martin. Clooney en Pitt leken een nieuwe rat pack te worden en werden daarbij geholpen door Matt Damon, Andy Garcia en Julia Roberts. Het succes in de bioscoop en daarna in de videotheek was groot. Een vervolg lag voor de hand.

~

Het verhaal van Ocean’s Eleven was verrassend. De bende pleegde een onmogelijke kraak in Las Vegas en ging er met $163.000.000 vandoor. Voor Ocean’s Twelve besloot men uit te wijken naar Europa. Terry Benedict, de baas van de beroofde casino’s (gespeeld door Andy Garcia) komt bij een aantal van de bendeleden langs en dreigt met repercussies als hij zijn geld niet terugkrijgt. Clooney en co moeten op pad en krijgen veertien dagen de tijd om het geld bij elkaar te roven. Ze komen terecht in Amsterdam om een document te stelen (eigenaar Jeroen Krabbé), gaan even langs station Haarlem en vertrekken naar Rome om een uniek ei te stelen. Of de bende er uiteindelijk in slaagt het geld bij elkaar te krijgen, geeft geen moment spanning in de film. Toeschouwers zullen niet nagelbijtend naar de film kijken. Ocean’s Twelve kabbelt naar het einde en is voor elke toeschouwer met een draaitijd van twee uur aan de lange kant…

Elf

De bende bestaat uit twaalf leden. In Ocean’s Eleven had elk bendelid een duidelijke rol en taak in het geheel. In dit vervolg, elf leden plus Catherine Zeta-Jones, is dit niet het geval. Clooney en Pitt zijn de hersenen, Damon mag de sullige benjamin spelen en de rollen van de andere negen leden zijn onduidelijk en in ieder geval niet essentieel voor de ontwikkeling van het verhaal. In de bladen in Nederland kwam tijdens de opnames van de film steeds de goede en ontspannen sfeer naar voren. Soderbergh heeft hier gebruik van gemaakt. Hij heeft twaalf sterren tot zijn beschikking en ze willen allemaal wel een scènetje spelen met wat humor en een paar leuke zinnen. Het geeft de regisseur de mogelijkheid om tijd te vullen.

~

Een aantal voorbeelden waarbij de regisseur vooral de filmtape vult en het verhaal niet verder ontwikkelt. Twaalf bendeleden nemen afzonderlijk een auto en de opname van de korte file door het verkeer neemt zeker dertig seconden in beslag. De auto’s glijden langzaam door beeld. Zitten de leden in een gevangenis in Rome, dan glijdt de camera langs de gezichten en dat duurt ook meer dan een halve minuut. Soderbergh vult op deze manier zeker 20 minuten van de film. Tel daar de eerder genoemde overbodige scènes bij die wat humor in Ocean’s Twelve moeten brengen en er is al snel een half uur overbodig materiaal: scènes die niets te maken hebben met de plot en waarbij de toeschouwer alleen maar sterren kan kijken. Damon heeft een scène met Pitt, Zeta-Jones heeft een babbeltje met Clooney en zo kabbelt het door. En ergens in die aangename sfeer besluit Steven Soderbergh de camera stil te zetten en volgt de aftiteling.

Twaalf

Ocean’s Twelve is een film zonder verrassingen, heeft geen enkel spannend moment en wordt uitgekauwd aan de toeschouwer gepresenteerd. Vergapen aan een sterrenensemble gaat over in gapend kijken naar beroemde koppen. Ocean’s Twelve is een grote film en zal veel publiek trekken. Veel van de bezoekers zullen zich bekocht voelen. Ocean’s Twelve heeft geen enkele rol van hoog niveau, de locaties zijn niet echt verrassend en de interactie tussen de sterren spat nergens van het doek. De film heeft een mager verhaal, is niet in een snelle stijl opgenomen en schiet op alle fronten te kort. Het is de wat trieste opbrengst van een film waar veel talent aan heeft gewerkt. De extra’s op de dvd die later dit jaar verschijnt, zullen waarschijnlijk veel gezelligheid, bloopers en afgevallen scènes bevatten. Wachten op de dvd is het beste advies voor deze overbodige sequel.

