Boeken / Fictie

Laconieke novelles vol antihelden

recensie: Vladimir Makanin - Geslaagd verhaal over de liefde

Er zijn maar weinig landen die zoveel fascinatie oproepen als Rusland. Het is het land waar misdaad en commercie hand in hand gaan met politiek en cultuur. Een land waarin de schrijvers bijkans tot wanhoop worden gedreven, doordat hun geschriften niet langer subversief en aanstootgevend zijn en ze ongevaarlijk en irrelevant zijn geworden. Een land waar desondanks nog steeds prachtige literatuur wordt geschreven, zoals Vladimir Makanin maar weer eens bewijst met de recentelijk door Gerard Cruys vertaalde bundel Geslaagd verhaal over de liefde: zes novellen.

Makanin verkreeg wereldfaam met zijn in 1998 geschreven roman Underground of een held van onze tijd, een oerboek over het Rusland van na de Perestrojka vol echo’s uit de rijke traditie van de Russische literatuur. Tot die tijd schreef Makanin vooral ‘povesti’ (novelles of korte romans) die hem een vaste, maar weinig controversiële plaats in de Russische letteren verschaften. Zelfs de censuur had maar weinig op hem aan te merken en hij was zodoende een van de weinige schrijvers die zijn werk tijdens het communistische tijdperk kon publiceren. Ondertussen is de nu bijna 70-jarige Makanin dan toch maar uitgegroeid tot een van de meest belangrijke Russische schrijvers en heeft hij in eigen land alle belangrijke prijzen reeds gewonnen.

Portretten

Stilistisch gezien is Makanin een nazaat van Andrej Platonov. Zijn novellen zijn laconiek van toon en van een overkoepelend plot met bijbehorende intrige is amper sprake. De zes novellen zijn dan ook eerder portretten dan verhalen te noemen. De personages worden telkens ingebed in een uitvoerig beschreven sociale leefwereld, zonder ermee samen te vallen. Vaak kunnen ze juist niet goed omgaan met de omstandigheden waarin ze verzeild zijn geraakt. Zo reageren de gevangenen uit De letter A op groteske wijze op hun toenemende vrijheid. Ze vluchten niet weg van de onheilsplek waar het lot hun gebracht heeft, maar blijven er rondhangen; onderwijl een spoor van vernieling achterlatend.

Onbedwingbare woede

Naar mate de bundel vordert worden de novellen steeds beter. Terwijl de eerste twee novellen nog vrijwel geheel worden gedicteerd door de tegenstelling tussen de communistische onderdrukking en de nieuwe tijd, verdwijnt deze thematiek langzamerhand meer naar de achtergrond. De personages krijgen daarmee een universeler karakter en worden de lezer vertrouwder. Zoals in ‘Een antileider’ waar de rustige Koerenkov alles over zijn kant laat gaan, tot de haat bij hem naar binnen sluipt en hij door een onbedwingbare woede wordt overmand. Met alle gevaren van dien, want als gewone Rus belandt je maar zo in een van de heropvoedingskampen. Wat dan ook prompt gebeurt.

Instinct

Hoewel velen Makanin vergeleken hebben met Dostojevski, bestaat er nauwelijks verwantschap tussen deze twee schrijvers. Het pathos en de gemangelde zelfreflectie van Dostojevski’s personages ontbreken vrijwel volledig bij de antihelden van Makanin. Ze worden slechts gedreven door hun instinct en door de uit gewoonte en noodzaak voortkomende zorg voor elkaar. Ze zijn bezig met overleven en hebben lak aan morele scrupules. Dat is de werkelijkheid die Makanin beschrijft, hij geeft er geen oordeel over en komt niet met alternatieven voor een betere wereld. Hij laat daarentegen zien hoe alledaagse mensen met hun kleine en grote problemen worstelen.

Duistere symfonie

Waar de hemel de heuvels raakte, de laatste novelle, valt zowel qua inhoud als qua structuur enigszins uit de toon bij de andere vijf. Centraal staat Basjilov, een wees uit een minuscuul arbeidersdorp die zich op heeft weten te werken tot een nationaal bekend componist. De basis van zijn muzikale kunnen is gelegd met het zingen en begeleiden van de vele liederen die zijn geboortedorp rijk was. Als hij na vele jaren terugkomt, begint een oud besje met krijsende stem te gillen: “Hij heeft de sappen weggezogen! Onze zielen heeft hij uitgezogen!” Eerst besteed hij hier geen aandacht aan, maar langzaamaan beseft hij dat hij inderdaad ‘schuldig’ is aan de roof van de oorspronkelijke muziek van het dorp. Met deze door zijn ‘schuld’ geobsedeerde musicus creëert Makanin een zenuwslopend verhaal in de beste traditie van Hoffmann en Poe, dat aanzwelt als een duistere symfonie die elk moment in een explosie kan uitmonden. Deze voor Makanin atypische novelle is misschien wel de beste van de bundel, het doet je hart gloeien van een dubbelzinnig geluk.

Boeken / Fictie

Appels en peren

recensie: Mimi Meester - Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd

Wat is de overeenkomst tussen Nicci French en Geert Mak? Als we uitgeverij Vassallucci mogen geloven is het antwoord op deze vraag: Mimi Meester. Wel van Nicci French en Geert Mak gehoord, maar nog nooit van Mimi Meester? Dan zullen we dat mysterie maar eens snel ontrafelen.

Met Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd debuteert het schrijversduo Sabine van de Berg en Maarten Meester onder de naam Mimi Meester. Sabine van de Berg publiceerde al eerder twee boeken bij Vassallucci en Maarten Meester werkt als journalist bij onder andere het Algemeen Dagblad. Nu hebben ze dus de handen ineen geslagen en samen een thriller geproduceerd. Een literaire thriller à la Nicci French, met een vleugje Geert Mak, zoals beweerd. Maar laat ik daarover kort zijn. Voor een Nicci French gebeurt er te veel en voor een Geert Mak zit er te weinig geschiedenis in.