Theater / Voorstelling

Zelfs goede acteurs kunnen dit niet ophemelen

recensie: Hemelen (Joop van den Ende Theaterproducties)

Al eerder zagen we dat de dood van Pim Fortuyn wordt verwerkt in toneelstukken, bijvoorbeeld in Paars van Growing up in Public. Joop van den Ende Theaterproducties brengt nu het stuk Hemelen, waarin de politieke moord op de achtergrond een rol speelt. Toneelschrijver Haye van der Heyden was op vakantie in Dover, toen hij uit Nederland werd gebeld met de mededeling dat Pim Fortuyn was doodgeschoten. Een idee voor een toneelstuk was geboren.

~

Ook de vier hoofdrolspelers in Hemelen worden tijdens hun vakantie, op Ibiza, geconfronteerd met het nieuws. En dat terwijl de twee echtparen ook zo hun eigen problemen hebben. Eén van de meest vooraanstaande acteurs van Nederland (Carol van Herwijnen) ziet het allemaal niet meer zitten en wil uit het vak stappen. Zijn vrouw (Bea Meulman) heeft het ook wel gehad met hem. Dan zijn er nog de buren (Johnny Kraaijkamp en Irma Hartog), die elkaar belazeren tijdens het zogenaamde wekelijkse avondje bowlen. Eén en al relatieverwikkelingen en dan dat bericht via de gsm. Het is een gek gevoel: zij zitten daar terwijl heel Nederland op zijn kop staat. Wat nu?

Buitenstaander

~

Als toeschouwer verwacht je vanaf dat moment wat meer diepgang in het stuk, want tot dan toe ontbreekt het daar nogal aan. Deze komedie leunt op clichéopmerkingen en dat word je op een gegeven moment wel zat. Sommige grappen zijn zeker wel leuk gevonden, maar ze blijven maar komen en op den duur heb je genoeg van het (glim)lachen. De gesprekken van de stellen, of het over politieke gebeurtenissen gaat of over relatieproblemen, duren maar voort zonder dat je je er echt bij betrokken voelt en ook maar enig idee waar het heen gaat of wat de schrijver hiermee wil zeggen. Je kijkt er gedurende de twee uur als buitenstaander naar zonder er ook maar een beetje warm van te worden.

Fout aan de basis

Er is wel een keerpunt te ontdekken in het stuk na het bewuste telefoontje, dat zich uit in relatiebeslissingen die genomen worden of een (nieuw) doel in het leven. Stellen groeien van elkaar af en naar elkaar toe. Toch had er zo veel meer met zo’n stuk gedaan kunnen worden, maar het is al fout gegaan aan de basis. Van der Heyden is een fijne schrijver die al heel wat mooie relatiestukken op zijn naam heeft staan, maar met deze komedie slaat hij echt de plank mis. De reden waarom hij de moord op Pim Fortuyn erbij heeft gehaald, valt bijna niet te begrijpen. Of wel, want je zou zo’n mooie draai aan het stuk kunnen geven, maar niet daar op Ibiza en niet met deze vermoeiende mensen.

Interview

Over de uitvoering valt weinig te klagen. Er staan gewoon vier goede acteurs op het toneel, die zeker hun best doen. Vooral Herwijnen en Meulman leven zich lekker uit, maar zitten wel iets te strak in het karikatuurlijf dat hen opgedrongen is. Wat heel leuk bedacht is, is het van te voren opgenomen interview tussen een van de hoofdpersonen en Paul de Leeuw. Tussen de verschillende scènes (waarbij snel het decor wordt gedraaid) klinken stukjes uit dat interview: heel mooi gedaan!