Verhaal

Maar eerst wat meer over het verhaal. Een jong gezin (Claudia en Anton) verhuist van Amsterdam naar Friesland. Ze komen in het dorpje Wieuwerd terecht. Helaas voor hen verdwijnen kort daarop de beroemde mummies van Wiewerd uit de kelder van de kerk. Aangezien Claudia en Anton net nieuw zijn in het dorp, worden zij er van verdacht meer van de zaak af te weten. Claudia probeert in alle macht de dorpelingen, de politie, maar ook haar man te overtuigen dat zij niet een gestoorde, overspannen stedeling is. Echt goed slaagt zij daar echter niet in.

Literaire thriller

Het is tegenwoordig erg in om met een literaire thriller te komen. Te pas en te onpas wordt deze stempel op de kaft van een roman gedrukt. Een literaire thriller dient volgens mij, zoals de benaming al aanduidt, zowel literair als thriller te zijn. Vaak echter ontbreekt het aan één van die elementen. Zo heb ik Nicci French nog nooit kunnen betrappen op het schrijven van een thriller. Bij Mimi Meester heb ik ook lange tijd getwijfeld of de term wel de lading dekt. En in dit geval ging het me vooral om de term literair. Zeker in het begin van het boek heb ik hierover mijn twijfels. De romanpersonages komen gekunsteld over, de emotionele ontwikkelingen volgen elkaar te snel op. De opbouw van de karakters gaat me te snel. Schokkerig en onnatuurlijk. Maar gaandeweg het boek wordt het beter. Hoewel ik nog steeds het idee heb dat de auteurs te veel onderwerpen in te weinig bladzijden hebben gepropt. Juist het schrijversduo waaraan het tweetal zich spiegelt bestaat uit meesters in het ellenlang uitrekken van nietszeggende gebeurtenissen. Mimi Meester doet het tegenovergestelde. De gulden middenweg zou mooi geweest zijn.

Mak

~

En wat de vergelijking met Geert Mak betreft. Ook die gaat voor mij niet op. Want waarom zou iedere roman waarin een historisch feit verweven is meteen vergeleken moeten worden met het werk van Geert Mak? Er zijn wel meer schrijvers die historische gegevens gebruiken als leidraad voor het verhaal. Zo zou je Mimi Meester misschien ook wel de Nederlandse Dan Brown kunnen noemen. Niets is verraderlijker dan een debuut van een schrijver (of schrijversduo) vergelijken met andere, gerenommeerde schrijvers. Het is makkelijk voor het plaatsen in een hokje, maar laten we Mimi Meester op zijn eigen merites beoordelen.

De meester zelf

Hoewel het boek niet echt lekker op gang komt, raak je toch langzaam benieuwd naar de ontwikkelingen rondom Wieuwerd en de verdwenen mummies. En op het laatst wilde ik het boek niet neerleggen voordat ik wist wie welke rol had gespeeld in de drama’s in het Friese dorpje. Uiteindelijk weet Mimi Meester me toch te boeien én te verrassen. Een niet geringe prestatie na de moeizame start. De potentie is er. Met wat polijsten kan van de ruwe steen Mimi Meester een prachtige diamant worden. Dat er gepolijst moet worden staat echter buiten kijf.
Ondertussen verdiep ik me nog wat in de mummies, Jean de Labadie en Anna Maria van Schuurman. Misschien dat Geert Mak er nog iets over te vertellen heeft.

Muziek / Album

Nog steeds relevant

recensie: Napalm Death - The Code is Red… Long Live the Code

Wie “grindcore” zegt, zegt “Napalm Death”. Achttien jaar na hun debuut laten deze Britten horen dat ze nog steeds meedraaien aan de top van een genre waar ze (samen met onder andere Carcass) de basis voor hebben gelegd. The Code is Red… Long Live the Code is het 13de album van de band en staat als een huis. De band laat horen dat we nog steeds rekening met ze moeten houden.

~

Nadat ze in 1981 begonnen en in 1987 hun debuut Scum neerlegden, werd Napalm Death al snel een behoorlijke status toegedicht. Door de jaren heen heeft de band steeds vast gehouden aan haar eigen stijl die invloeden kent uit zowel de punk/hardcore-stroming als uit de (death/trash)metalscene. Daarnaast heeft de band met een behoorlijke continuïteit albums geproduceerd waar menig band trots op kan zijn. En zo ligt er in 2005 The Code is Red…

Aangenaam verdoofd

De cd opent ijzersterk met The Silence is Deafening, een nummer dat met bijna vier minuten op de teller lang te noemen is voor grindcore, maar wel direct laat horen wat we op de rest van het album kunnen verwachten. Na furieus begonnen te zijn met een snelle, op rauwe punk-leest geschoeide riff slaat het nummer om naar een lekker slepend einde. Zo doseert de band op het hele album gedreven de tempowisselingen binnen en tussen de nummers zonder hun groove te verliezen. Zelfs de twee trage, doomy afsluiters Morale en Our Pain is Their Power liggen qua sfeer prachtig in het verlengde van het voorgaande geweld. Daarnaast laten ze zien dat de band ook raad weet met de trage ritmes en niet alleen maar heel hard kan beuken.