Eind

Soms is het niet erg om van te voren al te weten hoe een stuk zal aflopen, als het maar blijft intrigeren. Bij Hemelen weet je na de eerste drie minuten ook al hoe het zal eindigen. De proloog begint op 9 mei en daarna wordt teruggeblikt naar de dagen die daaraan vooraf gaan. Een zucht valt niet te onderdrukken als het weer 9 mei is geworden. Zonde.

Hemelen wordt nog tot en met 20 maart 2005 in het land opgevoerd.

Film / Films

Een ster van wereldformaat

recensie: The Humphrey Bogart Collection

Humphrey Bogart was een van de meest geliefde filmsterren van zijn tijd. Een tijd die echter niet heel lang mocht duren. Na 57 jaar en meer dan 70 films liet hij het leven en vele bedroefde fans achter zich. Velen kennen hem van de ultieme filmklassieker Casablanca of van zijn huwelijk met Lauren Bacall, met wie hij ook in veel films zou spelen. Helaas in deze box geen film met hen beiden maar wel zes andere films met Bogey.

The Caine Mutiny

~

Het slordige en ongeorganiseerde marineschip Caine krijgt een nieuwe kapitein, Queege (Bogart). Hij wil van de Caine weer een eersteklas marineschip maken en doet dat met strenge hand. Niet alleen zijn zijn methodes streng, maar ook erg eigenzinnig en absurd. De bemanning gaat gebukt onder zijn rare grillen en enkele commandanten vertrouwen de labiele Queege de leiding over het schip niet mee toe. Wanneer het schip in een zware storm komt en Queege niet capabel lijkt om zonder kleerscheuren uit de benauwde situatie te geraken, besluiten de commandanten om hem af te zetten en de leiding van het schip over te nemen. Tijdens een rechtszitting moet duidelijk worden of dit een gerechtvaardige actie was of dat dit onder muiterij valt.

The Caine Mutiny, gebaseerd op het Pulitzer-winnende boek van Herman Wouk, is de enige kleurenfilm uit de box en was één van Bogarts latere films. De film werd genomineerd voor zeven Oscars, waarvan er één voor Bogart was. Het is bij lange na niet zijn meest gedenkwaardige film, maar hij bij tijd en wijlen laat hij acteerwerk van de bovenste plank zien. Bijvoorbeeld in de fantastische scène in de rechtszaak waarin je kapitein Queege tijdens zijn minutenlange speech in één lang shot langzaam paranoïde ziet worden.

Dead Reckoning

In een flashback zie je hoe Rip (Bogart) aan een pastoor vertelt hoe hij met zijn medeparachutist en kameraad Johnny na de oorlog als VIP’s worden teruggevlogen uit Frankrijk. Wanneer Johnny tijdens de reis de benen neemt en enkele dagen later verkoold in het mortuarium opduikt, gaat Rip op onderzoek uit. Hij komt tot de ontdekking dat Johnny verdacht werd van moord en dat dit iets te maken heeft met een illegaal casino en de bloedmooie nachtclubzangeres Coral (Lizabeth Scott). Uiteraard krijgen beiden al snel verliefde gevoelens, maar is de sexy Coral wel zo onschuldig als ze doet voorkomen?

In Dead Reckoning speelt Bogart een rol zoals hij zo vaak doet: de cynische, onafhankelijke, hard-boiled detective die tijdens een speurtocht kogels moet ontwijken, lijken uit verschillende kasten ziet rollen en mooie maar mysterieuze dames ontmoet (al is hij officieel geen detective in dit verhaal). De heerlijke cynische gesprekken, dubbelzinnige opmerkingen en pakkende one-liners: Bogart is in topvorm.

Sirocco

~

Is een film succesvol, dan wordt er al snel gekeken hoe veel geld eruit gehaald kan worden. Vaak komt er een sequel, soms een soort kopie waarin enkele dingen veranderd worden maar de basis hetzelfde is. Dit laatste is het geval geweest met Sirocco, die gemaakt is met Casablanca in het achterhoofd. Ook hier is de setting een Arabisch land bezet door het Franse leger, is er een strijd om een vrouw en om belangrijke reispasjes. Harry Smith (Bogart) is een clandestiene wapenhandelaar in Syrië die in de clinch komt met kolonel Feroud van het Franse leger doordat hij wapens levert aan opstandige rebellen en omdat hij flirt met Violette, zijn vrouw. Wanneer zijn praktijken aan het licht komen, wil hij samen met Violette vluchten naar Caïro.

Met Sirocco is dus duidelijk geprobeerd het succes en het niveau van het acht jaar eerder uitgebrachte Casablanca te halen, maar de makers hebben op beide gebieden gefaald. Op zich is Sirocco geen slechte film, maar wanneer je je zo duidelijk een voorbeeld stelt, word je ook op basis van die vergelijking afgerekend. Sirocco is minder scherp, minder smaakvol en minder sfeervol dan Michael Cutriz’ klassieker. En minder origineel.

In a Lonely Place

Net als Dead Reckoning is In a Lonely Place een echte ‘whodunit’ met het tempo van een sneltrein. Bogart speelt Dixon Steele, een scenarioschrijver die de opdracht krijgt om van een middelmatig boek een goed filmscript te maken. Hij is moe, heeft geen zin in lezen en laat daarom Mildred, een garderobejuffrouw in zijn favoriete restaurant, hem het boek thuis voorlezen. De volgende ochtend wordt Mildred vermoord aangetroffen. Steele is de hoofdverdachte, maar zijn buurvrouw Laurel (gespeeld door Gloria Grahame) verschaft hem een alibi. Ze worden verliefd, maar steeds meer dingen wijzen erop dat Dixon toch de moordenaar is.

In deze fim van regisseur Nicholas Ray (Rebel Without A Cause) speelt Bogart speelt erg sterk. Geen seconde in de film weet je als kijker of je zijn verhaal kan vertrouwen of niet. Grahame speelt ook opvallend sterk en dat zorgt voor evenwicht. Er zijn niet veel actrices die Bogart evenwicht kunnen bieden – zelfs een wereldster als Ingrid Bergman moest in Casablanca Bogart duidelijk als meerdere erkennen. Wat verder opvalt aan In A Lonely Place is dat de film, die erg doet denken aan Sunset Boulevard, eindigt in een soort anticlimax. Het is echter wel een erg interessante: eentje die je aan het denken zet. De extra’s bevat een redelijk interessant interview met regisseur Curtis Hanson (L.A. Confidential, Wonder Boys) die spreekt over zijn bewondering voor de film, en een korte maar voor liefhebbers van de technische kant interessante documentaire over het restauratieproces van de film.

Sahara

~

Vlak voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werd ook Hollywood als wapen tegen het nazisme en fascisme ingezet. Veel speelfilms waren doorspekt met propagandistische retoriek waaruit bleek dat de Duitsers monsters waren en de geallieerden de ene heldhaftige daad na de andere deden. Zo ook in Sahara. Bogart speelt Joe Gunn, een Amerikaanse kolonel die met een tank door de Sahara ten strijde trekt tegen de Duitsers en Italianen. Onderweg komen ze allerlei soldaten tegen, geallieerden en vijanden die allemaal in de tank kruipen en zo een gemêleerde groep soldaten doen ontstaan die de Sahara doorkruist.

Sahara, genomineerd voor drie Oscars, is een van de subtielere oorlogs-, dan wel propagandafilms. In veel films ligt de boodschap er zo duidelijk bovenop dat het lachwekkend wordt. In deze film staat de moraal echter in het teken van het verhaal in plaats van andersom. Sahara is een sterke oorlogsfilm met Bogart en ook Lloyd Bridges, die een Britse commandant speelt, die de film meer dan de moeite waard maken.