Maximale helderheid

Het geluid van de cd was dit keer weer in handen van Russ Russel, die ook het geluid verzorgde op onder andere Enemy of the Music Business en Order of the Leech. Ook ditmaal komt het geluid van de band helder en compact naar voren. Waar het nummer The Great and the Good begint met de uitspraak “…maximum distortion” heeft Russel er toch voor weten te zorgen dat de gitaarlijnen heel duidelijk te horen zijn. Wel staan de drums naar mijn idee nog net iets verder naar voren in de mix dan op de hiervoor genoemde albums. Storend is het echter niet en het totaal geluid van de muziek geeft brulboei “Barney” genoeg ruimte om wederom zijn gal te spugen op de hedendaagse wereldpolitiek. Hij wordt hierbij op enkele nummers bijgestaan door niet de minste collegae: zowel Jello Biafra (Dead Kennedys), Jamey Jaste (Hatebreed) als Jeff Walker (Carcass) doen een duit in het zakje op dit album. Bijdragen die reden temeer bieden om aan te nemen dat Napalm Death nog steeds één van de toonaangevende bands in het genre is.

Kunst / Expo binnenland

Damien Hirst is uitgerebelleerd

recensie: Damien Hirst - The Stations of the Cross

Eind jaren tachtig, begin jaren negentig werd Damien Hirst beschouwd als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de zogenaamde Young British Artist, een groep hippe jonge Engelse kunstenaars waartoe ook Sarah Lucas, Rachel Whiteread, Jake and Dinos Chapman, Marc Quinn en Tracy Emin worden gerekend.

Damien Hirst, Veronica Wipes the Face of Jesus

Gemeenschappelijk factor was de ironie, de decadentie en het choquerende, a-politieke en a-sociale karakter. Daarmee bleek de kunst commercieel erg aantrekkelijk; de merknaam ‘YBA’ werd binnen no time overal ter wereld een marketingsucces. Onlosmakelijk verbonden met reclameman Charles Saatchi, die er met zijn tentoonstelling Sensation als de kippen bij was en daardoor meer nog dan de kunstenaars zichzelf als kunstgoeroe op de kaart lijkt te hebben gezet. Saatchi staat erom bekend de gehele collectie op te kopen van kunstenaars die hem intrigeren (onder het motto “Koop goedkoop, koop vroeg en stapel het hoog op”), om ze daarna weer net zo snel te laten vallen als zijn interesse is verflauwd. Kortom, iemand die reputaties kan maken en breken.

Koeienkop

In 1995 won Damian Hirst de prestigieuze Turner Prize. Hirsts centrale thema is het leven en de dood. Bekend werd hij onder andere met zijn tijgerhaai in een aquarium met formaldehyde (The Physical Impossibility Of Death In The Mind Of Someone Living, 1992), zijn schaap op sterk water (Away From The Flock) en zijn installatie met rottende koeienkop en levende vliegen. In de Saatchi-galerie heeft de Brit Art plaats moeten maken voor de tentoonstelling The Triumph of Painting waarin kunstenaars als Peter Doig, Martin Kippenberger en Marlene Dumas. Charles Saatchi deed Hirsts tijgerhaai en Marc Quinns zelfportret (gemaakt van negen pints van Quinns eigen bevroren bloed) inmiddels van de hand. Een teken dat het nu toch echt over is met de YBA’s.

Kruisweg

Damien Hirst, Jesus Dies on the Cross

Momenteel presenteert de Hallen (tentoonstellingsdépendances van het Frans Hals Museum) van Hirst en societyfotograaf David Bailey de 14-delige fotoreeks The Stations Of The Cross, gebaseerd op het in de 15e eeuw ingevoerde thema van de kruisweg: gebeurtenissen rondom het lijden en sterven van Christus. Het is niet voor het eerst dat het geloof op de korrel wordt genomen. Vers in ons geheugen gegrift staat bijvoorbeeld Piss Christ (1989) van de Amerikaanse fotograaf Andres Serrano.

Puberale provocaties

In de Vleeshal schalt – hoe toepasselijk – de Mattheus Passion van Johann Sebastian Bach. De hal ademt een serene, kerkelijke sfeer uit. De foto’s zijn geplaatst op witte schotten die staan opgesteld rond een zuilenrij. De fotolijsten lijken te zijn gemaakt van marmer, maar in werkelijkheid gaat het om beschilderd hout dat doet denken aan oude grafmonumenten. Ondanks de lugubere beelden (afgehakte koeienhoofden, een dierenschedel besmeurd met bloed ingeklemd tussen de naakte dijen van een jonge vrouw) blijkt eens te meer dat Hirst over zijn top heen is. Wie niet bekend is met zijn oeuvre zal er aanstoot aan nemen, maar ieder ander haalt zijn schouders op voor dit soort puberale provocaties (met de kerk als dankbaar onderwerp).

Jezus als zwerver

Waar het in deze serie aan schort is de geniale ingeving, het onvoorspelbare. Jezus als een naakte zwarte vrouw met hangborsten die een worstenketting draagt waaraan een kruis hangt, Jezus als zwerver die is bijgezet in een kartonnen doos, een naakte Jesus die wordt betast door ’the women of Jerusalem’… choqueren doet het al lang niet meer. Daarvoor zijn we inmiddels te vertrouwd geraakt met de gruwelijke tv-beelden van Al Qaeda onthoofdingen, treinrampen en de aanslag van 9/11. Damien Hirst lijkt te zijn verworden tot persiflage van de kunstenaar die hij begin jaren negentig was. The Stations Of The Cross doet ernstig vermoeden dat Hirst is uitgerebelleerd.

Film / Films

Scandinavische dvd’s

recensie: Inheritance // Minor Mishaps // Cabin Fever // Truly Human // Home Sour Home

De Scandinavische cinema viert de laatste tijd weer hoogtij in Nederland, maar dan voornamelijk op DVD. Total Film bracht onlangs vijf minder bekende Deense, Noorse en Zweedse films uit, waaronder twee Dogma-titels. In elke film wordt steevast sterk geacteerd, maar ze verschillen nogal van kwaliteit. Het Dogma-sprookje Truly Human en het huwelijksdrama Inheritance blijken de beste van het vijftal.

Inheritance (Arven)

(Per Fly, 2003)

~

Christoffer (Ulrich Thomsen) en Maria (Lisa Werlinder) zijn gelukkig met hun leven, hij als restauranteigenaar, zij als actrice. Wanneer Christoffer’s vader, directeur van een groot bedrijf, overlijdt, neemt Christoffer onder druk van de familie zijn baan over. Dit is geheel tegen de zin van Maria in en zo lijkt Christoffer te moeten kiezen tussen zijn familie en zijn grote liefde. Het verhaal is niet veel bijzonders maar de manier waarop het wordt neergezet, is van een grote klasse. Thomsen (hoofdrolspeler uit Festen) en de vrij onervaren Werlinder spelen de sterren van de hemel, net als de overige acteurs trouwens. Als kijker voel je de ups & downs van het huwelijk alsof het je eigen was. Prachtig langzaam camerawerk en een mooi flets kleurgebruik maken van Inheritance een typische Scandinavische kwaliteitsfilm die geen seconde verveelt. (Harrie de Vries)

Minor Mishaps (Små ulykker)

(Annete K. Olesen, 2002)

~

Veel Deense films bevinden zich op de rand van de soap, maar weten door de sobere cameravoering, de sterke acteerprestaties en de intensiteit van de film als geheel de soaponderwerpen op te stuwen tot onbereikbaar geachte hoogten. Minor mishaps van Annette K. Olesen zakt echter teveel af richting die dramatische wangedrochten die de tv elke dag over ons uitkotst. Aan de acteerprestaties ligt het niet, die zijn over het algemeen prima. Ook de beeldkwaliteit en de cameravoering zijn wel in orde. Het plot is echter een ramp. De film gaat over een vader die op basis van onduidelijke vermoedens verdacht wordt van incest, wat aan het eind allemaal op een misverstand lijkt te berusten. Het gewraakte misverstand komt voort uit de grote vertrouwelijkheid die ontstaat tussen Marianne en haar vader John nadat moeder de vrouw overleden is. In enkele subplots worden de perikelen van de rest van de familie – de getormenteerde carrièrejager Tom en de vertwijfelde kunstenares Eva – uit de doeken gedaan. Met als slot: hereniging, hernieuwde trouw, liefde, en een reis. Eind goed, al goed. Het verhaal kent een hoog open deur-gehalte en weet over het geheel genomen nauwelijks te overtuigen. Het basisidee is dat de familie het cement is dat de mens op de been houdt. Deze moraal à la het CDA is nogal belegen en doet wat geforceerd aan voor een artistiek product. (Martijn Boven)

Cabin Fever (Når nettene blir lange)

(Mona J. Hoel, 2000)

~

Cabin Fever is de eerste Noorse Dogma-prent, maar hij voegt weinig toe aan zijn internationale tegenhangers. Vijf jaar naar dato krijgt deze nummer 19 in de reeks een Nederlandse uitbreng. Het verhaal kennen we inmiddels van legio andere Scandinavische films die in de tussentijd uitgebracht zijn: een familiebijeenkomst die volledig uit de hand loopt. Ook in Cabin Fever lopen de gemoederen hoog op, wanneer een Noorse familie met aangetrouwde Polen met kerst een berghutje betrekt. Oude frustraties, een alcoholische pater familias, taal- en cultuurbarrières- alles draagt bij aan een sfeer van conflict en frustratie. Regiseusse Hoel laat haar acteurs uitstekend spelen, maar geen van hun karakters komt goed uit de verf, omdat ze allemaal in rap tempo geïntroduceerd worden, en bovendien in chaotische visuele stijl (de karige digitale video-opnames bevatten een overdaad aan close-ups en zijn vaak te kort achter elkaar gemonteerd). Cabin Fever is dankzij prima acteerprestaties een boeiend familiedrama, maar door gebrek aan een solide basis of originaliteit een snel vergeten film. (Paul Caspers)

Truly Human (Et rigtigt menneske)

(Åke Sandgren, 2001)

~

Iedereen die ooit jong geweest is, heeft wel eens van het vriendje achter het behang gehoord. In de achttiende Dogma-film Truly human van de Deense regisseur Åke Sandgren heeft ook Lisa zo’n vriendje. De behangbewoner wordt kort maar krachtig ‘P’ genoemd. Als Lisa op tragische wijze verongelukt, komt ‘P’ tot leven en moet hij na de sloop van ‘zijn’ huis het veilige behang inruilen voor een vijandige en onbekende wereld. Vanwege zijn onvermogen om zich als een normaal mens te gedragen, wordt hij voor een verwarde allochtoon aangezien en zo belandt hij in een asielzoekerscentrum. Langzaam leert hij daar zichzelf te redden en komt hij op eigen benen te staan. Zijn liefde voor kinderen wordt echter al gauw voor perversiteit aangezien, waarna hij geconfronteerd wordt met zijn eigen onvermogen om te leven in een wereld waar genegenheid altijd een bijbedoeling heeft. Nikolaj Lie Kaas geeft ‘P’ op voortreffelijk wijze gestalte aan de naïeve ‘P’ die zo onschuldig is dat er voor hem geen plaats is in het leven van alledag. Dit gegeven levert niet alleen zeer komische situaties op, maar schetst ook het hedendaagse wantrouwen voor de oprechte kindervriend. Dit wantrouwen is terecht, maar daarom niet minder triest. Onschuld bestaat al lang niet meer en als het zo nu en dan opduikt, wordt het voor schuld aangezien. Dit vertederende en soms hilarische sprookje brengt dit op ongecompliceerde wijze aan het licht. (Martijn Boven)