The Harder they Fall

Wanneer de krant van sportverslaggever Eddie Willis (Bogart) failliet gaat, neemt hij een aanbod aan om persoonlijke persagent te worden van Toro, een reusachtige bokser. Na enige tijd komt Willis er achter dat de managers van Toro duistere zaakjes spelen: afpersing, chantage, omkoping en geweld zijn aan de orde van de dag. Willis wil dit spelletje niet meer meespelen maar wanneer hij er uit stapt, zet hij erg veel op het spel.

Samen met In A Lonely Place is The Harder They Fall de beste uit de box. Bogart haalt aan het einde van zijn carrière het beste in zichzelf naar boven en zet een fantastische Willis neer die tussen twee vuren instaat en duidelijk in strijd is met zichzelf. En net als in Raging Bull zijn de boxscènes fantastisch sfeervol en levensecht. De film werd dan ook genomineerd voor de Oscar voor beste cinematografie.

Humphrey Bogart was echt een ster van wereldformaat. Zijn populariteit was enorm en hij zal nooit vergeten worden. Na het zien van deze films valt echter wel één ding op: Bogart speelt eigenlijk altijd hetzelfde typetje. Nooit eens kruipt Bogart in de huid van de emotionele vader van drie kinderen of van een gehandicapte kunstenaar; altijd is hij de harde, cynische, eenzame stoere man. Maar daar was hij zo goed in dat elke van zijn films weer een genot is om naar te kijken. En ook al zitten zijn allergrootste successen (Casablanca, The Big Sleep, The Maltese Falcon) niet in de box, voor fans van Bogart is deze collectie ultiem genieten.

Film / Films

Mooie-plaatjesromantiek

recensie: The Snow Walker

Deze plotloze speelfilm is gebaseerd op een kort verhaal van Farley Mowat: een arrogante piloot crasht zijn vliegtuigje ergens in het gigantische, zeer onherbergzame poolgebied in het noorden van Canada. Hij en zijn enige passagier, een ernstig zieke, jonge Inuit-vrouw, moeten zich alleen redden en de welbekende elementen zien te overwinnen.

Piloot Charlie is een nogal zelfzuchtige kerel, prima gespeeld door Barry Pepper (Saving Private Ryan, 25th Hour) en hij trekt er aanvankelijk in zijn eentje op uit om de bewoonde wereld te bereiken. Dat lukt niet, maar zijn reisgenoot, de nauwelijks Engels sprekende maar natuurlijk veel aardigere en wijzere Inuit (even goed vertolkt door de debuterende Annabella Piugattuk) weet wel van wanten en samen komen ze een heel eind. Ondertussen wordt er door Charlie’s collega’s een halfslachtige en vruchteloze reddingspoging ondernomen.

Natuurfilm

~

Het lijkt een aardig gegeven voor een natuurfilm. Op dat gebied is The Snow Walker dan ook zeer geslaagd: op schitterend cinemascope-formaat krijg je een imposante kijk op de uitgestrekte, barre vlaktes. De scènes met rendieren, muskietenaanvallen en sneeuwstormen maken een goede indruk. Ook Charlies ontberingen worden heel overtuigend in beeld gebracht, en wanneer het tweetal onvermijdelijk aan elkaar gewaagd raakt, is dat dankzij hun degelijke acteerprestaties ook nog wel te pruimen en soms zelfs ontroerend. Het feit dat Charlie eigenlijk bijna tot op de laatste scènes onsympathiek blijft en dat het verhaal van A tot Z voorspelbaar is neem je dan voor lief.