Home Sour Home (Hem ljuva hem)

(Dan Ying, 2001)

~

Het Zweedse Home Sour Home is een drama over een man (Michael Nyqvist uit Together) die zijn vrouw en zoon die mishandelt. Als hij verlamd raakt, ontwikkelt zich een pychologisch drama tussen het drietal en de nietsvermoedende zus van de man. Regisseur Ying kiest voor een sobere, realistische aanpak, met heldere beelden van een handgedragen camera en (afgezien van een simpele metaforische voice-over door de zoon) een eenvoudig en direct narratief. Het resultaat is een afstandelijk maar redelijk aangrijpend drama van huiselijk geweld. De overtuigingskracht van de film wordt sterk verminderd door een soms ontbrekende logica en geloofwaardigheid, een gekunstelde werkelijkheid (de karakters leven te in een sociaal isolement) en niet bijzonder sterk ontwikkelde personages. Goede acteerprestaties (hoewel Nyqvist geen sterke indruk maakt als de gekwelde huisvader) en de sobere, realistische sfeer maken veel goed, maar kunnen Home sour home niet redden van de indruk van een weinig geslaagde film. (Paul Caspers)

Theater

Guzman is zichzelf, maar dat is het dan ook

recensie: Javier Guzman - Bot

.

~

Het recept van Javier Guzman is bekend. Guzman gaat met een stel vrienden een paar dagen grappen zitten te bedenken en de charismatische Javier zet deze strak neer op het podium. Drijfkracht achter deze verhalen zijn onbegrip voor de Nederlandse samenleving en de veranderingen waar deze de laatste jaren aan onderhevig is. Guzman gooit die frustraties eruit als een jongentje die zijn zin maar niet krijgt. En dat doet hij heel erg komisch.

Vrieskist

Guzman maakt erg weinig gebruik van de mogelijkheden die een theater bieden. Hij kan eigenlijk net zo goed op een zeepkist midden op de markt staan. In Bot heeft hij enkel een leuk uitgelichte koelkast op het podium staan. Hierin zitten flesjes water, die hij tijdens het optreden leegdrinkt. Bij de TV-opnames is hier dankbaar gebruik van gemaakt door een camera in deze vrieskist te zetten. Voor de rest is het programma van Guzman visueel niet bijzonder spannend. Het is en blijft een charismatisch mannetje die zijn toehoorders staat toe te spreken.

Hoe ver?

Ook inhoudelijk groeit Guzman niet echt. Zijn grappen zijn nog steeds grappig en ik lig constant in een deuk, maar hij heeft mij geen moment verrast. Hou nou eens op met dat gehak op de Nederlandse samenleving, dat weten we zo langzamerhand wel. Af en toe laat Guzman je door zijn soms absurde grappen anders tegen zaken aankijken, maar dit is inmiddels al lang niet meer zo verrassend als voorheen. Hij wordt soms bijna voorspelbaar. Gunstige uitzondering daarop is de improvisatie die hij doet met zijn publiek, waarmee hij constant probeert zo ver mogelijk te gaan. En natuurlijk gaat hij aan het einde te ver.

Meer uit zichzelf halen

~

Als leuke extra op de DVD is het programma ook nog vanuit het publiek opgenomen, een zogenaamde ‘botleg’. Interessanter is echter de degelijke documentaire ‘Making of bot’ waar in een half uur een beeld achter de schermen wordt gegeven.

Het beste uit zichzelf halen

Resumerend zet Javier Guzman met Bot een goed programma neer. Hij is precies zoals hij altijd geweest is; een stand-upper met een stevige stapel grappen, die hij op een snel tempo op zijn publiek afvuurt. Wel vind ik het jammer dat hij zich nauwelijks lijkt te ontwikkelen. Hij draait zijn verhaal af, maar het verrast je als kijker nauwelijks meer. Daardoor is Bot een goede DVD, maar Guzman is het wel aan zijn stand verplicht om binnenkort meer uit zichzelf te gaan halen. We hebben in het televisieprogramma 100% Ab gezien dat hij tot veel meer in staat is, het zou mooi zijn als we dat weer te zijn krijgen.

Film / Films

Anderhalf uur hersenloos knallen

recensie: XXX: State of the Union

Darius Stone (Ice Cube) stuurt zijn gestolen speedboot richting een toevallig net goed geplaatste schans, voert de snelheid op en landt met een nette boog boven op de op een brug geparkeerde politiewagen. De boel ontploft (uiteraard), maar dat kan de beste man niets schelen: in slow motion loopt hij zonder een schrammetje langs de brandende puinhoop, stapt in de auto van zijn hulpje en scheurt weg. Deze scène uit XXX: State of the Union zegt eigenlijk genoeg over het niveau van de film: net als in het eerste deel draait alles om snelle auto’s, luidruchtige ontploffingen en natuurlijk mooie vrouwen.

~

In dit vervolg op XXX (2002) is een groep doorgeslagen militairen van plan de macht in het Witte Huis over te nemen. NSA-agent Augustus Gibbons (Samuel L. Jackson) helpt daarom de gedetineerde ex-militair Darius Stone uit een zwaarbewapende gevangenis ontsnappen om de bad guys te stoppen voor het te laat is. Dat is zo’n beetje het gehele plot van de film en het moge duidelijk zijn: een originaliteitprijs zal het geheel niet in de wacht slepen. Maar zoals gezegd draait het daar niet om: het plot van XXX2 moet meer gezien worden als een excuus voor veel schiet- en knalwerk.

Nors

~

Grootste verschil met het eerste deel is uiteraard de afwezigheid van Vin Diesels Xander Cage. Op zijn personage was de gehele eerste film immers gebaseerd: ‘Triple X’ sloeg op de drie getatoeëerde x-en op Xander’s nek. Toen Diesel echter niet bereid was voor het tweede deel te tekenen moest er iets nieuws bedacht worden. ‘XXX’ is in deel twee dan ook geen persoon, maar iets dat je kunt zijn: een speciaal soort agent. Tussen neus en lippen door wordt Diesels afwezigheid verklaard (hij zou zijn vermoord op Bora Bora) en zijn rol wordt overgenomen door Ice Cube (Three Kings, Torque). Deze doet waarvoor hij is ingehuurd: nors kijkend rent hij over daken, rijdt hij in grote snelle auto’s en blaast hij hier en daar wat op.

Nogal belachelijk

In XXX: State of the Union spelen een paar bekende namen mee: Samuel L. Jackson is terug als Gibbons, Willem Dafoe stapt in de schoenen van opper bad guy George Deckert en we zien zelfs Xzibit als ‘pimp my ride’-garagehouder. Het geheel werd geregisseerd door Lee Tamahori, die eerder Along Came A Spider en de James Bond-film Die Another Day maakte. The Fast and the Furious-regisseur Rob Cohen zag net als Diesel af van het vervolg, maar echt veel maakt het niet uit: State of the Union lijkt veel op het eerste deel, al heeft Tamahori alles nog spectaculairder, nog heftiger en nog grootser aangepakt. Helaas resulteert dat streven naar spectaculaire actie dikwijls in nogal belachelijke scènes die eigenlijk nergens op slaan – denk bijvoorbeeld aan de eerder genoemde speedbootscène of de scènes in een hogesnelheidstrein.

Hersenloos

XXX: State of the Union is net als deel één een actiefilm met een flinterdun verhaal en een overload aan actie. Steeds als het geheel een beetje op gang komt, doet een foute oneliner of een over the top actiescène je beseffen dat het hier toch echt gaat om een film zonder ook maar de minste vorm van diepgang. Alleen leuk als je zin hebt in ruim anderhalf uur hersenloos knallen dus.

Theater / Achtergrond
special: Een schrijfworkshop van Het Syndicaat

Het geheim van de mono- en dialoog

Op vrijdagmiddag 22 april organiseerde theatergroep Het Syndicaat voor de vierde keer een schrijfworkshop in het kader van hun Schrijversdagen. Tijdens deze schrijversdagen kunnen jonge schrijvers kennismaken met schrijven voor theater, en met elkaar. Het uitgangspunt van de schrijfworkshop was leren schrijven van monologen en dialogen. Net als vorig jaar werd de workshop geleid door Annemarie Slotboom, schrijfster van theaterteksten. Marije Haasjes is dramadocent en hielp mee. 8WEEKLY stuurde twee afgevaardigden: Charissa van der Vlies en Sylvia Boonen. Zij weten nu alles over monologen en dialogen.

~

Voordat ervaren schrijvers aan het werk gaan weten zij (als het goed is) al precies waar ze over gaan schrijven. Dit is het grote verschil met onervaren schrijvers. Niet alleen de inhoud is bij ervaren schrijvers bekend, ook ligt er een plan van aanpak, en er bestaan een aantal pakkende zinnen en wendingen in hun hoofd. Dit geldt voor schrijven in het algemeen maar voor het schrijven van monologen in het bijzonder. Een monoloog is een uitgekiende schrijfvorm die, om te kunnen slagen, aan een aantal stijlregels moet voldoen en een structuur moet hebben.

Monoloog

Een monoloog is een stuk tekst waarbij een personage geen verbale interactie heeft met een ander personage. Het is een tekst die door één persoon in eigen spreektaal wordt verteld. We leren dat het een misverstand is te denken dat monologen redes zijn die ‘uit het niets’ worden voorgedragen. Een personage geeft zichzelf een reflectie op een vraagstuk en maakt hiermee echt iets duidelijk. Monologen komen in toneelstukken voor op het moment dat een personage zijn standpunt moet verduidelijken of een actie moet uitleggen die niet op het podium plaatsvindt.

Voorbereiding

Charissa: “Schrijvers moeten, voordat ze een monoloog schrijven, eerst heel duidelijk hebben wie het personage is. Het karakter moet tot de verbeelding spreken en de aandacht trekken. Vervolgens moet duidelijk zijn wat de persoon wil vertellen, wat de waarde is voor het stuk. Er moet een spanning ontstaan in wat het personage wil ontdekken of uitleggen. De spanning is namelijk de drijvende kracht achter een goede monoloog. Blijf om de spanning op te bouwen daarom in het hier en nu. Iets wat op dit moment met een personage gebeurt is veel spannender dan als er een verhaal dat eerder gebeurd is wordt verteld. Probeer in een monoloog zo helder en beeldend mogelijk te zijn. Ook is het heel belangrijk om te bepalen hóe het personage spreekt, wat haar of zijn taal is. Een geschreven monoloog verandert namelijk onmiddellijk rigoureus op het moment van uitspreken. Schrijvers moeten dus schrijven in de stijl en stem van het personage.” We horen dat beginnende schrijvers vaak hun eigen taal vanuit hun eigen persoon opvoeren, wat niet interessant genoeg is.

En verder

Schrijvers moeten het personage in de monoloog meerdere gevoelens of gedachtes meegeven. Charissa: “Ieder gevoel of gedachte moet het verhaal een stap verder brengen. Er ontstaat dan een ritme dat de monoloog naar een climax toebrengt. Idealiter wordt met een andere emotie afgesloten dan waar mee begonnen is. Een monoloog maakt dus een duidelijke ontwikkeling door, op weg naar een inzicht. De uiteindelijke climax is datgene wat het personage probeert te zeggen. Het einde van een monoloog is van groot belang en geeft een antwoord op de dramatische vraag waar het personage mee worstelt. Niet ieder theaterstuk heeft een fantastische monoloog, maar een goede monoloog kan een toneelstuk wel memorabel maken. Waar zou Hamlet immers zijn zonder zijn To be or no to be?”