Truc

Wat veel minder goed uit de verf komt is de rest van de film: Charlie’s oorlogstrauma, dat enkel in een ongepaste monoloog en wat droombeelden aandacht krijgt, en de zinloze scènes op het thuisfront (met een verspilde James Cromwell) bijvoorbeeld. En waar het helemaal misgaat is de typisch Amerikaanse truc-met-de-filmmuziek: het overmatige gebruik van een strijkkwartet om grandeur te suggereren. Dit doet afbreuk aan de op zich al zo imponerende beelden en is dodelijk voor de film als overtuigend geheel. Waar The Snow Walker dus uiteindelijk uit bestaat is eersteklas mooie-plaatjes-romantiek die helaas niet op geheel geslaagde wijze is verpakt.

Film / Films

Moralisme met een roze randje

recensie: The Princess Diaries 2: Royal Engagement

En ze leefde nog lang en gelukkig. Dat is ongeveer de boodschap waarmee The Princess Diaries drie paar jaar geleden eindigde. Nadat Mia ontdekte geen gewoon meisje maar een echte prinses te zijn, stond haar hele leven op zijn kop. Koninklijk zijn was nou niet bepaald haar droom. Maar een metamorfose en flink wat prinsessenlessen later bleek dat aan het prinsessenschap toch de nodige voordelen kleven. Ook een romance ontbrak natuurlijk niet. Even leek haar droomprins een foute bedrieger, maar op het eind kwam het allemaal weer helemaal goed. Voorspelbaar? Ja, maar toch had deze film iets waardoor de grapjes werkten. Misschien wel omdat de makers zichzelf niet al te serieus namen.

~

Maar waar succes om de hoek komt kijken (en dus veel geld) worden makers ineens een stuk serieuzer. Vandaar dat nu The Princess Diaries 2: Royal Engagement in de bioscopen draait. Helaas geldt voor dit vervolg wat voor de meeste sequels opgaat. Waar in het eerste deel het gestuntel van prinses Mia nog een brede glimlach tevoorschijn toverde, zijn de klungelmomenten in dit tweede deel alleen maar vermoeiend en voorspelbaar.

Trouwen

~

Het verhaal in dit tweede deel gaat van start op het moment dat prinses Mia haar diploma Politicologie in ontvangst neemt. Ze is 21 jaar en dus klaar voor een volwassen rol in Genovia, het koninkrijk van haar oma. Eenmaal aangekomen blijkt echter dat oma besloten heeft met pensioen te gaan. Het is tijd voor Mia om de troon te bestijgen. Wel zit er nog een addertje onder het gras. Een Genoviaanse wet schrijft namelijk voor dat een vrouw pas mag regeren wanneer ze getrouwd is. En omdat er nog een gegadigde voor de troon blijkt te zijn, heeft ze maar drie maanden om dit voor elkaar te krijgen. Vindt ze binnen die tijd geen geschikte man, dan gaat de troon aan haar neus voorbij.

Wat een lol

Zoals te vrezen viel doen de makers van de film in dit tweede deel veel te veel hun best om net zo leuk te zijn als in deel één. Een bevallige entree op een feest eindigt met een ring die van haar vinger vliegt en wanneer ze koninklijk wuift naar het volk, tilt ze per ongeluk een plantenbak van het bordes. En ook de meesterlijke grap waarbij ze samen met haar love interest in een fontein belandt, ontbreekt natuurlijk niet. Ha ha, wat een lol.

Truttige gilletjes

Veel bekende gezichten uit het eerste deel zijn opnieuw opgetrommeld. Julie Andrews speelt opnieuw de statige, maar vooral ook rechtvaardige en vriendelijke koningin. En ook de meeste bijrollen worden vervuld door oude bekenden. Natuurlijk is ook hoofdrolspeelster Anne Hathaway weer van de partij. Maar hoe vrolijk ze ook haar best doet nog iets van de film te maken, het script en haar leeftijd zitten haar intussen te duidelijk in de weg om de film nog te redden. Het resultaat is een film die aan elkaar hangt van truttige gilletjes, kinderachtige spelletjes en moralistische lessen over sterke vrouwen en het volgen van je hart in plaats van je verstand.