Dialogen

Over naar de dialoog. Kun je voor monologen nog enigszins beschrijvend te werk gaan, voor dialogen moet je je meer dan één perspectief voorstellen. Een truc om ons op weg te helpen, zijn ansichtkaarten met afbeeldingen van mensen: onze personages. We worden gevraagd er elk twee uit te kiezen. Van onze personages noteren we vervolgens eigenschappen als leeftijd, beroep, soort gordijnen in huis, kleine karakterschets, woonplaats. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een beeld. Het leuke is dat gedurende de dialoog deze beelden veel meer tot leven komen.

Subtekst

Onze dialoog moet een verborgen emotie insinueren. De docenten noemen dit een ‘geheim’; dat wil zeggen een onderliggende emotie als angst, woede, frustratie, verlangen, liefde, jaloezie. Juist door de personages met elkaar in gesprek te laten gaan, krijgen we sterker naar voren welke eigenschappen krachtig zijn, of liever gezegd: welke rol wij denken dat ze moeten spelen. Sylvia: “Ik begrijp nu dat schrijvers zeggen dat personages ‘een eigen leven gaan leiden’. Je hebt ongetwijfeld op voorhand, zonder interactie, een ander beeld dan nadat het personage communiceert.” Uit onze resultaten blijkt dat er verschillende mogelijkheden zijn om met dialoog om te gaan. Je kunt humor of absurde gebeurtenissen de boventoon laten voeren, zoals we in proza gewend zijn van bijvoorbeeld de jonge Grunberg, je kunt ook kiezen voor heel emotionele dialogen, voor gesprekken over relaties, gevoelens of jeugd.

Authentieke personages

In een dialoog geven schrijvers de personages gestalte door hun persoonlijk taalgebruik. Sylvia: “Dit is het hoofdwerk. Schrijvers moeten goed nadenken over hoe personages eruitzien, hoe ze zich door het leven bewegen, wat voor soort mensen ze ontmoeten, en vooral, wat voor verhaal ze met zich meebrengen. Door deze lifestyles consequent met taal te combineren, kunnen schrijvers geloofwaardige personages creëren. Ik bedenk me dat als er verschillende personages zijn, degene die je tot je hoofdpersoon maakt de meeste aandacht krijgt. Hiermee kun je bepalen waar jouw verhaal voor staat.”

Bevindingen

Charissa: “Het blijkt moeilijk om binnen een bepaalde tijdslimiet creatief te zijn en met leuke ideeën te komen. Op de één of andere manier gaat mijn creativiteit haperen onder tijdsdruk. Ik vind het heel interessant om te horen wat voor teksten de andere deelnemers verzinnen. Er zijn zoveel verschillende stijlen. Ik ben behoorlijk onder de indruk. Het werkt goed om je tekst door anderen voorgedragen te horen. Je hoort dan direct hoe belangrijk taal is. Een geschreven tekst is wezenlijk verschillend van een hoorbare tekst. Ik vind de opdrachten behoorlijk lastig en ben toch wel een beetje teleurgesteld in mijn vondsten en invalshoeken. Ik voel me niet bijster geïnspireerd. Ik ben misschien ook wel een beetje geïntimideerd door het talent van sommige medeschrijvers. Wel vind ik het een zeer leerzame ervaring en geloof ook dat oefening kunst baart.”

Sylvia: “Het schrijven binnen tijdslimiet valt inderdaad niet mee, maar het zorgt ook weer voor een beperking die handig is. Je wordt gedwongen gewoon maar te beginnen. Je kunt dan later altijd weer herschrijven. Het hoeft niet ineens goed te zijn. Juist dit proces oefenen we hier: schrijven, oplezen, zinvolle kritiek krijgen. Docenten bedankt! We leveren toch allemaal flink wat werk af. Dat moet ook, want we houden van schrijven. Op de avond van de schrijversdag hebben we gezien hoe de teksten van deelnemers aan de Schrijversdagen van vorig jaar klinken vanaf een podium, door de topacteurs van Het Syndicaat. Met dezelfde richtlijnen als die wij hebben ontvangen, blijken de monologen en dialogen een heel eind te komen. De geloofwaardigheid en de relevantie van de teksten zijn hiermee nog niet gewaarborgd, maar dat is een ander verhaal. Eerst de techniek, dan de rest. Toch? Bij ons wel.”

Muziek / Album

Surfpunkrockabilly uit de polder

recensie: The Shavers - Soap

.

~

Het had wel wat voeten in de aarde. Johannes de Boom, boom van een frontman met een hele bossage bakkebaard aan zijn wangen, lijdt aan reuma en kon daardoor vaak niet bij de repetities zijn. Maar nu is er dan toch een vierde studioalbum. En wat voor een album. Twaalf stadsimpressies, zo hard en snel dat het alles bij elkaar maar een half uurtje duurt. Dertig korte minuutjes grote-stedenproblematiek lijkt voor de luisteraar misschien meer op rampentoerisme dan op iets anders. Wie doorlopend wil snuiven van het leven aan de zelfkant zal op de repeatknop moeten drukken.

Geen huismerkwasmiddel

Maar als je de cd eenmaal hebt opgezet wil je ook eigenlijk niet meer anders. Soap begint met een te heet gewassen, prettig knellende cover van Focus. Zo strak hoorde je Hocus Pocus nergens. De elf andere nummers zijn van de jongens zelf, en daarin zetten ze de lijn voort, maar met een duidelijke opwaartse beweging.

Country op speed

Broertjes Cock & Theo de Jong beheersen hun snaren en drumstel. Het instrumentale The Memoryman heeft een zweem authentieke surfpunk, terwijl het eveneens tekstloze The Musicbox meer naar het country-op-speedgenre neigt. Wat opvalt, is de gladde sound van de jongens. Natuurlijk, het gaat over de goot en over drankmisbruik, en de gitaar scheurt een gat in je leren jack, maar het klinkt allemaal loepzuiver. Alleen De Boom lijkt af en toe ondergesneeuwd, maar eigenlijk maakt het ook niet uit wat-ie zingt. Die scheur moet open, de hele tijd, en knallen maar.

Opvreetliefde

De neonromantische teksten, omlijst door de vlijmscherpe begeleiding, werken enorm enthousiasmerend. Het mag geen wonder heten dat deze figuren een stevige live-reputatie hebben. De Booms ode aan Die Vrouw swingt je een heupkneuzing met z’n tweestemmige koortje, in Opvreetliefde doet hij een serieuze gooi naar Barry White’s Whale of Love-titel, en in het ambigue Aan de Bar weten de Alkmaarder Boys fraai het dubbele karakter van het kroegleven te schetsen. The Shavers jakkeren in de dertig minuten die ze gegeven is maar voort, slechts hier en daar bovenkomend voor lucht en soelaas.

Twijfel niet langer

Geen oeverloos gesnotter van broekies dus, maar overtuigende rock ’n roll van mannen. Mocht je geen vakantieplannen hebben: koop Soap, huur een fifties-cabrio, laat je een pilsje aanreiken door die gebronsde blondine naast je en flaneer langs de Noord-Hollandse stranden, altijd naar het volgende live-optreden van The Shavers, voor “altijd meer meer meer”.

Theater / Voorstelling

Nachtvlinders gezocht

recensie: Nightclub Berlin (Hilde Hildebrand e.a.)

Hoewel de site van het nieuwe nachttheater Sugarfactory in Amsterdam je belooft met het samengaan van muziek, theater en kunst een geheel nieuwe uitgaanservaring te laten beleven, doet de sfeer bij binnenkomst meer denken aan het verleden dan aan de toekomst. De kleine, intieme zaal met gekleurde lichtjes lijkt op een nachtclub of een klein variététheater. Maar de voorstelling die wij zagen, en die elke derde vrijdag van de maand op het programma staat, heet dan ook Nightclub Berlin.

~

Niet zo gek dus, die associatie met beroemde broeierige nachten van lang geleden. Het programma begint om tien uur en bestaat uit diverse optredens. Zangeres Hilde Hildebrand en haar pianist roepen de charme op van het Berlijn van de jaren 20 met mooie klassiekers van onder andere Kurt Weill. Een beetje heimwee naar Marlène D. en ook naar onze eigen onnavolgbare diva La Pat is het gevolg. Daarna maakt de vijfkoppige band Pheasant Pluckers zijn opwachting, strak in het pak, compleet met energieke hoogblonde saxofoniste en dito dansjes. Later op de avond keert Hilde nog terug om samen met Otmat Wagner het laatste optreden te verzorgen, en tussen de bedrijven door kun je tot 5 uur in de morgen dansen op de eigentijdse groovy tunes van DJ Polack.

Publiek

Een gevarieerd programma als in een heus cabaret dus, maar behalve de show is het publiek ook heel bepalend voor de sfeer op een plaats als deze. Aan de tafeltjes rond het podium zitten mensen van diverse pluimage. Een groepje vrouwen in mannenpakken met sigarenpijpjes, waarvan zelfs eentje met een snor, een hoogblonde dame strak in het goud gehuld, doen je je afvragen waar het theater ophoudt en het echte leven begint.

Extraatjes

~

De theatrale belevenissen blijven zo niet beperkt tot het podium. Zangeres Hilde zet zich soms zwoel bij een toeschouwer op schoot. Ook kun je bij binnenkomst een formulier invullen, voor de voorzichtigen onder ons onder pseudoniem, waarop je aangeeft of je in bent voor een spannend verzetje. Later op de avond zal je dan een avontuurtje kunnen beleven in het onderdeel ‘Club Contact’. Er ligt een gastenboek waarin je reacties van bezoekers kunt lezen. De kunstwerken die geëxposeerd worden zijn opgenomen in het interieur als aangenaam extraatje: er hangt onder meer een mooie serie zwart-wit foto’s van Jolanda Kempers. Op twee grote schermen worden tussen de voorstellingen door beelden getoond die de toon van de avond versterken, in dit geval de klassieker Cabaret.

Nachtvlinders

Hoewel het sympathieke concept, de prima DJ en de kleine details (bezoek vooral het toilet!) de sfeer relaxed en intiem maken, blijft de stemming tijdens deze voorstellingen toch nog wat afwachtend. Het programma van de Sugarfactory is echter heel gevarieerd en het is dus waarschijnlijk dat je op een ander tijdstip ook een totaal andere sfeer aantreft. Zo kun je regelmatig genieten van H*rt, als je van soul en dance houdt en gaf de bekende Appelsap Crew al acte de présence met een keur aan nieuwe hiphop-DJ’s. De komende Koninginnenacht zal Steve Malenka – bekend van de Roxy – voor zijn rekening nemen. Het thema is Tiara’s, Hairdo’s en dat klinkt veelbelovend. Veel goedgemutste eigenzinnige nachtvlinders over de vloer, dat is misschien wel precies waar dit nieuwe nachttheater op wacht.

Nightclub Berlin is elke derde vrijdag van de maand te zien.

Voor het complete programma van nachttheater Sugarfactory kijk op www.sugarfactory.nl